N". 12753
"Vrljclag SO September#
A®. 1901.
Courant wordt dagelijks, met uitzondering
van <§pn- en feestdagen, uitgegeven.
M-Znidafrikaausche Yereeniging.
Feuilleton.
YVONNE.
XDSCÏÏ
PRIJS DEZER COURANT:
Voor Leiden por 8 maandoni 2 5 t 1.10.'
"Buiten Leiden, por loopor en waar agenten gevestigd zyn 0 1.80
I Franco per post 51-65*.
PRIJS DER ADVERTENTIES:
Van 1-6 regels f 1.06. Iedere regel moer f 0.17J. Grootore
letters naar plaatsruimte. Voor het incasseeren buiten do stad
wordt f 0.06 berekend.
Af deeling Leiden en Omstreken.
Ontvangen by den Penningmeester, Zoeter-
woudsche Singel 41:
Boor bemiddeling van het Leidsch Dagblad:
Gecollocteerd onder het gezamenlijk per
soneel der fabriek J. Parmentier Zonen,
Lammermarkt No. 50, ten behoeve der vrouwen
en kinderen ln de Zuidafrikaanache concen
tratiekampen f 10.58
Gecollecteerd door Botsy op den
verjaardag van Opoe 1.225
N. N1.-
Bydragon kunnen worden toegezonden aan
den Penningmeester of aan het Bureel van dit
Blad.
Omoleele Keunisgeyiug.
DRANKWET#
Burgemeester en Wethouders van Leiden brengen
ter algemeene kennis, dat door ARiJii VILDERS,
alhier woonachtig, een verzoekschrift is ingediend
om vergunning voor den kleinhandel in sterken
dronk in het perceoi fcieerensingel No. 7.
burgemeester en Wethouders voornoemd.
Leiden, F. WAS, Burgemeester.
19 Sept. 1901. VAN HÉYST, Secretaris.
Leiileu, 20 September.
Op Koninginnedag word aan hot regiment
Grenadiers en Jagors opgedragen „Neêrlanda
Feestmarsch", gecomponeerd en geïnstrumen
teerd voor groot harmonie- on strijk orkest
door A. Haun, gepenslonneerd sergeant-hoorn
blazer van het dorde bat. van genoemd regi
ment, ln het Invalidenhuis te Leiden.
Heden ontving genoemde heer een aanzien
lek geschenk met eon waardeerend schrijven,
waarmede de Feestmarsch is aanvaard.
De heer G. F. Hemerik, bloemist te
Lelden, behaalde Woensdag jl. op de ver
gadering der vaste commissie van de Neder-
landscho Maatschappij vo<y Tuinbouw en
Plantkujide, te Amsterdam, een eersten prijs
voor zijn inzending afgesneden bloemen vao
cactus-dahlia'».
Hare M&jostoit de Koningin heeft heden
ochtend om 10 uren ontvangen de Commissie
uit de Eerste Kamer, welke Haar kwam aan
bieden het Adrea van Antwoord van dat Wet
gevend Lichaam op do Troonrede.
Ber Commiesio werd, zoowel by het ver
trek van het Binnenhof als bi) aankomst aan
het Paleis, op de gebruikelijke wijze militaire
•er bewezen.
Groot waa de belangstelling van mannen
van ultoenloopendo richting gisterochtend by
de opening van hot Nationaal CongreB voor
Zondagsrust te 's-Gravenhage, bijgewoond door
de eere-voorzitters den Prins der Nederlanden
in kleine marine-uniform; jhr. De Ranitz, als
vertegenwoordiger der Koningin-Moeder, de
Ministers van Binnen). Zaken, Justitie en van
Waterstaat In den foyer van Kunsten en
Wotenschappen, welke zaal overigens geheel
gevuld was door leden en aanhangers der
zaak en autoriteiten, onder welke laatsten de
Kamerloden Lobman, Mackay, Yan Bylandt,
Krap, Sohimmelpenninck van dor Oye, Van
Yelzen, dr. Bos, voorts door den Commissaris
der Koniagin en tal van andere mannen van
naam en gozag.
By zyn komst ln de vergaderzaal, waar
Z. K. H. binnengeleid werd door het Congres-
bureau oa de drie Ministers, die ter weerszijden
van den Koninklijken Eere-Voorzitter plaats
namen, zong een gemengd koor met piano
begeleiding den Gemaal het oude Wilhelmus
tegen.
