fr. 12815
Qeze (Courant wordt dagelijks, met uitzondering
van (Zon- en feestdagen, uitgegeven.
Maandag 3 December.
I van da koreu
^«d, mek be-"
^dervond
PBUS DEZEH COURANT:
Voor Leiden per 3 maanden5 5 f
Buiten Leiden, per loopor en waar agonten gevestigd z\Jn 1.80
t .1 act i
franco per post
IBS
PBUS DEE ADVEETENTTËN:
Van 1-6 regels f 1.05. Iedore regel meer f 0.17J. Grootera
letters naar plaatsruimte. Voor het incasseeren buiten de stad
wordt f 0.05 berekend.
fled.-Zuidafrikaansthe Vcreeniging.
AfdLeiden en Omstreken.
Ontvangen by den Penningmeester, Zoetor-
Dudsch© Singel 41:
Opgehaald voor de Boeren op den veTjaar-
[jg van tante Mief
Boor bemiddeling van het Leidsch Dagblad'.
I Van Jacob en Kees vaneen wedden-
f 1-5°
En van Duinzwaanei 0
r— Gecollecteerd op een verjaardag. 1.14
Gecollecteerd op de 40-jarige bruiloft
tan opa en opoe, omdat Jacoba en Jan
roo mooi voordroegen. 1*40
Gecollecteerd doer Anna op ©en
ingagementaparty van Henxum on
jetje^.52
J Van een jongen, die zich het rookan
\enige weken onthield, uit Leiden. 1.—
Gecollecteerd op de verjaarfuif van
fltma, Jacob en Bet je, onder 't voor
ragen van een „Tiansva&l-voordracbt"
't zingen van 't Tranevaalsch Volks-
[ed, door JanÖ.32
Gecollecteerd op den verjaardag van
0.16
Bydragen kunnen worden toegezonden aan
Hen Penningmeester ot aan het Bur eel van dit
■lad.
Deinen, üecember.
Onder overlegging van de desbetreffende
•lukken geven B. en We. den gemeenteraad
In overweging aan dr. B. de Loos op zyn
verzoek op de meeat eervolle wQze ontslag
te vertonen als lid ran het Bestuur der
Btedelyk© Wei kinrichting onder dankbetuiging
ivoor de door hém als zoodanig aan de gemeente
bewezen dienston.
Aangezien hun by onderzoek gebleken is,
flat de leerlinge J. 0. do Leeuw wegens
vestiging In dese gemeente het onderwijs aarf
de Meisjesschool late klasse eerst sedert 20
Augustus heelt gevolgd, geven zy in over
weging aan mevr. de wed. H. C do Leeuw
Tjeonk Willink terugbetaling van schoolgeld
.-.ia verleeaen over de maand Juli, ton bedrage
tam f 5.
Ten aanzien der adressen van Dr. J. P. Lotsy
m J. W. van de Stadt, houdende verzoek om
erugbetaling van schoolgeld, Lager Onderwijs,
jeven B. en Ws. In overweging, aan adressanten
;orugbetaling van schoolgeld te verleenen over
le maand Ociober, voor reder tot oen bedrag
ran f 7 60, aangezien de kinderen van beiden
eerst sedert .November van dit jaar wegens
pesüging in de gemeente het onderwijs aan
<de openbare schelen dor 1ste klasse hebben
govolgd.
Ter voorziening in de vacaturen, ontstaan
[door liet aan de boeren Offerhaus, Pieyte en
Van Oordt vei leend eervol ontslag als refaimien
van het li. G. WTeesüuis, worden den gein nio-
raad door het bestuur de volgende duubol-
tailen aangeboden:
lo. Mr. J. C. van der Lip en S. H. J. de
"Wolff. 2o. W. J. Suringar en H. Meinesz.
So. A. H. Dros en mr. J. E. Boddaert.
Be Commissie van Financiën deelt den
•emeenteraad mede dat zy, wanneer wordt
iesloten tot het loggen van een brug over de
"loetorwoudscho Sicgelgracht ter hoogte van
e Kraaierstraat, waarvan de kosten niet meer
iiullen bedragen dan 40,000, geen bedenking
|beeft tegen de vaststelling van den desbe-
reffonden begrootingsstaat.
