Oe briljanten broche. ©uilleton. Burgerlijke Stand Tan Lelden. Anno 100!. No. 127S8 LEIDSCH DAGBLAD, DONDERDAG 31 OCTOBER. - TWEEDE BLAD. ItOLONIEJf, BATAVIA, 20 Sept.—2 Oct. De berichten over de chclera luiden nog toiet gunstiger. Do ziekte woedt het hevigsb 'op de drie hoofdplaatsen van Java, doch elders vraagt zij helaas cok vele slachtoffers. Zoo is zij epidemisch verklaard te Krawang. Te Semarang komen dagelijks een dertigtal gevallen voor. In die stad zijn gestorven drie •Europeanen aan de cholera, twee kinderen en de onderluitenant D. Scholten. Deze ovt-- ledene was ridder der M. W. O., welk eere- j metaal hij had verdiend in 1894 bij den over- 't Lval op Lombok. De handel te Semarang ondervindt do el lende van de heerschonde ziekt». Aan het lia- [venkanaal, aan den boom,zoowel als elders zijn haast geen koelies te krijgen voor den afvoer, het laden en lossen van goederen e-z.- (De weinigen die er zijn, laten zich duur bo- ifcalen. Het aantal choleragevallen te Soerabaia schommelt om de vijftig per dag. Te Batavia en Semarang hebben particu lieren vergaderingen gehouden om maatre gelen te nemen ter beteugeling der ziekte. •De Indische regeering doet betrekkelijk wei nig, klagen de bieden, en kan slechts weinig 'doen, waar de fondsen ontbreken. In de go- noemde steden nu hebben zich commissies gevormd, die met lijsten ter teekening rond gaan. Door middel van do gelden op deze manier verkregen, zullen maatregelen geno men wordan in het belang der publieke ge zondheid en der lijders. Door don Gouverneur-Generaal van Ned.-In- 'dië zijn de volgende beschikkingen genomen: CIVIEL DEPARTEMENT. 0 n t s 1 a g e nMet ingang van 6 Octobor 1901, op verzoek, eervol uit 's lands dienst, de predikant bjj de Protes- tnnt8che gemeente te Pekalongan G. C. Klerk de Reus. Benoemd: Tot controleur bn het Binnen- landsch Bestuur op de bezittingen Duiten Java en Madoera, de ambtenaar op non-activiteit J. W. van Hille, laatstelijk controleur late kl. bij het Binnen- landsoh Bestuur op de bezittingen buiten Java en Madoera. Voor den tjjd van ze3 maanden of zooveel korter als zal blijken voldoende te zijn, tot buitengewoon lid van den Raad van Justitie te Soerabaia, mr. A. J. C. E. van Beycop ten Ham, laatstelijk voor zitter van den landraad te Pasoeroean, van verlof uit Europa terugverwacht. Bij het op. lager ond. voor Earopeanen: Benoemd: Tot onderwyzer 8de kl. J. West- hoff, thans tijdelyk als zoodanig werkzaam. Belast: Met de waarneming der betrekking van ouderwijzer 3de kl. J. Stada, van verlof uit Europa teruggekeerd, laatstelijk onderwyzer '2de kl. Tydelijk geplaatst: Aan de gemengde school te Pekalongan, de met de waarneming der betrekking van onderwyzer 8de kL belaste amb tenaar op non-activiteit J. Stada voornoemd. By de Exploitatie der Staatsspoorwegen op Java. Benoemd: Tot onderopzichter 1ste kl. de ©nderopzichter 2de kl. H. J. A. E. Ondhof, R. N. W. Bijl, C. P. Ger8en, F. H. van den Berg, Th. A. B. A. van der Put, W. A. V. N. F. O. N. J. Witner, W. P. Keyzer, K. Folkeringa, W. M. A. de la Combé, A. B. Hartman, J. P. Coelen, G. E. Gephart, V. L. A. Hau8seDs, C. L. C. F. Sommera eu J. E. Soet; tot onderopzichter 2de kl. de onderopzichters 3de kl. L. A. Voogd, W. L. Leefers, J. G. Voor molen, L. J. H. Cnabot, H. G. Greuder, D. Ver hoop, M. J. Lang, J. de Goede, L. W. Jordaan, J. Pasc-aud, P. van der Weide, E. J. A. Eohter, H. Hees, J. R. Lemon, M. Th. Phefferkorn, A. A. de Sera, J. H. G. Soetens, W. L. Scheller, D. J. Landman, B. van der Kam, N. B. Nix, J. C. W. Pieplenbosch en