Parasols. Dames-Overhemden WISBRUN LIFFMANN, SPOED. Buitengewoon groote keuze HAARLEMMERSTRAAT 116, LEIDEN. P. A. SARONI, Men zie de Etalage en de goedkoope prijzen. JNieuw, Mooi en Goedkoop. in Zijde, Katoen, Satinet en Neteldoek, MET BIJPASSENDE STRIKJES. HUIS met TUIN NAAR MAATr - C. H. DE JONG, Openbare Verkooping Grasgewas Na de verkiezingen. Men meldt uit Amsterdam: Door eenige politieke vrienden van den heer Ketelaar, Donderdag herkozen tot lid van de Tweede Kamer, tras voor Vrijdagavond het plan opgevat, hom een serenade te brengen, waartoe do burgemeester vergunning gaf. Te halftien werd de stoet samengesteld achter het Rijksmuseum. Deze verloor echter feel van den verwachten luister, doordat de muziek zich wachten liet, on alleen een kleine en een Turksche trom op het appèl verschenen. Achter deze en een tiental fakkeldragers reden enkele rijtuigen met partijgenooten van den heer Ketelaar. Een talrijke politiemacht te voet en te paard, onder commando van den hoofdcommissaris, den heer Franken, hand haafde op uitstekende wijze de orde en opende en sloot den stoet. Zeer veel nieuwsgierigen vulden de wijde straten van ,depijp". Velen volgden den stoet, .blijkbaar meer sociaal- dan vrijzinnig-demo cratisch gezind, en vrijheidsliederen zingend. Misschien ook wisten zy geen liederen te vinden, beter passend by Ketelaars politieke gezindheid. De herkozene bevond zich met zyn familie op hot balkon zy'ner woning op de Ceintuur baan by de Gerard-Dou straat. De leden van het verkiezingscomité gingen binnen en het volk juichte. Van het balkon sprak de heer Ketelaar de menigte toe, dankzeggend voor de bewezen hulde on de moeite, voor zijn ver kiezing gedaan. Hy zeide, dat, als hy weer in de Kamor zitting genomen heeft, hy zal trachten om by te dragen tot den bloei en het welzyn van het geheele volk. Daarna bracht hy dank lan de politie voor haar bemoeiingen en maande allen aan om ordeiyk uiteen te gaan. Met gejuich der tallooze menigte en een ver lichting met bengaalsch vuur was de serenade geöindigd. „De Tel.** meldt nog: Zoodra Donderdag avond de uitslag in district II to Amsterdam bekend was, trok een troepje anti-revolutionairen, voor het grootste ge deelte bestaande uit studenten van de Vrye Universiteit, naar het huis van dr. De Visser, op do H6erongracht, tot het brengen van een ovatie. Een deputatie, bestaande uit vier stu denten, ging naar binnen en eenige oogen- blikken later verscheen dr. De Visser, waarop een onbeschryflyk gejuich uit de menigte opging. Zoodra het stil was geworden, nam dr. De Visser het woord en zeide het volgende: „Ik dank de heeren voor hun vriendeiyk- hetd en voor de toewyding, by den stembus- etryd betoond. Hot verheugt my, dat het beginsel van de Christelijke staatkunde over de geheolo linie heeft gezegepraald." Algemeen gejuich, waarop werd aangeheven ,Zy zullen het niot hebben, enz." Zoodra het couplet geöindigd was, verzocht de heer De Visser met hem uit te roepen: „Leve onze Koningin 1" waaraan geestdriftig werd voldaau. „Het Nederlandsche Dagblad" schryft het volgende: Rotterdam is door de liberalen gewonnen. Maar te geiyk leden zy er de meest gevoelige zedeiyke nederlaag. Mr. lock bestreed dr. Da Visser met de onwaarheid, dat hy tegen alle sociale wetten was, en was afwezig, toen hem openiyk ver zocht wer'd dit waar te maken. De Nieuwe Botter damsche Courant beweerde, dat een deel der Christelyk Historische party dr. De Visser desavoueerde, zonder daarvoor eenig bewys te noemen en sloeg daarmede de waarheid in het gezicht. Een jongelingniet kiezernooit lid der Cbr.