r ir; T7m
TJonderdag SO Auaiistns.
A® 1901.
f
<Beze <§ourant wordt dagelijks, met uitzondering
van (Zon- en feestdagen, uitgegeven.
Leiden, 29 Augustus.
Feuilleton.
Een opvoedster.
PRIJS DEZER COTJRA27T:
(j'Yoor Leiden per 3 maandon; 2 5! f1.10.'
"Ruiten Leidon, per looper en waar agenten gevestigd zjjn 1.30
Franco per post •••••a 1.65-.
PRIJS DER ADVERTEMTEËLN:
Van 1-6 regels f 1.06. Iedere regel meer f 0.171. - Grootere
letters naar plaatanumte. Voor het incasseereu buiten de stad
wordt f 0.06 berekend.
f'
OQolëelo Kennisgevingen.
Burgemeester en Wethouders van Leiden;
tieiet op het Raadsbesluit van den lbdeu Maart
189b tot regeiiDg van het onderwijB aan de
openbare eouool in de Heerenatraat
^brengen ter algemeene kennis, dat tot het doen
Vinschrijven van nieuwe leerlingen
voor bovengenoemde school gelegenheid zal worden
gegeven ïu het sohoo.gehouw in de Heerenstraat
van den 2 d e n tot eu met den lid e n S e p-
tember a.s., des voormiddags van half negen
tot negen uren en des namiddags van half-
twee tot twee uren, behalve des Zaterdags
en des Zondags.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
WAS, Burgemee-ter.
M. C. DEKHUYZHN, Weth., lo.-Secr.
leiden, 28 Aug. 1901.
Burgemeester en Wethouders van Leiden;
Gezien artikel 6, '2de alinea der Verordening
■van 25 Januari 1894, regelende de inwendige
inrichting der scholen, de toelating en het ontslag
der leerlingen, (Gemeenteblad No. 5 van 1394);
Brengen Ier aigemeene kennis, dat de inschrij
ving van nieuwe leerlingen aan de openbare
•cholen der 3de en 4de klasse zal plaats hebben
van den 2den tot en met den 14den September a.s.;
in de schoollokalen op de Binnenvestgracht aan
het Plantsoen; in de Van der-Werf-straat; aan
de Korte Mare; aan do Langebrug; aan den
Maresingel; in do Rijnstraat en ia de Urande-
wijnsteeg;
'des voormiddags van halfnegen tot negen uren
en de? namiddags van kalftwee tot twee uren,
bekalvPdes Zaterdags en des Zondags.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
F. WAS, Burgemeester.
M. C. DEKHUYZEN, Weth., lo.-Secr.
Leiden, 28 Aug. 19Ö1-
By de openbare promotie en prysuitdeeling
van het Gymuasiura, alhier, die hedon ge
schiedde, zyn bevorderd;
Van de 1ste klasse tot do 2de: A. H.Kamer-
lingh Onnes, H. W. de Ron, C. J. van Ingen,
J. G. A. Voorhoeve, W. A. van Oorde, F. J.
Los, "W. G. F. Borgerhoff Mulder, R. van Eecke,
A. J. Thomas, A. J. van Wijngaarden, H. J.
do Wolff, P. R. Blok, A. E. W. Benjamins,
J. Martin, (P. L. van Sillevoldt).
Van de 2de klasse tot de 3de: J. de Jong,
P. Yan Hoven, W. H. H. Middendorp, Th. G.
Donner, F. G. J. Borgerhoff Mulder, G. W.
Andreae, H. J. Tiele, W. H. Druckor, Mar-
garotha H. O'breon, J. B. Meynen, D. A. van
den Bosch, P. L. van Erkol, P. S. Oberman,
0. Briót, F. Boele, K. A. H. Coebergh.
Van de 3de klasse tot de 4de: Elsa Oppen-
heim, A. Pyper, W. Nolen, A. Massink, M.
H. Godschalk, Jeannette G. H. Hovens Gróve,
W. Gebhardt, A. K. Horst, W. A. Tieleman, K.
E. W. J. Veit, J. P. B. de Josselin de Jong,
C. J. Frangois, 0. C. Tieleman, J. J. Kloots,
H. P. Fortgens.
Van de 4de klasse tot de 5deJ. D. Pyper,
Cbr. N. Impeta, G. Hovens Gróve, R. Siegen-
beek van Heukelom, Catharina M. W. Roem,
E. Doyer, J. Cb. F. Schmied, J. W. de Stoppe
laar, W. van Wettum, J. G. Lekkerkerker,
G. K. Oberman, G. G. van Kleef, V. E. Vethake.
De leerling J. C. Tieie zal op eigen verzoek
do 4de klasse herhalen.
