No. 12778 LËIDSCH DAGBLAD, ZATERDAG 12 OGTOBER. VIERDE BLAD. Anno 1901. |4 PERSOVERZICHT; Em-gcrlüko Sfnnd. j JE""9©uilloton. OM DS VL&Cr. T D r.' Bronsveld herroept thans ln i#n. Iptemmen voor Waarheid en Vrede de aanklacht: jtegen d r. 'Be Visser over zijn champagne» drinken met tegenstanders op den avond' der Verkiezingen, en hy spreekt er zynieedwezen- over uit, dat men hem zoo veEkeerd hoeft •ingelicht, en dat hy het christeiyk-hietorieche jXamerlid daardoor beticht heeft van. iöfc^/ 'fdat hom kenneiyk zoer onaangonaan» aan» deed". Maar zegt de schryvetf dozöy ^bijkomstige zaak." is nu wel uit de wereld,, maar gewichtige zaken blyven: Br. Be Visser is van zienswyze en daarom; van kandolwUze op politiek gebied veranderd, midden in do verkiezingscampagne. Ik wist niet beter, of hy stond aan myn zyde en daar zie ik hom op eenmaal by onzo tegen standers. Nu. komt hy met een breed betoog, waarin hy tracht aan te toonen, dat zyi politieke beginselen hem tot die gedragswyz<i hadden gedrongen. Maar doet hy daarmee het feit te-niet, dat/1 hy zyn oude vrienden en strydgenooten, datT hy den Bond, mede door hem opgericht, plotseling in de pyniykste omatandighederj bracht, en hen hielp zegevieren, tegen wi$ wy enkele weken te voron nog samon protes teerden? Is dit gebeurd, of niet gebeurd?"^ Daarover loopt tusschon ons de stryd. "W#" hebben daartoe niet te treden in een geschiT (3>ver het objectieve en subjectieve element in> dr. De Visser, over Hegel en Marx de waar heid is nu eenmaal geen andere (lan deze:\ Dr. De Visser heeft ons verlaten. Mocht er nog twyfol zyn overgebleven: na .1 October is dit zonneklaar geworden. Hy is lid geworden van een christeiyk-nationalo party, welke haar orgaan vond in De Neder- [land&ronder redactie van jhr. A. F. de Savornin Lohman, mr. H. Verkouteren en jhr. mr. De Geer. liet Ncderlandsche Dagblad is in De Nederlander opgelost, i Door deze fusie, met de beginselverklaring, die dr. Do Visser volkomen deelt, is „onze vriend ingedeeld by de vrye-antirevolutio- nalren." De room8ch-katholieke bladen spreken er hun blydschap over uit; en zl) laten niet na ©r do aandacht op te vestigen, dat dr. De Visser nu zooveel dichter by hen is gekomen, en dat, waar voortaan van „Christeiyke" staatkunde wordt gesproken,, da roomsch- katholieken vry wat meer ontzien moeten worden dan tot heden. 1 "Weldra houdt de Christeiyk-Historische Kiezersbond zyn algemeene vergadering, en cal gowezen moeten worden op het verschil tusschon zyn beginselen en die van de christelyk-nationalen. Er zyn er nog, die de knieön voor Baal niet hebben gebogen. Wel is het voor hen een moeiiyko toostand. Vooral is liet jammer, dat hot blad, doorjiun geld grootendeels tot stand gekomen, nu is ver smolten in oen blad, dat steeds in menig opzicht iets anders wilde, en van welks hoofd redacteur men o. a. niet die liefde voor de Ned.-Herv. Kerk kan verwachten, welke do meeste loden van don Chr.-lïist. Kiezersbond bezielt. Nu ook De Vaderlander bezweek, zyn zy zonder orgaan. Wy - hopen echter, dat het komt; maar de dampkring moet eerst ge zuiverd wezen. De Maasbode bevat het volgende kruiskopjo, met het hoofd„De „Christeiyke His torie" leeft nog": Dr. Bronsveld spreekt. Hy heeft in eom uitstapje naar de Rynstreek nieuwe krachten vergaard, om zich op zyn stokpaardje te hyschen. In zyn „Kroniek" klinken weer de oude stemmen.De troonrede is niet kwaad, :maar vertrouwt zo niet: die bezadigdheid is [louter tactiek. j Dat is de stem van don voorganger. En ,dan klinkt do stem van den ongeluksprofeet, 'maar van een profeet, die onder den indruk Verkeert van Troonredenstyl: Aan den ondergang van de o. 1. s. zal met •kracht worder> gewerkt.Met kloosters zal /t vaderland binnenkort zyn overdekt.De vrykeid van geweten zal ingesnoerd worden. ;Het canonieke recht zal het burgerlyke ver dringen. j Kortom, dr. Bronsveld huivert, V Vooral voor do Protostantsche zending, nu er een minister van koloniën is, die niets minder op zyn geweten heeft, dan dat hy in 'l Wesfc-IndiO .conspireerde -met den roomschen. bisschop.