MENGELWERK.
in de gemeente kond doet. Natuurlek oefent
die openbaring invloed op ons geheele zyn
en leven, ook als staatkundigen. Maar
politiek wordt ze, Goddank, nimmer of
nooit I"
Dat alles ls heel mooi gezegd voor een
man als Prof. Gooszen, die in de dagen der
doleantie zoo in zyn 6cliik was, dat hy Dr.
Kuypor en al „dio lastige gereformeerden"
uit de Hcrv. Kerk kon helpen gooien, en die
nu zoo waar moet beleven, dat niet Prof.
Gooszen en zyn .rienden, maar dat diezelfde
menschen zoo ongeveer don toestand in ons
land boheorschen, dat Dr. Kuyper Minister-
Presidont ie, zegt De Hollander.
Alles heel mooi gezegd.
Alleen maar: waar belandt men ton slotte
met zoo'n redeneoring? Wellicht ook naar de
stolling, dat kerkgenootschap en godsdienst
oiot mot elkander te maken hebben?
Men weet: in deze dagen vergaderen de
beoro» van do Haagsche Synode in het zweet
huns aanschyns. Dagon achtereen. En waar
voor? Eigenlijk om alles maar by hot oude
te iaioa en niets, lettcrlyk niets, te veranderen.
Niet onaardig hoeft Neer landt Volksblad
dit goteekend, waar het blad de Haagsche
Synode vergeleek met een klok.
„Do Synode loept als een groote klok, kalm
en bedaard, onverschillig voor het woolen en
wroeten dor nietige aardwormen omlaag; haar
jaron zfjn ais die van Saturnus, die een kleine
dertig ran onze drukke aardjaron voor zyn
omloop noodig hooft, en flegmatiek, met
bekwamen spoed, ons vijftien jaar do eene
en vyftien ja.-u do andore zyde van zyn ring
«loet zien - ze iyken trouwens procios op
mekaar.
Er komen voorstollen in van woest-radicale
leeken. Maar „daar kan niet ingetreden worden,"
zegt de Synode met 'n term uit den tyd
van Staring. De rumoerige classicale vergade
ring van Amsterdam heeft ook een voorstel.
„Niet precies genoeg geformuleord," moent
de Synod9. „Kom liot volgend jaar
maar eens met oen beter voorstel." De Synodo
rekent met eeuwen als een ander met een
maand.
Daar zyn eenige hoeren als commissie oener
vergadering van ambtsdragers", die de orga
nisatie der Kerk vorbotoren willen iets wat
huilen do Synode niemand een onnoodig, enke
len wellicht een onraogelyk pogen zullen
noemen. Maar do Synode is pas twee jaar êm,
en kaD aan zoo iets haar aandacht niet wyden,
'Eén van de commissieleden, wel is waar een
emeritus-professor in do theologie, maar geen
Synodalid, komt mot hot onzinnig verzoek, zelf
zyn voorstel te mogen verdedigen in don raad
eer goden. De leden worden bleekblauw van
ontzetting. Het voorhangsel van het heilige der
heiligen zou daar raet ruwe hand gescheurd
worden en het binnenste heiligdom aan de
profane blikken der leeken blootgesteld I „Dat
gaat mooiiyk", zegt broeder A. „Dat kan niet,"
ineent broeder B. „Dat is absoluut onmogo
lyk", verklaart broeder C. „Er is geen prece
dent van," beweert broeder D., en al de 18
leden, hoe verdeeld anders, zyn't er over eens,
dat geen leek, aJ hoot deze ook Prof. Dr. Gun
ning, z\jn niet-synodale voeten in het heilig
dom zetton mag.
Do Synodo herademt, de temperatuur daalt
weor tot normale hoogte van 30° F., en gaat
tik mot bokwamon spoed tak voort
te arbeiden tik - tot heil der Kerk - tak
mot den hartstocht lik den bloedsom
loop tak en dou polsslag van tik
een steenon Farao."
Zou Prof. Gooszon mot wel doen, Indien
hy zyn aandacht wat inoor aan de Haagsche
Synode dan aan hot nieuwe Ministerie en aan
Dr. Kuyper wydde? vraagt De Hollander weer.
liet Vcik. de nederlaag van m r.
Troelatra besprekende, zegt o. m.:
Laton de christeiyke en onchristeiyko kapi
talisten van Nederland niet te vroeg juichen!
