'Beurs van Aiast
"Clt do „Staatscourant."
Kon. bealuiton: Aan mr. B. G. ten Pol op
/[jn verzoek, mot ingang van 1 Juli e. k. eervol
ontslag verleemt ale notaris to Oss; aan mr. L.
E. A. baron Sloet tot Olilhuis, op zijn verzoek,
met ingang van 1 Juli, eervol ontslag verleend
uit zijn betrekking van vice-president der arron-
dissements-rechtbaak te Haarlem, onder dankbe
tuiging voor do iu rechterlijke betrekkiogen be-
wozeu diensten.
Benoemd tot vice-president der arrondissements
rechtbank te Haarlem, mr. J. do Clerok van Weel,
thaus rechter in gemeld college; tot notaris
binnen het arrondissement Utrecht, ter standplaats
do gemeente Yv'ijk-bij-Daurstede, W. J. Kylstra,
cnndidaat-notaris te "Waalwijk.
Met ingang van 1 Juh, bjj het departement van
koloniën bevorderd: tot hoofdcommies, de com
miezen G. B. van Aaken Bzn. en A. W. Cremor;
tot commie3, do adjunct-commies J. H. F. Stieler;
tot adjnnct commies, de eerste klerken CL J. R.
Geradts en W. F. Gerdes Oosterbeek.
Toestomming verleend aan: J. C. van Voort-
huysen, burgemeester der gemeente Koudekerk,
provincie Zuid-Holland om tot 1 Juni 1902 te Leiden
,to wonen; O. B. Wisboom, burgemeester dor ge
meente Noordelooa, Hoornaar en lloogblokland,
om tot 5 December 1903 te Gorincbem te blijven
wonen, en D. B. Wijckerheld Bisdom, burgemeester
dor gemeente Kortgene, om tot 1 Mei 1904 te
Oolijr.splmit te blyven wonen.
Bepaald, dat de commissie tot bet afnemen van
het eindexamen aan de adspirant-administrateurs
dor 1ste afdeeliug in dit jaar zal z(ju samengesteld
als volgt: voorzitter, tevens lid, de hoofdinspecteur
van administrate P. F. van Wage; leden, de
inspecteur van administratie J. W. Grocnoyk ca
de officieren van admiuistratie der lste klasse J.
A. Grootendorst, J. S. de Bruyn en R. F. baroa
,vau Heordt tot Eversborg; adviseerend lid, de
officier van administratie der lste klasse S. J. A.
Deyll, geplaatst bij de opleiding van adspirant-
admioistrateurs; secretaris, uitsluitend met bet
eecretariuat belast, de officier vau administratie
der 2de klasse, P. A. Kempen; plaatsvervangend
lid, do officier van administratie der lste klasse
A. Meulemaus.
Aan den beer M. de Leao Laguna, voorlezer
•n predikant der Nederlandsche Hervormde lsraelte-
tische gemeente op bet eiland Curasao, vergunniug
verleend tot hot aannemen van het ordeleeken der
derde klasse van het Borstbeeld van den Bevrijder,
hem door het Hoofd der Republiek Venezuela
geschonken.
De Amboineesche sergeant by bet korp9 mare
chaussee J. Komeutas (aJg. at. No. 36687), ter
zake van zijn gedrag bij de krijgsverrichtingen
ter Noord- en Oostkust van Atjeh, gedurende het
tijdvak van 1 Juni tot 25 October 1898^ alsnog
benoemd tot ridder 4de klasso der Militaire Wil-
.lemsorde, met intrekking van de hem ter zelfder
i zake bij het Indisch Gouvernementsbesluit van 2
October 1899, No. 3, toegekende eervolle vermelding.
De mot verlof in Europa aanwezige lste luitonant
der infanterie van het ieger in Nederlandsch-Indiö
G- van Greuningen, ter zake van lickaamsge-
.breken, met ingang op lJuli 1901, eervol uit den
militairen dien3t ontslagen, met toekenning van
pensioen.
De ministers van justitie, oorlog en water
staat verleenon deze week geen audiëntie.
De minister van financiën maakt bekend,
dat ten behoevo van 's Rijks schatkist uit Rotterdam
is ontvangeu f 3000 ter voldoening van verschul
digde bedrijfsbelasting over 1901/1902.
Een nieuw «oliüul.
