TW H Burgerlijke Staiid. MENCELWERK.~ tegen do Boeren, die hen ovoral gehaat hooft gemaakt; en wat anderen betreft: aan de financieele catastrophes, welke zich overal voordoen. En de gogoode Noderland6rs zelvon hebben wezenlyk in do vacantio-maanden Juli Augustus gelogonheid gonoog om een bad plaats te bovoordeelon en zich en hun kinderen voldoende ontspanning te geven. Meer vacantie dan nu reeds gegeven wordt is wezenlijk niet noodig; en voor den goeden gang van zaken op do school, die deze kinderen in hun woonplaatsen bezoeken, is hot zeker, evenmin als voor de jeugd zolve, gewenscht, dat hun ouders den wenk opvolgen, dien hot Sociaal Weekblad (zie vorig Overzicht) hun geeft." Do heer P. P. van Vloten, directeur van Vn Uas, weekblad ter bevordering der belangen van den handel en do industrie, heeft oen speciaal nummor van zfjn blad gewijd aan de handelingen van W. P. N o 1 s van Wngeningen. De zeventien maatschap pijen, door dezen opgericht, on de zeven faillissomonten, die vooraf moesteu gaan alvorens aan het publiek de oogen werden goopond, worden in dit nummer uitvoerig besproken. Do heer Van Vloten zegt aan het slot van dezen arbeid: Gelukkig is het in ons land een uitzonde ring, dat één man, met enkele anderen, zoovele maatschappijen opricht, dat aan deelhouders onmiddellijk 11a do storting hun ner gelden, die gelden als geheel verloren kunnen rekenen, dat niet minder dan zeven dezer maatschappijen worden verklaard in staat van faillissement, en dat van de ©vorige kan verwacht worden, geen waarbor gen te bieden, dat ook de aandeelhouders daarin niet alles zullen verloren hebben. Do grondslag der oprichting was steeds de inbreng van oen weinig beteekenend zaakje met de daaraan evenredige activa, voor een groote som golds, maarbetaalbaar in aan- doelen. En is degeen, die aldus zyn eigendom prijsgaf, niet geslaagd in het verkoop en dezer papieren, dan zal hy zyn onvoorzichtigheid öiet de geloden schade hebben te boeten. Edoch, de kans tot verkoopen werd mogelijk gemaakt door het voortdurend aanprijzen der onderneming, in de financieele bladen van het hoofdbestuur der verschillende maatsehappyen, En de hooge dividenden, die werden vastge steld, hebben het overige gedaan, om velon er toe te brengen aandeelen te koopen, die werden aanbevolen op grond van rentabiliteit en soliditeit. "Werd de toestand onhoudbaar, dan volgde een liquidatie on het overbrengen van hot nog aanwezige actief in een andere nieuw ©p te richten maatschappij, totdat deze weder donzelfden weg ging als haar voorgangster. Eindelijk komt de krach, die noodwendig ©p dergelijke handelingen volgen moet; han delingen, dio straffeloos jarenlang kondon gepleegd worden, omdat onze gebrekkige Handelswet nog steods op herziening wacht. Om het tot-stand-komen eenor herziening, ten minste waar het do naaniloozo vennoot schappen betreft, te bespoedigen, roepen wij den steun in van allen, opdat, gebruik makende van het recht, In do Grondwet aan elkon inwoner van den Staat gegeven, een „potitie" b(j de Regeering zal kunnen ingodiend worden. Hiervan koesteren wy goede verwachtingen tn hun, die daarmee instemmen, wordt ver zocht, daarvan bericht te zenden aan Unitas." Thans moeten wy melding maken van het volgende ingezonden stuk in De Standaard: Mijnheer de Redacteur In zyn schrijven in De Standaard Nr. 8998 betrekt professor Mr. P. A. Tichelaar my in bet debat. Vergun my daarom op dat scbryven te antwoorden. Inzake