Smartvolle jeugd.
MENGELWERK.
Den hongerdood gestorven;
verbeteringen van den toestand en hij moet
daarin to moer een spoorslag vinden om
naar vermogen mede te werken tot wegne
ming dier ontvredenboid.
In hoeverre Het Handelsblad dien plicht
nakomt, laat de Amh. Ctthans in 't midden
omdat 't er haar voor 't oogenblik alleen om
te doen is op een allervennakelflkste naïveteit
van het katholieke Huisgezin te wijzen, het
welk naar aanleiding van het bodenkel(jk
hoofdschudden van Het Handelsblad op
merkt, dat In alle 6 districten, waarin
sociaal-democraten gekozen werden, dit
alleen aan den steun van de liberalen en vrij
zinnig democraten te danken is. Z(J zijn 't
geweost, „die den socialisten hot groot aantal
stemmen hebben bezorgd, waarover Het Han
delsblad zich zoo ongerust toont BjJ samen
werking der niet-socialistischo partijen ware
niet één sociaal-democraat gekozen."
Hierop antwoordt de Arnh. Cf.: „Zou Het
Huxsgezin dan werkelijk gelooven, dat het groot
aantal steramen, op sociaal-democratische candi-
daten uitgebracht, zoo dat zij het in een tiental
districten tot de herstemming konden brengen,
voor Het Handelsblad iets minder bodenkeiyk
geweest zou zijn, indien later geen enkele
sociaal-democraat gekozen ware?
„En misschien zelfs dat er geen ontevreden
heid meer met de bestaande maatschappelijke
verhoudingen zou wezen, indien liberalen en
vrijzinnig-democraten do tegen hen gerichte
strijdleus„Tegen het ongeloof 1" vergetende,
zich voor een anti-socialische campagne in de
armen van conservatieven van het slag van
Het Huisgezin en hun bondgenooten gewor
pen hadden? Dat zou een struisvogel-politiek
wezen, waarvoor gelukkig de meesto liberalen
dan toch nog to verstandig zijn, al is ook
het vorwjjt van Het Huisgezin aan Het Handels
blad juist zeer onbillijk, omdat immers dit
liberale blad bij de herstemmingen het wacht
woord gaf, in geen geval op een sociaal
democraat te stemmen, on dus daardoor van
zijn goeden wil duidelijk heeft doen blijken
om met Het Huisgezin mede te werken,
ten oinde „de ontevredenheid met de bestaande
maatschappelijke toestanden" op steeds „be
denkelijker" w\jze te doen toenemen.
„Als in den loop van het volgend vierjarig
tijdperk de goestverwanten van Het Huisgezin
golyk in 1890 en 1891, bedenkelijk het hoofd
gaan schudden over de laatdunkendheid d9r
anti-revolutionnairen, dan kan het zich zelf met
meer recht dan thans aan Het Handelsblad de
vraag stellen: „aan wie te danken?"
De uitslag der jongste verkiezingen en do
daarbij door de liberalen geleden nederlaag
hobbon ook de aandacht getrokken in het
buitenland.
Hier en daar in don vreemde z(jn beschou
wingen over dit resultaat ten beste gegeven,
natuurlijk vorschillend naar de staatkundige
gezindheid der schrijvers.
Ook de heer Yves Guyot, hoofdredacteur
van do Parjjsche „Siècle" heeft gelijk in
ons vorig Persoverzicht is meegedeeld ge
meend zijn oordeel te moeten uitspreken, en
hy doet dit zegt nu Het Centrummot al
de buitensporigheden, welke men van dezen
schrijver gewoon is en hy bosluit:
„Dr. Kuyper en zyn katholieke bondgenoo
ten zullen Nederland op een zware proef gaan
stollen. Laten wy hopen, dat hot een nuttige
les voor dat land zal zyn en dat ook andere
landen zich dio les ten nutte zullen maken/'
„Ongetwyfeld zullen die landen dit het best
kunnen doen", vervolgt Het Centrum„door
mannen als Yves Guyot op het kussen te
brengen 1
Zulke „staatslieden" zyn waariyk een sieraad
voor hun landl
En hoe tactvol I
De befaamde heer Guyot vertoonde reods
by na alle kleuren van den politieken regenboog.
Alleen de geloovige partyon vinden in hem
een onverzoenlyken tegenstander, zóó zelfs, dat
hy van zyn anti cloricalisme „een artikel van
uitvoer" maakt.