Er zyn nog vyf, straks zes socialiston in do
Kamer 1 Het bol work van klassebo voorrechting
en blasseheorachappy zal do aanwezigheid
moeten dulden van onkelen der meest be
proefde stryders voor het Nederlandsche prole
tariaat, van anderen, die in de jonge kracht
eon er pas beginnendo loopbaan zeker niet er
tegen zullen opzien, forsch on scherp het
klassekarakter ook van do christelijke
regeenng aan de kaak te stellen.
En vorder:
Er valt voor een jonge party als do onze
buiten het Parlement nog zoo oneindig veel
te doen; er valt inwendig zooveel te organi-
seeren, en er valt onder de nog niot tot
het inzicht van hun toestand geraakte arbeiders
nog zooveel to agiteeren, or is op alle gebied,
in de studeercel en in de volksvergadering,
in het redactiobureau en in do raadkamer der
vertrouwensmannen ook aan de hulp van do
boston nog zoo volerlei behoefte, dat men
waarlijk niet behoeft te duchten, in de eerst
volgende vier jaar Troelstra met de armen
slap langs het lyf door hot land to zien zwerven.
Wy denken aan de kiesrechtbeweging,
waarvan de versterking tot een onweerstaan
bare volksbeweging de taak dor sociaal demo
cratie ia in do eerstvolgende jaren. Welk een
onvormoeide propaganda, welk een bezieling
zyn er nog noodig, vóór do Nederlandsche
arbeidersbevolking zich in zoo groote en zoo
vastbesloten massa tot hot veroveren van dit
onmisbaar strydmiddel zal bobben aangegord,
dat zelfs do starre katholieke en vry-antirevo-
lutionaire reactie uit zelfbehoud er voor uit
don weg gaatl
En wy denkon aan zooveel meer, waarvooT
do bosten van ons niet te goed zyn.
Neon, wanneer do heeren hebben gemeend,
dat zy hun govreesden vyand, door hem uit
het Parlement te houden, onschadelijk hebben
gemaakt, dan staat hun een bittere ontgooche
ling te wachten. Reeds blies, in het aange
zicht van do naderende nederlaag, onzo onver
moeide vriond de klaroen van nieuwen stryd;
en wanneer na oenige jaren het miuisterie-
Kuypor op hot Binnenhof de balans opmaakt
van de grooiendo macht dor sociaal democratie,
van de bros, die zy schiet ook in de geloovige
partyen; wanneer het ziet hoe tal van arbei
ders, door hun regeoronde geloofsgenooton
bitter teleurgesteld, voor de christeiyke dema
gogie verloren, met de sociaal-democratie tegen
haar optrekken, dan zal hot den krachtigen
arm van onzen partijgenoot voelen, ook al is
hy buiton het Parlemont geworpen!
Wy lezen in De Tyd onder het hoofd
Yan een ministerieel bureau:
Het is een bekend feit, dat, al hebben de
kiezers hun vierjaarlyksch oordeol gegeven
on al heeft de Koningin in verband daarmede,
na overleg mot H.Dr. raadslieden, eenige
beschikkingen genomen ten opzichte van het
beheer der departementen van algemeen be
stuur, do ambtenaren dier departementen nog
niet altyd zgo dadelijk do rechtmatigheid van
het oordoel en de wijsheid dier beschikkingen
erkennen. Er zyn wel voorbeelden, dat hoofden
van departementen daarvan de gevolgen
hebben moeten ondergaan.
Zou er ook ditmaal aan het departement
van Binnenlandsche Zaken iota van dien aard
broeien
De nieuwbenoemde Minister wilde, alvorens
zyn nieuwen werkkring aan te vangen, Maan
dag op vacantie gaan en moest daartoe vooraf
oenig werk goroed hebben. Biykbaar was dit
Zaterdag niet gerood kunnen komen en moest
het dus op Zondag worden verricht Het gevolg
is, dat De Nieuwe Courant zyn lezer3 weet
te onthalen op hot volgende praatje uit de
rninisterioele keuken:
„Naar ons werd bericht, waren oen aantal
ambtenaren van binnenlandsche zaken (de
moesten tot de afdeoling Comptabiliteit) Zon
dagochtend om halfelf aan het departoment
ontboden, ten einde aldaar spoedwerk, de
staatsbogrooting betreffende, in ontvangst to
nomen, dat mot het oog op dr. Kuyper's
vertrok naar hot buitenland op Maandag, nog
dienzelfden dag moest worden verricht. De
op tyd verschonen ambtenaren wachtten en
wachtten, totdat zy eindelyk maar aan hun
gowono werk begonnen. Ten slotte kwam het
spoedwerk aan, dat dienzelfden dag af moest.