Op deze nationale inleiding volgde de opening
van het Congres door den voorzitter, prof. dr.
S. D. van Veen, te Utrecht.
Met het oog op de aanwezigheid van den
vertegenwoordiger van H. M. de Koningin-
Moeder vlocht de voorzitter, na de vertolking
van zUn erkentelijkheid aan Z. K. H. den Prins
voor Zyn hooge tegenwoordigheid, in zyn
openingswoord nog een dankbetuiging in aan
den Intendant jhr. De Ranltz, wiens aanwezig
heid hy waardeerde als oen nieuw bewy» der
levendige belangstelling van de Bescherm
vrouwe der VereeDlglng, aan wie Nederland
zooveel heeft te danken en wie God moge
vergelden wat zy doet en deed voor het welzyn
van het Noderlandsche volk.
De gedeelten van de openingsrede, hulde
betuigingen bevattende aan de belangstelling
van de Vorsteiyke familie, van de Regeerings-
leden werden door applaus bezegeld, dat zich
ook vooral deed golden by de herinnering aan
de der Yereeniging verbiydende zinsnede in
de Troonrede, dat de bestaande Zondagsweb
herziening elsoht.
Op voorstel van het bestuur werd besloten
twee telegrammen af te zenden, een aan
H. M. de Koningin, waarin H. M. eerbiedige
hulde wordt gebracht voor de aanvaarding
van het Beschermvrouwschapeen aan H. M.
de Koningin-Moeder, waarin het Congres eer
biedige hulde biedt aan de Boschermvrouwe
der Yereeniging.
Nu begonnen onmiddeliyk de werkzaam
heden en werd hot woord gegeven aan prof.
Baron d'Aulnls de BourouiU, uit Utrecht, die
een referaat hield over de bestaande Zondags
wet. Hy eindigde zyn referaat met te zeggen,
dat do toekomst zal moeten leeren of her
ziening een belangryke verandering zal brengen
in den feitelyken toestand.
De Prins en de vertegenwoordiger van H. M.
de Koningin-Moeder verlieten hierop de ver
gadering, nadat Z. K. H. den inleider gecom
plimenteerd had met zyn rede.
Ook de ministers keerden naar hun depar
tementen terug.
De Prins bleef nog geruimen tyd met het
congresbestuur in de benedenzaal ln onderhoud.
De geschorste vergadering werd daarop
hervat met een discussie over de voordracht
van prof. De BourouiU.
Na afloop daarvan hield do heer G. de Wya,
oud majoor van het Indische leger en wet
houder te 's-Gravenhage, een referaat over
0Bevordering van Zondagsrust een plicht van
den Staat", en sprak ds. A. W. van Wyk,
Nod.-Horv. predikant te Zwolle, over de vraag
„In hoeverre kunnen algemeene vacantledagen
aan de Zondagsrust ten goede komen?", over
welke beide punten vervolgens eveneens debat
werd gevoerd.
Na de pauze hield dr. Schaepman, hoog
leeraar aan het R.-K. Seminarium te Rysen-
burg, eon rede over Zondagsrust en volks
welvaart.
Om den indruk van dit referaat niet te
verzwakken, werd geen debat gevoerd.
In de middagvergadering waren nog aan
wezig de minister van koloniën, de oud-minister
Six on de directeur-generaal der posteryen en
telegraphie Havelaar.
De leden van het Congres brachten gister
namiddag, na afloop der vergadering per extra-
stoomtram een bezoek aan de Kon. Neder!,
fabriek van gouden en zilveren werken der
firma Yan Kempen te Voorschoten. Ruim 100
leden namen aan den tocht deeL. Zy werden
na harteiyke ontvangst en het gebruik van
verlri8schingen in de verschillende afdeelingen
der fabriek rondgeleid.
Prof. Yan Yeen, voorzitter van het Congres,
ontving een fraaien gedenkpenning ter her
innering aan dit bezoek. Zeer voldaan keerde
men hierop naar Den Haag terug, van waar
men zich naar „Hotel Witte brug" begaf en
aldaar het diner gebruikte.
