N". 12753 "Vrljclag SO September# A®. 1901. Courant wordt dagelijks, met uitzondering van <§pn- en feestdagen, uitgegeven. M-Znidafrikaausche Yereeniging. Feuilleton. YVONNE. XDSCÏÏ PRIJS DEZER COURANT: Voor Leiden por 8 maandoni 2 5 t 1.10.' "Buiten Leiden, por loopor en waar agenten gevestigd zyn 0 1.80 I Franco per post 51-65*. PRIJS DER ADVERTENTIES: Van 1-6 regels f 1.06. Iedere regel moer f 0.17J. Grootore letters naar plaatsruimte. Voor het incasseeren buiten do stad wordt f 0.06 berekend. Af deeling Leiden en Omstreken. Ontvangen by den Penningmeester, Zoeter- woudsche Singel 41: Boor bemiddeling van het Leidsch Dagblad: Gecollocteerd onder het gezamenlijk per soneel der fabriek J. Parmentier Zonen, Lammermarkt No. 50, ten behoeve der vrouwen en kinderen ln de Zuidafrikaanache concen tratiekampen f 10.58 Gecollecteerd door Botsy op den verjaardag van Opoe 1.225 N. N1.- Bydragon kunnen worden toegezonden aan den Penningmeester of aan het Bureel van dit Blad. Omoleele Keunisgeyiug. DRANKWET# Burgemeester en Wethouders van Leiden brengen ter algemeene kennis, dat door ARiJii VILDERS, alhier woonachtig, een verzoekschrift is ingediend om vergunning voor den kleinhandel in sterken dronk in het perceoi fcieerensingel No. 7. burgemeester en Wethouders voornoemd. Leiden, F. WAS, Burgemeester. 19 Sept. 1901. VAN HÉYST, Secretaris. Leiileu, 20 September. Op Koninginnedag word aan hot regiment Grenadiers en Jagors opgedragen „Neêrlanda Feestmarsch", gecomponeerd en geïnstrumen teerd voor groot harmonie- on strijk orkest door A. Haun, gepenslonneerd sergeant-hoorn blazer van het dorde bat. van genoemd regi ment, ln het Invalidenhuis te Leiden. Heden ontving genoemde heer een aanzien lek geschenk met eon waardeerend schrijven, waarmede de Feestmarsch is aanvaard. De heer G. F. Hemerik, bloemist te Lelden, behaalde Woensdag jl. op de ver gadering der vaste commissie van de Neder- landscho Maatschappij vo<y Tuinbouw en Plantkujide, te Amsterdam, een eersten prijs voor zijn inzending afgesneden bloemen vao cactus-dahlia'». Hare M&jostoit de Koningin heeft heden ochtend om 10 uren ontvangen de Commissie uit de Eerste Kamer, welke Haar kwam aan bieden het Adrea van Antwoord van dat Wet gevend Lichaam op do Troonrede. Ber Commiesio werd, zoowel by het ver trek van het Binnenhof als bi) aankomst aan het Paleis, op de gebruikelijke wijze militaire •er bewezen. Groot waa de belangstelling van mannen van ultoenloopendo richting gisterochtend by de opening van hot Nationaal CongreB voor Zondagsrust te 's-Gravenhage, bijgewoond door de eere-voorzitters den Prins der Nederlanden in kleine marine-uniform; jhr. De Ranitz, als vertegenwoordiger der Koningin-Moeder, de Ministers van Binnen). Zaken, Justitie en van Waterstaat In den foyer van Kunsten en Wotenschappen, welke zaal overigens geheel gevuld was door leden en aanhangers der zaak en autoriteiten, onder welke laatsten de Kamerloden Lobman, Mackay, Yan Bylandt, Krap, Sohimmelpenninck van dor Oye, Van Yelzen, dr. Bos, voorts door den Commissaris der Koniagin en tal van andere mannen van naam en gozag. By zyn komst ln de vergaderzaal, waar Z. K. H. binnengeleid werd door het Congres- bureau oa de drie Ministers, die ter weerszijden van den Koninklijken Eere-Voorzitter plaats namen, zong een gemengd koor met piano begeleiding den Gemaal het oude Wilhelmus tegen. Op