Groot gemopper onder de heeren over het go-
mis van den vryen zevenden dag, waarop „gy
ruston zult". Do eon veronderstelde, dat de
niouwe minister de heeren eens flink had
willen laten schrikken na hun tyd van ruste.
De ander schreef hem de boosaardige gedachte
toe, dat die ambtonaren toch maar „allemaal
liberalen" waren, die hun Sabbatdag elders
slyten dan waar het bohoort en het dus even
goed op het departement konden doen. Maar
het werk kwam af en Maandag vertrok do
troin naar Gastein op tyd."
Uit dit gemeiyk stukje, waarvoor de gogo vons
kenneiyk uit het ministerieel bureau zyn ver
strekt, sehynt te blyken, dat in kringen, die
daartoe o. L al het minst gequaliflceerd
moeten heeten, men er niot tegen opziet,
een kleine campagne te beginnen tegen don
nieuwen promier. Als dat maar goed afloopt 1
Naar aanleiding van eon vergadering voor
Zondagsrust van de confectiebedionden
schrfjft de heer Meerkamp van Embden in de
Nieuxoe Bolterdamscht Courant o. a. het vol
gende:
„Is het echter inderdaad niot bedroevend,
dat, om een hoognoodige en door ieder voor
zichzelf gewenschte Zondagsrust to verkrygen,
het in den togenwoordigen tyd nog noodig
ia allerlei bondon in het leven te roepen?
Zou het niet in hot welbegrepen belang jffln
van do winkeliers zeiven, om, door het toe
staan van inderdaad noodige verbeteringen,
hun personeel, zonder hetwelk zy het dan
toch niet stellen kunnen, te vriend te houden,
zoodat het met lust en yver werkzaam kon
zyn, liever dan ontevredenheid to zaaien en
een ongewenschto agitatie in het Joven te
roepen, zoodat hot ten slotte afgedwongen
moot worden?"
Dit beam on wy ten volle, zegt De Neder
lander
Men bestrydt te recht de sociaal-democratie,
omdat zy niets anders kan voortbrengon dan
haat en verbittering.
Men bestrydt albemoeiing der overhoid,
omdat de wettelyke regol, zal hy iets beteo-
kenen, dwang oplegt ook daar, waar hot niet
noodig is en hindert.
Alles good on wol; mits men dan zelf
medewerke om een voor allen zoo draaglyk
mogolyken toestand in het leven te roepen.
Te bogrypen ware het, dat de winkeliers
zei ven, ten einde onedele concurrentie te
woren, oen bond oprichtten ton bate hunner
bedienden. Als allen te gelyk denzelfden maat
regel invoerden, en de namen der zelfzuchtige
weerstrovigen wekelyks aan het publiek be
kend maakten, zou spoedig zonder iemands
nadoel datgene bereikt zyn, wat door de be
dienden, terecht, verlangd wordt.
Maar het sehynt, dat traagheid, onver
schilligheid, onbarmhartigheid telkens zoolang
de hoerschappy moeten voeren, totdat gewold
wordt gebruikt. En zy, die het beter inzien,
moeton mede den last dragon, dien de tragen
on onverschilligen on onbarmhai tigon aan do
maatschappy opleggen.
D e M ij n w erker.
Mot haar kruik aan de hand kwam do
1 oude van de bron terug en trad haar woning
binnen. De kamer was eenvoudig en zinde-
lyk; het koperwerk blonk als goud on do
helder geschrobde vloer weerkaatste den pur
peren gloed van het vuur, dat in den open
baard lustig brandde.
Zy plaatsto de kruik op den grond en ging
oen oogenblik zitten om weer op adem to
komon.
De vrouw was vermoeid, want men moest
wel' oen kwartier loopon om wator to lialon,
oen hoole afstand voor een zestigjarige vrouw.
Na oonige minuten stond zy op om den
haard van nieuwen voorraad te voorzien on
op hetzolfde oogenblik kwamen twee jonge
kinderen de kamer binnen gostormd en vlo
gen om den hals hunner grootmoedor. Zy
keerden terug uit de school, dio zo pas oen
maand bezochten. Het oudje omarmde hen
met byzondere toederhoid, waarop do kleinen
schreeuwend en springend het vertrek rond
stoeiden, om in oon oogwonk alles in do war
te brengen.
