12691
Woensdag ÏO Juli.
A«. 1901.
feze <jCourant wordt dagelijks, met uitzondering
van (Zon- en feestdagen, uitgegeven.
(Dit nornmcr bestaat uit TWEE
Bladen.
Leiden, 10 Juli.
j^euiileton.
Do Gevangene der „Fortuua".
LEIDSCH
DAGBLAD
PRIJS DEZER COURANT i
■'/'Voor Leidon por 8 maandenI I J 1 t
fBulton Leidon. por loopor en waar agonton govostigd i(jn 1.80
1.6B.
PRIJS DER ADVERTENTIÊN:
Van 1—8 regela f 1.05. Iedere regel meer f 0.17J. Grootere
lettere naar plaatsruimte. Voor het incasseeron buiten do stad
wordt f 0.05 berekend.
Eerste Blad.
Hed.-Zuidafrikaansclie ïereeniging.
Aftiteling Leiden en Omtlreken.
i
Cr.trangen bi) den Penningmeester, Zoeter-
woudiche Singel 11;
Van het zilveren feest van C. P. (op
StaalwUk)f 1.72»
Overschot van een cadeau van eenlge
(leerlingen der H. B.-8. voor Melejes ,0.86
Bedragen kunnen worden toegezonden aan
den Penningmeester of aan het Bureel van dit
(Blad.
By Koninklijk besluit ia benoemd tot ridder
In de orde van den Nederlanschon Leeuw dr.
J. C. J. Bierens de Haan te Leiden, lid van
I de Nederlandsche Roode-Kruis-ambulance.
Toegekend: de eere-medallle der orde van
Oranje Nassau, In zilver, met de gekruiste
zwaarden, aan den ziekenverpleger Jonkheer
tj. Bowier.
Hedonnamiddag te twee uren aanvaardde
dr. J. A. Korteweg het hoogleeraarsambt aan
de universiteit alhier mot het houden eener
rede in de groote gehoorzaal der academie over
i „Het goed geluk van den heelkundige".
Spreker begon met er op te wijzen, dat
meer dan eenige andere natuurwetenschap de
geneeskunde aan hot euvel lijdt, dat h&ar
igegevens door uitwendige waarneming ver-
kregen worden, omdat hier in dubbele mate
geldt, dat elke waarneming onvolledig en
I gebrekkig is. By andero wetenschappen moge
[men de waarneming kunnen herhalen, by do
wetenschap der geneeskunde moet men
dikwijls met snelheid trachten te zien wat
gegeven wordt. De bewijskracht van zulk een
waarneming moet gebrekkig heeten, vgl. byv.
met de zekerheid, eerst na eeuwen en na
strijd verkregen, toen Copernicus durfde uit
sproken, dat de zon stilstaat en de aarde
beweegt, terwijl de waarneming zoo vaak met
de meesto nauwgezetheid kon worden her
haald. HU zet nader uiteen, hoe elke kennis
door ervaring verkregen, in zich bezit bronnen
•van dwaling, die niet gemakkeiyk worden
ontgaan, en dat dit nergens zoo waar is als
op het gebied der geneeskunde. De „slag
lom den arm", dien wU, genees- en nogmeor
,wy heelkundigen, zegt hU, haast nimmer
gehool loslaten, is dan ook by den leek terecht
bekend en berucht.
By al die onzekerheid behoeft de heelkundige
;meer dan iemand anders, vastheid van over
tuiging; te meer waar l»y weet, dat zyn
handeling over leven of dood kan beslissen.
Het gaat hem als den scheepskapitein, den
jveldheer, den koopman, by allen moet het
geluk hon dienen.
Spr. wil daarom de voorwaarden bespreken,
waaronder het geluk don heelkundige wil
dienen.
