TW H
Burgerlijke Staiid.
MENCELWERK.~
tegen do Boeren, die hen ovoral gehaat hooft
gemaakt; en wat anderen betreft: aan de
financieele catastrophes, welke zich overal
voordoen.
En de gogoode Noderland6rs zelvon hebben
wezenlyk in do vacantio-maanden Juli
Augustus gelogonheid gonoog om een bad
plaats te bovoordeelon en zich en hun kinderen
voldoende ontspanning te geven.
Meer vacantie dan nu reeds gegeven wordt
is wezenlijk niet noodig; en voor den goeden
gang van zaken op do school, die deze kinderen
in hun woonplaatsen bezoeken, is hot zeker,
evenmin als voor de jeugd zolve, gewenscht,
dat hun ouders den wenk opvolgen, dien hot
Sociaal Weekblad (zie vorig Overzicht) hun
geeft."
Do heer P. P. van Vloten, directeur van
Vn Uas, weekblad ter bevordering der belangen
van den handel en do industrie, heeft oen
speciaal nummor van zfjn blad gewijd aan
de handelingen van W. P. N o 1 s van
Wngeningen. De zeventien maatschap
pijen, door dezen opgericht, on de zeven
faillissomonten, die vooraf moesteu gaan
alvorens aan het publiek de oogen werden
goopond, worden in dit nummer uitvoerig
besproken.
Do heer Van Vloten zegt aan het slot van
dezen arbeid:
Gelukkig is het in ons land een uitzonde
ring, dat één man, met enkele anderen,
zoovele maatschappijen opricht, dat aan
deelhouders onmiddellijk 11a do storting hun
ner gelden, die gelden als geheel verloren
kunnen rekenen, dat niet minder dan
zeven dezer maatschappijen worden verklaard
in staat van faillissement, en dat van de
©vorige kan verwacht worden, geen waarbor
gen te bieden, dat ook de aandeelhouders
daarin niet alles zullen verloren hebben.
Do grondslag der oprichting was steeds de
inbreng van oen weinig beteekenend zaakje
met de daaraan evenredige activa, voor een
groote som golds, maarbetaalbaar in aan-
doelen. En is degeen, die aldus zyn eigendom
prijsgaf, niet geslaagd in het verkoop en dezer
papieren, dan zal hy zyn onvoorzichtigheid
öiet de geloden schade hebben te boeten.
Edoch, de kans tot verkoopen werd mogelijk
gemaakt door het voortdurend aanprijzen der
onderneming, in de financieele bladen van het
hoofdbestuur der verschillende maatsehappyen,
En de hooge dividenden, die werden vastge
steld, hebben het overige gedaan, om velon
er toe te brengen aandeelen te koopen, die
werden aanbevolen op grond van rentabiliteit
en soliditeit.
"Werd de toestand onhoudbaar, dan volgde
een liquidatie on het overbrengen van hot
nog aanwezige actief in een andere nieuw
©p te richten maatschappij, totdat deze weder
donzelfden weg ging als haar voorgangster.
Eindelijk komt de krach, die noodwendig
©p dergelijke handelingen volgen moet; han
delingen, dio straffeloos jarenlang kondon
gepleegd worden, omdat onze gebrekkige
Handelswet nog steods op herziening wacht.
Om het tot-stand-komen eenor herziening,
ten minste waar het do naaniloozo vennoot
schappen betreft, te bespoedigen, roepen wij
den steun in van allen, opdat, gebruik makende
van het recht, In do Grondwet aan elkon
inwoner van den Staat gegeven, een „potitie"
b(j de Regeering zal kunnen ingodiend worden.
Hiervan koesteren wy goede verwachtingen
tn hun, die daarmee instemmen, wordt ver
zocht, daarvan bericht te zenden aan Unitas."
Thans moeten wy melding maken van het
volgende ingezonden stuk in De Standaard:
Mijnheer de Redacteur
In zyn schrijven in De Standaard Nr. 8998
betrekt professor Mr. P. A. Tichelaar my in
bet debat.
Vergun my daarom op dat scbryven te
antwoorden.
Inzake hot .gerucht Alma" zegt Professor
nu: .Ik zou aan do geheele zaak myn aan
dacht niet hebben gewyd, indien niet de stand
der partijen hier aldu3 was, dat éóne stem
beslissend kon worden."
