'Beurs van Aiast "Clt do „Staatscourant." Kon. bealuiton: Aan mr. B. G. ten Pol op /[jn verzoek, mot ingang van 1 Juli e. k. eervol ontslag verleemt ale notaris to Oss; aan mr. L. E. A. baron Sloet tot Olilhuis, op zijn verzoek, met ingang van 1 Juli, eervol ontslag verleend uit zijn betrekking van vice-president der arron- dissements-rechtbaak te Haarlem, onder dankbe tuiging voor do iu rechterlijke betrekkiogen be- wozeu diensten. Benoemd tot vice-president der arrondissements rechtbank te Haarlem, mr. J. do Clerok van Weel, thaus rechter in gemeld college; tot notaris binnen het arrondissement Utrecht, ter standplaats do gemeente Yv'ijk-bij-Daurstede, W. J. Kylstra, cnndidaat-notaris te "Waalwijk. Met ingang van 1 Juh, bjj het departement van koloniën bevorderd: tot hoofdcommies, de com miezen G. B. van Aaken Bzn. en A. W. Cremor; tot commie3, do adjunct-commies J. H. F. Stieler; tot adjnnct commies, de eerste klerken CL J. R. Geradts en W. F. Gerdes Oosterbeek. Toestomming verleend aan: J. C. van Voort- huysen, burgemeester der gemeente Koudekerk, provincie Zuid-Holland om tot 1 Juni 1902 te Leiden ,to wonen; O. B. Wisboom, burgemeester dor ge meente Noordelooa, Hoornaar en lloogblokland, om tot 5 December 1903 te Gorincbem te blijven wonen, en D. B. Wijckerheld Bisdom, burgemeester dor gemeente Kortgene, om tot 1 Mei 1904 te Oolijr.splmit te blyven wonen. Bepaald, dat de commissie tot bet afnemen van het eindexamen aan de adspirant-administrateurs dor 1ste afdeeliug in dit jaar zal z(ju samengesteld als volgt: voorzitter, tevens lid, de hoofdinspecteur van administrate P. F. van Wage; leden, de inspecteur van administratie J. W. Grocnoyk ca de officieren van admiuistratie der lste klasse J. A. Grootendorst, J. S. de Bruyn en R. F. baroa ,vau Heordt tot Eversborg; adviseerend lid, de officier van administratie der lste klasse S. J. A. Deyll, geplaatst bij de opleiding van adspirant- admioistrateurs; secretaris, uitsluitend met bet eecretariuat belast, de officier vau administratie der 2de klasse, P. A. Kempen; plaatsvervangend lid, do officier van administratie der lste klasse A. Meulemaus. Aan den beer M. de Leao Laguna, voorlezer •n predikant der Nederlandsche Hervormde lsraelte- tische gemeente op bet eiland Curasao, vergunniug verleend tot hot aannemen van het ordeleeken der derde klasse van het Borstbeeld van den Bevrijder, hem door het Hoofd der Republiek Venezuela geschonken. De Amboineesche sergeant by bet korp9 mare chaussee J. Komeutas (aJg. at. No. 36687), ter zake van zijn gedrag bij de krijgsverrichtingen ter Noord- en Oostkust van Atjeh, gedurende het tijdvak van 1 Juni tot 25 October 1898^ alsnog benoemd tot ridder 4de klasso der Militaire Wil- .lemsorde, met intrekking van de hem ter zelfder i zake bij het Indisch Gouvernementsbesluit van 2 October 1899, No. 3, toegekende eervolle vermelding. De mot verlof in Europa aanwezige lste luitonant der infanterie van het ieger in Nederlandsch-Indiö G- van Greuningen, ter zake van lickaamsge- .breken, met ingang op lJuli 1901, eervol uit den militairen dien3t ontslagen, met toekenning van pensioen. De ministers van justitie, oorlog en water staat verleenon deze week geen audiëntie. De minister van financiën maakt bekend, dat ten behoevo van 's Rijks schatkist uit Rotterdam is ontvangeu f 3000 ter voldoening van verschul digde bedrijfsbelasting over 1901/1902. Een nieuw «oliüul. Het „Hbl." hooide al gowagen van de vol gende ministerieels combinatie, natuurlek louter op gissing berustende: Buit. Zaken :mr. "W. graaf van Bylandt. Justitie: mr. J. A. LooffL Binn, Zakendr. A. Kuypor. IMarine: G. Kruys. **1 Oorlog: generaal J. "W. Bergansius. 