Het „Hbl." hooide al gowagen van de vol
gende ministerieels combinatie, natuurlek
louter op gissing berustende:
Buit. Zaken :mr. "W. graaf van Bylandt.
Justitie: mr. J. A. LooffL
Binn, Zakendr. A. Kuypor.
IMarine: G. Kruys. **1
Oorlog: generaal J. "W. Bergansius.
'Financiën: mr. Th. Heemskerk.
Waterstaat: J. P. Havelaar.
Koloniënjhr. mr. T. A. J. van Asch v. Wyck.
Transvaal en Oranjc-Vrysiaal.
Mevrouw Botha heeft Zaterdagmiddag Den
Haag weder verlaten. De heer Fischer on
zyn zoon reisden wederom met haar terug
naar Brussel.
De lieeren Bredell, dr. Heymans en De
.BruUn deden haar uitgeleide aan het Hol-
landscbo Spoorstation.
Men meldt uit Den Haag: s-
Yan de gelegenheid, dat de heer Abraham
Fischer, hoofd der Zuidafrikaansche deputatie,
:zich heden, vóór zijn vertrek met mevrouw
;Botha naar Brussel, op het perron van hot
Hollandsche Spoorstation bevond, heeft een
journalist, die meermalen met hem In aau-
iraklng kwam, willen profiteeren om te trachten
iets te weten te komen betreffende bet onder-
•houd, dat de echtgenoote van den beroemden
commandant-generaal met den staatspresident
Kruger heeft gehad.
i Maar de beer Fischer heeft den „kranto-
Tnensch"zooals hy de heeren van de pers
'gaarne aanduidt allerbeleefdst, maar aller-
beslist met een kluitje In het riet gestuurd.
(„Wy zeg nooit iets van ons privaatzaak nie;
|wy zul toch nie ons eigen zaak bederf nie
voor de nieuwsgierigheid van het publiek."
Do krantemensch wees hem echter op
telegrammen in buitenlandscbe bladen, dlo
toch biykbaar wel iets meer wisten en volgons
wolko, na het vertrek van mevrouw Botha,
van president Kruger een gewichtige beslissing
te wachten was.
Dat bewyst alleen zei de heer Fischer
met een fijn glimlachje dat in het buiton
land de phantasie van de journalisten een beetje
brutaler Is dan in Holland....
Maar wilt u my dan éón vraag boant
woorden, mynheer Fischer?
En die ls?
18 in die paar uren, gedurende wolke
movr. Botha zich met den president heeft onder
houden, do gewichtige quaestie, welke gobeel
Europa vermoedt, nameiyk van een oplossing
van don toestand, ter sprake gekomeö, of
is dit bezoek slechts een beleofdheidsvlsito
geweest, do voorloopster van een eigeniyk
politiek onderhoud, dat later dan zou plaats
hobbon by terugkomst van mevrouw Botha
in Den Haag?
Mynheer Fischer druktehóól hartoiyk de hand
van den krantenmonsch tot afscheid, maar
hy het niks gezè niol.... v -
Naar mon meldt, ls president Krugor voor
nemens, 20 dezer Rotterdam te bezoekon.
Naar mon on9 uit Den Haag meldt, zal
president Kruger nog gerulmen tyd ten huize
vau don lieer Wolmarans, op wVilla Nuova",
aan don Scheveningochen Weg, biyven door
brengen.
President Krugor woonde Zondag do voor-
middaggodsdienstoefenlng by in de Groote
Kerk ondor gehoor van da. Vermeor.
17 Juni igoi.
Do Beurzen te Londen en Amsterdam waren
heden •williger op Nieuw-York, doch het elot
was zeer levendig en pryshoudend voor Natio
nale en Buitonlandsch fondseD, uitgezonderd
Brazilië. Tabak kalm. Petroleum zw|l^ Myn-
watyujen beter.
81^tko^sent
pCU
N»d. Corf. Nat. ScLuLl,.LV."L.,27*
ObUpatiJu8
OoDgaxiio, Le^ü. Ln Zilver 1389 4.J*
Oos tem. li -nte iu Pap. MeL'Nov. 6
Zilv. JaD.'Jull.,6
Port., O.B. 185384 mot Ticket 3
dito dito 188839fjf
dito dito 1890i
dito dito Tabakaleonlng
Rusland 1S91 BinjntiLA
1880 Kb. G2ö.A
1667 09 100.A
lSS9Rb. G25,2docerioOanal.A
6 Kruibbie 189J Kb. 025.A
Spanje, übl. Porp. Schuld..,, .A
Turkije, ObL OcprivilA
geconverteerde oorie D.-.