**" En onder zulke omstandigheden Het dr. De Visser ds. Bronsveld in den steek l ofwel, om ln den Kroniok'trant te spreken: boog de knieën voor Ba9L" Dr. Bronsveld. klaagt over het wegsmelten., van Rei Nederlandsche- Dagblad, grootendoela- tot stand gekomen door gold van de Christo- jyk-hiatoriBchon, die—nir ook De Vaderlander bezweek. geen orgaan meer hebben.. De Nederlander?Dr. Bronsveld denkt er 'niet aanl Van den hoofdredacteur van dat blad verwacht hy geen voldoende „liefde voor-de Hed^Herv. Kerk." Hy weet er wat beters op: er dient een nieuw Chr.-hlst. orgaan te komen, „maar de dampkring moet eerst gezuiverd wezen."/ We kunnen ons dus voorbereiden. Mogen we een advies geven?... Ais dr. Bronsveld prof. Bolland eens als hoofdredacteur en graaf Hoensbroechals Duitsch correspondent voor zyn blad i n s p o engageerdo? De Nieuws Rotterdamsche Courant betreurt, dat de minister van oorlog besloot het contingent voor dit jaar te bepalen naar de bestaande wet. „Wel is het biliyk", erkent het blad „dat by inly ving van het grootoro contingent ook de beperking in do vrystollingen tegelyker- tyd toepassing vinde. Maar ware dit laatste niet mogeiyk geweest ten aanzion van hen, die in 1901 zijn ingeschreven? En bestonden er dan werkelyk zulke overwegende bezwaren om in 1902 het grootere contingent in te lyven, zooals toch ongetwyfeid in de bedoeling der Kamera gelegen heeft? Dat de wet „by voorkeur" met ingang van een nieuw jaar moet worden ingevoerd, had o. i. niet tot een zoo nadeolige oplossing der zaak behoóren en behoeven to leiden. Groote teleurstelling zal dan ook de nieuwe bogrooting ongetwyfeid niet alleen ln bet leger, maar in het algemeen by allen, die in de landsdefensie belangstellen, gewekt hebben." Overigens acht het blad deze begrooting weinig sporen dragen van bezuiniging; de verminderingen in verband met het kleinere contingent niet kunnende controleeron, maakt het o. a. tegen de volgende posten bezwaar: ruim f 35,000 voor scherpschutters-soldyen, dio voor een -groot deel aan militairen mot langdurigon dienst ten goede komon, „terwyi voldoende aanmoediging in liet schieten ook langs biliyker weg is te verkrygen", f 26,425 aan premiön voor aanstelling tot milicien- korporaal en milicien sergeant, „sedort de invoering van don persoonlyken dienstplicht als overbodig aan te merken"; verhoogde soldyen op groote schaal, waardoor de post voor dat dool „thans reeds het zeer aanzienlyk cyfer van pl. m. f 350,000 heeft boreikt, ons kader veroudert on bovendien nog groote uit gaven aan huishuur vordert." Het artikel eindigt met den wonsch, dat de Staten Generaal liever o. a. op de voorgenomen uitgaven aan grondstoffen voor kleeding, enz. als reserve voorraad ditmaal bezuinigen, voor andore doeleinden gelden beschikbaar te stollen (als verbetering van kazerneering, enz.) en spoedig hot wetsontworp op de militaire pensioenen tot afdoening brengen, om ook langs dien weg tot een verjeugdiging onzer kaders oen beperking der verhoogde soldyen en huishuren mode te werken. ITlnanclóolo üronlolii Hoewel de toestand der verschillende takken van industrie in het buitenland nog steeds van zeer ernstigen aard blijft, komen nu en dan wel eens enkele momenten, waarin een zeer kleine opflikkering valt te bespeuren, al zijn die