- Hist. Party, ging in de W. BottCourant do karakters aantasten van mr. Verkouteren en dr. De Visser en kroop in zyn schulp toen hem govraagd werd deze aantyging openiyk to rechtvaardigen of te herroepen. En aan den vooravond der verkiezing publi ceert de Kiesvereeniging „Rotterdam" y waar- Jan de heer De Klerk bestuurder is, als door hem ontvangen circulaire, ten valsch stuk een z. g. manifest van den Chr.-Hist. Kiezers- bond, verspreid met aanbeveling van den heer Do Klerk contra-De Jong. Dit bedrog heeft den uitslag in Rotterdam I en n voor een groot deel beheerscht. Waarschyniyk zal doze zaak dan ook de Justitie in handen worden gegeven. Maar hoe dit zy, op zulk een wyze bevocht de liberale party haar zege te Rot terdam. „Hot Ned. Dbl." vraagt: Is dat geen noderlaag De uitvinding van de Boekdrukkunst. Mr. Ch. Enschedé heeft een. brochure ge schreven, by de Erven F. Bohn te Haarlem verschenen, getiteld: „Technisch onderzoek naar de uitvinding van de Boekdrukkunst." Het belangwekkonde betoog komt op het volgende neer. Het is bekend, dat in 1490 te Keulen een Kroniek is gedrukt, waarin voor het eerst een omstandig bericht omtrent de uitvinding der boekdrukkunst is opgenomen en wel afkom stig van Ulrich Zeil, den man, die de boek drukkunst van Mainz naar Keulen had over gebracht on vermoedeiyk wel aan de drukkery van Gutenberg wa9 verbonden geweest en dus volkomen op de hoogte van diens bedryf kon zyn. In dat bericht nu wordt gezegd, dat Gutenberg omstreeks hot jaar 1440 te Mainz begonnen is de kunst van het boek drukken te onderzoeken, en dat men in het jaar 1450 begon het eerste boek te drukken en wel den By bel in hot Latyn. Dat de uit vinding der boekdrukkunst dus geacbied is te Mainz; alhoewel, zoo voegt Zeil daaraan toe, „de eerste voorbeelding (daadwerkeiyke uitvoering) is gevonden in Holland uit de Donaten, die daar reeds voor dien tyd gedrukt waren, en dat daaruit hot begin der Kunst genomon is geworden." Dit bericht is klaar en duidelyk. Do lieer Enschedé gaat na welke pogingen zyn aange wend, ook wodor in do Festschrift, (uitgegeven by de herdenking van den 500sten geboortedag van Gutenberg), om de Keulsche Kroniek iets anders te laten verklaren dan wat er duidelyk staat; doch hy toont het onhoudbare daarvan aan. Daarentegen wordt het bericht van Zeil, dat ln Holland reeds vóór dien tyd Donaten waren gedrukt, meer en meer door de feiten bovestigd. Onder de verschillende oudste Nederlandsclie drukwerken, die nog heden ten dage, bekend als de „Costeriana", bewaard worden, komen ook voor overbiyfselen van Donaten (een leerboek uit die dagen). Maar voor het oudste, het meest rrimitieve van deze oude, met gegoten letters gedrukte werken, werd door Johannes Enschedé, den voorvader van den schry ver, die in het midden dor 18de eeuw leefde, en die een byzondere studie van die oude drukken gemaakt heeft, steeds gehouden een stukje perkament, dat hy in 1751 ontdekt had, waarop gebeden afgedrukt waren, voorafgegaan door hot alphabet; hy gaf het den naam, waaronder het nog heden ten dage in het Stedelyk Museum te Haarlem vertoond wordt, van het „abecedarium". Lan gen tyd is dit stukje perkament het oenige overgeblevon drukwerk geweest, dat met die onvolkomen letter vervaardigd is geworden, totdat eindeiyk ln 1844 ln een band van een Delftschen incunabel van het jaar 1484 twee bladen van een Donaat op perkament gevon den werden, haast nog gebrekkiger gedrukt en met dezelfde letter als het „abecedarium". Zy berusten thans op de Koninkiyke Biblio theek te 's-Gravenhage. En zoo Is dan het bericht van Ulrich Zeil, dat de oudste proeve van drukwerk, die ln Holland reeds vóór Gutenberg gemaakt was, bestond in een Donaat, in elk opzicht door de feiten bevestigd. De heer Enschedó onderwerpt