'Financiën: mr. Th. Heemskerk. Waterstaat: J. P. Havelaar. Koloniënjhr. mr. T. A. J. van Asch v. Wyck. Transvaal en Oranjc-Vrysiaal. Mevrouw Botha heeft Zaterdagmiddag Den Haag weder verlaten. De heer Fischer on zyn zoon reisden wederom met haar terug naar Brussel. De lieeren Bredell, dr. Heymans en De .BruUn deden haar uitgeleide aan het Hol- landscbo Spoorstation. Men meldt uit Den Haag: s- Yan de gelegenheid, dat de heer Abraham Fischer, hoofd der Zuidafrikaansche deputatie, :zich heden, vóór zijn vertrek met mevrouw ;Botha naar Brussel, op het perron van hot Hollandsche Spoorstation bevond, heeft een journalist, die meermalen met hem In aau- iraklng kwam, willen profiteeren om te trachten iets te weten te komen betreffende bet onder- •houd, dat de echtgenoote van den beroemden commandant-generaal met den staatspresident Kruger heeft gehad. i Maar de beer Fischer heeft den „kranto- Tnensch"zooals hy de heeren van de pers 'gaarne aanduidt allerbeleefdst, maar aller- beslist met een kluitje In het riet gestuurd. („Wy zeg nooit iets van ons privaatzaak nie; |wy zul toch nie ons eigen zaak bederf nie voor de nieuwsgierigheid van het publiek." Do krantemensch wees hem echter op telegrammen in buitenlandscbe bladen, dlo toch biykbaar wel iets meer wisten en volgons wolko, na het vertrek van mevrouw Botha, van president Kruger een gewichtige beslissing te wachten was. Dat bewyst alleen zei de heer Fischer met een fijn glimlachje dat in het buiton land de phantasie van de journalisten een beetje brutaler Is dan in Holland.... Maar wilt u my dan éón vraag boant woorden, mynheer Fischer? En die ls? 18 in die paar uren, gedurende wolke movr. Botha zich met den president heeft onder houden, do gewichtige quaestie, welke gobeel Europa vermoedt, nameiyk van een oplossing van don toestand, ter sprake gekomeö, of is dit bezoek slechts een beleofdheidsvlsito geweest, do voorloopster van een eigeniyk politiek onderhoud, dat later dan zou plaats hobbon by terugkomst van mevrouw Botha in Den Haag? Mynheer Fischer druktehóól hartoiyk de hand van den krantenmonsch tot afscheid, maar hy het niks gezè niol.... v - Naar mon meldt, ls president Krugor voor nemens, 20 dezer Rotterdam te bezoekon. Naar mon on9 uit Den Haag meldt, zal president Kruger nog gerulmen tyd ten huize vau don lieer Wolmarans, op wVilla Nuova", aan don Scheveningochen Weg, biyven door brengen. President Krugor woonde Zondag do voor- middaggodsdienstoefenlng by in de Groote Kerk ondor gehoor van da. Vermeor. 17 Juni igoi. Do Beurzen te Londen en Amsterdam waren heden •williger op Nieuw-York, doch het elot was zeer levendig en pryshoudend voor Natio nale en Buitonlandsch fondseD, uitgezonderd Brazilië. Tabak kalm. Petroleum zw|l^ Myn- watyujen beter. 81^tko^sent pCU N»d. Corf. Nat. ScLuLl,.LV."L.,27* ObUpatiJu8 OoDgaxiio, Le^ü. Ln Zilver 1389 4.J* Oos tem. li -nte iu Pap. MeL'Nov. 6 Zilv. JaD.'Jull.,6 Port., O.B. 185384 mot Ticket 3 dito dito 188839fjf dito dito 1890i dito dito Tabakaleonlng Rusland 1S91 BinjntiLA 1880 Kb. G2ö.A 1667 09 100.A lSS9Rb. G25,2docerioOanal.A 6 Kruibbie 189J Kb. 025.A Spanje, übl. Porp. Schuld..,, .A Turkije, ObL OcprivilA geconverteerde oorie D.-. .0.. Mexico, lilxm. A'doibary2vacr..