Yan de 6do klasse tot de 6do: O. S. 0. J.
Veit, J. van der Mandere, H. W. J.M.Keuls,
Ch. B. W. Yerweyde, H. T. Oberman, D. Los,
A. G. Kloots, P. Spaan, A. E. K. Bolland,
J. M. Blüggel, H. C. van Beusekom, S. H.
van Groningen, S. A. la Rivlère, A. S. Oppen-
heim.
De gratiarum actlonea zyn gehouden:
Voor de lste klasse door A. H. Kamerlingh
Onnes, in hot Noderlandsch.
Voor de 2de klasse door J. de Jong, in het
Fran8ch.
Voor de 3de klasse door Elsa Oppenhelm,
in het Hoogduitsch.
Voor de 4de klasse door J. D. Pyper, ln
het Engelsch.
Voor de 5de klasse door Otto Veit, in het
Latyo.
Op den verjaardag van H. M. de Koningin
zal alhier op de verlichte Korenbeurs een
muziekuitvoering plaats hebben, aanvangende
des avonds om halfacht.
In de gisteren alhier gehouden zitting van
de Kamer van Koophandel en Fabrieken werd
aangenomen voor kennisgeving een afschrift
van een door de Nederlandsche Yereeniging van
handelaren in buitenlandsch meel aan de
Tweede Kamer der Staten-Generaal gericht
adres, houdende protest tegen het aan die
Kamer gericht adres door hot Nederlandsch
Landbouw-comitó waarby dit zyn instemming
te kennen geeft met het voorstel tot het
heffen van een invoerrecht op de buiten-
landsohe meelsoorten, hoedanige heffing naar
het gevoelen van hot Landbouw-comitó zou
zyn gerechtvaardigd doordien by die meel
soorten veel vervalsching wordt geconsta
teerd, dit artikel derhalve de volksgezond
heid benadeelt en de eeriyke concurrentie
in het binnenland onmogeiyk maakt, allo
welke beweringen door de Nederlandsche
vereoniging ten krachtigste worden weer
sproken. Mede voor kennisgeving werd aange
nomen een afdruk van een aan den Minister
van Financiën gericht adres van de Grossiers-
vereeniging „Eendracht" te Groningen, ver
zoekende verlaging van het recht van zegel,
zooveel betreft de quitantiën voor eon bedrag
de som van f 10 te boven gaande.
De mededeehng van den Minister van
Watorstaat, H. en N., dat m het vervolg by
den invoer van kolfle uit Nederiandsch-Indiö
in Frankryk niet meer zal worden gevorderd
overlegging van het oorspronkeiyk cognosse
ment of een verklaring van de douane van
het land van uitvoor, maar genoegen zal
worden genomen met oen verklaring van de
Kamer van Koophandel omtrent do plaats
van herkomst van het in te voeren artikel,
werd eveneens voor kennisgeving aangenomen.
Ten opzichte van do beslissing op eon door
Gedeputeerd© Staten gevraagd advies, ovor.
een nieuw vaartplan voor do gemeente in don
waterweg tusschen Ryn en Scuio en de heffing
van vaar- en havengelden word bepaald het
desbetreffend advies voorloopig niet openbaar
te maken.
Yerder werd aan de orde gestold een schry-
ven van den consul-generaal van Rumenië, ver
zoekende de regeering van dien Staat in te
lichten omtrent den indruk, dien in Nederland
het ontworpen toltarief, onlangs door de
Keizeriyk Duitsche Regeering bekendgemaakt,
heeft teweeggebracht.
Besloten te antwoorden, dat die indruk in
de hoogsto mate ongunstig is en zeer zeker
ongunstig zal inwerken op den invoer in
Duitschland.
Met betrekking tot een adres van de firma
H. Goobel en Co. te Bodegraven, tusschen-
komst der Kamer verzoekende ter bevordering,
dat de voorgenomen verhooging der invoer
rechten op do zuivelproducten in Duitschland
niet tot wet worde verheven, werd besloten
de aandacht van den Minister van Buitenland-
sche Zaken op de zaak te vestigen.
