OUDE VEST 111, W sa p W <1 s Haarwerk Stuiverszeep, Stuiverszeeppoeder en Sodex. No. 1*676 LEIDSCH DAGBLAD, ZATERDAG 22 JUNI. VIERDE BLAD. liaiirkhirponmade, Prijs per pot 3 Gulden. F S BFRRIIYN Kap?er- Nieuwste sysleem om het haar te (ihapoaeeren ea in 7 mijten te drogen, in alle soorten, als: Vlechien, Scheidingen, Toupeis, Crêpes, enz- SIIWICLEN-IAGAZIIN: OUDE SINGEL 138, OPC7RUIMO. D. STOLWIJK, Oude Singel 138. IHI O fl Vereenigde Zeepfabrieken, Rotterdam. Anno 1901. N De Tllburgscbe moordzaak. I' De «aal van de rechtbank te Brede ti stamp: ,'tol, maar doodetil. Onder de aanwszigsn be- [vindt zich ook dr. Van Zlnnlcq Bergman, pestoor van de kerk in den Noordhoek te (Tilburg. Op de gereserveerde plaatsen veel ieau monde, vooral officieren met dames. Be klaagde ie kalm ale gewoonlijk. Mutsaers' verdediger, mr. F. E. Pels RUcken, betoogt, dat er zelden of nooit een inlsdaad gepleegd is, die zoozeer ontroering beeft gewekt in het heete land, zoo gewerkt iheeft op het gemoed van tyjna het heele Neder- landsche publiek. Br ging een schok, een rilling, een ïülvering door hot heele land, en die nam [toe, al naarmate er meer bijzonderheden bekend werden. Want: het slachtoffer was 'een onschuldig rein kind, de oogappel van de ouders, het zonnetje in huis. En, laat ons |het bekennenwU allen hebben hart voor iieder kind, om het heilige, het reine, het onschuldige, hot weerlooze. De diohter heeft het zoo juist gezegd: ,Ala 't kindje binnenkomt, juicht heel het [hulsgezin." Welk gedicht pleiter, als geheel toepasselijk, foordraagt. Zulk een lief sohepseltje ging op dien [herinneringsvollen Woensdagochtend van huis om een brief op de bus te doen en de muziek- jles af te zeggen, - want zy zou uit ryden mogen gaan met de andere kinderen. Zy ging blootshoofds, met een krans van blonde krullen, vrooiyk huppelend, de weinige voorbygangers 'toeknikkend, biy lachende togen de natuur, ]vol levenslust en kracht In een raam van i.Do Zwarte Kuiter" spiegelde zy zich, en streek een lok achter het oor; en toen zyop [die ydelheid werd betrapt, bloosde ze. Onmid- deliyk hierop is zy verdwenen, nergens meer igozlen, totdat ruim twee etmalen later het 'Ontkleeds lykje boven in de kerk is gevonden. Óndraagiyk is de gedachte, dat die heilige ionschuld ontheiligd, dat tintelend jonge leven [Vernietigd is, dat die roz6knop Is bezoedeld, vertrapt. Heinde en ver hebben toen alle J vaders, vooral allo moeders, hun kind omklemd, i ia diep medelyden over den mokerslag, die de 'arme ouders van het slachtoffer heeft ge- Itroffen. Troostwoorden zyn bier banaal; toch achtte pl. zich verplicht, voor don aan- [vang van zyn pleidooi, getuigenis af te leggen [van do hartelyke sympathie by duizenden In den lande voor deze ouders, om oen eenvoudig veldbloempje te leggen op het graf van deze arme verslagens. Zy ruste in vrede I i Pleiter reikt dus In volle oprochtheld de hand aan het O. M., waar by met weemoed [de vreeselyke gebeurtenis heeft herdacht. [Pleiter en de officier hebben hier thans een jzwaren etryd to voeren; zy hebben zich daar maanden op voorbereid; zy zyn tot de tanden (gewapend. Maar beiden willen rldderiyk kam pen, met open vizier. Zy hebben gezwoegd, geleden onder deze zaak, niet zoozeer door de .reusachtige massa stof, maar door het aangrypende. Daarom hebben zy steeds open kaart tegonover olkander gespeeld. Zy hebbon .elkander inzage gegeven van al wat leder nader te weten kwam. Pjeitei brengt een eeresaluut aan zyn geachten tegenstander, den i officier van