ö Bnmlii, 1889A lundiBg Loeuiuc 1893.5 Columbia lOO—500Ij* Vonozuola. ObL 1881 100,A 500...A Peru v. Corp. OblQ CorLv.prcC.Aaud. Italid, OLL Zuid-Kal. Spoor..,3 Polou W, Woon ju 1900 Aand. Portugal, Bolra Baixa3 Rusland, Obl. Wl&dik. 1890,98. A lljaaan-Ur. K.635.A 1890i A and. N. Air. Hdudolaveroouig. CulL 11 ij. Vorotonlaud... - t Kon. Petroleum bronnen. JDordtachc Petrolenmi - Oowooe A&nd. SchibaJeÉf,..,., - Aand. Sumatra Paljmbang. Moearu Enim N. W. ii Pao. llyp.-B. Sobuldbr. Maxwell, O. v. A- Incomebond 0 Prior Ij. C....,- Aand. EolL Uaoren Spoorweg. MÓ.to Expl.v.SUatapw. Obl. Ned. Contr. Sp. lüOO8 Aand.N. Zuid-A'r, Spoor OorL® Obl. 1899 4 Obl. Boxt 1-Wowj1 1676 80 goot, Aand. Ani-jrikaaiJ3fibo Vaart. Kottero. Lloyd Amerika Aand. Atokison Topoka PtöL Oblig. y A Adjot. p A Cbee. Oliio, C. v. Clevel.-iViaon afgoot. A Aand.Donv.KioQrando p Plor.Ctr.&Peniné St..Loaia<xSanFr.sew.A «n ,2epr. A v Aand. Iilia..Kanaka Tuxaa n ÖbL v ,lehyp,A Aand. Erie Spoor D 2o prol Erio Sp. On.ano& Westora. NorC. Weet C. v. Aand. f SouthPao. C. Oew. Aand. OomLObLA llullw. Co. gew. A Union l'ao. Car tv. Aand, n Prc^- Aand Houding C. C. v. Aand.. 2o prei. United States SL C. v. A Wabaah Sp C.v.gowA, r praLA, Kauaau City Soutb. Rw. A.« Prei. Aand. le Hyp. ObL....3 Hongarije, Thcis.-LotenA T nik ij o. Spoorw. Loten Spanje. Madrid Loten8 Asaban T&ludeuw Aand. Pr. Doli ïabakMj)Aand. Dull-Oultuur-Maatsobappfl Cert. v, Aand. Aeadaburg. Aand. Kwala pesa. Tabak Mj), Ned. Iud. Mijnbouw Aand.,., Aandeden Rotterdam-Dell. Vor. koer?. 78 H 03? a 8476 82/fa BI he «4 H 35Ka 29^ i 84 H 60>6 86 100IA 8536 86>6 67 93 H 24?6 26?f 40'aja 69X 94 15 M 3238 32 X 6 19?* 60 U' 108M 6576 97)6 86?6 8676 113 601* 392 133?* 13 9X 7276 148 80 976 16? 6 72 112 1151* 86/fa 180 017* 8076 10776 11976 8776 101 1017*1 95 48?* 3776 '5276 1676 48?* 7276 3176 9776 8576 43?a 68)6 3776 64?6 6076 9276 33/6 112 4976 23?* 4276 2l7i« 4i% 69% 120 2676 40?* 140J6 68)6 89?* 675 ÏO 121 278 Koon boden, 797* 93% 8476 8276 8176 24,'u 8676 100% 8676 9676 63 407* 70 84?*. 167» 8276 5 19% 687* 10376 394 134 148 976 15 72 112 027* 87% 102 5276 4676 729i 31% 87?6 43% 37)6 6476 6076 3376 11374 46)6 5776 4976 2iH 427* 21% 4376 6876 237* 4176 14074 687* 121 273 Amsterd.-RumoDië 15J* I Hannover-olie 116. Oostenrijk. Paplor /20.Ö5 dito Zllvor *20.05 Franscbo fi7.60, Livoreo KlJksmaik *53.05 ltussen Zilvoron Iioobols *1.25 dito luOoudenRoobela* 1.697* Prolongatie 2>* 3 pCt. Weerbericht van 17 Juni. VerwachtingMatige noordeiyke wind. Op klarend weer. "Weinig verandering in tempo rat uur. CORRESPONDENTIE. - v. I.l Yoor het nommer van heden te laat ontvangen. ACADEMIE NIEUWS. Lelden: Heden ls alhier bevordord tot doctor ln de rechtswetenschap, na het ver dedigen van Stellingen, de hoer K. van Hin- loopon Labberton, geboren te Doesburg. Geslaagd zyn: voor het propaedeutlsch examen ln do geneeskunde, de heeren I. Jacobsen en F. H. ter Poortenvoor het doctoraal examen in de Noderlandsche letter kunde, de heer J. A. N. Knuttel; voor het examen volgens art. 86 der wet H. O., de heer W. A. M. Kalkman. Groningen: Bevorderd is na verdediging van het proefschrift: „Bydrage tot de beoor- deeling van don Willehalm", tot doctor ln de Nedorlandsche letteron mejuffrouw J. M. Nas sau Noordewier, geboren to Heerenveen, leerarea aan do Hoogore Burgerschool voor meisjes te Leiden. Amsterdam: Bevorderd zyn tot arts de heeren A. Bouman geb. te Nieuwenhoorn, J. Fraser geb. te Schoondyke, J. R. van der Vliet geb. te De Ry'p, J. de Jongh gob. te Haring- carspel