N®. 12717 Vrijdag O Augustus, A®. 1901. (Deze <€onrant wordt dagelijks, met uitzondering van <Zon- en feestdagen, uitgegeven. Feuilleton. Een opvoedster, j PRIJS DEZER COURANT: Voor Leiden por 8 maandon 1.10.' 7 Buiten Leiden, per looper en waar agonten gevestigd zyn 1.30 i Franco per post 1-65* PRIJS DER ADVERTENTLËN: Van 1 6 regels f 1.05. Iedero regel meer f 0.17Grootere letters naar plaatsruimte. Voor bet incasseeren buiten de stad wordt f 0.05 berekend. Offloieolo Kennlvgeying. Burgemeester en Wethouders van Leiden brengen ter algemeens kennis, dat het tweede toe latingsexamen voor do Uoogoro Bur gerschool voor Jongons dit jaar zal plaats hebben tusschon 28 Augustus en 2 September a. s., in het gebouw aan de Pieters- koikgracht aldaar, en dat zij, die zich aan dat examen wen9cben te onderwerpen, zich vóór don 1 5 d e n Augustus a. s. schriftelijk belmoren te wenden tot den Directeur. Burgemeester eu Wethouders voornoemd, Leiden, H. C. JUTA, Weth., loc.-Burg. 22 Juli 190L VAN HEYST, Secretaris. Leiden, 9 Augustus. Heden slaagde te 's-Gravonhage voor het examen Franscbo taal, lager onderwijs, mej. J. P. de Carpentier Wildervar.ck. Voor 'het examen der hoofdakte Is ge slaagd do heer G. de Jong, van Leiden; voor het examen Fransch lager onderwijs mojuffr. F. A. M. B. Frohn, van Noordwijkerhout, en de heer J. A. Steinz, van Katwyk-aan-Zee. Behalve de zeereerw. heeren P. H. H. Finketlügel, pastoor to Wateringen, en P. A. de Bruyn, pastoor te Loosduineu, zullen hun 40-jarig priesterfeest op 15 Aug. a. 0. even eens liordenkai de zeoreerw. heeren H. L. Sloots, pastoor aan „De Liefde" te Amsterdam, P. J. Kookboven, pastoor te Bovenkarspel, en N. J. Sineulders, deken en pastoor te Warmond. Ook de zeereerw. heer P. J. Lucasson, pastoor te Boskoop, dezer dagen overleden, behoorde tot dit getal. Benoemd ls tot onderwijzer aan de Chr. school te Nieuwveen de heer F. ten Kaate, gewezen onderwijzer te Buffeldoorns (Trans vaal), die deze benoeming heeft aangenomen. Na het Koninklijk bezoek gisteren aan do tentoonstelling voor ambachtsonderricht te 's-Gravenhage, begaven H. H. en de Prins zich naar het Paleis in het Noordeindo, ter bezichtiging van de in do jong6to maanden nieuw ingerichte particuliere vertrekken in dat gebouw. To halfvijf verlieten de Koningin en Haar Gemaal weder het Paleis, om zich langs een anderen weg naar het station van het Staats spoor te begeven. De overtalrijke menigte begrootte opnieuw de Koninklijke Echtelieden met luide hoezees. To 4 u. 46 m. verlieten H. M. en de Prins per Staatsspoor de residentie. De trein reed weg onder het gejuich der dichte menigte, die zich by hot vertrek langs den weg en voor het station bevond. Precies om 6 u. 67 m. kwam do extratrein ten paleize Het Loo aan. H. M. de Koningin en Prins Hendrik namen plaats in een gereod- staand rytuig; de dames en hoeren van het gevolg volgden te voet. Officieele personen waren ook thans niet aanwezig, wel een zeer t&lryk publiek, dat het Vorstelijk Paar harte- lyk toejuichte. Na op het bordes door den hofmaarschalk baron Clifford te zyn bogroet, vertopfdo H. M. nog eenige oogenblikken op het bordes en liet den blik over het basse-cour weiden. De standaardvlag werd by aankomst van het Echtpaar onmiddeliyk geheschen. Te Amsterdam ls overleden mr. H. L. Asser, de jongst benoemde rechter In de arrondissements-rechtbank aldaar. Het overiyden