hot .gerucht Alma" zegt Professor nu: .Ik zou aan do geheele zaak myn aan dacht niet hebben gewyd, indien niet de stand der partijen hier aldu3 was, dat éóne stem beslissend kon worden." Z.H.Gel. begint er biykbaar spy t van te krij gen, dat hy van dat gerucht zooveel werk heeft gemaakt; de opzet was zoo grootsch (denk biorby aan de uitlating in Het Vaderland: .Er heeft zich by de jongste Statenverkiezin gen te Leiden een feit voorgedaan, dat met het Rotterdamsche geknoei meer dan opper vlakkige geiykenis toont" en de afloop valt zoo deeriyk tegen. Op de uitnoodiging van den heer Pera om eens mede to deelen of hy ook weet uit wei kon hoek het gerucht kwam, den avond voor de horstemming voor de Staten, dat de pastoor en do koster van Tilburg zich hadden opge hangen, gaat Professor maar niet in. Z.H.Gel. heeft nu echter nieuwe euveldaden ©ndor do aandacht van dan leider van ons .zoogenaamd" Christeiyk volksdeel te bren gen, ter kenschetsing van de wyze van optre den van zyn volgelingen alhier, en uu moet ik het ontgelden. De acte van beschuldiging bevat het vol gende: 1. Op Vryaag 5 Juli word door de „Vry- tinnige Kiesvereeniging" alhier een openbare vergadering mot gelegenhoid tot debat ge houden; in die vergadering zouden eenige niouwe candidaten voor den Gemeenteraad optreden, en zou gelegenhoid worden gegeven tot bespreking van gemeentezaken, en aan- wozig zouden zyn leden van het dageiyksch bestuur en gemeenteraadsleden. 2. Ik was op die vorgadenng tegenwoordig on Bprak er niet. 3. Den volgenden dag (dus Zaterdag 6 Juli) verscheen een strooibiljet der A.-R. Kiesver eniging, dat reeds den 3don Juli was opge- iteld, waarin alles, wat maar iets te wenschon overliet in de gemeente, aan hot beheer der liberalon werd gewoten. 4. Maandag 8 Juli word een vergadering belegd door de afd. Leiden van hot Alg. Ned. Werkliedenverbond, alleen tot aanbeveling der workmanscandidaten. 5. Op die vergadering sprak Ik wol, hoo- wel ik niet verwachtte daar te zullen vinden de mannen, die my op alle punten te woord konden staan. 6. Op 15 Juli, des avonds te 9.30, den avond vóór de herstemming voor den Raad, ontving Professor een vorkiezingscourant van de anti-revolutionairen, waarin het ge heele debat van de vergadering van 8 Juli was opgonomou. 7. In die courant wordt ten onrechte be weerd, dat door myn optreden voorkomen werd, dat die vergadering in een Poolschen Landdag ontaardde, integendeel de anti revolutionairen verstoorden voortdurend do orde. Ziedaar hot zondenreglster blootgelegd door Prof. Mr. Tichelaar. En nu daartegenover, Mynheer de Redac teur, een schets van don wezeniyken gang van zakon. Het is waar, dat ik een groot gedeelte der vergadering heb bygewoond. Ik ging er heen om te luisteren naar het geen de nieuwe (vryzinnig-democratische) candidaten voor den Raad zouden mededeelen. Dat daar ook aanwezig zouden zyn Wet houders en Gemeenteraadsleden (in qualiteit), wist ik niet; ik, die ook Raadslid ben, had geen uitnoodiging ontvangen, en de adver tentie vermeldde het niet. Behoefte tot spreken had ik op die verga dering niet, want er waren punten genoeg, waarin de heeren, die wol sprakon, het niet met elkander eens waren, en ik kon my dus vergenoegen met het aanhooren van het debat tusschen de gelijk(?) gezinden onderliug. Op de vergadering van 8 Juli sprak ik wel, niettegenstaande ik, volgens Professor (Z.H.Gel. is zeker gedachtenlezer I) niet ver wachtte daar de mannen te zullen vinden, die my te woord konden staan. Wat was de oorzaak van myn spreken op die vergadering? Dit: Op Zaterdag 0 Juli ontving Professor, volgens zyn eigen mededeeling, het strooi biljet der A.