In dc gemeenteraadszitting van 20 Juni
.1. werd op advies ran B. en Ws. besloten
goedkeuring te onthouden aan een door den.
lieer H. M. van War eren ingediend straten
plan voor terreinen achter de Haarlemmer-
trekvaart, kadastraal bekend onder sectio K
nrs. 928, 10341036, gemeente Leiden,, aange
zien dat plan niet aansloot aan eten voor de
aangrenzende terreinen reeds vastgesteld
stratenplan van do heeren H. van Oosterum,
W. Kleykamp en L. J. F. Kok. Aan laatst
genoemde heeren was vooraf het in het raads
verslag der bovengenoemde vergadering op
genomen schrijven van 14 Juni gericht, ten
einde te vernemen of werkelijk het plan be
stond hun stratenplan ten uitvoer te brengen
en of weldra met die uitvoering zou worden
begonnen.
Hit schrijve® bleef echter onbeantwoord,
waarop door B. en Ws. bij dezerzijcsch schrij
ven van 13 Juli d. a. v. andermaal op do
gewenschte inlichtingen werd aangedrongen,
onder medcdeeling dat zij den gemeenteraad
aanstonds zouden voorstellen de op het plan
verloende goedkeuring in te trekken, indien
ook dit schrijven onbeantwoord bleef. Do
heer Van Ooeterum deelde daarop bij eten
achrijven van 17 Juli mede, dab hitmen niet
zeer langen tijd met de uitvoering van het
plan een aanvang zou worden gemaakt.
Aangezien B. en Ws. evenwel dit zeer vage
antwoord weinig bevredigde, hebben zij ge
meend nader een termijn te moeten stellen,
waarbinnen zoodanige uitvoering aan het
plan zou moeten gegeven zijn, dat daaruit
gerecdelijk door hen zou kunnen worden af
geleid, dat het ernstig voornemen bestond
om tob de volledige uitvoering van het werk
over te gaan, Dit geschiedde bij missive van
10 Juli 1. 1. en do termijn werd daarin be
paald op 4 maanden. Die termijn is dus thans
verstreken. Aan het plan werd echter ook
nog zelfs geen begin van uitvoering gegeven.
Op grond van oen en ander geven B. en
Ws. den gemeenteraad dus nu in overweging
te besluiten tob intrekking van 's Raads be
sluit van den Gden December 1900, waarbij
werd goedgekeurd het door H. van Ooste
rum Jr., W. Kleykamp en L. J. F. Kok in
gediend stratenplan ten behoeve vas. het ter
rein achter do Haar]emmertrekvaart, alsmc-
do ran de in verband daarmede genomen be
sluiten omtrent de overname der aan te leg
gen straten en het dempen van oen gedeelte
sloot langs den Haarlemmervaartwcg.
Den 31sten December a. s. eindigt het
met C. Schrama, te Oegshgeeat, gesloten con
tract betreffende de reiniging van dat ge
deelte der gemeente Leiden, dat vroeger tot
Oegstgecst behoord heeft.
S.h.min is bereid do reiniging wederom
voor jaren op zich te nemen, mits hem daar
voor in plaats van 850, /900 worde ver
goed.
Met dc Commissio van Fabricage achten
B. cn Ws. dit niet meer dan billijk met het
oog op het geregeld toenemen der oevolking
in het stadsgedeelte, dat door Schrama wordt
bediend.
Voorts komen ©enige wijzigingen in het
contract aan de Commissie van Fabricage
noodig of wenschelijk voor.
Zoo behoort in art. 2 sub. lo., in plaats
van waarvar. do ingezetenen zich wenschen
te ontdoen" tc worden gelezen „waarvan de
gemeente of ds ingezetenen zich wenschen te
ontdoeD," terwijl het juister is om sub 2o.
van dat artikel in plaats van „der bestra
tingen" te lezen „van allo straten en wegen
met het oog op de verschillende cnbestrate
wegen, welke nog in dat gedeclto der gemeen
te voorkomen. Uit deze laatste wijziging
vloeit dan vanzelf voort, dat in den aanhef
van dc- 4de alinea van art. 3 in plaats van
„do bestratingen met goten" zal moeten ge
sproken worden van „do straten gu wegen".