Een hoogst opgewekte toon heerschte aan
den maaityd en tal van toosten werden uit
gebracht. Naar oud-HoUandsoh gebruik werd
de eerste heildronk door den voorzitter gewyd
aan H. M. de Koningin, Beschermvrouwe van
het Congres. De heer A. E. van Kempen
bracht hierna een dronk uit op de Koningin-
Moeder. Kapitein Meyboom, penningmeester,
bracht een heildronk uit op den eere-voorzltter
Z. K. H. Prins Hendrik en hierop volgden
toosten op de overige eere-voorzitters, op Yer-
schiUende personen en op de Pers.
De club van anti-revolutionaire Kamer
leden heeft zich opnieuw geconstitueerd en
tot bestuursleden gekozen de hoeren J. v.
Alphen, voorzitter; J. H. de Waal Maiefljt,
2de voorzitter; jhr. mr. L. H. J. M. v. Asch
v. Wyck, penningmeester; Joh. Krap, secreta
ris; mr. H. A. v. d. Yelde, 2de secretaris.
De Commissaris der Koningin in Lim
burg zal aan de vreemde militaire attachés,
die de manoeuvres in Limburg by wonen,
Zaterdag een diner aanbieden.
De Utrechtsche afdeeÜDg van Toonkunst
heeft voor haar eerste uitvoering Schumann's
„Genoveva" gekozen. Dit werk la in ons land
nooit op- noch uitgevoerd, zegt het „Utr. Dbl."
De „Sts.-Ct." bevat de statuten van den
Augurkenbond „Bid en Werk", te Ter-Aar,
erkend volgens do wet van 23' April 1855.
De Kroonprins van Dultschland vertrekt
heden van Amsterdam weder naar Beriyn.
Kapitein J. J. van Toornenbergen, van
hot 5de reg. int te Amersfoort, is op zyn
verzoek overgeplaatst by het 7de regiment en
wordt voorloopig belast met het bevel over
een compagnie te Hoorn.
In de gisteren te Amsterdam gehouden
algemeene vergadering is besloten de Holland-
eche Maatschappy van Fraaie Kunsten en
Wetenschappen te ontbinden. Het vorige jaar
heeft doze Maatschappy haar honderdjarig
bestaan herdacht.
In de vergadering van Commissarissen
van Politie te Nymegen werd de gisteren
vermelde rede van den heer Yan Waning
zeer toegejuicht en onder den indruk yan het
gesprokene een motie aangenomen, waarin
de dringende noodzakeiykheld tot regeling
van het politiewezen werd uitgesproken en
aan het bestuur werd opgedragen deze aan
den minister van justitie aan te bieden.
Met volledige instemming der vergadering
werd de heer Yan Waning benoemd tot eereiid
van de Broederschap en besloten zyn rede
te doen drukken en te verzenden aan den
minister van justitie, de Kamerleden, de
procureors-genera&I en andere overheidsper
sonen.
De volgende vergadering is bepaald in Maart
1902 te Rotterdam. Aldaar is uitgenoodlgd
om als spreker op te treden mr. Ledeboer,
substltuut-olfioier van justitie te Rotterdam,
die een rede zal houden over de Kinderwetten.
Uit goede bron verneemt „Het Centrum",
dat Gedep. Staten van Zuid-Holland afwyzend
hobben beschikt op het bekende verzoek van
den heer Terlaan om by zyn betrekking van
hoofd der schooi het Kamerlidmaatschap te
mogen bekleeden. Gedep. Staten gaan daarby
van de overweging uit, dat behooriyke waar
neming der beide betrekkingen door óón
persoon niet mogeiyk is, terwyi het Delftsch
gemeentebestuur zich niet ln staat acht een
schikking te treffen, waardoor zonder nadeel
voor het onderwya het Kamerlid als hoofd
der school te behouden is.
