MENGELWERK. in de gemeente kond doet. Natuurlek oefent die openbaring invloed op ons geheele zyn en leven, ook als staatkundigen. Maar politiek wordt ze, Goddank, nimmer of nooit I" Dat alles ls heel mooi gezegd voor een man als Prof. Gooszen, die in de dagen der doleantie zoo in zyn 6cliik was, dat hy Dr. Kuypor en al „dio lastige gereformeerden" uit de Hcrv. Kerk kon helpen gooien, en die nu zoo waar moet beleven, dat niet Prof. Gooszen en zyn .rienden, maar dat diezelfde menschen zoo ongeveer don toestand in ons land boheorschen, dat Dr. Kuyper Minister- Presidont ie, zegt De Hollander. Alles heel mooi gezegd. Alleen maar: waar belandt men ton slotte met zoo'n redeneoring? Wellicht ook naar de stolling, dat kerkgenootschap en godsdienst oiot mot elkander te maken hebben? Men weet: in deze dagen vergaderen de beoro» van do Haagsche Synode in het zweet huns aanschyns. Dagon achtereen. En waar voor? Eigenlijk om alles maar by hot oude te iaioa en niets, lettcrlyk niets, te veranderen. Niet onaardig hoeft Neer landt Volksblad dit goteekend, waar het blad de Haagsche Synode vergeleek met een klok. „Do Synode loept als een groote klok, kalm en bedaard, onverschillig voor het woolen en wroeten dor nietige aardwormen omlaag; haar jaron zfjn ais die van Saturnus, die een kleine dertig ran onze drukke aardjaron voor zyn omloop noodig hooft, en flegmatiek, met bekwamen spoed, ons vijftien jaar do eene en vyftien ja.-u do andore zyde van zyn ring «loet zien - ze iyken trouwens procios op mekaar. Er komen voorstollen in van woest-radicale leeken. Maar „daar kan niet ingetreden worden," zegt de Synode met 'n term uit den tyd van Staring. De rumoerige classicale vergade ring van Amsterdam heeft ook een voorstel. „Niet precies genoeg geformuleord," moent de Synod9. „Kom liot volgend jaar maar eens met oen beter voorstel." De Synodo rekent met eeuwen als een ander met een maand. Daar zyn eenige hoeren als commissie oener vergadering van ambtsdragers", die de orga nisatie der Kerk vorbotoren willen iets wat huilen do Synode niemand een onnoodig, enke len wellicht een onraogelyk pogen zullen noemen. Maar do Synode is pas twee jaar êm, en kaD aan zoo iets haar aandacht niet wyden, 'Eén van de commissieleden, wel is waar een emeritus-professor in do theologie, maar geen Synodalid, komt mot hot onzinnig verzoek, zelf zyn voorstel te mogen verdedigen in don raad eer goden. De leden worden bleekblauw van ontzetting. Het voorhangsel van het heilige der heiligen zou daar raet ruwe hand gescheurd worden en het binnenste heiligdom aan de profane blikken der leeken blootgesteld I „Dat gaat mooiiyk", zegt broeder A. „Dat kan niet," ineent broeder B. „Dat is absoluut onmogo lyk", verklaart broeder C. „Er is geen prece dent van," beweert broeder D., en al de 18 leden, hoe verdeeld anders, zyn't er over eens, dat geen leek, aJ hoot deze ook Prof. Dr. Gun ning, z\jn niet-synodale voeten in het heilig dom zetton mag. Do Synodo herademt, de temperatuur daalt weor tot normale hoogte van 30° F., en gaat tik mot bokwamon spoed tak voort te arbeiden tik - tot heil der Kerk - tak mot den hartstocht lik den bloedsom loop tak en dou polsslag van tik een steenon Farao." Zou Prof. Gooszon mot wel doen, Indien hy zyn aandacht wat inoor aan de Haagsche Synode dan aan hot nieuwe Ministerie en aan Dr. Kuyper wydde? vraagt De Hollander weer. liet Vcik. de nederlaag van m r. Troelatra besprekende, zegt o. m.: Laton de christeiyke en onchristeiyko kapi talisten van Nederland niet te vroeg juichen! Er zyn nog vyf, straks zes socialiston in do Kamer 