J. J. G. Braakman. Geplaatst: Bq de Oosterlynen, de benoemde stationschef 2de kl. G. J. Jolly. By den Waterstaat en 'a lands Borgerlyko Openbare Werken. Toegevoegd: Aan den chef der irrigatie- afdeeling Brantas, de ingenieur late kl. M. IJpelaar. Ontslagen: Op verzoek eervol uit 'slands dienst, de klerk bij net post- en telegraafkantoor te Soerakarta J. F. H. M. O. van Cattenburch en de verificateur der vyfde klasse by de in- en uit voerrechten en accynzen te Batavia A. van Hengst, voor eerstgenoemde met bepaling, dat zijn ontslag wordt geacht te zijn ingegaan op 17 Sept. 1901. Benoemd: Tot ambtenaar by de in- en uit voerrechten en accynzen, de opzieners by die middelen K. van Pelt en J. van Duyn. Bij den post- en telegraafdienst: tot kantoorohef eerste klasse, de kantoorchef tweede klasse E. Koasberry; tot kantoorchef tweedo klasse, de hoofdcommies J. E, Fredriks; tot hoofdcommies, de commies eerste klasse J. A. Abel; tot commies eerste klasse, de commies tweede klasse W. L. Chevalier; tot commies tweede klasse, de commiezen derde 9) Er sprak een zóó ootmoedig vertrouwen uit deze woorden, dat Rudolf Imberg haar geroerd beide handen toestak. „Waariyk, juffrouw Willisen, u zult er geen berouw van hebben. Houd het hoofd maar omhoog en u ook, mevrouw l Menachen kunnen dwalen, maar recht moet ten slotte toch altjjd recht blijven." Mevrouw Willisen antwoordde slechts met 1 een diepen zucht, die allesbehalve vertrouwen uitdrukte, en toen Rudolf Imberg, wiens fijn i gevoel hem verbood langer te bljjven, do deur achter zich dicht trok, hoorde hy haar al weer schreien en jammeren. Hy was door hetgeen hy hier gezien en gehoord had pyniyk getroffen, maar hy wist, dat hem nog moeilijker dingen te wachten stonden. Nog nooit in zyn 1 leven was het hem zoo bitter treurig te moede geweeat als thans, nu hy don terugweg naar .zyn vaderlijk huis insloeg. Op de deur van August Imbergs kantoor was een briefje geplakt, waarop te lezen stond: Hedenmiddag tot vyf uren gesloten." Toen Rudolf de woonkamer binnentrad, zag ,hy zyn vader aan zyn 6chryftafel zitten, ge- bogen over een boek, dat hy dadeiyk herkende als een gecomm enteerde uitgaaf van het straf wetboek. De lombardhouder was zóó verdiept in de lectuur, dat hy de deur niet eens had hooren opengaan en by den groet van zyn loon verschrikt opkeek. »A, ben jy liet, Rudolfl Neem me nietkwaiyk, klasse G. S. van Koetsveld en J. H.P. Veekman; tot oommies derde klasse, de adjnnct-commiezen L. M. J. Verfloesen, R. V. de Lannoy ©n A. J. van Olden. DEPARTEMENT VAN OORLOG. Ontslagen: Met ingaDg van 2 November 1901, op verzoek wegens volbrachten diensttijd, eervol en met be houd van recht op pensioen uit Hr. Ms. militairen dienst, de majoor der infanterie P. Wiersma. Bevorderd: Bij het wapen der infanterie, tot eersten luitenant, de tweede luitenants P. te Wechel, F. J. M. H. Koen, J. E. Scheffer en J- H. A. Polaok; by het wapen der oavalerie tot ritmeester, de eerste lnitenant P. A. Scbrassert Bert; tot eersten luitenant, de tweede luitenant EL Pbilippi; bjj ae militaire administratie, tot kapitein-kwar tiermeester, de eerste luitenant-kwartiermeester J. van de Winkel; tot eersten luitenant-kwartiermeester, de tweede laitenants-kwartiermeester H. J. van Yeen, A. R. H. Braun en L. Verboon; tot magazijnmeester tweede klnsso (eerste luite nant), de magazijnmeesters derde klasse (tweede luitenant), M. de Wit, W. J. Struyk en K. EL Jager (mot verlof in Nederland). Overgeplaatst: By de tweede afdeeling van het departement van oorlog (hoofdbureau der infanterie) de e eerste