Eindelijk schijnt het der Commissie van
Fabricage billijk dat ook in dit contract,
evenals in de pacht voorwaar den van Gebrs.
van Ulden, een bepaling worde opgenomen
van den volgenden inhoud:
„De aannemer zal voor het weghalen van
den afval uit fabrieken, doch niet uit Rijks-
of gemeentelijke inrichtingen, een vergoe
ding van 30 cent per EL M. aan do belang
hebbenden in rekening kunnen brengen."
Naar aan B. en Ws, door Schrama werd
medegedeeld kan doze zich met dezo wijzigin
gen, welke ook B. en Ws. gewenscht voor
komen, vereenigen.
Ter tegemoetkoming aan herhaaldelijk
door de schipperij geuite klachten werd door
B. en Ws. in het begin van dit jaar op ad
vies der Commissie van Fabricage besloten
om do palen der fundeering van de voorma
lige Scheistraatbrug uit het water van de
Oude Vest te doen verwijderen.
Tot dusverre konden do kosten Van dit
werk uit do loopende begrouting worden be
streden. Thans moeten evenwel nog eenigo
palen verwijderd worden, die zoo diep in
den bodem vastzitten, dat zij niet als de an
dore getrokken kunnen worden. Zij zullen dus
alleen onschadelijk kunnen worden gemaakt
door ze zoo diep mogelijk bij den bedem to
doen afzagen, welk werk alleen met behulp
van een duiker zal kunnen geschieden. De
daaraan verbonden kosten, welke niet meor
uit dc loopende begrooting kunnen worden
bestreden, worden door de Commissie van
Fabricage geraamd op plm. 600.
Hoewel deze uitgave niet onbelangrijk is,
komt zij B. en Ws. toch geenszins ongewet
tigd voor. Gevaarlijker toch dan dc palen
waren, welko reeds getrokken zijn, zijn die,
wulke zich tbans nog in het vaarwater bevin
den, omdat do schepen niet daar tegen, maar
daarop, zouden varen. Ten einde <}us de schip
porjj voor eventueelo schaac to behoeden en
torens aan de gemeente daaruit voortvloei
ende moeilijkheden te besparen, komt het B.
en Ws. noodzakelijk voor ook ueze palen on
schadelijk te maken.
Op den post voor Onvoorziene Uitgaven
zijn thans nog f 2017.42 beschikbaar.
Do commissie voor de Bewaarscholen
heeft ter vervulling der vacature, dio eer
lang in haar Commissie ontstaan zal door
de periodieke aftreding va:i den heer' J. Ko-
revaar P.Az., aanbevolen dc heeren J. A.
▼an Hamel en H. C. Juin.
Het aftredende lid hoeft wegens drukke
bezigheden verzocht voor tea horbcuoeming
niet in aanmerking te komen.
Ter vervulling der plaat3, in de commis
sie van toezicht op hot middelbaar onder
wijs opengevallen, ten gevolge van het door
mr. Aalborse genomen ontslag, worden dooi
de commissie aanbevolen de heeren: H. P.
Th. van Wensen en dr. W.'Th. M. Wcebers.
Bj] Kon. besluit zyn by de dd. schuttery
to Leiden benoemd tot lsien luitenant do
hoeren M. H. A. Juta en W. J. P. Suringar,
beiden thans 2de luitenant.
Voor het examen in de handelsweten
schap vanwege den „Nat. Bond van Handels-
»n kantoorbedienden in Nederland", te Amster
dam, is geelaagd de heer J. L. N. Regeur,
van Lelden, leerling van den heer C. T. H.
Hiemei8s, te 'a Gravenhage.
By de Leidsche Spaarbank is in do maand
Nov. ingelegd f 54,865.49 on terugbetaald
f 59,927.76s, torwyi zyn afgegeven 88 nieuwe
en geheel afgelost 67 boekjes.
Het gezamonlyk tegoed der 11,888 inleggers
bedroog einde Nov. f 2,228,306.97*.