justitie, en by dankt den president [voor zyn welwillendheid, brengt hem nederig hulde voor de hoogst onpartydige, talentvolle ileidlng. En vervolgens spreekt hy den wensch uit, dat de rechtbank het niet moge laten by het onderzoek, gedaan ln de stukken, of in deze behandeling. Ook pleiters woorden zullen zeor zwak zyn, zwak waar het levensgeluk van den medemensch op het spel staat. Neen, hy roept de rechtbank toe: Leef u in ln de zaak, [alsof alles door u is meegeleefd. Dan ls pleiter gerust, dan wordt een deel van de verant- woordelykheld, die op hem drukt, hem af genomen. Want hoe dieper de rechtbank zich er in leeft, des to eerder zullen de verschillende [Omstandigheden en feiten, op het eerste gezicht iverdacht, dit verdachte voorkomen verliezen. Pletter gaat vervolgens na wat er ln do zaak tegen Mutsaers vaststaat en geeft daartoe een resumé van wat er op 22, 28 en 24 Augustus 1900 te Tilburg ls gebeurd, daarby vooral uitweidende over het eerste samen- jtreffon van den beklaagde met den commis saris van politie, zyn nadere verklaringen tegenover hem en den Btryd tusschen de ver klaringen van den commissaris en die van de familie Van Panhuyzen. 1 Wat het requisitoir betreft, daarvan heeft [pleiter geen indruk, behalve deze: dat de off. [niets weet van wat hy gozegd heeft. Hy [begint maar te zeggen, dat bekl. schuldig is, en om dit aan te toonen haalt hyallesaan, ;ryp en groen. Maar In dat alles rulst pleitor 'ien hy betoogt het ln den broede totaal [alle objectiviteit. De officier heoft bovendien !al het in de openbare zitting geblekene zoo zeer genegeerd, dat pleitor meent, dat hy zyn [requisitoir heoft opgesteld vóór de terecht- izitting. De 17 aanwyzingen brengt pleiter tot '9 terug. En wat hy beslist laakt is het aan roeren van tegenatrydige verklaringen van bekl. tegen zichzelt In het algemeen wyst hy op hot gevaar van overschatting der beteekenis van de details én op de onzuiverheid by het reproduceeren :van de gedachte, waaruit hy oen mengeling van waarneming en redeneoring verklaart. Deze onzuiverheid komt vooral voor by het 'aangeven van tydstippen, waarop het een en 'ander zou zyn gebeurd; ook by getuigenissen 'Omtrent hetgeen men a posteriori heeft ont dekt; ten bewyze diene het zien van do bloedvlekken op dit pakje. Pleiter stelt nu de vraag wat er onverklaar baar en onaannemeiyk ls ln de verklarlngon van beklaagde. Daartoe acht hy het noodig [de gebeurtenissen na te gaan tusschen de [vermissing en het verhaal van beklaagde voor [den politio-commissaris. Pl. herinnert dan aart het speuren van de meid, aan het zoeken van ;de 200 werklieden van Kessels, aan het ver- •moeden van ontvoering. Eerst Donderdagavond zocht men op de kerkgewelven, wat de koster na eenige aarzeling toestond. De pogingen om den beklaagde in tegen spraak te brengen met ztchzelvui acht pleiter waardeloos, tusschen de verklaringen en de opteekenlng er van kan licht verschil ont staan. Wat het wegbergen van het pakje be treft, dat la een quaestie van gewoonte. Niets bewyst, dat beklaagde ln het kerkportaal stond, toen het kind voorbykwam. Getuigen zagen wel het kind, niet den koeter. De koster zegt, dat by op dat oogenbllk naar huls Is gegaan. Dit kan dus niet waar zyn. Pl. meent, dat bet verschil van bloed in de cateohlsmuskamer en op de gewelven niets bewyst. Deskundi gen zeggen, dat omstandigheden de kleur er van kunnon wyzigen. Da mishandeling van het kind kan dus in de catecbtsmuskamer hebben plaats gehad. Waarom beklaagde zweeg? Hy begreep, dat hy