1 Het bol work van klassebo voorrechting en blasseheorachappy zal do aanwezigheid moeten dulden van onkelen der meest be proefde stryders voor het Nederlandsche prole tariaat, van anderen, die in de jonge kracht eon er pas beginnendo loopbaan zeker niet er tegen zullen opzien, forsch on scherp het klassekarakter ook van do christelijke regeenng aan de kaak te stellen. En vorder: Er valt voor een jonge party als do onze buiten het Parlement nog zoo oneindig veel te doen; er valt inwendig zooveel te organi- seeren, en er valt onder de nog niot tot het inzicht van hun toestand geraakte arbeiders nog zooveel to agiteeren, or is op alle gebied, in de studeercel en in de volksvergadering, in het redactiobureau en in do raadkamer der vertrouwensmannen ook aan de hulp van do boston nog zoo volerlei behoefte, dat men waarlijk niet behoeft te duchten, in de eerst volgende vier jaar Troelstra met de armen slap langs het lyf door hot land to zien zwerven. Wy denken aan de kiesrechtbeweging, waarvan de versterking tot een onweerstaan bare volksbeweging de taak dor sociaal demo cratie ia in do eerstvolgende jaren. Welk een onvormoeide propaganda, welk een bezieling zyn er nog noodig, vóór do Nederlandsche arbeidersbevolking zich in zoo groote en zoo vastbesloten massa tot hot veroveren van dit onmisbaar strydmiddel zal bobben aangegord, dat zelfs do starre katholieke en vry-antirevo- lutionaire reactie uit zelfbehoud er voor uit don weg gaatl En wy denkon aan zooveel meer, waarvooT do bosten van ons niet te goed zyn. Neon, wanneer do heeren hebben gemeend, dat zy hun govreesden vyand, door hem uit het Parlement te houden, onschadelijk hebben gemaakt, dan staat hun een bittere ontgooche ling te wachten. Reeds blies, in het aange zicht van do naderende nederlaag, onzo onver moeide vriond de klaroen van nieuwen stryd; en wanneer na oenige jaren het miuisterie- Kuypor op hot Binnenhof de balans opmaakt van de grooiendo macht dor sociaal democratie, van de bros, die zy schiet ook in de geloovige partyen; wanneer het ziet hoe tal van arbei ders, door hun regeoronde geloofsgenooton bitter teleurgesteld, voor de christeiyke dema gogie verloren, met de sociaal-democratie tegen haar optrekken, dan zal hot den krachtigen arm van onzen partijgenoot voelen, ook al is hy buiton het Parlemont geworpen! Wy lezen in De Tyd onder het hoofd Yan een ministerieel bureau: Het is een bekend feit, dat, al hebben de kiezers hun vierjaarlyksch oordeol gegeven on al heeft de Koningin in verband daarmede, na overleg mot H.Dr. raadslieden, eenige beschikkingen genomen ten opzichte van het beheer der departementen van algemeen be stuur, do ambtenaren dier departementen nog niet altyd zgo dadelijk do rechtmatigheid van het oordoel en de wijsheid dier beschikkingen erkennen. Er zyn wel voorbeelden, dat hoofden van departementen daarvan de gevolgen hebben moeten ondergaan. Zou er ook ditmaal aan het departement van Binnenlandsche Zaken iota van dien aard broeien De nieuwbenoemde Minister wilde, alvorens zyn nieuwen werkkring aan te vangen, Maan dag op vacantie gaan en moest daartoe vooraf oenig werk goroed hebben. Biykbaar was dit Zaterdag niet gerood kunnen komen en moest het dus op Zondag worden verricht Het gevolg is, dat De Nieuwe Courant zyn lezer3 weet te onthalen op hot volgende praatje uit de rninisterioele keuken: „Naar ons werd bericht, waren oen aantal ambtenaren van binnenlandsche zaken (de moesten tot de afdeoling Comptabiliteit) Zon dagochtend om halfelf aan het departoment ontboden, ten einde aldaar spoedwerk, de staatsbogrooting