Zyn fulminoorcn tegen hot „Monsterverbond
in Nederland" is daarvan eon nieuw bewys.
Wy kunnen echtor niet zoggen, dat wy erg
rouwig zyn over dit party trekken tegen ons.
Den lof van een man als Guyot, den vijand
dor Boeren, kunnen wy zonder spyt missen."
Men schryft aan het Handelsblad o. a.
„In Enkhuizen heeft do verkiezing voor den
gemeenteraad een zeer verrassenden afloop
gehad. De beide aftredende antirevolutionaire
leden, de hoeren Jb. Moll en N. Sluis Pzn.,
die respoctiovolyk 33 en 24 jaar in don Raad
zitting hadden, en steeds hun mandaat met
medewerking van kiezers van allo partyen
verlengd zagen, zyn niet herkozen, maar met
een verpletterende meerderheid door liberalen
ver vangen. Vooral voor den heer Sluis, die
op 14 Juni 11. tot Kamorlid voor dit district
werd gokozen, is dit een politieke noderlaag
van groote botoekenis. Hy, die toch èn aan
zyn groote handelszaak, èn aan zyn persoon
lijk© relatiön zyn Kamerzetel dankt, bleef '/3
van do stemmen achter by eon tegenstander,
dio voor vele Enkhuizers nog tamelyk wel
een onbekendo was, daar hy nog maar zoor
kort in de gemeente woont.
„Die nederlaag is toe te schryven aan de
verontwaardiging, gewekt door de hoogst
unfaire wijze, waarop in dit district do stryd
door do antirevolutionaire party is gestreden,
waarby een zoogenaamde vertrouwelyke circu
laire in het geheim aan de clericale kiezers
toegezonden, wel het allorergste geweest is."
Naar aanloiding van de opmerkingen dor
Nieuwe Courant over do wyze, waarop Dc
Hollander zich uitliet over de niot-horkozen
leden van Gedoputeorde Staten van Zuid-
Holland schryft laatstgonoemd blad:
„Geenszins is bet onze bodooling geweest
het voor te stellen, alsof do niet-herkozen
Gedeputeerden geen bekwame on werkzame
mannen waren of zyn. Zoo iets zouden we
niet kunnen zeggen, omdat wy stooda
evenals tot ons genoegen de N. Ct. als
regel hebben gesteld niet in persoonlijkheden
te verloopen; een regel, dion wy ook by ver-
kiezingen toepassen, door nooit, tenzy het
onvorraydeiyk is, over do personen van onzo
togencandidaten to spreken.
„Noen, als we zeggen, dat men nooit iets
heeft vernomen van de buitengewone
en schitterende bekwaamheid en werk
kracht der aftredende Godeputoerden, dan
moet dat vanzelf worden beschouwd in
verband met de bewering in sommige bladen,
alsof door het gemis van die mannon uit het
college van de Gedeputeerde Staten, de pro
vincie Zuid-Holland daarvan de zeer nadoelige
gevolgen zal ondervinden.
„Dit nu is door ons betwist,'
„Yan zoo buitengewonon aard was
stellig niet do bekwaamheid en de werkkracht
der aftredenden, al mag zeker worden gezegd,
dat zy met yver on toowyding, dat zy met
de indienststelling van al hun talenten de
belangen der provincie hebben voorgestaan."
De Hollander verklaart verder, zich gaarne
aan te 6luiten by den lof, door vriend en
vyand aan de afgetreden Gedeputeerden ge
bracht, als men daaronder nu maar niet
verstaat, dat zy onmisbaar waren en dat hun
opvolgers per se by hon moeten achterstaan.
„Laat men daarby toch niet over bothoofd
zion, dat geen enkel menachenwerk volmaakt
is en dat dus ook de arbeid der Gedeputeerde
Staten en Provinciale Staten, onder de liberale
meerderheid, gemakkeiyk gelegenheid biedt
tot critiok.
„Al ware het alleen maar, dat de nieuwe
meerderheid van de oude de erfenis heeft
moeten overnemen, n.l. verhooging van
belastingen (11 opcenten grondbelasting
en 8 opcenten personeel), gevolg o. a. van
do onzes inziens voel te weelderige wyze,
waarop subsidién werden uitgoreikt.
„Volmaakt zullen de nieuwe Gedeputeerden
wol niet zyn, evenmin als de nieuwe moer-
derheid.