gevaar liep door het pakje kleeren en het kerkboekje. Hy had het japonnetje in handen gehad. De bloedsporen zyn gevonden op zyn kiel, boven- en onderhemd. De schilder heeft ge sold met bet lyk zegt men, eerst in zyn kiel, toen ln zyn boven- en toen in zyn onderhemd. Dat ls ongerymd. Schande noemt pleiter van het O. M. de oprakeling van beklaagde's verleden. Onwaar is het, dat het verleden van be klaagde ls, zooals de vooringenomen getuigen doen vermoeden. Al zyn bazen noemen hem een gewoon geschikt werkman en zyn boezem vrienden hebben nooit iets onbetamelyks van hem gezien. Trouwens, wat beteekent dit alles in deze zaak? En wat de gekke vrouw uit Utrecht aan gaat, het effect, dat men met dit vrouwtje heeft willen bereiken, is volkomen bereikt; maar dat is een perfide zaak. En al die verhalen waren getuige Ingeprent. Door wie? Spr. zou dat gaarne weten. Maar een schande is 't. Die vrouw heeft den bekl. een marteling doen uitstaan oen paar uur lang, door te roepen: moordenaar I En die dingen maken indruk op het publiek en op getuigen. Hierop gaat hy na: de quaestie van het vinden van de kleertjes, waarby hy betoogt, dat beklaagde die wel zou hebben verwyderd als hy de dader was in plaats van, zooals nu, die zelf aan te wyzen. Het leggen van hot rose japonnetje en de meest bebloedo kleertjes onmtddellyk achter den ingang van het torentje maakton de kansen van hot vinden byna tot zekerheid en juist op het moment, dat een deel der kleertjes in zyn bezit ls, een ander deel naby zyn verf potten ligt, brengt bekl. zelf de zaak uit. Is het nu niet ongerymd, dat de dader dit zou hebben gedaan Myn antwoord daarop ls, dat, indien de koster de dader is, het ongerymd zou zyn de sporen van het misdryf in handen van den schilder te goven, maar de omstandig heden noodzaakten hem daartoe: bekl.'s eerste woorden aan den commissaris zyn: „ik heb den koster met het kind de kerk zien Ingaan." Dit wordt bevestigd door verschillende go- tuigen, dien den koster op dat moment naar de kerk hebben zien gaan, bevestigd door zyn leugen by zyn arrestatie, bevestigd door zyn verklaring voor de rechtbank, dat hy In den zyingang stond, toen het kind daar kwam. Hierin zit de sleutel der geheels zaak. De koster wist, dat beklaagde hem mot het kind had gezien, begreep, dat de schilder het zou kunnen uitbrengen. Hy moest wel den schilder onschadeiyk maken en dat deed by door Iiom ill do uaah LU Vuil OAtLCli, AUU' dat hy nieta zou kunnon verklappen, zonder solf hot grootste gevaar te loopen. Niets zoo gemakkeiyk als dit. De eckilder, werkzaam in en by do kerk, had telkena iets te maken in het torendeurtje en had den sleutel er van. Daarom werd hot lykje gebracht in het torentje, boven de gewelven. Daarom drie stuks kleertjes niet alles, want dat zou verdacht kunnen zyn, den schilder in handen gespeeld. Niet het rose japonnetje, dat allicht zou worden herkend, maar drie onderkleertjes, die niet herkend konden worden. Niet de meest bebloedo, doch die, waaraan nauweiyks bloedvlekken waren. Dit gebeurde Donderdag avond, toen de schilder al half in den strik verward zat. Langzamerhand en geleidoiyk zou hy er geheel in gehaald mooten worden. Daarom zou de schilder den volgendon avond nog zoo'n pakje krygen, de rost van do kleertjes werd alreeds klaar gelegd in de nis van het torentje. Daar werden ze juist bytyds door den schilder ontdekt, vóór de commis saris kwam, anders was hy reddeloos ver loren geweest. Wat beteekent die streep groene verf? Dit is in deze procedure nooit