No. 12682LEIDSCH DAGBLAD, ZATERDAG 29 JUNI* TWEEDE BLAD. Anno 190: PERSOVERZICHT. Feuilleton. Vorst ea Werkmaa. HlilMI IIBl ||M t r Uet Nederlandsche Dagblad zegt onder het hoofd Paarden: Het is thans eindelek zoo ver gokomen, dat ook in Nederland oponljjk paaiden voor het iSngelsche leger worden aangekocht. En wat liet- ergste is, niemand schynt zich daar druk over te maken. Eerst is het oogluikend toegelaten, dat het Engelsche leger levens- middeleL uit Nederland kroeg, en nu ook paarden. Toen in 1859 de oorlog was uitge broken tü3schen Oostenrijk en Frankrijk, werd de uitvoer van paarden onmiddellijk by de wet verboden. Die wet óverwoog, dat het belang van don Staat kon vorderen, dat do uit- en doorvoer van paarden tydeiyk werd verboden, artikel 1 gaf den Koning daartoo machtiging $n artikel 2 bepaalde, dat die wet slechts tot 1 Mei 1860 van kracht zou zijn. 'Waarom geschiedt nu niet iets dergelijks? En als de Rogeering niet den moed hoeft sulk een wet voor te stellen, is er dan geen 'Kamerlid, die het initiatief wil nomen? Wij gelooven in de toekomst van het Afrikaander ras in Zuid-Afrika en wenschon daarom, dat alles vermeden zal worden, wat in latere jaren de goede verstandhouding tusschen Nederlan ders en Afrikaanders zou kunnen bederven. Is het niet roeds erg genoeg, dat Nederland nog steeds gebukt gaat onder de beschuldi- 'ging, dat het de Kaap heeft verkocht? Het .tegendeel is te bewijzen, maar niet zuiveren kan Nederland zich van de beschuldiging, dat ■het in bange en kritieke oogenblikken de lonzijdigheid geschonden en de doodvijanden 'der Boeren zooveel mogelijk geholpen heeft. Wy willen aannemen, dat die paarden toch voor oorlogsgebruik niets waard zijndat zij Engeland met do vervoerkosten ongeveer ƒ1200 per stuk zullen kosten en toch goen diensten zullen kunnen doen, maar dat alles .maakt het feit niet goed, dat Nederland ter 'wille van een kleine winst de Engelschen helpt. De staatkunde, die nu wordt gevolgd, is niet waardig en niet nationaal, zy verraadt gemis aan karakter en gemis aan moed. Uit vrees voor onmiddeliyk dreigende, maar eigen- lyk slechts denkbeeldige gevaren, offert zy de toekomst des lands op. Paarden zyn oorlogscontrabando en handel in contrabande mag door geen neutralen staat worden toe gestaan. Afgescheiden dus van elk belang, zou de quaestio van het recht alleen reeds een grond kunnen en moeten zyn om paarden-uitvoer te verbieden. Het volkenrecht moet niet alleen tegenover machtige, maar bovenal tegenover zwakke staten worden nageleefd. Het recht is de eenige bescherming van hem, die do macht mist. Juist kleine staten als Nederland hebben er het grootste belang by, dat kleine en groote staten, wat het volkenrecht betreft, geiyk worden gesteld. Hebben groote staten het in hun macht dat - recht naar hun belang te plooien en naar gelieven buiten werking te doen stellen, dan is het feitelijk afgeschaft. Nederland zal een maal behandeld worden, zooals het zelf de 'Boeren behandeld heeft, en dan zullen anderen zich boroepen op het antecedent, door Neder- land zelf geschapen. In No. 4 zyner Chronica (Tweede Reeks) bespreekt dr. Schaepman den eersten uitslag der verkiezingen voor de Provin ciale Staten en de Tweede Kamer, die hy „een verrassing" noemt. By hot be spreken der oorzaken van deze uitkomst zegt hy o. m. „Het is niet onmogeiyk, dat het optreden dor verschillende liberale fractiên en met name der vryzinnig democratische party, het vertrouwen in de óéne liberale party, in de linkerzyde, voor zoover dat vertrouwen nog bestond, zeer heeft geschokt. Er is altyd, ook onder het kiezersvolk, wat men noemt een vlottende massa. Die vlottende massa pleegt menigmaal