LËIDSCH DAGBLAD, WOENSDAG 4 SEPTEMBER. - TWEEDE BLAD.
PERSOVERZICHT*
Anno 1901.
Feuilleton,
fis diamanten der I©mngia.
No. 12739
Po hoor G. C. R. Hoetink bespreekt in Onze
JJeuw do politieke vooruitzichten.
iVan dit uitvoerig artikel luidt des schrijvora
*igen resumtie als volgt
Ik zie in den afloop der verkiezingen en hot,
Optreden van het nieuwe ministerie wel feiten.
Van boteckenis in onze politieke geschiedenis,
'doch in anderen zin dan de meeste beoordee
laars. Ik geloof niet, dat wij thans nog staan
ijroor een principieele zegepraal van de beginselen-
.^aarvoor de heer Kuyper zooveel jaren gestre
den heeft, doch voor een overwinning, die eens
deels het gevolg is van economisch-sociale reac
tie, geboren uit do samenworking van protec-»
iionisme en sentimentaliteit anderdeels van-
iet overloopen van liberalon naar de rechter-»
*ijde, uit vrees voor het socialisme.
Die strooming. waarvoor de bedding werd
bereid o. a. door de vorige regeering, was niefe
langer te ontwijken. Wij moeten daar doorheen*
Wat do toekomst ons zal geven, weet natuur
lijk niemand. Niet te ontkomen is echter aan do*
'consequentie, dat wanneer het nieuwe minis*
Jfcdrie met zijn protectionistische plannen mochtfc-
blagen, daardoor het socialisme zal worden gc->
Jtweokt. Zullen wij daarna, op hot einde van;
socialistische proeftochten, weder worden terug>
geslingerd in de armen der reactie P En zul-r.
Hen wij dan eindelijk op dio wijze rijp worden-,
Toor een werkelijk cloricale politiek
v Ik gevoel geen roeping klaagliederen to gaan,
j gingen op do puinhoopen dor liberale partij,
^laar dit durf ik zeggen: Wanneer Nederland:
jol» liberale beginselen voorgoed ging verlaten,
'vfanneer na een ellendige worsteling tusschen,
1 §J>cïa4isme en protectionistische reactie, ook onze
j piodcme beschaving mocht ondergaan, gelijk
Sommigen schijnen te vrcczon, in een zond-1
Vlped van clericalisme dan zal dit do schuld;
I pijn van do ontrouw der liberalen aan hun eigeny
l beginselen.
Die wil medewerken tót de wedergeboorte
Verier gezondeliberale partij, welko op cigon bee-,
inön kan staan, zoeke zijn heil niet elleroorst;
1 in. meerdere discipline, in prentjes ofpopulairo;
geschriften. Alvorens een hetero tactiok voor
den verkiezingsstrijd aan de ordo kan komen,
dient de publieke geest weder gewonnen te wor
gden voor waarachtig liberale politiek. Niet in
1 stembusoverwinningen van menschen, die zich
liberaal gelieven te noemen, moeten wij ons heil
zoeken, doch in een ontwikkeling van ons volk,,
waardoor het beginsel van eigen verantwoor
delijkheid wordt versterkt, do burgers worden
'èpgeleid vooral tot economische zelfstandig
heid."-
Het Nieuwe Schoolblad, schrijft:-
Men weet, dat de heer Ter Laan, hcofd
«ener openbare school te Delft, gekozen tot lid
{dar Tweede Kamer, B. en Ws. verzocht heeft,
op zijn kosten een bevoegd plaatsvervangend
'schoolhoofd te benoemen, of hem toe te staan,
dat hij zelf zijn plaatsvervanger aanwijst. Mocht
i®r op zijn verzoek afwijzend beschikt worden,
'dan zal hij zoo berichten de bladen om
zijn kiezers niet te lour te stollen, zijn ontslag
nemen.
Wü hebben roeds vroeger als onze meening
uitgesproken, dat het verzoek in dien vorm
,ui'et kan ingewilligd worden, omdat do wot op
höt 1. O. verbiedt, do tijdelijke waarneming der
i ihetrekking van hoofd conor school langer dan
maanden te doen duren.