„Maar volmaakt waren ook niet de aftre
dende Gedeputeerden met de oude meerder
heid/'
De z a a k-S c h w a r z. Het geschil
van den hoofdredacteur van Het Volksdagblad
met den directeur en de commissarissen acht
de Nieuwe Rott. Crt. journalistiek geoordeeld,
van zeer ernstigen aard.
„Moge het „politieke" element in dozen
stryd byna enkel lachwekkend wezen niet
alzoo de gewolddadige aanranding van de
rechten des hoofdredacteurs.
„Wy gaan uit van do onderstelling, dat de
hoofdredacteur, zooals hy in Amsterdamsche
bladen verklaart, inderdaad, als 6en wezeniyk
hoofdredacteur, uitsluitend te beslissen had
over den inhoud van het blad.
„Is dit zoo, luidt zoo zyn contract, dan is
er nu te Amsterdam iets onrechtmatigs ge-
bourd, waar heel ons gild belang by heeft.
„En ligt het ongetwyfeld op den weg van
den Kring, den heer Schwarz ter zyde te staan
in het verkrygen van rechtsherstel".
Bet Vaderland schryft over dezelfde zaak o.a.:
„Den heer Schwarz met zyn redacteuren,
die hun positie offerden aan hun zelfstandig
heid en aan do eer dor Nedorlandsche pors,
komt allerzyds betuiging van eerbied toe,
die Het Vaderland geen oogenblik aarzelt
hun te bieden.
„Wy meenen, dat, alvorens de Journalisten
kring spreekt of stappen doet, altbans van de
zyde der confrères één afdoend bewys van
solidariteit te geven is.
„Iedere bona fide beroepsjournalist weigero
beslist een der plaatsen in te nemen, die door
de heeren Schwarz c.s. na zoo dappero ver
dediging zyn ontruimd/'
In Het Volksdagblad van gisteravond komt
eindeiyk de hoofdredacteur, de heer R. Schwarz,
zelf aan hot woord om zyn lozers mode te
deelen, wat er toch eigenlyk aan is van het
conflict tusschen do redactie van dat blad en
mr. F. A. van Hall.
Vooraf deelt de heer Schwarz mede, dat hy
Woensdagochtend tor zetterij had gegeven een
stukje, waarin in het kort de redenen worden
uiteengozet, waarom do geheele redactie (met
uitzondering van een verslaggever) zich genoopt
heoft gozien ontslag te vragen. De directeur
had ochter in overleg met den president
commissaris geweigerd dit artikeltje te plaatsen.
„Misschien zyn degenen schryft do hoer
Schwarz dio de macht bezitten over de
zettory, thans tot andere gedachten gekomen
en daarom zal ik nogmaals eon poging doen
om de lezers van dit blad niet langer onkundig
te laten van de intrigos, waarvan ons blad
het slachtoffer dreigt te worden."
Hierop volgt do verklaring, wolke door hem
zelf aan verschillende bladen is gezonden.
Daarna gaat de heer Schwarz voort:
„Hot is niet mUn voornemen om lang over
deze onverkwikkeiyke geschiedenis uit te wei
den, en ik zal dus niet ingaan op al do dwaas
heden en onwaarheden, welke de heer Van
Hall in het Palels voor Volksvlyt heeft gede
biteerd, waarvan de vermakeiykste is, dat ik
gezegd zou hobbon veel sympathie voor
hem te gevoelen 1 Doch óón bewering mag ik
met onweersproken laton, De heor Van Hall
heeft het nameiyk doen voorkomen, alsof or
reeds een geschil was tusschen my en com
missarissen, voordat er van zyn candidaat-
stelling sprake was en dat hy zich met dit
geschil niet had bemoeid.
Ziehier de waarheid:
Op den morgen van 4 Juli (don dag dor
candidaatstelling) vond ik op myn bureau een
brief, gedateerd 2 Juli en geteekend door
directeur en commissarissen, waarin na voel
omhaal Yan woorden, waaruit ik niet rocht
wys kon worden, werd gezegd, dat er een
„scheiding" moest komen tusschen den hoofd
redacteur en het blad. Daar ik niets van het
geval begreep noch de directeur, noch de
commissarissen hadden, ofschoon er tusschen
ons niets was voorgevallen, het noodlg ge
oordeeld my voor te bereiden op dozen
zonderlingen brief, torwyi enkele dagen
te voren op do jaarlykscho aandeelhou
dersvergadering van verschillende kanten
my hulde was gebracht voor do leiding van
het blad vroeg ik, wol vermoedende uit
welken hoek de wind kwam, den prosident-
commissaris of do hoer Van Hall misschien
op dit plotseling ontslag had aangedrongen.