HU wyst op anekdoten, byv. Napoleon I
en Frederik den Grooten, die wyzen op een
groote zorgvuldigheid en voorbereiding en op
een nooit rustende waakzaamheid. Zoo is
ook voor den chirurg de zorgvuldige voorbe
reiding van zyn instrumenton en oon juiste
ikennis van den toestand, waarin die verkoeren,
,'een noodzakeiyke voorwaarde tot geluk. "Wie
te veel aan anderen toevertrouwt, wordt
slordig en ondervindt daarvan de onvermyde-
lyks gevolgen, byv. een klein pincet, dat een
groot bloedvat verzekert, springt los: een
aanzieniyk bloedverlies, een hinderiyke ver
warring en een langdurige vertraging zyn
ergere gebeurtenissen daargelaten de nood
zakeiyke gevolgen. De gelukkige chirurg
zal In dezen alle waarschuwingen ter harte
nemen en er gebruik van maken. Zoo worden
ongelukken voorkomen en het geluk in ds
hand gewerkt. Maar hot nuttige effect van
zulk een gewoonte gaat nog. veel verder.
Veel moet worden overgelaten aan alle
hulppersoneel, maar gemeenschappeiyke zorg
voor onderhoud van materiaaf Is slechts een
klein onderdeel der samenwerking. Daarby
komt nog, dat by operaties geen lange rede
neeringen passen, maar allen elkander door
een kort gebaar mooton begrypsnniet alleen
geldt dat voor operaties, waarbU het er om
spant, maar ook voor meer eenvoudige, die
plotseling geheel van karakter kunnen ver
anderen. Vertrouwen op eikander geeft rust
en kalmte en voorkomt tegenspoed.
Daarby moet gevoegd worden met de
localiteit, waarin alles in orde moet zyn, alles
één met don operateur, waardoor menig
dreigend gevaar wordt afgewend en het
groote geheim van gelukkig te
zyn is, dat men ongelukken weet
te voorkomen.
Of men dan niet het zekerst ongelukken
kan voorkomen, met niet te opereeren? Een
antwoord is op die vraag Yry wel overbodig.
Er is te waarschuwen voor noodelooze
operaties; vooral de zoogenaamde „opórations
de complaisance" komen hierby In beschouwing.
Bekend is hot verhaal van den jongeling,
«f»> emeekto zyn volkomon gezond been te
ampuceeren, omdat zyn aangebedene ook met
slechts óón been, zich zyner onwaardig achtte.
In dezen wachte men zich voor roekeloos
heid en vermenigvuldigd zyn voorzorgen.
Spr. komt daarna op wat hU den verken-
ningadienst zou willen noemen. Evenals do
veldheer moet ook de chirurg vyand en terrein,
ziekte on patient op ruime schaal verkennen.
De spr. heldert dit op mot een voorval uit
den Boerenoorlog toen op 17 Apiii 1900 100
Boeren met do bewaking van 3 kanonnen
belast waren, waarby een der Boeren een
scherf in de rechterlong kreeg, die zoo mogo-
ïyk moest verwydord worden. Een operatio
stond vast. Vóór alles moest de zetelplaats
van de scherf zoo nauwkeurig mogeiyk be
paald wordeneen magnetische naald leverde
te groote moeiiykhedon, met beter gevolg
werden X-stralen aangewend. Na een drietal
weken van wikken en wegen toog spr. aan
den arbeid; beschryft hij verder de operatie,
waarby hy doet uitkomen, hoe allea op ver
kenning aankomt. Daarna wordt de operatie
verricht met goed gevolg, do scherf wordt
met een tang beetgepakt en zonder veel
moeite of tegenspoed verwyderd. De geheele
holte meet thans 11 cM. diepto. Nog tweo
stukjes kleeren volgden onmiddeliyk, een derde
eenige dagen later.
Tweo maanden na de eerste operatie kon
de patiünt goheel genezen ontslagen worden.
Voor een deel was het geluk, maar gegoven
de rapporten van den verkenningsdionst en
gegoven de groote waarschyniykheid der daar
aan vastgeknoopte gevolgtrekkingen, was er
goede kans van slagen.
Als men nu maar nimmer dwaalde door
kortzichtigheid, of door vooroordeel of een-
zydigheld werd misleid; menige bladzydo uit
de geschiedenis der nieuwe heelkunde leert
hoe moeiiyk het is zich voor zulk zelfbedrog
te vry waren.
"Wanneer do bakens der wetenschap worden
verzet, nieuwe wegen worden geopend, is
nieuwe verkenning plicht, waarby overleg te
pas komt.
Hier dreigt noodlottige eerzucht om hot
eerst en alleen een groote vondst te doen.