Z.H.Gel. begint er biykbaar spy t van te krij
gen, dat hy van dat gerucht zooveel werk heeft
gemaakt; de opzet was zoo grootsch (denk
biorby aan de uitlating in Het Vaderland:
.Er heeft zich by de jongste Statenverkiezin
gen te Leiden een feit voorgedaan, dat met
het Rotterdamsche geknoei meer dan opper
vlakkige geiykenis toont" en de afloop
valt zoo deeriyk tegen.
Op de uitnoodiging van den heer Pera om
eens mede to deelen of hy ook weet uit wei
kon hoek het gerucht kwam, den avond voor
de horstemming voor de Staten, dat de pastoor
en do koster van Tilburg zich hadden opge
hangen, gaat Professor maar niet in.
Z.H.Gel. heeft nu echter nieuwe euveldaden
©ndor do aandacht van dan leider van ons
.zoogenaamd" Christeiyk volksdeel te bren
gen, ter kenschetsing van de wyze van optre
den van zyn volgelingen alhier, en uu moet
ik het ontgelden.
De acte van beschuldiging bevat het vol
gende:
1. Op Vryaag 5 Juli word door de „Vry-
tinnige Kiesvereeniging" alhier een openbare
vergadering mot gelegenhoid tot debat ge
houden; in die vergadering zouden eenige
niouwe candidaten voor den Gemeenteraad
optreden, en zou gelegenhoid worden gegeven
tot bespreking van gemeentezaken, en aan-
wozig zouden zyn leden van het dageiyksch
bestuur en gemeenteraadsleden.
2. Ik was op die vorgadenng tegenwoordig
on Bprak er niet.
3. Den volgenden dag (dus Zaterdag 6 Juli)
verscheen een strooibiljet der A.-R. Kiesver
eniging, dat reeds den 3don Juli was opge-
iteld, waarin alles, wat maar iets te wenschon
overliet in de gemeente, aan hot beheer der
liberalon werd gewoten.
4. Maandag 8 Juli word een vergadering
belegd door de afd. Leiden van hot Alg. Ned.
Werkliedenverbond, alleen tot aanbeveling der
workmanscandidaten.
5. Op die vergadering sprak Ik wol, hoo-
wel ik niet verwachtte daar te zullen vinden
de mannen, die my op alle punten te woord
konden staan.
6. Op 15 Juli, des avonds te 9.30, den
avond vóór de herstemming voor den Raad,
ontving Professor een vorkiezingscourant
van de anti-revolutionairen, waarin het ge
heele debat van de vergadering van 8 Juli
was opgonomou.
7. In die courant wordt ten onrechte be
weerd, dat door myn optreden voorkomen
werd, dat die vergadering in een Poolschen
Landdag ontaardde, integendeel de anti
revolutionairen verstoorden voortdurend do
orde.
Ziedaar hot zondenreglster blootgelegd
door Prof. Mr. Tichelaar.
En nu daartegenover, Mynheer de Redac
teur, een schets van don wezeniyken gang
van zakon.
Het is waar, dat ik een groot gedeelte der
vergadering heb bygewoond.
Ik ging er heen om te luisteren naar het
geen de nieuwe (vryzinnig-democratische)
candidaten voor den Raad zouden mededeelen.
Dat daar ook aanwezig zouden zyn Wet
houders en Gemeenteraadsleden (in qualiteit),
wist ik niet; ik, die ook Raadslid ben, had
geen uitnoodiging ontvangen, en de adver
tentie vermeldde het niet.
Behoefte tot spreken had ik op die verga
dering niet, want er waren punten genoeg,
waarin de heeren, die wol sprakon, het niet
met elkander eens waren, en ik kon my dus
vergenoegen met het aanhooren van het debat
tusschen de gelijk(?) gezinden onderliug.
Op de vergadering van 8 Juli sprak ik
wel, niettegenstaande ik, volgens Professor
(Z.H.Gel. is zeker gedachtenlezer I) niet ver
wachtte daar de mannen te zullen vinden,
die my te woord konden staan.
Wat was de oorzaak van myn spreken
op die vergadering? Dit:
Op Zaterdag 0 Juli ontving Professor,
volgens zyn eigen mededeeling, het strooi
biljet der A.-R. Kiesveroeniging, waarin critiek
werd geoefend over het beleid van do liberale
meerderheid in het Gemeentebestuur.