luitenant bn het eerste garnizoensbataljon van Atjeh S. H. Schutatal van Woudenberg; bij de troepenmacht in Atj$h ter nadere indee ling de eerste lnitenant by het veertiende bataljon, geëvacueerd van Atjeh naar Padang en ter nadere Lndeeling overgeplaatst bij het subsistentenkader aldaar F. J. Bleeker; by het twintigste bataljon te Batavia, de eerste luitenant bij bet twaalfde bataljon, geSvaoueerd van Atjeh naar Padang en ter nadere indeeling overgeplaatst by het oubsistentenkader aldaar H. H. Bila. BEVALLEN: Ch. Chaudron geb. Roosendaal D. I. Hogewoning geb. v. d. Deijl D. J. C. de Water geb. Kling Z. J. Hakkaart geb. Schouten D. J. Piket geb. Sirag D. W. Lokker geb. Blöte Z. L. Warmond geb- Roos Z. M. J. S. J. Metselaar geb. Lafeber D. E. Hoppenbrouwer geb. v. d. Linden D. A. v. d. veer geb. De Coster Z. K. J. Key geb. Bruning Z. J. S. Selier geb. De Bruyn D. L. v. lilden geb. Prins Z. H. J. Schimmel geb. v. d. Krozt D. M. Krul geb. Piket Z. J. Lancel geb. v. Strien Z. E. M. Gordijn geb. Segaar Z. M. Meyers geb. De Bruin Z. M. Kreft geb. v. d. Laan Z. G. M. Montanus geb. Hoogeveld Z. J. v. Bellen geb. Kraan Z. C. Betgen geb. v. Weerlee D. S. Neuteboom feb. Ober 2. B. de Jast geb. Vermeer Z. Breyer geb. Vreeswijk D. J. J. Crama gob. Oudshoorn Z. J. v. Bruggen geb. v. Rrjn D. L. Benning geb. Visser Z. A. Mazurel geb. Kloots Z. A. E. v. Ryn geb, Biesot D. F. Offerman geb. Smits D. GEHUWD: P. J. Knynenburg jm. en J. H. Dobbe jd. J. L. Brouwer jm. en C. Stekweg jd. C. J. Wassenaar w. en M. A. P. Bolstier jd. N. J. Vavïer jm. en M. Slyk jd. 0. R. van Os jm. en M. Mens jd. S. Prins jm. en Q. C. van Iterson w. D. Blansjaar jm. en J. Regeer jd. OVERLEDEN: C. den Hoed geb. De Fey V. 57 j. - R. L. L. de Beer Z. 81 j. M. W. C. v. Mastrigt D. 8 m. H. Vijlbrief Z. 4 j. E. Smit D. 5 j. J. van Lochem Z. 68 j. J. J. Huij Z. 1 m. H. Goedhart M. 49 j. J. Mioremet Z. 1 m. A. van Werkhoven Z. 81 j. L. de Bomijn M. 80 j. C. Scbolte Z. 2 j. H. O. A. Swarts Z. 6 m. J. Turk W. 60 j. S. Nieuwenbarg W.82j, C. W. Sneldors Z. 9 m. H. van Heat Z. 1 m. HAZERSWOUDE. Bevallen: M. Verhorik geb. Onderwater Z. N. Hoogendoorn geb. Yor- oom Z. Overleden: H. M. Ballering Z. 11 m. Gehuwd: G. F. Granneman jm. 29 j. te Bergschenhoek en C. A. Kerkvliet jd. 26 j. alhier. NOORD WIJK. Geboren: Helena Johanna, D. van A. van Duyn en Neeltje van der Wiel. Jalias Amondas Alphonsus, Z. van F. M. M. Hafkenscheidt en C. M. van den Burg. Ondertrouwd: Dirk Hoek, 31 j., en Hai- bertje van der Wiel, 29 j. flubertus Petrus Roerado 31 j. en Petroneila Deters 81 j. Overleden: Catharina Agatha Eymer 59 j., echtgenoote van Willem Alkemade. RIJNSBURG. Overleden: P. v. Tilburg 19 j. Ondertrouwd: D. Zwaan jm. 82 j. en D. den Haan jd. 38 j. OEGSTGEEST. Ondertrouwd: A. Kamp 88 j. eu J. van Straaten 28 j., beiden te Oegstgeest. Geboren: Johannes, Z. van J. van Kampen en M. EL van den Berg. Simon Antonius, Z. van A. H. Bremmer en M. Byek. Overleden: Reosje Kraag 63 j., gehuwd met J. Koog, te Qillegersberg. LISSE. Ondertrouwd: Siebe Booteman jm. en Grietje van der Mark jd. Adrianus Maas jm. on Marytje van der Lans jd. Geboren: Cornelis, Z. van M. Vergunst en R. Baartse. Johanna Helena, D. van J. Bergman en C. van der Voort. Pieter Gerard us, Z. van M. Myland en P. Kranenburg. Jan, Z. van H. jen Butter en C. Vooys. dat ik eens even in je boeken snuffelde. Ik weet, dat je het niet graag ziet, maar ik ik verveelde my een beetje en daar...." „U behoeft zioh toch niet te verontschuldigen, vader l Al deze boeken behooren u." August Imberg keek zyn zoon