Toen voor een twintigtal jaren het chirur
gisch kunnen zulk ^een groote uitbreiding
onderging, dank zy de antiseptische wond-
behandeling, werd ook de chirurgische be
handeling der longtuberculo8e aan de orde
gesteld. Jonge Duitsche chirurgen maakten
elkander het hoofd warm over de mogeiykheid
der uitsnyding dezer ziekte. Er werd getwist
over de prioriteit der gedachte. Proeven werden
genomen op dieren met goed gevolg. Wie
zou een menscheiyken t^ring-yder bet eerst
met goed gevolg opereeren en de uitvoerbaar
heid der gedachte aantoonen? Daar verspreidt
zich hot gerucht eener mislukte poging by
eon patiönte, die een uur na de operatie
overleed. De longtoppen waren niet tuberculeus
ook by de obductie werd geen tuberculose
gevonden. Dit was den operateur te veel
Danzig was in droeven rouwl
Wat is er een zelfbeheersching noodig om
do juiste maat te houden.
In FrankrUk verliep de chirurgische genezing
der longtuberculose meer geregeld. In 1891
verwyderdo Tnffier een zieken longtop met
zoo goed gevolg, dat na vyf jaren de patiönt
nog volkomen gezond is. Toch twyfeldo Tuffler
aan zyn verkenningsdionst, zoodat hy weigert
om zieke longtoppen te verwyderen, omdat
hy de gevaren, aan de operatie verbonden, te
groot acht, in verhouding tot de zoo uiterst
moeiiyke en steeds hoogst twyfelachtige aan-
wyzing. Er zyn dus nog andere bronnen,
waaruit kennis en daarmede tevens over
tuiging geput moet worden. De meeste vyanden
zyn oude bekenden, die w^J door persooniyke
ervaring en ondervinding van anderen leeron
kenuen, en tegenover wie wU geleerd hebben
hoe te handelen dan wel of wy beter doen
ben door kleine schermutselingen en voort-
duronde achtervolging uit te putten.
Die kennis helpt ons de waarde van den
verkenningsdienst te schatten en beter den
ernst van den vyandeiyken aanval en de
plaats van het grootste gevaar te vermoeden.
Die geldt vooral voor den mlcroscopischen
vijand als voor de machine, die zoo ongeiyk
het lichaam aanvallen. Spreker zet dit nader
uiteen in voorbeelden. Behalve goede instru
menten, volleerde assistenten, volledig onder
zoek, degoiyke kennis der ziekte en juiste
waardeering dor uitwendige omstandigheden,
die voor den gelukkigen operateur.on
misbaar zyn, komt daar nog by collegiaal
overleg, dat hoe nuttig ook, soms tot proef-
operaties kan leidon, niet zonder govaar. Ook
hier ia kennis een groote macht, die In staat
stelt om op het juiste spoor te brengen en
den vyand in eens voorgoed te vernietigen.
Toch blyft de overval vaak een verkennings
tocht en dient het geluk alleen hem, die aan
kennis kalm overleg paart. By twyfel moet
de beslissing soms in korte oogenblikken
worden genomen.
Na nog een en ander over het karakter
van den heelkundige tegenover zyn patiönten
gezegd te hebben eindigt spr. met toespraken
tot H.H. Curatoren, Professoren, onder wie
hy zyn oude leermeesters Zaayer en Rosen-
stein in het byzonder gedenkt, alsmede zyn
Amsterdamsche collega's, tot de studenten,
aan wie hy zegt dat alleen hem, die zich met
lust en met U'ver aan zyn roeping wydt,
voorspoed in zyn streven wacht, en eindeiyk
tot de studenten in de geneeskunde, wien hy
hun betreurden leermeester Yan Itorson
herinnert, wiens opvolger hy zyn zal, terwyi
hy hoopt dat lust tot arbeid, nauwgozette
plichtsbetrachting en onafgebroken zeifcriiiek
hem, ook te hunnen opzichte, geluk zullen
brengen.
De heer H. Fillppo W.Fzn., van Leiden,
is geslaagd voor het examen in de handels
wetenschap vanwege den „Nat. Bond van
Handels- en Kantoorbedienden in Nederland"
te Arasterdam, hy is een leerling van den heer
A. H. van den Oever.
Te Batavia is volgens mededeellng den
7den Juli overleden mr. L. Serrurier, leeraar
in de geschiedenis en de land- en volkenkunde
aan de afdeellng B van hot gymnasium
Willem Hl.