Het stoomschip „Amsterdam" arriveerde
19 Sept. van Niouw-York te Rotterdam; de
„Koningin-Regentes", van Batavia naar Am
sterdam, passeerde 19 Sept. Gibraltar; de
„OraDje-Nassau" vertrok 17 Sept. van Para
maribo naar Amsterdam; de „Prins Frederik
Hendrik" vertrok 18 Sept. van Nieuw-York
naar West-Indië; de „Prins Maurits" arriveerde
17 Sept. van Amsterdam te Paramaribo; de
„Prins Willem II", van Paramaribo naar
Amsterdam, arriveerde 19 Sept. to Havre; de
„Telamon" arriveerde 19 Sept. van Java te
Amsterdam; de „Herzog" (uitreis) vertrok 18
Sept. van Delagoabaai; de „Kisl", van Batavia
naar Amsterdam, arriveerde 18 Sept. te Singa
pore; de „Prinses Amalia", van Batavia naar
Amsterdam, vertrok 19 Sopt. van Perim; de
„Rotterdam" vertrok 19 Sept. van Rotterdam
naar Nieuw-York met 810 kajuits- en 431
tusschendekspassagiers en was des namiddags
in zee; de „Soembing", van Rotterdam naar
Java, vertrok 19 Sept. van Marseille; de
„Sonneberg", van Batavia naar Amsterdam,
passeerde 19 Sept. Sagros.
Hillegom. Door het O. M. by de rechtbank
te Haarlem werd gisteren tegen den alhier
wonenden koetsier W. Kooy, wegens het
valsctieiyk plaatsen van naamteekemngen van
kiezers op de candidatenlyst van leden voor
den Gemeenteraad, een gevangenisstraf ge-
eisclit van twee maanden.
- Het personeel der o. 1. s. alhier heeft
zich met een adres en een Memorie van Toe
lichting tot don gemeenteraad gewend, met
verzoek om salari®oling, zynde een minimum
van f 600, met periodieke verheogingen.
Door de politie alhier zyn by eentge
winkeliers en negotianton maten en gewichten
in beslag genomen, omdat deze onvoldoende
geykt waren.
Gegstgeest. Op 25 Sept. a. s., des namid
dags te één uur, zal gelegenheid worden
-gegevon tot kostelooze vaccinatie aan het
gemeentehuis.
Wassenaar. Gistermiddag maakte H. M.
de Koningin met Haar gevolg een rytoer door
de buitengoederen van Z. K. H. den Prins
ven Wied.
Z. K. H. de Prins der Nederlanden jaagde
in den namiddag in de duinen, vergezeld van
dea opperjagermeester mr. R, Baron van
Zuylen van Nyevelt.
[Toen H. M. te 6 uren ln de residentie
terugkeerde, stond voor het Paleis een zeer
talrflke menigte, die haar harteiyk toejuichte.
H. M. de Koniogin vertoonde zich nog eenige
oegenblikken voor een der bovenvensters van
het Paleis, van waar Zy minzaam de juichende
en wuivende menigte groette.]
Gemeenteraad ran Oegatgecst.
Yoorz. de heer J. G. M. Van Qriethuy.sen, burge
meester. Afwezig de heeron D. van der Putten
en J. Lubbe.
Na opening der vergadering worden door den
heer H. G. van Sillevoldt, herkozen raadslid, in
handen van den Voorzitter de by de wot voor-
Êeschreven eeden afgelegd, waarna de Voorzitter
em geluk weneoht met zjjn vernieuwd mandaat
en de aanvaarding zijner betrekking.
Het verzoek van enkele personen om een sub
sidie van ƒ300 voor een op te richten Harmonie
korps wordt gerenvoyeerd aan burgemeester en
wotliouders om advies.
De heer J. C. Spaargaren wordt gekozen als
afgevaardigde om ae belangon der gemeente bij
Ged. Staten voor te staan in zako de reclames
van enkele personen wegens bun aanslag in den
hoofdei ijken omslag.
De Voorzitter wijst er op, dat bet ton gevolge
der nieuwe voorschriften en do wijziging der
Onderwijswet noodzakelijk geworden is om de
jaarwedden van bet onderwijzend personeel op
nieuw te regelen.
Dienovereenkomstig wordt vastgesteld bet vol-
inde besluit.
