No. 12682LEIDSCH DAGBLAD, ZATERDAG 29 JUNI* TWEEDE BLAD. Anno 190:
PERSOVERZICHT.
Feuilleton.
Vorst ea Werkmaa.
HlilMI IIBl ||M t r
Uet Nederlandsche Dagblad zegt onder het
hoofd Paarden:
Het is thans eindelek zoo ver gokomen,
dat ook in Nederland oponljjk paaiden voor
het iSngelsche leger worden aangekocht. En
wat liet- ergste is, niemand schynt zich daar
druk over te maken. Eerst is het oogluikend
toegelaten, dat het Engelsche leger levens-
middeleL uit Nederland kroeg, en nu ook
paarden. Toen in 1859 de oorlog was uitge
broken tü3schen Oostenrijk en Frankrijk, werd
de uitvoer van paarden onmiddellijk by de
wet verboden. Die wet óverwoog, dat het
belang van don Staat kon vorderen, dat do
uit- en doorvoer van paarden tydeiyk werd
verboden, artikel 1 gaf den Koning daartoo
machtiging $n artikel 2 bepaalde, dat die wet
slechts tot 1 Mei 1860 van kracht zou zijn.
'Waarom geschiedt nu niet iets dergelijks?
En als de Rogeering niet den moed hoeft
sulk een wet voor te stellen, is er dan geen
'Kamerlid, die het initiatief wil nomen? Wij
gelooven in de toekomst van het Afrikaander
ras in Zuid-Afrika en wenschon daarom, dat
alles vermeden zal worden, wat in latere jaren
de goede verstandhouding tusschen Nederlan
ders en Afrikaanders zou kunnen bederven.
Is het niet roeds erg genoeg, dat Nederland
nog steeds gebukt gaat onder de beschuldi-
'ging, dat het de Kaap heeft verkocht? Het
.tegendeel is te bewijzen, maar niet zuiveren
kan Nederland zich van de beschuldiging, dat
■het in bange en kritieke oogenblikken de
lonzijdigheid geschonden en de doodvijanden
'der Boeren zooveel mogelijk geholpen heeft.
Wy willen aannemen, dat die paarden toch
voor oorlogsgebruik niets waard zijndat zij
Engeland met do vervoerkosten ongeveer
ƒ1200 per stuk zullen kosten en toch goen
diensten zullen kunnen doen, maar dat alles
.maakt het feit niet goed, dat Nederland ter
'wille van een kleine winst de Engelschen
helpt.
De staatkunde, die nu wordt gevolgd, is
niet waardig en niet nationaal, zy verraadt
gemis aan karakter en gemis aan moed. Uit
vrees voor onmiddeliyk dreigende, maar eigen-
lyk slechts denkbeeldige gevaren, offert zy
de toekomst des lands op. Paarden zyn
oorlogscontrabando en handel in contrabande
mag door geen neutralen staat worden toe
gestaan.
Afgescheiden dus van elk belang, zou de
quaestio van het recht alleen reeds een grond
kunnen en moeten zyn om paarden-uitvoer te
verbieden. Het volkenrecht moet niet alleen
tegenover machtige, maar bovenal tegenover
zwakke staten worden nageleefd.
Het recht is de eenige bescherming van
hem, die do macht mist. Juist kleine staten
als Nederland hebben er het grootste belang
by, dat kleine en groote staten, wat het
volkenrecht betreft, geiyk worden gesteld.
Hebben groote staten het in hun macht dat
- recht naar hun belang te plooien en naar
gelieven buiten werking te doen stellen, dan
is het feitelijk afgeschaft. Nederland zal een
maal behandeld worden, zooals het zelf de
'Boeren behandeld heeft, en dan zullen anderen
zich boroepen op het antecedent, door Neder-
land zelf geschapen.