de meerderheid te makon. Nu is het niet onmogelijk, dat deze zoom van kiezers 'by het geharrewar in de liberale party het vertrouwen in die party heeft verloren. De laatste vier jaren hebben meer dan voldingend bewezen, dat deze liberale party geen working majority, geen rogeeringsparty kon vormen. Men zal hierby de -opmerking maken, dat doze vlottende massa haar vertrouwen dan al zeer slecht heeft geplaatst. Immers, de rechter- 8) Een handbeweging gaf den Jongen man het jeekon zich te vorwyderen, en Niels haastte Zich aan dien wenk gevolg te geven: het was hem te moede, alsof de arbeid, gopaard aan de innerlyke opgewondenheid, hem de koel toedrukte, alsof een booze droom zyn zinnen omvangen hield. Slechts weinige schreden was de jonge goudsmid van de bank verwyderd, die getuige .geweest was van zyn diepe neerslachtigheid, maar ook van hot door den vreemdeling in ;'t verschiet gestelde gelukkige vooruitzicht, toen weer een nieuwe persoonlgkheid den machtigen gebieder van het Russische ryk «aderde. Het was een klein, droog mannetje, met een mager, taanklourig gezicht en listige, gryzo oogjes, die achter een bril schuil gingen ;Let met oen gepoederde pruik getooide hoofd .was met eon driekant hoedje bedekt. Ofschoon de pas aangekomene reeds lang vyf kruisjes achter den rug kon hebben, spreidde hy in houding en kleedy een jeugdigheid ten toon, die nog minder geschikt was voor z(Jn persoon iin te nemen dan dit reeds by de uitoriyke «verschyning het geval was. En toch was dit imannetje een zeer geleerde en bereisde heer, (met de zeden en talen van vreemde landen vertrouwd, een man, die den Russischen mo narch op zyn tochten door half Europa als gids .vergezelde en den yverig onderzoekenden vorst jalle wetenswaardigheden verklaarde. Tor wille van deze goede eigenschappon zag de Tsaar by <lea staatsraad _Batiesky veel zwakheden ovor «yde..,. En dan vertoonen onze groote liberale bladen het jammeriyk beeld van de ver deeldheden rechts. Zacht wat, myn vrienden I De rechterzijde heeft sinds 1888 1891 wel iets geleerd. Het is niet het oogenblik over haar heden en haar toekomst reeds te ge wagen, maar dit mag gezegd: zy heeft geen reden om aan haar toekomst te twyfolen, zoolang zy beoefent in haar midden: eens gezindheid en verdraagzaamheid; naar buiten: gematigdheid en werkzaamheid. Als ik ooit, behalvo ter eigen waarschuwing, donk aan den balk en den splinter, dan is het, waar Ik de liberale pers hoor over de verdeeldheid der rechterzyde." Vervolgens maakt dr. Schaepman een paar opmerkingen over verschynselen, die zich by deze verkiezingen hebben voorgedaan. „De eerste betreft het fiasco der Brons- veldiaan8che Staatkunde. Deze staatkunde is de oude staatkunde der groote protestantsche party. Zy verheft hot anti papisme tot een politiek stelsel en huldigt het liberale conservatisme, wat door Groen van Prinsterer niet ten onrechte revolutionair werd gonoemd. Onder beide opzichten was die staatkunde ten achter by haar tyd. Het is een openbaar feit, dat do revolutio naire staatkunde onzer dagen niet gaat tegen het Katholicisme alleen, maar tegen het Christendom. Het beste en sprekendste bewys levert de Pruisisch-Duitsche „Kulturkampf". Iedere aanslag op do vryheid der Katholieke Kerk valt op al de Christelyke Kerken terug. De naam doet niets ter zake. Von Gerlach en de zynen hebben dit ingeziende „Mitleidon- 6chaft" van alle Christenen by oen vervolging tegen wie ook. Ook het liberale conservatisme heeft zyn tyd gehad. Het is niet noodig op dit punt hier nader uit te weiden. Wie niet de oogen sluiten wil, ziet het. Hot is een gelukkig verechynsel nu de beste leden der christeiyk historische party