Op Maandag 8 Juli, den avond vóór de
Gemeenteraadsverkiezing, verscheen in hot
Leidsch Dagblad een advertentie, van de „Vry-
zinnige Kiesvereeniging", waarvan de eerste
alinea luidt:
.Kiezers, laat u niet misleiden door de
leugenachtige mededeelingen, voorkomende in
het strooibiljet der A.-R. Kiesvereeniging." In
die advertentie trachtte men voorts met eenige
volzinnen de .leugenachtige mededeelingen"
aan te toonon, terwyi ze eindigde mot de
woorden.Kiezers, toont morgen, dat gy de
waarheid boven alles stelt." De advertentie
was geteekend, namens het bestuur, door den
voorzitter Prof. Tichelaar en den 2den
secretaris.
Do inhoud dezer advertentie, die vóór den
verkiezingsdag niet moer schriftelyk kon
weerlegd worden, ergerde my zoodanig, dat ik
besloot hierover het bestuur der „Vryzinnige
Kiesvereeniging" tot verantwoording te
roepen.
Lettende op de samenwerking tusschen
vryzinnigen en vryzinnig-democraten, meende
ik het bestuur der „VryzinnigeKiesvereeniging"
te zullon Yinden in de vergadering op don
zelfden avond, geconvoceerd per advertentie
in het Leidsch Dagblad in „het Nut" door
het bestuur der vryzinnig-democratische kies
vereeniging.
Op die vergadering gekomen, ontdekto ik
tot myn spyt, dat ze gepresideerd werd door
don beer ICouw, voorzitter dor afd. Loiden
van hot Ned. Werkliedenverbond.
Toen er gelegenheid tot debat gegeven
werd, sprak ik er myn leedwezen over uit,
dat ik op do vergadering slechts tegenwoor
dig zag don lston secretaris der .Vryzinnige
Kiesvereeniging", waarop de heer Kouw my
mededeelde, dat ook Prof. Tichelaar tegen
woordig was.
Toen ik don hoofdman der .Vryzinnige
Kiesvereeniging" tegenwoordig wist, was ik
gerust; om hem was het my in hoofdzaak
te doen; hy was do eerste onderteekenaar
der advertentie; hy was do aangewezen man,
die bf bowyzen óf terugnemen moest de
qualifleatie „leugenachtige mededeolingon."
Ik heb dus op do vergadering
van 8 Juli verwacht en gevonden
den man, die my op alle punten
moest kunnen te woord staan.
Dat Prof. Tichelaar in het debat tegon-
over my niet heeft kunnen aantoonen do
leugenachtigheid der mededeelingen in het
strooibiljet der anti-revolutionairen, is myn
schuld niet; ik behoef toch aan Professor
niet te leeren, dat men zélf moet kunnen
waar maken wat men schryft!
Z.H.Gel. deelt nog medo, dat hy op 15
Juli, 's avonds te 9.30, een verkiezingscourant
van de anti revolutionairen ontving, waarin
het geheele debat van 8 Juli was opgenomen.
My dunkt, hoewel niet zoo bedoeld, ligt
hierin toch een pluimpje voor de A.-R., die,
volgens Professor, op 8 Juli zoo zakoiyk
gedebatteerd hebben, dat de dingen, die toen
mondeling gozegd z(jn, een week later dienst
konden doen, om door den druk te worden
verspreid.
Vorgeiyk hiermede nu de houding van
Professor, die in een advertontie de A.-R.
beticht van „leugenachtige mededeelingon",
in een mondeling debat die qualifleatie met
waar maakt, en sedert op de punten, waar
het om ging, niets meer van zich liet hooren.
Ten slotte beschuldigt Prof. Tichelaar de
Anti-Revolutionairen, dat zy op do vergade
ring van 8 Juli de orde verstoorden.
Dit is ook woer oen beschuldiging, waar
van Professor moeiiyk het bewys zal kunnen
leveren. Ik geef Z.H.Gel. betreffende dit punt
in overweging eens kennis te nemen van het
verslag dezer vorgadenng in het Leidsch
Dagblad van 9 Juli, wellicht komt hy dan
nog tot andore gedachten.