Inmiddels werd het zachtjesaan donker;
grootmoeder ontstak de lamp en begon voor
het avondmaal to zorgen, terwyl de kinderen
hun spel eindigdon en zich om den haard
schaarden.
Do avond is altyd eenzaam, doch vooral op
bet platteland: bet oog ontwaarde niets dan
velden on heuvelen en kleine dalen, welke
met de in elkaar loopende tinten der vlakte
versmolten; bosschen en weiden, wegen en
kloven, en verder met kalk besmeerde hutten,
verlichto vensters en rookende schoorsteenen.
Het huisje, door de familie Verstraeten be
woond, was gelegen opden weg tusschen
Braine l'AJleud en Mont-Saint-Jean, een kloin
vierkant gebouwtje zonder verdieping.
Yader Yerstraeten was my n werk er, een
stovig gebouwd man, mot oen paar breede
schouders, een zwart gelaat en oen droef
geestig karakter. Sinds den dood zyner vrouw
had men hem nooit meer zien lachen. Eiken
morgen roods vóór bet opkomen der zon
ging by met ztfn eten in een pakje onder
den arm naar ayn werk en kwam gewooniyk
eerst lang na zonsondergang thuis.
In bot oudje, do moeder van Yerstraeten,
treffen wy een goedhartige vrouw aan, dio
haar kloinkinderon hartstochteiyk bemint. In
de buurt veroorzaakte zy even weinig last
als haar zoon.
Na het avondmaal dor kleinen bracht de
vrouw ben naar bod, pookte bet vuur wat op
en plaatste zich, in afwachting van de terug
komst baars zooua, voor den haard. Hot was
betaaldag, do dag, die door de arme lieden
met zooveel ongeduld verbeid wordt.
Sinds eoiiigo jaron had de familie met In
achtneming dor uiterste zuinigheid een drie
tal goudstukken overgelegd, welke in do lade
der grooto eiken kast geborgen waron.
De mynwerker had gepaard om een stukje
Jand achter zyn hut te kunnen koopon, en
deze betaaldag, waarnaar met zooveel verlan
gen was uitgezien, zou het bedrag afrondon,
dat voor den aankoop van het land benoodigd
was.
Het oudje verheugde zich nu reeds in de
gedachte, hoe zy het land op het voordoeligst
zou behouwen, en verlustigde zich vroolyk
in het verschiet van den eersten oogst. Qoheel
verdiept in haar droomen, Bliop zy zachtjes
in,- terwyl de klok haar eentonig getik tak
in de kamer deed hooron. Plotseling liet de
oudo koekook tien harde slagen weerklinken.
Grootmoeder ontwaakte met een hovigen angst.
„Tion uurl" zeide zy, zich do oogen uit-
wry vend, „en Verstraeten is nog niet thuis 1
Zy begreep er niets van.
Eensklaps kletterden droppels tegen de
vensterruiten en weldra viol de regen by
stroomen neer.
Also# zy dit oogenblik had afgewacht om
aan haar ongeduld lucht te geven, begon zy,
op gevaar af de kinderen te doen ontwaken,
met luider stem te spreken, in zichzelve:
„O, de mannen zyn toch geboren dronk
aards", zuchtte zy, „en bly ven altyd dozelfden
zy zullen, hem wellicht meegetroond heb
ben! Tien uur IMaar hy weet toch,
hoe ongerust ik ben, wanneer hy laat thuis
komt. God weet of zy hem geen vervloekte
jenever hebben laten drinken, het brandende
vocht, dat zoo woedend maakt 1
Als hy nog maar thuis kan komen!,...0
Zy zweeg oen oogenblik, keek even door
hot vonstor en hernam dan weer:
„Het regent, ja, dat is waar; het regent,
maar is dat geen roden om don stap te ver
haasten, ten eind9 vlugger thuis te komen?
Hy zal doornat worden; enwio weet of
by wel alloon komt? Zal by alleen thuis kun
nen komon?"
Zy zweeg nogmaals.
De klok sloeg halfelf.
De oude naderde het bedje, waarin de
kleinen den 6laap der onschuldigon sliepen,
en zotte haar alleenspraak voort:
„Maar hy drinkt toch nooitI.... Zeker Is
het de schuld der anderen, van zyn verstompte
en werkelooze gezellou, die hem hebben over
gehaald I.... 't Is vandaag betaaldag en mor
gen... Het geld verdwenenI..Vervlogen alle
hoop!... Geen land, in langon tyd niet, want
de spaarpenningen 1.