hebben ingezien, dat de gezonde praktyk het opgeven van deze dingen vorderde. Niet alsof lk meende, dat doze mannen op hun wyze minder anti papist waren geworden, waar het geldt do zoogenaamde oppermacht van Romo tegen te gaan. Maar zy hebben wel een ander oog ge kregen op Rome. Zy hebben gezien, dat Romo de liefde tot het Vaderland en tot het gomeene recht allerminst uitroeit. Zy hebben de grooto verdienste van niet verblind gebleven te zyn." Hot tweede verschynsel is de houding der katholieke kiezers. „Over het geheel genomen hebben deze hun trouw aan het voortdurend gesmade monster verbond getoond. Waar zy meenden, dat het nuttig en noodig was, hebben zy aan de candidaten der Christelyke partyen steun en hulp verleend. Waar zy op andere candidaten overgingen, daar geschiedde dit, zooals te Groningen en te Deventer, om redenen, die men verklaren en waardeeren kon. Maar over het geheel genomen, hielden zy zich aan het monsterverbond. Zy deden meer. Ook waar.zy tegenover Ieder derstrydende partyen de meerderheid vormden, gingen zy om tactische en practisohe redenen onxniddol- lyk op den anti revolutionairen candidaat Zy volgden de vingerwyzing der ervaring: her stemmingen brengen onwelkome verrassin gen. Zoo te Doetinchom, zoo in nog hooger mato en met nog meer edelmoedigheid te EDkhuizen." Hot derde punt is de houding der anti revolutionaire kiezers. „Voor het eerst hebben by deze verkiezing de anti-revolutionaire kiesvereenigingen reeds by eerste stemming zich met katholieke can did aturen vereenigd of togen candidaten der katholieke party geen anderen over gesteld. Dit is op het gebied van het verkiezingsleven een groote ledeiyke vooruitgang. Het is niet zoozeer de vraag of dit op-zyde-zetten van do oude praktyk: „by eerste stemming eigen candidaten" reeds onmiddeliyk grooto uit komsten heeft gehad; uitkomsten zyn er. De nieuwe praktyk is op de jongste Depu- taten-vergadering ingeleid door dr. Kuyper met woorden, die men terecht historisch kan heeten." De laatste kantteekoning geldt de toeneming van het aantal stemmen op de sociaal-demo cratische candidaten, waarin dr. Schaepman „een waarschuwing naar alle zyden" tiet. het hoofd, die hy by geen ander uit zyn naaste omgeving geduld zou hebben; voor de uit gebreide kennis van zyn cicerone had Poter den hoogsten lof veil, dooh hemzelvon hield hy voor een halven gek, die hem meer dan eens, vooral door zyn eigenwaan en zyn pogin-. gen, om in de politiek een rol te spelen, aan leiding tot onschuldige grappen gegevon had. „Kom maar nadert" riep do Tsaar den geleerde toe, „ik heb u reeds op de afge sproken plaats gewacht, om onder uw leiding de onlangs voltooide kerk van den Aller heiligsten Verlosser te bezichtigen, maar gy schynt by uw boeken uw meester weer ver geten te hebben." Het verwyt, dat een ander misschien had doen blozen, kleurdo het gezicht van den staatsraad geelachtig, als met naar 't hoofd stygende gak „Uwe Keizeriyke Majesteit doet uw gehoorzaamsten dienaar onrocht," ant woordde hy terstond; „reeds sinds geruimen tyd vertoefde ik in de nabyheld van deze my aangeduide plek, doch dewyi ik Uwe Majesteit zulk een druk, schynbaar zeer gewichtig ge sprek zag voeren, wilde ik door myn tegen woordigheid niet lastig vallen, vooral," voegde de kleine man er boosaardig by, „daar de vreemde heer my niet bekend was, en ik niet weten kon, of het Incognito, waaronder Ruslands verheven Tsaar ongedwongen de wereld doorreist, soms opgeheven was; immers, do persoon, met wien Uwe Majesteit sprak, kon onder het eenvoudige gewaad wel eens een gewichtige diplomatieke, misschien vorste- ïyke persoonlykheid verbergen." f De Tsaar lachte. „8paar uw