verwonderd aan en begon dan gedwongen te lachen. „Natuuriyk I Volgens den stelregel: wat het myne is, is het jouwe en omgekeerd. Wy leven immers al sedert lang in de beste ge meenschap van goederen? Dat is het immers, wat je bedoelt nietwaar, myn jongen?" „Neen, vaderl Ik bedoel, dat ik behalve de kleeren, die ik aan myn lyf draag en die ik niet best achterlaten kan, niets met my mee nemen zal, wanneer ik vandaag uw huis verlaat." De lombardhoudor hield zich vast aan de leuning van een stoeL Het was treurig om aan te zien, hoe zyn oude gezicht vertrok. „Myn huis verlaten jy? Myneenigezoon? Myn huis verlaten? En om missohlennimmer terug te keeren?" „Ik denk wel, dat het zoo zyn zal. Wees niet boos op my, vader, en maak het my niet nog moeiiyker. Het kan niet anders." „Kan het niet anders? Zoo? En waarom niet? Misschien omdat ik vandaag voor de rechtbank de waarheid heb gezegd?" „Hadfc u de waarheid maar gezegd, vader 1 Maar versta my niet verkeerd ik weet wel, dat u ten volste overtuigd was, dat u de waarheid zei. Alleen uw geheugen heeft u in den steek gelaten, niet uw rechtschapenheid daaraan heb ik natuuriyk geen oogenblik getwyfeld." „Als je dat weet, wat voor reden kan je dan nog hebben, my to verlaten?" „Moet ik het u nog zeggen ,Op grond van uw verklaring is het ongelukkige meisje ver- Overledon: Cornelia van Waveren 6 m. NOORDWIJKERHOUT. Ondertrouwd: Willem Daniöl Sluimers, wed. van C. Scheepmaker» en Amna Briene. STOMP WLJK. Bevallen: C. Spruit geb. Van der Vaart D. M. Nobels geb. Van Winsen Z. E. C. C. Verdouw geb. Reuvekamp Z, A. van der Horst geb. Qoemaus D. Overleden: G. Rygersberg M. 91 j., wedr. van M. Zoetenbroek. M. Oorschot M. 68 j., eohtgen, van C. Immerzeel. VALKENBURG. Geboren: Cornelis Pioter, Z. van P. Noppen en N. Ouwersloot. VEUR. Bevallen: M. G. Kouwenhoven geb. KoelemaD D. VOORHOUT. Geboren: Cornelis Nicolaaa, Z. van J. B. van Wouw en C. H. Toonen. WOU BRUGGE. Geboren: Gerhardus Johannes, Z. van B. E. Trooster en J. B. Stolk. ZOETER WOU DE. Geboren: Qairinus, Z. van L. Onderwater en M. G. Mens. Leonardus Adrianus, Z. van GL van der Hoeven eu M. v. Velzen. De oorlog tuBsohen Engeland en Transvaal. Lord Milner ls Maandag te Durban aan gekomen, waar hy een geestdriftige ontvangst van de er tydeiyk vertoevende Ultlanders en stedelingen genoot. Het speet hem, dat hy hen nog niet kon gelukwenschen met den afloop van den oorlog. In „formeeien zin" kan de oorlog wel nooit uit zyn, meende hy, maar hy verteert vanzelf. By het blusschen van eiken grooten brand kan men de vlammen voortdurend nu eens hier en dan eens daar weer zien uitbreken. Soms ïykt dat veront rustend, maar zy kunnen geen kwaad doen omdat zy geen voedsel vinden. Zoodra de straalpyp er op gericht wordt, storven zy uit. Milner verklaarde ten slotte, dat hoewel het publiek niet wist wat er gedaan werd, hy toch dacht, dat er meer gedaan kon worden in de naastbyzynde toekomst. „Wy behooren te toonen, dat wy meester zyn in hot huis, dat wy genomon hebben, door het te her bouwen en er in te gaan wonen." Lord Milner denkt eenige dagen te Durban te biyven, waar hy de vluchtelingenkampen zal bezoeken en zal nagaan welke beteekenls die haven kan hebben voor den handel van Transvaal. De cynische verklaring van lord Milner, dat de oorlog in formeeien zin wel nooit uit zou komen en dat by niet kon beloven, dat moer vergunningen om terug te keeren aan refugees zouden worden gegeven, maakte te Londen een ongunstlgen Indruk. De Times" bevat een opgewonden brief van een zeeofficier, waarin deze een beroep doet op de