De raad der gemeente Oegstgeest,
Gelet op art. 26 der wet, regelende bet Lager
Onderwijs zooals dat is gewijzigd door art. 1 in
verband met art. 4 der wet van 24 Juni 1901,
Staatsblad No. 187,
Geboord bet daartoe betrekkelijk voorstel vaa
burgemeester en wethouders,
Besluit
Voorbehoodens goedkeuring van IIH. Ged. Staten
dezer nrovincio rnet ingang van 1 Januari 1902,
op welk tijdstip het daaromtrent vroeger bepaalde
wordt ingetrokken, de jaarwedden van het onder-
wijzond personeel aan de openbare lagere scholen
dezer eemeento te regelen als volgt:
lo. Van de hoofden der school in de Leidscbe
Buurt en aan den Morscb ieder f 950, benevens vrije
woning, zoo mogelijk met tuin, zullende zij ieder
ƒ150 vergoeding ontvangen, zoo geen vrije woning
kan verschaft worden. Na 25 dienstjaren, zoo hier
als elders, zal deze jaarwedde mot ƒ50 worden
verhoogd.
2o. Van de overige onderwijzers en onderwijze
ressen aan die scholen noodig, ieder ƒ500.
Bij opgekomen aanspraken zulleu de jaarwedden,
hiervoren bedoeld ondor No. 2 worden verhoogd
overeenkomstig de regelen bij art. 26, eersto lid
sub. 2 en 3 genoemd mot den eersten dag der
maand, volgende op die, waarin zij ontstaan.
3o. Elk dor mannelijke onderwijzer», die het
hoofd der school bijstaat, indien hij gehuwd iaën
den leeftijd van 28 jaar bereikt beeft, zal een
tegemoetkoming in do huishuur genieion van ƒ50
per jaar, welke hij zal behoudon zoo hij weduw
naar wordt en kindoron heeft beneden 18 jaar.
4o. Boven en behalve do vaste jaarwedde en
het bepaalde bij sub 1 tot eu met 3 biervoor
geniet de onderwijzer, belast met hot geven van
herhaliDgBondorwijs, genoemd in art. 17 <ler Onder
wijswet, oon belooning van zestig cent per lesuur.
Daarop wordt de vergadering gesloten.
Dit Indië.
By hot departement van koloniën is ont
vangen het volgende van 19 dezor gedagtee-
kende telogram van den gouverneur-generaal
van Nederlandsch Indië, betreffende de ge
beurtenissen in Djambi:
„Colonne Djambi bereikte, ondor kraehtlgen
tegenstand van den vyand, Tiga Doesoen.
Oprukken naar Loebook Resam wordt voor
bereid."
Het „H.bld." heeft gisteren uit Batavia het
volgende telegram ontvangen:
„Luitenant Ermerins is by het achtervolgen
van den vyand by Bernoen aangevallen en
gedood door een steek met een rentjong ln
de borst."
Het blad teekent hierby het volgende aan:
De lsto luitenant H. Ermerins werd den
22sten Juni 1871 te 's Gravenhage geboren#.
In 1886 deed hy met goed gevolg examen
voor de K. M. A., waar hy als cadet voor de
infanterie Oost Indiö werd geplaatst. Na zyn
benoeming tot 2den luitenant vertrok hy den
26sten Januari 1891 naar Indië. In 5 894 werd
hy bevorderd tot lsten luitenant en kwam in
1896 wegens ziekte met een verlof van twee
jaar naar Europa.
Geplaatst by do reconv.-afdeeling der kol.
reserve, vertrok hy den 20sten April 1901
weder met het stoomschip „Lawoe" naar
Ned.-Indiö als medegeleider van een detaohe-
ment, waarvan commandant wai luitenant
Lambrechtsen.
Voor zyn krijgsverrichtingen togen Atjeh
in de jaren 1892, 1893 en 1894 werd aan
luit. Ermerins toegekend het eeroteeken voor
belangryke krygsbedryvon.
15)
Zachtkene, met de treffende vertrouweiyk-
heid, waartoe niot alleen zyn gewyd ambt,
maar vooral zyn hooge leeftyd en veeljarige
omgang met de familie De Kerhouarn hem
recht gaf, nam by Yvonne's hand in dezyne
en geleidde haar naar zyn woning.
„Anna", zei by tot de dienstbode, die open
deed, „breng eens een paar flensjes voor de
freule", en zich tot Yvonne wendend: „Dat
treft ge, zo zyn nog warm".
En toen Yvonne een afwerend gebaar maakte,
ging hy voort: „Ta, ta, ta, dat inoogt ge niet
afslaan. Ik weet wat ge zeggen wilt, ge hebt
zeker al ontbeten? Nu, zoo'n paar dunne panne-
koekjes zullen je maag niot bederven."