pylen, Gregoro- witchl" zeide hy„de gewichtige diplomatieke of vorsteiyke persoonlykheid is niets meer dan een eenvoudige Kopenhagensche goud- smidsgezel, om wien ik aelfs myn incognito Onder het opsohrift Wat one te waoh- ten staat bevatte de Nieuwe Rotterdanwche Courant een artikel, waarin de verschillende programma's van de kerkeiyke partyen, wat het ontlerwys betreft, worden nagegaan, om daaruit de gevolgtrekking te maken, dat die partyen het daarover wel eens zullen worden. By de stembus van 1891 werd deze eisch door de anti-revolutionairen gesteld: „Voortgaande vrymaklng van het onderwys, ook op middelbaar en hooger gebied, en op dit laatste meer bepaaldeiyk door wyziging van de wetsbepalingen, waarby de godgeleerde faculteit en de bevoegdheden, uit de academi sche graden voortvloeiende, geregeld zyn". In het program van actie van 1897 werden de elschen in zake ODderwys eenigszins meer geaccentueerd. Voor het lager onderwys luidden zy o. a.: verhooging van de Ryksuitkeoring aan gemeentebesturen en schoolbesturen; rege ling van Jaarwedden en pensioenen, en examen- commisslön van overheidswege, „onderscheiden naar de opvoedkundige beginselen, waarvan de onderscheiden groepen van scholen uit gaan". Voor de beide andere takken: wat het middelbaar betreft, gelykstelling van de diplo ma's der overhelde- en der vrye scholen, en Ryksuitkeering aan de „vrye scholen" op voet van die aan gemeentescholen; en wat het hooger betreft, afschaffing van „het privilege, toegekend aan do diploma's der overheids- scholen, en Ryksuitkeering aan de vrye gym nasia op den voet van die aan de gemeente gymnasia. Sedert heeft men gekregen het „Unie-rap port", uitgaande van de vereeniging „Een school met den Bybel", vastgesteld den 17don April 1900 en waarvan de conclusion aldus luiden 1. Op de lagere scholen worde, zoo mogelyk door de commission, die voor het beheer der scholen zyn of wordon aangosteld, van hen, die niet tot do onvermogenden behooren, een proportioneel schoolgeld geheven, naar by de wet vast te stollen regelen. 2. De gemeenten worden niet langer belast met de bekostiging van de lagere school. 8. Door het Ryk worde ten behoevo van de lagere scholen aan de schoolcommissiön een vaste bydrage uitgekeerd, te berekenen naar rogelen, by do wet vast te stellen, naar zoo- danigen maatstaf, dat do kosten van een ge wone, eenvoudig ingerichte lagere school, voor zoover deze niet uit de schoolgelden te vinden zyn, worden gedekt, en rekonlng gehouden wordt met uitbreiding van leerstof en ver meerdering van het onderwyzend personeel, 4. De uitkeering van die bydrage worde, evenals thans, verbonden aan voorwaarden, die de inrichting van het onderwys vryiaten en alleen strekken om de besteding dor Ryks- gelden voor het beoogde doel te verzekeren. 5. Yoor zoover de ingezetenen niet zeiven in hun onderwys voorzien, treden in hun plaats de gemeentebesturen op, met dien verstande echter, dat zy op tyd en wyze, by de wette regelen, het beheer der scholen overdragen aan plaatseiyke schoolcommissiön, te benoemen door de ouders der schoolgaande kinderen. Hiermede schynt de toovorformule gevonden te zyn om alle wenschen en begeeriykheden te bevredigen. Op het prog.am van urgentie der anti-revolutionaire party, vastgesteld in de deputatenvergaderlng van April 1.1., komt dan ook als eerste eisch voor: „Voor zoover de Grondwet toelaat, finale oplossing van het onderwy8vraagstuk in den geest van het ge- wyzigde Unie rapport". En inderdaad zal dat dan ook wel een finale oplossing zyn; want wat kan er méér to verlangen overbiyven? De byzondere school regel, de openbare uit zondering; de kosten van het kerkeiyk onder wys geheel ten