Aan het postkantoor Leiden en de daar
onder ressorteerende hulpkantoren werd ge
durende de maand Nov. 1901 in de Rykspost-
spaarbank ingelegd f 49,873.295; terugbetaald
f 42,728.95s.
Het laatste, door dat kantoor uitgegeven,
boekje draagt het nummer 19,723.
De Waalsche commissie heeft, na afge
legd examen, als candidaten toegelaten de
heeren P. Smit, theol. doctorandus aan de
Ryksuniversiteit to Leiden, en J. J. E. Duproix,
bachelior aan de godgeleerde faculteit te Parys.
Aan het Postkantoor alhier en do daar
onder behoorende hulpkantoren werden ge
durende de tweede helft der maand Nov.
de volgende brieven en briefkaarten bezorgd,
welke wegens onbekendheid van do geadres
seerden niet besteld konden worden.
Brieven: Crefcour, H. Bosman, wed. De
Beor, Jacobs, Amsterdam; Vicq, Cats, Gouda;
v. d. Lem, Den Haag; A. v. d. Plas, Katwyk
aan Zee; mej. J. v. d. Linden, Leiden;
Groenewegen Jn Modemblik; C. Duivesteyn,
Nieuwediep.
Briefkaarten: A. C. v. Buuren, Am
sterdam; W. Klaassen, mej. E. J. Blansjaar,
C. v. Nieuwenburg, M. J. Kok, Den Haag,
mej. C. de Knegte, Rotterdam; v. Deuken,
Naarden.
Buitenland. Brieven: v. Kettler,
Arolsen; dames J. en B. v. Iterson, Brussel,
H. Cameron, Detroit; J. de Bruin,Dussoldorf;
Ch. Mauners, London.
Briefkaarten: Jones Co., Paris.
De heer A. Veerman, onderwyzer aan
de Chr. School te Sassenheim, heeft bedankt
voor de benoeming tot onderwyzer aan de
Geref. school to Kralingen (Rotterdam).
Geref. kerken. DriotalTe Arnhem A. W.
Breukelaar te Zaandam, A. M. Donner, te
Amersfoort on J. Vogelaar te Apeldoorn.
Voorafgegaan door oen deputatie van de
Koninklijke Vuroonlging „Het Bereteckeu voor
Belangryke Kr(jg8 verrichilïigen" met" bauier,
gevolgd door een langen stoet van officieren
en oud officieren van den hoogsten tot den
laagsten rang, waerby ook eenigo oud-civiel
ambtenaren by don Indischen dtanat zich had
den aangesloten, werd te Gravenhage het
stoffelyk overschot van den oud-kolonel F.
van Haaften, ridder der M. W. O., Zaterdag
namiddag op Nieuw Elk on Duioca ter ruste
gelegd. T.tiiyk waren de bloemstukken. Nadat
de kist onder saluut vnn het vaandel In de
groeve was neergelaten, herdacht de gepen-
aionneorde majoor Vervloot den oud karaoraad
eu viiend, oen man dio zich ovetal door
heen wist te slaan, die als jonge man naar
Indiö ging mot daden in dc vuist en idoalen in
het hart om zyn vaderland to dienon, en dat
met eere heeft godaan, getuige zfln ridderkruis
en eervolle vermeldingen.
Te 's Gravenhage had gistermiddag, in
een feestelijk samenzyn van deelnemers, de
herdenking plaats van het 25 jarig bestaan
van het fonas tot ondersteuning van weduwen
en weezen van vrywillig dienende militairen
boneden den rang van officier; welk fonds den
eeisten December 1873 in werking trad.
Een comitó had zich gevormd om dit jubiló te
vleien en tevens by dio golegenheid aan de
directeuren van het fonds, den oud-luit.-kol.
F. P. Francke en den luit.-kol. van den ger.-
8taf W. A. F. de Meester, die onafgebroken
eu belangeloos gedurende een kwarteeuw het
beheer over het fonds hebben gevoerd, een
welverdiende hulde te brongen, voor de vele
moeito die zy zich hebben getroost.
De voorzitter van het comitó, de heer J. A.
Tertoolen, opondo de samonkomst met eon
zeor gloodvolle rede, waarin by do geschiedenis
van hel fonds van de oprichting af schelste.