Het komt my voor, dat Prof. Tichelaar tot
heden niet veel wil heoft van het wieden in
eens andermans tuin, en indien Z.H.Gel. het
my niet euvel duidde, zou ik hem wel don
gemoedelykon raad willen geven om. in het
vervolg zich er heusch maar by to bepalen
om het onkruid in eigen tuin te verwyderen.
U, Mynheer de Redactour, dank zeggende
voor de vorloende plaatsruimte, verbiyf ik,
Hoogachtend,
Leiden, üto dienslw.
22 Juli 1901. J. nu Langs.
Het Centrum van Vrydag jl. bevatte het
volgende ingezonden stuk en naschrift der
Redactie:
Werkman s-candidaturen voor den
Leidsohon Gemeenteraad.
Leiden 22 Juli 1901.
Geachte Redactie i
Door het Persoverzicht van het Leidsch
Dagblad nam ik konnis van uw asterisk
„K a t h o 1 i e k - O o n s e r v a t i e f ge
schreven naar aanleidiüg der verkiezing van
een katholiek werkman tot lid van den ge
meenteraad (te Leiden).
iaat het daarin voorkomen, dat het alleen
de R.-K. party ernst is geweest mot het
stellen van een werkmanscandidaat.
Om der waarheids wille moet ik u of uw
lezers deze illusie ontnemen.
Van anti-revolutionaire zyde is o. a. ge
kozen in hetzelfde district do heer Bosch, voor
zitter der afdeeling van „Patrimonium", die,
hoewel geen werkman in don engeren zin,
wel degelyk is een werkmanscandidaat.
Ikzelf, door den aard myner betrekking
levende en werkende onder do fabrieksbevol
king, ben gekozen na in oen openbare ver
gadering ultdrukkelyk te hebben verklaard,
dat ik speciaal doze talryke en in vele opzichten
misdeelde klasse van Leidens bevolking wilde
vertegenwoordigen. Ik ben by eerste stem
ming gekozen in het lste district, het bolwerk
der liberalen. Dat de bekende voorzitter der
Afd. „Leiden" van het Ned. "Werklieden-Ver
bond moest vallen tegenover den conservatief-
orthodoxen candidaat, was waariyk niet do
schuld der Vryzinnigen.
Bovendien hadden de Vryzinnigen hun work-
manscandidaten reeds lang vóór de Katho
lieken en Anti-revolutionairen gesteld
Maar ik vraag u in gemoede, is het feit, dat
er door de katholieken eens een zeer gewoon
werkman in den Raad gebracht wordt, zoo
gewichtig, dat dédrom uw party het tegen
gestelde van het predicaat conservatief ver
dient?
Inderdaad, dan stelt gy aan de democratie
geen zware eischen.
Hoe verklaart gy, als gy werkeiyk demo
cratisch voelt, uw houding tegenover de
Kath.-democraten
Met dank voor do plaatsing
Uio dw. dr.
K. Sijtsma.
Naschrift. "Wy hebbon tegen de plaatsing
van bovenstaand proza des heeren Sytsma
geen bezwaar gemaakt. Alleen hebben wy
door stippeltjes vervangen een passage, waarin
do heer Sytsma zyn aanstaand mederaadslid,
op grond van „hooren zeggen", by voorbaat
verdacht wilde maken. Waar hy zelf zegt:
„Ik ken den heer Van Tol te weinig om over
hem te kunnen oordeelen", moest hy zich niet
tot spreekbuis voor ongecontroleerde beschul
digingen laten gebruiken.
Overigons plaatsten wy, na hernieuwd onder
zoek, het stukje met genoegen, omdat de heer
S. een onverdacht getuige! daarin vol
komen bevestigt de waarheid van het
geen wy schreven: dat in Leiden alleen
do Katholieken een werkman can-
dideerden jn een district, waarin zyn verkie
zing zeker was.
De heer Sytsma zegt wel: maar de voorzit
ter van „Patrimonium" en myn persoontje
zyn toch ook gekozen! Doch hy voegt er
zelf de eerlyko verklaring by, dat hy, noch.die
voorzitter een werkman is. Wil hy zich
toch als werkman8-candidaat pousseeren, uit
stekend, maar dan zyn mr. Drucker en mr.
Aalber8e dat evenzeer. Doch mot dat al, i s
hy geen werkman.