Daarop ontving ik oen ontwijkend antwoord,
doch een dag later, toon my was verzekerd
dat ik den heor Van Hall in den weg zat
met het oog op zyn candidatuur, bekende de
president-commissaris dat het ontslag was ge
geven op last van mr. Van Hall.
Ik had over deze bykomstige quaestio liever
gozwegon, omdat het voor directour én com
missarissen wet aangenaam kan zyn bekend
te staan als de gewillige dienaren van mr.
Van Hall, doch nu de laatste de brutaliteit
heeft te beweren, dat hy niots met dit ont
slag te maken had, dwingt men my ook op
dit punt het volle licht te doen schynon.
Ten slotte nog een enkel woord. Men zal
myn naam nog eenigen tjjd aan het hoofd van
dit blad gedrukt vinden. Het contract belet
my op staandon voot te vertrokken, wat ik
in de gogeven omstandigheden hot liefst had
godaan. Ook myn mede rodacteuren, de hoeren
J. Gi Barenbroek, R. Triebeis en A. Moresco,
die in deze dagen oen schitterend biyk van
solidariteitsgevoel hebben gegeven, dat hun
karakter eert, zullen nog korten tyd aanbiyven.
Van verschillende kanten, uit alle kringen,
ontvingen wy bewyzen van instemming met
onze houding. Elke post voert nog nieuwe
brieven on kaartjes aan. Daarvoor kunnen wy
niet ieder in het byzonder onze erkenteiyk-
heid betuigen. Hier sta de verklaring, datwy
deze bewyzen van sympathie op hoogen pqjs
stellen, maar wy zyn er oen weinig verlegen
mee, omdat wy." overtuigd zyn, dat elk eerlyk
journalist in onze plaats precies hetzelfde zou
hebben gedaan."
De heer Schwarz voegt hieraan toe, dat
ook de verslaggever van het blad, de heer
W. Brand van Straaten, gisterochtend zyn
ontslag vroeg, terwyi de directie aan dit stuk
van den hoofdredacteur deze verklaring toe
voegt
„Directie en Commissarissen (voor zoover
aanwezig) zullen hier voorloopig het zwygen
toedoen, omdat zy dit, evonals alles wat ge-
gepasseerd is, in een commissarissen-vergade
ring willen bespreken. De heer Schwarz staat
ons toe, dit mede to doelen."
RECLAMES.
40 Cents per rogel.
Op het laatste intomationaal congres van
Tandheolkunde, gehouden to Parys (ter ge
legenheid der Tentoonstelling van Parys van
1900) werd Odol genoemd het beste van de
mondwaters, die tot nog toe In don handel
gebracht zyn.
Prys per heelen flacon f 1. halven flaeon
60 Cents. 6394 22
De heer G. Brons, te Ootmarsum, schryft
ons, dat zyn dochter geen gelukkige jeugd
had; gedurende langon tyd was zy ïydende.
Haar gezondheid was zeer geschokt on had
ons groote onrust berokkend. Zy was bloed
armoedig, had veel hoofdpyn, moeheid in de
beenen, enz. Alle mogelijke geneesmiddelen
had lk aangewend zonder eenig resultaat,
totdat ik eindelyk besloot oons do Pink-Pillon
van Dr. Williams te doen gebruiken. De uit
komst wa3 verrassend. Een verbetering deed
zich voor en thans ia zy gezond.
Door de hernieuwing van hot bloed, die de
Pink-Pillen op zekere wyze bewerkstelligen,
komt men er toe al de ziekten, veroorzaakt
door zyn verzwakking, to genezen. Deze
ziekten zyn: bloedarmoede, bleekzucht, neu-
rasthénie, rheumatiek, heupjicht. Haar oor
sprong is gelegon in de armte van het bloed
en met de oorzaak te doen verdwijnen ver-
dwynen ook de gevolgen. De Piuk-Pillen be
zitten een werkelyke werkdadigheid en de
ware attesten komen dagelyks in grooten
getale tot ons.
Prys f 1.75 do doos; f 9.— per 6 doozen.
Verkrygbaar by J. H. I, Snabilié, Steiger 27,
Rotterdam, hoofddepothouder voor Nederland,
en apotheken.
Franco toezending tegen postwissel.