By deze woorden begon hot oudje luide te
weenen.
"Weer plaatste zy zich by den haard, waarin
het vuur nu nog slechts flauwtjes brandde.
Het sloeg elf uur. Men hoorde een stap op
don weg on enkele oogenblikken later ver
scheen een man in de deuropening. Het was
Verstraeten!
Hy scheen niot dronken to zyn, maar zyn
kleederen dropen. In de armen droog hy een
pakje, dat d-» man naar de slaapkamer bracht,
en zette zich dan aan die zyde der tafel, waar
het oudje hem bet eton voorschoof.
„Kom, moeder", zeide hy, „beklaag je niet
te zeerl Ik moest by de myn blijven om
hulp te yöi'leenenwy hebben vandaag oen
ongeluk gehad, dat aan vier onzer het loven
gokost heeft. Hubert, de weduwnaar, is dood".
„Heilige goedheid 1" riep de vrouw uit, de
armon ton hemel heffend, „en zyn kind?.
Nog eon weesl
Yerstraeten antwoordde niet;hy bracht zyn
moedor in het andere vertrek, en sprak, terwyl
hy het oudje zyn loon ter hand stolde:
„Moeder, ziedaar ons geldt Maar laten wy
het stuk grond nog niot koopen Wy zullen
later wel eens .zienJe moet my de soep
voortaan maar wat magerder opscheppen.
Hubert, de weduwnaar, is dood, en...."
„En wat?" zuchtte de vrouw.
Yerstraeten naderde het bed, waarop hy
hefc pakje liad neergelegd, dat hy by zyn thuis
komst in de armen droeg, en dan de Jak ens
verwy derend, die hot bedekten, wees hy op
het gozichtje van den kleinen Hubert.
„O, myn zoon", zuchtto het moedertje, „het
is eon edele gedachte, dio God je heelt inge
geven, en ik beloof je, dat ik de dagen, die
do Heor my nog schonkt, zal aanwendon om
het lovon van dat ongelukkige weesje te ver
aangenamen."
Moeder sloot haar zoon in de beide armon,
en 's Heeren Engelen blikten met welgeval
len op dit toonoel neder.
.Programma van Muziekuitvoeringen.
MUSIS SACRUM. Zondag 11 Aug. 1901,
to haliacht, door bet stafmnziekkorps der d-d.
Schutterij, Directeur: de beer Job. O. Geyp.
Eerste afdeeling: No. 1. „All Right", Marscb,
2. Ouverture „Tempelweihe", Keter-liela; 3. „Dio
Kaisorparade", li. Eilenborg; 4. ,Un Jour d'Etó
eD Norvcge", Fantaisie pastorale, R. VVflinera.
Tweede afdeoling: No. 5. Ouverturo „Rosamunde",
Fr. Scbubort; b. Fantaisie uit „Lohengrin", R.
Wagner; 7. Toreador-Wals, T. P. Rojjle; 8. a.
Intermezzo Sinlonico nit „Cavallerin Rusticana",
G. Mascagni; b. „Cresceot-Cycle", Galop, Gottfr.
Mann; 9. Muzikale reis door Europa, Potpourri,
CL C'onradi - ,w,
RECLAMES.
40 Cents per rogel.
Men moei nimmer aarzelen den vooruitgang Ie volgen'
Als talryke voorbooldën van genezing iederen
dag vermeld worden omtrent de werkdadig-
heid van een geneesmiddel, als werkolyke
attesten en onbetwistbare getuigenissen aan
gegeven worden, moet een zieke dit genees
middel, bekend onder den naam van Pink Pillen,
zonder aarzelen aanwenden, lietzy men aan
getast is door bloedarmoede, bleekzucht,
neurasthénie, zelfs rheumatlek of heupjrcht,
maag- of ingewand aandooningen. Men ziet
evenwel nlle dagen nog lieden, dio aarzolen,
terugdeinzen voor een hoogst eenvoudigo be-
De Heer STOPPELMAN, volgens portret,
handeling en gedurende dien tyd wordt het
kwaad erger on wordt het zelfs zeer lastig
het te genezen. Slechts na ryp overleg
besluit men op een goeden dag de ondervinding
te beproeven.