-R. Kiesveroeniging, waarin critiek werd geoefend over het beleid van do liberale meerderheid in het Gemeentebestuur. Op Maandag 8 Juli, den avond vóór de Gemeenteraadsverkiezing, verscheen in hot Leidsch Dagblad een advertentie, van de „Vry- zinnige Kiesvereeniging", waarvan de eerste alinea luidt: .Kiezers, laat u niet misleiden door de leugenachtige mededeelingen, voorkomende in het strooibiljet der A.-R. Kiesvereeniging." In die advertentie trachtte men voorts met eenige volzinnen de .leugenachtige mededeelingen" aan te toonon, terwyi ze eindigde mot de woorden.Kiezers, toont morgen, dat gy de waarheid boven alles stelt." De advertentie was geteekend, namens het bestuur, door den voorzitter Prof. Tichelaar en den 2den secretaris. Do inhoud dezer advertentie, die vóór den verkiezingsdag niet moer schriftelyk kon weerlegd worden, ergerde my zoodanig, dat ik besloot hierover het bestuur der „Vryzinnige Kiesvereeniging" tot verantwoording te roepen. Lettende op de samenwerking tusschen vryzinnigen en vryzinnig-democraten, meende ik het bestuur der „VryzinnigeKiesvereeniging" te zullon Yinden in de vergadering op don zelfden avond, geconvoceerd per advertentie in het Leidsch Dagblad in „het Nut" door het bestuur der vryzinnig-democratische kies vereeniging. Op die vergadering gekomen, ontdekto ik tot myn spyt, dat ze gepresideerd werd door don beer ICouw, voorzitter dor afd. Loiden van hot Ned. Werkliedenverbond. Toen er gelegenheid tot debat gegeven werd, sprak ik er myn leedwezen over uit, dat ik op do vergadering slechts tegenwoor dig zag don lston secretaris der .Vryzinnige Kiesvereeniging", waarop de heer Kouw my mededeelde, dat ook Prof. Tichelaar tegen woordig was. Toen ik don hoofdman der .Vryzinnige Kiesvereeniging" tegenwoordig wist, was ik gerust; om hem was het my in hoofdzaak te doen; hy was do eerste onderteekenaar der advertentie; hy was do aangewezen man, die bf bowyzen óf terugnemen moest de qualifleatie „leugenachtige mededeolingon." Ik heb dus op do vergadering van 8 Juli verwacht en gevonden den man, die my op alle punten moest kunnen te woord staan. Dat Prof. Tichelaar in het debat tegon- over my niet heeft kunnen aantoonen do leugenachtigheid der mededeelingen in het strooibiljet der anti-revolutionairen, is myn schuld niet; ik behoef toch aan Professor niet te leeren, dat men zélf moet kunnen waar maken wat men schryft! Z.H.Gel. deelt nog medo, dat hy op 15 Juli, 's avonds te 9.30, een verkiezingscourant van de anti revolutionairen ontving, waarin het geheele debat van 8 Juli was opgenomen. My dunkt, hoewel niet zoo bedoeld, ligt hierin toch een pluimpje voor de A.-R., die, volgens Professor, op 8 Juli zoo zakoiyk gedebatteerd hebben, dat de dingen, die toen mondeling gozegd z(jn, een week later dienst konden doen, om door den druk te worden verspreid. Vorgeiyk hiermede nu de houding van Professor, die in een advertontie de A.