In No. 4 zyner Chronica (Tweede Reeks)
bespreekt dr. Schaepman den eersten uitslag
der verkiezingen voor de Provin
ciale Staten en de Tweede Kamer,
die hy „een verrassing" noemt. By hot be
spreken der oorzaken van deze uitkomst zegt
hy o. m.
„Het is niet onmogeiyk, dat het optreden
dor verschillende liberale fractiên en met
name der vryzinnig democratische party, het
vertrouwen in de óéne liberale party, in de
linkerzyde, voor zoover dat vertrouwen nog
bestond, zeer heeft geschokt. Er is altyd, ook
onder het kiezersvolk, wat men noemt een
vlottende massa. Die vlottende massa pleegt
menigmaal de meerderheid te makon. Nu is
het niet onmogelijk, dat deze zoom van kiezers
'by het geharrewar in de liberale party het
vertrouwen in die party heeft verloren. De
laatste vier jaren hebben meer dan voldingend
bewezen, dat deze liberale party geen
working majority, geen rogeeringsparty
kon vormen.
Men zal hierby de -opmerking maken, dat
doze vlottende massa haar vertrouwen dan al
zeer slecht heeft geplaatst. Immers, de rechter-
8)
Een handbeweging gaf den Jongen man het
jeekon zich te vorwyderen, en Niels haastte
Zich aan dien wenk gevolg te geven: het
was hem te moede, alsof de arbeid, gopaard
aan de innerlyke opgewondenheid, hem de
koel toedrukte, alsof een booze droom zyn
zinnen omvangen hield.
Slechts weinige schreden was de jonge
goudsmid van de bank verwyderd, die getuige
.geweest was van zyn diepe neerslachtigheid,
maar ook van hot door den vreemdeling in
;'t verschiet gestelde gelukkige vooruitzicht,
toen weer een nieuwe persoonlgkheid den
machtigen gebieder van het Russische ryk
«aderde. Het was een klein, droog mannetje,
met een mager, taanklourig gezicht en listige,
gryzo oogjes, die achter een bril schuil gingen
;Let met oen gepoederde pruik getooide hoofd
.was met eon driekant hoedje bedekt. Ofschoon
de pas aangekomene reeds lang vyf kruisjes
achter den rug kon hebben, spreidde hy in
houding en kleedy een jeugdigheid ten toon,
die nog minder geschikt was voor z(Jn persoon
iin te nemen dan dit reeds by de uitoriyke
«verschyning het geval was. En toch was dit
imannetje een zeer geleerde en bereisde heer,
(met de zeden en talen van vreemde landen
vertrouwd, een man, die den Russischen mo
narch op zyn tochten door half Europa als gids
.vergezelde en den yverig onderzoekenden vorst
jalle wetenswaardigheden verklaarde. Tor wille
van deze goede eigenschappon zag de Tsaar by
<lea staatsraad _Batiesky veel zwakheden ovor
«yde..,. En dan vertoonen onze groote
liberale bladen het jammeriyk beeld van de ver
deeldheden rechts. Zacht wat, myn vrienden I
De rechterzijde heeft sinds 1888 1891 wel
iets geleerd. Het is niet het oogenblik over
haar heden en haar toekomst reeds te ge
wagen, maar dit mag gezegd: zy heeft geen
reden om aan haar toekomst te twyfolen,
zoolang zy beoefent in haar midden: eens
gezindheid en verdraagzaamheid; naar buiten:
gematigdheid en werkzaamheid.
Als ik ooit, behalvo ter eigen waarschuwing,
donk aan den balk en den splinter, dan is
het, waar Ik de liberale pers hoor over de
verdeeldheid der rechterzyde."
Vervolgens maakt dr. Schaepman een paar
opmerkingen over verschynselen, die zich by
deze verkiezingen hebben voorgedaan.
„De eerste betreft het fiasco der Brons-
veldiaan8che Staatkunde.