Begonnen met de contnbutièn van sicchts
weinig leden, zyn de bezittingen van het fond
dank vooral het uitmuntend belangeloos beheer,
thans goategen tot ruim 3 ton reöele waarde.
Ten bewyzo dat het fonds aan het doel
beantwoordt, noemde de voorzitter het bedrag
van 211,000, dat tot dusverre aan uiikeo-
ringen is besteed. By dit gedeelte van zyn
toespraak verzocht de heer Tertoolen den aan
wezigen op te siaan en een eerbiedig saluut
te brengen aan de nagedachtenis van de 522
leden, die sedert do oprichting door den dood
aan het fonds zyn ontvalleD.
Ten Biotto noodigde de voorzitter de beid©
directeuren uit ieder eon toepasseiyk hulde
blijk te willen aanvaarden.
Nadat daarop de liuldeblyken, be3taar.ue in
twee geiykeatatuoUen{op voetstuk) ,Ladéfensa
du foyer" aan de directeuren varen aange
boden, richtte luitenant generaal Kool zich met
©on „Myne heeren en kameraden 1" tot de
aanwezigen. Namens commistsarisaen beaamd©
hy ten volle dat de taal te zwak was om in
juiste mate uiting te geven aan de govoelens
van dankbaarheid, die ieder bezielde.
Hulde bracht generaal Kool aan hot feest
comité.
Vervolgens betuigde luit.-kol. De Meester
mede namens zyn medn ^rȟr hartolyk
dank voor de aangebo- en hulde.
Dankbaar herdacht hy uu^ uoii *teun van
Haro Majesteiten en van de Regeering, de
medewerking welko directeuren steeds van
commissarissen hebben ondervonden, zoomede
de belangeloosheid en de toewijding door da
correspondenten betoond.
Spreker bracht ten slotte dank aan generaal
Kool voor het door hem gesprekeno on b.tof
directeuren aanbevelen in den welwillender»
etaun van commissarissen.
Do statuette „La dófease du foyer", gaat ver-
gozold van een fraai gecaliigrapheoide oorkondo
in prachtband.
De diacones mejuffrouw G. Baljon, dia
oenigen ttyd dienst heeft gedaan by 11 M
Koningin, keert heden naar do diacouutsen-
lnnchting te 'a-Gravanhsge terug.
Gedurende do maand November werd
het Museum van Kunathy verheid to Haai lem
bezooht door 406 bolangstelSoguon.
Uit de aan het Museum verbonden bouktry
warden een honderd L-.von en tachtig bock-
on plaatwerken naar vei schillend© ptaaioeoi
van ona land ter raadpleging gezonden.
Het reglement der boekei y vvoidt op aon-
vrage kosteloos toegezonden.
Puns Hendrik woonde gisteren de gods
dienstoefening by in do Ned. Lterv. Jol te
Apeldoorn or.der gehoor van ds. Van Rhyn.
Te Amersfoort overleed in uen ouder
dom van 69 jaar na langdurige ziekte mr. J.
G. A. van Z(jst, een alom geacht ingozolene.
Om 7.yn wankelende gezondheid w*6 h(j ver
plicht in September 1901 ontslag to nomen
als griffier by het Kantongerecht, welk ambt
gedurende meer dan oen kwart eeuw door
hem met core word bokleod. Oox was hij van
12 Augustus 1879 tot 18 Maart 1901 ,id van
don raad der gemeente Amersfoort en tal
van jaren Curator van het Gymnasium.
^'©uiiieton.
1)0 valsche vriend.
D© markies week dezen nacht niet van
laar z-ydo; angstig waakte hy over hen, die
_jm nog gebleven waren. Torwyi hy, ln
lomber© gedachten verzonken, naast het bed
ieerzat, word h(j plotseling gowekt uit zyn
laargeestige droomeryen door de zachte stem
ran bot kind.
I „Grootvader?"
„Wat wil je, myn jongen?"
„Waarom heoft moetje zoo geschreid van
ivond? Waarom heelt zo niet mot mjj ge
leden on my gekust?"
poedertje heeft verdriet."