van mr. Asser ls voor de rechtsgeleerde wereld een zeer groet verlies. Hy heeft 0. a. een belangryk werk geschre ven over de betore regeling van de oudorlyké macht en de voogdy, in antwoord op een prysvraag. Geruimen tyd heeft hy, eenige jaren geleden, wegens zyn ernstig bedreigde gezondheid, in het buitenland vertoefd, en men koesterde na zyn terugkomst de verwachting, dat hy her steld was. Zyn neef, de Leidsche hoogleeraar mr. C. Asser, ls een paar jaar geleden even eens op betrekkeiyk jeugdigen leeftyd aan zyn nuttigen werkkring ontrukt. Beiden heb ben den eervollen naam, dien zy droegen, hoog gehouden. Door de firma Thomas Ronaldson Co., gevestigd te Londen, Antwerpen, Gent, Rotter dam en Amsterdam, is een brochure in hot licht gegoven, waarin belangryke byzonder- heden betreffende bovengenoemde havens en over Zaandam worden behandeld. Vele fraaie platen en kaarten geven afbeeldingen van de voornaamste handelsinrichtingen en dokken. Voor belanghebbenden by handel en scheep vaart bevat de keurig uitgevoerde brochure veel wetenswaardigs. Het 60-jarig bestaan van de Vereoniging ter bevordering van Fabrieks- en Handworks- nyverheid in Nederland is gisteravond In de Haagsche afdeeling Ingewyd. In een samen komst van leden van het hoofdbestuur en afgevaardigden der afdeelingen in een dor zalen van het „Zuldhollandsch Koffiehuis" werd do eerewyn aangeboden en heette de voorzitter van de Haagsche afdeeling mr. A. E. J. A. Bik de heeren harteiyk welkom. Het verheugt hem, dat voldaan was aan den wensch om het gouden feest van de Vereeniging te vieren to 's-Gravenhage, do wieg en baker mat van de instelling en waar nog steeds de hoofdzetel is gevestigd. Deze avond was voor het leven der Vereeniging van gewicht. Ze besloot den dag, waarop H. M. de Koningin als Beschermvrouw de tentoonstelling had geopend voor ambachtsonderricht, en ging vooraf aan den dag waarop de 50ste ver gadering zou worden geopend, die blykens de te behandelen onderwerpen en uitgebrachte praeadviezen een si uitateen zal kunnen go- noemd worden van GO-jarigen ernstigen arbeid. Voor gisteravond was echter zyn bedoeling alleen een welkomstwoord te spreken, binnen de muron van 's-Gravenhage kon hy niet zeggen, want die had Den liaag nooit gehad, maar hy hoopte, dat dit juist zou worden opgevat in dien zin, dat Den Haag do heeren met de grootste bereidwilligheid, met open armen ontving. Op deze vriendeiyko woorden antwoordde de voorzitter van het hoofdbestuur, mr. E. Fokker, namens de leden. Ook hy zou nu de geschiedenis der Vereeniging niet nagaan en haar verdiensten mocht hy bekend achten. Hy wilde alleen de afdeeling en haar voor zitter danken en de hoop uitspreken, dat, waar de 50ste vergadering wordt gehouden ln het „vlek" 's-Gravenhage, ze zou blykon vlekkeloos te zyn wat haar debatten en be- eluiten betreft. Den Haag is een der oudste en getrouw8te afdeelingen der Vereeniging ge weest, waaruit groote kracht is uitgegaan. Op haar voortdurenden bloei ledigde hy een beker. Nog eenlgo oogenblikken bleven de heeren byeen, om zich toen naar Scheveningen te spoeden. Men meldt uit Vllsslngen: deEngelscho koninklyke familio zal Zaterdagavond om 9 uren hier aankomen om met een extra-trein, die denkelyk te 10 uren vertrekt, do reis naar Duitschland te vervolgen. Men meldt uit Sliedrecht aan de „D. Ct.": In de gisteren gehouden vergadering der cen trale anti-revolutionaire kiesvereeniging is tot candidaat gesteld voor do Tweede Kamer (vacaturo-Kuyper) de hoer A. D. P. V. van Lóben Seis, inspecteur van den arbeid te Arnhem, en tot candidaat van de Prov. Staten, (vacature A. Kleyn) de heer C. M. van Hou- welingen to Poursum. Ook de „Prov. Gr. Ct" verneemt, dat mr. Troelstra geweigerd heeft in de gegeven omstandigheden een candidatuur tegenover mr. Drucker te aanvaarden. Van soc.