Deze staatkunde is de oude staatkunde der
groote protestantsche party. Zy verheft hot
anti papisme tot een politiek stelsel en huldigt
het liberale conservatisme, wat door Groen
van Prinsterer niet ten onrechte revolutionair
werd gonoemd.
Onder beide opzichten was die staatkunde
ten achter by haar tyd.
Het is een openbaar feit, dat do revolutio
naire staatkunde onzer dagen niet gaat tegen
het Katholicisme alleen, maar tegen het
Christendom. Het beste en sprekendste bewys
levert de Pruisisch-Duitsche „Kulturkampf".
Iedere aanslag op do vryheid der Katholieke
Kerk valt op al de Christelyke Kerken terug.
De naam doet niets ter zake. Von Gerlach
en de zynen hebben dit ingeziende „Mitleidon-
6chaft" van alle Christenen by oen vervolging
tegen wie ook.
Ook het liberale conservatisme heeft zyn
tyd gehad. Het is niet noodig op dit punt
hier nader uit te weiden. Wie niet de oogen
sluiten wil, ziet het.
Hot is een gelukkig verechynsel nu de beste
leden der christeiyk historische party hebben
ingezien, dat de gezonde praktyk het opgeven
van deze dingen vorderde. Niet alsof lk meende,
dat doze mannen op hun wyze minder anti
papist waren geworden, waar het geldt do
zoogenaamde oppermacht van Romo tegen te
gaan. Maar zy hebben wel een ander oog ge
kregen op Rome. Zy hebben gezien, dat Romo
de liefde tot het Vaderland en tot het gomeene
recht allerminst uitroeit. Zy hebben de grooto
verdienste van niet verblind gebleven te zyn."
Hot tweede verschynsel is de houding der
katholieke kiezers.
„Over het geheel genomen hebben deze hun
trouw aan het voortdurend gesmade monster
verbond getoond. Waar zy meenden, dat het
nuttig en noodig was, hebben zy aan de
candidaten der Christelyke partyen steun en
hulp verleend. Waar zy op andere candidaten
overgingen, daar geschiedde dit, zooals te
Groningen en te Deventer, om redenen, die
men verklaren en waardeeren kon.
Maar over het geheel genomen, hielden zy
zich aan het monsterverbond.
Zy deden meer.
Ook waar.zy tegenover Ieder derstrydende
partyen de meerderheid vormden, gingen zy
om tactische en practisohe redenen onxniddol-
lyk op den anti revolutionairen candidaat Zy
volgden de vingerwyzing der ervaring: her
stemmingen brengen onwelkome verrassin
gen. Zoo te Doetinchom, zoo in nog hooger
mato en met nog meer edelmoedigheid te
EDkhuizen."
Hot derde punt is de houding der anti
revolutionaire kiezers.
„Voor het eerst hebben by deze verkiezing
de anti-revolutionaire kiesvereenigingen reeds
by eerste stemming zich met katholieke can
did aturen vereenigd of togen candidaten der
katholieke party geen anderen over gesteld.
Dit is op het gebied van het verkiezingsleven
een groote ledeiyke vooruitgang. Het is niet
zoozeer de vraag of dit op-zyde-zetten van
do oude praktyk: „by eerste stemming eigen
candidaten" reeds onmiddeliyk grooto uit
komsten heeft gehad; uitkomsten zyn er.
De nieuwe praktyk is op de jongste Depu-
taten-vergadering ingeleid door dr. Kuyper
met woorden, die men terecht historisch kan
heeten."
De laatste kantteekoning geldt de toeneming
van het aantal stemmen op de sociaal-demo
cratische candidaten, waarin dr. Schaepman
„een waarschuwing naar alle zyden" tiet.
het hoofd, die hy by geen ander uit zyn naaste
omgeving geduld zou hebben; voor de uit
gebreide kennis van zyn cicerone had Poter
den hoogsten lof veil, dooh hemzelvon hield
hy voor een halven gek, die hem meer dan
eens, vooral door zyn eigenwaan en zyn pogin-.
gen, om in de politiek een rol te spelen, aan
leiding tot onschuldige grappen gegevon had.