„U hesft gezegd, dat vader dood was. Wat
fs dat, grootvader?"
„Je vader komt niet meor by je terug."
„Nooit? Dat ia niet lief van hem. Ik geloof
lot niet."
„Toch is het zoo, mfin jongen; de goede
Bod heeft hem in den Hemel geroepen."
„Ban zullen wy er ook heengaan, ik,
Moedertje en u. Kom, grootvaderI"
Bo grijsaard was niet by macht© verder
lo spreken; hy drukte zyn hoofd op het
>ioek© gezicht van het kind en weende zacht.
schreit, grootvader? Omdat raderlje
niet meer terugkomt? Ja, dat bedroeft my
hy heeft zoo dikwyis met my gespeeld."
«Ik zal nu met j© spelen."
rJ ia lief, grootvader; maar zoo aardig
kunt u niet spelen."
.9» nu «Japen, Goor-a. H«t i* Uut en ja
suAaa»"
„Geef me dan uw hand; u gaat anders weg
als ik slaap. Kyk, ik doo myn oogen al dicht.
Geef me een kus."
De grysaard omarmde het jongske mot tra
nen in de oogen; zyn treurend hart vond
troost in de liefde van het onschuldige kind.
George sliep weldra in, maar hield de hand
van grootvader stevig vast. Plotseling opende
hy weer zyn oogen en murmelde: „Groot
vader, vader is dood, zegt u? Ik begryp dat
niet. Wat is dat toch?"
„Stil nut Ga alapen, myn beste jongen,
morgen.1"
Het kind doot d© oogon en sliep weer in,
rustig en tevreden tusechen twee gefolterde
harten.
Het doodsbericht van Renó had algemeone
verslagenheid op het slot veroorzaakt. Wel
kan de tyd bloemen en bladeren opnieuw doen
bloeien, moor deoden opwekken, neen, dat
kan hy niet!
De dageo glDgen voorby, langzaam en
eentonig.
In het oude slot, aan welks poorten de dood
geklopt had, vond de vroolykheid geen plaats
meer. Vergeefs trachtte de-oude man hier zyn
▼roegero wilskracht to herwinnen, vergeefs.
Boog hy ook ala oprecht Christen het hoofd
voor de slagen van het noodlot, toch leed hy
door het verlies van zyn zoon. Meer dan anders
bezocht hy Bertha en speelde met zyn klein
zoon. Ofschoon zelf gebukt onder droefheid,
trachtte by trooet to schonken aan het treu
rende hart zyner dochter.
Voort ging do tyd.
Hot „wie daar?" der republikelnsche solda
ten hield don vluchteling binnen de muren
van hot kasteel. Slechts nu en dan waagde
hy' zich in don tuin, waar by steeds Bertha
Aantrof en met hosr sprak. Zy vond eenigen
troost in den omgang met don vriend van
haar man on liet zich dikwyis do byzonder-
hoden van den slag en Roué's heldendaden
verbalen. Do jonge man wist met gloed de
dapperheid dor bemanning te schilderen, liet
geen golegenheid voorbygaan, do smartoiyke
herinnering der jonge vrouw te vermindoren,
haar gedachten af te leiden.
„Het levon gelykt den hemel," zei Imbert
eens op een avond tot Beriha. „Dikwyis straalt
do zon aan don blauwen homel, terwyl aan
den horizon donkere wolken zich samenpak
ken. Plots breekt de storm los: smart en
bitterheid vervullen een goiukkig wezen."
„Zeor waar!" zuchtte Bertua.
„Maar 6poodig verdwynt bet wolkgevaarte,
de hemel straalt weer in z\jn reinste blauw.
Rust en kalmte dalen weer in het geschokt
gemoed en na vertwyfehng komt nieuw geluk."
Do jonge vrouw spruit geen woord; zy
weende.
In den tuin, daar, waar do lage muur op
houdt, hield Bournac 's avonds steeds met zyn
dieren stil. Het viel Imbert op, dat hy zyn
werkzaamheden daar zoo lang wist te rekken,
als hy met Bertha sprak. Hy bemerkte, dat
Bournac hem dikwyis argwanend gadesloeg,
on dit hinderde hem. Hy merkte, dat hy hem
niet vertrouwde.