betreffende, in ontvangst to nomen, dat mot het oog op dr. Kuyper's vertrok naar hot buitenland op Maandag, nog dienzelfden dag moest worden verricht. De op tyd verschonen ambtenaren wachtten en wachtten, totdat zy eindelyk maar aan hun gowono werk begonnen. Ten slotte kwam het spoedwerk aan, dat dienzelfden dag af moest. Groot gemopper onder de heeren over het go- mis van den vryen zevenden dag, waarop „gy ruston zult". Do eon veronderstelde, dat de niouwe minister de heeren eens flink had willen laten schrikken na hun tyd van ruste. De ander schreef hem de boosaardige gedachte toe, dat die ambtonaren toch maar „allemaal liberalen" waren, die hun Sabbatdag elders slyten dan waar het bohoort en het dus even goed op het departement konden doen. Maar het werk kwam af en Maandag vertrok do troin naar Gastein op tyd." Uit dit gemeiyk stukje, waarvoor de gogo vons kenneiyk uit het ministerieel bureau zyn ver strekt, sehynt te blyken, dat in kringen, die daartoe o. L al het minst gequaliflceerd moeten heeten, men er niot tegen opziet, een kleine campagne te beginnen tegen don nieuwen promier. Als dat maar goed afloopt 1 Naar aanleiding van eon vergadering voor Zondagsrust van de confectiebedionden schrfjft de heer Meerkamp van Embden in de Nieuxoe Bolterdamscht Courant o. a. het vol gende: „Is het echter inderdaad niot bedroevend, dat, om een hoognoodige en door ieder voor zichzelf gewenschte Zondagsrust to verkrygen, het in den togenwoordigen tyd nog noodig ia allerlei bondon in het leven te roepen? Zou het niet in hot welbegrepen belang jffln van do winkeliers zeiven, om, door het toe staan van inderdaad noodige verbeteringen, hun personeel, zonder hetwelk zy het dan toch niet stellen kunnen, te vriend te houden, zoodat het met lust en yver werkzaam kon zyn, liever dan ontevredenheid to zaaien en een ongewenschto agitatie in het Joven te roepen, zoodat hot ten slotte afgedwongen moot worden?" Dit beam on wy ten volle, zegt De Neder lander Men bestrydt te recht de sociaal-democratie, omdat zy niets anders kan voortbrengon dan haat en verbittering. Men bestrydt albemoeiing der overhoid, omdat de wettelyke regol, zal hy iets beteo- kenen, dwang oplegt ook daar, waar hot niet noodig is en hindert. Alles good on wol; mits men dan zelf medewerke om een voor allen zoo draaglyk mogolyken toestand in het leven te roepen. Te bogrypen ware het, dat de winkeliers zei ven, ten einde onedele concurrentie te woren, oen bond oprichtten ton bate hunner bedienden. Als allen te gelyk denzelfden maat regel invoerden, en de namen der zelfzuchtige weerstrovigen wekelyks aan het publiek be kend maakten, zou spoedig zonder iemands nadoel datgene bereikt zyn, wat door de be dienden, terecht, verlangd wordt. Maar het sehynt, dat traagheid, onver schilligheid, onbarmhartigheid telkens zoolang de hoerschappy moeten voeren, totdat gewold wordt gebruikt. En zy, die het beter inzien, moeton mede den last dragon, dien de tragen on onverschilligen on onbarmhai tigon aan do maatschappy opleggen. D e M ij n w erker. Mot haar kruik aan de hand kwam do 1 oude van de bron terug en trad haar woning binnen. De kamer was eenvoudig en zinde- lyk; het koperwerk blonk als goud on do helder geschrobde vloer weerkaatste den pur peren gloed van het vuur, dat in den open baard lustig brandde. Zy plaatsto de kruik op den grond en ging oen oogenblik zitten om weer op adem to komon. De vrouw was vermoeid, want men moest wel' oen kwartier loopon om wator to lialon, oen hoole afstand voor een zestigjarige vrouw. Na oonige minuten stond zy op om den haard van