De kapitein A. W. Noorduin, die uit
West-Indië hier te land© is teruggekeerd, is
ingedeeld by het 4de reg. inf. te Leiden.
De „Sts.-Crt." bevat de statuten der
Leldsche vereenlging tot bescherming van
dieren, te Leiden.
Met ingang van 1 September wordt de
heer J. B. Sliggers, agent van het bestelhuis
van 't Hollandsche Spoor aan de Breestr&at
alhier, eervol ontslagen, met pensioen. Dertig
jaren was hy by de Maatschappy In dienst.-
Zyn plaats zal vervuld worden door zyn zoon
den heer B. J. Sliggers.
De firma M. M. Couvée, te 's-Gravenhage,
heeft een nieuw portret in den handel ge
bracht van H. M. do Koningin en een van
Prins Hendrik op dezelfde grootte als de vroeger
door haar uitgegeven portretten van de Konink-
ïyke familie.
Deze portretten zyn zeer fraai en behooren
zonder twyfol tot de besto, die In den handel
zyn. Zy zyn hoog 90 cM. en breed 63 cM.
Verder heeft de heer Couvóe naar dezelfdo
photo's heliogravures laten vervaardigen, die
in drie edities verkrygbaar zyn gesteld, nl. op
eatyn met facsimile handteekening, op Japansch
papier en een gewone editie met onderdruk.
De byeenkomst van wetenschappeiy ke man
nen en Indischo en oud-Indische regeeringsper-
sonen, ter huldiging van den pas in het vader
land teruggekeerdon boroèmden Borneo-relzi-
ger, den heer Nieuwenhuis, werd gistermiddag
gehouden in do Ceciliazaal van het Gebouw
voor Kunsten en Wetenschappen te 's-Gra
venhage.
Toen de heer Nieuwenhuis, in de uniform
van zyn rang: officier van gezondheid lste
kl. by het Indischo leger, de borst versierd
met de ordo van den Nederlandschen Leeuw
en het Lombokkruis, in den kring zyuor ver
eerders verscheen, vond hy aan do bestuurs
tafel gezeten, nevens den voorzitter van de
My. ter bevordering van hot natuurkundig
onderzoek onzer koloniën, oud-gouverneur-
generaal mr. C. Pynacker Hordyk, den minister
van koloniën, jhr. mr. T. A. J. van Asch van
Wyck, den oud-minister Cremer en baron Yan
Go iiistein van Oldenaller, eere-voorzitter der
maatschappy voornoemd, en den oud-gouver-
neur-genera&l jhr. Van dér Wyck.
Verder vond hy in de zaal vereenigd tal van
bestuurs- en gewone leden der maatschappy
on vele belangstellenden uit de kringen van
oud-Indische mannen van wetenschap.
Nadat do woderzyjacho vooi-stolJiiiff had
plaats gehad, noodigde de hoer Hordyk den
bekenden ethnograaf uit plaats to nemon in
een eerezetel tegenover de bestuuretafol,
waarna de president, tevens leider dezer byen-
komst, een harteiyk woord tot den heer
Nieuwenhuis richtte.
Daarna word nog een kort woord gesproken
door dr. J. P. van der Stok, voorzitter en ver
tegenwoordiger van het Indische comitó.
Hierna werd de byeenkomst opgeheven en
onderhield de beroemde othnograaf zich nog
eenige oogenblikken met den minister van
koloniën en do overige aanwezigen.
Aan het diner in „Hötel des Indes" namon
ook o. a. deel de heeren De Stoppelaar, uit
Lelden, P. J. van Houten en Huydecoper van
Maarsseveen, S. R. J. do Monchy, dr. Hubrocht,
secretaris van de Maatschappy voor Koloniaal
Natuurkundig Onderzook, jhr. 0. H. A. van der
Wyck, oud-gouv. gen., mr. W. baron Van Golt-
stein, oud-min. van koloniën, prof. Weber, dr.
v. d. Stock, jhr. mr. C. J. den Tex, jhr. mr. van
Asch van Wyck, minister van koloniën, mr. C.
Pynacker Hordyk, oud-gouv.-gen., Creuier, af
getreden minister van koloniën, W. Geertsema,
dr. Buttikofer en Van Oordt.