opgehelderd, maar beklaagde had geen groene verf tot zyn be schikking. Hy meent," dat men opzettelijk vsrf aan de kleertjes heeft gedaan. Of dit waar is, laat pl. daar. Haar red«n hooft bekl. zeker, dit te denken. Zeker is bet, dat bekl. ln deze zaak ls gehaald. Deze verklaring verklaart alles, wat andors onverklaarbaar is. Het systeem van den officier verklaart niets. Wat bekl. aan vreemden en bekenden alzoo heoft gezegd, bevestigt deze vorklaring. Dadeiyk, overal en aan iedereen riep hy uit: „De koster wil er my in laton draaien, maar dat zal niet lukken, ik heb het aangegeven. De koster heeft ray een pakje gegeven, hy wou or my in laten loopen". Hy wikte en woog zyn woorden niet, handelend in hevige gemoeds aandoening. Er was oen opkomend onweer, toen hy tot de ontdekking kwam, dat het de kleertjes van Marie Kessels waren en dat deze boven in de gewelven lag, toen was hy als door een bliksemstraal getroffen. Hy was de vlieg, die in het spinnoweb was gevlogen en nu de groote spin op zich zag afkomen. De opzet is gelukt. Beklaagde zit hier nog l Is het wonder, dat beklaagde thans ieder wantrouwt, zoowel den officier als de recht bank, want hy gelooft, dat ieder hem dieper er in wil halen 1 Te ruim éón uur, na dus ruim drie en een half uur onafgebroken met vuur te hebben gesproken, breekt pleiter zyn rede af. Na de schorsing der zitting wordt het pleidooi om kwart vóór drleön hervat. Het ls nu •moorheet in de zaal. De beklaagde ging vóór de pauze weenende weg. Pleiter begint nu met de verklariDg uit te spreken, dat de koster den moord gepleegd heeft. Aanwyzingen: primo het getuigenis van Jongbloeds, die langen tyd verklaarde, dat de koster hom dreigend en verwilderd aankeek, toen hy hem zag. Voordat hy de kerk uit was, hoorde hy nog twee zware zuchten. Toen de koster werd gearresteerd, riep Jong bloeds: „O Clod, lk had het kind nog kunnen redden!" Tot getuige Bergmans Botermans, wethouder te Tilburg, zei by: „'t Was de koster; thans, na zyn arrestatie, bon lk hierin bevestigd Een „onbekende" vrouw heeft Jongbloeds aan het twyfolen gebracht. Merkwaardig, dat hy toen al heeft gezegd: „Zou do dader een masker hebben opgezet?" Eenmaal op het hellend vlak van twyfel, is Jonfbloeds verder gerold; zoodoonde hoeft hy in de publieke zitting eindeiyk gezegd; „'t Kan evengoed de schilder als de koster z(|n geweest." Er ls in deze zaak eon zekere invloed werkzaam geweest; er ls instructie gegeven in «on bepaalde richting. Eonduit zegt pleiter: „Pastoor Van Zinnicq Bergmann heeft op eigen hand instructies gegeven." Pleiter zegt dit zonder insinueeren dat het hoogst gevaariyk is dat een man van invloed vragen stelt aan onontwikkelde ge- tulgen, aan menschon die allerlei dingen ver klaren om hem te believen. Zoo is de ver klaring van vrouw Panhuysen on andere be vangen getuigen ontstaan. Onbetwistbaar is het, dat de koster Woensdagmiddag te 12 uren de kerkdeur heeft gesloten. Zeer verdacht I want do deur mag niet worden gesloten. Het „Angelus" is niet op tyd geluid. Woensdag avond hoeft er licht gebrand in de kerk aan de zyde van het zangkoor. Waartoe diende dit? Gewerkt word er niet. Wie deed het licht branden? 