nieuwen voorraad te voorzien on op hetzolfde oogenblik kwamen twee jonge kinderen de kamer binnen gostormd en vlo gen om den hals hunner grootmoedor. Zy keerden terug uit de school, dio zo pas oen maand bezochten. Het oudje omarmde hen met byzondere toederhoid, waarop do kleinen schreeuwend en springend het vertrek rond stoeiden, om in oon oogwonk alles in do war te brengen. Inmiddels werd het zachtjesaan donker; grootmoeder ontstak de lamp en begon voor het avondmaal to zorgen, terwyl de kinderen hun spel eindigdon en zich om den haard schaarden. Do avond is altyd eenzaam, doch vooral op bet platteland: bet oog ontwaarde niets dan velden on heuvelen en kleine dalen, welke met de in elkaar loopende tinten der vlakte versmolten; bosschen en weiden, wegen en kloven, en verder met kalk besmeerde hutten, verlichto vensters en rookende schoorsteenen. Het huisje, door de familie Verstraeten be woond, was gelegen opden weg tusschen Braine l'AJleud en Mont-Saint-Jean, een kloin vierkant gebouwtje zonder verdieping. Yader Yerstraeten was my n werk er, een stovig gebouwd man, mot oen paar breede schouders, een zwart gelaat en oen droef geestig karakter. Sinds den dood zyner vrouw had men hem nooit meer zien lachen. Eiken morgen roods vóór bet opkomen der zon ging by met ztfn eten in een pakje onder den arm naar ayn werk en kwam gewooniyk eerst lang na zonsondergang thuis. In bot oudje, do moeder van Yerstraeten, treffen wy een goedhartige vrouw aan, dio haar kloinkinderon hartstochteiyk bemint. In de buurt veroorzaakte zy even weinig last als haar zoon. Na het avondmaal dor kleinen bracht de vrouw ben naar bod, pookte bet vuur wat op en plaatste zich, in afwachting van de terug komst baars zooua, voor den haard. Hot was betaaldag, do dag, die door de arme lieden met zooveel ongeduld verbeid wordt. Sinds eoiiigo jaron had de familie met In achtneming dor uiterste zuinigheid een drie tal goudstukken overgelegd, welke in do lade der grooto eiken kast geborgen waron. De mynwerker had gepaard om een stukje Jand achter zyn hut te kunnen koopon, en deze betaaldag, waarnaar met zooveel verlan gen was uitgezien, zou het bedrag afrondon, dat voor den aankoop van het land benoodigd was. Het oudje verheugde zich nu reeds in de gedachte, hoe zy het land op het voordoeligst zou behouwen, en verlustigde zich vroolyk in het verschiet van den eersten oogst. Qoheel verdiept in haar droomen, Bliop zy zachtjes in,- terwyl de klok haar eentonig getik tak in de kamer deed hooron. Plotseling liet de oudo koekook tien harde slagen weerklinken. Grootmoeder ontwaakte met een hovigen angst. „Tion uurl" zeide zy, zich do oogen uit- wry vend, „en Verstraeten is nog niet thuis 1 Zy begreep er niets van. Eensklaps kletterden droppels tegen de vensterruiten en weldra viol de regen by stroomen neer. Also# zy dit oogenblik had afgewacht om aan haar ongeduld lucht te geven, begon zy, op gevaar af de kinderen te doen ontwaken, met luider stem te spreken, in zichzelve: „O, de mannen zyn toch geboren dronk aards", zuchtte zy, „en bly ven altyd dozelfden zy zullen, hem wellicht meegetroond heb ben! Tien uur IMaar hy weet toch, hoe ongerust ik ben, wanneer hy laat thuis komt. God weet of zy hem geen vervloekte jenever hebben laten drinken, het brandende vocht, dat zoo woedend maakt 1 Als hy nog maar thuis kan komen!,...0 Zy zweeg oen oogenblik, keek even door hot vonstor en hernam dan weer: „Het regent, ja, dat is waar; het regent, maar is dat geen roden om don stap te ver haasten, ten eind9 vlugger thuis te komen? Hy zal doornat worden; enwio weet of by wel alloon komt? Zal by alleen thuis kun nen komon?" Zy zweeg nogmaals. De klok sloeg halfelf. De oude naderde het bedje, waarin de kleinen den 6laap der onschuldigon sliepen, en zotte haar alleenspraak voort: „Maar hy drinkt toch nooitI.... Zeker Is het de schuld der anderen, van zyn verstompte en werkelooze gezellou, die hem hebben over gehaald I.... 