De heer J. O. Stoppelman, Engelsche straat,
te Winschoten, schryft ons: „Sedert ruim 4
jaren leed lk aan hevige hoofdpijn, gevolgd
door duizeling, vermoeidheid in de beonen,
het was my of het hart soms stilstond, daarby
veel last van siymbraking en zenuwachtige
gejaagdheid, ik werd somiyds erg bonauwd;
ik wist op hot einde geen raad meer, eindeiyk
nam ik myn toevlucht tot Uwe Pink-Pillen,
welke mu gelukkig weor geheel er boven op
hebben gebracht, ik ga nog wat voort om
don wortel des kwaads geheel uit te roeien.
Door eigen ondorvinding overtuigd raad ik
ze do lydende menschheid ten zeerste aan."
Andere ziekten, welke dezelfde oerzaak
hebben, zooals rheumatiek, huidziekten, alge-
moene zwakte, beenziekte by het kind en
somtyds de tering zyn door hun gebruik ge
nezen geworden. Door do maag het opnemen
van hot voedsel te vergemakkolyken on door
het bloed te zuiveren genezen de Pink-Pillen
alle ziekten.
Prys f 1.75 de doos; f 9.— per 6 doozon.
Yerkrygbaar by J. H. I. SnabilitS, Steiger 27,
Rotterdam, hoofddepothouder voor Nederland,
en apoEhekon.
Franco toezending tegen postwissel.
Ook echt verkrijgbaar voor Leiden en Om
streken by Reyst Krak, Drogeryen, Bees
tenmarkt Wyk 6 No. 41, en J. H. Dijkhuis,
drogeryen, Hoogstraat No. 5.
Men geve acht, dat de echte Pink-Pillen van
Dr. WiUiams zich in een houten kokertje
bevinden, met rooskleurig papier omwikkeld,
waarop met blauwe letters gedrukt staat:
Pilules Pink pour PersoTvncs Palts du Dr.
Williams. Yerder moet zich op ieder uitwendig
omhulsel bevinden een wit strookje papier
over do lengte der étui geplakt, waarop
staat: Prijs: f 1.75 de doos, f9.— per 5doozen.
Eenig depothouder voor Nederland, Snabilib,
Steiger 27, Botterdam. Voor de gebruilcs-
toêjze raadplege men de ingesloten Hollandsche
Circulaire. 7173 78
INGEZONDEN,
Match lussclicu een wandelaar eix
„een wiel rijd en den Katwijk er".
Och, och, wat ben ik begonnen 1 Hoe kon
ik zoo dwaas zyn, my aan zulk oen ongelyken
stryd bloot to stellen.
„Die wielrydende Katwyker" doorziet dade
lijk myn snoode plannen: in naam brak ik
een lans voor do wandelaars, Inderdaad trad
ik op als „verdediger van den t-ol."
Natuurlykl myn aandeelon moeten meer
rendablo worden; doch dat zegt mon niet met
ronde woorden, op shnksehe wyze tracht men
daartoe te komen. Al schaadt men daarmede
„het grooter bolang van Kat wyk, het bezoek
der wielrydere", daarom bekommert men zich
met. 't Is waar, om 21/, Ct. tolgeld te sparen,
zou de toerist Katwyk Jinks laten liggen en
doorryden naar Noordwyk, by v.; maar eigen
belang gnat by my nu eenmaal boven alge
meen belang.
Dan wenschte ik in myn rustige rust op
myn wandelingen door geon modern vervoer
middel gestoord te worden en ik dacht de
meerderheid op myn hand to hebben. Edoch!
hoe kon ik zoo droomen en die velen van
dezelfde „plattelandsche bekrompenhoid" ver
denken, waaraan ik mank ga. Och! had ik
dezen Katwyker slechts eerder gekend; ik zou
reeds genezen zyn. En Gy, vroede mannen
van Minerva's stad; en ook Gy, raadsheeren
der residentie, die vorordeningen op het wiel-
ryden hebt vastgesteld, ook Gy hebt genezing
van „plattelandsche bekrompenheid" van noodo.
En foei 1 Gy, raadslieden van Neerland's hoofd
stad, die juist deze week het ryden met
auto's in uw straten geheel "verboodt zonder
8chiifteiyke vergunning van uw E Jol achtbaar
Hoofd, en het gevaarlijker zyn van auto of
fiets hangt slechts af van den bestuurder
Gy hebt het record van „plattelandsche be
krompenheid" geslagen.
Gy, allen, komt naar deze stranden; ver
kwikt uw geest in het gezelschap van „den
wielrydenden Katwyker" en, teruggekeerd in
uw raadzaal, uit gy stellig d9 verordeningen,
op het rydon met auto's en fietsen, vervan
gen door esno, op die wtiiige ouderwetscbe,
conservatieve wandelaars, die hinder geven
aan hun wijlrydende medemenschen.