-dein. zyde zal nu geen candidaat gesteld worden. „Het Volk" meldt echter, dat mr. Troel- stra de hem aangeboden candidatuur te Gro ningen in beraad heeft gehouden. In do gecombineerde vergadering van S.-D. A.-P. en Arbeiderskiesvereeniging te Amersfoort ls besloten, J. Oudegeest te can- dideeren. Volk.) De luit. t z. 2de kl. H. P. A. Buysing Damsté ia geplaatst a. b. van Hr. Ma. wacht schip ln de maritieme directie te Amsterdam. De luita. t. z. 2de kl. B. C. A. van Renterghem en C. van der Burg zyn uit Oost- Indiö teruggekeerd en zullen op non-activiteit worden gesteld. De luit8. t. z. A. J. Gooszen, J. W. van Aalst en J. F. Nyland, die met 1 Sept. zullen optreden als leeraar by het Kon. Instituut der Marine, .worden respectieveiyk belast met het onderwys In de practische zeevaartkunde en den scheepsbouw, het onderwys in de stoom werktuigkunde, hot werktuigkundig-, hydrau- graphisch- en topographisch teekenon en hot onderwys in do Maleiscbe taal en het inter nationaal zeerocht. Het stoomschip „General" (thuisreis) passeerde 7 Aug. Pomegues; de „Prinses Sophie", van Batavia naar Amsterdam, vertrok 8 Aug. van Perim; de „Reichstag" (thuisreis) passeerde 7 Aug. Aden; de „Soembawa" ver trok 8 Aug. van Liverpool naar Amsterdam; de „Timor", van Batavia naar Amsterdam, vertrok 8 Aug. van Port-Said; de Ambon" arriveerde 8 Aug. van Java te Boston; de „Koning "Willem I", van Batavia naar Am sterdam, is 8 Aug. Dungerjess gepasseerd. Koudekerk. Gisteravond omstreeks negen uren ging het gerucht als zou er brand uit gebroken zyn in den hooiberg by den land bouwer G. D., in den I Agon waard, waarop de brandspuit uitrukte. Ter bestemder plaatse aangekomen, bleek, dat er van brand niets te bespeuren was, zoodat de spuit onverrichter zake kon terugkeeren. Doordat de rook uit den sohoorsteen over den hooiberg streek, meende men, dat hy uit dien borg kwam, zoodat daardoor loos alarm werd gemaakt. Naar wy vernemen, moet by do gisteren gedane opname gebleken zyn, dat de schade, welke eergisteren aan de Koudekerksche brug gevaren werd, ongeveer f 200 bedraagt. Leiderdorp. Ter gemeente-secretarie alhier ligt ter inzage een verzoek met byiagen van den heer L. A. J. Koning om vergunning tot oprichting van een inrichting tot het drogen van sigaren in het perceel Dorpstraat No. 100, kadastraal bekend Sectie B No. 558. Door het spelen met lucifers der kinderen van B. K. ls hedenmorgen te ongeveer zeven uren braDd uitgebroken in hot perceel Does laan 28. Hot mocht der brandweer, die spoedig ter plaatse was, gelukken, de vlammen weldra moester te worden. De inboedel, die niet verzekerd was, is ge- deelteiyk vernield. Hedennacht is ten nadeele van T. v. d. H., visscher alhier, paling uit zyn vischbun ontvreemd. Zoeterwoude. Door den Ryksveldwachter van den Haagweg is proces-verbaal opgemaakt tegen twee schuitenjagers, wonende aan den Leidschendam, omdat zy een beer, die aan den Trekvliet onder Zoeterwoude zat te