Do overledone had byzondere bekendheid
In d: wetenschappelyke wereld door zyn
studiën van het Japansch en Japansche kunst.
Vroeger directeur vk2 'e Ryks Ethnographisch
Museum, te Leiden, legde hy na de bekende
verwikkelingen omtrent de ook uoor hem
voorgestelde, maar niet verwezenlykte uit
breiding en verbouwing van het Museum
zyn betrekking neder (men herinnert zich
zyn brochure .Museum of Pakhuis") en
vertrok naar Batavia, waar hy loeraar was
sedert 28 October 1896.
Dr. Serrurier was ook secretaris, tevens
conservator van het ethnographisch museum
van het Bataviaasch Genootschap van Kuusten
en Wetenschappen. Nv. d. I).)
By Koninkiyk besluit is toestemming
verleend aan den lieer J. W. van der Loe,
burgemeester van Aarlanderveen, om tot 1
Juli 1902 te Alfen te wonen.
In een der voor deze gelegenheid fraai
versierde zalen van hot zusterhuis van het
„Roode Kruis", te 's-Gravenhage, werd heden
oon buitengewone vergadering gehouden van
het hoofdcomitó van het „Roode Kruis" mot
het doel om aan verschillende leden der
ambulances, die laDger of korter tyd in Zuid-
Afrika werkzaam waren, de hun door H. M.
de Koningin toegekende onderscheidingen uit
te reiken. Het Haagsche Vrouwencomiló, het
bestuur van het mannencomitó, en vertegen
woordigers van onderscheidene plaatseiyko
comité's van het „Roode Kruis" behoorden tot
de genoodigden.
De Voorzitter van hot hoofdcomitó, K. J.
G. baron van Hardenbrook van Bergambacht,
opende de byeenkomst mot een toespraak,
waarin hy woes op de machtige, allen weg-
sleepende geestdrift, die gowokt was door den
in October 1899 begonnen stryd in Zuid-
Afrika, waarin de ons stamverwante volken
de wapenen opvatten voor het behoud van
hun onafhankeiyk volksbestaan.
Het hoofdcomitó van het „Roode Kruis"
aanvaardde met volle verantwoordeiykheid ook
zynerzyds het daadworkeiyk optreden in den
uitgebroken oorlog, overeenkomstig de voor
schriften der Vereeniging.
Hoe gaarne had het gezien, dat de „Roode-
Krula"-banier, vastgesnoerd aan onze driekleur
daarginds, te midden van de strydende volken
had mogen biyven wapperen. Dit mocht niet,
en aan de rechtbank der humanltoit blyft het
oordeel over hen, die aan het Nederl. „Roode
Kruis" die droeve orvaring hebben bereid.
Met levendige trekken schetste do spreker,
hoe de hier aanwezige vrouwen en mannen
lange tyden van lyden en redding, van ont
bering en zelfverloochening, ook van doods
verachting hebben doorleefd, on in gedachten
toefde hU met de vergaderden in het verre
oosten, in Ceylon, waar vyf der kameraden
in krygsgevangenschap moeten boeten voor
het misbruik maken van hun goede trouw en
van hun openlUk aangeboden hulpvaardigheid
Het symbool dor monschenliefde op het
slagveld, is voor hen geworden een kruis en
bitter leed.
En daarna een biyder toon aanslaande, op
de lichlzyden wyzende van het „Roode-Kruis".
werk in dezen noodlottigen, langdurigen stryd,
bracht de spreker warmen dank aan onze
Koninginnen, aan het Nederlandsche Volk er
aan de Regeering voor den machügon steun,
aan het Nederlandsche „Roode Kruis" ge
schonken. Meer in het byzonder bracht spr,
hulde aan H. M. de Koningin Moedor, do Hooge
Beschermvrouw van het Haagscne Vrouwen
comiló. Trouw en met onverflauwde deel
neming is onze geëerbiedigde Vorstin het liet
on leed biyven volgen van aller zwerftochten
in Zuid-Afrika.