Het jonge meisje liet zich overhalen en
▼olgde den pastoor naar den tuin, waar Anna
reeds bezig was met hot dekken der tafel in
het priêel.
„Komaan", sprak de bejaarde priester, toen
de dienstbode zich verwyderd had; „vertel my
nu eens, wat ge op het hart hebt".
'fc Viel Yvonne hard, dat zy, in plaats van
tichzelve, oen andere, nog wol haar moeder,
te beschuldigen had.
Tot tweemaal toe had abt Karnel onder
het luisteren de wenkbrauwen gefronst; dan
sprak hy: „Genoeg, Y vonnehet overige weet
ik." En op vaderlyken toon voegde hy er by
„Bid maar good vandaag. Roep Gods hulp in.
Dat huweiyk mag niet tot stand komen en dat
1 zal ook niet. Ik kom morgen by uw moeder."
Op dit bemoedigend gezegde nam freule
De Kerhouarn afscheid van haar eerwaarden
vriend en sloeg den terugweg in naar het
kasteel. Zy had het juist bereikt, toen ook
mevrouw De Kerhouarn het hek binnenreed.
„Waar komt ge vandaan?" vroeg zy op
strengen toon.
„Yan St.-Roch," gaf het meisje bedaard ten
antwoord; „ik heb u ook zien voorbykomen,"
voegde zy er by.
„Ja, ik kom van St.-Roch en ik heb een
lang onderhoud gehad met mynhoer Brusló.
Ik moet u aanstonds spreken 1"
„Zeer goed, mama, maar als 'tnog altyd
over hetzelfde onderwerp is, dan kan ik u
zeggen, dat het vergeefsche moeite is. Ik
weiger."
„Wacht me ln het salon," zei mevrouw
De Kerhouarn bits.
Yvonne boog en gehoorzaamde.
Er waren nog geen tien minuten verstreken,
of mevrouw De Kerhouarn kwam het salon
binnenstormen. Ditmaal begon zy zonder om
wegen: „Yvonne, ge moet mynheer Bruslé
trouwen."
„Go moet, zegt u?" vroeg Yvonne kalm,
haai- moeder aanstarend.
„Ik zeg, gy moet", herhaalde mevrouw De
Kerhouarn, even beslist.
Dit waa het sein tot den stryd. Yvonne
echter, die verdere onaangenaamheden wilde
voorkomen, liep naar de deur, zeggende: „Ik
herhaal het, moeder, u hebt myn antwoord,
't Is nutteloos, my over datzelfde thema te
onderhouden."
Mevrouw De Kerhouarn versperde haar den
Bluf hier", gebood zy. „Ik weet my te
doen gehoorzamen."
Yvonne was eveneens zeer opgewonden, zy
wist zich evenwel te bedwingen en antwoordde
zoo kalm mogelyk: „Moeder, ik ben meerder
jarig en derhalve meesteres over myn hande
lingen; wilt u my echter dwingen, dan verlaat
Ik nog liever vandaag dan morgen dit huis,
om het nooit weer te betroden."
Tegen alle verwondering was de toom van
mevrouw De Kerhouarn opeens ontwapend.
„Dat ik zoo iets ondervinden moet," zuchtte
zy in vertwyfeling. „Zooveel houdt ge nu van
my, dat ge my aan myn lot wilt overlaten.
Vreest ge niet, dat God u straffen zal voor
uw slecht gedrag?"
Dit alles gilde zy in één adem uit. Yvonne
begreep, dat haar moeder ontzettend moest
ïyden, nu zy zich verwaardigde een beroep te
doen op haar genegenheid. Zy vergat eens
klaps, wat haar moeder tot dusverre voor haar
geweest was, hoe zy steeds haar genegenheid
had afgewezen; thans zag zy in haar slechts
een diep ongelukkige vrouw, die behoefte had
aan troost en opbeuring.
„Mama," zelde zy, „u neemt myn woorden
verkeerd op; ik wil u niet verlaten. Wordt
my evenwel de keuze gesteld tusschen het
verlies van myn fortuin en het offer rnQner
dierbaarste gevoelens, dan aarzel ik niet, myn
vermogen aan myn vryheid ten offer te
brengen. Armoede sluit geluk niet uit. Als
de hoer Bruslé my alles ontneemt, dan is de
schande zoowel als het voordeel voor hem en
tk zal hem niets betwisten. Ik weiger echter
eon man te huwen, dien ik niet alleen niet
liefheb, maar voor wien ik niots dan ver
achting gevoel."