Belialvo dor eigenbelang on plattelandsche
bekrompenheid, werd ik gedreven door jaloezie;
ja, M. de R., dat is nog eon ander zwak van
me; ook dit is ontdekt.
En dan, goleid door de ovorwoging, dat een
zaak niet altyd beter gediend wordt door
opgave van naam, beroep, straat, nummer,
hoeveel hoog, onz., plaatste ik X onder myn
schryven en zie, ook daarin moot ik het by
myn tegenstander afleggen. Een onderteeke-
nrng: ,eeu wielrydende Katwyker'' maakt
S3
vry wat mot- geraas en dan weet ten minst
een ieder, uit weikon hoek do wtnd wast'
Dan kan or ook geen eprako zy'n vïn iosft
nueeren en lompheden zeggen. V/ri/eu oj
feiten, om Ut verbetering jlo komen,* noomf
mon onder wieh-ydonüo Kat wy corn biykbaai
insinueeren en lomp zyn, M. do R. I
Maar Goddank! ik begin toch wat te win-
nen op myn tegonpariy'; was ik hoovaardig
genoeg, lk zou zoggen: ik bon hom op zy:
juist; „het voetpad ia aangoiogc. Yoor root-
gangers, omdat de straatweg, door zflr gee
ringe breedte, by het passoeren van rytu gen
te gevaariyk voor bon is." En nu ineen ik
en velon niet my,, dat door het toelaten van
rywielen op dat pad, een zelfde gevaar voor
de voetgangers ook dAar ontstaat. Wol is het
voetpad m den bataten tyd iets verbreed,
maar als men weet, dat het pad nog slechts
1 h 2 M. en de straatweg nog wel 4 M. breed
is, zal ieder weldenkende ook onder -de
wielrydende Katwykers het met ons eens
zyD, dat voor wandelaars thans hot pad mis
schien nog govaariyker is, dan de straatweg.
Is de Btraatweg slecht voor wielrijders, dat
zy zich dan tot de diroctie wenden met hot
verzoek, daarin verbetering to brengen, waar
aan stellig des te eer voldaan zal worden,
naarmate zy ineer halvo-etulvor-stukken by
den toJgaarder deponeeren.
M. de R., uit den boezen, scholdachtigen
toon van het stuk en hot verbeven opzien
tegen Katwyk's politiehoofd, waag ik de onder
stelling, dat do „wielrydende Katwyker" een
ondergeschikte rol by het politie korps vorvult.
Mocht hy dus ook op dit schryven antwoorden,
ik zal er geen notitie van nomen: "hem ont
breekt toch de macht do door ons gewenschte
verbetering aan te brengen, ik biyf do hoop
koesteren, dat do raadsleden met dezelfde
„plattelandsche bekrompenheid" bezield zyn
als Uw dw. dnr.
Mot dank voor de opnamo dezer regelen. \J
Katwijk, 8 Aug. 1801. X.
KOLCIYIEIY.
BATAVIA, 10 Juli—12 Juli. f
ATJEH.
Onder dagteokeciug van 13 Juli is uitKotta-
Radja aan do „Deli-Ct." geseind:
Een patrouille in Pidie raakte slaags met
oen bende in Toongkob R^ja.
De bende kreog negen dooden, waaronder
een voornaam hoofd; 2 beaumonts, een repe*
teergeweor en andere wapens werden buitge
maakt. Onzerzyds een olficierepaard gesneuveld*}
Door den Gour«rneur-Gen»raal van Ned.-IndU
z(ja de volgende beschikkingen genomen: i
CIVIEL DEPARTEMENT. Ovesgeplaat st j
Yau do openbare eerste-lagere gemengde school i
A te Batavia naar de scnool voor zocec van i
inlandsche hoofaen en van auder* aanzienlijke'
inlanders te Toudano fMenadcj, hulponder-j
wijzer, de oiidervryzex derde kL bij hei opeubaar!
lager onderwijs voor Europeanen W, LK Niostad\!
ingetrokken: De tijdelijk* werkzaamste!-
ling als hulponderwijzeres van mejuffrouw M. S.'
Llerzbergen en haar plaatsing aan de meisjes-}
school te Tegal.
Ontslagen: Op verzoek wegens ziekte, eervol
uit baax betrekking de hulponderwyzeres E.