visschen, te water hebben gedrongen en daarna met stokken hebben geslagen, zoodat die heer, die gelukkig zwemmen kon, genoodzaakt was over te zwemmen. Nog niet tevreden met deze aanranding, greep een der jagers een korporaal van de infanterie, die aldaar met zyn meisje liep, by de keol. In plaats echter dat do korporaal klappen kreeg, kreeg de jager klappen en wel zoodanig dat hy om hulp riep aan den anderen jager, die wel kwam, maar niet dorst by te springen. Uit de „Staatscourant." Kon. besluiten: Aan mr. J. A Loeff, op zijn verlangen, eervol ontslag verleend als rechtor- plaatsvorvanger in de arrondissements-rechtbank te '8-Hertogonbosch. Met ingang van 1 September a.s.bevorderd, tot ingenieur 2de kl. der marine, de adspirant- ïngenieur der marine C. Penning; bonoemd tot adspirant-iDgenieur der marine, de beer S. F. Monbemius. Aan den luitenant-kolonel O. W. Westerouen van Meeteron en aan de eerste luitenants H. S. Hordijk (adjudant), G. T. M. Ongerboer, L. H. C. Beijena en W. S. A. A. H. M. van Kjjswjjk de JoDg, allen van het regiment grenadiers en jagors, vergunning verleend tot bet aannemen en hot dragen, voor wat betreft den luitenant-kolonel Westerouen van Meeteren van de ordetoekenen van ridder 3de kl. dor orde van den Rooden Adelaar en voor wat de overige officieren aangaat van die van ridder 4do kl. der Kroonorde, bun door Z. M. den Duitachen Keizer, Koning van Pruisen, geschonken. Raad van State. Openbare vergadering van de afdeeling voor de geschillen van bestuur, op Woensdag 14 Augustus 1901, des voormiddags te elf uren. Gemengd Nieuws. De Leidsche Wielry dersver eon l- ging „All Right'' viert Zondag a. s. haar 8-jarig bestaan. Werd een vorig jaar een Polo-wedstryd op Den Burcht gegeven, dit jaar moest door verschillende omstandigheden hiervan worden afgezien. Thans wordt deze dag moer in intiemeren kring herdacht door het houden van een grooten picknick voor leden met hun dames, waarvoor reeds een 50-tal ls Inge schreven. Na afloop van den picknick is er oen vossen jacht en zullen er bovendien eenlgo kleinere wed8tryden gehouden worden. Des avonds vereenlgt men zich in „Musis Sacrum", waarvan de tuin door de goede zorgen van den heer Hannaart weer ügiorno verlicht zal zyn. Na afloop van het concert gaat men ln optocht, voorafgegaan door muziek, naar „De Nieuwe Graanbeurs", waar een bal gehouden wordt voor leden van „AU Right" en „Musis Sacrum" met hun dames. Den 12den Augustus a. s. hoopt Lodewyk v. d. Laken den dag te gedenken, waarop hy vóór 25 jaren als sigarenmaker by de firma Voorhoeve en Ravesteyn alhier in dienst trad. Het Openbaar Ministerie by het Haagsche Kantongerecht vorderde boeten van f 10 tegen kooplieden, die op de Groote Markt zonder vergunning van de overheid een lotery hielden benoden de f 100, door a 6 cents 3 kaarten te verkoopen, op elke waarvan 8 nummers geplaatst waren. Waren genoegzaam kaarten uitgedeeld, dan werd uit de bus een nummer getrokken en do houder van de kaart, waarop dit getrokken nummer voorkwam, had recht op den prys (een galanterie artikel op den wagen uitgestald) of de waai de in geld. Beklaagden beweerden niet dc loten 10 verkoopen, doch oenige caterns pos!.ij ier voor 6 cents, waarby iedero kooper 3 ij <1; cadeau kreeg. Inderdaad bleek ter terechiziü.p.g, dat de beklaagden op deze wyze handelaars, doch éénmaal hadden zy verzuimd om zich op deze vryze te dekken