oogen- bliklcen tot nu too slechte van korten duur ge weest. In den laatsten tijd is bet vooral bet koper, waatuit het zwarte spook is voortgekomen, en de aanzienlijke daling van den prijs van dit metaal, de donkore voorstellingen omtrent overproductie, en de vrees van instorting der koper-trust, hebben dan ook niet nagelalen een ingrijpenden invloed op de Beurzen, zoowel in Amerika als in Europa, uit te oefenen. De laatste berichten uit Amerika duiden evenwel op meer ernstige pogingen tot samenwerking en bet instandhouden dor koper- markt, en hoewel omtrent den uitslag hiervan nog weinig te zeggen valt, loont het in ieder ge val, dat men in de Nieuwe Wereld niet den moed opgeeft, om door krachtige pogingen de markt op te honden. £)at de eeer belangrijke waardever mindering öïet alleen der koperwaarden, maar ook vaa-^de-aandeelen der Standard-Oil Co., een groote ontstemming? hebben veroorzaakt, daarvan hebben de houders-van. Amerikaansche Spoorwegwoarden in den Iaatsten^yd zich genoog-kunnen overtuigen- De terugslag Weef niet beperkt tot Amerika, doch werd ook in Europa ernstigi gevoeld, voornamelijk te Donden,. Berlyn en Pary'3, waar de handel in koper-waarden, op zeor nitgebreide schaal plaats vindt. De ontstemming was das algemeen en de fondsenhandel ondervond daarvan duidelyk de gevolgen, zoodat zy in steeds ongunstige houding bleef. In het boek der toekomst is bet moeilijk lezen, en daaraan is het ongetwyfeid toe te schrijven, dat de commentaren op de tegenwoordige positie der fondsenmarkt, in financïeele bladen uit alle windstreken, zoo lijnrecht tegenover elkaar staan. Uit het mengelmoes der meeningen is geen be hoorlijk extract te trekken, daarvoor loopen zij te zeer uiteen, want zoowel bemoedigende ala zeer donkere voorstellingon der raogelyko naaeto toekomst der Amerikaansche föndsenrnarkt, wor den uitgesproken. Dat de zeer gedrukte toestand der industrie in vele landen van Europa de veer kracht der voornaamste markten heeft doen ver dwijnen, is duidelijk gebleken, evenals in Amerika door de daling der koperwaarden de krachtige stiooming der Nieuw-Yorksche markt (waarop men ten slotte als iets, dat altijd zoo blijven zon, was gaan rekenen) tot stilstand is gebracht. Maar of thans het oogenblik eener groote reactie in spoorwegwaarden ia aangebroken, of de toestand van verkeer en ontvangsten thans eon ongun stige wending 6taat to nemen, dit zijn vraag punten waaromtrent geen antwoord te goven is, waaromtrent slechts meeningon kunnon worden uitgesproken. En meeningon zijn dikwijls zoo be drieglijk 1 Hot zal wellicht op dit oogenblik vau minder nut zijn zjch te verdiepen in de oecono- mische vooruitzichten der V. Staten, de financiëelo positiëa van enkele hoofdsoorten der Amerikaan sche spoorwegen, of beschouwingen omtrent hun toekomst en dividend-koersen, dan wel eonvoudig do vraag te stellen: welke is da tendonz der markt, ln een gescbokten tijd, zooals de laatste weken hebben getoond te zijn, wordt de markt niet meer boheerscht door overwegingen of ramingen, maar door een strooming door de specu latie zolve veroorzaakt. Wel mag thans do groo- tero zonuivaohtighoid door verontrustende ver schijnselen en geruchten zijn opgewekt, maar het is reed3 zoo herhaaldelijk gezien en ondervonden dat, eenmaal in opgewonden toeslnnd, de markt zich blindelings, door welke strooming ook, laat medevoeren, en dat in zenuwachtige dagen zooals thans, de kalmeD in den laniïe 1on slolto zich het minst over hun houding hadden te beklagen. Het is moeilijk aan te nomen, dat de toestand van handel en industrie in Amerika thans plotselmg aan hot kwijnen is geraakt of zal geraken. De zegswijze, dat na voorspoed