Hlorby sloot zich aan de warme dankbe
tuiging van den spreker aan allen, die ondeL
het „Roode Kruis" voor korter of langer tyd
in Zuid-Afrika hebben gediend, en met onver
üóök! -£pnoegen deeido hy het resultaat mede
van de overwegingen, detor -het Hoofdcomitó
in den Raad van H. M. do Konmgfcfgèl>F£Sht^
omtrent de toekenning van onderscheidingen
aan doctoren en verplegingspersoneel, die zich
door het belangryke of het langdurige hunner
diensten, of door beide buitengewoon vér-
diensteiyk hebben gemaakt jegens onze natio
nale instelling het Nederlandsche „Rood®
Kruis", de schepping van wyien Z. M. Koning
Willem III.
Daarna werd door den secretaris van iiet
Hoofdcomitó, don heer W. J. Vervloot, voor
lezing gedaan van het Koninkiyk Besluit,
waarby de onderscheidingen worden verleend.
Baron Van Hardenbroek sloot ten slotte do
vergadering met een „leve ons Vorstenhuis",
en met harteiyke gelukwenschon aan de ge-
decoreorden, die vervolgens de versierselen uit
zyn handen in ontvangst namen.
De toespraak werd herhaaldelyk toogejuicht.
Na deze plechtigheid werd den aanwezigen
de eerewyn aangeboden.
In den zomer van 1899 richtten do
Raden der gomeenten Nieuwer-Amste), Ouder-
Amatel, Uithoorn, Mydreoht, Leimuiden, Nieuw-
Yeen, Ter-Aar en Aarlanderveen een gemeen-
8chappelyk adres aan den minister van water
staat om te bevorderen, dat do 23 Juni 11
aan het heemraadschap van den Amstel en
Nieuwer-Amstel verleende concessie tot tol
heffing niet weder worde veiiongd.
lil voorloopige beschikking daarop gaven
Ged. Staten van Noord-Liolland, namens den
minister te kennen, dat by hot expireeren van
dien termyn, het verzoek in nadere overwe
ging zou worden genomen. Tiians heeft dat
college, weder namens den minister, bericht,
dat, met het oog op do aanhangige plannen
tot gewyzlgde regeling der aangelegenheden
van hot heemraadschap, vooralsnog niet raad
zaam werd geooideeld in de bestaande tol
heffing, welku in de gegeven omstandigheden
tot 1 Januari 1903 is verlengd, wyzigm^ te
brengen.
Door God. Staten van Noord-Hoiland is
benoemd tot adjunct-commies 1ste klaan do
provinciale griffie, mr. A. F. de Blócourt, adjunct-
gemoente-archivaiis te Rotterdam. HG.)
De heer P. W. Janssen, van Amsterdam,
directeur der Deli-Maatschappy en bekend plu-
lantroop, vierde gisteren op zyn buitengoed
te Baarn zyn 80sten verjaardag. Onder do
talryke bowyzen van belangstelling, die hem
van heinde en ver toestroomden, was wel liet
aardigfcti een telegram van gilikwensch van
Z. M. den Keizer van Duitechland.
w -
„Ja, Ja, gy, mijn goodo, llovejongen! Zoek,
•vind haar en breng haar by my. Uit haar
eigen mond wil ik hooren, hoe en waarom
iwy gescheiden werden. Zoo myn vader in dat
'eeno gezegde valsch sprak, kan hy het ook
'in andere dingen do/*- en ik wil waarheid,
ik wil weten
„Still" gebood Filip>. toen op dit
'oogenblik do wachthebbende stuurman uit
jZyn slaaphoekje, dat golukkigorwyze ver ge-
,noog weg was, om van daar eonig gesproken
woord te kunnen opvangen, voor den dag
'kwam en op geeuwenden toon riep: „Wacht
jVooruitl"
„Alles wèll" klonk het niet minder slaap
dronken terug.
Felice had zich snel on zonder eenig ge
druisch van Filippo's zydo verwyderd en haar
wandeling op het dok voortgezet, hetgeen den
stuurman natuurlyk niet opviel. Hy kwam
naar achteren en plaatste zich naast het
kompashuisje. Tot zyn geluk had Filippo,
ondanks do hem zoo diep treffende samen-
sprak mot hetgeen er op volgdo, koers go-
houden, on zoo vond do zeer strenge officier
'niets aan te merken. Hy keerde naar zyn
,Blaaphoekje terug. Inmiddels had Felice het
dek verlaten.