en van dm rnbe.'J hadden rechercheurs, die zich onuc. ^uuliek, bevonden, gebruik gemaakt om de kooplieden te bekeuren. De ambtenaar van het O. M., mr. Van Haren Carspel, deed by het nemen van zyn vordering uitkomen, dat, in hot midden gelaten' den al- dan niet verkoop van papier, de bedoeling om de verordening betreffende de loteryen te ontduiken voldoende bleek by bovengeschetste manoeuvres van die koop- lioden alias loteryhouders. N^ar aanleiding van het bericht omtrent de afkeuring van 38 Haagsche tram- paarden, wegens ongeschiktheid ten gevolr-c van oververmoeidheid, deelt de directeur der Haagsche Tramweg-Maatschappy het volgende mede aan „Hot Vad.": Door onzo Maatschappy word geprotesteerd tegen de bedoelde afkeuring, ten gevolge waarvan de beslissing in dit geschil werd opgedragen aan een commissie van drie des kundigen, nl. de heeren J. Lameris, J. O. van der Slooten en M. H. de la Vieter, de eerste paardon arts lste kl. en de beide laatsten ïyksvèearts, allen te 's-Gravenhtge. Hot door bovengenoemde drie deskundigen uitgebrachte rapport luidt woordelyk als volgt; „De uitslag van dit onderzoek is, dat geen der opgegeven {38) paarden om boveu- genoemde reden ongeschikt voor den dienst kan worden verklaarddat echtir volgens» oordeel der bovengenoemde commissie eenige 1 paarden, te weten Nos. 179, 281, 449, OO' en 784, ongeschikt voor verdere diensten zyn verklaard en den directeur ten verkoop zyn voorgedragen, waartoe doze zich onmiddeliyk! bereid verklaarde." De te Amsterdam verschynenda „Volksbanier" achryft het volgende: „Toen Z. K. H. Prins Hendrik Dinsdag der vorige week een bezoek bracht aan de Marine werf, alhier, en aan boord van het in aar bouw zynd pantstrschlp „Hertog Hendr*"^) kwam, moesten de werklieden (ten einde het spreken verstaanbaar te doen zyn) even1 stoppen. In het voorrnim etond, onder meer andere werklieden, ook de voorzitter van de; afdeeling Amsterdam von den R.-K. Volksbond, J. W. Smit, die door den Prins werd herkend „Z. K. H. liep op hem toe en vroeg, of, hy geen vereeniglngsman was: „U w&») immers by het defllé in het Museum, toen' die aanspraak werd gehouden?" „Smit, een oogenblik ln de war gebracht door zulk een onverwacht gesprek in tegen woordigheid van zyn superieuren en vele autoriteiten, antwoordde bevestigend en voegde er by, dat hy ook de eer had tegenwoordig te zyn by de aanbieding van de Gouden Koets te 's-Gravenhage. „O ja", sprak de Prins, „lk herinner I u ook daar gezien te hebben, werkt a hier ook op de werf?" „Nadat wederom een bevestigend antwoord 1 was gevolgd, was het gesprek ten einde en' ging de Prins met xyn gevolg verder. Z. K. H. sprak zeer innemend en duideiyk Hollandsch. „De Indruk, dien dit gesprek op de werk- lieden maakte, was hoogst aangenaam. Een, 21) „Dan willen wy u niet ophouden 1" zei de oude heer Pracht, die zich tot dusver braaf had zitten ergeren. Mizzi nam afscheid. De Deensche kreeg nog een allerharteiyksten groet van haar concurrente, met een felicitatie voor haar werk, en eindolyk ging de deur toe achter de „adjudante van mevrouw Stephanie". Nu zy weg was, barstte de schilder uit: „Een onbeschaamdheid is het, een groote onbeschaamdheid I Dat durfde ze my zeggen, my, zoo'n babbelaarster, zoo'n dilettante 1" De anderen trachtten hem te kalmeeren, de oude met grapjes, Dagmar met. zachte woorden; maar het onderwerp was teirslotte voor