1 De Lfiddclburgsche Courant wil er art. 3G bij-
i halen en Gedeputeerde Staten vrijstelling doen
J .vorleenen van het gelijktijdig bekleedea van
het ambt of de bediening P) van lid der Tweede
Kamor. Maar dit zou do moeilijkheid slechts
verplaatsen, want de heer T. L. lean niet te ge
lijk in Delft in de school en in Den Haag in
1 de Tweede Kamer zijnmen kan niet verklaren
dat het Kamerlid-zijn geen nadeel zal doen aan
1 het vervullen d?r verplichtingen, die op hot
hoofd der sohool ruston.
Tooh moet er iets op gevonden worden, want
wij stommon het volmondig too, 't is wcnscholijk
dat den openbaren ambtenaar, onverschillig of
,'bij is in staats-, dan wel in gemeentelijken
iprovinoialen dienst, het behoud van zijn ambt
'óf rang verzekerd blijve, indien hij door de kie-
'zfers tot afgevaardigde gekozen wordtzijn staat
skundige richting hooft daarmede niets te ma-
kon. Den onderwijzer toe to staan, wat mon hot
schoolhoofd weigert, dat zou oen meten zijn
ïnet twee maten.
Nu kunnon zegt men B. en Ws. den
.heer T. L. iedere week 6 van do 6 schooldagen
.verlof verleenon; dan is aan do letter van
de wet voldaan! Dio uitvlucht lijkt ons wat al
te advokaterig. De be3te oplossing in dit ge
val, waarin de wet niet voorzien heeft, komt
ons deze voor:
Den heer T. L. worde voor ten hoogste 6 maan
den verleend en een tijdelijk hoofd, een plaats
vervanger, aangewezen. Indien tijd kome men
met een kleine partieel© wetswijziging, welke
deze quaestie voor do toekomst regelt.
BIr. J. A. van Gilso wijdt in Vragen des Tijds
een artikel aan do Christelijke regee
ring. In do inleiding zet hij nog eens uiteen
,,de lange lijdensgeschiedenis van don strijd
om een rationeel en rechtvaardig kiesrecht",
die uitliep op do kicswot-Van Houton, „welke
de heerschappij van den belastingcensus heeft
gehandhaafd, waarvan de onredelijkheid als
maatstaf voor kiesbevoegdheid nog zooveel te
meer in 't oog springt, nu hij zcor laag is ge
steld, terwijl de daarnaast aangenomen grond
slagen op de samenstelling van het kiezerskorps
naar verhouding van zeer luttelen invloed go-
bloken zijn." Dan komende op den uitslag dor
verkiezingen en do samenstelling van het mi
nisterie, zegt do heer Van Gilse
De eenigo vraag, welke de Juni-stem-
bus te beslissen had, was volgens dr. Kuyper in
zijn doputatenrede, „of voor het Christelijke
volksdeel, dan wol voor onze volksgenooton,
die met den Christus, altoos in politieken zin,
gebroken hebben, de meerderheid in do Staten-
Genoraal zal zijn." Do oonigo vraag, omdat
allo partijen, tot welk „volksdeel" ook behoo-
rende, blijkens haar program van actie gelijke
lijk overtuigd zijn van de noodzakelijkheid van
sociale hervormingen? Voorafgaande kiesrecht-
hervorming, door de vrijzinnig-democraten en
de sociaal-democraten voor dat doel noodzakelijk
geacht, do andere partijen achten ze niet noo-
dig of heeten dien eisch zelfs een hinderpaal
om aan haar onweorstaanbaren drang naar so
ciale rechtvaardigheid gevolg te kunnen geven.
Zou er iemand zijn, die in ernst gelooft, dat de
uitspraak der kiezors aan do stembus van Juni
dazo beteokenis heeft? Dat do mcordcrheid
werkelijk sociale politiek verlangt, doch alleen
do leiding aan andere handen wenscht too te
vertrouwen Dat do kiezers onder het bestaan
de kiesrecht eon tweede proef hebben willen
nemen, overtuigd, dat ze beter slagen zal, in
dien slechts do moerderhoid in do Statcn-Geno-
raal „voor het Christelijk volksdeel" is? Zóó
naïef kan ik mij nauwelijks iemand voorstellen.
Do óénige vraag inderdaad, waarvoor in Juni
onder dr. Kuyper's leiding zijn volgelingen en
hun „medestanders" zich hebben warm geloo-
pen, was cloricaal of anti-clericaal, do voorzie
ning in de sociale nooden is op de programma s
van actio voor de meesten slechts een ornament,
en wie zo serieus hebben opgenomen, zullen in
do komende vierjarige periode spoedig genoeg
ervaren, dat, als t op hot omzetten van woor-
don in daden aankomt, de meeste „medestan
ders" er gansch anders over denken.