laste van de openbare kassen gebracht; en de bemoeiing van de overheid met het onderwys tot een minimum beperkt: de stoutste elschen zouden niet verder kunnen reiken, tonzy alle niot-kerkelyk onderwys ver boden zou moeten worden. De zaak heeft te meer beteekenis, omdat het „Unie-rapport" ook het werk is van de frao- tie-Lohman. En hoe is het met de overige partyen van het „Ohristeiyk volksdeol"? De N. R. Ct. vermeldt het program der katholieke Kamerleden van 20 October 1896, aangevuld in Maart 1901, waaruit biykt, dat wat hier verlangd wordt, niet geheel moge kloppen met de begeerten der anti-revolutio nairen ten opzichte van het hooger onderwys, maar de stof voor een entente ook op dit ge bied is er zeker. En wat lager, middelbaar verbroken heb, ten einde den armen, eeriyken schelm zoo mogeiy k gelukkig te helpen maken." „Een handwerksmanI" De staatsraad krulde met een minachtende uitdrukking de boven lip. „Zeker", ging hy voort, „Uwe Majesteit houdt er van, het volk in al zyn schakeeringon gade te slaan, en schonk dergelyke gunst vaker aan handwerkslieden dan aan dragers van oud-adellyke Damen." „Omdat een eerzaam handwerk my liever is dan alle diplomatiel" riep Peter; „oen flink handwerksman liever dan alle hovelingen, al zyn zy ook met geleerdheid volgepropt, wanneer hun de onbevooroordeelde blik, het gevoel van menschenwaarde ontbreekt. Kunt gy, Gregorowitch, volgens uw boeken een brood bakken, dat u voedt, yzer smeden, dat den hoef van uw paard beschermt, den beker, die uw oog verheugt on u met zyn inhoud laaft, kunstryk snyden? Scheld niet op het handwerk, Gregorowitch 1" vervolgde hy, zich al meer en meer opwindende, „gy weet, dat ik dat niet kan uitstaan, vooral, daar ge zoodoende uw Tsaar zolven beleedigt, die by meer dan één handwerksman in de leer ging, het laatst in Londen nog, om myn vrye uren naar believen nuttig en onderhoudend tevens te besteden; en meer dan eens heb ik met werkstukken van myn hand genoegen ver schaft." „Wat zou ik er niet voor willen geven, als ook my eenmaal zoo'n stuk ten deel viel," riep de hoveling op hoogdravenden toon; „maar myn vooroordeel gold mindor het hand werk dan den handwerksman, en ik bewonder de grootmoedigheid van myn verheven meester, die, na zelf ervaren te hebben, hoe weinig men zulke heden zonder geweten en bescha ving vertrouwen kan, zoo iemand andermaal zyn gunsten schynt te bewjjzen." en voorbereidend-hooger onderwys betreft, zal het in het geheel niet moeiiyk vallen de belde programma's met elkaar in overeenstemming te brengen. Ook uit de programma's van de ohristeiyk- histori8chen valt af te leiden, dat by hen het compromis op onderwijsgebied evenmin verzet zal ontmoeten. Daarna gaat de N. R. Ct. na, of er ook gevaar bestaat, dat op het gebied der handels politiek gebroken wordt met de beginselen, waaraan Nederland een halve eeuw iang met hand en tand heeft vastgehouden en waaraan het voor oen goed deel te danken is, dat in die halve eeuw de voornaamste bronnen van volksbestaan zich belangryk hebben ontwik keld, de volkswelvaart in niet geringe mate is toegenomen. Ook dat dit gevaar bestaat, laat zich uit de programma's aantoonen. Intusschen in sterkere mate uit die der ka tholieken dan uit die dor anti revolutionairen, welke laatsten voorzichtig sproken van „oor deelkundige verhooging der invoerrechten", maar het woord „bescherming" vermijden. De N. R. Ct. ried echter aan, ook hier op zyn qui vive te zyn en te zorgen, dat by de herstemmingen de meerderheid niet nog grooter zou worden. „Hoe kleiner de meerderheid, des te geringer ook het gevaar, dat de belangen van land en volk, zooals wy die begrijpen, nadeel ïy'den". Gemengd