-R. beticht van „leugenachtige mededeelingon", in een mondeling debat die qualifleatie met waar maakt, en sedert op de punten, waar het om ging, niets meer van zich liet hooren. Ten slotte beschuldigt Prof. Tichelaar de Anti-Revolutionairen, dat zy op do vergade ring van 8 Juli de orde verstoorden. Dit is ook woer oen beschuldiging, waar van Professor moeiiyk het bewys zal kunnen leveren. Ik geef Z.H.Gel. betreffende dit punt in overweging eens kennis te nemen van het verslag dezer vorgadenng in het Leidsch Dagblad van 9 Juli, wellicht komt hy dan nog tot andore gedachten. Het komt my voor, dat Prof. Tichelaar tot heden niet veel wil heoft van het wieden in eens andermans tuin, en indien Z.H.Gel. het my niet euvel duidde, zou ik hem wel don gemoedelykon raad willen geven om. in het vervolg zich er heusch maar by to bepalen om het onkruid in eigen tuin te verwyderen. U, Mynheer de Redactour, dank zeggende voor de vorloende plaatsruimte, verbiyf ik, Hoogachtend, Leiden, üto dienslw. 22 Juli 1901. J. nu Langs. Het Centrum van Vrydag jl. bevatte het volgende ingezonden stuk en naschrift der Redactie: Werkman s-candidaturen voor den Leidsohon Gemeenteraad. Leiden 22 Juli 1901. Geachte Redactie i Door het Persoverzicht van het Leidsch Dagblad nam ik konnis van uw asterisk „K a t h o 1 i e k - O o n s e r v a t i e f ge schreven naar aanleidiüg der verkiezing van een katholiek werkman tot lid van den ge meenteraad (te Leiden). iaat het daarin voorkomen, dat het alleen de R.-K. party ernst is geweest mot het stellen van een werkmanscandidaat. Om der waarheids wille moet ik u of uw lezers deze illusie ontnemen. Van anti-revolutionaire zyde is o. a. ge kozen in hetzelfde district do heer Bosch, voor zitter der afdeeling van „Patrimonium", die, hoewel geen werkman in don engeren zin, wel degelyk is een werkmanscandidaat. Ikzelf, door den aard myner betrekking levende en werkende onder do fabrieksbevol king, ben gekozen na in oen openbare ver gadering ultdrukkelyk te hebben verklaard, dat ik speciaal doze talryke en in vele opzichten misdeelde klasse van Leidens bevolking wilde vertegenwoordigen. Ik ben by eerste stem ming gekozen in het lste district, het bolwerk der liberalen. Dat de bekende voorzitter der Afd. „Leiden" van het Ned. "Werklieden-Ver bond moest vallen tegenover den conservatief- orthodoxen candidaat, was waariyk niet do schuld der Vryzinnigen. Bovendien hadden de Vryzinnigen hun work- manscandidaten reeds lang vóór de Katho lieken en Anti-revolutionairen gesteld Maar ik vraag u in gemoede, is het feit, dat er door de katholieken eens een zeer gewoon werkman in den Raad gebracht wordt, zoo gewichtig, dat dédrom uw party het tegen gestelde van het predicaat conservatief ver dient? Inderdaad, dan stelt gy aan de democratie geen zware eischen. Hoe verklaart gy, als gy werkeiyk demo cratisch voelt, uw houding tegenover de Kath.-democraten Met dank voor do plaatsing Uio dw. dr. K. Sijtsma. Naschrift. "Wy hebbon tegen de plaatsing van bovenstaand proza des heeren Sytsma geen bezwaar gemaakt. Alleen hebben wy door stippeltjes vervangen een passage, waarin do heer Sytsma zyn aanstaand mederaadslid, op grond van „hooren zeggen", by voorbaat verdacht wilde maken. Waar hy zelf zegt: „Ik ken den heer Van Tol te weinig om over hem te kunnen oordeelen", moest hy zich niet tot spreekbuis voor ongecontroleerde beschul digingen laten gebruiken. Overigons plaatsten wy, na hernieuwd onder zoek, het stukje met genoegen, omdat de heer S. een onverdacht getuige! daarin vol komen bevestigt de waarheid van het geen wy schreven: dat in Leiden alleen do Katholieken een werkman can- dideerden jn een district, waarin zyn verkie zing zeker was. De heer Sytsma zegt wel: maar de voorzit ter van „Patrimonium" en myn persoontje zyn toch ook gekozen! Doch hy voegt er zelf de eerlyko verklaring by, dat hy, noch.die voorzitter een werkman is. Wil hy zich toch als werkman8-candidaat pousseeren, uit stekend, maar dan zyn mr. Drucker en mr. Aalber8e dat evenzeer. Doch mot dat al, i s hy geen werkman. "Wanneer de heer Sytsma werkeiyk, evenals de Katholieken, een werkman in den Raad had willen brengen, dan had hy, secretaris der „Vryzinnig Democratische Kiesvereeniging", voor eon candidatuur in district I moeten be danken, om daar, het eenige vaste district voor z(jn party, met een werkman uit te komen. Dat deed hy niet, maar hy werkte Integendeel mede, om een werkman van zyn richting te candideeren in een district, waarin het zeker was, dat hy toch niet zou worden gekozen. Wy vragen den heer Sytsma: Is d a t demo cratisch? Voor zichzelf de beste plaats opvor deren, en den werkmanscandidaat willens en wetens aan een échec blootstellen? Dat de heer Kouw, voorz. van het Ned. Werkl.-Vorbond niet gekozen is, „was waariyk niot de schuld der Vryzinnigen". Eilieve, zou mon willen vragon, waarom werden dan ia datzelfde district do andere vryzinnige candi daten wól gekozen? Daar de heer Sytsma blykbaar niet op de hoogte is en wy nemen hem dat niet kwa- lyk van do tendonz der zich noemende Kath.-democratische party, kunnen wy hem in enkole woorden daaromtrent moeiiyk inlich ten. Wy wyzen hem echter op twee feiten: lo. dat deze „party" m Enschedee officieel een socialist candidoerdo tegenover een voor uitstrevend Katholiek, en 2o. dat zy zelve voorstelt, om zelfs den naam „Katholiek" maar te laten varen. Dat ook wy aan de Democratie hoogor en meerdere eischen stellen, dan het candideeren van werkliedon in een district, waarin ze ge kozen kunnen worden, zou den heer Syt3ma bekend kunnen zyn, wanneer hy van ons blad Iets meer las, dan hetgeen het overigens .zeer goede Persoverzicht van het Leidsch Dagblad hom daaromtrent te lezen kan gevon. "Wat wy echter onzerzyds niet van den heer Sytsma, die zich als zoo democratisch aan dient, kunnen begrypon, is, dat hy o. a. een strooibiljet ondertoekond, en hoogst waar- scbynlyk zelf opgesteld heoft, waarin aaneen conservatief geneesheer (ofschoon in den Leidschen Raad de medische faculteit schitte rend professoraal vertegenwoordigd is) de voorkeur wordt gegoven boven een werk man, (niettegenstaande er geen enkel work man op de 31 Leidscho Raadsleden gevonden werd) op dezon alles bejslissenden grond (risum tenoatis amicil), dat hot uitgebreid lager onderwys in de Friesche gemeente Kollumerland- ietwat duurder is, dan in Loiden. „Dus oen geneesheer, en niot een werkman 1" Dat heet logica, vryzinnig-democratische logica. Red. C. De Nederlander vestigt de aandacht op oen naar het oordeel van het blad uitnemend ar tikel „kapitalisme en socialisme", voorkomende in No a 27 eu 28 van Boaz. Wy doen, zegt het blad, dat met te moor gonoogen, omdat het, naar ons toeschijnt, afkomstig is van den hoofdredacteur, ds. Rudolph, wions bewering, dat alleen het Calvinisme den stryd togon hot socialisme kon volhouden, w(j onlangs gemeend bobben te moeten bostryden. Met groote heldorheid on bondigheid worden ln dat artikel menige f o i t e 1 y k e onjuiste voorstelling der eociaal-domocraten en vele met de historie strydende boweringon in het licht gestold. De schryver betoogt achtereenvolgens: dat de beweerde groei onzer hedondaagsche maatschappy van kapitalisme