Geen van beiden had gemerkt, dat van het
bovenlicht der kajuit een raam, hetwelk dicht
vóór het kompashuisje lag, opengeslagen was,
in zoo'n warren, stillen nacht niets zeldzaams.
Onder dot b. «ich de kajuits
tafel, en wie daarop stond, stak met het hoofd
door de opening, liy kon dus niet alleen zien,
wat hier gebourde, doch ook elk, zelfs ge
fluisterd woord vernemen.
En daar stond werkeiyk iemand de kapitein.
Zyn gelaat was bleek, van woede verwrongen,
maar geen beweging, geen geluid stoorde do
beide jongelieden daarbeneden. Hy zag en
luisterde.
Toen daarop Filippo still" gebood, en Felice
zich van hem verwyderdo, verdween hy, schier
zonder eenig gedruisch te maken, van zyn
luisterpost.
Folice schoof zacht de op rolletjes loopendo
deur dicht, die haar hut met do groote kajuit
verbond, en begaf zich ter ruste. In een zalige
stemming sloot zy do oogon tot een vasten,
vreedzamen slaap, na langen, langen tyd voor
het eerst. Zy had in dezen nacht immers het
geluk gevonden, een trouw hart en het uit
zicht op een wederzion harer boven alles ge
liefde moeder, wier onzeker lot haar mot be
stendige onrust vervuld had.
Wel Is waar vonden nu Filippo en Felice
door eon samenloop van toevallige omstandig
heden goon gelegenheid meer, elkander alleen
to ontmoeten, maar zy hadden immers het
zaligo bewustzyn, dat niets hen nu meer
schei Jen kon, en Hongkong was nog veri
Na een reis van verscheidene weken was
men by de Pamnotu of Lage Eilanden aan
gekomen, die nu in noordwestelyke richting
doorvaren en van welke er eenige bezocht
werden om trepang in te nemen.
Kapitein Longford gaf door woord noch
blik te konnen, wat hy in dien nacht had
afgeluistord en met welke gevoelens het ge-
Een soort van gedroogde straaldieren, een
lekkerng voer Chineeoea «e Japannors,
hoorde hem vervuld had. Hy wist zich steeds
volkomen te beheerschen, en zelden drong
by liem iets naar do oppervlakte, wat het
diepste zyner ziel in beroering bracht. Zyn
haat keerde zich natuurlyk slechts tegen
Filippo, die zyn vertrouwen misbruikt en
rechtstroeks tegen zyn bevelen gehandeld had.
Hy achtte zyn dochter minder schuldig en
zag in don jongen zeeman den avonturier en
verleider. Felice was hem in het net gevlogen.
Nu, er was nog niets verloren, en Hongkong.,
was nog ver. Zoo troostten beide partyen
zich, hoewel op verschillendo wyzo, met den
afstand, die hen nog van deze Engelsche be
zitting op China's oostkust scheidde.
Op zekeren dag kreeg men tegen den avond
een oiland in 't zicht, welks hoogten met
dichte bosschen begroeid waren. De kapitein
voegde zich by Filippo, die juist aan het
stuurrad stond, en sprak: „Nu, Filippo, daar
hebt ge nu oen gelegenheid, om je te onder
scheiden, en mil een groote winst te helpen
behalen, waarvan ge ook uw deel zult krygen,
in de onderstelling altyd, dat de moed, waarop
ge u tegenover my en myn dochter zoo vaak
beroemd hebt, niet enkel pochery geweest is."
Filippo hoorde op. Wat had hem meer ge-
wenscht kunnen voorkomen, dan kapitein
Longfords vertrouwen te winnen en een werk
zaam deel in zyn ondernemingen te krijgen?
„Zoo gy my beter kendet, signor capitano,"
antwoordde hy, „zoudt gy niet aan myn moed
twyfelen. Ik wensch niets vuriger dan een
gelegenheid te hebben u daarvan een bewys
te geven, en als er voordeel voor u en voor
my te behalen Is, des te beter. Wat is dat
voor een eiland, en hoe kan ik u hier van
dienst zyn?"
