fr. 12815 Qeze (Courant wordt dagelijks, met uitzondering van (Zon- en feestdagen, uitgegeven. Maandag 3 December. I van da koreu ^«d, mek be-" ^dervond PBUS DEZEH COURANT: Voor Leiden per 3 maanden5 5 f Buiten Leiden, per loopor en waar agonten gevestigd z\Jn 1.80 t .1 act i franco per post IBS PBUS DEE ADVEETENTTËN: Van 1-6 regels f 1.05. Iedore regel meer f 0.17J. Grootera letters naar plaatsruimte. Voor het incasseeren buiten de stad wordt f 0.05 berekend. fled.-Zuidafrikaansthe Vcreeniging. AfdLeiden en Omstreken. Ontvangen by den Penningmeester, Zoetor- Dudsch© Singel 41: Opgehaald voor de Boeren op den veTjaar- [jg van tante Mief Boor bemiddeling van het Leidsch Dagblad'. I Van Jacob en Kees vaneen wedden- f 1-5° En van Duinzwaanei 0 r— Gecollecteerd op een verjaardag. 1.14 Gecollecteerd op de 40-jarige bruiloft tan opa en opoe, omdat Jacoba en Jan roo mooi voordroegen. 1*40 Gecollecteerd doer Anna op ©en ingagementaparty van Henxum on jetje^.52 J Van een jongen, die zich het rookan \enige weken onthield, uit Leiden. 1.— Gecollecteerd op de verjaarfuif van fltma, Jacob en Bet je, onder 't voor ragen van een „Tiansva&l-voordracbt" 't zingen van 't Tranevaalsch Volks- [ed, door JanÖ.32 Gecollecteerd op den verjaardag van 0.16 Bydragen kunnen worden toegezonden aan Hen Penningmeester ot aan het Bur eel van dit ■lad. Deinen, üecember. Onder overlegging van de desbetreffende •lukken geven B. en We. den gemeenteraad In overweging aan dr. B. de Loos op zyn verzoek op de meeat eervolle wQze ontslag te vertonen als lid ran het Bestuur der Btedelyk© Wei kinrichting onder dankbetuiging ivoor de door hém als zoodanig aan de gemeente bewezen dienston. Aangezien hun by onderzoek gebleken is, flat de leerlinge J. 0. do Leeuw wegens vestiging In dese gemeente het onderwijs aarf de Meisjesschool late klasse eerst sedert 20 Augustus heelt gevolgd, geven zy in over weging aan mevr. de wed. H. C do Leeuw Tjeonk Willink terugbetaling van schoolgeld .-.ia verleeaen over de maand Juli, ton bedrage tam f 5. Ten aanzien der adressen van Dr. J. P. Lotsy m J. W. van de Stadt, houdende verzoek om erugbetaling van schoolgeld, Lager Onderwijs, jeven B. en Ws. In overweging, aan adressanten ;orugbetaling van schoolgeld te verleenen over le maand Ociober, voor reder tot oen bedrag ran f 7 60, aangezien de kinderen van beiden eerst sedert .November van dit jaar wegens pesüging in de gemeente het onderwijs aan <de openbare schelen dor 1ste klasse hebben govolgd. Ter voorziening in de vacaturen, ontstaan [door liet aan de boeren Offerhaus, Pieyte en Van Oordt vei leend eervol ontslag als refaimien van het li. G. WTeesüuis, worden den gein nio- raad door het bestuur de volgende duubol- tailen aangeboden: lo. Mr. J. C. van der Lip en S. H. J. de "Wolff. 2o. W. J. Suringar en H. Meinesz. So. A. H. Dros en mr. J. E. Boddaert. Be Commissie van Financiën deelt den •emeenteraad mede dat zy, wanneer wordt iesloten tot het loggen van een brug over de "loetorwoudscho Sicgelgracht ter hoogte van e Kraaierstraat, waarvan de kosten niet meer iiullen bedragen dan 40,000, geen bedenking |beeft tegen de vaststelling van den desbe- reffonden begrootingsstaat. In dc gemeenteraadszitting van 20 Juni .1. werd op advies ran B. en Ws. besloten goedkeuring te onthouden aan een door