Nieuws. Do 2 0-jarige J. Keur, te Zandvoort, had zich gisteren voor de rechtbank te Haar lem te verantwoorden wegens een opzettoiyk en mot voorbedachten rade uitgevoerde poging tot doodslag op Cornelia Driehuizen. Het ernstig verwonde meisje, dat dadeiyk onder geneeskundige behandeling werd gesteld, is langzaam heratellende. De wonden zyn toege bracht met een zeer scherp scheermes, waar van do geneesheer een stukje uit het aange zicht van het meisje heeft verwyderd. De wondon waren echter niet van zoo ernstigeu aard, dat, naar het oordeel van dezen deskundige, de dood door verbloeding had kunnen volgen. Het meisje vertelt, dat ze met den beklaagde een jaar lang verkeering had; den vorlgen avond had ze hem afgeschreven, omdat zyn moeder lets van haar gezegd had. Op den bewusten avond was hy, volgens eigen ver klaring beschonken, gekomen by de moeder van het meisje. Toen zy thuis kwam, wilde „Als ik door een by gestoken word, moet ik dan dadeiyk den geheelen zwerm vernie tigen?" vroeg de Tsaar scherp. „Kunt gy my met al uw boekenwyaheid den stand opnoemen, waarin trouw en geloof uitsluitend heerscht? Hoe hooger, des te meer onvertrouwbaar. 't Is waar, voorzeker, in den knaap, dien ik onlangs aan de oevers van den Theems ontmoette en wiens voorkomen en manieren my zoo goed aanstonden, kon ik geenszins de trouweloosheid vermoeden, die hem tot een verrader en dief maakte, toen ik hem meer malen by my Doodlgde om my in zyn kunst te onderrichten. Had de schurk zich niet zoo snel door het venster uit de voeten gemaakt, toen ik hom op heeter daad betrapte by het openbreken van myn schryftafel, hot zou hem voorwaar slocht bekomen zyn, maar orger nog ware het den bedrieger gegaan, die hem tot die daad moet hebben aangezet, want voor zyn eigon begeer!ykheid zou hy zaken van meer waarde boven op dan in den lessenaar gevonden hebben." By doze woorden wierp hy oon scherpen blik op den kleinen man naast hem, maar het gladde, glimlachende gezicht van den staatsraad vertrok geen spier. „Ik geloof, dat de t jjd, dien Uwe Majesteit voor do bozichtiging dor kerk bepaald heeft, reeds verstreken is," merkte hy aan, daarmee op een ander onder werp van gesprek overgaande. De Tsaar stond op. „Gy hobt geiyk, Gre gorowitch," zelde hy, „ik haat onnauwkeu righeid by anderen, maar dubbel by myzelvem Laat ons gaan, om ons morgen op hetzelfde uur weer hier te bovinden, vóór wy een ander uitstapje ondernomen. Ik verwacht dan myn beschermeling, die my verslag moet komen brengen over een boodschap, die hy in myn naam vorricht heeft," hy haar spreken en zy ging met hem in het achterhuis. Daar vroeg hy haar, om het nog te schikken, zy weigerde. Daarop nam hy het scheermes uit zyn zak en haar stekende, zeide hy: „Als ik je dan toch niet kryg, dfc&r danl" Hot bleek uit een vraag van den verdedlgor, dat een week of vyf te voren het engagement ook al eens door haar was afgemaakt, doch later was het weer bygelegd. Bekl. was van een goedhartige natuur, doch alleen lastig, als hy dronken was, wat niet al te dlkwyis gebourdo. Ook op den avond van dsn moord 6chynt hy ietwat onder den invloed van sterkon drank te zyn geweest. Omtrent karakter en gedrag verklaren de ge- tuigen niets ongunstigs. De veldwachter Berends zegt zelfs, dat hy de bosto was uit het huishouden van Kear. Bekl. ontkende ten sterkste de bedoeling gehad te hebben om het meisje te doodon, 1 "Wat hem bezielde wist hy niet „ik was of i ik gek was", zeide bekl. De aanwoziglieid van het mes in zyn jas verklaart h(1, doordat 1 hy den vorlgen dag een andere jas bad aan- 1 getrokken, waar Let in zat. Het O. M. had aanvankeiyk geaarzeld tusschen de qualificaües „poging tot