Onder den naam „De Jonge Liberalen"
en als onderafdeeling van do liberale kies-
vereenlging „Vooruitgang I", is ln het kies
district Rotterdam I opgericht een vereenlging
van jongelieden van 18 tot 25 jaar, die zich
ten doel stelt de belangstelling in de publieke
zaak onder kiezers en aanstaande kiezers op
te wekken en levendig te houden, ten einde
daardoor „Vooruitgang I" voortdurend tot
eteun te zyn. De vereenlging zal dit doel
trachten te bereiken o. a. door het by wonen
en houden van politieko lezingen en door het
verspreiden van geschriften op politiek gebied.
Hot bestuur bestaat uit de heeren C. D. H.
Dyxhoorn, voorzitter; J. du Saar, secretarie;
en J. Kamerbeek Gz., penningmeester. Eere
voorzitter ls de voorzitter van „Vooruitgang I",
de heer Joh, O. Hoos.
Op het 26ste Ned. taal- en letterkundig
congres te Nymegen werden ontvangen tele
grammen van dank van H. M. de Koningin
en van President Kruger.
Prof. P. J. Blok woes er naar aanleiding
van gezongen liedoren op, dat de toestand,
de ligging van ons land wyst op zee. Die zee
gaf in de 17de eeuw aan de Nederlanden hun
eigenaardige positie, en ook thans nog ligt
Nederlands toekomst op de zee. Spr. weea
dan op de zeewezen-tentoonstelling, die te
's-Gravenhage is gehouden en waarvan een
uitvloeisel was de oprichting van de vereenl
ging „Het Nederlandsche Zeewezen", die een
tydschrift gaat uitgeven. Die voreeniging acht
spr. van zeer groote beteokenls. Immers, by
hpt volk bostaat in onze dagen al te veel een
vooroordeel tegen de zee; typisch was byv.
dat nog niet lang geleden een vrouw by
iemand kwam klagen over goddeloosheid van
haar jongen en op de vraag hoe zich die
goddeloosheid uitte, ten antwoord kroeg„Hy
wil naar zee." Vandaar, dat spr. meent, dat
de liefde voor de zee dient aangewakkerd;
dient door te dringen hot besef dat Noerlands
grootheid ligt op de zee; hy drong daarom
aan op steun der nieuwe vereoniging.
Daarop ging dr. Schaapman spreken over
„De waarde der kennis van do Nederlandsche
historie voor den Nedorlandschen stam ln
den vreemde". Evenwel bracht spr. allereerst
uit 's harten grond een woord van hulde aan
de nagedachtonis van wyien prof. Jan ten Brink.
„Het valt moeiiyk", zeide spr., „ons Jan
ten Brink voor te stellen als hoogleeraar of
dokter, en toch was hy hoogleeraar, omdat
hy door zyn taal anderen tot hemzelvon op
hief. Men zal lang van hem gewagon om de
veelzydlgheid van zyn geschriften en de eigon-
aardige oorepronkeiykheld. Deze laatBte be
stond hierin, dat Ten Brink steeds op wist
to gaan in de stof, in het onderwerp, dat hy
behandelde. Het was oorspronkeiykheid van
geheel eigen soort, het was een gave des
geestes; voor iedere stof, die hy ter hand
nam, werd hy warm en daarin lag het ge
heim van de groote aantrekkeiykheid, die hem
hoorders maakte en van die hoorders vrienden.
In hom leefde de echte Nederlandsche con-
grosman ln de beste beteekenis des woords;
hy was Nederlander en Vlaming tevens; hy
had de degelijkheid van den Nederlander, maar
tevens die opgewektheid, die onze zuideiyke
broeders zoo aantrekkelijk maakt. Van hom
was het vooruitzicht op dit congres nog een
verjongingskuur ln zyn laatste dagen, helaas l
die verjongingskuur ls niet gebleven en hier
brengen wy hom onze hulde."
En dan komende tot zyn elgeniyk onder
werp geeft spr. al dadeiyk te kennen dat
inderdaad de kennis der historie voor den
Nederlander ln den vreemde vooral van be
teekenis is. Het geldt de vraag hoe zal men
voor hen, die naar den vreemde gingen, de
geschiedenis van ien stam bewaren; bewaren
het ideaal van de beteekenis van het vaderland?