deze nationale inleiding volgde de opening van het Congres door den voorzitter, prof. dr. S. D. van Veen, te Utrecht. Met het oog op de aanwezigheid van den vertegenwoordiger van H. M. de Koningin- Moeder vlocht de voorzitter, na de vertolking van zUn erkentelijkheid aan Z. K. H. den Prins voor Zyn hooge tegenwoordigheid, in zyn openingswoord nog een dankbetuiging in aan den Intendant jhr. De Ranltz, wiens aanwezig heid hy waardeerde als oen nieuw bewy» der levendige belangstelling van de Bescherm vrouwe der VereeDlglng, aan wie Nederland zooveel heeft te danken en wie God moge vergelden wat zy doet en deed voor het welzyn van het Noderlandsche volk. De gedeelten van de openingsrede, hulde betuigingen bevattende aan de belangstelling van de Vorsteiyke familie, van de Regeerings- leden werden door applaus bezegeld, dat zich ook vooral deed golden by de herinnering aan de der Yereeniging verbiydende zinsnede in de Troonrede, dat de bestaande Zondagsweb herziening elsoht. Op voorstel van het bestuur werd besloten twee telegrammen af te zenden, een aan H. M. de Koningin, waarin H. M. eerbiedige hulde wordt gebracht voor de aanvaarding van het Beschermvrouwschapeen aan H. M. de Koningin-Moeder, waarin het Congres eer biedige hulde biedt aan de Boschermvrouwe der Yereeniging. Nu begonnen onmiddeliyk de werkzaam heden en werd hot woord gegeven aan prof. Baron d'Aulnls de BourouiU, uit Utrecht, die een referaat hield over de bestaande Zondags wet. Hy eindigde zyn referaat met te zeggen, dat do toekomst zal moeten leeren of her ziening een belangryke verandering zal brengen in den feitelyken toestand. De Prins en de vertegenwoordiger van H. M. de Koningin-Moeder verlieten hierop de ver gadering, nadat Z. K. H. den inleider gecom plimenteerd had met zyn rede. Ook de ministers keerden naar hun depar tementen terug. De Prins bleef nog geruimen tyd met het congresbestuur in de benedenzaal ln onderhoud. De geschorste vergadering werd daarop hervat met een discussie over de voordracht van prof. De BourouiU. Na afloop daarvan hield do heer G. de Wya, oud majoor van het Indische leger en wet houder te 's-Gravenhage, een referaat over 0Bevordering van Zondagsrust een plicht van den Staat", en sprak ds. A. W. van Wyk, Nod.-Horv. predikant te Zwolle, over de vraag „In hoeverre kunnen algemeene vacantledagen aan de Zondagsrust ten goede komen?", over welke beide punten vervolgens eveneens debat werd gevoerd. Na de pauze hield dr. Schaepman, hoog leeraar aan het R.-K. Seminarium te Rysen- burg, eon rede over Zondagsrust en volks welvaart. Om den indruk van dit referaat niet te verzwakken, werd geen debat gevoerd. In de middagvergadering waren nog aan wezig de minister van koloniën, de oud-minister Six on de directeur-generaal der posteryen en telegraphie Havelaar. De leden van het Congres brachten gister namiddag, na afloop der vergadering per extra- stoomtram een bezoek aan de Kon. Neder!, fabriek van gouden en zilveren werken der firma Yan Kempen te Voorschoten. Ruim 100 leden namen aan den tocht deeL. Zy werden na harteiyke ontvangst en het gebruik van verlri8schingen in de verschillende afdeelingen der fabriek rondgeleid. Prof. Yan Yeen, voorzitter van het Congres, ontving een fraaien gedenkpenning ter her innering aan dit bezoek. Zeer voldaan keerde men hierop naar Den Haag terug, van waar men zich naar „Hotel Witte