„Kom maar nadert" riep do Tsaar den
geleerde toe, „ik heb u reeds op de afge
sproken plaats gewacht, om onder uw leiding
de onlangs voltooide kerk van den Aller
heiligsten Verlosser te bezichtigen, maar gy
schynt by uw boeken uw meester weer ver
geten te hebben."
Het verwyt, dat een ander misschien had
doen blozen, kleurdo het gezicht van den
staatsraad geelachtig, als met naar 't hoofd
stygende gak „Uwe Keizeriyke Majesteit doet
uw gehoorzaamsten dienaar onrocht," ant
woordde hy terstond; „reeds sinds geruimen
tyd vertoefde ik in de nabyheld van deze my
aangeduide plek, doch dewyi ik Uwe Majesteit
zulk een druk, schynbaar zeer gewichtig ge
sprek zag voeren, wilde ik door myn tegen
woordigheid niet lastig vallen, vooral," voegde
de kleine man er boosaardig by, „daar de
vreemde heer my niet bekend was, en ik
niet weten kon, of het Incognito, waaronder
Ruslands verheven Tsaar ongedwongen de
wereld doorreist, soms opgeheven was; immers,
do persoon, met wien Uwe Majesteit sprak,
kon onder het eenvoudige gewaad wel eens
een gewichtige diplomatieke, misschien vorste-
ïyke persoonlykheid verbergen." f
De Tsaar lachte. „8paar uw pylen, Gregoro-
witchl" zeide hy„de gewichtige diplomatieke
of vorsteiyke persoonlykheid is niets meer
dan een eenvoudige Kopenhagensche goud-
smidsgezel, om wien ik aelfs myn incognito
Onder het opsohrift Wat one te waoh-
ten staat bevatte de Nieuwe Rotterdanwche
Courant een artikel, waarin de verschillende
programma's van de kerkeiyke partyen, wat
het ontlerwys betreft, worden nagegaan,
om daaruit de gevolgtrekking te maken, dat
die partyen het daarover wel eens zullen
worden. By de stembus van 1891 werd deze
eisch door de anti-revolutionairen gesteld:
„Voortgaande vrymaklng van het onderwys,
ook op middelbaar en hooger gebied, en op
dit laatste meer bepaaldeiyk door wyziging
van de wetsbepalingen, waarby de godgeleerde
faculteit en de bevoegdheden, uit de academi
sche graden voortvloeiende, geregeld zyn".
In het program van actie van 1897 werden
de elschen in zake ODderwys eenigszins meer
geaccentueerd. Voor het lager onderwys luidden
zy o. a.: verhooging van de Ryksuitkeoring
aan gemeentebesturen en schoolbesturen; rege
ling van Jaarwedden en pensioenen, en examen-
commisslön van overheidswege, „onderscheiden
naar de opvoedkundige beginselen, waarvan
de onderscheiden groepen van scholen uit
gaan". Voor de beide andere takken: wat het
middelbaar betreft, gelykstelling van de diplo
ma's der overhelde- en der vrye scholen, en
Ryksuitkeering aan de „vrye scholen" op voet
van die aan gemeentescholen; en wat het
hooger betreft, afschaffing van „het privilege,
toegekend aan do diploma's der overheids-
scholen, en Ryksuitkeering aan de vrye gym
nasia op den voet van die aan de gemeente
gymnasia.
Sedert heeft men gekregen het „Unie-rap
port", uitgaande van de vereeniging „Een
school met den Bybel", vastgesteld den 17don
April 1900 en waarvan de conclusion aldus
luiden
1. Op de lagere scholen worde, zoo mogelyk
door de commission, die voor het beheer der
scholen zyn of wordon aangosteld, van hen,
die niet tot do onvermogenden behooren, een
proportioneel schoolgeld geheven, naar by de
wet vast te stollen regelen.