ook deze oudste Hollandsche drukken aan een technisch onderzoek. Zy zyn. volgens hem ongetwijfeld gedrukt van losse gegoten letters, en het is onaannemeiyk dat zy afkomstig zouden zyn van een tydstip, toen do zoo volkomon Duit- sche drukkunst reeds hier te lande was over gebracht. Zy moeten noodwendig, evenals de overige „Costeriana" de uiting zyn van een kunst, die onafhankeiyk van de Mainzer uit vinding was ontstaan. En er Is nu, zoo zegt de heer Enschedó, geen enkele reden om de mededeeling van Zeil niet voor juist aan te nemen. Gutenberg, graveur, goudsmid, eon man van rusteloos zoeken, die zich mot allerlei geheime kunsten bezighield, is, hoe dan ook, tot de wetenschap gekomen, dat een stuk drukwerk, dat uit Holland was medegebracht, op een nieuwe manier was tot stand gekomen, en wel door middel van gegoten letters. Zyn geest maakte zich van dat denkbeeld meester; hoewel geen boekdrukker, zag hy het groote belang der zaak in, en heelt hy niet gerust, voordat hy de methode gevonden had die bruikbare resul taten scheen te beloven. Niet als boekdrukker dus, zoo gaat de heer Enschedé voort, ging Gutenberg aan het lettergieten, maar omgekeerd, toon hy een bruikbare methode voor het lettergieten ge vonden had werd hy boekdrukker. Yan buiten ontviDg hy den indruk, dat zyn kunde als graveur hem in staat kort stollen eon hooger standpunt in te nemen. Met yver legde hy zich toe om de kunst van het lettergieten, waarvan hy ln den Hollandschen Donaat hot voorbeeld gezien had, practisch uitvoerbaar te maken; hoe hy daar ten slotte slaagde was zyn geheim. En zoo treffen wy dan in 1450 Gutenberg aan met zyn nieuw en geheim procédé, voortgekomen uit den in Holland ge- drukten Donaat. De heer Enschedé eindigt zyn studie met de volgende woorden: „Ton slotte nog dit. De schryvers over de uitvinding van do boekdrukkunst hebben zich tot nu toe bepaald tot de historische documen ten, die slechts in luttel aantal voor hun doel beschikbaar zyn. Hun inhoud, uitmuntende in onduideiykheid en onvolledigheid, is ten oenen- male ongenoegzaam, zy behoeven een nood- zakeiyke aanvulling door de gegevens, die uit de technische beschouwing van het onderwerp voortvloeien. Eerst dan bestaat er mogelykheid, dat do stryd zyn beslissing nadert, een be slissing, die, naar myn overtuiging, niet anders dan in het voordeel van Nederland kan uitvallen." De oorlog tusscliou Engeland on Trans vunl. De correspondent van de „Rheiniscli-West- falische Ztg." to Kaapstad schryft met be wondering over de voortreffeiyke organisatie van het Boeren-leger. Op het eerste gezicht schynen de Boeren verbrokkeld ln verschei dene op zichzelf operooronde groote afdeo- lingon, wier operatie-vold in Transvaal ligt, en tallooze kleine klompjes, die over hot ge heele oorlogsterrein verstrooid zyn. Elke commandant, elke aanvoerder van een handvol Boeren schynt op zyn eigen hand te operoeren, zonder eenig verband met het groote geheel. Zoo schynt het, maar in wer- keiykheid is het heel anders. De Boeren hebben een soort van veldpost tusschon elkaar ingestold, die het heele samenstel in zyn verband houdt en het mogelyk maakt de krygsverrichtingon volgens een algemeen plan te leiden. Botha weet precies, wat De Ja Rey doet of van plan is en beiden handelen in volkomen overeenstemming met De Wet en diens tallooze onderbevelhebbers, die weder om over hun kapiteins bevelen. De Engelschen zyn wel baas in de steden, in hun garnizoenen en langs de spoorwegen. Maar de rest van het uitgestrekte land is in de macht van de Booren en zy trekken er voortdurend in rond. Op moeiiyk te ontdekken plaatsen hebben de Boeren gehoirae stations on posten gevestigd, die een