on geslaagd voor het eerste gedeelte de heeren J. C. Peters, H. F. Floischer en A. J. P. van den Broek. - Prof. dr. H. O. Rogge begon Zaterdag het laatste door hem te geven college, dat werd bygewoond door den rector-magniflcus, do hoogleeraren en eenlge oud-hoogleeraren van de litorarische faculteit, mot er aan te herinneren, dat voor hom het hora heeft ge slagen. Hoewol het scheiden ook by hem weemoodige govoolens opwekt, zeide prof. Roggo van oor deel te zyn, dat de wetgever wy> deed door den 70-jarigen leeftyd als grens te stellen voor de openbare werkzaamheid van den hoogleeraar. Gebiedt do wet my thans voor oen jongeren man plaats te maken, ik doe hot met volle berusting, zeide hy. Prof. Rogge gaf vervolgens een uiteenzetting van de wyzo, waarop door hom onderwys was gegeven gedurende zyn ambtsvervulling als gewoon hoogleeraar ln de geschiedenis, aan de Amsterdamsche universiteit, van wolko ambtsvervulling hy vooraf wist dat zy slechts tien jaar zou kunnen duren, en waartoo hy geroepen werd na vele jaren met de univer siteit in betrekking te hebben gestaan in zyn hoedanigheid van bibliothecaris. Dit laatste college was voorts gewyd aan een aanduiding van de plaats, die de geschie denis behoort In to nemen ton opzicht© der andere wetenschappen, moer in het byzonder aan de verhouding tusschen do geschiedenis en de letterkunde. Deze beide zyn te beschou wen als zustorwotfciwchappen, doch men be- houde zo geheel zelfstandig. Verder behandelde spr. o. a. de wyzo, waarop do bevoegdheid tot het dücceren dor geschiedenis door de wet wordt verleend aan do literatoren, en wees daarby op de leemten, die ln dezo bestaan. Aan het eind van zyn voordracht gekomen, sprak de hoogleeraar woorden van afscheid tot do studenten, de verzekering gevende dat zy hem steeds bereid zullen vinden, wanneer hy hun van dienst kan zyn. Daarna richtte hy het woord tot zijn ambt- genooten, in de eerst© plaats herdenkende twoe mannen, die aan hun kring waren ontvallen, Pierson en Spruyt. Al sluit de wet my IhaDS buiten uw kring zoo sprak prof. Rogge ongevoer de band tusschen ons behoeft gelukkig niot te worden verbroken, waar wy biyven dienen éón weten schap en er bovendien nog oen zaak is, dio ons allen tor harte gaat: de bloei der Amster- damsche Universiteit. Prof. mr. D. Josephus Jitta, rector-magni flcus, sprak daarna den scheidenden hoog leeraar toe, namens den Acadomischon Senaat uitdrukking gevende aan een gevoel van weemoed en waardeering. Eenvoudig en rustig la deze plechtigheid geweest, het is do rust van een ervaren gids, die de reizigers weet to voeren tot de hoogste toppen dor wetenschap. De rector eindigde met den wensch uit te spreken, dat prof. Rogge nog lang getuige mag zyn van den bloei der Universiteit en nog vele jaren mag zien, dat dankbare leer lingen don weg bewandelen, die door hem werd gebaand. Prof. dr. O. M. Kann, sprekende uit naam der literarische faculteit, sloot zich aan by de woorden, door don rector gesproken. Hy wilde thans den blik niet alleen richten op het voiieden en het heden, doch ook in de toekomst. Spr. deed uitkomen, dat de hoogst belang- ryke sluitrede van prof. Rogge niet alleen oen blik gaf op zyn methode, zyn liofde voor zyn leerlingen en voor do wetenschap, doch ook op de krachten, waarover de aftredende nog beschikt, en daarom verwachten wy nog veel voor de toekomst ook in vorband met de aanvulling der leemten, waarop gy hebt gewezen zoo eindigde prof. Kann. Mogo het u gegeven zyn