tot socialisme alleen bestaat in de vorbeolding der socialisten dat de voorgestelde socialistische raaat- schappy de ellendigste zou zyn, die onder ons, zondige menschen, denkbaar is; dat de klassenstryd, die door het socialisme wordt wakker geroepen, zondig on onprofijto- lyk is; en ten slotte, dat heel deze socialis tische leer en practyk in flagranton stryd is met alle ware religie, opgevat in historischen zin. Dat betoog wordt geleverd niet door groote woorden of stelsels te plaatsen tegenovor de groote woorden en stelsels der weroldhervor- mende sociaal democraten, maar door het aan voeren van voor iedereen zichtbare feiten. Ex zyn wel bladen, dio, vooral in deze dagen, behoefte hebben aan „artikelen". Zouden zy niet verstandig doon dit artikel in zyn geheel over te nemen, en alzoo daaraan meer publi citeit te verzekoron? Menigeen zal hun daar dankbaar voor zyn. Ook wy zien reeds een hagelbui van steenen uit het socialistische kamp neerkomen op het hoofd van don Leidschen predikant. Het is de moeite waard te kunnen nagaan of die steenen verdiend zyn. Daarvoor leze mon het artikel zelf. KECLiSim 40 Cents per regel. Langjarige ziekte in eenige dagen genezen. Juffrouw J. 0. "Wesselink geboren BulteD, Wachtpost 15, te Neede, prov. Gelderland, was sedert jaren lydende aan hevige hart kloppingen, hoofdpyn en voortdurende slape loosheid, erge dikko voeten, pynen in rug on zyde, zwaarmoedigheid, ja het leven werd haar een last. Het werk was haar te veel, zoo niot gansch onmogoiyk geworden. Alle aangewende middelen bleven zonder uit werking. By de aanwending dezer wondervolle pillen bleek het, dat het goede resultaat niet zou uitbiyven, wat ook werkeiyk het geval was. Sedert zy haar toevlucht tot de Pink-Pillen genomen heeft, is zy een geheel ander mensch geworden en verklaart met het grootste genoegen, dat die uitstekonde pillen haar een volkomen gezondheid mot nieuwe krachten en nieuwen levenslust hebben teruggegeven. Juffrouw J. C. WESSELINK, volgens portret. De algeheele verarming van het bloed had zoo op de gezondheid van juffrouw Wesse link gewerkt, dat slechts oen versterkings middel en hernieuwer van hot bloed als de Pink-Pillen een zoo ongehoopte genezing hadden kunnen bewerkstelligen, wat andere middelen niet hadden kunnen verrichten. Zy hebben opnieuw hun wereldberoemdheid als de krach tigste hernieuwor van het blood en verster kingsmiddel der zenuwen bewaarheid. De Pink-Pillen zyn evenzoo werkzaam by bloedarmoede, bleekzucht, neurasthónie, zenuw ziekten, algemeone zwaktetoestanden ten gevolge van overspanning van allerlei aard, maag- en ingewandsziekten, rheumatiek Ischias. Prys ƒ1.75 de doos; f 9.— per 6 doozen. Vorkrygbaar by J. H. I. Snabiliié, Steiger 27, Rotterdam, hoofddepothouder voor Nederland, en apotheken. Franco toezending tegen postwissel; Ook echt vorkrygbaar voor Leiden en Om- strekon by Reyst Krak, Drogeryen, Bees tenmarkt Wyk 5 No. 41, on J. H. Dijkhuj6, drogeryen, Hoogstraat No. 6. 