A. Hildering.
Tijdelijk werkzaam gesteld: Ais hulp-
onderwijzeres, mejuffrouw S. M. van Es, mojuffrouv
H. A. Ueskes, C. M. A. M. d'Artillact Briil.
Geplaatst: Aan de gemengde school te
Pasoeroean, de tijdelijke hulponderwyzeres 8. M.-
van Es; aAn do meisjesschool te Menado, de
tijdelijke huiponder wijzei os H. A. Litsk#*: san de
meisjesschool te Ttgai, do tydelijko hulponder
wijzeres C. M. A. H. d'Artillact Brili.
Bij het Binnenlandsch Bestuur op de bezittingen
buiten Java en Madoora;
Verplaatst: Van het gouvernement van dei
Westkust van Sumatra naar de residentie Timor
en Onderhoorigkeden de controleur Ck L. JV
Palmer van den Broek.
Bij de 8taat8spoorwogon op Java. f
Geplaatst: Bij de oosterlyoen de b oend*-
chef der derde afdeoling N. de Vicq en óc tijaelgk
waarnemende chef der werkplaatsen J. N. van
Aftelen van Soemsfoort.
DEPARTEMENT VAN OORLOG. Verleend:
Wegens langduiigen dienst eon jaar verlof naar
Europa, aan den kapitein der inf. fcL van Stipriaan
Luiscius. i
Overgeplaatst: Van Pengaron naar Mag*-
lang de tijdelijke nfficier van gez. tweedo klasse
dr. A. Worst er. t
Benoemd: Tot ploatselyk commandant te
Batavia en gevoerd a la suite van wapen, de
luitenant-kolonel brj het tweede reserve-bataljon
P. J. Brandenbiyg.
Overgeplaatst: Bjj "bet tweede reserve-
bataljon, de majoor bij het subsh-kader te Batavi
V. E. J. Muijlwijk.
Benoemd: Tot instructear van het legioen
van Mangkoo Negoro te Socrakarta en gevoerd
voor memorie bij het leger de kapt. bij bet rechter-
half eerste bataljon W. NV. Onland. v,
Bevorderd: Bg het wapen der art. tot ka^t.,
de eers4e luits. G. L. van der Waarden, met verlof
in Nederland, en A. van der Hegge Spies;
tot eersten luik, de tweede luit. A. F. ii. Winter.
Bovorderd: Bij hot wapen der inf. tot kol.,
do luit.-kol. G. F. Soeters;
tot kapt., de eerste luits., C. II. Eoedt (met
verlof in Nederland); jbr. K. L. A. P. van der
Mnoseu do Souibreff en E. A. A. van Ueekeron,
niet bepaling, dat laatstgenoemde ook in zijn
nieuwen rang in de betrekking van ad|udnnt van
den commandant der tweode militaire afdeoling
op Java gehandhaafd on u ia suite van zya
wapen gevoerd zal blijven.
Bepaald: Dat geplaatst biyft bij de vijfde
afdoelmg van hot dopartemont van Oorlog mot
iutrebkfng der overplaateing bij bet gewestelijk
magazijn van kleeding on uitmeting te Batavia
de tweede commies L. G. J. franke;
op bet bureau van den bebee:dar van net ge
westelijk magazijn van kleediug eu uitrusting te
Batavia mot intrekking der overplaatsing by de
vijfde afdeeliug van bet departement van Oorlog
de derde connnios F. J. Seitz. i
Overgeplaatst: Bij do troepenmacht in
Atjeh t. d. i. de kapitein by het achtste bataljon
A. H. Overman; 1
do eerste luitenant bij het voertiond# bataljon
getivneueerd yan Atjeh naar Padang en t. n. i.'
overgeplaatst by het aubaistenleukAder aldaar,
J. Olivier en
do tweede luitenant by het cerate dopot-bataljon
P. C. Haalmeyer;
bij bet tionde bataljon, de eerste luitenant by(
bet eerste garnizoensbataljon van Atjeh geöva-i
cuoerd van Atjob naar Batavia en t. n. l ovèr-l
geplaatst by bet subsistentenkader aldaar J. G.i
de Greef.
DEPARTEMENT VAN MARINE. OnUlage n:
Met ingang van 6 Augustus 1901 op verzoek'
oervol u*t lande dienst, de gezaghebber by d*
gouvernements-manne R. Loman.
CORRESPONDENTIE. - Ingezonden stuk-;
Kon of medcdeolingen, waarvan de inzenders
iiun naam niet aan de Redactie bokond makon„
■woffdon cfigepiaaUt ter zude gö'ögd.