Engelschen om met Nederland eens af te rekenen wegens de sympathie der Nederlanders voor de Boeren. Deze Engelsche zee-officier stelt namelijk de vraag: Wordt het gee ntijd voor Engeland stappen te nemen om Holland op zijn num mer te zetten"? De Engelschen hebben verge ten, zegt de in China vertoevende zeeman, dat de Hollanders reeds dertig jaren probce- ren de Atjehneezen van hun onafhankelijk heid te berooven, en dat zij slechte hun tegen woordige stelling op Sumatra innemen, om dat Engeland is opgeiiouden met wapenen en ammunitie van Straits Settlements in te voeren. Wanneer het nu het voorbeeld van Holland eens volgde en den Sultan van Atjeh eens met oen Engelsch oorlogsschip naar huis bracht, hem hielp den onafhankelijkheids oorlog van uit Londen voort te zetten en hem voorzag van wapenen en onze sympathie, dan zouden de Hollanders binnen zes maan den eiken man dien zij hebben noodig hebben zoogoed als hun bondgenooten de Boeren, om het eiland te behouden. De heer Kruger en dr. Leyds, die zoo gelukkig zijn geweest, zou den hen kunnen helpen in hun veldtochts plan aldus besluit de spitsvondige zee officier. Dat er in Engeland velen zijn, die het deo Nederlanders nooit zullen vergeven, dat zij zooveel sympatme toonen voor de Boeren, hun vijanden* mag veilig worden aangenomen, ook al zijn de betrokkingen tusschen de re geeringen van Engeland en Nederland ,,van don meest rriendschappelijken aard." En zoo lang onze regeering het tot na t« door haar ingenomen standpunt blijft inne men, behoeft er geen vrees te bestaan voor verwikkelingen met Engeland. Bovenstaand beroep verdient dan ook de aandacht, niet als een bedreiging aau het oordeeld geworden, wat op de bloote ver klaring van mevrouw Halier by gebrek aan alle werkeiyke bewyzen van schuld nooit zou hebben kunnen gebeuren. En uw verklaring was objectief valseh, daaromtrent is by my elke twyfel uitgesloten, want myn oogen zyn jonger en scherper dan de uwe, waarvan lk de rechters jammer genoeg niet heb kunnen overtuigen. Als ik nu voor de onschuldig ver oordeelde optreed, wat ik als myn plicht be schouw, moet ik noodzakelyk u van een noodlottige dwaling beschuldigen. In den stryd, dien ik voeren zal voor de eer van een hulploos meisje, ben ik uw tegenstander, vader l Ik moet het zyn, hoe pyniyk de ge dachte ook voor my is. En het zou eerloos wezen, wanneer ik hier in stilte uw wel daden genoot, terwyl ik u openiyk aanklaag." Het lichaam van den ouden lombardhouder had zich steeds meer gebogen, als drukte een onzichtbare last zyn smalle schouders neer. „Dus aanklagen wil je my openiyk aan klagen I Ter w*Alo van dat wildvreemde schep sel, dat met haar mooi, huichelachtig onschuld- bakkesje jou te pakken heeft gekregen I" „Noen, ter wille van de rechtvaardigheid, vader l Wy moeten elkaar wel nooit recht ge- kond en recht begrepen hebben, als u zulk een smadelyke verdenking tegen my koesteren kunt." August Imberg knikte treurig. „Het schynt zoo, myn zoon! Ik had er op verdacht moeten zyn, dat er eens een dag als deze komen zou. En ik zelf draag de schuld er van, zy het dan ook op andere wy'ze dan jy het thans in je eerlykheldshoogmoed meent. Wie van zyn kinderen zooveel meer wil maken dan hyzelf is, mag zich niet verwonderen, wanneer zy zich op een kwaden dag met geringschat ting van hem afwenden. En misschien is het adres van Nederland, maar als eea uiting van de verbittering der Engelechen. De „Indépendance Beige" schrijft) niette min uit Berlijn, dat de betrekkingen tusschen Engeland en Nederland te menachen over laten. Het Brusselsche