den. lieer H. M. van War eren ingediend straten plan voor terreinen achter de Haarlemmer- trekvaart, kadastraal bekend onder sectio K nrs. 928, 10341036, gemeente Leiden,, aange zien dat plan niet aansloot aan eten voor de aangrenzende terreinen reeds vastgesteld stratenplan van do heeren H. van Oosterum, W. Kleykamp en L. J. F. Kok. Aan laatst genoemde heeren was vooraf het in het raads verslag der bovengenoemde vergadering op genomen schrijven van 14 Juni gericht, ten einde te vernemen of werkelijk het plan be stond hun stratenplan ten uitvoer te brengen en of weldra met die uitvoering zou worden begonnen. Hit schrijve® bleef echter onbeantwoord, waarop door B. en Ws. bij dezerzijcsch schrij ven van 13 Juli d. a. v. andermaal op do gewenschte inlichtingen werd aangedrongen, onder medcdeeling dat zij den gemeenteraad aanstonds zouden voorstellen de op het plan verloende goedkeuring in te trekken, indien ook dit schrijven onbeantwoord bleef. Do heer Van Ooeterum deelde daarop bij eten achrijven van 17 Juli mede, dab hitmen niet zeer langen tijd met de uitvoering van het plan een aanvang zou worden gemaakt. Aangezien B. en Ws. evenwel dit zeer vage antwoord weinig bevredigde, hebben zij ge meend nader een termijn te moeten stellen, waarbinnen zoodanige uitvoering aan het plan zou moeten gegeven zijn, dat daaruit gerecdelijk door hen zou kunnen worden af geleid, dat het ernstig voornemen bestond om tob de volledige uitvoering van het werk over te gaan, Dit geschiedde bij missive van 10 Juli 1. 1. en do termijn werd daarin be paald op 4 maanden. Die termijn is dus thans verstreken. Aan het plan werd echter ook nog zelfs geen begin van uitvoering gegeven. Op grond van oen en ander geven B. en Ws. den gemeenteraad dus nu in overweging te besluiten tob intrekking van 's Raads be sluit van den Gden December 1900, waarbij werd goedgekeurd het door H. van Ooste rum Jr., W. Kleykamp en L. J. F. Kok in gediend stratenplan ten behoeve vas. het ter rein achter do Haar]emmertrekvaart, alsmc- do ran de in verband daarmede genomen be sluiten omtrent de overname der aan te leg gen straten en het dempen van oen gedeelte sloot langs den Haarlemmervaartwcg. Den 31sten December a. s. eindigt het met C. Schrama, te Oegshgeeat, gesloten con tract betreffende de reiniging van dat ge deelte der gemeente Leiden, dat vroeger tot Oegstgecst behoord heeft. S.h.min is bereid do reiniging wederom voor jaren op zich te nemen, mits hem daar voor in plaats van 850, /900 worde ver goed. Met dc Commissio van Fabricage achten B. cn Ws. dit niet meer dan billijk met het oog op het geregeld toenemen der oevolking in het stadsgedeelte, dat door Schrama wordt bediend. Voorts komen ©enige wijzigingen in het contract aan de Commissie van Fabricage noodig of wenschelijk voor. Zoo behoort in art. 2 sub. lo., in plaats van waarvar. do ingezetenen zich wenschen te ontdoen" tc worden gelezen „waarvan de gemeente of ds ingezetenen zich wenschen te ontdoeD," terwijl het juister is om sub 2o. van dat artikel in plaats van „der bestra tingen" te lezen „van allo straten en wegen met het oog op de verschillende cnbestrate wegen, welke nog in dat gedeclto der gemeen te voorkomen. Uit deze laatste wijziging vloeit dan vanzelf voort, dat in den aanhef van dc- 4de alinea van art. 3 in plaats