Dit blijkt reeds uit do bestanddeelon van de
nieuwe meerderheid. Aan de Doputatenrede ont
leent de schrijver, dat volgens dr. Kuyper zelf
slechts een negatief beginsel de bostanddeelon
van liet Christelijk volksdeel bindtalleen ver
weer verbindt ze, als op hot gemeenschappelijk
uitgangspunt een aanval wordt gedaan. Blijft
dio aanval achterwege, dan loopen uit hot ge
meenschappelijk uitgangspunt do wegen uiteen
de programma's met de positieve eischen ver
schillen. Dus kan 't de georganiseerde partij
geen ernst zijn mot re uitvoering van haar pro
gram van actio. Zij offerde dio wetens op aan
do Chr. Kamermeerderheid. Kan nu dr. Kuyper
blaken van geestdrift tot voorziening in do so
ciale nooden En bedenkt men hierbij den steun,
dien het Christelijk volksdeel bij de stembus
verwierf van anti-clericale conservatieven, wier
liofdo voor de beurs oneindig grooter is dan voor
sociale rechtvaardigheid, dan is do misluk
king zeker van deze tweede proef, met een Chris
telijke meerderheid te nomen, om onder ons ge
brekkig en onrechtvaardig kiesrecht te komen
tot de sociale hervormingen van ons onrecht
vaardig kiesrecht. Te zekerder is dit, waar het
clericalisme het eenige cement is tot het sa
menbinden van do nieuwo moerderhoid, waar
in bovendien do reactionaire en aristocratische
elementen sterker zijn dan in de vorige meer
derheid. Het kan dan ook wel niet andors of dr.
Kuyper zal zijn nu reeds 30 jaren vordodigdo
boginsolen tegenover het liberale regime in toe
passing brengen. Zijn raodeministers koestoren
geen van allen bijzondere democratische nei
gingen.
Toch vreest do schrijver niot voor een perio
de van stilstand op wetgevend gebied:
Van den bekwamen minister van justitie mag
stellig worden te gemoct gezien een regeling
der administratieve rechtspraak. Ook mag met
eenigen grond verwacht worden, dat onder dit
ministerie eindelijk tot stand komen zal do
reeds te lang verbeido herziening van het mili
tair strafrecht, misschien wel gevolgd door de
niet minder dringende verbetering der militai
re rechtspleging. Verder is 't geenzins aan-
gelijk, dat de door de vorige Regeering aan
hangig gemaakte wijzigingen in de wettelijke re
geling van bevordering en pensionneoring bij
land- en zeemacht tot stand gebracht worden.
Blijft de Ongevallenwet ongewijzigd, dan aal
allereerst de regeling van hot beroep in geschil
len over haar toepassing do uitvoering daarvan
moeten mogelijk maken, want 't is moeilijk aan
te nemen, dat een ministerie-Kuyper deze zou
willen uitstellen totdat do administratieve recht
spraak in haar geheelen omvang bij do wet ge
regeld zal zijn. Ook is 't boven eiken twijfel ver
heven, dat de ondorwijsrogeling niet ongemoeid
gelaten zal worden. Do uitbreiding, aan do „pa
cificatie" van 1889 gegeven, heeft nog geen be
vrediging gebracht. Bovendien stelt het anti
revolutionaire program van actie eischen niot
slochts met betrekking tot het lager, maar ook
tot het middelbaar en hooger onderwijs. Ver
der wijst do benoeming van mr. Harto tot mi
nister van financiën onbetwistbaar op oen her
ziening van het tarief van invoerrechten in pro
tectionistische richting, terwijl in verband daar-
medo te verwachten is, dat ook do verzekering
van arbeiders tegen do gevolgen van invalidi
teit en ouderdom, misschien ook van ziekte, zal
worden tor hand genomen, vooral indien gevolg
gegeven wordt aan het in de pers aangekondig
de voornemen om do sociale wetgeving te bren
gen onder de leiding van dr. Kuyper zeiven.