vele dier leemten te zion aangevuld. Namens de loorlingen en oud-leerlingen richtte ten slotte de heer Yan der Meulen woorden van dankbaarheid en waardeering tot den leermeestor. .Programma van Muziekuitvoeringen. ZOMERZORG. Dinsdag 18 Juni, te halfncht te geven door bet Stafmuziekkorps vau bet 4de Regiment Infanterie, directeur de beer W. van Erp. Eerste afdeeling: No. 1. Mecklenburgischor Grenadier-Mareob, Froinmann; 2. Ouverture ,Le ltoi l'a dit", Delibes; 3. ,Lea Erinnyes", Massenet; 4. Fantaisie sur l'Opéra: ,Sameon et Dalila", Saint-Siieus. Tweede afdeelingNo. 5. Ouverture .Guillaume Tell", (arr. W. van Erjp), Rossini; G. o. Menuetto (arr. Vink), Paderewaki; b. Gavotte, Seidel; 7. ,La Rose Hongroise", Valse, Schmeling; 8. Fantaisie sur ,La Bohème",, Opéra de Leon cavallo, Van Erp. Noa 1, 7 en 8, eerste uitvoering op „Zomerzorg". De Tilburgsclio moordzaak, Op den vierden dag der terechtzitting stond het publiek weer dicht opeengepakt achter de balustrade. Allereerst wordt de vader vau het vermoorde mel6je, Marinus J. H. Keseels, gehoord. Getuige is biykbaar nog diep ODdcr den indruk van de ontzettende ramp, dio hem heeft getroffenhy antwoordt echter kalm, met heldere stom. Hy is een man in de kracht van het leven. Op den dag van de vermissing van zyn dochtertje is get. eerst om 6 ureu 's namiddags thuisgekomen. Dadeiyk heeft hy alle pogDgen aangewend om het kind te vindon. Get., die is opgeroepen door do verdodiging, wordt verzocht te verklaren, hoe alles is geschied, toen de koster te zynent ia gear resteerd. De commissaris zei, dat de koster het kind had gozlon. De pastoor vroeg toen: „waar?" Van Isterdaal antwoordde: „Ik zag het om halfolf van de kerk naar huis gaan." De com missaris zei toen tot den koster: „Gy zyt myn arrestant". Dit is do moordenaar, voegde by or by. De koster zei: „Dat ls sterk I U zult wel abuis hebben." Hy bleef echter nogal kalm en vroeg waarom by werd gear resteerd. De president vraagt, of get. zekor weet, dat do koster zeide, tlat hy Marietje van de kerk naar huis had zien gaan. Getuige: „Ja, stellig, lk was toon nog niet opgewonden." Get. verbetert de verklaringen zyner dienst bode. Hy zegt, dat niet alle drie do kinderen in de kerk zyn geweest om wywator to halen, alleen Bertlia Marietj© wachtte in het rytuig buiten. Rechter Hoeffelman: „Heeft de pastoor Yrydagmlddag na de misdaad iets tegen u gezogd?" Gotuige: „Ja, de pastoor zei: „Ik geloof, dat de koster een groote misstap heeft gedaan." Rechter: „Zei de pastoor: „Zyn houding veroordeelt hom?" Getuige: „Ja, zoo iets:" Verdediger: „Vroeg do koster by zyn arres tatie op welken grond? of vroeg hfi: Is het ïykje al gevonden?" Getuige: „Ik herinner my dat niot." Verdediger: „"Wat heeic Jongbloeds aan ge tuige verklaard?". Getuige verhaalt wat Jongbloeds Vrydag heeft gezegd. Hy voegt er by, dat Jongbloeds ook zei, dat hy (Jongbloeds) den koster zag op het koor en dat dezo hem zoo verwilderd aankeek. Verdediger: „Hoe la Jongbloods gaan twyfelen?" Getuige: „Hy zei: Ik mifêhfc me eens ver gissen, dan zou ik eon valschen eed doen." Verdediger: „Heeft getuige gevraagd aau Jongbloeds of hy den kostor aan zyn postuur en zoo voorts herkende?" Getuige: „Ja, ik heb hem wel govraagd: Hoe kbn je je vergissen en een ander voor den koster aanzien? Jongbloeds zei toon: „Ik hèb me niet vergist, maar het kon wol eens een andor zyn gewoost". Verdediger: „Heeft Jongbloeds ook gezegd, dat er menscken waren, die hem bang maakten voor een valschen eed?" Getuige: „Ja, Bergmans ondor anderen." Verdediger: „Heeft Jongbloeds gezegd, dat het gillen uit de kerk kwam?" Getuige: „Ja, hy hield het pertinent vol, ook toen ik hom vroeg of het niet uit het torentje kwam." Get. Jansen zegt, dat bekl. hem tusschen 3 en -4 uren heeft gezegd, dat hy het kind in de kerk had zien gaan. De president vraagt aan bekl.