telegram dienaangaande luidt in zijn geheel als volgt: Uit volmaakt zekere bron verneem ik, dat de betrekkingen tusschen Engeland en Ne derland gedurende verscheidene weken zeer gespannen zijn. De vijandige geest, die .n Holland heerscht tegen al wat Engelsch is, trekt de aandacht der Londensche regeering. Voor eenigen tijd heeft het Engelsche Kabi net de regeering in Den Haag verzocht den HollandsAen consul t» Pretoria (den heer F. J. Domela Nieuwenhuys) terug te roepen. Dit verzoek van Engeland was gegrond op ver schillende klachten, die bij de Britsche auto riteiten tegen hem waren ingekomen. De re geering in Den Haag aarzelde den consul terug te roepen, daar deze terugroeping niet nalaten zou een zekere agitatie te weeg te brengen, terwijl zij aan den anderen kant toch ook weer geen verwikkelingen met En geland wenschoe. Zij besloot dus ten slotto den consul te Pretoria een onbepaald verlof te verleenen. De consul heeft ongetwijfeld Pretoria reeds verlat-n en moet zich op reis naar Europa bevinden." De „Observer" doelt naar aanleiding van dit bericht mede, dat or te Londen reeds eenigen tyd geleden een gerucht liep, dat de Engelsche regeering de terugroeping van consul Domela Niouwenhuis uit Pretoria had gevraagd. .Op grond van onthullingen by het proces-Broeksma meenden de autoriteiten te Pretoria, „dat de Nederlandsche consul-genoraal lieden van Broeksma's allooi min of meer had geholpen". In gezaghebbende kringen te Londen is evenwel, verzekert de „Observer", ten aanzien van het bericht over gespannen betrekkingen en het werkeiyk vertrek van den consul niets bekend. De „Globe" merkt op, In verband met do houding, die men In Nederland tégenover Engo- land aanneemt, dat Engeland het verbod om uit de Straits Settlements wapenen naar Atjeh In te voeren, wel eens zou kunnen intrekken. Men doet in Nederland wat men kan om de Boeren aan te moedigen; Kruger en zyn handlangers worden er feesteiyk onthaald enz. Maar do Hollanders zouden wel doen te ont houden, dat het Britsche geduld niet volkomen onultputteiyk ia, waarschuwt de „Globe", en zóó welgevestigd is Nederlands heorschappy op Sumatra nu ook nietl Sir Eedvers Buller. De vergadering van burgemeesters te Exeter heeft een motie aangenomen, hulde brengende aan de schitterende verdiensten van generaal Buller, 42 jaar lang In verschillende wereld- deelen aan den dag gelegd, en besloten maat regelen te nemen om in Devon de heugenis daarvan te vereeuwigen. De „Daily News" zegt, dat, «oodra het Lager huis weer byeenkomt, het ontslag des generaals er ter sprake zal worden gebracht Lord Roberts' populariteit schynt onder de verbolgenheid over generaal Buffer's ongenade te lyden. Zelfs van den kansel zyn niet onduideiyke hatelykheden tegen hem geuit en de ZondagB8prekers in het Hydepark hebben xicb, schynt het, zeer onbewimpeld over „onzen Bobs" uitgelaten. Sommigen zycer vrienden opperen het denkbeeld hem naar Afrika terug te zenden om den oorlog ditmaal heusch „uit" to maken. Bobs mag ook wel zeggen„Bewaar my voor myne vrienden." De „Daily Express" meldt dat het legoiv bestuur aan Buller verboden heeft, zijn fa meus heliogram naar Ladysmith waaruit zijn onschuld kan blijken, openbaar te maken. Het blad voegt er bij dat het legerbestuur het oorspronkelijke heliogram zelf niet meer heeft, omdat het een paar heliogrammen ver knoeid hoeft, om er eon wapen tegen Buller uit te smeden, Do „Express" meent dat het Engelsche volk niet zal rusten alvorens dit geknoei van het legerbestuur aan de kaak is gestold, waartoe pa<rla(me>ntsleden