Dan komende tot do verkiezingen, zegt do
schrijver onder meer
Do aanhangers van dr. Kuyper vormen een
minderheid in het land, welko door hem zon
der twijfel nog te hoog geschat werd, toon hij
don 17don April zijn partijgenooten zeide i
„Meer dan een vierde dor Kamer winnen wij in
geen geval." Werden er door alle partijen bij
de eersto stemming overal eigen canddaton bij
steld, 't zou zeer de vraag wezen of zelfs na de
berstommingen de antirevolutionairen het aan
tal van 20 leden in do Kamor zouden kunnen
halen, omdat bij afzondorlijk optreden van alle
partijen slechts in weinig districten de antire
volutionaire candidaton zouden behooren tot
de twee, die bij do eersto stemming het hoogste
aantal stemmen verworven. Er moot der partij
derhalve veel aan gelegen zijn reeds daarbij den
steun van andere partijen to hebben, ten ein
de, zoo daardoor in het district al niet terstond
de meerderheid kan worden verworven, althans
de zekerheid te hebben van in de herstemming
te zijn opgenomen, in welk geval, als 't tegen oen
vertegenwoordiger der linkerzijde gaat, gere
kend kan worden op de stemmen van allo „Chris
telijke" partijen, terwijl als de kous staat tus-
schon eon katholiek en een protestant, alleen
om den eersten te woren, gewoonlijk zeer vele
liberalen op den laatsten hun stom uitbrengen.
Het kiesstelsel, dat het land in louter willekeu
rige deelon verknipt cn in elk dier deelen alleen
aan de volstrekte meerderheid recht op verte
genwoordiging toekent, dwingt do partijen, die
in do volstrekte minderheid zijn, indien zo op
de bezetting van hot regecringskasteel direoten
invlood willen oefenen, tot zulk een politicken
sjachorhandel in Kamerzetels, tot coalities mot
meer of minder lossen band, welke niot zonder
schade voor do politieke moraliteit, noch zon
der kleiner of grooter offer van beginselen ge
sloten kunnen worden.
Vervolgens zet mr. van Gilse uiteen hoe voor
treffelijk dr. Kuyper in do afgeloopon verkie
zingscampagne heeft gemanoeuvreerd, on hoe
hij zich een meester getoond heeft in de verkie
zingstactiek. Dat alles was handig en slim en
leidde tot het doel, eonder te strijden met do
wet, noch met de politieke zeden, en tooh geeft
het slechts ergernis aan het eerlijk gemoed.
Do achter ons tiggendo verkiezingen hebben
't weder eens duidelijk in het licht gesteld, hoe
ons kiesstelsel onwaarheid, politieko huichela
rij, immorcolo hulpmiddelen en afspraken in de
hand werkt. Een Kamer, welko de vrucht is
van zulk een tactiek, op eenigszins ruime schaal
toegopast, kan niet de verkleinde reproductie
oplovoren van hot kiezerskorps, de kracht weer
gevend van elko strooming der geesten in zijn
midden. De hoofdoorzaak hiervan ligt uiter
aard in het meerderheidsstelsel, waarvan nu,
in verband met do regeling van het actieve
kiesrecht-Van Houten, tevens gebleken is hoe
zeer het een natuurlijk, aan de behoeften van
den tijd beantwoordendo partijformatio, een
scheiding tusschen conservatief- en democra
tisch gezinden tegenhoudt.
„Zonder voorafgaande Grondwetsherziening,
om te komen tot een reohtvaardig en voor allo
staatsburgers gelijk kiesrecht met toepassing
van het beginsel van evenredige vertegenwoor
diging, zal olke nieuwo poging om de noodza
kelijke maatschappelijke hervormingen tot stand
te brengen, gelijk ook de tweedo proef, welke
men onder de bestaande gebrekkige en onrecht
vaardige kiesrechtregeling staat te nemen, on
vermijdelijk mislukken."
Nog is er een oorzaak, waarom er onder do
bestaande kiesrechtregeling van geen ingrij-
pendo sociale politiek ooit sprako zal kunnen
wezen, en do thans afgeloopen vorkiezingen heb
ben die bijzonder helder in 't licht gesteld. Do
aan do eischen van onzen tijd niot meer beant
woordendo partij formatie, niet door maatschap
pelijke, maar door geloofsquaestiën behcerscht,
verschaft aa nde conservatieven een grooteren
invloed dan hun naar hun getalsterkte toeko
men zou, omdat de vrees voor benadoeling dor
belangen van hun Kerk of goloof do overigens
democratisch-gezinden in de kerkelijke partij
en tot aansluiting aan bon dwingt. Onder het
kiosstelsel dor helft plus één staat tegenover
deze overwogende conservatievo macht de lin
kerzijde, waarin do scheiding der geesten reeds
is tot stand gekomen, naar verhouding veel
zwakker dan zij feitelijk is, omdat hare fraction
in domeesto districten een tegeringo meerder
heid vormen, om, zelfstandig optredende, haar
candidaton in herstemming to kunnen brengen.