"Wanneer de heer Sytsma werkeiyk, evenals
de Katholieken, een werkman in den Raad had
willen brengen, dan had hy, secretaris der
„Vryzinnig Democratische Kiesvereeniging",
voor eon candidatuur in district I moeten be
danken, om daar, het eenige vaste district
voor z(jn party, met een werkman uit te
komen. Dat deed hy niet, maar hy werkte
Integendeel mede, om een werkman van zyn
richting te candideeren in een district, waarin
het zeker was, dat hy toch niet zou worden
gekozen.
Wy vragen den heer Sytsma: Is d a t demo
cratisch? Voor zichzelf de beste plaats opvor
deren, en den werkmanscandidaat willens
en wetens aan een échec blootstellen?
Dat de heer Kouw, voorz. van het Ned.
Werkl.-Vorbond niet gekozen is, „was waariyk
niot de schuld der Vryzinnigen". Eilieve, zou
mon willen vragon, waarom werden dan ia
datzelfde district do andere vryzinnige candi
daten wól gekozen?
Daar de heer Sytsma blykbaar niet op de
hoogte is en wy nemen hem dat niet kwa-
lyk van do tendonz der zich noemende
Kath.-democratische party, kunnen wy hem
in enkole woorden daaromtrent moeiiyk inlich
ten. Wy wyzen hem echter op twee feiten:
lo. dat deze „party" m Enschedee officieel
een socialist candidoerdo tegenover een voor
uitstrevend Katholiek, en
2o. dat zy zelve voorstelt, om zelfs den
naam „Katholiek" maar te laten varen.
Dat ook wy aan de Democratie hoogor en
meerdere eischen stellen, dan het candideeren
van werkliedon in een district, waarin ze ge
kozen kunnen worden, zou den heer Syt3ma
bekend kunnen zyn, wanneer hy van ons blad
Iets meer las, dan hetgeen het overigens
.zeer goede Persoverzicht van het Leidsch
Dagblad hom daaromtrent te lezen kan gevon.
"Wat wy echter onzerzyds niet van den heer
Sytsma, die zich als zoo democratisch aan
dient, kunnen begrypon, is, dat hy o. a. een
strooibiljet ondertoekond, en hoogst waar-
scbynlyk zelf opgesteld heoft, waarin aaneen
conservatief geneesheer (ofschoon in den
Leidschen Raad de medische faculteit schitte
rend professoraal vertegenwoordigd is) de
voorkeur wordt gegoven boven een werk
man, (niettegenstaande er geen enkel work
man op de 31 Leidscho Raadsleden gevonden
werd) op dezon alles bejslissenden grond
(risum tenoatis amicil), dat hot uitgebreid
lager onderwys in de Friesche gemeente
Kollumerland- ietwat duurder is, dan in Loiden.
„Dus oen geneesheer, en niot een werkman 1"
Dat heet logica, vryzinnig-democratische
logica. Red. C.
De Nederlander vestigt de aandacht op oen
naar het oordeel van het blad uitnemend ar
tikel „kapitalisme en socialisme", voorkomende
in No a 27 eu 28 van Boaz. Wy doen, zegt
het blad, dat met te moor gonoogen, omdat
het, naar ons toeschijnt, afkomstig is van den
hoofdredacteur, ds. Rudolph, wions bewering,
dat alleen het Calvinisme den stryd togon hot
socialisme kon volhouden, w(j onlangs gemeend
bobben te moeten bostryden.
Met groote heldorheid on bondigheid worden
ln dat artikel menige f o i t e 1 y k e onjuiste
voorstelling der eociaal-domocraten en vele
met de historie strydende boweringon in het
licht gestold.
De schryver betoogt achtereenvolgens:
dat de beweerde groei onzer hedondaagsche
maatschappy van kapitalisme tot socialisme
alleen bestaat in de vorbeolding der socialisten
dat de voorgestelde socialistische raaat-
schappy de ellendigste zou zyn, die onder ons,
zondige menschen, denkbaar is;
dat de klassenstryd, die door het socialisme
wordt wakker geroepen, zondig on onprofijto-
lyk is; en ten slotte, dat heel deze socialis
tische leer en practyk in flagranton stryd is
met alle ware religie, opgevat in historischen zin.