Dat kan alleen geschieden door de herinnering
van het vaderland gaande te houden door zyn 1
historie. In dit land zelf omringt ons die 1
historie voor een groot deel door het heden
dat kwam uit het verlodendio herinnering i
komt hier tolkons tot ons uit gedenkteekenen
door plaats namon, e.d., door een standbeeld
soms, al zyn wy geen volk van standboolden,
misschien, omdat wy zooveel een volk van
levende standbeelden zyn. Maar in den vreemde
heoft men dergelyke herinnoringen niet en\
kan men haar alleen opwekken door het
boek der historie. Vraagt men wat die histor.o
ia, dan antwoordt spr. dat zy voor hem is
de voorstelling van geheel het machtige volks
leven; de voorstelling van al dat genoegen,
ïyden dat het aanschyn geeft aan het volk
en het de plaats geeft in liet verleden en die
het te handhaven heeft in de toekomst. De -
historie wordt gevormd door allen, tot welk
deel des volks zy ook behooren. Het histo
rische loven is als het leven van den mensch
een aaneenschakeling en dooroenmenging van
goed en kwaad, maar waarin steeds doordringt
een hoog on machtig streven om het goede
en schoone te bereiken, en waarover zal
oordeelen: „Hy, Die zoo hoog is gezeten, zoo
diep in 't ondoorgronde licht." De groote
historieschryver heeft rekening te houden met
het geheel, met het leven van den arbeid,
met den godsdienst, met de kunst, met alles.
Zal nu zulk eon geschiedboek ontstaan?
Spreker betwyfelt het niet, en men mag hopen
dat, hetgeen te Rome is begonnen, te Leiden
in het harto des lands zal worden voltooid.
{Applaus.)
By het schry ven is noodlg phantasie, niet die
fladderende phantasie, doch de phantasie, die
weet te doen opstaan uit den doode; te doen
herryzen uit het verleden en aan dat verleden
den glans van het altyd tegenwoordige weeu
te geven. De groote opvoeders der volken zyn
zy, die het geschiedboek scheppen, dat steeds
den lezers by blyft. Dat zulk een geschied-1
boek eens komo; een boek, dat 6cbeppen zal
het gevoel van eenheid by gansch den Neder
landschen stam, vooral de eenheid van vry-
held, die onder het gezegend Stamhuis van
Oranje ons doe biyven vry en óón.
Na de met daverend applaus bekroonde rode,'
erlangde dr. Pierson, van Zetten, het woord,
die met volle instemming met dr. Sohaepman,
aanleiding vond te wyzen op het bespottelyko
ln ons modern staatsrecht dat van een Noder»
lander ln den vreemde vergt, dat hy elke 10
jaar zal verklaren Nederlander te willen biyven,
wil hy het Nederlanderschap niet verliezen.-
Spr, hoopt, dat dr. Sohaepman zal willen*
meewerken om die wet te doen veranderen,'
Gisteravond heeft Nymegen'* burgery het'
congres een prachtig feest aangeboden. Het
Valkhof was a giorno verlicht.
Kakadorus overschreeuwde het orkest met
zyn moppige monologen in zyn volle kracht,
nu hy voor professoren en zooveel andere
geleerde heeren zyn reoept voor de hersens
uit kon bazuinen.
De belvédère stond phantastlsch tegen de
wolkige lucht, waar, gesluierd, de maan uit
neorzag op het gekrioel in den feesttuin. En in
de hoogte en bonedon klonk met do vrooffjke
melodieën van do kapellen een neuriënd geroee,
dat zoo nu en dan biy zingen en schater
lachen werd. f
In stil bleekblauw licht lag langs het perk
de "Waal, de schepen geruischloos voorby
giydend, met in de masten de lichtende
sterretjes. Aan den oever vlamden piktonnen
in rossigen gloed.
43)
Hy besloot, de beide meisjes voor een fiets
tochtje uit te noodigen; dan vond hy'do beste
gelegenheid, ongestoord met zyn liefste te
spreken.
Met zyn rytuig, de elegante dogcart der
Farlands, voor haar woning stilhoudend, ver-
wachtto hy, Nelly, zooals meer gebeurde, zelve
aan de deur te zien komen; doch de meid
vertelde hem, tot zyn groote verrassing, dat
alle drie dames uit waren. Juffrouw Nelly had
voor een uurtje een brief gekregen, en toen
was ze dadelyk uitgegaan; waarheen had ze
niet gezegd.