't Is vandaag betaaldag en mor gen... Het geld verdwenenI..Vervlogen alle hoop!... Geen land, in langon tyd niet, want de spaarpenningen 1. By deze woorden begon hot oudje luide te weenen. "Weer plaatste zy zich by den haard, waarin het vuur nu nog slechts flauwtjes brandde. Het sloeg elf uur. Men hoorde een stap op don weg on enkele oogenblikken later ver scheen een man in de deuropening. Het was Verstraeten! Hy scheen niot dronken to zyn, maar zyn kleederen dropen. In de armen droog hy een pakje, dat d-» man naar de slaapkamer bracht, en zette zich dan aan die zyde der tafel, waar het oudje hem bet eton voorschoof. „Kom, moeder", zeide hy, „beklaag je niet te zeerl Ik moest by de myn blijven om hulp te yöi'leenenwy hebben vandaag oen ongeluk gehad, dat aan vier onzer het loven gokost heeft. Hubert, de weduwnaar, is dood". „Heilige goedheid 1" riep de vrouw uit, de armon ton hemel heffend, „en zyn kind?. Nog eon weesl Yerstraeten antwoordde niet;hy bracht zyn moedor in het andere vertrek, en sprak, terwyl hy het oudje zyn loon ter hand stolde: „Moeder, ziedaar ons geldt Maar laten wy het stuk grond nog niot koopen Wy zullen later wel eens .zienJe moet my de soep voortaan maar wat magerder opscheppen. Hubert, de weduwnaar, is dood, en...." „En wat?" zuchtte de vrouw. Yerstraeten naderde het bed, waarop hy hefc pakje liad neergelegd, dat hy by zyn thuis komst in de armen droeg, en dan de Jak ens verwy derend, die hot bedekten, wees hy op het gozichtje van den kleinen Hubert. „O, myn zoon", zuchtto het moedertje, „het is eon edele gedachte, dio God je heelt inge geven, en ik beloof je, dat ik de dagen, die do Heor my nog schonkt, zal aanwendon om het lovon van dat ongelukkige weesje te ver aangenamen." Moeder sloot haar zoon in de beide armon, en 's Heeren Engelen blikten met welgeval len op dit toonoel neder. .Programma van Muziekuitvoeringen. MUSIS SACRUM. Zondag 11 Aug. 1901, to haliacht, door bet stafmnziekkorps der d-d. Schutterij, Directeur: de beer Job. O. Geyp. Eerste afdeeling: No. 1. „All Right", Marscb, 2. Ouverture „Tempelweihe", Keter-liela; 3. „Dio Kaisorparade", li. Eilenborg; 4. ,Un Jour d'Etó eD Norvcge", Fantaisie pastorale, R. VVflinera. Tweede afdeoling: No. 5. Ouverturo „Rosamunde", Fr. Scbubort; b. Fantaisie uit „Lohengrin", R. Wagner; 7. Toreador-Wals, T. P. Rojjle; 8. a. Intermezzo Sinlonico nit „Cavallerin Rusticana", G. Mascagni; b. „Cresceot-Cycle", Galop, Gottfr. Mann; 9. Muzikale reis door Europa, Potpourri, CL C'onradi - ,w, RECLAMES. 40 Cents per rogel. Men moei nimmer aarzelen den vooruitgang Ie volgen' Als talryke voorbooldën van genezing iederen dag vermeld worden omtrent de werkdadig- heid van een geneesmiddel, als werkolyke attesten en onbetwistbare getuigenissen aan gegeven worden, moet een zieke dit genees middel, bekend onder den naam van Pink Pillen, zonder aarzelen aanwenden, lietzy men aan getast is door bloedarmoede, bleekzucht, neurasthénie, zelfs rheumatlek of heupjrcht, maag- of ingewand aandooningen. Men ziet evenwel nlle dagen nog lieden, dio aarzolen, terugdeinzen voor een hoogst eenvoudigo be- De Heer STOPPELMAN, volgens portret, handeling en gedurende dien tyd wordt het kwaad erger on wordt het zelfs