Dat betoog wordt geleverd niet door groote
woorden of stelsels te plaatsen tegenovor de
groote woorden en stelsels der weroldhervor-
mende sociaal democraten, maar door het aan
voeren van voor iedereen zichtbare feiten.
Ex zyn wel bladen, dio, vooral in deze dagen,
behoefte hebben aan „artikelen". Zouden zy
niet verstandig doon dit artikel in zyn geheel
over te nemen, en alzoo daaraan meer publi
citeit te verzekoron? Menigeen zal hun daar
dankbaar voor zyn. Ook wy zien reeds een
hagelbui van steenen uit het socialistische
kamp neerkomen op het hoofd van don
Leidschen predikant. Het is de moeite waard
te kunnen nagaan of die steenen verdiend
zyn. Daarvoor leze mon het artikel zelf.
KECLiSim
40 Cents per regel.
Langjarige ziekte in eenige dagen genezen.
Juffrouw J. 0. "Wesselink geboren BulteD,
Wachtpost 15, te Neede, prov. Gelderland,
was sedert jaren lydende aan hevige hart
kloppingen, hoofdpyn en voortdurende slape
loosheid, erge dikko voeten, pynen in rug on
zyde, zwaarmoedigheid, ja het leven werd
haar een last. Het werk was haar te veel,
zoo niot gansch onmogoiyk geworden. Alle
aangewende middelen bleven zonder uit
werking. By de aanwending dezer wondervolle
pillen bleek het, dat het goede resultaat niet zou
uitbiyven, wat ook werkeiyk het geval was.
Sedert zy haar toevlucht tot de Pink-Pillen
genomen heeft, is zy een geheel ander mensch
geworden en verklaart met het grootste
genoegen, dat die uitstekonde pillen haar een
volkomen gezondheid mot nieuwe krachten
en nieuwen levenslust hebben teruggegeven.
Juffrouw J. C. WESSELINK, volgens portret.
De algeheele verarming van het bloed had
zoo op de gezondheid van juffrouw Wesse
link gewerkt, dat slechts oen versterkings
middel en hernieuwer van hot bloed als de
Pink-Pillen een zoo ongehoopte genezing hadden
kunnen bewerkstelligen, wat andere middelen
niet hadden kunnen verrichten. Zy hebben
opnieuw hun wereldberoemdheid als de krach
tigste hernieuwor van het blood en verster
kingsmiddel der zenuwen bewaarheid.
De Pink-Pillen zyn evenzoo werkzaam by
bloedarmoede, bleekzucht, neurasthónie, zenuw
ziekten, algemeone zwaktetoestanden ten
gevolge van overspanning van allerlei aard,
maag- en ingewandsziekten, rheumatiek
Ischias.
Prys ƒ1.75 de doos; f 9.— per 6 doozen.
Vorkrygbaar by J. H. I. Snabiliié, Steiger 27,
Rotterdam, hoofddepothouder voor Nederland,
en apotheken.
Franco toezending tegen postwissel;
Ook echt vorkrygbaar voor Leiden en Om-
strekon by Reyst Krak, Drogeryen, Bees
tenmarkt Wyk 5 No. 41, on J. H. Dijkhuj6,
drogeryen, Hoogstraat No. 6. 6810 82
Wacht U evenwel voor de namaakselsver
schaft U de echte Pinli-Pillen alleen bij den
heer Snabiliéte Rotterdamof bij de depot
houders, die onder de attesten in de couranten
zijn aangegeven. Alle andere personen verkoopen
goedkoopere zoogenaamde Pink-Pillen-, zulks is
slechts, om het publiek te bedriegen. Onze ver
slaggever vernam op verschillende plaatsen in
Nederlandhoe de personen er ingcloopen zijn
en hoegenaamd niet de minste uitwerking dezer
nagemaakte Pink-Pillen ondervonden hadden
onnoodig te zeggendat deze personen spoedig
met het gébruik der echte Pink-Pillen weder
zijn begonnen.
Het namaaksel der Pink-Pillen heeft nog nooit
iematid genezen.
Hiernevens afbeelding der
mot do echte Pink-
doos
Pillen.
sönn rs
Hsf besfe
Ï1ÜL Mondwafer fep WereldJ
ALFEN. Bevallen: M. Noordonbos geb. Van
't Woud Z. N. van den Berg geb. Lecnbeor
Z. D. A. Rooda geb. Do Wit Z. 7- C. Bot-
schu^ver gob. Rietkerk Z. W. Visser geb.