2. De gemeenten worden niet langer belast
met de bekostiging van de lagere school.
8. Door het Ryk worde ten behoevo van de
lagere scholen aan de schoolcommissiön een
vaste bydrage uitgekeerd, te berekenen naar
rogelen, by do wet vast te stellen, naar zoo-
danigen maatstaf, dat do kosten van een ge
wone, eenvoudig ingerichte lagere school, voor
zoover deze niet uit de schoolgelden te vinden
zyn, worden gedekt, en rekonlng gehouden
wordt met uitbreiding van leerstof en ver
meerdering van het onderwyzend personeel,
4. De uitkeering van die bydrage worde,
evenals thans, verbonden aan voorwaarden,
die de inrichting van het onderwys vryiaten
en alleen strekken om de besteding dor Ryks-
gelden voor het beoogde doel te verzekeren.
5. Yoor zoover de ingezetenen niet zeiven in
hun onderwys voorzien, treden in hun plaats
de gemeentebesturen op, met dien verstande
echter, dat zy op tyd en wyze, by de wette
regelen, het beheer der scholen overdragen aan
plaatseiyke schoolcommissiön, te benoemen
door de ouders der schoolgaande kinderen.
Hiermede schynt de toovorformule gevonden
te zyn om alle wenschen en begeeriykheden
te bevredigen. Op het prog.am van urgentie
der anti-revolutionaire party, vastgesteld in
de deputatenvergaderlng van April 1.1., komt
dan ook als eerste eisch voor: „Voor zoover
de Grondwet toelaat, finale oplossing van het
onderwy8vraagstuk in den geest van het ge-
wyzigde Unie rapport". En inderdaad zal dat
dan ook wel een finale oplossing zyn; want
wat kan er méér to verlangen overbiyven?
De byzondere school regel, de openbare uit
zondering; de kosten van het kerkeiyk onder
wys geheel ten laste van de openbare kassen
gebracht; en de bemoeiing van de overheid
met het onderwys tot een minimum beperkt:
de stoutste elschen zouden niet verder kunnen
reiken, tonzy alle niot-kerkelyk onderwys ver
boden zou moeten worden.
De zaak heeft te meer beteekenis, omdat het
„Unie-rapport" ook het werk is van de frao-
tie-Lohman.
En hoe is het met de overige partyen van
het „Ohristeiyk volksdeol"?
De N. R. Ct. vermeldt het program der
katholieke Kamerleden van 20 October 1896,
aangevuld in Maart 1901, waaruit biykt, dat
wat hier verlangd wordt, niet geheel moge
kloppen met de begeerten der anti-revolutio
nairen ten opzichte van het hooger onderwys,
maar de stof voor een entente ook op dit ge
bied is er zeker. En wat lager, middelbaar
verbroken heb, ten einde den armen, eeriyken
schelm zoo mogeiy k gelukkig te helpen maken."
„Een handwerksmanI" De staatsraad krulde
met een minachtende uitdrukking de boven
lip. „Zeker", ging hy voort, „Uwe Majesteit
houdt er van, het volk in al zyn schakeeringon
gade te slaan, en schonk dergelyke gunst
vaker aan handwerkslieden dan aan dragers
van oud-adellyke Damen."
„Omdat een eerzaam handwerk my liever
is dan alle diplomatiel" riep Peter; „oen
flink handwerksman liever dan alle hovelingen,
al zyn zy ook met geleerdheid volgepropt,
wanneer hun de onbevooroordeelde blik, het
gevoel van menschenwaarde ontbreekt. Kunt
gy, Gregorowitch, volgens uw boeken een
brood bakken, dat u voedt, yzer smeden,
dat den hoef van uw paard beschermt, den
beker, die uw oog verheugt on u met zyn
inhoud laaft, kunstryk snyden? Scheld niet op
het handwerk, Gregorowitch 1" vervolgde hy,
zich al meer en meer opwindende, „gy weet,
dat ik dat niet kan uitstaan, vooral, daar ge
zoodoende uw Tsaar zolven beleedigt, die by
meer dan één handwerksman in de leer ging,
het laatst in Londen nog, om myn vrye uren
naar believen nuttig en onderhoudend tevens
te besteden; en meer dan eens heb ik met
werkstukken van myn hand genoegen ver
schaft."