onafgebroken keten vormen. Af en toe slagen de Engolschen er in zulk een post te ontdekken en uit te schakelen, maar dit komt toch niet veel voor en stelt hen bloot aan onaangonamo verrassingen. Do stations be zitten vooral voortreffelyke paarden, overvloe dige voorraden levensmiddelen voor ruiters en paarden, schietvoorraad, kleoren en zoo meer. Elk commando en elk zelfstandig klompje heeft eon aantal rappoitryders, dio nooit meevechten, maar enkol uitkyken. Elke verandering in oen marsch, elke voor genomen aanval, koitom alios, wat wotens- waardig is, wordt snel aan don naastbijzynden geheimen post gerapporteerdvan hier brengen andere rapportryders het bericht aan hun eigen commando's en zoo ontstaat cr een samon- werking, die de Boeren in staat stelt de Engel schen te overrompelen, op eon dwaalspoor to leiden of met overmacht aan te vallen. Men kan dit zien aan de samenwerking tusschen de Boeren-afdeelingen in de Ropublieken en de Kaapkolonie. Het is altyd hetzelfde spelletje: de Boeren vallen in Engelsch gebied, de Engelschen trekken hen met een groote macht achterna. Daardoor worden de legers in Trans vaal verzwakt en dadeiyk slaan De la Rey en Botha dan hun slag. Of het omgekeerde gebeurt: de groote commando's in het noorden trokken de Engelsche legers naar zich toe en intusschen werven de kleine klompjes Boeien in het zuiden weer y verig manschappen of ver zamelen levensmiddelen en oorlogsbehoeften. De „Central News" seinde Zaterdag uit Pretoria, dat een konvooi van 179 wagens met voorraden voor Rustenburg, dat veertien dagen geleden uit Pretoria was vertrokken, veilig op z(jn bestemming was aangekomen. Op den terugweg werd de afdeeling echter aangevallen door een aantal Boeren, die de achterhoede van het geleide hardnekkig bestookten. De Boeren waren in kleine groepjes gesplitst en vuurden voortdurend losse schoten af. Zy werden echter ten slotto verdreven. De Engelschen brachten veel vluchtelingen mede die waarschyniyk alleen hebben moeten dienen om als levonde borst wering het konvooi te helpen beschermen. De correspondent vermeldt ten slotto met voel voldoening, dat alle trekossen buitgemaakte dieren waren. De stoomboot „Montozuma" is van Nieuw- Orleans naar Kaapstad vertrokken met 1050 paarden. Een Afrikaander te Burger3dorp is door het hoog verraadshof tot twee jaron gevangenis straf veroordeeld. Do rechter merkte op, dat het vonnis zwaarder geweest zou zyn als de beklaagde niet zulk een waardevolle hulp aan do Engelsche troepen had verleend sedert zyn invryheidstelling onder borgtocht. Te Dunedln, op Nieuw-Zeeland, is Woensdag by gelegenheid van het bezoek van den hertog van Cornwall een banket aangeboden aan de koloniale troepen, die terug waren uit Zuid- Afrika. De hertog was er niet by tegonwoordig. Driemaal stonden de tafelgenooten onder het eten op om „God save the King" en „Rule Britannia" te zingen. De eerste-minister dronk o. m. de gezond heid van lord Kitchener, en maakte terloops do opmerking, dat de opperbevelhebber nlot populair scheen te zyn. Daarna de gezondheid drinkende van het 4de Nieuw-Zeeland8che contingent, zeide de minister, dat dit contingent niet tegenwoordig kon zy'n by het feestmaal, wegens de ver gissing van den Engelschen officier in Zuid- Afrika, die belast was met den transportdienst en die de troepen naar Wellington, in plaats van naar Bluff, de voornaamste havon in hot zuiden, had gedirigeerd. „DeNieuw-Zeelauders," zeide hy, „zyn gezind om alle mogeiyke hulp te verleenen aan het moederland, maar z(j zullen niet dulden, dat men dergelyke stommiteiten begaat. (Toejuichingen). Bokken van deze soort hebben het land een van de grootste bezittingen