zeer lastig het te genezen. Slechts na ryp overleg besluit men op een goeden dag de ondervinding te beproeven. De heer J. O. Stoppelman, Engelsche straat, te Winschoten, schryft ons: „Sedert ruim 4 jaren leed lk aan hevige hoofdpijn, gevolgd door duizeling, vermoeidheid in de beonen, het was my of het hart soms stilstond, daarby veel last van siymbraking en zenuwachtige gejaagdheid, ik werd somiyds erg bonauwd; ik wist op hot einde geen raad meer, eindeiyk nam ik myn toevlucht tot Uwe Pink-Pillen, welke mu gelukkig weor geheel er boven op hebben gebracht, ik ga nog wat voort om don wortel des kwaads geheel uit te roeien. Door eigen ondorvinding overtuigd raad ik ze do lydende menschheid ten zeerste aan." Andere ziekten, welke dezelfde oerzaak hebben, zooals rheumatiek, huidziekten, alge- moene zwakte, beenziekte by het kind en somtyds de tering zyn door hun gebruik ge nezen geworden. Door do maag het opnemen van hot voedsel te vergemakkolyken on door het bloed te zuiveren genezen de Pink-Pillen alle ziekten. Prys f 1.75 de doos; f 9.— per 6 doozon. Yerkrygbaar by J. H. I. SnabilitS, Steiger 27, Rotterdam, hoofddepothouder voor Nederland, en apoEhekon. Franco toezending tegen postwissel. Ook echt verkrijgbaar voor Leiden en Om streken by Reyst Krak, Drogeryen, Bees tenmarkt Wyk 6 No. 41, en J. H. Dijkhuis, drogeryen, Hoogstraat No. 5. Men geve acht, dat de echte Pink-Pillen van Dr. WiUiams zich in een houten kokertje bevinden, met rooskleurig papier omwikkeld, waarop met blauwe letters gedrukt staat: Pilules Pink pour PersoTvncs Palts du Dr. Williams. Yerder moet zich op ieder uitwendig omhulsel bevinden een wit strookje papier over do lengte der étui geplakt, waarop staat: Prijs: f 1.75 de doos, f9.— per 5doozen. Eenig depothouder voor Nederland, Snabilib, Steiger 27, Botterdam. Voor de gebruilcs- toêjze raadplege men de ingesloten Hollandsche Circulaire. 7173 78 INGEZONDEN, Match lussclicu een wandelaar eix „een wiel rijd en den Katwijk er". Och, och, wat ben ik begonnen 1 Hoe kon ik zoo dwaas zyn, my aan zulk oen ongelyken stryd bloot to stellen. „Die wielrydende Katwyker" doorziet dade lijk myn snoode plannen: in naam brak ik een lans voor do wandelaars, Inderdaad trad ik op als „verdediger van den t-ol." Natuurlykl myn aandeelon moeten meer rendablo worden; doch dat zegt mon niet met ronde woorden, op shnksehe wyze tracht men daartoe te komen. Al schaadt men daarmede „het grooter bolang van Kat wyk, het bezoek der wielrydere", daarom bekommert men zich met. 't Is waar, om 21/, Ct. tolgeld te sparen, zou de toerist Katwyk Jinks laten liggen en doorryden naar Noordwyk, by v.; maar eigen belang gnat by my nu eenmaal boven alge meen belang. Dan wenschte ik in myn rustige rust op myn wandelingen door geon modern vervoer middel gestoord te worden en ik dacht de meerderheid op myn hand to hebben. Edoch! hoe kon ik zoo droomen en die velen van dezelfde „plattelandsche bekrompenhoid" ver denken, waaraan ik mank ga. Och! had ik dezen Katwyker slechts eerder gekend; ik zou reeds genezen zyn. En Gy, vroede mannen van Minerva's stad; en ook Gy, raadsheeren der residentie, die vorordeningen op het wiel- ryden hebt vastgesteld, ook Gy hebt genezing van „plattelandsche bekrompenheid" van noodo. En foei 1 Gy, raadslieden van Neerland's hoofd stad, die juist deze week het ryden met auto's in uw straten geheel "verboodt zonder 8chiifteiyke vergunning van uw E Jol achtbaar Hoofd, en het gevaarlijker zyn van auto of fiets hangt slechts af van den bestuurder Gy hebt het record van „plattelandsche be