Ook echt verkrygbaar voor Leiden en Om
streken by Reyst Kras, Drogeryen, Bees
tenmarkt Wyk 5 No. 41, en J. H. Dijkhuis,
drogeryen, Hoogstraat No. 6. 6392 49
Men geve acht, dat de echte Pink-Pillcn van
DrWilltams zich in een houten kokertje
bevinden, met rooskleurig papier omwikkeld,
waarop met blauwe letters gedrukt staat:
Pilules Pink pour Personnes Pdles du Dr.
TFiKicww. Verder moet zich op ieder uitwendig
omhulsel bevinden een wit strookje papier
over de lengte der étui geplakt, waarop
staat: Piijs: f 1.75 de doos, f 9.— per 6 doozen.
Eenig depothouder voor NederlandSnabilié,
Steiger 21, Rotterdam. Voor de gebruiks
wijze raadplege men de ingesloten Hollandsche
Circulaire.
UITLOTINGEN. 2l/j pCi. Aütwtrpecho loten
van 1S87. Trekkiug van 10 Juli 1601. Betaalbaar
1 Juli 1902. Getrokken eerieön: 1019 2472 4708
0028 6789 10227 10873 11893 14609 14707 16823
1G177 17029 18980 20467 20606 20622 21892 23236
23637 24144 25812 29133 29393 29540 30306 30688
31855 82663 33685 33868 36789 37481 88120 38622
36976 46961 47167 61650 g2066 65462 560S0 67139
01014 04097 05013 66508 60344 70U0 73148.
Hoofiprij'.en: eert© 29183 nr. 16 fr, 150,000; 8.
25812 n. 24 fr. 2500; 8. 23587 n. 4 fr. 1000; r.
11893 ne. 8 en 10 elk fr. 600; s. 2472 ne. 8 en 13,
8. 4768 ne. 23 en 25, e. 6628 na. 8 en 15, e. 6789
ne. 13 en 16, a. 15S2J n. 3, e. 16177 n. 18, e. 20467
c. 6. e. 21892 n. 24, e. 2323b n. 16, e. 23537 d. 22,
e. 29133 n. 26, e. 30300 n. 6, e. 37481 n. 18, e.
51560 no. 11 en 13, e. 6g0s0 n. 15, elk f*. 150.
Allo overige nummere ln bosTenvormeld© erken
vervat zyn loab ar u et fr. 110.
.Programma van Muziekuitvoeringen.
MUSIS SACRUM. Zondag 14 Juli, to half-
ncht, door hot stafmuziekkorps der dd. Schutterij.
Directear: do beer Joh. C. Goyp. Eerste afdee-
ling: No. 1. „Le Beau Idéal", Marech, J. P. Sousa;
2. Ouvorture „Norma", V. Bollini; 3. „Lustige
Briider", Wals, R. Vollstedt; 4. Fantaisie uit
Marenco's Ballet „Excolsior", H. Millars.
Tweede ofdeeÜDg: No. ,5. Ouvorture „Guillaume
Tell", G. Kossini; 6. „Bravour Aria. Solo voor
Es Clarinot (door C. C. J. Vrijhof), Ch. de Beriot;
7. Txaumbildor Fantaisio, C. U. Lumbyo; 8. „Pas
dos Marionneltes", Air do Ballot, E. Pessard;
9. Potpourri uit do Revue „Luilekkerland", Joh.
C. Geyp.
Nos. 1, 2, 4, 6 ea 3, eorate uitvoering op
„Musia Sacrum".
Jols de Floredo was oen Spaansch edelman
en bewoonde in Cadiz het slot San-Fernando,
dat hy van zijn ouders geërfd on hetwelk
sedert eeuwen aan zijn voorvadoren toebe
hoord had.
Meermalen,zoo zeido men, was hy milllonnair,
en dit gezegde schoon niet overdrevon. Van
do meeste wynbergen, landeryen en bosschen,
min of meer In de omstreken van zyn slot
gelegen, was hy en hy alléén heer en moester
daarenboven had hy nog vele goedoron In de
provincie Grenada, in nog meer noordolyk
gelogen streken van zyn vaderland, in Por
tugal en ln het zuiden van Frankryk. Zyn
burchtslot, San-Fernando, echter in oogen-
schouw nemende, zou men allicht aan zyn
buitongewoon grooten i-ykdom hebben gaan
twyfelen, want het slot geleek meer op een
ruïne dan wel op een kasteel, welks eigenaar
een tweede Croesus heette. Het zag er alles
verlaten, ja schier armzalig uit. Co muren
van het kasteel zelf verbrokkelden mot
den dag al moer on meer, on geon wonder:
ambachtslieden zetten zolden of nooit oen
voet in of by het slot; alleen de dringondste
herstellingen werden nu on dan gedaan, n.l.
als ze onmogeiyk langer konden worden uit
gesteld. Geen wonder, dat alzoo de yzeren tand
des tyds ook hier zyn sloopingswerk voortzette.