brug" begaf en aldaar het diner gebruikte. Een hoogst opgewekte toon heerschte aan den maaityd en tal van toosten werden uit gebracht. Naar oud-HoUandsoh gebruik werd de eerste heildronk door den voorzitter gewyd aan H. M. de Koningin, Beschermvrouwe van het Congres. De heer A. E. van Kempen bracht hierna een dronk uit op de Koningin- Moeder. Kapitein Meyboom, penningmeester, bracht een heildronk uit op den eere-voorzltter Z. K. H. Prins Hendrik en hierop volgden toosten op de overige eere-voorzitters, op Yer- schiUende personen en op de Pers. De club van anti-revolutionaire Kamer leden heeft zich opnieuw geconstitueerd en tot bestuursleden gekozen de hoeren J. v. Alphen, voorzitter; J. H. de Waal Maiefljt, 2de voorzitter; jhr. mr. L. H. J. M. v. Asch v. Wyck, penningmeester; Joh. Krap, secreta ris; mr. H. A. v. d. Yelde, 2de secretaris. De Commissaris der Koningin in Lim burg zal aan de vreemde militaire attachés, die de manoeuvres in Limburg by wonen, Zaterdag een diner aanbieden. De Utrechtsche afdeeÜDg van Toonkunst heeft voor haar eerste uitvoering Schumann's „Genoveva" gekozen. Dit werk la in ons land nooit op- noch uitgevoerd, zegt het „Utr. Dbl." De „Sts.-Ct." bevat de statuten van den Augurkenbond „Bid en Werk", te Ter-Aar, erkend volgens do wet van 23' April 1855. De Kroonprins van Dultschland vertrekt heden van Amsterdam weder naar Beriyn. Kapitein J. J. van Toornenbergen, van hot 5de reg. int te Amersfoort, is op zyn verzoek overgeplaatst by het 7de regiment en wordt voorloopig belast met het bevel over een compagnie te Hoorn. In de gisteren te Amsterdam gehouden algemeene vergadering is besloten de Holland- eche Maatschappy van Fraaie Kunsten en Wetenschappen te ontbinden. Het vorige jaar heeft doze Maatschappy haar honderdjarig bestaan herdacht. In de vergadering van Commissarissen van Politie te Nymegen werd de gisteren vermelde rede van den heer Yan Waning zeer toegejuicht en onder den indruk yan het gesprokene een motie aangenomen, waarin de dringende noodzakeiykheld tot regeling van het politiewezen werd uitgesproken en aan het bestuur werd opgedragen deze aan den minister van justitie aan te bieden. Met volledige instemming der vergadering werd de heer Yan Waning benoemd tot eereiid van de Broederschap en besloten zyn rede te doen drukken en te verzenden aan den minister van justitie, de Kamerleden, de procureors-genera&I en andere overheidsper sonen. De volgende vergadering is bepaald in Maart 1902 te Rotterdam. Aldaar is uitgenoodlgd om als spreker op te treden mr. Ledeboer, substltuut-olfioier van justitie te Rotterdam, die een rede zal houden over de Kinderwetten. Uit goede bron verneemt „Het Centrum", dat Gedep. Staten van Zuid-Holland afwyzend hobben beschikt op het bekende verzoek van den heer Terlaan om by zyn betrekking van hoofd der schooi het Kamerlidmaatschap te mogen bekleeden. Gedep. Staten gaan daarby van de overweging uit, dat behooriyke waar neming der beide betrekkingen door óón persoon niet mogeiyk is, terwyi het Delftsch gemeentebestuur zich niet ln staat acht een schikking te treffen, waardoor zonder nadeel voor het onderwya het Kamerlid als hoofd der school te behouden is. Het stoomschip „Amsterdam" arriveerde 19 Sept. van Niouw-York te Rotterdam; de „Koningin-Regentes", van Batavia naar Am sterdam, passeerde 19 Sept. Gibraltar; de „OraDje-Nassau" vertrok 