terugslag te wachten is, moge nu en dan bewaarheid worden, het behoeft zeker niet een noodzakelijk gevolg te zijn, en wat Amerika betreft,1 men heeft daar nog de resultaten af te wachten der reusachtige trust- oudememingen, welke ongetwijfeld in de toekomst van handel en spoorwegwezen een groote rol zuilen epeleu. Daarenboven is het ondenkbaar, dat de groote geldmagnaten oen ernstige instorting der markt zouden dulden, waardoor zij hun grootech uit- gevocide plannen zoo kort na hun geboorten zouden zien te niet gaan. Zij toch in do eorsto plaats zouden daarvan de heillooze gevolgen ondervinden, omdat het ala zeker is aan te nemen, dat hun belangen bij de verschillende groote combinaties nog meer dan aanzienlijk zijn. Dat trouwens de Amerikaansche markt in haar boschouwingen hoogst inconsequent is, bewyst haar houding na het hekend worden van het gerucht omtrent een combinatie der Northern Pacific, Great Noithern on de Burlington. Dit gerucht werd met oen plotseling gunstige wending der markt begroet. Waarom?! De tendenz gaf het wachtwoord. Do Amorikaanecbe nfdeeling, welko begon met eon fiinken teruggang in omzet en koers, kon zich de laatste dagen weder een weinig herstellen. Voor sommige waarden vond een aanmerkelijke verbetering plaats. Zoo bijv. de Norfolk, on Western- eharos, welke weder tot ruim 55 pCt. avanceorden op aankoopen, naar men zegt, voor rekening van de Pennsylvania-Maatschappij, welke, naar men zegt, ook het Gould- bezit in de Norfolk-Weslern- Maatschappjj heeft overgenomen. Het jaarverslag van de Norfolk is over het geheel genomen niofc ongunstig te noemen of beter uitgedrukt zou zeer gunstig ziju, indien de directie, welke door do .Chronicle" geroemd wordt om haar conservatief beheer, doze conservatieve houding nog eenigszins had uitgestrekt. Do inkomsten-rekening toont, na "betaling der vaste lasten en interesten, op de Car trust een netto-winst aan van 4,157,830.82 doUars, vermeerdord met het surplus van hot vorige jaar, groot 1,811,441.14 dollars, wordt 5,969,27L96 dollars, hiervan bleef na betaling van 4 pCt. op de prefe rente en 1 percent op de gewone aandeelen be nevens afschrijving van 1,500,000 dollars voor verbetering en 250,000 dollars voor overatrooming reserve en nog eenige andere kleine posten oen saldo van 2,633,471.12 dollars, dat op nieuwo rekening wordt overgebracht. Tot zooverreis alles zeer schoon, de vraag bljjft echter of het niet beter zou geweest zijn, de gebeele winst af te schrijven voor verbetering en overstroomiügen, voor welke rekening thans nog een post op de creditzijde der balans voorkomt tot een bedrag van 2,334,625.60 dollars en 221,788:38 dollars respectievelijk. Nu is het wel waar, hier staat een onverdeeld winst- saldo van ruim 2l/3 millioen tegenover, doch deze bodragen zijn natuurlijk in het bedrijf gebleven. Niettemin is het een bewjjs van voorzichtigheid van en prijzenswaardig in het bestuur der Maat schappij, dat zy geen hooger dividend heeft uit gekeerd van dit winstsaldo. Wanneer do bedrijfs resultaten zoo gunstig blijven, voornamelijk wat de kolenindustrie betreft, dat deze beide balans- posten kunnen worden afgeschreven, dan eerst ia hooger dividend gewettigd en wenschelijk. Voor bet verloop der aandeelen van de Maatschappij zal zeer veel nfhaDgen van de plannen van de Pennsylvania-Maatschappij, welke zich zoo zoetjes aan een belangrijke meerderheid van aandeelen aankoopt. Wat den St.