Met de tuinen, bloemperken en bosschen
in en om het slot was hot niet beter gestold.
Geen vreemdeling hoorde hy daarby togen
den avond nog het krassen van do vele uilen en
kraaien, die in den gedeelteiyk reeds ingestor-
ton toren hun verblyf hioldon zou gemeend
hebben hier nog een lovend wezon te ont
moeten. Toch was het slot het grootste ge
deelte van het jaar bewoond, maar groot was
het aantal bedienden niet. Aan do boordory
was juist zooveel personeel verbonden, als
volgens de verschillende tydperken des jaars
hoogst noodig was; in het slot zelf werd,
behalve de eigenaar, niemand moer aange
troffen dan een paar oude dienstboden en
een knecht, die ook al menig kruisje achter
den rug had. De laatste bediende don heer
aan tafel, deed de noodige inkoopen en figu
reerde als koetsier en palfronier tegelykertyd,
als de meester des huizes verkoos to gaan
rijden, iets wat zelden voorviel. Uren en uren
kon hjj integendeel in zyn kamer verwijlen,
vooral dan, als hy te voren streng bevel ge
geven had, niemand by hem too to laten.
Wat deed hy dan soms uren lang in de
eenzaamheid?
De booze wereld zeide, dat hy zich dan
vermeide met zyn goudstukken te tellen, on
het was te gelooven, want gieriger mensch
dan deze kasteelbewoner werd myien ver niet
gevonden.
Dit werden zyn pachters gewaar, als zy
hun heor de jaarlyksche pacht kwamen
brengen, welke golden hy meest zelf inde,
want rentmeesters hield hy er slechts in zoo
verre op na, als deze onontbeeriyk waren.
Was do oogst geheel of gedoeltelyk mislukt,
had zelfs de Spaanscho zon do druiven niet
behoorlyk doen rypon, waren geleden ellende,
doorstane ziekten of zelfs begrafeniskosten
oorzaak, dat doze of gene schuldenaar zyn
heer op den bestemden d3g niet of slechts
gedeeltoiyk het verschuldigde brengen kon,
dan werd hom een „tot dan en geen dag or
over" onverbiddelyk toegevoegd, en talmde de
ongelukkige na dion zoo juist bepaalden en
wel aangegeven datum nog met de betaling,
hy mocht vreezen kort daarop mot havo en
goed op straat te worden gezet.
Geen arme kwam natuuriyk ooit op het
kasteel, en waagde het een verdwaalde oen
aalmoes te vragen, het was zeker, dat hy
voor den tweeden keer niet zou teruggekomen
zyn, al had hy ook ter sluiks van een der
dienstboden een stuk droog brood gekregen.
Zéé leefde de vrek voie jaren in zyn eenzaam
heid, zyn geluk stellende in hot opstapelen
van zyn geld, in het overzien zyner schatten.
Was zyn kleeding armzalig, zyn voedsel was
minder dan dat van een gewoon burger;
kwade tongen vertelden zelf3, dat hy zich
soms dagen achtereen tevredenstelde met
water en brood. Wat er van zy, zeker is het
intusschen, dat hy wel van het goud en zilver,
maar niet van het vette der aarde genoot, on
dat het dienstdoend personeel er vry wat
beter uitzag dan de meester des huizes.
Zoo gingen vele jaren voorby. Het kastoel
verviel met den dag al meer en meor, ovenals
zyn oigenaar, op wion de slechte voeding, de
onvoldoende kleeding, het eeuwig suffen in
oen vunzigo kamer ten laatste zulk een
invloed uitoefenden, dat iedereon, die zyn
ouderdom niet kende, hem 70 jaren zou heb
ben gegeven, schoon hy do 50 maar even
was gepasseerd. Toen trof hom een zware
ziokte, die hom wel aan den rand des grafs
bracht, doch waaraan hy niet stiorf. Lang
zamerhand geheel of gedeelteiyk hersteld
zynde, voedde en kleedde hy zich wat beter
dan vóór zyn ziekte, doch na verloop van tyd
won zyn overtuiging veld, dat hy nu te
weelderig at en dronk, en hernam hy zyn
oude levenswyze weer.