Op een avond was Bournac weer op zyn
post, schynbaar zeer druk in de weer met zyn
dieren. Maar hy verloor geen woord van het
gesprok, dat door den avondwind naar hom
heen gedragen werd. Hy hoorde, hoe Imbert
met een opgewekte stem tot de gravin zeide:
„Geloof me, een ware, harteiyke genegenheid
weet steeds een verloren hoop te doen ver
geten en
Eon kort afgostooten hooston van den ezel
dry ver deed hem zyn woorden inhouden; ver
schrikt wendde hy hot hooiJ naar den tuin.
Bournac had hem don rug toegekeerd en begon
met krachtige stem te zingen.
Imbert was sprakeloos geworden; Bertha
stond op en verliet den tuin, hem aan zyn
gedachten overlatend. De nevelen daalden
van de bergen neer en hulden kasteel on
tuin in een wazigen mantel.
XL
Hendrik Imbert had een veelbewogen leven
achter zich. Do Republikeinen hadden zyn
kasteel verbrand, zyn goederen verbeurdver
klaard, zyn vlucht had zyn ruïnoering vol
tooid; niets was hem overgebleven dan ellende
en schande. De gravin Cros de Montroy echter
was jong, mooi on r\jk. Do herinnering aan
huar was hom steods op zyn vlucht bijge
bleven; waarom mocht hy mot hopen do
jonge weduwe eenmaal zyn vrouw te noemen?
Dan was hy geholpen; do uitgestrekte goederen
van den markies zouden de zyno worden.
„Zoo zal ik myn geluk boproeren," zei by by
zichzelf. „En is do Revolutie geëindigd, dun
zullen mijn gooderen my teruggegeven worden,
en ik, Imbert, zal hoerschen als oen koning."
Deze gedachte bestormd© zijn geest.
Op een avond zat Bertha aan den oever der
kabbolendo boek, mot haar gedachten in lang
vervlogen dagen. Naderende schreden wekten
haar plotseling uit haar oreipeinzingen, hot
was Imbert. Bertha richtte zich een weinig
verschrikt op.
„Heb ik u doen schrikken, genadigo
vrouwe?"
„Een weinig verrast."
„Vergeef me, als ik uw eenzaamheid durf
storen. Maar ik heb deernis, groote deernis
met uw leed. Tusschen de smart on hot ver
geten is de herinnering geplaatst. Vergeten
zou ondankbaarheid zyn; maai- de emart, die
eiken troost versmaadt, ls zy niet een zond©
tegen den Hemel?"
„Ik begryp u niet, mynheer l Mon heeft
•slechts eenmaal liet, en moet men z(jn liefde
beweonon, dan drugon do tranon niet moer."
„Is or hier beneden dan geen troost meer
voor u?"
„Geen."
„Wanneer men jong en schoon is, mag
men de hoop op betere dagen niet zoo licht
laten varen. Gy zyt braaf; vreest gy niet,
den Homel te weerstaan, ala go het lyden
niet geduldig uit Gods hand aanneemt?'
„Verdriet js geen weerstaan. Als Ood ona
verbonden heeft, verben.en zooals Hyzelf
loort, voor dit levon on het leven hiernamaals,
kan het dan Zyn wil zyn, dat wy dezo banden
in tyden van rampspoed verbreken? Ju .1 dan
zullen we trouw moeten olyven. Gy t. - nooit
liefgehad, als ge Xunt geloovon
„Noen, nooitto voren Vergoof m(jn
opdringenmaar ik zou zoo gaarne deze droef
heid van u wegnomen."
„Dank u, mynheer. Wie zou my ook boter
kunnen troosten dan de beste vriend van mya
geliefden Renó?"
„O, zog dat nog eens, genadige wou wol
Hot is do schoonste dank, dien ik wenschen
kan. Is hot geen bewys van myn waro vriond-
schap, dat ik duizenden gevaren doorstaan
heb cm uw leed te doelen on u te troos
„Ik ben u daarvoor van harte dankbaar;
God zal u loonen, wat u voor my gedaan bobt."
(Wordt vervolgd