„Is dat waar?" Beklaagde: „Ja". President: Waarom dit niet onmiddellijk gezogd en hiermee tot Vrydag gewacht?" Beklaagdo: „Ik hoorde diroct, dat het kind overal was gezien, en dacht er daarom niet meer over." President: „Waarom dan al dat andere wèl verklaard?" Beklaagde: „Als jongmensch alleen dacht ik daar zoo niet over na." Presidont: jy, die hot kind had gezien in de kerk met den koster, zoudt er meer over hebben nagedacht dan een andor. Heb jo niet gezocht naar hot kind?" Beklaagde: „Ja, Vrydaga." Presidont: „Eq dacht je er toen niot aan, dat jo het kind in de kerk hebt gezien? Beklaagde: „Neen, ik dacht er toon niet meer aan." Presidont: „Heb je, toen de koster je do kleeren gaf, niet gedacht, dat je hom met het kind in de kerk had zien gaan, of lieb je met hem over het kind gesproken?" Beklaagde: „Neen, meneer do president." President tot beklaagde: „Of je schuldig bent aan den moord of de mishandeling, laat ik heelemaal rusten, maar vaster dan iets op do wereld staat voor my, dat je schuldig bent aan verzwyging van feiten, dio je bekend zyn. Des Donderdagsmiddags was nog mets bekend ten nadeele van jou of den koster. Waarom zou deze door jou het pakje met bebloede kleeron to geven, zyn leven in jo handen geven, zondor oen woord te spreken?" Beklaagde: „Hy begreep wol, dat het toch moest uitkomen." President: „Kun je vorklaren, waarom de koster wilde, dat je het pakjo op den akker van Kessels zoudk leggor Beklaagde: „Neen, daaraan heb ik niet ge dacht." President„Je hebt dat niet gedaan. Waarom dacht je, dat do koster jou er in wou helpen? Heb jo bot pakje onderweg opengemaakt?" Beklaagde: „Neen, i3mynheof, ik kan niet ander zeggen dan ik doe." President: „Hadt je iets tegen Kessels of togen het meisje?" Beklaagde: „Neon." President: „Wie had belangen by het ver- zwygen?" Beklaagde: „Dat weet ik niet." President: „Ik zal 't je zeggen: demoordenaar, die de aandacht van de kerk moest afleiden." Beklaagde: „Ik kon niets anders zeggon.Do moordenaar weet het wel, die wist dat ik hem met het meisjo in de kerk had zien gaan". President: „Dus jelui hobt elkaar goed gezien?" Beklaagde: „Ja, wy stonden eonigo passen van elkaar af." President: „Liegon dan de getuigen, die zeggen, dat jy verteldet, dat or bloed aan de kleeren zat"? „Beklaagde: „Ja." President: „Waarom legde je het pakje ln je kist?" Beklaagde: „Ik dacht, dat het vodden waren. (Bekl. gaat schreien). Toon ik naar boven liep, deed ik hot papier er af, maar ik kon toen nog niet zien wat het was. Ik moest naar myn meisje." Presidont„Moest je dat Ja, als jouw passie spreekt, gooi je maar liever een pak vuil in je koffer, om vlug weg te komen. Ik houd vol, als jy den moord niet geploegd hebt, dan heb je andere redenen gehad om niet alles te zeggeD." Beklaagde: „Ik noem hot naar myn meisjo gaan zoo good moeten, als dat je naar je werk gaat. (AangedaanAl kwam ik direct vry, zou ik niet andera kunnen verklaren. Iedereen had het kind eerst gezien; daarom dacht ik niot aau de kerk." President: „Ik mag ly den, dat je onschuldig bent. Als ik hard tegen je ben geweeBt, is het omdat lk overtuigd ben, dat