krompenheid" geslagen. Gy, allen, komt naar deze stranden; ver kwikt uw geest in het gezelschap van „den wielrydenden Katwyker" en, teruggekeerd in uw raadzaal, uit gy stellig d9 verordeningen, op het rydon met auto's en fietsen, vervan gen door esno, op die wtiiige ouderwetscbe, conservatieve wandelaars, die hinder geven aan hun wijlrydende medemenschen. Belialvo dor eigenbelang on plattelandsche bekrompenheid, werd ik gedreven door jaloezie; ja, M. de R., dat is nog eon ander zwak van me; ook dit is ontdekt. En dan, goleid door de ovorwoging, dat een zaak niet altyd beter gediend wordt door opgave van naam, beroep, straat, nummer, hoeveel hoog, onz., plaatste ik X onder myn schryven en zie, ook daarin moot ik het by myn tegenstander afleggen. Een onderteeke- nrng: ,eeu wielrydende Katwyker'' maakt S3 vry wat mot- geraas en dan weet ten minst een ieder, uit weikon hoek do wtnd wast' Dan kan or ook geen eprako zy'n vïn iosft nueeren en lompheden zeggen. V/ri/eu oj feiten, om Ut verbetering jlo komen,* noomf mon onder wieh-ydonüo Kat wy corn biykbaai insinueeren en lomp zyn, M. do R. I Maar Goddank! ik begin toch wat te win- nen op myn tegonpariy'; was ik hoovaardig genoeg, lk zou zoggen: ik bon hom op zy: juist; „het voetpad ia aangoiogc. Yoor root- gangers, omdat de straatweg, door zflr gee ringe breedte, by het passoeren van rytu gen te gevaariyk voor bon is." En nu ineen ik en velon niet my,, dat door het toelaten van rywielen op dat pad, een zelfde gevaar voor de voetgangers ook dAar ontstaat. Wol is het voetpad m den bataten tyd iets verbreed, maar als men weet, dat het pad nog slechts 1 h 2 M. en de straatweg nog wel 4 M. breed is, zal ieder weldenkende ook onder -de wielrydende Katwykers het met ons eens zyD, dat voor wandelaars thans hot pad mis schien nog govaariyker is, dan de straatweg. Is de Btraatweg slecht voor wielrijders, dat zy zich dan tot de diroctie wenden met hot verzoek, daarin verbetering to brengen, waar aan stellig des te eer voldaan zal worden, naarmate zy ineer halvo-etulvor-stukken by den toJgaarder deponeeren. M. de R., uit den boezen, scholdachtigen toon van het stuk en hot verbeven opzien tegen Katwyk's politiehoofd, waag ik de onder stelling, dat do „wielrydende Katwyker" een ondergeschikte rol by het politie korps vorvult. Mocht hy dus ook op dit schryven antwoorden, ik zal er geen notitie van nomen: "hem ont breekt toch de macht do door ons gewenschte verbetering aan te brengen, ik biyf do hoop koesteren, dat do raadsleden met dezelfde „plattelandsche bekrompenheid" bezield zyn als Uw dw. dnr. Mot dank voor de opnamo dezer regelen. \J Katwijk, 8 Aug. 1801. X. KOLCIYIEIY. BATAVIA, 10 Juli—12 Juli. f ATJEH. Onder dagteokeciug van 13 Juli is uitKotta- Radja aan do „Deli-Ct." geseind: Een patrouille in Pidie raakte slaags met oen bende in Toongkob R^ja. De bende kreog negen dooden, waaronder een voornaam hoofd; 2 beaumonts, een repe* teergeweor en andere wapens werden buitge maakt. Onzerzyds een olficierepaard gesneuveld*} Door den Gour«rneur-Gen»raal van Ned.-IndU z(ja de volgende beschikkingen genomen: i CIVIEL DEPARTEMENT. Ovesgeplaat st j Yau do openbare eerste-lagere gemengde school i A te Batavia naar de scnool voor zocec van i inlandsche hoofaen en van auder* aanzienlijke' inlanders te Toudano fMenadcj, hulponder-j wijzer, de oiidervryzex derde kL bij hei opeubaar! lager onderwijs voor Europeanen W, LK Niostad\! ingetrokken: De tijdelijk* werkzaamste!