17 Sept. van Para maribo naar Amsterdam; de „Prins Frederik Hendrik" vertrok 18 Sept. van Nieuw-York naar West-Indië; de „Prins Maurits" arriveerde 17 Sept. van Amsterdam te Paramaribo; de „Prins Willem II", van Paramaribo naar Amsterdam, arriveerde 19 Sept. to Havre; de „Telamon" arriveerde 19 Sept. van Java te Amsterdam; de „Herzog" (uitreis) vertrok 18 Sept. van Delagoabaai; de „Kisl", van Batavia naar Amsterdam, arriveerde 18 Sept. te Singa pore; de „Prinses Amalia", van Batavia naar Amsterdam, vertrok 19 Sopt. van Perim; de „Rotterdam" vertrok 19 Sept. van Rotterdam naar Nieuw-York met 810 kajuits- en 431 tusschendekspassagiers en was des namiddags in zee; de „Soembing", van Rotterdam naar Java, vertrok 19 Sept. van Marseille; de „Sonneberg", van Batavia naar Amsterdam, passeerde 19 Sept. Sagros. Hillegom. Door het O. M. by de rechtbank te Haarlem werd gisteren tegen den alhier wonenden koetsier W. Kooy, wegens het valsctieiyk plaatsen van naamteekemngen van kiezers op de candidatenlyst van leden voor den Gemeenteraad, een gevangenisstraf ge- eisclit van twee maanden. - Het personeel der o. 1. s. alhier heeft zich met een adres en een Memorie van Toe lichting tot don gemeenteraad gewend, met verzoek om salari&regoling, zynde een minimum van f 600, met periodieke verheogingen. Door de politie alhier zyn by eentge winkeliers en negotianton maten en gewichten in beslag genomen, omdat deze onvoldoende geykt waren. Gegstgeest. Op 25 Sept. a. s., des namid dags te één uur, zal gelegenheid worden -gegevon tot kostelooze vaccinatie aan het gemeentehuis. Wassenaar. Gistermiddag maakte H. M. de Koningin met Haar gevolg een rytoer door de buitengoederen van Z. K. H. den Prins ven Wied. Z. K. H. de Prins der Nederlanden jaagde in den namiddag in de duinen, vergezeld van dea opperjagermeester mr. R, Baron van Zuylen van Nyevelt. [Toen H. M. te 6 uren ln de residentie terugkeerde, stond voor het Paleis een zeer talrflke menigte, die haar harteiyk toejuichte. H. M. de Koniogin vertoonde zich nog eenige oegenblikken voor een der bovenvensters van het Paleis, van waar Zy minzaam de juichende en wuivende menigte groette.] Gemeenteraad ran Oegatgecst. Yoorz. de heer J. G. M. Van Qriethuy.sen, burge meester. Afwezig de heeron D. van der Putten en J. Lubbe. Na opening der vergadering worden door den heer H. G. van Sillevoldt, herkozen raadslid, in handen van den Voorzitter de by de wot voor- Êeschreven eeden afgelegd, waarna de Voorzitter em geluk weneoht met zjjn vernieuwd mandaat en de aanvaarding zijner betrekking. Het verzoek van enkele personen om een sub sidie van ƒ300 voor een op te richten Harmonie korps wordt gerenvoyeerd aan burgemeester en wotliouders om advies. De heer J. C. Spaargaren wordt gekozen als afgevaardigde om ae belangon der gemeente bij Ged. Staten voor te staan in zako de reclames van enkele personen wegens bun aanslag in den hoofdei ijken omslag. De Voorzitter wijst er op, dat bet ton gevolge der nieuwe voorschriften en do wijziging der Onderwijswet noodzakelijk geworden is om de jaarwedden van bet onderwijzend personeel op nieuw te regelen. Dienovereenkomstig wordt vastgesteld bet vol- inde besluit. De raad der gemeente Oegstgeest, Gelet op art. 26 der wet, regelende bet Lager Onderwijs zooals dat is gewijzigd door art. 1 in verband met art. 4 der wet van 24 Juni 1901, Staatsblad No. 