Deze machteloosheid, alleen ten gevolge van
het kiesstelsel, plaatst de daarvan uitgesloten
fractiën tusschen de keuze om zich van stemming
te onthouden of de gelederen te versterken der
uiterste partij, welker politiek en oeconomisch
standpunt zij wol niet kunnen deelen, maar dio
althans den gemeenschappelijke tegenstander,
nl. hot conservatismo, fel bestookt. Do gevol
gen daarvan, in sterke mate vroeger in België
waargenomen, hebben zich bij de jongste ver
kiezingen ook te onzent vertoond het verzwak
ken en van lieverlede verdwijnen der midden
groepen en oene buitengewone versterking der
uiterste partij, als reactie tegen het onnatuur
lijk overwicht der conservatieven.
Hot weekblad Hollandia schrijft
Hot gerucht gaat door onze pers rond, dat
een aantal arbeiders, ontevreden met het voor
opstaan der „intclloctueelen" onder hun „Soo.-
dem. Arboidorspartij", zich uit dozo voogdij
willen losmaken door het stichten van oen eoh-
te 'arbeidersgroep.
Of dit bevestigd zal worden, moet blijken,
Maar verwonderen doet het ons niet. En, uit
oen bepaald oogpunt beschouwd, kunnen wij het
evenmin misbillijken.
Bijkans tegelijkertijd was in Duitschland do
klacht van een der vroogoro intellectueel© die
naren dor soc.-dom. partij vernomen, dat do
arbeiders zoo weinig de waardo en moeilijk
heden van den geestesarbeid beseffen, cn harde
werkgevers worden voor wio hen met zul ken ar
beid dienen.
Maar wat anders kan men verwachten, na
dat de Marxisten eindeloos gepredikt hebben,
dat do handenarbeid alléén waarde voortbrengt
on dus de intellectueelen tegenovor hen staan
als do enkel honig verterende, maar niet voort
brengende hommels.
Bovendien, naar de opvatting van Marx,
kont onze menschelijke vooruitgang immers geen
andere stuwkracht dan die dor stoffelijke ver
houdingen zijn dus aUo geestesbewegingen
als pure vegen in do lucht, tirlantijnen in onzo
zakelijke lovensboekhouderij. Wio, dio hierin
heeft geleerd to gelooven, kan in het intellectu
eel© iets andors zien dan het overbodige P
Do sociaal-democratische propaganda werkt
ten slotte allorocrst op de ontevredonheid der
scharo on ten tweedo op haar naijver, en ten
dorde op haar mcnscheiijko drift, om nu ook
eens te gonieten en te bevelen.
Een dergelijke propaganda vraagt geen in
tellect, alleen gemoedsbitterheid. En dio leeft
in do orbeiders-propagandiston zeker niet hot
zwakst.
Van drie kanten bekeken - vindt men do
intollectuoelen volkomen overbodig in het kamp
der „Boo.-dem. Arbeiderspartij."
En als we aoggen, dat we het verschijnsel
van hun uitstooting zouden kunnen toejuichen,
't is omdat wo, zullen do arbeiders mondig wor
den, meenen, dat zij dan ook hun eigen belan
gen maar moeten leoren behartigen cn mot
schade hun onvermijdelijko levenslos koopen.
De taak dor „intelloctuoolen" ligt te midden
der velen, dio nog, buiten allen partijstrijd om,
gaarne van hen loeren willenonder hun eigen
standgenooten, wier oogen zij to openen hebben
voor breeder opvattingen van den aangevan
gen levensstrijd. En in het zelf bestudeeren
der maatschappelijke cn menschelijk-p^ycholo*
gische verschijnselen, die tóch op don duur zo®
een voudig niet zullen hl ijken als zo met pro
pagandistische 'doeleinden plegen te worden
voorgesteld»
Naar aanleiding van do elders in dit blad ver
melde beschikking van generaal Bergansius,
don nieuwen minister van Oorlog, de nacht
permissies voor militairen betreffende,
schrijft De Maasbode
„Het eerste naar buiten uitkomend blijk van
betookenis, dat Nederland thaus Christelijk
wordt geregeerd, is gegeven.