je meer weet dan je wilt zeggen. Ik zal daar naar blyven vragen, totdat lk moer licht heb, want dat kun je en moet je geven 1" Bekl. (weenend): „Of ik levenslang word veroordeeld of vrykom, ik kan niets anders zeggen." Getuige Ylamings houdt staande, dat hy Donderdag middag Mutsaers heeft gevraagd of hfi het kind gezien heeft; de vrouw van ge tuige was er ook by, en toen heeft bekl. ge zegd: „Ik hob het kind met een brief zien gaan voorby het Maastrichtsche Bierhuls." Bekl. zei toen niet, dat hy het kind met den koster in de kerk had zien gaan, ook niet toen vrouw Vlamings zei: „'t Is of 't kind hier ln eens de lucht is ingegaan." Ook zou bekl. Donderdag togen een juffrouw gezegd hebben: „Als het kind vlak lag, zou je'tvan hier af kunnen zien." Gotuige Jansen, knecht van Kessels, heeft beklaagde zien praten met vrouw Spykors. Beklaagde was gekleed in een langen linnen kiel en had een plat petje op. Om 1 uur, Woens dag, is getuige gaan zoekenom 3 uron is hy thuis gekomen. Hy had toen gehoord dat het kind hier en daar was gezien. Verdediger: „Toen getuige met beklaagde over de vermissing sprak, werd toen niet gezegd, dat hel kind in de Beekstraat i gezien?" Gotuige: „Ja". Got. vorklaart Mg, dat don 21sten Juni in don tuin van Koaeolsieti donkergroon heslt geverfd. In de krenten ha< hy gelezen, dat daarnaar was gev*aa#d, omda( Maria zich zou hebben kunnen besnvotton mei groene verf aan glazen met die verf; aliei moest op 22 Augustue echter ai kaag drooi zyn. De familie Panhuyzon verdacht eerst dei koster ook, omdat by in drie dagra» niet b|. hen was geweest. Op esn desbetreffende vraagi van den verdediger verhaalt get&ige, dat haj op het koor, toen hy 't opknapte, up verschil^ lende plaatsen vochtvlekkon alsof met water was gemorst; dit was opvalload, want zoolang de kerk staat, was er goe& water on- hot koor gebruikt, do vloer was keooeiyk vuff en men kon hierdoor de vlekkon goed zlon.. Got Caarls, politle-commtaeoria* verklaart^ dat hy daar ter plaatse vlekken had gemeen# te zion, di9 hem aan bloed hebben doen donkenA Hy heeft die vlekken toen mot een spons' gebet, om de vlekken beter met zyn loup^ waar te nemen. 'j Rechter Nelissen„Vóór of na den Zoadag Getuige: tIk weot 't niet." Do zoon van getuige Jongbloods, levena^) verzekeringsagent, bevestigt, dat xtfn vaden den man, in do kerk gezien, eeraé voor dezy koster had gehouden. Later is hg geen twy^, folen en vervolgens zei hy: „Ik heb mej vergist, 't was een heel ander beeld dan de; koster. Ik ga 't in Breda aan de rechters ver-, tellen." Men sprak echter liover niet met denj oude over de zaak, omdat het hem zoo aan*- deed. Maar toen vader zei: „Ik heb me ver*' gisL", geloofde gec. dat niet diroet. Vader ls') echter een zeer betrouwbaar man; en gefc^ gelooft zeker, dat hy eeriyk van meaning is? veranderd. Vader wordt altyd droovig, als h^> over Maria Kessols spreekt." Verd.„Was uw vader ook aangedaan, toen/ hy hoorde, dat de moord bekend was ge^ worden?" Getuige: „Ja, zeer aangedaan 1" Getuige Bergmans-Botermans, wethouder' van Tilburg, bevestigt dit. Jongbloods Sr. zei] weenend tot hem: „Ach, mynheer, nu zou ÜC5 misschien nog schuldig zyn aan dóa moordl"i Jongbloeds heeft hem ook verklaard^ dat dei man op het koor de kostor waa, die hem] woedend aankeek. Toen de koster was gearresteerd, dachtJ1 Jongbloeds zeker, dut do koste/ echuldig was.'j '8 Zondags hoorde hy in den harbierewinkel,']' dat de pastoor had afgelezen, dat ieder, die iets?, van den