'tKan slechts de koster zyn geweest, die don sleutel van den eenigen toe gang tot die plaats had. Waartoe dit licht ls opgestoken? Niemand weet het. Misschien om dè kleertjes te verbergen. In deze zaak zyn rare dingen gebeurd. Ge- tulgen, die iets gezien hebben wat bezwarend was voor den koster, draalen om, sommigen komen eenvoudig op hun verklaring terug, anderen komen met feiten, bestemd don be klaagde te bezwaren, en dit gaat zoo door tot zelfs voor eenige dagen. Ja, zelfs in den laatsten tyd, toen de getui gen de dagvaardingen beteekenden, komen ver schillenden met nieuwe verklaringen. Dit alles is niet te verklaren, doordat men in den be ginne geloofde aan de schuld van den koster ten gevolge van zyn arrestatie. Pl. gaat de houding van den beklaagde on die van den koster na. Onmiddeliyk na de arrestatio zegt vrouw Panhuysen den koster te hebben aangeroepen. Hy liep door in gebukte houding, die haar opviel. Op het moment van zyn arrestatie was de koster zóó yskoud, dat zyn kalmte verdacht werd; hy hield zich te goedl Hy heefc niet eens gevraagd waarom hy werd gearresteerd. Dit is in casu zoo byzonder verdacht, waar wy te doen hebben met een karakter van yzer en staal. Op het moment, dat pleiter een onderzoek wegens meineed vroeg, deze week, ter openbare terechtzitting, was er niets aan hom te zien! Dezelfde zelf beheei selling heeft hy overdreven; juist hierom zegt pl.Hy heeft den doodslag gepleegdl Had beklaagde het gedaan, dan had hy sporon van tiüi mitraryi uiom-u.. koster niets van het misdryf hebben boraorkt? Do koator zou, haddo hy iets van don schilder geweten, onmiddeliyk naai den pastoor zyn geloopen. Pl. reconstrueert hetgeen er naar zyn meening wol is gebeurd. Marie Kessels is gezonden naar den organist om de muziekles af te zeggen; zy hoeft den koster by de kerk ontmoet en gevraagd of de organist daar was. De koster is toen met haar gaan zoeken op het zangkoor en toen do organist daar niot was, is zy gelokt naar een dor vertrekken van de sacristie, de cate chismuskamer. Daar heoft de violatie plaats gehad, daar is zy afgewasschen. Z'J is toen gesust en meegenomen naar benoden om mee naar huis te gaan. Maar in de kerk ls zy gaan jammeren on kreunen vandepyn. Juist kwam Jongbloeds binnen, dien men in het portaal hooide aankomen. Do ko6ter had den tyd zich met het kind te bergen op het zangkoor on toen het zich daar met stil hield, hooft hy het bewusteloos geslagen en gesmoord en waarschyniyk later eerst met het kleedje geworgd. Daarna heeft hy het lykje tydelyk verstopt, ia naar huis gegaan om zich to vorkleoden on oen ander pak aan te doen. Merkwaardig is, dat het pak, dat op hom is In beslag genomen, geheel nieuw was, en dat het hemd, dat hy aan had, schoon was. Door al die bedryven is het „Angelus" niet op tyd geluid, da kerk gesloten, liet lykje ontkleed en naar boven gebracht, 's Avonds is hy in de kerk geweest om de kleertjes to verbergen. Aan dezo hypothese behooft men niet to gelooven zy behel3t althans alles wat in de procedure aan hot licht is gekomen. Pleiter neemt aan, dat do schilder goen aandeel in de zaak heeft gehad en dat hy or niet meer van woot dan hy heeft verklaard. Had hy geweten, dat do koster hot kind had vermoord, dan zou het onbegrypeiyk zyn, dat beklaagde het pakje heoft aangenomen en naar huls meegenomen. Dan ook zou hy zoolang niet hebben kunnen zwygen. De vervolging heeft den koster vrygolaten en beklaagde ge houden, door groot gewicht te hechten aan de inlichtiugon omtrent bekl.'s verleden en door per80oniyke indrukken van den oen en den ander. Bakl. zegt altyd te veel en komt daardoor in Btryd met de waarheid. Wordt hy geprikkold, dan slaat hy tot een uiterste ovor; hy is zenuwachtig, denkt altyd, dat men hem wil vangen en zoekt uitvluchten. Pleitor geeft hiervan tal van voorbeelden, waaronder ook de geschiedenis van het