der wereld doen verliezen." De neutralen. De (te Weenen verechynende) „Deutsche Zeitung" vorneomt, dat er stukken geschut, voorname]yk getrokken kanonnen, die dortion spoorwegwaggons vulden en af komstig waren uit de fabriek te Pilsen, Woens dag te Triëst zyn ingescheept op do Engelsche stoomboot „Kolens", met bestemming naar Z. Afrika, om daar voor het Engelsche leger te dienen. Het blad protesteert tegen deze nieuwe schending van de onzydigheid door Oostenryk. Do „Westminster Gazette" stelt de vraag of dezo kanonnen werkelyk door Engeland gekocht zyn. Er is, zegt zy, geen reden waarom do Engelsche regeering kanonnen zou hebben te koopen in Oostenryk, torwyl het niet onwaarschynlyk is, dat de Boeren dit zouden beproeven, in de hoop, dat hun inval in do Kaapkolonie het lossen van een lading uit een vreemde haven op een weinig bewaakt punt van de kust zou vergemakkelykon. Mis. Cobden Unwin stelt voor, nu minister Brodnck beloofd hooft do vrouwen, dio vrienden in de kolonie hebben, te veroorloven daarheen to gaan, een internationaal fonds byeen to brengen om kost en inwoning te betalen voor haar, wier vrienden te arm zyn om ze kosteloos te herbergen. Zy zelve stort 20 pfi. st. Volgens berichten, uit Amerika ontvangen, Is d9. Yan Broekhuizen reeds een paar maal in Nieuw York opgetreden en ook ln Boston in het Convent dor Young Men's Christian Association. Ook daar legt hy zich er op toe geld voor de Boerenvrouwen in te zamelen! Uit Kaapstad wordt aan de „Daily Express" geseind, dat generaal French aan de Kaapscho regeering zyn bevreemding heeft uitgesprokon dat zooveel Ivaapsche Boeren zich zoogenaamd onzydig houden en haar aangespoord, maat regelen te nemen om de lieden, die wei geren mede te werken om do kolonie tegen de invallers te verdedigon, daartoe te dwingen. Als die Booren dan toch moeten vechten, konden zy wel eens gevolg geven aan do in 1895 door Chamberlain in de Constitutioneele club te Londen gesproken woorden, dat, hoe loyaal de meerderheid dor Kaapsche bevolking ook jegens Engeland moge zyn, zy te veel door banden dos bloeds met de Boeren verbonden Is om niet van ganscher harte met hen mede te gaan en niet de slagen te gevoelen, die aan. hun verwanten in Tran»? vaal en den Vrystaat worden toegebracht. De correspondent van de „Times" meldt, van do bron van de Olifantsrivior, in Heb' Lydenburgsche, dd. 23 Juni: „Do telegraphische gemeenschap met den spoorweg was verbroken, nadat generaal Bloodj van Carolina was vertrokken, daar het! dnmogelyk waa de lyn ongeschonden te1 houden wegens de aanwezigheid van de Boeren in de onmiddollyko nabyheid van de, colonne. Do plotselinge wyzigingen in generaal' Blood's plannen en het verschynen van zyn1 colonnes op don weg naar Ermeloo, nadaij hot plan waa gemaakt om op Amsterdam aan te rukken, verraste de Boeren-regeering,' die zich verborgen hield op 32 K.M. ten ZW«| van Carolina. Generaal Blood zond de cavalerie-, brigade onder Babington op vervolging uit,' maar er was iets moer noodig dan de gewone marsch-snelheid om een licht uitgeruste afdoe-, ling, die 22 uren voor heeft en met Kaapsche kar-' ren en twee muilezelwagons reist, in te balen. Botha trokt van plaats tot plaats met een kleinen aanhang van ongeveer 100 man en.' twee kanonnen en voegt zich slechts by do, commando's, dio hy tegenkomt. Voor het' tegenwoordigs oogonbhk hoeft by eon groot, aantal wagons en veel veo achtergelaleo, die' langs do OJifantsrivier trekken, terwyi hy zelf' in zuidwestelyke lichting op Bethal aantrekt. Sedert is hy waarschyniyk in oostelyko rich'1 ting gegaan." Reuter seint uit Kaapstad: Het verkeoi. met Johannesbuig is op het oogenblik onv militairo redenen