„Wie geeft u hot recht zoo over iemand
als den heer Brusló te spreken?"
„Dat heb ik u reeds eer gezegd. Al wat
ik door vertrouwbare personen van hem ver
nomen heb, zoowel als myn eigen onder
vinding."
„Uw ondervindingt" spotte mevrouw De
Kerhouarn, inziende, dat zy het vandaag niet
veel verder braoht, en met opgeheven hoofd
en ongenaakbare houding verwyderde zy zich.
Yvonne begaf zich naar haar kamer, om
daar, volgens den raad van abt Karnel, ln
een vurig gebed de hulp des hemels af te
smeekon.
Den volgenden dag zou de stryd beslist
worden. Yvonne rekende op de tusschenkomst
van haar bejaarden vriend. Volgens afspraak
kwam do abt dan ook tegen twee uur in den
namiddag.
Toen de burchtvrouwe hem zag aankomen,
begreep zy terstond, wat hom derwaarts
voorde. Het strenge, ernstige gelaat des
priesters had altyd indruk op haar gemaakt;
dien dag scheen hy evenwel gestrengerdan ooit.
De abt liet haar niot lang in spanning, hy
ging regelrecht op zyn doel af.
„Mevrouw," zeide hy, plaats nemende, „ik
kom in naam der vriendschap, die my aan uw
overleden echtgenoot bond, u een onderhoud
verzoeken over iets, dat ons beiden, u als
moeder, my ala vriend, ter harte gaat."
De Inleiding wa9 duideiyk genoeg en liet
niet don minsten twyfel, wat er zou volgen.
Mevrouw De Kerhouarn hield zich nochtans
of zy het niet begreep.
„Myn hemel, mynheer pastoor, ik begryp
niet waar u heen wiltl Uw ernst verontrust
my, ik zou graag de reden weten van uw
komst."
„Die ga Ik u verklaren, mevrouw. Er is
mij uit vertrouwbare bron een gerucht ter
oore gekomen, dat my zeer bevreemdt."
Mevrouw De Kerhouarn beefde. Zy had het
geraden. De abt kwam ala Yvonne s bond
genoot.
„Men beweert," vervolgde de priester, „dat
u uw dochter wilt dwingen tot een huweiyk
tegen haar zin, beneden haar stand, dat u
haar wilt uithuwelijken aan mynheer Brusló,
den notaris van St.-Roch."
„Wie beweert dat, mynheer pastoorvroeg
de gravin uit de hoogte.
„Zoo ongeveer lederoen, mevrouw, en men
is algemeen verbaasd er over. Maar do toon
van uw vraag bewijst my, dat die geruchten
ongegrond zyn, en zulks doet my groot ge
noegen."
Mevrouw De Kerhouarn bemerkte, dat de
pastoor zich niet met een kluitje in 't riet
liet 6turen.
Mynheer pastoer," zeide zy, „ik zou u
kunnen antwoorden, dat ik het meer dan
onbescheiden vind, dat men zich ongevraagd
in myn zaken mengt, doch ik wil liever goede
vrienden met u blyvon. Ik wil u dus alleen
zeggen, dat het gerucht, waarovor u zich zoo
verbaastgegrond is."
De geeslelyke sprong onthutst op.
„Kom, mevrouw," zeide hy, „u schertst?
Dit huweiyk
„Dit huweiyk staat my aan, mynheer
pastoor."
„Het zou mynhoer De Kerhouarn geenszin®
aangestaan hebben, mevrouw."
„Mynheer De Kerhouarn Is dood en thans
ben ik de eenige, die het ouderlyk gozag in
dit huis moet handhaven."
„Dat zy zoo, maar uw dochter beeft haar
vrjjen wil, en zy verafschuwt dit huweiyk."
„Heeft zy u dat gezegd?"
„Ja," antwoordde de priester koel.
„Zoo, Yvonne heeft dus niet geschroomd
aan een vreemde haar geheimen toe te ver
trouwen."
(Wordt vemlgdU