„Wat zou ik er niet voor willen geven,
als ook my eenmaal zoo'n stuk ten deel viel,"
riep de hoveling op hoogdravenden toon;
„maar myn vooroordeel gold mindor het hand
werk dan den handwerksman, en ik bewonder
de grootmoedigheid van myn verheven meester,
die, na zelf ervaren te hebben, hoe weinig
men zulke heden zonder geweten en bescha
ving vertrouwen kan, zoo iemand andermaal
zyn gunsten schynt te bewjjzen."
en voorbereidend-hooger onderwys betreft, zal
het in het geheel niet moeiiyk vallen de belde
programma's met elkaar in overeenstemming
te brengen.
Ook uit de programma's van de ohristeiyk-
histori8chen valt af te leiden, dat by hen het
compromis op onderwijsgebied evenmin verzet
zal ontmoeten.
Daarna gaat de N. R. Ct. na, of er ook
gevaar bestaat, dat op het gebied der handels
politiek gebroken wordt met de beginselen,
waaraan Nederland een halve eeuw iang met
hand en tand heeft vastgehouden en waaraan
het voor oen goed deel te danken is, dat in
die halve eeuw de voornaamste bronnen van
volksbestaan zich belangryk hebben ontwik
keld, de volkswelvaart in niet geringe mate
is toegenomen.
Ook dat dit gevaar bestaat, laat zich uit
de programma's aantoonen.
Intusschen in sterkere mate uit die der ka
tholieken dan uit die dor anti revolutionairen,
welke laatsten voorzichtig sproken van „oor
deelkundige verhooging der invoerrechten",
maar het woord „bescherming" vermijden. De
N. R. Ct. ried echter aan, ook hier op zyn
qui vive te zyn en te zorgen, dat by de
herstemmingen de meerderheid niet nog grooter
zou worden.
„Hoe kleiner de meerderheid, des te geringer
ook het gevaar, dat de belangen van land en
volk, zooals wy die begrijpen, nadeel ïy'den".
Gemengd Nieuws.
Do 2 0-jarige J. Keur, te Zandvoort,
had zich gisteren voor de rechtbank te Haar
lem te verantwoorden wegens een opzettoiyk
en mot voorbedachten rade uitgevoerde poging
tot doodslag op Cornelia Driehuizen. Het
ernstig verwonde meisje, dat dadeiyk onder
geneeskundige behandeling werd gesteld, is
langzaam heratellende. De wonden zyn toege
bracht met een zeer scherp scheermes, waar
van do geneesheer een stukje uit het aange
zicht van het meisje heeft verwyderd.
De wondon waren echter niet van zoo
ernstigeu aard, dat, naar het oordeel van dezen
deskundige, de dood door verbloeding had
kunnen volgen.
Het meisje vertelt, dat ze met den beklaagde
een jaar lang verkeering had; den vorlgen
avond had ze hem afgeschreven, omdat zyn
moeder lets van haar gezegd had. Op den
bewusten avond was hy, volgens eigen ver
klaring beschonken, gekomen by de moeder
van het meisje. Toen zy thuis kwam, wilde
„Als ik door een by gestoken word, moet
ik dan dadeiyk den geheelen zwerm vernie
tigen?" vroeg de Tsaar scherp. „Kunt gy my
met al uw boekenwyaheid den stand opnoemen,
waarin trouw en geloof uitsluitend heerscht?
Hoe hooger, des te meer onvertrouwbaar.