Caminus, levenl- D.
Overloden: J. K. von Arkel, wed. van H.
van I.oouwen, 71 j. J. Karman, ecktg. van N.
Belt, 51 j.
AARLANDERVEEN. Bevallen: J- Hogenes
geb. Geerlof Z. C. J. Schuurman geb. Do Brei
D- M, van Dolder geb. Beijen Z. W. Lemkes
geb. r. Wijk, levenl. Z.
Overleden: W. de LaDgo, echtg. van W.
Beugeladyk»
Gehuwd: H. Kerkmeester en L. de V09.
BODEGRAVEN. Be val ion: G. «ie Bruin geb.
Voshart Z. P. van de Tol gob. Van Hanswijk
D. C. Stolwijk geb. Oudejans D.
EAZERSYVOUDE. Bevallen: A. van der
Werf geb. Voskuil Z. J. van Roodon geb. Van
Hout Z. P. Oppelnnr geb. Noordam Z. M.
Verkerk geb. Pols D. G. van Klaveren geb.
Terhorst Z.
Overleden: S. Vissor D. I j. C. Visser
Z. 1 j. Jb. van Beek, gob. mot A. ZinteJ, 5-1 j.
HILLEGOM. Bevallen: W. Galis gob. Man
tel D. N. Hoogkamor geb. Kuiper D. H. A.
Heemskork geb. Stokman Z. A. J. do Vrios
geb. Klein D. C. van Hen3borgen gob. Went D.
A. Croos gob. Gelein D.
Overleden: A. Marsoille 63 j.
LEIDERDORP. Bc\ allen: W. Kuperus geb.
Cuperus D. J. Hoogstrnto» geb. Van Borste
len D. J. do Eaas geb. Vc.hoog 1).
Overleden: ,1. Keyzcr 1 mr.d
Gehuwd: .1. Wildeman on J. W. de ITnas.
NOORDWIJK. Gebcron: Leuntje, D. van
P. Hoek en C. Haasnoot. Mann, D. rau A. J.
Overmoer en M. A. Konwets. Januotjo, D. van
N- Duyndam en P. Hoek.
Overleden: Adriana, D. van J. van Duin
en N. van Rooyen.
KIJNSBORG. Geboren: Jacob, Z. van G. v.
Delft en A. Hecmsktrk. Marinus, Z. van W.
de Mooy eu M. Hagemnns.
Overleden: Neoltje, D. van D. v. Itorson en
W. Star. Roelof, Z. van P. de Leeuw eu G. Pauw.
ZOETERWOUDE. Geboren: Petrouellu, D.
van K. de Bruyn on P. Kottiug. Job Loonardus,
Z. van A. v. Bennekom en J. v. d. Post. Jacob,
Z. ynu L. Dompeliug eu T. Sepers.
Overloden: Jaooba vao Heusóen, 6 mnd.,
D. van J. v. Heuaden eu B. Oudsboorn. Elisa
beth Geertruda Overmeer 14 j, D. van AI. G,
Overnieer en M. G. Houniet.
Uit liet Circasleven.-
'fc Is al verscheidene jaren geiedon, sedert:
ik met den „circusdirecteur" Gwozdziec Polen
en Zuid Rusland bezocht. Gwozdzioc was
directour van een klein zwervend troepje, dat
hy uit verschillende landen had byoongeschar
reld en voor zy.r circus kon gebiuiken. Het
loon was niot groot, zolfs heel klein, maar
daarvoor leefden wy uan ook „in den schoot
der familie" en aten aan do tafel van de vrouw
van den directeur, een opzichtig gekleede
dame, die zich voortdurend schminkte en
telkens allerlei verhalen opJischte, even zoo
vele herinneringen uit haar avontuur?£k I&ywW
By doze vertellingen het 74J dikwyis door
schemeren, dat sy van aristocratische afkomst
was on voor iets beters was opgevoed dan
met een „EngelsJien circus" door de wereld
te trokken. Maar Gwozdziec was vroeger zulk
een schoon man geweestZy zag hem nog
voor zich op dien avond, die over haar geheel
verder volgend leven had beslist't Was
in St.-Potersburg, in de beroemde menagerie
van Sutkiewicz, waar hy in de leeuwenkool
werkte en de wilde dieren door zyn oogen
tot zyn wil dwong!De „directrice" zuchtte
dan diep en verdraaide de waterige oogon.