den oude al te mooi, om niet eens door to slaan. „Wie zitten er in die jury? Enkel vrien den van mevrouw Pollinger en vyanden van jou, en dus ook van Dagmar. En je denkt, dat die onpartydig zouden oordeelen? Dat kan je begrypen. Brendicke senior, de redacteur, en zyn neefje, Brendicke junior, dat mooio criticusjel En dan mevrouw Stóphanie, do mooie mevrouw FarlandI Het publiek, dat enkel verneemt, wat mevrouw Farland door haar vriendin laat rondstrooien, zal nooit gelooven. dat jy over het werk van je meisje zoo bezonnen en kalm hebt geoordeeld als over dat van een vreemde. Daarvoor zal onze vriendin uit het Westend wel zorgen 1" „Vader," zei Heinz, ontstemd, „ik heb u difcwjjla verzocht, de onaangenaamheden in zaken niet te verwarren met private aan gelegenheden. Mevrouw Farland heeft her- haaldeiyk getoond, dat zy persooniyk geen wrok togen ons hoeft." „Hoe goedl Hoe liefl" riep de oude. „Neen, dat ontbrak er nog aan: zy eon wrok tegen onsl Welzeker; nu zy en haar zoontje ons do eene gemeenheid na de andere aandoen. Je zult wel gewaarworden, jongen, wat je van die te wachten hebtl" „Och, laat dat nu biyvenl" smeekte de professor; „waarom telkens die oude geschiede nis op te warmen?" Zy zwegen een poos, elk door zyn eigen ge dachten beziggehouden. Eindeiyk zei Dagmar: „Heinz, ik zou je wel een groot verzoek willen doen: je moet niet in die commissie blyven. 't Is beter, dat je bedankt." Vader en zoon wissoldon een verschrikten blik. „Wat? Voor die lui het veld ruimen? Zou je dat in ernst willen, Dagmar?" „U moet niet boos op my worden, papaatje," zei Dagmar schuchter, „maar ik geloof, dat hot veel beter was voor onzen goeden Heinz." „Neen, neen, lieve Dagmar," zei de schilder nu op vasten toon, „daarvan komt niet in. Ik blyf in de commissie; want als ik mij terugtrek, zouden de Brondickes en consorten dat uitleggen als lafheid. Neen, moedig zal ik my in het gevaar begeven, en lk zal zoo rechtvaardig en eeriyk oordeelen, dat geen mensch het zal wagen, my van partydigheid te betichten." „tn do commissie moet je blyvonl" zei do oude. En daarmee liep het af. VIIL Mizzi Pollinger was mot het resultaat van haar bezoek tevreden. Wekenlang had zy haar best gedaan, de juryleden gunstig voor zich te stemmen. Zy was een aardigo, levens lustige, ryke en onafhankelyke vrouw; het viel haar dus niet moeilyk, lui van het slag der Brendickes, oppervlakkige babbelaars over kunst en andere zaken, voor zich te winnon. Meer moeite had de vesting Farland haar ge geven. Mevrouw Stóphanie was vroeger nooit erg tegemoetkomend goweest; Mizzi had dat wel gemerkt, doch nooit den moed bezeten met de invloedryke vrouw te breken. Tot haar verbazing bleek mevrouw Farland echter sinds eenigen tyd minder toegankelyk, en het kostte do slimme beeldhouweres weinig moeite, zich in te dringen. Zy verdroeg ge duldig allo nukken der verwende, zenuw achtige, overwerkte vrouw; zy dood allerlei boodschappen voor haar, hielp haar by al haar maatschappeiyke bezigheden en maakte zich iy Stóphanie, wie de zaken over het hoofd groeiden, inderdaad onontbeerlyk. Zy genoot nu de bevoorrechto positie van een vertrouwde, al was het maar alleen voor zoo ver het vrouwenverenigingen en soortgelyke diDgen betrof. Als adjudante van een vrouw, wier invloed in haar kringen nog altyd groot was, wist Mizzi aan haar eigen persoontje ook zeker gewicht te vorschaffon. Zy was