Den katholieken zal hot tot dubbele voldoe
ning strekken, dat die daad van een der ka
tholiekeministers uitging.
Zo zal tot grooto vreugde strekken van alle
ouders, wien een zedelijke levenswandel hun-
nor dienstplichtige zonen ter harte gaat; tot
grooto voldoening ook van allen, dio prijs stel-
lon op een niet slechts gedisciplineerd, maar
ook tuchtig Nederlandsch leger.
Herhaaldelijk is door de katholieke en anti
revolutionaire pers en ons blad maakte daar
op geen uitzondering aangedrongen op weg
neming van een grooten misstand uit hot ka
zerneloven.
Sommige1 hoofdofficieren hadden een begrip
van opvoedkundo, dat hen er toe leidde, den
miliciens nu en dan ongevraagd nachtpermis
sie to geven. Somwijlen werd zelfs den gan-
schen nacht vrijaf verleend. De bedoeling was,
de jongelieden in staat te stellen „de wereld
to leeren kennen!" Waar dit too leidde, behoeft
wol niet nader aangeduid.
Sterker nogsommigo ouders, die verzoch
ten hun minderjarigen zonen deze gelegenheid
niet to verstrekken ontvingen op die rechtmati
ge aanvraag oen afwijzend antwoord.
Aan dien misstand heeft de nieuwe Minister
van Oorlog oen einde gemaakt.
Het doorbrengen van den ganschon nacht
buiten de kazerne wordt beslist verbodon; on
het verlangen van ouders, dio voor hun zonen
geen later verlof dan tot 12 uren wenschcn,
moot worden ingewilligd.
Met doze beschikking heeft minister Bergan
sius een werk gedaan, dat wamio instemming
zal vinden, ook bij zijn staatkundige tegenstan
ders, dio gevoel hebben voor do zedelijkheid in j
het legor.
Gemeenteraad van Noord wijk.
Voorxlttor: Jhr. mr. J. H. J. Quarles va
Ufford, burgemeester.
Na opening der vergadering verzoekt de
voorzitter den aecretaris de nieuwgekozen
raadsleden binnen te leiden. Deze leggen
daarop de gevorderde eeden af en wordon met
een hartelijk woord van gelukwensch door
den voorzitter opnieuw geïostalleei d. K idat
zy hun plaats nu hadden lngonomen, was de
geheele raad voltallig. j
Een Ingekomen verzoekschrift van mevr.
wed. Everwyn Strieker en negen anderen, j
allen oigenaars of gebruikers van landerijen, t
langs de tochtsloot het Heultje, uitmonden.ié
in de Maandagacho Wetering, wordtin handen I
gesteld van B. en Ws., om praeadviea. Adres-
santen verzooken toestemming, bedoelden
waterweg op een breedte van M. te mogen j
breDgen, ten einde den aanvoer van niest on i
den afvoer vi.n land- en tuinbouwproducten
te vergemakkelijken. Voorts willen zy een
brug aanbrengen.
Vervolgens worden de heeren P. van do^
Weyden en E. Smit resp. met 10 en 9
stemmen, onderscheideniyk als wethouder en
ambtenaar van den Burg. Stand herkozen.
Hoewel belde heeron bezwaar maken een
herbenoeming te aanvaarden, vinden zy in het
grooto vertrouwen hunner medeleden aan
leiding over die bezwaren heen te stappen en
zich de herbenoeming te laten welgevallen.
Op voorstel van de commissie ad hoc, de
heeren Homan, Parlevliet en De Groot, wordt
de gemeente-rekening over 1900 voorloopig
vastgesteld in:
uitgaaf op f 24091.93s
ontvang6ton op 22816.69i
nadeelig saldo f 1275.24
Do begrooting voor 1002 zal by de leden
clrculeeren.
2)
Wanneer zullen de sahibs gereed z\Jn om
tie stad Metra te bezooken?" vroeg Hassan,
toen hy voor ons stond.