Op zekeren dag verbleef hy in zyn eon-
zaamheid langer dan naar gewoonte. P.eeds
eon paar malen had de knecht by hem willen
aankloppen, doch denkende, dat zyn meester
sliep, on vreezende hem te zullen storen, had
hU reeds onderscheidene malen zyn voornemen
laten varen. Ten laatste klopto de oude knecht
eerst heel bescheiden, daarna wat harder,
maar alles tevergeefs, antwoord werd van
binnen niet gegeven, totdat men eindelyk be
sloot de deur te openen.
Doch wie schetst aller verbazing, toen zy
zagen, dat Dd Floredo niet ln zyn kamer was,
en ook de kaars met kandelaar was vordwe-
nen, die de knecht op last van zyn heer ge
bracht had, toon deze zich in zyn eenzaam
heid had teruggetrokken. Gelyk te donken
is, werd terstond het ganscho kasteel onder
zocht, en ten laatste was er in en om het
slot geen plekje meer, of men was er geweest
herhaalde malen had men hem by zyn naam
geroepen, maar alles, alles tevergeefs 1 Er
bleof eindelyk niets over dan te donkon, dat
do beer, om wolke reden dan ook, op reis
was gegaan, zonder er aan iemand iets van
te zeggen.
Toen by ochter na eenigen tyd niets van
zich iiot hooren, schroof mon rechts on link»
naar plaatsen in Sranje, Portugal on Frankryk,
doch zonder gevolg. Hy was alB by tooverslag
verdwenen, en was dozo zyn verdwyning j
onverklaarbaar, zyn wegblyvou was hot niet
minder. Doch hoe onverklaarbaar ook, van Joés
de Floredo hoorde of zag geen sterveling meer
iets! Toch werd hy teruggevonden.
Men schreef hot jaar 1680. Ruim 17 jaron
waron er sedert do geheimzinnige verdwyning
van Joés verloopen, on het kasteel was na 1
werkelyk eon ruïne geworden, want het was
na hem niet moor bewoond. Toch, zeg ik,
werd Do Floredo teruggevonden in liet roeda
genoemde jaar 1680, en dat wel by golegouhoid
of juister gesproken ten gevolge van do
vreoselyko aardbeving, dio in dat jaar geheel
Spanje en Zuid-Europa had geteisterd. Tot
dan toe nameiyk was het ondersto gedeelte
van den toren nog altoos blyvon staan, schoon
do bovenste helft, zooal3 vormold is, ton tyde 1
van Joas reeds gedeolteiyk was ingestort. I
Die laatste overblyfselen nu van het eenmaal
zoo trotsche gevaarte waren door do aardbeving
ook omvergeworpen, en eenigo dagen daarna'
ontdekte men déar, waar het voetstuk van:
den toren had gestaan, in een klove, in een
soort van keldertje, het geraamte van oen
monsch. Het was dat van den milliönnair i
Joks de Floredo. Dit bewees het yzoron
kistje mot voel geldswaarde er in, dat by het1
geraamte werd gevonden, en niet mmdor hot
stuk papier, dat op den bodem van liet kistje
lag, hetwelk, schoon reeds geel gowordon, hot
volgende te lezen gaf: I
„Voor het geval, dat iemand myn lyk of
boenderon vinden mocht, zy hier het onder-/
staande meegedeeldDezen namiddag omstreeks
i uren dit keldertje binnengegaan zynde om i
naar myn schat te zion, had ik, na kaars en
kandelaar voorzichtig op den steen te hobben'
gezet, toen ik my wilde oprichten, het ongo-
luk te struikelen en tegen het deurtje te
vallen, dat nu dichtsloeg. Daar de sleutel van
buiton er nog opstak, en het deurtje zelf van,'
yzer en eenige duimen dik is, was alls hoop:,
om het open te krygen tevergeefs. Wyl niemand;
het bestaan van dezen kelder en den geheimen
weg, die er naar toe leidt, kent, heb ik my- -
zeiven alzoo levend bogravenl By hot licht j
der kaars schryf ik deze regelen, voor zoover
myn toestand nog toelaat dit te doen. Maar/
weldra, binnen een uur misschien, zal zy zyn
opgebrand, en dan blyft my niets over dan
den dood in de dnisternis te wachten. Moge/
by dan maar spoedig komen 1"
Dat was de inhoud van den brief, en nadat
plaats en datum waron opgeschrovon, luidde^
do onderteekening: „Jo&s do Floredo, me.
muoro de hambre" (Jois de Floredo, den
hongerdood gestorven).