- ling als hulponderwijzeres van mejuffrouw M. S.' Llerzbergen en haar plaatsing aan de meisjes-} school te Tegal. Ontslagen: Op verzoek wegens ziekte, eervol uit baax betrekking de hulponderwyzeres E. A. Hildering. Tijdelijk werkzaam gesteld: Ais hulp- onderwijzeres, mejuffrouw S. M. van Es, mojuffrouv H. A. Ueskes, C. M. A. M. d'Artillact Briil. Geplaatst: Aan de gemengde school te Pasoeroean, de tijdelijke hulponderwyzeres 8. M.- van Es; aAn do meisjesschool te Menado, de tijdelijke huiponder wijzei os H. A. Litsk#*: san de meisjesschool te Ttgai, do tydelijko hulponder wijzeres C. M. A. H. d'Artillact Brili. Bij het Binnenlandsch Bestuur op de bezittingen buiten Java en Madoora; Verplaatst: Van het gouvernement van dei Westkust van Sumatra naar de residentie Timor en Onderhoorigkeden de controleur Ck L. JV Palmer van den Broek. Bij de 8taat8spoorwogon op Java. f Geplaatst: Bij de oosterlyoen de b oend*- chef der derde afdeoling N. de Vicq en óc tijaelgk waarnemende chef der werkplaatsen J. N. van Aftelen van Soemsfoort. DEPARTEMENT VAN OORLOG. Verleend: Wegens langduiigen dienst eon jaar verlof naar Europa, aan den kapitein der inf. fcL van Stipriaan Luiscius. i Overgeplaatst: Van Pengaron naar Mag*- lang de tijdelijke nfficier van gez. tweedo klasse dr. A. Worst er. t Benoemd: Tot ploatselyk commandant te Batavia en gevoerd a la suite van wapen, de luitenant-kolonel brj het tweede reserve-bataljon P. J. Brandenbiyg. Overgeplaatst: Bjj "bet tweede reserve- bataljon, de majoor bij het subsh-kader te Batavi V. E. J. Muijlwijk. Benoemd: Tot instructear van het legioen van Mangkoo Negoro te Socrakarta en gevoerd voor memorie bij het leger de kapt. bij bet rechter- half eerste bataljon W. NV. Onland. v, Bevorderd: Bg het wapen der art. tot ka^t., de eers4e luits. G. L. van der Waarden, met verlof in Nederland, en A. van der Hegge Spies; tot eersten luik, de tweede luit. A. F. ii. Winter. Bovorderd: Bij hot wapen der inf. tot kol., do luit.-kol. G. F. Soeters; tot kapt., de eerste luits., C. II. Eoedt (met verlof in Nederland); jbr. K. L. A. P. van der Mnoseu do Souibreff en E. A. A. van Ueekeron, niet bepaling, dat laatstgenoemde ook in zijn nieuwen rang in de betrekking van ad|udnnt van den commandant der tweode militaire afdeoling op Java gehandhaafd on u ia suite van zya wapen gevoerd zal blijven. Bepaald: Dat geplaatst biyft bij de vijfde afdoelmg van hot dopartemont van Oorlog mot iutrebkfng der overplaateing bij bet gewestelijk magazijn van kleeding on uitmeting te Batavia de tweede commies L. G. J. franke; op bet bureau van den bebee:dar van net ge westelijk magazijn van kleediug eu uitrusting te Batavia mot intrekking der overplaatsing by de vijfde afdeeliug van bet departement van Oorlog de derde connnios F. J. Seitz. i Overgeplaatst: Bij do troepenmacht in Atjeh t. d. i. de kapitein by het achtste bataljon A. H. Overman; 1 do eerste luitenant bij het voertiond# bataljon getivneueerd yan Atjeh naar Padang en t. n. i.' overgeplaatst by het aubaistenleukAder aldaar, J. Olivier en do tweede luitenant by het cerate dopot-bataljon P. C. Haalmeyer; bij bet tionde bataljon, de eerste luitenant by( bet eerste garnizoensbataljon van Atjeh geöva-i cuoerd van Atjob naar Batavia en t. n. l ovèr-l geplaatst by bet subsistentenkader aldaar J. G.i de Greef. DEPARTEMENT VAN MARINE. OnUlage n: Met ingang van 6 Augustus 1901 op verzoek' oervol u*t lande dienst, de gezaghebber by d* gouvernements-manne R. Loman. CORRESPONDENTIE. - Ingezonden stuk-; Kon of medcdeolingen, waarvan de inzenders iiun naam niet aan de Redactie bokond makon„ ■woffdon cfigepiaaUt ter zude gö'ögd.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1901 | | pagina 6