't Is waar, voorzeker, in den knaap, dien
ik onlangs aan de oevers van den Theems
ontmoette en wiens voorkomen en manieren
my zoo goed aanstonden, kon ik geenszins
de trouweloosheid vermoeden, die hem tot een
verrader en dief maakte, toen ik hem meer
malen by my Doodlgde om my in zyn kunst
te onderrichten. Had de schurk zich niet zoo
snel door het venster uit de voeten gemaakt,
toen ik hom op heeter daad betrapte by het
openbreken van myn schryftafel, hot zou hem
voorwaar slocht bekomen zyn, maar orger nog
ware het den bedrieger gegaan, die hem tot
die daad moet hebben aangezet, want voor
zyn eigon begeer!ykheid zou hy zaken van
meer waarde boven op dan in den lessenaar
gevonden hebben."
By doze woorden wierp hy oon scherpen
blik op den kleinen man naast hem, maar
het gladde, glimlachende gezicht van den
staatsraad vertrok geen spier. „Ik geloof, dat
de t jjd, dien Uwe Majesteit voor do bozichtiging
dor kerk bepaald heeft, reeds verstreken is,"
merkte hy aan, daarmee op een ander onder
werp van gesprek overgaande.
De Tsaar stond op. „Gy hobt geiyk, Gre
gorowitch," zelde hy, „ik haat onnauwkeu
righeid by anderen, maar dubbel by myzelvem
Laat ons gaan, om ons morgen op hetzelfde
uur weer hier te bovinden, vóór wy een ander
uitstapje ondernomen. Ik verwacht dan myn
beschermeling, die my verslag moet komen
brengen over een boodschap, die hy in myn
naam vorricht heeft,"
hy haar spreken en zy ging met hem in het
achterhuis. Daar vroeg hy haar, om het nog
te schikken, zy weigerde.
Daarop nam hy het scheermes uit zyn zak
en haar stekende, zeide hy: „Als ik je dan
toch niet kryg, dfc&r danl" Hot bleek uit
een vraag van den verdedlgor, dat een week
of vyf te voren het engagement ook al eens
door haar was afgemaakt, doch later was het
weer bygelegd.
Bekl. was van een goedhartige natuur,
doch alleen lastig, als hy dronken was, wat
niet al te dlkwyis gebourdo. Ook op den avond
van dsn moord 6chynt hy ietwat onder den
invloed van sterkon drank te zyn geweest.
Omtrent karakter en gedrag verklaren de ge-
tuigen niets ongunstigs. De veldwachter
Berends zegt zelfs, dat hy de bosto was uit
het huishouden van Kear.
Bekl. ontkende ten sterkste de bedoeling
gehad te hebben om het meisje te doodon, 1
"Wat hem bezielde wist hy niet „ik was of i
ik gek was", zeide bekl. De aanwoziglieid
van het mes in zyn jas verklaart h(1, doordat 1
hy den vorlgen dag een andere jas bad aan- 1
getrokken, waar Let in zat.
Het O. M. had aanvankeiyk geaarzeld
tusschen de qualificaües „poging tot dood-|
slag" en „ernstige mishandeling". Thans, de
getuigen gehoord hebbende, was de ambtenaar
van het O. M. steeds meer geneigd om te
spreken van een poging tot doodslag, waartoe
hy tal van feiten en omstandigheden memo
reerde. Mitsdien eischte hy een gevangenis-
straf van 2 jaar.
De verdediger mr. T. A. Byvoet bestreed
de bewys voering van het O. M. on qualift-
ceerde het feit aLs een mishandeling, gepleegd
onder den invloed van sterken drank. Hy liep
daarom de clementie der rechtbank voor dezen
beklaagde in.
Onder het welsprekend pleidooi van mr.
Byvoet zat de bekl. onophoudelijk te schreien.
De uitspraak werd na re- en dupliek be
paald op over 8 dagen.