Gwozdziec daarentegen wierp mot een trotsche
beweging het hoofd achterover en knikte
zwygend een paar malen. Ja, dat waren nog
eens tyden geweestTegenwoordig geleek
hy een met perkament overtrokken skelet,
mager en lang en styf, als een biljartkeu. H(j
wa3 een goede kerel, een beetje opsnyderig
en opvliegond, doch even gauw weer gekaL-
meerd, wanneer hy een goeden slok snaps by
do hand had om zyn ergernis weg te spoelen.
Zyn „stal" bestoiid uit vyf paarden en een
gedresseerden ezel, dien zyn broeder, de clown,
liet werken. Grozdziec zelf trad in de netjes
geiyk geharkte arena slechts op als „school-
ryder"; hy liet een oud, afgeleefd werkpaard,
dat hy met den weidschen naam „Flamingo",
had gedoopt, eiken avond eenige passen en
bewegingen maken en achtte daarmede zyn
taak afgedaan.
Het geëngageerde personeel bestond uit de
twee Harvey's, die gladiatoren te paard voor
stelden en ook als Chineosche bamboes-gooche-
laars werktenOnufry Dawidowitsch Karnow,
don Russischen athleet en worstelaar; Peter
Alt, op het programma „mr. Robert", die te
paard jongleerde en bovendien als jockoy
optrad; mrs. Nelly, de pannoau rydster en
danseres; mile Titiana, rykunstenares en
koorddanseres, en eindeiyk mijn onboduidende
persoonlijkheid, die eveneens een aantal ver
schillende nommers voor zyn rekening had;
Zoo werkte ik met Titiana in de dubbele
voltige, tegenwoordig „voltige A la Richard"
genoemd; by ons heette dat nommerdestyda
„De twee Mexicaansche ruiters." Bovendien
sprong ik nog als clown door hoepels en
werkte als „slangenmensch" en „vuureter".
Des directeurs broer heb ik al genoemd; biyft
nog over zyn nicht: deze zat aan de kas.
Zoo trokken wy met ons armoedig zootjj
van stad tot stad, van dorp tot dorp dé
stoffige, eindelo'óze wegen langs, onvermoeid,
zonder ophouden, geplaagd en geminacht
„De goochelaars komende Engolsche
kunstenmakers 1" zoo ortving mon ons on-
vriendelyk en onwillig. Maakten wy een rit
door de straten om ons te presenteeren, in
ons circuspakje gekleed, omringd door de
joelende, opdringende jeugd, dan vloog wel
menig venster open en menig oog koek den
avontuuriyken troep Da, maar hot waren
geen vriendeiyko, aanmoedigende blikken. En
de trompotten schetterden, de trommen rof
felden by onzen ommegang. Tegenwoordig
kent men dat zoo al lang niot moer!
De zaken gingen slecht, heol slecht!
Onze directeur was zeer ontstemd en
vloekte; zwaro zorgen kwelden hem. „Als
dat zoo voortgaat, zal het ons spoedig moeite
kosten voeder voor do beeston by elkaar te 1
krygen. Dat ellendige volk weet geen ware
kunst op prys to stollen!" snauwde hy en
dronk don eenon borrel na den andoron om
zyn kwado luim te verzotten. „Kan men ze
meer bieden dan ik doe? Laton zemaaroons'
aanmerking maken op myn „stal", als zo orrf
oon weton! "Werkt niot myn „Flamingo" in
do hoogeschool als oon Trakhonor? Is de'
ozol „Rigolo" niot de kranigste ozel ter
werold?"
„Zekor, directour, maar ons ontbrookt niet-y
tegenstaande dat alles iets: oon storl"
Een storl Hfi zetto een komiok-vorbaasd
gezicht. Ik kwolde hem maar niot vorder
met dit donkboold, nu ik de zokerheid had,'
dat het in zyn broin behooriyk vastzat on
hy, als hy er op wildo ingaan, my wol woor
zou roopen.
Dit gebeurde reods donzelfden avond. Ik
ontving een uitnoodiging om by hom in zyn
woonwagen to kouien. Een zoldzamo eor l Ik