van „do bestratingen met goten" zal moeten ge sproken worden van „do straten gu wegen". Eindelijk schijnt het der Commissie van Fabricage billijk dat ook in dit contract, evenals in de pacht voorwaar den van Gebrs. van Ulden, een bepaling worde opgenomen van den volgenden inhoud: „De aannemer zal voor het weghalen van den afval uit fabrieken, doch niet uit Rijks- of gemeentelijke inrichtingen, een vergoe ding van 30 cent per EL M. aan do belang hebbenden in rekening kunnen brengen." Naar aan B. en Ws, door Schrama werd medegedeeld kan doze zich met dezo wijzigin gen, welke ook B. en Ws. gewenscht voor komen, vereenigen. Ter tegemoetkoming aan herhaaldelijk door de schipperij geuite klachten werd door B. en Ws. in het begin van dit jaar op ad vies der Commissie van Fabricage besloten om do palen der fundeering van de voorma lige Scheistraatbrug uit het water van de Oude Vest te doen verwijderen. Tot dusverre konden do kosten Van dit werk uit do loopende begrouting worden be streden. Thans moeten evenwel nog eenigo palen verwijderd worden, die zoo diep in den bodem vastzitten, dat zij niet als de an dore getrokken kunnen worden. Zij zullen dus alleen onschadelijk kunnen worden gemaakt door ze zoo diep mogelijk bij den bedem to doen afzagen, welk werk alleen met behulp van een duiker zal kunnen geschieden. De daaraan verbonden kosten, welke niet meor uit dc loopende begrooting kunnen worden bestreden, worden door de Commissie van Fabricage geraamd op plm. 600. Hoewel deze uitgave niet onbelangrijk is, komt zij B. en Ws. toch geenszins ongewet tigd voor. Gevaarlijker toch dan dc palen waren, welko reeds getrokken zijn, zijn die, wulke zich tbans nog in het vaarwater bevin den, omdat do schepen niet daar tegen, maar daarop, zouden varen. Ten einde <}us de schip porjj voor eventueelo schaac to behoeden en torens aan de gemeente daaruit voortvloei ende moeilijkheden te besparen, komt het B. en Ws. noodzakelijk voor ook ueze palen on schadelijk te maken. Op den post voor Onvoorziene Uitgaven zijn thans nog f 2017.42 beschikbaar. Do commissie voor de Bewaarscholen heeft ter vervulling der vacature, dio eer lang in haar Commissie ontstaan zal door de periodieke aftreding va:i den heer' J. Ko- revaar P.Az., aanbevolen dc heeren J. A. ▼an Hamel en H. C. Juin. Het aftredende lid hoeft wegens drukke bezigheden verzocht voor tea horbcuoeming niet in aanmerking te komen. Ter vervulling der plaat3, in de commis sie van toezicht op hot middelbaar onder wijs opengevallen, ten gevolge van het door mr. Aalborse genomen ontslag, worden dooi de commissie aanbevolen de heeren: H. P. Th. van Wensen en dr. W.'Th. M. Wcebers. Bj] Kon. besluit zyn by de dd. schuttery to Leiden benoemd tot lsien luitenant do hoeren M. H. A. Juta en W. J. P. Suringar, beiden thans 2de luitenant. Voor het examen in de handelsweten schap vanwege den „Nat. Bond van Handels- »n kantoorbedienden in Nederland", te Amster dam, is geelaagd de heer J. L. N. Regeur, van Lelden, leerling van den heer C. T. H. Hiemei8s, te 'a Gravenhage. By de Leidsche Spaarbank is in do maand Nov. ingelegd f 54,865.49 on terugbetaald f 59,927.76s, torwyi zyn afgegeven 88 nieuwe en geheel afgelost 67 boekjes. Het gezamonlyk tegoed der 11,888 inleggers bedroog einde Nov. f 2,228,306.97*. Aan het postkantoor