Theo had geen tyd te wachten. Spytig, dat
bet fietstochtje in het water viel, zette hy zyn
reis voort, naar Moabit.
Leberecht Pracht ontwaakte lets later dan
gewooniyk uit zyn middagslaapje en keek
vreemd op, dat Dagmar er niet was, die hem
anders altyd op dit uur de krant voorlas. Maar
hy herinnerde zich nu, dat de jongelui dadelyk
na het middageten naar het bureau van den
.burgeriyken stand waren gegaan; wilde men
bytyds Dagmars papieren uit het buitenland
hebben, dan was er geen uur te verliezen.
De oude miste iets, niet zoozeer Dagmar
en zyn krant, want onder het lezen placht
fhy nog wel eens opnieuw in te dommelen
neen, het was iets andershy was den haat
tegen de Farlands kwyt, dien haat, welke
hem weken en maanden lang had vervuld,
[hem geprikkeld tot het bedenken van allerlei
kleine en groote plageryen en wraakplannen.
Dat had nu alles opgehouden, en hy voelde
een leegte in zyn binnenste. Hy was zyn
boste tydkorting kwyt.
De oude heer dreigde ernstig uit zyn humeur
te raken, nu hy in eenzaamheid zyn koffie
moest drinken. Gelukkig kwam er bezoek,
't Was Mizzi Poliinger, en al vond hy de
Weenerin wat valsch en praatziek, het was
toch gezelschap.
„Neen, maar wat ziet u er weer kolossaal
goed uitl" begon het weeuwtje luidruchtig;
„u wordt eiken dag jonger I"
„Ja," zei de oude, „als men zoo solide leeft
als ik, is dat geen wonder."
Mizzi lachte en begon met groote drukte
voor hem koffie te schenken.
„Ik dacht, dat juffrouw Ottensen hier al
voor dochtertje speelde?" zei ze... „Ja, zeg
eens eeriyk, meneer Pracht, is juffrouw
Dagmar niet erg boos op my?"
Do oude heer knipoogde listig tegen haar
en antwoordde:
„Weineen, daarvoor heeft myn aanstaande
schoondochter geen tyd. En waarom zou zo
juist op u boos zyn? U is immers zoo'n
oprechte bewonderaarster van haar, nietwaar?"
Mizzi legde met een heel lang gezicht de
hand op het hart,
„Meneer Pracht, van praatjes maken houd
ik niet; maar dit kan ik u zeggen: ik ben
in die zaak erg misverstaan I"
,Hm I hml die boo ze wereld I Mes spant
samen om u te benadeelen."
„Dat wil ik niet beweren I"
„Toch waar. Is het niet laaghartig, dat ze
u den prys gegeven hebben?"
Mizzi trok weer een lang gezicht en vroeg,
gedwongen vroolyk
„Dat is toch geen laaghartigheid?''
Niet? Nu zal uw werk gezien wordenl
Anders hadt u nog ongehinderd voor beeld-
houweres kunnen doorgaan l"
De strydlustige grysaard zag de vroolyke
Weenerin voor het eerst sprakeloos, Zy her
stelde zich spoedig, en de twee raakten nu
wat aan het kibbelen, waarby mevrouw Pol-
linger een goede dosis waarheid to hooren
kreeg, en waarheid was voor Leberecht Pracht
vry wel identiek met grofheid.
Eindeiyk kreeg hy toch medeiyden en bond
wat in. Mizzi was in den grond niet slecht
en zeer goedhartig. Voor Dagmar gevoelde zy
een soort medeiyden, waaronder ook oen beetje
schaamte en vrees liep; nu echter was zy naar
Moabit gekomen in het heilige voornemen,
zich met de Deensche te verzoeneD.
Ze begon, telkens in de rede gevallen door
een dwaze opmerking van haar gastheer, zich
te verontschuldigen, wierp de schuld op de
jury en liet niet na, in minder gunstigen zin
op Stephanie te doelen.
Pracht merkte spoedig, dat de vriendschap
uit was en aarzelde niet, dit rondweg te vragen.
„Ach, meneer Pracht," zuchtte Mizzi, biy,
een middel gevonden te hebben, zich hier
sympathiek te maken, „men komt altyd tot
onaangenaamheden, als men zich met de Far
lands inlaat!"