Do reohtbank teAmstordara
heeft 0. van UrSam, den fiatelboor, wegens
het verstrekken van een flstelpot en verleenen
van geneeskundigen bystand aan den zoon
van een brigadier der ryksveldwacht, veroor
deelt tot ƒ150 boete, subsidiair 80 dagen.
Door den kantonrechter was het dubbele op
gelegd.
Naar uit Indianapolis (Z.-A m.)
verluidt zyn by hot spoorwegongeluk op de
Wabaschiy n zestien Italiaansche landverhuizers, t
die zich op weg naar Zoutzeestad bevonden,1
gedood. Ongeveor 60 reizigers zyn gewond,
waaronder vele zwaar.
Ofschoon het weer den volgenden dag lang
zoo gunstig niet bleek te zyn, bevond de hooge
beschermheer van Niels Hansen, zyn gedano
belofte getrouw, zich op hot bepaalde uur
aan het strand, om do mededeeling van den'
jongen goudsmidsgezel over den uitslag zyner
zending in ontvangst te nemen. Hy behoefde
niet te wachten, want de afgewezen vrjjersman
van baas Finskoy's dochter zat reeds op
dezelfde plaats, diehy gisteron had ingenomen,
zoo mogoiyk nog neerslachtiger en treuriger
dan daags te voren.
Torwyi de staatsraad, die ditmaal door zyn
gebieder dadeiyk in zyn gezelschap was mee
genomen, een paar bchredon achterbleef,
naderde de Tsaar den jongen man, die oogen-1
blikkelyk opstond en in eerbiedige houding
bleef staan.
„Laat die plichtplegingen 1" beval de vorst;
„ik houd er niet van, by voorbygangers opzion
te verwekken. Breng slechts oen kort en
bondig verslag uit, want het weder nood ;t-
niet tot lang vertoeven. Het komt my voor,
dat de talisman weinig heeft uitgewerkt, waar
mee ik den draak meende te bezweren, die uw
geluk dreigt te verhinderen. Do uitslag van de
zending, dlo ik u heb opgodragen, was dus
niet gunstig?"
„Het heeft my niet aan moed ontbroken,
zo ten uitvoer te brengen," antwoordde Hansen,
die door de minzame spreektoon van den
hoogon heer klaarblykeiyk op zyn gemak
gezet werd, „maar wel ontbreekt ïny de inoedj
u te zeggen, hoe men ze 1 *-• eft omen.
i. tvVU
By de Herstemming voor een Lid van de Tweede Kamer der Staten Generaal in het.
Kiesdistrict KATWIJK, op Donderdag 27 Juni, werden In de verschillende etemdistiicten
de stemmen aldus uitgebracht:
Kamen der Steradlstrietcn.
Aantal kiezers.
Ultgobraohte
geldige stemmen
op 14 JonL
Br. P. i. B.
iALBEUSE.
Br.O. J. E. Baroo
VIS WMSESJEH
VIS ClTWUCk.
Uitgebrachte
geldige stemmes
op 37 Juni.
Katwyk aan den Byn
Katwyk aan Zeo
Noordwyk I
n
NoordwUkerhout
Sassenhelm
Voorhout.
Oogötgeest
Warmond
RUnaburg
Valkenburg
Leiderdorp
RÜnaaterwoude
Woubrugge
Oudshoorn
Koudekerk.
Zoeterwoude
Voorschoten
Veur
Wasaenaar I
H
Totaal.
208
677
505
202
864
837
209
880
249
88
211
514
892
200
605
272
664
437
151
828
302
259
269
232
835
89
202
68
190
838
166
408
824
181
410
6584
6510
87
11
831
28
297
168
221
115
175
80
9
27
85
90
48
18
835
114
164
229
03
2576
183
609
120
128
47
148
42
167
74
298
82
188
84
122
263
156
111
216
30
108
8053
270
620
467
156
844
806
263
282
249
828
91
210
69
212
801
174
446
830
184
837
99
5628