Leiden en de daar onder ressorteerende hulpkantoren werd ge durende de maand Nov. 1901 in de Rykspost- spaarbank ingelegd f 49,873.295; terugbetaald f 42,728.95s. Het laatste, door dat kantoor uitgegeven, boekje draagt het nummer 19,723. De Waalsche commissie heeft, na afge legd examen, als candidaten toegelaten de heeren P. Smit, theol. doctorandus aan de Ryksuniversiteit to Leiden, en J. J. E. Duproix, bachelior aan de godgeleerde faculteit te Parys. Aan het Postkantoor alhier en do daar onder behoorende hulpkantoren werden ge durende de tweede helft der maand Nov. de volgende brieven en briefkaarten bezorgd, welke wegens onbekendheid van do geadres seerden niet besteld konden worden. Brieven: Crefcour, H. Bosman, wed. De Beor, Jacobs, Amsterdam; Vicq, Cats, Gouda; v. d. Lem, Den Haag; A. v. d. Plas, Katwyk aan Zee; mej. J. v. d. Linden, Leiden; Groenewegen Jn Modemblik; C. Duivesteyn, Nieuwediep. Briefkaarten: A. C. v. Buuren, Am sterdam; W. Klaassen, mej. E. J. Blansjaar, C. v. Nieuwenburg, M. J. Kok, Den Haag, mej. C. de Knegte, Rotterdam; v. Deuken, Naarden. Buitenland. Brieven: v. Kettler, Arolsen; dames J. en B. v. Iterson, Brussel, H. Cameron, Detroit; J. de Bruin,Dussoldorf; Ch. Mauners, London. Briefkaarten: Jones Co., Paris. De heer A. Veerman, onderwyzer aan de Chr. School te Sassenheim, heeft bedankt voor de benoeming tot onderwyzer aan de Geref. school to Kralingen (Rotterdam). Geref. kerken. DriotalTe Arnhem A. W. Breukelaar te Zaandam, A. M. Donner, te Amersfoort on J. Vogelaar te Apeldoorn. Voorafgegaan door oen deputatie van de Koninklijke Vuroonlging „Het Bereteckeu voor Belangryke Kr(jg8 verrichilïigen" met" bauier, gevolgd door een langen stoet van officieren en oud officieren van den hoogsten tot den laagsten rang, waerby ook eenigo oud-civiel ambtenaren by don Indischen dtanat zich had den aangesloten, werd te Gravenhage het stoffelyk overschot van den oud-kolonel F. van Haaften, ridder der M. W. O., Zaterdag namiddag op Nieuw Elk on Duioca ter ruste gelegd. T.tiiyk waren de bloemstukken. Nadat de kist onder saluut vnn het vaandel In de groeve was neergelaten, herdacht de gepen- aionneorde majoor Vervloot den oud karaoraad eu viiend, oen man dio zich ovetal door heen wist te slaan, die als jonge man naar Indiö ging mot daden in dc vuist en idoalen in het hart om zyn vaderland to dienon, en dat met eere heeft godaan, getuige zfln ridderkruis en eervolle vermeldingen. Te 's Gravenhage had gistermiddag, in een feestelijk samenzyn van deelnemers, de herdenking plaats van het 25 jarig bestaan van het fonas tot ondersteuning van weduwen en weezen van vrywillig dienende militairen boneden den rang van officier; welk fonds den eeisten December 1873 in werking trad. Een comitó had zich gevormd om dit jubiló te vleien en tevens by dio golegenheid aan de directeuren van het fonds, den oud-luit.-kol. F. P. Francke en den luit.-kol. van den ger.