kerkboekje. Daartegenover stelt hy den koster, een man van yzer, dio door zyn vastheid en be slistheid indruk maakte. Nu is gebleken, hoe hy met een stalen gezicht leugen op leugen stapelt. Daar komt by het omdraaien van verschillende getuigen. In plaats van zich te houden aan de eerste verklaring, hecht de vervolging waarde aan hetgeen zj naderhand erby voegden. Ten «lotte het bloedonderzoek. Dit heeft de deur dichtgedaan. Pl. heeft de waardeloosheid er van straks reeds aangetoond. Zoo ia bekl. ten gevolge van een noodlottigen samenloop van omstandigheden nu reeds tien maanden in preventieve hechtenis. Meer dan ooit te ▼oren is aangetoond de noodzakelykheid dat een verdachte in de instructie door zyn raads man worde bygestaan, geiyk door prof. Simons in het Paleis van Justitie, naar aanleiding van het in arrest houden van Mutsaors, opnieuw welsprekend werd aangetoond. De instructie ia oen stryd van don zwakke tegen een ont- zagiyke overmacht! De onschuldige is niet altyd in staat zyn onschuld te bewijzen! Eerst heeft beklaagde zyn onschuld hevig be tuigd, dagelUks brieven schryvende, wachtende met het geven van uitlegging. Eenzame nachten en dagen siyt hy; zyn stem wordt zwakker en zwakker, totdat stllto des grafa intreedt. Aan zyn moeder schryft hy: „Moeder, schryf me niet over de zaak, want anders bereiken uw brieven me niet." Is dat niet verschrlkke- lyk Dit is de moderne pynbank, die den geest moet afstompen l Geen wonder, dat beklaagde na tien maanden niet meer weet waaraan zich te houden. HU had niemand om hem te troosten, totdat zyn raadsman kwam. Toen herleefde zyn energie! zyn eerste woorden waren: „Mynbeer, ik ben onschuldig; ontmasker degenen die my beschuldigen I" „Edelachtbare Heeren," zoo vervolgt pleiter, „wy dorsten, wy smachten naar licht! Maar intu8schen mag beklaagde niet langer worden gemarteld. Niemand heeft schuld, dat hy zoo lang heeft gezucht, maar gebleken is thans, dat er veel meer aanwyzingen tegen den koster zyn dan tegen den schilder." Pleiter concludeert derhalve tot vryspraak met onmlddeliyke in-vrijhoidstelling, subsidiair met bevel tot invryhoidstelling by de eind uitspraak. Hy vraagt dit op grond van art. 227 juncto 133 W. v. S. In ademloozo stilte had het publiek dit welsprekend pleidooi aangehoord. Beklaagde snikte gedurig. Hierop volgde de ropllek van het O. M. De officier wyst ln de eerste plaats nog maals op het feit, dat beklaagde Van vermis sing sprak, toen die nog niet bekend was. Secundo: beklaagde heelt in de eerste ver klaring gezegd, te hebben gezien, dat het pakje meisjeskleeren bevatte. Ook de overige aanwyzingen houdt officier vol, speciaal, dat beklaagde, ondanks zyn verwondering, dat het torentje openstond, dit feit niet meedeelde. Spr. vergelykt nogmaals de togenstrydigo verklaringen van beklaagde met elkaar en houdt staande, dat die tegenspraak wel dogeiyk als presumptie van schuld mag worden aan gevoerd tegen hem, zoo byv. de zeor ver dachte omstandigheid, dat beklaagde, na dit eerst te hebben ontkend, later heeft mede gedeeld te weton, dat het korkboekje zich in den zak van do vorraooide bevond. Dat do koster den beklaagde zou hebben willen betrekken in hot misdryf, acht spr. onaannemeiyk, omdat do koster niot wist, wat de beklaagdo met het pakje doen zou. Ieder ander waio onmiddeliyk mot hot pakje naar de politie geloopen. Het eluilen van de keik om 12 uur door den koster, gelooft &nr., .JAAkvl-». Jiiljiimanl Hai- ila IMA! «»J Juut zich ju dan tyd vergissen. Hot licht 111 da kerk kan hU