187, Geboord bet daartoe betrekkelijk voorstel vaa burgemeester en wethouders, Besluit Voorbehoodens goedkeuring van IIH. Ged. Staten dezer nrovincio rnet ingang van 1 Januari 1902, op welk tijdstip het daaromtrent vroeger bepaalde wordt ingetrokken, de jaarwedden van het onder- wijzond personeel aan de openbare lagere scholen dezer eemeento te regelen als volgt: lo. Van de hoofden der school in de Leidscbe Buurt en aan den Morscb ieder f 950, benevens vrije woning, zoo mogelijk met tuin, zullende zij ieder ƒ150 vergoeding ontvangen, zoo geen vrije woning kan verschaft worden. Na 25 dienstjaren, zoo hier als elders, zal deze jaarwedde mot ƒ50 worden verhoogd. 2o. Van de overige onderwijzers en onderwijze ressen aan die scholen noodig, ieder ƒ500. Bij opgekomen aanspraken zulleu de jaarwedden, hiervoren bedoeld ondor No. 2 worden verhoogd overeenkomstig de regelen bij art. 26, eersto lid sub. 2 en 3 genoemd mot den eersten dag der maand, volgende op die, waarin zij ontstaan. 3o. Elk dor mannelijke onderwijzer», die het hoofd der school bijstaat, indien hij gehuwd iaën den leeftijd van 28 jaar bereikt beeft, zal een tegemoetkoming in do huishuur genieion van ƒ50 per jaar, welke hij zal behoudon zoo hij weduw naar wordt en kindoron heeft beneden 18 jaar. 4o. Boven en behalve do vaste jaarwedde en het bepaalde bij sub 1 tot eu met 3 biervoor geniet de onderwijzer, belast met hot geven van herhaliDgBondorwijs, genoemd in art. 17 <ler Onder wijswet, oon belooning van zestig cent per lesuur. Daarop wordt de vergadering gesloten. Dit Indië. By hot departement van koloniën is ont vangen het volgende van 19 dezor gedagtee- kende telogram van den gouverneur-generaal van Nederlandsch Indië, betreffende de ge beurtenissen in Djambi: „Colonne Djambi bereikte, ondor kraehtlgen tegenstand van den vyand, Tiga Doesoen. Oprukken naar Loebook Resam wordt voor bereid." Het „H.bld." heeft gisteren uit Batavia het volgende telegram ontvangen: „Luitenant Ermerins is by het achtervolgen van den vyand by Bernoen aangevallen en gedood door een steek met een rentjong ln de borst." Het blad teekent hierby het volgende aan: De lsto luitenant H. Ermerins werd den 22sten Juni 1871 te 's Gravenhage geboren#. In 1886 deed hy met goed gevolg examen voor de K. M. A., waar hy als cadet voor de infanterie Oost Indiö werd geplaatst. Na zyn benoeming tot 2den luitenant vertrok hy den 26sten Januari 1891 naar Indië. In 5 894 werd hy bevorderd tot lsten luitenant en kwam in 1896 wegens ziekte met een verlof van twee jaar naar Europa. Geplaatst by do reconv.-afdeeling der kol. reserve, vertrok hy den 20sten April 1901 weder met het stoomschip „Lawoe" naar Ned.-Indiö als medegeleider van een detaohe- ment, waarvan commandant wai luitenant Lambrechtsen. Voor zyn krijgsverrichtingen togen Atjeh in de jaren 1892, 1893 en 1894 werd aan luit. Ermerins toegekend het eeroteeken voor belangryke krygsbedryvon. 15) Zachtkene, met de treffende vertrouweiyk- heid, waartoe niot alleen zyn gewyd ambt, maar vooral zyn hooge leeftyd en veeljarige omgang met de familie De Kerhouarn hem recht gaf, nam by Yvonne's hand in dezyne en geleidde haar naar zyn woning. „Anna", zei by tot de dienstbode, die open deed, „breng eens een paar flensjes voor de freule", en zich tot Yvonne wendend: „Dat treft ge, zo zyn nog warm". En toen Yvonne een afwerend gebaar maakte, ging hy voort: „Ta, ta, ta, dat inoogt ge niet afslaan. Ik weet wat ge zeggen wilt, ge hebt zeker al ontbeten? Nu, zoo'n paar dunne panne- koekjes zullen je maag niot bederven." Het jonge meisje liet zich overhalen en ▼olgde den pastoor naar den tuin, waar Anna reeds bezig was met hot dekken der tafel in het priêel. „Komaan", sprak de bejaarde priester, toen de dienstbode zich verwyderd had; „vertel my nu eens, wat ge op het hart hebt". 