- 8taf W. A. F. de Meester, die onafgebroken eu belangeloos gedurende een kwarteeuw het beheer over het fonds hebben gevoerd, een welverdiende hulde te brongen, voor de vele moeito die zy zich hebben getroost. De voorzitter van het comitó, de heer J. A. Tertoolen, opondo de samonkomst met eon zeor gloodvolle rede, waarin by do geschiedenis van hel fonds van de oprichting af schelste. Begonnen met de contnbutièn van sicchts weinig leden, zyn de bezittingen van het fond dank vooral het uitmuntend belangeloos beheer, thans goategen tot ruim 3 ton reöele waarde. Ten bewyzo dat het fonds aan het doel beantwoordt, noemde de voorzitter het bedrag van 211,000, dat tot dusverre aan uiikeo- ringen is besteed. By dit gedeelte van zyn toespraak verzocht de heer Tertoolen den aan wezigen op te siaan en een eerbiedig saluut te brengen aan de nagedachtenis van de 522 leden, die sedert do oprichting door den dood aan het fonds zyn ontvalleD. Ten Biotto noodigde de voorzitter de beid© directeuren uit ieder eon toepasseiyk hulde blijk te willen aanvaarden. Nadat daarop de liuldeblyken, be3taar.ue in twee geiykeatatuoUen{op voetstuk) ,Ladéfensa du foyer" aan de directeuren varen aange boden, richtte luitenant generaal Kool zich met ©on „Myne heeren en kameraden 1" tot de aanwezigen. Namens commistsarisaen beaamd© hy ten volle dat de taal te zwak was om in juiste mate uiting te geven aan de govoelens van dankbaarheid, die ieder bezielde. Hulde bracht generaal Kool aan hot feest comité. Vervolgens betuigde luit.-kol. De Meester mede namens zyn medn ^r»ür hartolyk dank voor de aangebo- en hulde. Dankbaar herdacht hy uu^ uoii *teun van Haro Majesteiten en van de Regeering, de medewerking welko directeuren steeds van commissarissen hebben ondervonden, zoomede de belangeloosheid en de toewijding door da correspondenten betoond. Spreker bracht ten slotte dank aan generaal Kool voor het door hem gesprekeno on b.tof directeuren aanbevelen in den welwillender» etaun van commissarissen. Do statuette „La dófease du foyer", gaat ver- gozold van een fraai gecaliigrapheoide oorkondo in prachtband. De diacones mejuffrouw G. Baljon, dia oenigen ttyd dienst heeft gedaan by 11 M Koningin, keert heden naar do diacouutsen- lnnchting te 'a-Gravanhsge terug. Gedurende do maand November werd het Museum van Kunathy verheid to Haai lem bezooht door 406 bolangstelSoguon. Uit de aan het Museum verbonden bouktry warden een honderd L-.von en tachtig bock- on plaatwerken naar vei schillend© ptaaioeoi van ona land ter raadpleging gezonden. Het reglement der boekei y vvoidt op aon- vrage kosteloos toegezonden. Puns Hendrik woonde gisteren de gods dienstoefening by in do Ned. Lterv. Jol te Apeldoorn or.der gehoor van ds. Van Rhyn. Te Amersfoort overleed in uen ouder dom van 69 jaar na langdurige ziekte mr. J. G. A. van Z(jst, een alom geacht ingozolene. Om 7.yn wankelende gezondheid w*6 h(j ver plicht in September 1901 ontslag to nomen als griffier by het Kantongerecht, welk ambt gedurende meer dan oen kwart eeuw door hem met core word bokleod. Oox was hij van 12 Augustus 1879 tot 18 Maart 1901 ,id van don raad der gemeente Amersfoort en tal van jaren Curator van het Gymnasium. ^'©uiiieton. 