-Louis en San-Francisco-Spoorweg aan gaat, wier gewone aandeelen in de laaiete dagen zulk. een gevoelige koersverlagiDg ondergingen, hiervan is tot dusverre niet meer dan een inkoma- leniekening gepubliceerd. Daaruit kan men zien, dat de bruto-ontvangsten over 1900-1901 10,17-3,607 dollars bedroegen, exploitatiekosten 5,84-5,007 dol lars, zoodat netto overblijft 4,328,690 dollars, ver meerderd met andere inkomsten ad 99,510 dollars, te zamen 4,428,200 dollars. De vaste lasten be dragen 2,630,004 dollars, op de lete preferente aandeelen wei d uitgekeerd 4 percent, zijnde 200,000 dollars, op do 2de preference 2'/* percent, zijnde 400,000 dollars, waarna een overschot blyft vau 1,198,196 dollars. Ware in het boekjaar 1900-1901 4 pCt. op do 2de preferente aandeelen uilgekeerd dan zou daarvoor nog 240,000 doll, noodig geweest zijn en het surplus dus tot 958,196 doll, teruggebracht zijn, of ongeveer genoeg om ruim 3 pCt. op de 27 millioen gewone aandeelen uit te keeren. Dit is ontegenzeglijk een zeer schoon resultaat, doch hot ware vooreen grondige beoordeeling gewenscht, dat eön uitvoerig rapport voorhanden was. Wat nu de toekomst voor do Amerikaansche spoorwegafdeeling zal zijo, is moeilijk te voorspellen, doch zal hoofdzakelijk afhangen van het al of niet voortduren der prosperileit in de Unie; zoer waarschijnlijk is het, dat ook in Amerika een terugslag zal gevoeld worden van de malaise, waaronder de industrie in Euiopa gebukt gaal. Het ie echter niet oan te nemen, dat de groote financiers thans ieeds mede zouden werken om door manipulation con werke lijke reactie in de hand te wexken; het 6chynt aannemelijker, dat zij hun kracht zullon toonen door het ïn-stand houden der poode slemming ter wille, van de groote massa 1'oDds, ónfsfaan uit bet creëeren dor groote Trusts, en nu schijnt het combi- neeron nog niet van het programma verdwenen te zijn, althans men spreekt over een samensmel ting van de Northern-Pacific- ea Great-Northern- cn Chicago Burliiigton-Maatschappijen.Dit isbcliler slechts een gerucht. Rijnlandache Dank, Uitshig loting toor do nat. militie* Leiderdorp: No. 1 A. van Varick. 2 M. J. Demelop. 3 N. ft. Kooislra. 4 A. Itjjusburger. 5 A. Cbr, Smit. 6 J. van dor Marei. 7 J. G. Goedhart. 8 J. Baak. 9 D. A. van 't Riet. 10 G. Baars. 11 P. M. Verboef. 12 J. W. Koning. 13 J. Rietkerk. 14 A. Roost. 15 G. C. Zijervold. 16 P. Koölmoea. 17 J. P. II, Uuijer. 18 G. Splinter. Oegstgecst: No. 1 1'. Kejjzer, te klein. 2 G. Star. 3 P. M. do Calavon, broederdienst. 4 A. A. de Groot, gebreken. 5 L. Bouwman. 6 J. H. Scbrama, broederdienst. 7 A. L. Nouwene, broeder- dienst. 8 L. P. J. van der Post. 9 J. vnnderMeij, broederdienst. 10 A. J. P. van Beek. 11 A. Koppier, gobreken. 12 B. Mechelse. 13 A. Uitlenbogaard. 14 A. vau den Burg. 15 A. van der Kraan. 16 A. Kejjzor. 17 W. J. van Heusden, eenige zoon. 18 W. F. Meijers, eenige zoon. 19 J. A. Geeve. 20 W. Huismnn, broederdienst. 21 W. Kijsdam. 22 K. Giezeu. 23 L. C. van Amsterdam. 24 1'. Lloekeo. Katwjjk: De uitslag alhier is, dat, wanneer 22 lotelingen worden opgeroepen en geen afkeuringen plaats bobben, No. 27 nog vrij is. Noord wijk: Aan de lot ing voor de national militie word alhier door 44 jougehedeudee]genomen- Daar het contingent vermoedelijk 11 bedraagt, e* onder de lagere nummers alechts vier houder* van vrijstellingen voorkomen, vermelden wij slechts de nummers onder twintig: n.l.: 1 Jac. Korbée. 2 Corn. G. W. Alkemade Pz. 3 Joh. W. Augoslinus. 4 Corn. Verloop. 5 Mart. b' ederode (o. z 6 Jao. v. d. Luyf. 7 Ger. 11. van Went (b. d.). 8 Jan d« Brum (b.-d.). 9 Fr, Hoogervorst- 10 Leend. Sleen- voorden. 11 Gust. Hendriks. 12 P. Verbeok. 13 Th van den Burg (b. d14 Jt. van Slooten. 15 Jac.' Vink. 16 Ane v. d. Berg (b.-d.). 17 Adr. de Bes. 18 Jao. Plug. 19 II. J. Op 't Holt (e. z.). 20 P. J. Lijmer. KijnsbnrK: No. 1 J. Lia;lhout. 2 C. Pouw 3 G. N. Oud9hoorn. 4 Joh. Wasberen. 5 .1. Noort (br dienst). 