een pikante verschyning, en om haar porsoonlyke aan- trekkelykhoden vergat men, dat haar kunst zich binnen zeer enge grenzen bewoog. Behalve eerzucht om den prijs to verove ren, leefde ln het hart der jonge woduwe eon groote toegenegenheid voor meneer Theo Farland, een reden to moer, om zich, zoo dik- wyls hot maar ging, in het groote huis van het Westend te laten zion. Haar paardjos vonden al vanzelf don weg. Ook heden, was zy er geweest; doch zo had met de vrouw des huizes, die door werk overstelpt was, slochts een paar woorden kunnen spreken. Enkele minuten waren echter voldoende geweest, om het nieuwste gebab bel over het goöngageerde paar te vertellen. Dit moest echter voorzichtig gebeuren, want Stóphanie speelde, zelfs tegenover volkomen ingelichten als mevrouw Pollinger, nog altyd do vriendin en beschermster van den professor en zyn verloofde. Mizzi waagde echter, ronduit te bekennen, dat het haar raadzaam voorkwam, dat meneer bracht ophield lid der jury te zyn; „de men- Bchen spraken er al over". Zy vertelde er niet by, dat haar overgroote bezorgdheid voor des professors reputatie als eeriyk man de „menschen" gaande had gemaakt. Mizzi deed na haar bezoeken in Moabit en Westend nog een tochtje door den Thiergar- ton, eer ze zich bogaf naar haar woning in de Hardenborgstrasse, waar ze een bezoek verwachtte van den bollenman Paimpol, die vroeger met haar ouders voel zaken had gedaan. Eerder dan óón uur behoefde zy echter niet thuis te zyn. By het Thiorgarten station gekomen, hield zo plotseling do paardon in. Een net gekleede jonge man was vlak voor haar tweespan heengoloopon; hy wilde zeker met een der lokaaltroinon mee. „Theo FarlandI" riep Mizzi verrast en wonkto met de zweep. Toen hy haar herkende, kwam een uit drukking van ongoduld op zyn gezicht, en hy wildo met een groet verder gaan; doch zjj liet hom niet schieten. „Wat een haast 1" riep zy. „Wou u my ontloopen? 't Is een wonder, als men u eens treft.^ - - - y Juist floot een locomotief, en do trein, dien hy had willen halen, vertrok. Tb*o naaide de schouders op, als iemand, die zich ln zyn lot schikt, en zei: „Nu, dan nietl" „Waar wou u heen? Stap maar op; ikj zal u bron gen, waarhoen u verkiest" Theo stond een oogenblik besluiteloos; toen sprong hy vlug op den bok naast haar, do panden van zyn lange Engelsche jas om de knieón plooiend. Mizzi maakte het bonten dekkleed los en sloeg het eene eind om hem hoen. „Kom maar moe binnen," lachte zy. „Uit puren eerbied behoeft u geea verkoudheid te halen." Het ging in gestiekten draf langs den Charlottenburger straatweg. „Was het zoo belangryk, wat u ln het Westend had te doen?" vroeg de schooue dame. „Ik wou eens naar hot werk zien. De eiectrotechnici zUn er bezig. Maar lk kan er nu niet vóór den schaf tiy-J zyn; ik word ongelukkig opgehouden." „Door my?" „Noen, neen, door meneer Poggerlink, onzen 1 tweeden scheikundige. Och, u kent hem immers well" „Zeker, kou ik hem: zoo'n klein, beenig, inpomp-!- roanneke, is 'tniet?" i .vio glimlachend. „Precies. Maar hot is een goede kop. Be-| paald een vernuft 1" „Dat heb ik al eens gehoord. Hy maakt het, geloof ik, uw mama erg lastig met zya' onophoudelyke uitvindingeu." „Ja, en hy heeft my juist in zyn particu lier laboratorium de allernieuwste uitgelogd." „Eu deugde die?'' {Wordt tervolgdj

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1901 | | pagina 1