6810 82 Wacht U evenwel voor de namaakselsver schaft U de echte Pinli-Pillen alleen bij den heer Snabiliéte Rotterdamof bij de depot houders, die onder de attesten in de couranten zijn aangegeven. Alle andere personen verkoopen goedkoopere zoogenaamde Pink-Pillen-, zulks is slechts, om het publiek te bedriegen. Onze ver slaggever vernam op verschillende plaatsen in Nederlandhoe de personen er ingcloopen zijn en hoegenaamd niet de minste uitwerking dezer nagemaakte Pink-Pillen ondervonden hadden onnoodig te zeggendat deze personen spoedig met het gébruik der echte Pink-Pillen weder zijn begonnen. Het namaaksel der Pink-Pillen heeft nog nooit iematid genezen. Hiernevens afbeelding der mot do echte Pink- doos Pillen. sönn rs Hsf besfe Ï1ÜL Mondwafer fep WereldJ ALFEN. Bevallen: M. Noordonbos geb. Van 't Woud Z. N. van den Berg geb. Lecnbeor Z. D. A. Rooda geb. Do Wit Z. 7- C. Bot- schu^ver gob. Rietkerk Z. W. Visser geb. Caminus, levenl- D. Overloden: J. K. von Arkel, wed. van H. van I.oouwen, 71 j. J. Karman, ecktg. van N. Belt, 51 j. AARLANDERVEEN. Bevallen: J- Hogenes geb. Geerlof Z. C. J. Schuurman geb. Do Brei D- M, van Dolder geb. Beijen Z. W. Lemkes geb. r. Wijk, levenl. Z. Overleden: W. de LaDgo, echtg. van W. Beugeladyk» Gehuwd: H. Kerkmeester en L. de V09. BODEGRAVEN. Be val ion: G. «ie Bruin geb. Voshart Z. P. van de Tol gob. Van Hanswijk D. C. Stolwijk geb. Oudejans D. EAZERSYVOUDE. Bevallen: A. van der Werf geb. Voskuil Z. J. van Roodon geb. Van Hout Z. P. Oppelnnr geb. Noordam Z. M. Verkerk geb. Pols D. G. van Klaveren geb. Terhorst Z. Overleden: S. Vissor D. I j. C. Visser Z. 1 j. Jb. van Beek, gob. mot A. ZinteJ, 5-1 j. HILLEGOM. Bevallen: W. Galis gob. Man tel D. N. Hoogkamor geb. Kuiper D. H. A. Heemskork geb. Stokman Z. A. J. do Vrios geb. Klein D. C. van Hen3borgen gob. Went D. A. Croos gob. Gelein D. Overleden: A. Marsoille 63 j. LEIDERDORP. Bc\ allen: W. Kuperus geb. Cuperus D. J. Hoogstrnto» geb. Van Borste len D. J. do Eaas geb. Vc.hoog 1). Overleden: ,1. Keyzcr 1 mr.d Gehuwd: .1. Wildeman on J. W. de ITnas. NOORDWIJK. Gebcron: Leuntje, D. van P. Hoek en C. Haasnoot. Mann, D. rau A. J. Overmoer en M. A. Konwets. Januotjo, D. van N- Duyndam en P. Hoek. Overleden: Adriana, D. van J. van Duin en N. van Rooyen. KIJNSBORG. Geboren: Jacob, Z. van G. v. Delft en A. Hecmsktrk. Marinus, Z. van W. de Mooy eu M. Hagemnns. Overleden: Neoltje, D. van D. v. Itorson en W. Star. Roelof, Z. van P. de Leeuw eu G. Pauw. ZOETERWOUDE. Geboren: Petrouellu, D. van K. de Bruyn on P. Kottiug. Job Loonardus, Z. van A. v. Bennekom en J. v. d. Post. Jacob, Z. ynu L. Dompeliug eu T. Sepers. Overloden: Jaooba vao Heusóen, 6 mnd., D. van J. v. Heuaden eu B. Oudsboorn. Elisa beth Geertruda Overmeer 14 j, D. van AI. G, Overnieer en M. G. Houniet. Uit liet Circasleven.- 'fc Is al verscheidene jaren geiedon, sedert: ik met den „circusdirecteur" Gwozdziec Polen en Zuid Rusland bezocht. Gwozdzioc was directour van een klein zwervend troepje, dat hy uit verschillende landen had byoongeschar reld en voor zy.r circus kon gebiuiken. Het loon was niot groot, zolfs heel klein, maar daarvoor leefden wy uan ook „in den schoot der familie" en aten aan do tafel van de vrouw van den directeur, een opzichtig gekleede dame, die zich voortdurend schminkte en telkens allerlei verhalen opJischte, even zoo vele herinneringen uit haar avontuur?£k I&ywW By doze vertellingen het 74J dikwyis door schemeren, dat sy van aristocratische afkomst was on voor iets beters was opgevoed dan met een „EngelsJien circus" door de wereld te trokken. Maar Gwozdziec was vroeger zulk een schoon man geweestZy zag hem nog voor zich op dien avond, die over haar geheel verder volgend leven had beslist't Was in St.