6 Th. Wijsman, 7 A. Zandbergen. 8 T. v. Egmond tbr.dienstj. 9 J. H. Wismever. 10 II. v. Itersoil. 11 J. W. Kraan (br.dienst). 12 M. Voor- ??rf\e1v 12.C'. de MooJ- UJ-J- d« Mooy (br.dienst). 15 i. N. Slotbouber. 16 L. Oudwater. 17 C. v Vliet 18 H. V. d, Mey. 19 P. v. Rgmond. '20 W. Iloge- womng. 21 T. v. d. Haalt. 22 li. v. Egmond. 23 J: Kavensborgen (br.dienst). 2i O. P. beboneveld. 25 P. Brussee. 26 J. de Mooy (br.dienst). 27 P Tilburg (br.dienst). 28 J. Passcluer. 29 O. v. Kgmond 30 B. Bouwman (eenige w. z.). 31 D. bchoneveld. 32 C. D. v. Delft. 33 J. v. d. Kwaak. 34 P. Hoge- woning (br.dienst) en 35 A. v. d. Vy ver (br.dienst).' Aan de Hoeren* Nog trilt hot -wapen in uw handen, Verdrukt, geslagen - fol bedreigd; U sloeg geen Albion in banden, Geen wanhoop, die de harten neigt Vortreön, verwoest lig' land en woning U smarto 't lot van vrouw en kroost In d' eindbeslissing van uw Koning Kust uw vertrouwen, mood ön troost. Geen eerzucht spoorde u tot daden, Waar d'aard bewondrend van gewaagt Geen bloed bezoedolde uw paden, Dat om gerechte wrake vraagt, 't Is vryheid, die de keur der dapp'ren Bezielt met ongetemden moed En vlekloos bloef hun vierkleur wapp'ren, Vry door hot offer van hun bloed. 't Is d' cólsto geestdrift, die de zake Van heilig roclit uw recht, ontsteekt; -r' Dio oorlang eiken kluister slake, Heeft u een heldenkroost gekweekt, Transvaal 1 dat voor den raaJ 2yns Ueeren Zich zwy'gend buigt maar liever snoeft Dan England als zyn moester te ooren. Dat roemloos, 's lioogetou wil weerstreeft. Gekroonde machtigen dor aarde, Ook op uw hoofd koorn' 't schuldloos bloed, Dat 't machtigst christenvolk der aarde Niet spaarde in zUn euvlen moed. Maar uit een nacht van bloed en tranen Van oorlogsweeën Hoor, hoe lang I Stygt by d'onlpiooiJe vrUheidavanen Da donder yan Lriumfgezang. Transvaal en Vrijstaat vrije Stalen! Een biymaar' als geen volk vernam; Hun erf door root on moord vorlalon, Gebluscht d' ontketende oorlogsvlam. Maar by do gravon uwer Qrooten, Brittanjel klaagt 't verleón u aan Ge kunt verslagen 't hoofd onlblooten „God hoeft in u Z(jn recht voldaan". R.IC. A. v. Ukkn. HAARLEMMERMEER. Gehuwd: P 17.: Franken en li. G. van lienswoudo. J. IJ. Kok wedr. en K. üerlenbach. L. Brede veld wedr. en A. Korthals wed. Bevallen; A. Bakker geb. Commandeur D. M. G. lteeuwijk geb. Rijgersberg Z. M. C. Kerkhof geb. Van iSmeerdijk D. C. Molemau gob. Brouwer Z. W. Meijer geb. Romers Z. M. C Slingor geb. Van Wijk I). L. Foutaino geb. Burgers Z. M. van Walstiju geb. Gomvo- leeuw Z. 'I'. Vastenhout geb. Zoet Z. M. Spruitenburg geb. Van 't Zelfde D. IJ. Bliek geb. Burghout Z. M. van Bentem goh", blokman D. 11. Boclioven gob. Van der Linde loven). Z. J. Otten geb. Vos Z. M. H. A. van UeijningeD gob. Van Toorn D. Overleden: C. C. Rodenburgh 3 w. If. P. do lleij ld. A. Luitjes 2 m. P. J. Fontaine 8 m. SASSENHE1M. Geboren: Maria Pefronella Christina, D. van A. C. Roozen en A M Nuijcns. Jacoba, D. van J. van dor Schner en J. J. Schriel-. Sophia Gulharina, D. van Th. Hi^gervorst on J. 01 ij hoek. Bodegraven. Wegens buitengewone ver dieping zal de vaart in Smal-Oud Bodegraven twintig dagen gestremd zyn. De brandspuiten aan de Wiericker schans zullen Donderdag 17 Oct., des morgens te 10 uren, beproeld worden door de dienst plichligen, behoorende by spuit 5. 