1)0 valsche vriend. D© markies week dezen nacht niet van laar z-ydo; angstig waakte hy over hen, die _jm nog gebleven waren. Torwyi hy, ln lomber© gedachten verzonken, naast het bed ieerzat, word h(j plotseling gowekt uit zyn laargeestige droomeryen door de zachte stem ran bot kind. I „Grootvader?" „Wat wil je, myn jongen?" „Waarom heoft moetje zoo geschreid van ivond? Waarom heelt zo niet mot mjj ge leden on my gekust?" poedertje heeft verdriet." „U hesft gezegd, dat vader dood was. Wat fs dat, grootvader?" „Je vader komt niet meor by je terug." „Nooit? Dat ia niet lief van hem. Ik geloof lot niet." „Toch is het zoo, mfin jongen; de goede Bod heeft hem in den Hemel geroepen." „Ban zullen wy er ook heengaan, ik, Moedertje en u. Kom, grootvaderI" Bo grijsaard was niet by macht© verder lo spreken; hy drukte zyn hoofd op het >ioek© gezicht van het kind en weende zacht. schreit, grootvader? Omdat raderlje niet meer terugkomt? Ja, dat bedroeft my hy heeft zoo dikwyis met my gespeeld." «Ik zal nu met j© spelen." rJ ia lief, grootvader; maar zoo aardig kunt u niet spelen." .9» nu «Japen, Goor-a. H«t i* Uut en ja suAaa»" „Geef me dan uw hand; u gaat anders weg als ik slaap. Kyk, ik doo myn oogen al dicht. Geef me een kus." De grysaard omarmde het jongske mot tra nen in de oogen; zyn treurend hart vond troost in de liefde van het onschuldige kind. George sliep weldra in, maar hield de hand van grootvader stevig vast. Plotseling opende hy weer zyn oogen en murmelde: „Groot vader, vader is dood, zegt u? Ik begryp dat niet. Wat is dat toch?" „Stil nut Ga alapen, myn beste jongen, morgen.1" Het kind doot d© oogon en sliep weer in, rustig en tevreden tusechen twee gefolterde harten. Het doodsbericht van Renó had algemeone verslagenheid op het slot veroorzaakt. Wel kan de tyd bloemen en bladeren opnieuw doen bloeien, moor deoden opwekken, neen, dat kan hy niet! De dageo glDgen voorby, langzaam en eentonig. In het oude slot, aan welks poorten de dood geklopt had, vond de vroolykheid geen plaats meer. Vergeefs trachtte de-oude man hier zyn ▼roegero wilskracht to herwinnen, vergeefs. Boog hy ook ala oprecht Christen het hoofd voor de slagen van het noodlot, toch leed hy door het verlies van zyn zoon. Meer dan anders bezocht hy Bertha en speelde met zyn klein zoon. Ofschoon zelf gebukt onder droefheid, trachtte by trooet to schonken aan het treu rende hart zyner dochter. Voort ging do tyd. Hot „wie daar?" der republikelnsche solda ten hield don vluchteling binnen de muren van hot kasteel. Slechts nu en dan waagde hy' zich in don tuin, waar by steeds Bertha Aantrof en met hosr sprak. Zy vond eenigen troost in den omgang met don vriend van haar man on liet zich dikwyis do byzonder- hoden van den slag en Roué's heldendaden verbalen. Do jonge man wist met gloed de dapperheid dor bemanning te schilderen, liet geen golegenheid voorbygaan, do smartoiyke herinnering der jonge vrouw te vermindoren, haar gedachten af te leiden. „Het levon gelykt den hemel," zei Imbert eens op een avond tot Beriha. „Dikwyis straalt do zon aan don blauwen homel, terwyl aan den horizon donkere wolken zich samenpak ken. Plots breekt de storm los: smart en bitterheid vervullen een goiukkig wezen." „Zeor waar!" zuchtte Bertua. „Maar 6poodig verdwynt bet wolkgevaarte, de hemel straalt weer in z\jn reinste blauw. Rust en kalmte dalen weer in het geschokt gemoed en na vertwyfehng komt nieuw geluk." Do jonge vrouw spruit geen woord; zy weende. In den tuin, daar, waar do lage muur op houdt, hield Bournac 's avonds steeds met zyn dieren stil. Het viel Imbert op, dat hy zyn werkzaamheden daar zoo lang wist te rekken, als hy met Bertha sprak. Hy bemerkte, dat Bournac hem dikwyis argwanend gadesloeg, on dit hinderde hem. Hy merkte, dat hy hem niet vertrouwde. Op een