„Gy zogt, dat het slechts drie myien van
.flier is," zeldo Frank, en het is nu nog twee
uren vóór zonsondergang; Ik zou zeggen, dat
iWÜ het er vandaag maar eens op moesten
wagen." En daarop den Arabier uitvorschend
fianziendo, vroeg hy:
„Houdt gy nog altyd vol, dat die schat
daar te vinden is; of bestaat hy, per slot
.van rekening, enkel en alleen in uw eigen
verbeelding?"
„De sahib is niet grif van goloof," merkte
de Arabier op; „maar hy zal spoedig tot de
overtuiging komen, dat ik de waarheid ge-
flproken heb."
„Ga daar rusten,*' zeide Frank, met zyn
vinger wyzende naar de plek gronds vlak
voor onze voeten, „en vertel ons dan die ge
schiedenis nog eens, opdat wy in staat zyn
om een oordeel te vellen over uw oprecht-
'heid."
Hassan viyde zyn lichaam neer in de ge
wone houding, die hy by zulke gelegenheden
aannam; en terwyi Frank en ik naar zyn
verhaal luisterden, om zoo mogeiyk hier of
jdaar eenigo afwyking te ontdekken, dreunde
de Arabier op half sprekenden, lialf zingenden
toon de legende van „De diamanten van
-koningin fihomar" voor ons op, zooale hy
kaar gehoord bad uit den mond der bewoners
Jca 4g»t distort rondom
II.
„In Gelukkig Arabiö" zoo begon Hassan
„regeerde eens, meer dan twee duizend jaar
geleden, een beroemd koning, dio Shomar
heette
„Dat is nu nog werkeiyk eens een legende
uit den goeden ouden tydl" viel Frank hem
in do rede, torwyi hy den Arabier mot een
ongeloovig gezicht aankeek.
„Shomar" ging de verhaler voort
„was machtig, maar was niet gelukkig, want
onder de prinsen van zyn Hof was er één,
die grooten rykdom en invloed bezat. Hy
sprak den koning niet aan op den nederigen
toon, dien de overige hovelingen steeds aan
namen, en het duurde dan ook niet lang of
hy viel in ongenade. De afgezanten, die des-
tyds van het Perzische Hof kwamen, beje
genden den prins mot zulk een in het oog
loopende onderscheiding, dat Shomars jaloezie
er door werd opgewekt en hy naar de een
of andore gelegenheid zocht om zich te ont
doen van dezen onderdaan, die vreesde
hy te eeniger tyd een aanval zou doen op
zyn troon. Juist verspreidde er zich een ge
rucht, dat er in een afgelegen gedeelte van
Arabiö een opstand was uitgebroken, en nu
beschuldigde Shomar den prins, dat hy daarin
do hand had gehad. Laatstgenoemde wierp de
valsche beschuldiging uit alle macht van zich;
en toen de koning toch by zyn bewering vol
hardde, trok hy zyn zwaard, alsof hy zich
gereed maakte, een aanval te doen op den
monarch, terwyi deze op zyn troon was ge
zeten. Nu weerklonk eensklaps de kreet:
„Verraad 1" die weldra aan alle kanten door
de echo's van het paleis herhaald werd; en
reeds in het volgende oogenblik wankelde de
pró* vruchteloos fiiet de Inwacht,
Shomar wierp een zegevierenden blik op
zyn onderdaan, toen laatstgenoemde weinige
dagen later gekneveld voor hem stond, om
het vonnis aan te hooren, dat tot straf voor
zyn misdaad over hem zou worden uitge
sproken. De koning zou niets liever gedaan
hebben dan den beul bevel geven om den
gehaten onderdaan op to hangen; maar hy
was bang, dat dit eon slechten indruk op het
volk zou maken. En zoo werd de prins dan
veroordeeld tot eeuwigdurende ballingschap in
een afgelegen district, en met den dood be
dreigd, ingeval hy ooit van daar terugkwam.
Vergezeld van zyn vrouw on zyn jeugdige
dochter, benevens van enkele getrouwe be
dienden, bereikte de prins het oord zyner bal
lingschap, en nu werd er verscheidene jaren
achtereen niets meer van hem vernomen.
„Op zekeren dag trok er een troep pelgrims
over het grondgebied van den koning, en deed
één hunner aanvrage om een audiGntie by don
vorst. Hy doelde den koning onder vier oogon
zonderlinge berichten mede, want de verbannen
prins had oen wonderbare stad gesticht, Metra
geheeten, werwaarts wy thans op weg zjjn," -
en hier staakte de Arabier een oogenblik zyn
verhaal.