.0..
Mexico, lilxm. A'doibary2vacr..ö
Bnmlii, 1889A
lundiBg Loeuiuc 1893.5
Columbia lOO—500Ij*
Vonozuola. ObL 1881 100,A
500...A
Peru v. Corp. OblQ
CorLv.prcC.Aaud.
Italid, OLL Zuid-Kal. Spoor..,3
Polou W, Woon ju 1900 Aand.
Portugal, Bolra Baixa3
Rusland, Obl. Wl&dik. 1890,98. A
lljaaan-Ur. K.635.A
1890i
A and. N. Air. Hdudolaveroouig.
CulL 11 ij. Vorotonlaud... -
t Kon. Petroleum bronnen.
JDordtachc Petrolenmi -
Oowooe A&nd. SchibaJeÉf,..,., -
Aand. Sumatra Paljmbang.
Moearu Enim
N. W. ii Pao. llyp.-B. Sobuldbr.
Maxwell, O. v. A-
Incomebond
0 Prior Ij. C....,-
Aand. EolL Uaoren Spoorweg.
MÓ.to Expl.v.SUatapw.
Obl. Ned. Contr. Sp. lüOO8
Aand.N. Zuid-A'r, Spoor OorL®
Obl. 1899 4
Obl. Boxt 1-Wowj1 1676 80 goot,
Aand. Ani-jrikaaiJ3fibo Vaart.
Kottero. Lloyd
Amerika Aand. Atokison Topoka
PtöL
Oblig. y A
Adjot. p A
Cbee. Oliio, C. v.
Clevel.-iViaon afgoot. A
Aand.Donv.KioQrando
p Plor.Ctr.&Peniné
St..Loaia<xSanFr.sew.A
«n ,2epr. A
v Aand. Iilia..Kanaka Tuxaa
n ÖbL v ,lehyp,A
Aand. Erie Spoor
D 2o prol Erio Sp.
On.ano& Westora.
NorC. Weet C. v. Aand.
f SouthPao. C. Oew. Aand.
OomLObLA
llullw. Co. gew. A
Union l'ao. Car tv. Aand,
n Prc^- Aand
Houding C. C. v. Aand..
2o prei.
United States SL C. v. A
Wabaah Sp C.v.gowA,
r praLA,
Kauaau City Soutb. Rw. A.«
Prei. Aand.
le Hyp. ObL....3
Hongarije, Thcis.-LotenA
T nik ij o. Spoorw. Loten
Spanje. Madrid Loten8
Asaban T&ludeuw Aand.
Pr. Doli ïabakMj)Aand.
Dull-Oultuur-Maatsobappfl
Cert. v, Aand. Aeadaburg.
Aand. Kwala pesa. Tabak Mj),
Ned. Iud. Mijnbouw Aand.,.,
Aandeden Rotterdam-Dell.
Vor.
koer?.
78 H
03? a
8476
82/fa
BI he
«4 H
35Ka
29^ i
84 H
60>6
86
100IA
8536
86>6
67
93 H
24?6
26?f
40'aja
69X
94
15 M
3238
32 X
6
19?*
60 U'
108M
6576
97)6
86?6
8676
113
601*
392
133?*
13 9X
7276
148
80
976
16? 6
72
112
1151*
86/fa
180
017*
8076
10776
11976
8776
101
1017*1
95
48?*
3776
'5276
1676
48?*
7276
3176
9776
8576
43?a
68)6
3776
64?6
6076
9276
33/6
112
4976
23?*
4276
2l7i«
4i%
69%
120
2676
40?*
140J6
68)6
89?*
675
ÏO
121
278
Koon
boden,
797*
93%
8476
8276
8176
24,'u
8676
100%
8676
9676
63
407*
70
84?*.
167»
8276
5
19%
687*
10376
394
134
148
976
15
72
112
027*
87%
102
5276
4676
729i
31%
87?6
43%
37)6
6476
6076
3376
11374
46)6
5776
4976
2iH
427*
21%
4376
6876
237*
4176
14074
687*
121
273
Amsterd.-RumoDië 15J* I Hannover-olie 116.