-Potersburg, in de beroemde menagerie van Sutkiewicz, waar hy in de leeuwenkool werkte en de wilde dieren door zyn oogen tot zyn wil dwong!De „directrice" zuchtte dan diep en verdraaide de waterige oogon. Gwozdziec daarentegen wierp mot een trotsche beweging het hoofd achterover en knikte zwygend een paar malen. Ja, dat waren nog eens tyden geweestTegenwoordig geleek hy een met perkament overtrokken skelet, mager en lang en styf, als een biljartkeu. H(j wa3 een goede kerel, een beetje opsnyderig en opvliegond, doch even gauw weer gekaL- meerd, wanneer hy een goeden slok snaps by do hand had om zyn ergernis weg te spoelen. Zyn „stal" bestoiid uit vyf paarden en een gedresseerden ezel, dien zyn broeder, de clown, liet werken. Grozdziec zelf trad in de netjes geiyk geharkte arena slechts op als „school- ryder"; hy liet een oud, afgeleefd werkpaard, dat hy met den weidschen naam „Flamingo", had gedoopt, eiken avond eenige passen en bewegingen maken en achtte daarmede zyn taak afgedaan. Het geëngageerde personeel bestond uit de twee Harvey's, die gladiatoren te paard voor stelden en ook als Chineosche bamboes-gooche- laars werktenOnufry Dawidowitsch Karnow, don Russischen athleet en worstelaar; Peter Alt, op het programma „mr. Robert", die te paard jongleerde en bovendien als jockoy optrad; mrs. Nelly, de pannoau rydster en danseres; mile Titiana, rykunstenares en koorddanseres, en eindeiyk mijn onboduidende persoonlijkheid, die eveneens een aantal ver schillende nommers voor zyn rekening had; Zoo werkte ik met Titiana in de dubbele voltige, tegenwoordig „voltige A la Richard" genoemd; by ons heette dat nommerdestyda „De twee Mexicaansche ruiters." Bovendien sprong ik nog als clown door hoepels en werkte als „slangenmensch" en „vuureter". Des directeurs broer heb ik al genoemd; biyft nog over zyn nicht: deze zat aan de kas. Zoo trokken wy met ons armoedig zootjj van stad tot stad, van dorp tot dorp dé stoffige, eindelo'óze wegen langs, onvermoeid, zonder ophouden, geplaagd en geminacht „De goochelaars komende Engolsche kunstenmakers 1" zoo ortving mon ons on- vriendelyk en onwillig. Maakten wy een rit door de straten om ons te presenteeren, in ons circuspakje gekleed, omringd door de joelende, opdringende jeugd, dan vloog wel menig venster open en menig oog koek den avontuuriyken troep Da, maar hot waren geen vriendeiyko, aanmoedigende blikken. En de trompotten schetterden, de trommen rof felden by onzen ommegang. Tegenwoordig kent men dat zoo al lang niot moer! De zaken gingen slecht, heol slecht! Onze directeur was zeer ontstemd en vloekte; zwaro zorgen kwelden hem. „Als dat zoo voortgaat, zal het ons spoedig moeite kosten voeder voor do beeston by elkaar te 1 krygen. Dat ellendige volk weet geen ware kunst op prys to stollen!" snauwde hy en dronk don eenon borrel na den andoron om zyn kwado luim te verzotten. „Kan men ze meer bieden dan ik doe? Laton zemaaroons' aanmerking maken op myn „stal", als zo orrf oon weton! "Werkt niot myn „Flamingo" in do hoogeschool als oon Trakhonor? Is de' ozol „Rigolo" niot de kranigste ozel ter werold?" „Zekor, directour, maar ons ontbrookt niet-y tegenstaande dat alles iets: oon storl" Een storl Hfi zetto een komiok-vorbaasd gezicht. Ik kwolde hem maar niot vorder met dit donkboold, nu ik de zokerheid had,' dat het in zyn broin behooriyk vastzat on hy, als hy er op wildo ingaan, my wol woor zou roopen. Dit gebeurde reods donzelfden avond. Ik ontving een uitnoodiging om by hom in zyn woonwagen to kouien. Een zoldzamo eor l Ik

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1901 | | pagina 6