beperkt en men heeft de grootste moeite om voiiofbiio/jos voor een doorreis te krygen. Generaal Rawlinson, mot de kolonels Wil-J liams en Hickie, is, volgens een Reuter-tele-i gram uit Klerksdorp, onlangs in de woeiolykste gedeelten van de Magaliesbergen geweest,, die geen Engelsche strydmacht nog bezocht! had. „De Engelsche troepen vonden Boeren' vreedzaam aan het ploegen en zaaion. Zyi verklaarden van meening te zyn, dat do oorlog! te hunnen voordeele was afgeloopen en gaven' zich kalm over." Zusters in de Kampen. Zuster H. Broers schryft van uit hot kampj te Norvalspont aan het beschermingscomlló' „Holpt Elkaar", te 's Gravenhage, ondermeer het volgende: „Eerstens kan ik modedeelen, dat lk zooi gezond ben als een mensch maar zyn kan,' alleen heb ik het erg koud, vooral de nachten en avonden z(jn koud, en dan hebben wy (ik met myn beide helpsters) nog een groote' dubbele tent, doch voor de menschen in het» kamp, die in die kleine ronde tenten wonen,, is het erger. De vorige week hebben wy hier' een paar dagen een verschrikkolyken storm gohad, gepaaid met een zandregen. Door het,' zand kon ik soms geen hand voor ray zien,, tenvyl ik dacht, dat ieder oogenblik de tenten om zouden waaien. Wy krygen nu met veel: lekkers te eten, maar die dagen kregen wy alles met zand. Ook was het bitter koud. „Er is hier workelyk gebrek aan warme, kleeding, kousen en schoenen. De commandantj doet wat hy kan, om in den nood te voorzien,- maar ook voor myn ziekon in do hospitaal tenten heb ik by na mets om aan te trekkon. Van. uit Kaapstad, waar nog genoeg goederen by mevrouw Koopmans-De Wet gedeponeerd zyn,' mag niets verzonden worden vanwege de pest. Zooeven ontvang ik een brief van zuster Bak huis. Deze meldt my, dat ook zy be3t eon party, gooderen kan gebruiken, maar ook zy ontving: nog niets. Ook zy is te Winburg als hoofd van' het hospitaal aangesteld. Do vorige weok had! ik liet zeer druk met m(jn patiënten. Ik had er nogen, waarvan er vier zeer ernstig waren,: twee er van zyn gestorven, doch gisteroni kreeg ik er .weer twee by, zoodat ik volop i werk heb." 1 Het comité der vereeniging „Helpt Elkaar", doet thans nogmaals een beroop op dovrien-j den dor Boeren, daar er noodzakelijk nog een paar. verpleegsters uitgezonden mooton wor den. Zoowel te Kimberley als te Winburg on Norvalspont staan de door het comité uitgezonden zusters aan hot hoofd der kamp« hospitalen, wol een bowys, dat haar werk ge waardeerd wordt. Penningmeester is de heel G. C. Mirandolle, Riouwstraat 12S, DenHaag». Hoor vertrek naar bet Buitenland, wordt terstond een Pension, annex Grossicrderij in Gedistilleerd, ter overneming aangeboden, op het welvarende Dorp ïlillegom. Koopprijs zeer billijk. Brieven franco aan 60s6 2o JOH. A. GERRITSEN, Makelaar, te ïlillegom. 6003 10 81 Nieuwe Rijn. te liuur h f 300.— per jaar met inbegrip van Waterleiding, bevattende: Kamers 1 aan suite, Serre, Keuken, Zolder, Gasleiding en vele gemakken. InlichtingenZoclcrwoudscho Singel 66. 5993 8 Wit liuueu Laarzen eu Schoentjes in velschillende model len. Teimis-schocueu eu San dalen. Extra inrichting voor voeten met gebreken. Donkersteeg 9. 5963 12 op Dinsdag 2 Juli n. s. te 10 uur, in hot Logement „Vaart- en Spoor- zicht", te Noordwykerhout, ten over staan van den Notaris L. A. T. BINNENDIJK, te Noordwyk, van het van circa 11 Hectareu Laud, in den Berg en Daalpoldcr onder, Voorhout naby Piet-Gijzenbrug in 11 perceelen, en van circa 4 hectaren Land, in den IKoogcvecnsclieu polder onder IVoorduykerhout, aan de Trekvaart. In 3 perceelen. BetaliDg kooppenningen 1 Novem-. ber a. a. 5759 19

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1901 | | pagina 10