dood-| slag" en „ernstige mishandeling". Thans, de getuigen gehoord hebbende, was de ambtenaar van het O. M. steeds meer geneigd om te spreken van een poging tot doodslag, waartoe hy tal van feiten en omstandigheden memo reerde. Mitsdien eischte hy een gevangenis- straf van 2 jaar. De verdediger mr. T. A. Byvoet bestreed de bewys voering van het O. M. on qualift- ceerde het feit aLs een mishandeling, gepleegd onder den invloed van sterken drank. Hy liep daarom de clementie der rechtbank voor dezen beklaagde in. Onder het welsprekend pleidooi van mr. Byvoet zat de bekl. onophoudelijk te schreien. De uitspraak werd na re- en dupliek be paald op over 8 dagen. Do reohtbank teAmstordara heeft 0. van UrSam, den fiatelboor, wegens het verstrekken van een flstelpot en verleenen van geneeskundigen bystand aan den zoon van een brigadier der ryksveldwacht, veroor deelt tot ƒ150 boete, subsidiair 80 dagen. Door den kantonrechter was het dubbele op gelegd. Naar uit Indianapolis (Z.-A m.) verluidt zyn by hot spoorwegongeluk op de Wabaschiy n zestien Italiaansche landverhuizers, t die zich op weg naar Zoutzeestad bevonden,1 gedood. Ongeveor 60 reizigers zyn gewond, waaronder vele zwaar. Ofschoon het weer den volgenden dag lang zoo gunstig niet bleek te zyn, bevond de hooge beschermheer van Niels Hansen, zyn gedano belofte getrouw, zich op hot bepaalde uur aan het strand, om do mededeeling van den' jongen goudsmidsgezel over den uitslag zyner zending in ontvangst te nemen. Hy behoefde niet te wachten, want de afgewezen vrjjersman van baas Finskoy's dochter zat reeds op dezelfde plaats, diehy gisteron had ingenomen, zoo mogoiyk nog neerslachtiger en treuriger dan daags te voren. Torwyi de staatsraad, die ditmaal door zyn gebieder dadeiyk in zyn gezelschap was mee genomen, een paar bchredon achterbleef, naderde de Tsaar den jongen man, die oogen-1 blikkelyk opstond en in eerbiedige houding bleef staan. „Laat die plichtplegingen 1" beval de vorst; „ik houd er niet van, by voorbygangers opzion te verwekken. Breng slechts oen kort en bondig verslag uit, want het weder nood ;t- niet tot lang vertoeven. Het komt my voor, dat de talisman weinig heeft uitgewerkt, waar mee ik den draak meende te bezweren, die uw geluk dreigt te verhinderen. Do uitslag van de zending, dlo ik u heb opgodragen, was dus niet gunstig?" „Het heeft my niet aan moed ontbroken, zo ten uitvoer te brengen," antwoordde Hansen, die door de minzame spreektoon van den hoogon heer klaarblykeiyk op zyn gemak gezet werd, „maar wel ontbreekt ïny de inoedj u te zeggen, hoe men ze 1 *-• eft omen. i. tvVU By de Herstemming voor een Lid van de Tweede Kamer der Staten Generaal in het. Kiesdistrict KATWIJK, op Donderdag 27 Juni, werden In de verschillende etemdistiicten de stemmen aldus uitgebracht: Kamen der Steradlstrietcn. Aantal kiezers. Ultgobraohte geldige stemmen op 14 JonL Br. P. i. B. iALBEUSE. Br.O. J. E. Baroo VIS WMSESJEH VIS ClTWUCk. Uitgebrachte geldige stemmes op 37 Juni. Katwyk aan den Byn Katwyk aan Zeo Noordwyk I n NoordwUkerhout Sassenhelm Voorhout. Oogötgeest Warmond RUnaburg Valkenburg Leiderdorp RÜnaaterwoude Woubrugge Oudshoorn Koudekerk. Zoeterwoude Voorschoten Veur Wasaenaar I H Totaal. 208 677 505 202 864 837 209 880 249 88 211 514 892 200 605 272 664 437 151 828 302 259 269 232 835 89 202 68 190 838 166 408 824 181 410 6584 6510 87 11 831 28 297 168 221 115 175 80 9 27 85 90 48 18 835 114 164 229 03 2576 183 609 120 128 47 148 42 167 74 298 82 188 84 122 263 156 111 216 30 108 8053 270 620 467 156 844 806 263 282 249 828 91 210 69 212 801 174 446 830 184 837 99 5628

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1901 | | pagina 5