2) - De Fransche jagers hadden weldra met het .geweor over don schouder, achtoruitwykend, ;de grens bereikt, waar Italiö eindigt on 'Frankryk begint, en toen zy die overgetrokken [waren, commandeerde de kapitein met lulde iBtera: „Halt I" De luitenant der Italiaansche- compagnie was, met zijn soldaten om zich heen, op zijn I 'plaats gebleven, terwijl de idioot, van do eeno groep mannen met imn geweren en hun sa bels naar do andere ziende, zich amuseerde,. Imet het sch.oteren van de zon op het siaaL l? lof de galons en geen onderscheid tusschen-, I jdeze uniformen opmerkte; al deze mannen. .waren voor hem gelijk, zoowel vreemdelin j gen als landgenooten, evenais de-keistecnen op de wegen, de waterstralen van do bergen... Deze soldaten, deze Fransche en Italiaan- J ,8cbe grenswachters, waren echter verschillend j i'De Fransche jagers geleken op de Basken met hun baret op het oor, hun kromgebogen, met ijzer beslagen, houten stokken, hun ia- kensche slobkousen; do Italianen droegen wit/', 'linnen hoofddeksels, een dubbel patroonkist- ,'je aan hun gordel, een vcldflesch op zijde. i 'De Fransche 6olda-at van de Alpen gelijkt meer op een bergbewoner, die van .Italiö- heeft i een meer theatraal voorkomen, maar is even krijgshaf tig en mannelijk. Bij den kapitein, die zooeven de grens der •tóten was overgetrokken, kwam een denk- boeid o ja, oen dsakbeakl kb ee mensch en een soldaat; hij naderde den lui tenant, boog en zeide: Mijnheer, het is het uur van onzen maal tijd. 't Is laat. Gij hebt zeker reeds ontbe ten?" ,,Neen kapitein", zei de Italiaan. „Wij ook hebben veel geloopen zonder ons op te hou den." „Zijt gij alleen met uw manschappen?" „Mijn compagnie en de kapitein bevinden zich tien minuten van hier." „Welnu, luitenant, zullen uw kapitein en uw kameraden ons het genoegen doen ons ont bijt met ons te deelen? Ik ben u nog een ver goeding schuldig. En wijl wij, zonder het te weten, uw bezoekers zijn geweest, weest gij nu in allo vriendschap onze gasten. Wij zul len op de grens zelve onzen maaltijd houden. Gij zult in Italië en wij zullen in Frankrijk blijvenMaar, gezeten aan dezelfde tafel, zullen wij het brood breken en het zout dee len, zonder ons met de diplomatie te bemoei en. Wilt gij dat?" Do luitenant scheen een oogenblik na to denken een enkel oogenblik en zeido toen met een vroolijken glimlach: „Vergun mij er mijn kapitein van te ver wittigen." „Verwittig en noodig hem alsjeblieft, lui tenant, uit-naam van kapitein Deberle." De luitenant wenkte met do hand een ser geant naderbij, gaf dezen op zachten toon de noodige bevelen en inlichtingen en terwijl do sergeant, met den vluggen tred van een gems jager, van do eene vooruitstekende punt van de rots op do andere springende, neerdaalde, maakten do soldaten van beide naties toebe reidselen voor den maaltijd - fi» mme idioot oloeg hea nog altijd beurt om beurt, gade, even geboeid door deze uni formen als een kind door zijn ledepoppen. Kapitein Deberle sprak met zijn officieren, die verrukt waren over het vooruitzicht van een soort van vacantie in het harde leven der bergsoldaten. Dit gesprek van twee offi cieren daar boven op de Alpen, in die groot- sche omgeving, bijna tusschen de wolken, be zat al de aantrekkelijkheid van een romanes ke ontmoeting. En als de commandant van de Italiaansche compagnie het aannam, zou dit onver wacht een aangename verpoozing, een vroolijk uurtje in de vermoeiende ma noeuvres zijn. ,,U zal zien," zeide een luitenant, „u zal zien, dat hij het niet aanneemt kapitein. Die kleine luitenant daar heeft een guitig voor komen, het idee amuseert hem, maar in hun hart verafschuwen zij ons, en het denkbeeld me, ons, Franschen, te drinken..." „Denkt ge dat, Bergior?" zeide de kapitein. „Zie eens..." Hij wees naar den Italiaanschen kapitein, een knap, rijzig, robust man, die met drie andore officieren op den top verscheen. Deze trad nu op zijn luitenant too, die hem tot gids moest dienen, en naderde de Fransche officieren, tot aan ue denkbeeldige lijn, wel ke de