„Wat u zegt!" spotte hy. „Maar ik heb
toch wel eens hooren verluiden, dat de wak
kere Theo F ar land uw arm hartje een poosje
heel lief getroost heeft 1"
Nu werd Mizzi werkeiyk boos.
„Wie? Theo Farland 1 Ik zou wel eens willen
weten, van wien u dat gehoord hebt."
Pracht doorzag nu het spel, en hy had er
schik in. Wat zou ze verbluft staan, als hy
haar vertelde, dat hy met de Farlands ver
zoend was!
Al doorpratondo, verried zy, hoe jaloersch
zo was, en dat ze haar zinnen op den jongen
Farland had gozet. Pracht plaagde maar voort,
en zo werd steeds opgewondener. Eindeiyk
riep ze, zenuwachtig lachend:
„Hy heeft al een meisje opgezochtI Een
bekende van Paimpol, den bollenkoning, met
wien ik, in my'n domheid, hem kennis heb
laten maken. Gelukkig neemt de zaak een
keer; het zou my spy ten om het kind, als ze
dupe werd van zoo'n bedrog."
„Bedrog, hm! een beetje kras, mevrouw!"
zei Pracht, ontstemd. „Uw medolyden met de
jongedame is zeker heel monscheiyk
„Ja, zuivere humaniteit! Ik zou de laatste
geweest zyn, my er om te bekommeren, mot
wie Farland trouwt; doch als er zulke dingon
van iemand bekend worden
„Hy hoeft toch geen tafelzilver gestolen?!
U maakt het to org, mevrouwtje! Dat u hem
een andere niet gunt, is duid
„H3, ha, ha! Niet gunnen! oen niet
gunnen! Niemand mag hem ïyden. ik niet,en
die andere niet, en u ook niet! Want wie tot
zoo iets ln staat is
„Zoo ietszoo iets!" riep de oude. „Nu
word ik werkeiyk boos. Zeg kort en goed,
wat er tegen hem valt in te brongen! Dat
hy schulden heeft? Daarom kan hy nog wel
een goede party zyn."
Mizzi was voornemens geweest, voorloopig
het terrein to verkennen, om een eervollen
terugtocht to maken in de richting der Prachts,
wier vyandschap haar gevaariyk kon worden,
terwyi de bescherming van Stéphanie, wier
zon daalde, haar niet veel meer kon opleveren,
't Was haar plan niet geweest, dadelyk met
zwaar geschut op de FariaDds los te trekken;
maar nu, in het nauw gebracht,- vertelde zy
den ademloos luisterenden Pracht, wat zij wist
van den schurkenstreek, dien Theo met hot
patent op Poggerlinks vinding had uitgehaald.
Zy vertelde kalm, met zekere voldoening,
denkende, dat het koren op zyn molen was,
maar zonder haat en scherpte, die haar eigeniyk
vreemd waren. Nu stond ze geheel ontsteld
over de uitwerking van haar verhaal.
Pracht had er reeds bedaard naar geluisterd
doch naarmate zy vorderde, werd zyngeziché
somberder en strenger, zyn blikken doorboorden
haar, zyn vingers bewogen zich als door zenuw-
trekkingen. Plotseling baldo hy de vuisten,
hief de handen op en riep krtJschend:
„Zwyg, mevrouw Poliinger! Dat ia een ge
meen YerzinaoL"
Mizzi was angstig teruggeweken. Zy star
melde:
„Wat wordt u dadoiyk boosl Ik zeg niets
dan de zuivere waarheid! U heeft zelf zoo
dikwyi8 gezegd, dat het met de Farlands slecht
zou uitloopon; u ziet, dat u geiyk krygt. Daar
moet u my geen verwfit van maken l"
„Mevrouw Poliinger, ik moet u zeggen... j
neen, ik zog u nog niets. Ovor een paar
minuten wacht ik iomand, en als u den moed
heeft, voor dien persoon te herhalen, wat u
daar heoft verteld
Mizzi speolde de verontwaardigde en wil-ie j
gaan.
„Biyfl" beval de oude, die inmiddels go-
beid had, en juffrouw Schlitt, die binnenkwam,
riep hy toe:
„Als meneer Farland komt, breng hom dan
dadelyk hierl"
„Meneer is er al, by meneer Karl Maria
op het kantoor."
De oude drukte op hot knopjo van eon bol
en groep hot mondstuk van een naast zyn
stoel hangende spreekbuis.
(Wordt vervolgd.)