stappen zullen doen, zoodra het parv^ment bijeen is. De beweging ten gunsto van Buller schijnt intu8schen toe te nemen. Vruchteloos trach ten de ministers en enkele ministcrieele cou- zoo ook het beste. God zy met je, Rudolf, eu doe wat je je plicht achtl Ik zal je daarin niet verhinderen." De doctorandus wilde antwoorden, maar de oudo man maakte een afwerende beweging met de hand. „Laat het zoo zyn, myn jongen l En daar ik je, zooala je ziet, niet vervloek, hoewel jy toch van plan bent, my voor de geheele wereld tot een leugenaar en melneedlge te maken, daar wy veeleer in vrede en vriendschap van elkaar gaan, bestaat er voor jou ook geen reden, myn vaderiyken bystand af te wyzen. Je moet toch ergens van leven, en als het je zoo erg drukt, by my In de schuld te zyn, kan je my immers later terugbetalen, wat lk je nu geef." „Neen, vader, neenl Kwel my niet met een grootmoedigheid, die ik in dit conflict der plichten niet kan en mag aannemen. Ik heb ook geen ondersteuning noodig. Over enkele weken doe ik myn laatste examen, en dan vind ik wel gelegenheid, zooveel te verdienen, als ik voor myn levensonderhoud noodig heb." „Nu, zooals je wiltl Ik wil je natuuriyk niet kwellen. Maar als je ooit in nood geraken mocht, in een toestand, waaruit je je met eigen kracht niet meer te redden weet en hot ls niet enkel de atoffelyke nood, waaraan ik hierby denk herinner je dan, dat je hier ten allen tyde een vriend en trooster vindt. Iemand, die niet lang vragen zal: Wat heb je misdaan? maar alleen: Wat kan ik voor je doen?" De jonge man kreeg hot byna te kwaad. Maar hy moest sterk blyven, als hy zichzelf trouw blyven wou en hy bleef sterk. Toen August Imberg zag, dat zyn besluit onher- roepeiyk was, reikte hy hom de hand. ,lk wil naar myn kantoor," zeide hy schyn- rantene zooals do „Standard", haar te be teugelen. Bij de bewoging hebben zich thans ook reed» meer invloedrijke personen aangesloten. De houding van de „Times" lijko merk waardig. Aan dsn oenen kant noemt zij uit voerige depeches op van haren correspon dent te Simla, waarin de oordeelvellingen van do voornaamste Indische bladen over de zaak van Buller worden gegeven en het legerbe stuur scherp wordt gehekeld, en aan den an deren kant bestrijdt zij Chamberlain's apolo gie van het legerbestuur te Edinburg. De „Times" schijnt ook to twijfelen of het ge heele kabinet medegaat met Chamberlain, waar hij scherpere maatregelen tegen de nog vechtende Boeren bepleit. Naar beweerd wordt, is generaal Buller voornemens binnenkort een volledige en juiste geschiedenis der krygsverrichtingen In Natal In het begin van den oorlog openbaar te maken. Daaruit zou dan ten duidelykste biyken hoe erbarmelijk het Engelsche leger destyda georganiseerd en hoe volkomen ongeschikt lord Lan8downe als minister van oorlog was. Men vreest echter, dat Buller, als hy dat werkeiyk doet, zyn vrienden, die hem nog getrouw zyn gebleven, van zich zal ver vreemden. VolgcnB de „Berl. Lokal Anzeiger" zal do Duitsohe regeering zich ernstig bij lord Sa lisbury beklagen over de voor Duitsckland beleedigendo woorden in Chamberlains rede voering van verleden week te Edinburg. De Duitschc Keizerin cn de Boeren. De „Frankfurter Zeitung" vertelt het vol gende: „Wyien dr. Georg v. Siemens, de groote Duitache handelsman, was verleden jaar eens de gast van Keizer Wilhelm. De Koning vau Wurtemberg en diens schoonzoon, de erfprins von Wied, waron ook tegenwoordig. Men sprak over den Boerenoorlog. De Keizer morkte op, dat hy zich niet kon begrypen, waarom er in geheel Dultschland zulk een