grens moest afbakenen. Daar aangekomen, salueerde do kapitein op militaire wijze en wachtte tot de comman dant van de Fransche Alpen hem te gemoefc trad. Deberle deed nu met een vastberaden voorkomen een stap naar. voren: >,11 is, hoop ik, zoo goed ons voorstel aan to nemen, kapitein?" „Met genoegen, kapitein", antwoordde do Italiaan. Do twee mannen beschouwdoif elkaar met beleefde nieuwsgierigheid. Deberle, mager, blond, elegant, hield zich rechtop voor dezen forschen krijgsman, met zijn arendsneus, zijn ravenzwart haar, zijn gebronsd teint, met de mooie Hongaarsche kwasten van zilverkoord op de mouwen. En de houding van den eenen officier, zoowel als dio van den anderen drukte hetzelfde gevoel van ridderlijke ge lijkheid uit en tevens blijdschap over een ge legenheid, welko de eentonigheid van den dienst verbrak en aan den dagelijkschen plicht het pikante van een avontuur gaf. Ja, daar op dien top, in de eenzaamheid en do stilte, nabij de sneeuw, ver van alles, wat het gewone leven der andere menschon uio maakt, gingen deze jagera in verschillende uniformen zich een oogenblik verbroederen; zij, die naar eiken kant van de grensscheiding gezonden waren om elkaar bijna als vijanden te beschouwen, wier plicht het was, elkaar te bespieden als op den vooravond van een gevecht. De Franschen hadden van eenige planken, welke op in den grond gedreven palen rustten, een tafel gefabriceerd en die zóó geplaatst, dat het midden er van zich juist op de denkbeeldige lijn bevond: de eene helft in Frankrijk, de andere in Italië. Ieder op eigen terrein; de officieren van de Alpini, op vouwstoeltjes gezeten, bevonden zich op Itali aanschen bodom, terwijl Deberle en zijn lui tenants zich op Franschen grond hadden go ïnstalleerd. „Eén en dezelfde tafel en twee vaderland- den zeide do kapitein vroolijk. „Dat is iets bijzonders l" De geïmproviseerde maaltijd, waarbij de glazen en borden vroolijk rinkelden, werd, door een helder licht beschenen, onder een lichtblauwen hemel gehouden. De soldaten, c..e hun geweren i.- rotten hadden gezet en hun brood nuttigden, beschouwden steclsge- wijze ticzo groep officieren, welke als door een onmetelijke witte lijst, door een horizon van sneeuw, van reino, maagdelijke sneeuw, werd omgeven. Op een afstand zat de idioot, de vagebond, die daar Btraks door Dcoerle ondervraagd was, en verslond met gretigheid zijn stuk hard brood, terwijl zijn oogen als geboeid aan het cshitterend, vroolijk tafereel hingen. De officieren voerden een levendig geRprek. Men diende hun forellen voor, welke kort to voren ih een bergwater gevangen waren, cn de Alpenlueht wekte den eetlust op van deze jonge, krachtige mannen, gehard door liet ge zonde, vermoeiende leven der bergbeklimmers. Zij lachten en dronken op hun toevallige bij eenkomst, op deze roede/schap van één uur onder den bloot cn hemel, bijna in do wolleen. 1 Zij deelden elkaar hun namen, hun indruk- 1 ken, hun herinneringen ine do. Do I tali nan was een Romein uit Rome en zoon van Sal- voni, oud-strijder van 1819, dio jarenlang, als uitgewekene, in Frankrijk hud dooigc- bracht. Hij had, als kind, korten tijd tc Fa- rijs vertoefd, en dat Parijs was hem, onder do verflauwde herinneringen v an zijn jeugd, ala een wonderbaar visioen bijgebleven. Een der luitenants was Picmontecs, dc ander Napoii- taan. De vader van den eerste, van Verga, was bij dc Zouaven onder kolonel Gier in den slag v-n Magenta gesneuveld. En bij dat- zD.fde Magenta had ook een der luitenante van kapitein Deberle een ouderen broeder verloren. DezelTdc ambulance wie weel? had wellicht beiden opgenomen. Wordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1901 | | pagina 13