Kapitein Longford knikte tevreden.
vEon antwoord, dat my bevalt, en, om de
waarheid te zeggen, ik verwachtte geen ander.
Dat eiland is een van de duizenden naamloozo
eilanden van Oceanió. Het ligt ver bozyden
do gewone scheepvaartwegen en is daarom
misschien nog volkomen onbekend. Op myn
zeekaarten wordt het niet aangegeven. Ik
ken het, omdat ik eenmaal door tegenwind
daarheen gedreven werd, en het prikkelde
myn lust om het te onderzoeken niet minder
dan myn begooriykhoid. Want gy moot weten,
dat die dichte wouden geheel en al uit sandel
hout bestaan, de kostbaarste van alle hout
soorten, dat, ten gevolge van vroegere ver
woestingen door buitlustige gelukzoekers, op
dezo breedte weinig meer wordt aangetroffen
en in Indiö tegenwoordig kunstmatig wordt
aangekweekt. Deze wouden beteekenon dus
een onmetoiyke schat, en het is daarom
wel oen koen waagstuk waard, dien te bezitten.
Destyds gelukte het my, helaas I niet, mot
de bewoners tot overeenstemming te geraken
en een handelsverdrag te sluiton. De arglistige
schelmen meenden my myn schip en lading
to kunnen ontnemen. Zy beproefden zulks
door een nachteiyken overval aan boord. Tot
myn geluk had ik zoo iets vermood en alle
toebereidselen voor een zoodanig geval ge
troffen. Wy sloegen hen af. Hoevelen daarby
zyn omgekomen, weet ik niet, evenmin, hoe
sterk de manneiyke weerbare bevolking van
het eiland is. Dat is het, wat ik in de eerste
plaats zou willen weten, dan kan men zyn
maatregelen daarnaar nemen. Zyn wy hun de
baas, dan kunnen wy hen tot een verdrag
noodzaken, dat ons beiden groote voordeelen
zou brengen, want ik zal natuurlijk uw moed
weten te beloonen."
Filippo wierp een blik over den voorsteven
van het schip heen, naar het nog slechts door
den verrekyker herkenbaro eiland. Hy ovw-
woog alle voordeelen, die Yoor hem uit tei
samenwerking met den kapitein en oon ge
lukkigen afloop der onderneming moesten
voortvloeien. In menig gevaarlijk avontuur
tor zee had hy zyn moed getoond, on dit r;iet
geheim gehouden. Nu kwam het er op aan,
een eerste bewys by te brengen, dat die
avonturen niet enkel praatjes, doch waro ge
beurtenissen geweest waren. Hy kon niet goed
neen zeggen, zonder zich aan de verdenking
van lafheid en grootspraak bloot to stellon.
Ook was het voorstel van den kapitein zeer
eervol voor hem, een onderscheiding, die lot
de schoonste verwachtingen, ook in zyn liefdos-
aangelegenhoid, gerechtigde.
„Als ik goed versta," antwoordde hy daarom
na eonig dralen, „is hot uw bedoeling, dat ik
spionnendienst zal doen, d. w. z. ondor be
schutting van den nacht naar het eiJand roei,
om iets naders over de sterkte en de bewa
pening der eilandbewoners uit te vorscben."
„Ge zyt een heldere kopl" riep Longford
lachend. „Zoo is het. Overigens heeft do zaak
geen groot gevaar voor u. Vóór don nacht
zullen wy wel niet by het eiland aankomen
en de wildon zullen geen vermoeden hebben,
dat er een schip in de nabyheid is. Om ona
niet door eenig gedruisch te verraden, zullen
wy slechts de zeilen reven, doch geen ankers
uitwerpen en ook geon lichten aansteken. Ia
uw zending afgeloopen en zyt gy woer op het
water, laat dan een vuurpyi op, waarvan gU
er eenige kunt meenemen, en doe dat ook,
wanneer gy in nood geraakt. WjJ zullen dan
van onzen kant ook vuurpijlen oplaten, zoodat
gy don weg naar het schip gemakkoiykkunt
terugvinden. Zoodra wy hooren sclneton, zyn
wy te water en snellen u te hulp.
(IVordl vortolgdj