moord afwist, verplicht wae het töj zeggen. Eon onbekende vrouw heeft later ij Jongbloeds door de persoonsbeschrijving er] afgebracht, dat het do koster was, maar veeleer.) moest de schilder schuldig zyn. Verdediger: „Ia die vrouw niet bekend ge*' worden?" Getuige: „Neen, maar Jongbloeda kent haaf^ geloof lk wel." [Vrydag kon Jongbloeds na de sitting nietl: uitbreDgon. Hy was volkomen abnormaal ei^? wist niet eens in de zitting te zga geweeafc.Jy Getuige Cornelis Jansen, barbier le Tilburg^ bevestigt de verklaring van den vorigea getuige.v Jongbloeds ls in het laatste jaar wei afgetakeld^ schrikachtig geworden, maar niet sof. Jong*j bloede is by bem in den winkel komen vrageiV of iemand, dia iets van den meoxd afwiitp verplicht was het te zeggen. Getuige vrouw De Goederen geboren Bras?' heeft don koster Woensdagochtend in zyn? hemdsmouwen over zyn binnenplaats ziea) loopön; het was toen over halfelf. De dochter van getuige, Alida, bevestigt^ deze verklaring. Haar moeder had gevraagd/ hoe lant hot was. Do zitting werd nu tot halftwee geschorst*/ In de namiddagzitting werd het eers{, gehoord Antor.iua Mullor, knecht by den smid' Mandeis, die Maria Kessels lan#s de smederO) zag gaan. Z\J ging in de richtlag der ker*^ en liep midden op straat. Donderdag ia bekl,\ in de Binodery geweest en heeft ky gezegd^ dat hy het kind den hoek had alen omgaaQj by het koffiehuis „De zwarte Ruller". In de instructie had beklaagde goaegd, a&OL Mandols verklaard te hebbee, dat hy derjy kostor het meisje had zien tegenkomen op den hoek van de straat. President: „Herinner je jo dat?" Getuige„Neen". '4 President: „Als je hot hebt gezegd, lij het dan waar?" f Getuige: „Ja." Get. komt hierop na eenigv oogenblikken terug en zegt: „Op dien dag; heb ik lougens verteld in do instructie." Rechter Nelissen (tot getuige): „Hebt je? met den koster over de vermissing go* sproken A Getuige: „Neen, hy is wel ln de smedery geweest, maar heeft norgons over gesproken.'y Verdediger vraagt, of got. nog precies weet, welke woorden beklaagde gebruikte. Getuige: „Ja, hy zoi: Ik zag hot meisje voorbygaan, den hoek om, maar ik weot nieö zeker of het Maria Kossela was." Beklaagde merkte op, dat hy ls geroepen en niet uit eigen beweging naar de smedertf is gegaan. Getuige, nader door den president onder^' vraagd, meent, dat bedoeld gesprek in deqi, namiddag vóór 4 uren is gevoerdhy geloof^ Donderdag. Getuige Jacques Simons décharge) ant* woordt op de vraag van den verdediger, of htf Jongbloeds wel eens hoeft gesproken: „Ja, by den barbier." Getuige vroeg: „Wat is dat toch mot don koster?" Jongbloeds haalde de schouders op. „Later, toen ik hem weer sprak, twyfelde Jongbloeds, of bet do koster wol was geweest, dien hy bad sproken." 1/ Get. Johannes van Stokelenburg, bakkers* knecht, is op Woensdag omstreeks 11 uren/ langs de kerk gekomen en heeft den koster,, omstreeks 11 uron ontmoet. Woensdag brood7 brengende by den koster, heeft get. over doj vermissing gesproken met de vrouw van den kostor, dio toen uitriep„Heb je dat gehoord,/ Jan I dat kindje van Kessels wordt vermist l"jy waarop do koster antwoordde: „Neon, daaf] heb ik niets van gehoord." Rechter Hoeffelman: „Hoe laat ontmoett^ je don koster? By den rechter-commissarir zei je: Kwart voor elvon." J Getuige„De rechter zeiHet zal wol loowat» kwart over elven zyn geweest, en toen zei ikjj Ja, dat kan wel. Ik weet het niet aeker."

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1901 | | pagina 2