avond was Bournac weer op zyn post, schynbaar zeer druk in de weer met zyn dieren. Maar hy verloor geen woord van het gesprok, dat door den avondwind naar hom heen gedragen werd. Hy hoorde, hoe Imbert met een opgewekte stem tot de gravin zeide: „Geloof me, een ware, harteiyke genegenheid weet steeds een verloren hoop te doen ver geten en Eon kort afgostooten hooston van den ezel dry ver deed hem zyn woorden inhouden; ver schrikt wendde hy hot hooiJ naar den tuin. Bournac had hem don rug toegekeerd en begon met krachtige stem te zingen. Imbert was sprakeloos geworden; Bertha stond op en verliet den tuin, hem aan zyn gedachten overlatend. De nevelen daalden van de bergen neer en hulden kasteel on tuin in een wazigen mantel. XL Hendrik Imbert had een veelbewogen leven achter zich. Do Republikeinen hadden zyn kasteel verbrand, zyn goederen verbeurdver klaard, zyn vlucht had zyn ruïnoering vol tooid; niets was hem overgebleven dan ellende en schande. De gravin Cros de Montroy echter was jong, mooi on r\jk. Do herinnering aan huar was hom steods op zyn vlucht bijge bleven; waarom mocht hy mot hopen do jonge weduwe eenmaal zyn vrouw te noemen? Dan was hy geholpen; do uitgestrekte goederen van den markies zouden de zyno worden. „Zoo zal ik myn geluk boproeren," zei by by zichzelf. „En is do Revolutie geëindigd, dun zullen mijn gooderen my teruggegeven worden, en ik, Imbert, zal hoerschen als oen koning." Deze gedachte bestormd© zijn geest. Op een avond zat Bertha aan den oever der kabbolendo boek, mot haar gedachten in lang vervlogen dagen. Naderende schreden wekten haar plotseling uit haar oreipeinzingen, hot was Imbert. Bertha richtte zich een weinig verschrikt op. „Heb ik u doen schrikken, genadigo vrouwe?" „Een weinig verrast." „Vergeef me, als ik uw eenzaamheid durf storen. Maar ik heb deernis, groote deernis met uw leed. Tusschen de smart on hot ver geten is de herinnering geplaatst. Vergeten zou ondankbaarheid zyn; maai- de emart, die eiken troost versmaadt, ls zy niet een zond© tegen den Hemel?" „Ik begryp u niet, mynheer l Mon heeft •slechts eenmaal liet, en moet men z(jn liefde beweonon, dan drugon do tranon niet moer." „Is or hier beneden dan geen troost meer voor u?" „Geen." „Wanneer men jong en schoon is, mag men de hoop op betere dagen niet zoo licht laten varen. Gy zyt braaf; vreest gy niet, den Homel te weerstaan, ala go het lyden niet geduldig uit Gods hand aanneemt?' „Verdriet js geen weerstaan. Als Ood ona verbonden heeft, verben.en zooals Hyzelf loort, voor dit levon on het leven hiernamaals, kan het dan Zyn wil zyn, dat wy dezo banden in tyden van rampspoed verbreken? Ju .1 dan zullen we trouw moeten olyven. Gy t. - nooit liefgehad, als ge Xunt geloovon „Noen, nooitto voren Vergoof m(jn opdringenmaar ik zou zoo gaarne deze droef heid van u wegnomen." „Dank u, mynheer. Wie zou my ook boter kunnen troosten dan de beste vriend van mya geliefden Renó?" „O, zog dat nog eens, genadige wou wol Hot is do schoonste dank, dien ik wenschen kan. Is hot geen bewys van myn waro vriond- schap, dat ik duizenden gevaren doorstaan heb cm uw leed te doelen on u te troos „Ik ben u daarvoor van harte dankbaar; God zal u loonen, wat u voor my gedaan bobt." (Wordt vervolgd

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1901 | | pagina 1