'fc Viel Yvonne hard, dat zy, in plaats van tichzelve, oen andere, nog wol haar moeder, te beschuldigen had. Tot tweemaal toe had abt Karnel onder het luisteren de wenkbrauwen gefronst; dan sprak hy: „Genoeg, Y vonnehet overige weet ik." En op vaderlyken toon voegde hy er by „Bid maar good vandaag. Roep Gods hulp in. Dat huweiyk mag niet tot stand komen en dat 1 zal ook niet. Ik kom morgen by uw moeder." Op dit bemoedigend gezegde nam freule De Kerhouarn afscheid van haar eerwaarden vriend en sloeg den terugweg in naar het kasteel. Zy had het juist bereikt, toen ook mevrouw De Kerhouarn het hek binnenreed. „Waar komt ge vandaan?" vroeg zy op strengen toon. „Yan St.-Roch," gaf het meisje bedaard ten antwoord; „ik heb u ook zien voorbykomen," voegde zy er by. „Ja, ik kom van St.-Roch en ik heb een lang onderhoud gehad met mynhoer Brusló. Ik moet u aanstonds spreken 1" „Zeer goed, mama, maar als 'tnog altyd over hetzelfde onderwerp is, dan kan ik u zeggen, dat het vergeefsche moeite is. Ik weiger." „Wacht me ln het salon," zei mevrouw De Kerhouarn bits. Yvonne boog en gehoorzaamde. Er waren nog geen tien minuten verstreken, of mevrouw De Kerhouarn kwam het salon binnenstormen. Ditmaal begon zy zonder om wegen: „Yvonne, ge moet mynheer Bruslé trouwen." „Go moet, zegt u?" vroeg Yvonne kalm, haai- moeder aanstarend. „Ik zeg, gy moet", herhaalde mevrouw De Kerhouarn, even beslist. Dit waa het sein tot den stryd. Yvonne echter, die verdere onaangenaamheden wilde voorkomen, liep naar de deur, zeggende: „Ik herhaal het, moeder, u hebt myn antwoord, 't Is nutteloos, my over datzelfde thema te onderhouden." Mevrouw De Kerhouarn versperde haar den Bluf hier", gebood zy. „Ik weet my te doen gehoorzamen." Yvonne was eveneens zeer opgewonden, zy wist zich evenwel te bedwingen en antwoordde zoo kalm mogelyk: „Moeder, ik ben meerder jarig en derhalve meesteres over myn hande lingen; wilt u my echter dwingen, dan verlaat Ik nog liever vandaag dan morgen dit huis, om het nooit weer te betroden." Tegen alle verwondering was de toom van mevrouw De Kerhouarn opeens ontwapend. „Dat ik zoo iets ondervinden moet," zuchtte zy in vertwyfeling. „Zooveel houdt ge nu van my, dat ge my aan myn lot wilt overlaten. Vreest ge niet, dat God u straffen zal voor uw slecht gedrag?" Dit alles gilde zy in één adem uit. Yvonne begreep, dat haar moeder ontzettend moest ïyden, nu zy zich verwaardigde een beroep te doen op haar genegenheid. Zy vergat eens klaps, wat haar moeder tot dusverre voor haar geweest was, hoe zy steeds haar genegenheid had afgewezen; thans zag zy in haar slechts een diep ongelukkige vrouw, die behoefte had aan troost en opbeuring. „Mama," zelde zy, „u neemt myn woorden verkeerd op; ik wil u niet verlaten. Wordt my evenwel de keuze gesteld tusschen het verlies van myn fortuin en het offer rnQner dierbaarste gevoelens, dan aarzel ik niet, myn vermogen aan myn vryheid ten offer te brengen. Armoede