„Ga voort 1" zeide Frank; „wy zyn verlan
gend om Iets te hooren omtrent die diamanten,
waarvan gy zooeven gewag hebt gemaakt."
„Geduld 1" hernam Hassan; „gy zult het
zoo dadeiyk hooren. Na ongeveer een jaar
lang te hebben rondgezworven, besloot de
prins een stad te bouwen, maar vreesde,
dat zyn vorst, zoodra hy er van hoorde, een
leger soldaten zou afzenden om de gebou
wen te vernielen. Op zyn reizen was hy
meer dan eens door een reusachtigen hollen
tusschen de rotsen getrokken m nu
kwam er een zonderling denkbeeld by hem
op. Hy deelde zyn plannon aan zyn lot-
genooten in de ballingschap medo, en zy
stemden dadeiyk met zyn voorstel in. De
rotsen aan beide zyden van het ravyn be
stonden uit een steensoort, die in kleur en
hardheid op marmor geleek, maar toch be
gonnen zy haar uit te graven, en nu duurde
hot niet lang of zy hadden verscheidene
grotten voor zich uitgehold. Daarop loofde
de prins dio nog altyd zoer ryk was
een kolossalen diamant uit voor den man,
die het fraaiste paleis voor hem zou uit
houwen. Er meldden zich bekwame mannen
aan, on gedreven door de begeerte naar de
uitgeloofde belooning, werkten zy rusteloos
voort; en nu was het ravyn woldra her
schapen in een gebaanden weg, met aan
weerszyden een reeks prachtigo marmeren
paleizen, die zich over een lengte van meer
dan drie myion naast elkander uitstrekten,
zoodat het vroeger zoo onherbergzamo oord
nu eon schooner stad werd dan waarvan do
dichters ooit of immer gedroomd hebben. Een
paleis in Metra te bezitten, werd het toppunt
van alle prinseiyke eerzucht, en over al die
paleizen heerschte nu de verbannen prins.
Toen hy stierf, nam zyn dochter, die tot een
beeldschoone vrouw was opgegroeid, baars
vaders plaats in en aanvaardde zy als prinses
Idalia de regeering
Daarom deden de prinsen, die in de marme
ren paleizen van Metra woonden, aanzoek om
do hand der prinses, maar zonder den ge-
wenschten uitslag, want In het geheim had
zy een afkeer van hen. In haar jeugd, ter-
wyi haar vader nog een zwervend banneling
was, had zy kennis gemaakt met een jong
en moedig bergbewoner, en hun wederkeerige
vriendschap uit de kinderjaren werd dieper
en krachtiger naarmate zy ouder werden.
Haar minnaars haatten den bergbewoner, doch
durfden dit niet doen biyken; daarom peinsden
zy op middelen om zich van hem te ontdoen.
De pelgrim, dio aan Shomar do vertrouweiyko
mededeeling deed van het verrijzen der wonder-
bare stad, was door hen afgezonden. Toen de
koning de schoonheid van prinses Idalia hoorde'
roemen, besloot hy haar te gaan zien, en kort
daarna ging hy dan ook vermomd een bezoek
aan haar paleis brengen. Hadden de prinsen
haar bewonderd, de koning nog veel meer;
hy werd letteriyk betooverd, en na vruchte-
loozo pogingen gedaan to hebben om haar
liefde to winnen, maakte hy zyn koninklyke
waardigheid bokend. En toen zeide do prinses,
op haar troon gozoton, terwyi de vorst smee-
kond voor haar noderknieldo: j
„Sta opl Ik bon uw minderel Het ie c:rt
voegzaam, dat do grooto Shomar zou huwen
met oen zyner onderdanen. Er zyn donker-
oogigo meisjes aan de Hoven van Perziö en
in andere naburige Staten; daar zult gy een
prinses van koninkiyken bloede vinden, di®(
gy met de aanbieding uwer hand kunt ver-1
eerenl" En by die woorden strekto zy haar
hand uit, als om den vorst uit zyn nedorige,
biddende houding te doen opryzon. Do koning
vatto in vervoering die hand en drukto haa^
aan zyn lippen, terwyi een glooiende blos het
gelaat der prinses bedekte. Vervolgens sprak
zy op bescheiden toon, mot neergeslagen
oogon
„Weet, o koning l dat de liefde van IdalhA
reeds is weggeschonken