geestdrift vo >r de Boeren beerschte. Siemens antwoordde: „Dit is gemakkeiyk te bogrypen, want de vrouwen en de kindoren zyn voor de Boeren. Het is zoo in myn gezin en het zal overal wel 't zelfde zyn." De Keizer lachte, sloeg op zyn knie en zeide: „Ge hebt volkomen geiyk, Siemens, het ia ln myn gezin net zoo. Myn vrouw smacht 's ochtends naar de bladen om te zien of de Boeren weer een ov - winning bobben behaald." Tot zoover de „Frtnkf. Ztg.", voor wiens rekening het verhaal biyft. Als de heer v. Siemens werkeiyk gezegd h*oft, dat de geestdrift voor de Boeren zoo gioot is, omdat de vrouwon en kindoren voor de Boeren z^ dan was hy, zegt de „Hamb. Nachr.", mei waardig Biecht ingelicht. De geestdrift der Duitsche mannen staat heelomaal niet in ver- band met het dwepen der vrouwen en kin deren. Dat de keizer zich by het antwoord van den heer v. Siemens op do knie geslagen heeft, gelooft het blad niet, want het onder werp was zoo weinig lachwekkend, dat zulk een gevoelsuitdrukking van den keizer, die la het bekende telegram aan Kruger na Jameson's rooftocht een krachtig protest tegen de Engel sche roovery in Zuld-Afrlka deed hooren, ondenkbaar is. Gansoh Dultschland is uit ulgen aandrang voor de Boeren, met uitzondering alleen vau bedachtzame staatslieden en zelfzuchtige geld mannen, die deels uit beweegredenon van hooge politiek, d«ela uit bezorgdheid voor hun beurs, bun eymp&thieön bedekken, gesteld, dat zy nog tn ataat zyn voor iets nobels syropf-thle te koesteren. Russische sympnt Te Moskou heeft oen groote vuiksiusaigte een betóog'.ng voor de Boeren gehouden. De gemoederen raakten in vuur togen de Engel schen. De Engelsche consul, die zich op straat had gewaagd, werd uitgejouwd en nagezet. In het consnlsat worden alle ruiten ingeworpen. De muren werden met modder besmeerd en groote loven aangeplakt met de woorden: „Leven de Boeren I Kaar de hel met Cham berlain en Rhodes. Eeuwige schande dsn Engelschen verdrukkers 1" De politie, en dit wil Iets zeggen voor Rusland, zag lydeiyk toe. baar kalm, „en het ls misschien maar het beste, dat we nu dadeiyk afscheid nemen. Myn beste wenschon vergezellen je. Moge nooit een bittere ervaring je leeren, dat er toch noch Iets heiligers op aarde Is dan deze zoogenaamde rechtvaardigheid, waaraan je thans de liefde voor Je vader ten offer brengt." Rudolf had zyn vader zelden of nooit in zulke met zorg gekozen woorden hooren. sproken, en elk dezer woorden sneed hem door de ziel, want hy was zeker noch liefde loos noch ondankbaar. Maar hy mocht zich niet laten meesloepen door de ontroering, die hem had aangegrepen, en by de moeite, welke hy zich gaf om kalm en standvastig te bly ven, kreeg zyn vaarwel een veel drogeren en kouderen klank dan by bedoeld had. De lombardhouder ging ia zyn kantoor, maar hy nam het briefje niet van de deur, en toen het vyf uren had geslagen, deed hy de deur ook nog niet open. Hy stond aan zyn ouden, wankelenden lessenaar en staarde op de tallooze inktvlekken op de klap er van, totdat ze voor zyn oogen ineenvlooiden tot allerlei leeiyke beelden, en twee warmo tranoa op zyn gerimpelde handen rolden. V. In de eerste dagen van November had Marga- reta Willisen terecht gestaan. Nu was het reeda de vyftiende Mei van het volgende jaar. In zyn mooi ingerichte studeerkamer zat Ruclolf Imberg gebogen over een ly vig dossier, dat hjj zper aandachtig las. Sedert een paar maanden was hy de compagnon van z\]n tion jaar ouderen vriend, advocaat Volkmar. (Wordt vervolgd,)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1901 | | pagina 5