Gemengd Nlenvrsi
Yorkiozingsallerlei. Het volgend
manifest werd te Waddingsvoon by de ge-',
meenteraadaveikiezingen verspreid
,Aen alle Metselaers, Scheepsmaeckera/'
Timmerlyen, Winkeliers en Taveernlers-;
houders, Arbeytsluyden der Qebuyrten, Mits
gaders, Neerinche en de H&nterinche Salut.
Doen te weten onde neme exaempel ende;
houden zich vaerdig ende vroem soe branche
uwe stemme uyt op Woensdag den Hl van/'
Hooimaent MDCCCCI op den Heore J. 0. ren
dor Torren, Lid der Raide, kloeck van geeifr
ende overtsaagd wasch echt onverkleurt,
Llberael. ,Haeo Libertatla" ergo Kaméleoö-,
Poletlcus, mede afschaffer van een alout volcka-J
vormaeck naemeleyck de Waereltschockkend»/
Waddingsveonscho Kermesse, dachtoyokenent'
uyt de Battavieren teyt, enz. enz., alaoe alle'
borgeren ende luyden die hst eenichslDe aen-j
gaet alt saemen toch rypelicken ende wel oj>|
uwe saeken te willen letten, ende te over-}
peynsen, alsoe er geon onnoiele borgeren der
Ghemeente zich laeten paoyen ende misleyd6n
met huychelachtig checweyi of lockvincktry
ende valecb innogevon ter bedorffonisse twolo
Godt verhouden, alsoo genoechseem cteeck-
moedichheit ende wees vaerdich soe bidden,
wy uwe luyden onso nodinghe naeretlghiyclt
te botrachten, ende laet dose Fortunatus
Kamelarius inna gaon door het ooge van enne
naelde, allee ter eere der Heyilcha Relicchte'
tot one aller ferlosslnchen en de sallchheyd
elck segget neymand uytgesonderd den andere
voort. Haec Regillonls Ergo.
Voor de Amsterdamecha recht
bank verecheen gisteren een colporteur uit
Utrecht, die in de lente van dit jaar een groot
aantal personen heeft opgelicht, hen over
redende tot lnteekenlog op een reods 3 Jaren
geleden uitverkocht benkwerk: fNederland-
Zuid- Afrika", destyds uitgegeven door de.,
Amsterdamsche Courant" ten bate van heit
Roode Kruis. Hy heeft getracht zyn jandel-
wüze te vergoelyken met da bowsring, dat,
hy de bestelde exemplaren Inderdaad wilde
levoren en daartoo een herdruk van bet werk'
op het oog had. Echter, de guldens, hem door:
de lnteekenaren betaald, ver: eerde by en rit
niets is gebleken, dat hy ook .naar eon poging'
deod om den herdruk to verkiygon.
De beklaagde is or ingeloopen by den rechter,
mr. Deking Do - vion by ook zulk oon lyeti
aanbood, doch u.o liet bedrog ontdekte en den!
man terstond medeuam naar het pohtie-bureauj
Door bet O. M. werd ter zake van oplichting
één jaar gevangenisstraf gebiecht. De beklaagd»
is recidivist.
Volgens te Amsterdam ontvanger»
berichten omtrent het hospitaal kerkschip
„De Hoop", heoft het vaartuig do laatst»
veertien dagen mot aanhoudend mooi weer
door de vieechersvloot govaron. Do dokter en
de predikant van het schip brachten herhaald»
bezooken op Dultscha en Hoilnndsche visschera-,
vaartuigen en verleendon hun hulp waar dl»
verlaDgd werd. Sedert 1 Juni tot 8 Juli jh
zyn 86 visschers onder behandeling dor dokter»,
geweest, van wie eenigo in boe hospitaal van
„De Hoop" werden opgenomen; twee konden
na hersteld te zyn, woier naar hun schepen}
terugkeoron. Op dit oogenblik bovindon zich
nog vier zieken aan boord van „De Hoop",}
onder wie een Duitscber uit Vogesack, van,
den Duitscben logger „Lesum No. 10", schipper.
Fr. Kreft. Met uitzondering van oen ernstig
zieke, die reeds ongevoor een maand aan boord
van liet hospitaal-kerkschip is, kunnon allen
oerstdsags woder naar bun schepen terug,
keeren. ,Do Hoop" is Woensdag-middag weer>
naar zee gegaan om de vloot) 6»» nogal ver
spreid ia, op te zoeken, (tiWAj