sluit geluk niet uit. Als de hoer Bruslé my alles ontneemt, dan is de schande zoowel als het voordeel voor hem en tk zal hem niets betwisten. Ik weiger echter eon man te huwen, dien ik niet alleen niet liefheb, maar voor wien ik niots dan ver achting gevoel." „Wie geeft u hot recht zoo over iemand als den heer Brusló te spreken?" „Dat heb ik u reeds eer gezegd. Al wat ik door vertrouwbare personen van hem ver nomen heb, zoowel als myn eigen onder vinding." „Uw ondervindingt" spotte mevrouw De Kerhouarn, inziende, dat zy het vandaag niet veel verder braoht, en met opgeheven hoofd en ongenaakbare houding verwyderde zy zich. Yvonne begaf zich naar haar kamer, om daar, volgens den raad van abt Karnel, ln een vurig gebed de hulp des hemels af te smeekon. Den volgenden dag zou de stryd beslist worden. Yvonne rekende op de tusschenkomst van haar bejaarden vriend. Volgens afspraak kwam do abt dan ook tegen twee uur in den namiddag. Toen de burchtvrouwe hem zag aankomen, begreep zy terstond, wat hom derwaarts voorde. Het strenge, ernstige gelaat des priesters had altyd indruk op haar gemaakt; dien dag scheen hy evenwel gestrengerdan ooit. De abt liet haar niot lang in spanning, hy ging regelrecht op zyn doel af. „Mevrouw," zeide hy, plaats nemende, „ik kom in naam der vriendschap, die my aan uw overleden echtgenoot bond, u een onderhoud verzoeken over iets, dat ons beiden, u als moeder, my ala vriend, ter harte gaat." De Inleiding wa9 duideiyk genoeg en liet niet don minsten twyfel, wat er zou volgen. Mevrouw De Kerhouarn hield zich nochtans of zy het niet begreep. „Myn hemel, mynheer pastoor, ik begryp niet waar u heen wiltl Uw ernst verontrust my, ik zou graag de reden weten van uw komst." „Die ga Ik u verklaren, mevrouw. Er is mij uit vertrouwbare bron een gerucht ter oore gekomen, dat my zeer bevreemdt." Mevrouw De Kerhouarn beefde. Zy had het geraden. De abt kwam ala Yvonne s bond genoot. „Men beweert," vervolgde de priester, „dat u uw dochter wilt dwingen tot een huweiyk tegen haar zin, beneden haar stand, dat u haar wilt uithuwelijken aan mynheer Brusló, den notaris van St.-Roch." „Wie beweert dat, mynheer pastoorvroeg de gravin uit de hoogte. „Zoo ongeveer lederoen, mevrouw, en men is algemeen verbaasd er over. Maar do toon van uw vraag bewijst my, dat die geruchten ongegrond zyn, en zulks doet my groot ge noegen." Mevrouw De Kerhouarn bemerkte, dat de pastoor zich niet met een kluitje in 't riet liet 6turen. Mynheer pastoer," zeide zy, „ik zou u kunnen antwoorden, dat ik het meer dan onbescheiden vind, dat men zich ongevraagd in myn zaken mengt, doch ik wil liever goede vrienden met u blyvon. Ik wil u dus alleen zeggen, dat het gerucht, waarovor u zich zoo verbaastgegrond is." De geeslelyke sprong onthutst op. „Kom, mevrouw," zeide hy, „u schertst? Dit huweiyk „Dit huweiyk staat my aan, mynheer pastoor." „Het zou mynhoer De Kerhouarn geenszin® aangestaan hebben, mevrouw." „Mynheer De Kerhouarn Is dood en thans ben ik de eenige, die het ouderlyk gozag in dit huis moet handhaven." „Dat zy zoo, maar uw dochter beeft haar vrjjen wil, en zy verafschuwt dit huweiyk." „Heeft zy u dat gezegd?" „Ja," antwoordde de priester koel. „Zoo, Yvonne heeft dus niet geschroomd aan een vreemde haar geheimen toe te ver trouwen." (Wordt vemlgdU

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1901 | | pagina 1