niot verklaren, maar hu acht 't mogelUk, dat het beklaagde was, die in het koor was geslopen. De koeter was zeer natuurlijk kalm. Niet de persoonlUke Indruk heeft bU het O. M. beslist, maar 't vinden van voorwerpen bU beklaagde ln verband met de andere aanwijzingen. Spr. persisteert ten slotte bU zUn requisitoir. De verdediger mr. Pels RUcken, kort duplL ceeror.de, herbaalt dat eerat na vier rnaandea de beklaagde over het kerkboekje is onder- vraagd. Vrouwen ale Anna Beyer en Van Lieshout vertrouwt pl. niet en wel onnlat in de geheime zitting duidelijk haar doodeiyko haat tegen Mutsaere is gebleken. Ongevraagd zei ze toen: „J|) bent ook protestant ge- worden!" toen dit in het geheel niet ter sprake kwam. De bloedsporen kunnen niet door den kiel en het vest van beklaagd» tot in zUn hemd zyn doorgedrongen. Zonder den koster kan beklaagdo met door do kerk op het koor z||n gekomen, om 'a avonds daar licht aan te steken. De overgave der kleertjes door den koster aan den beklaagde, door het O. M „onaan- nomelUk" genoemd, acht pl. voor don koster noodzakolUk om de schuld van zich af te werpen. De balans opmakende, acht plei ter den koster het zwaarst onder vei denking, omdat hy 't kind kendo, den sleutel had van allo vertrekken, en ook wegens vele onwaro verklaringen, door hem afgelegd in de in structie. HU begon zeJfa met een groote leugen. Op de vraag: Wanneer heb je 't kind ge zien? antwoordde hU: Om halfelf, van de kerk naar de richting van 't huis Kessels gaando." Dit was zéé onwaar, dat do heer Keesels direct dacht: ,De koster la met zuiver." In do geheele instructie is de koster voiba- zond laconiok; hU zegt niets of zeer weinig 1 BU de confron'atios is zyn houding zoo onna tuurlijk mogelUk, akelig, Uzingivekkond kalm. Pleiior besluit: „Na het geheels drama bier to hebbon zion opvoeren, is meer licht gekomen! WaaischUnlyfc is naurolyk geworden, dat ri« koster scliuluig is. De koster was hier 111 een mooi gesneden jas, Mutsaers in liet boevenpakje. Maar ondanks allo omstandigheden in beklaag- des nadeel, is beklaagde good afgekomen van deze openbare terechtzitting, do koster zeer slecht. Pleiter persisteert bU zUn conclusie vryspraak, teiwUl hU de vurige bode tol de rechtbank herhaalt „Dringt, Edelachtbare Heeren, door tot in de diepste diepten van deze procedure" on een beroep doet op de boven alle verdenking van partijdigheid, maar ook boven alle paitijsehap- pen verheven onkreukbaarheid der Nederland- - echo justitie. i Een krachtig applaus en bravogeroep van de zUde van het publiek volgden op pleiters i Jaat6te woorden, ten bewUze, dat het audito rium onder den indruk was gekomen van I mr. Pela KUcken's gloedvolle verdediging. Het onderzoek werd hierna gesloten ver klaard en de uitspraak der rechtbank vastge- l'if'urên. v-rl<'<-" «a-iimi. des voormiddag» te welke aan rood en grijs haar de gewenschte kleur geeft, als blond, lichtbruin, bruin en zwart; is ge heel onschadelijk, maakt geen vlekken op de huid, neemt de roos weg en is evenzoo gemakkelijk te gebmiken als gewone Pommade. VERKRIJGBAAR BIJ; t. J. Pt DslU 111, Kort-Rapenburg 2. - LEIDEN. - 57S2 70 W egens verplaatsing van hel NAAR OVERZIJDE worden alle RIJWIELEN met extra korting Special© Inrichting voor all© Reparation. 5791 30 Een zuinige Huisvrouw gebruikt steeds Overal verkrijgbaar. m W Zendt Uwe strookjes voor de 8ste Premieverdeeling (2000 prijzen) vóór December a. s. 6769 36 NAAMEOOZE VEXJTOOTSCIIAr

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1901 | | pagina 13