Oostenrijk. Paplor /20.Ö5 dito Zllvor *20.05
Franscbo fi7.60, Livoreo KlJksmaik *53.05 ltussen
Zilvoron Iioobols *1.25 dito luOoudenRoobela* 1.697*
Prolongatie 2>* 3 pCt.
Weerbericht van 17 Juni.
VerwachtingMatige noordeiyke wind. Op
klarend weer. "Weinig verandering in tempo
rat uur.
CORRESPONDENTIE. - v. I.l Yoor het
nommer van heden te laat ontvangen.
ACADEMIE NIEUWS.
Lelden: Heden ls alhier bevordord tot
doctor ln de rechtswetenschap, na het ver
dedigen van Stellingen, de hoer K. van Hin-
loopon Labberton, geboren te Doesburg.
Geslaagd zyn: voor het propaedeutlsch
examen ln do geneeskunde, de heeren I.
Jacobsen en F. H. ter Poortenvoor het
doctoraal examen in de Noderlandsche letter
kunde, de heer J. A. N. Knuttel; voor het
examen volgens art. 86 der wet H. O., de
heer W. A. M. Kalkman.
Groningen: Bevorderd is na verdediging
van het proefschrift: „Bydrage tot de beoor-
deeling van don Willehalm", tot doctor ln de
Nedorlandsche letteron mejuffrouw J. M. Nas
sau Noordewier, geboren to Heerenveen,
leerarea aan do Hoogore Burgerschool voor
meisjes te Leiden.
Amsterdam: Bevorderd zyn tot arts de
heeren A. Bouman geb. te Nieuwenhoorn, J.
Fraser geb. te Schoondyke, J. R. van der Vliet
geb. te De Ry'p, J. de Jongh gob. te Haring-
carspel on geslaagd voor het eerste gedeelte
de heeren J. C. Peters, H. F. Floischer en
A. J. P. van den Broek.
- Prof. dr. H. O. Rogge begon Zaterdag
het laatste door hem te geven college, dat
werd bygewoond door den rector-magniflcus,
do hoogleeraren en eenlge oud-hoogleeraren
van de litorarische faculteit, mot er aan te
herinneren, dat voor hom het hora heeft ge
slagen.
Hoewol het scheiden ook by hem weemoodige
govoolens opwekt, zeide prof. Roggo van oor
deel te zyn, dat de wetgever wy> deed door
den 70-jarigen leeftyd als grens te stellen
voor de openbare werkzaamheid van den
hoogleeraar.
Gebiedt do wet my thans voor oen jongeren
man plaats te maken, ik doe hot met volle
berusting, zeide hy.
Prof. Rogge gaf vervolgens een uiteenzetting
van de wyzo, waarop door hom onderwys
was gegeven gedurende zyn ambtsvervulling
als gewoon hoogleeraar ln de geschiedenis,
aan de Amsterdamsche universiteit, van wolko
ambtsvervulling hy vooraf wist dat zy slechts
tien jaar zou kunnen duren, en waartoo hy
geroepen werd na vele jaren met de univer
siteit in betrekking te hebben gestaan in zyn
hoedanigheid van bibliothecaris.
Dit laatste college was voorts gewyd aan
een aanduiding van de plaats, die de geschie
denis behoort In to nemen ton opzicht© der
andere wetenschappen, moer in het byzonder
aan de verhouding tusschen do geschiedenis
en de letterkunde. Deze beide zyn te beschou
wen als zustorwotfciwchappen, doch men be-
houde zo geheel zelfstandig. Verder behandelde
spr. o. a. de wyzo, waarop do bevoegdheid
tot het dücceren dor geschiedenis door de wet
wordt verleend aan do literatoren, en wees
daarby op de leemten, die ln dezo bestaan.
Aan het eind van zyn voordracht gekomen,
sprak de hoogleeraar woorden van afscheid
tot do studenten, de verzekering gevende dat
zy hem steeds bereid zullen vinden, wanneer
hy hun van dienst kan zyn.
Daarna richtte hy het woord tot zijn ambt-
genooten, in de eerst© plaats herdenkende twoe
mannen, die aan hun kring waren ontvallen,
Pierson en Spruyt.
Al sluit de wet my IhaDS buiten uw kring
zoo sprak prof. Rogge ongevoer de band
tusschen ons behoeft gelukkig niot te worden
verbroken, waar wy biyven dienen éón weten
schap en er bovendien nog oen zaak is, dio
ons allen tor harte gaat: de bloei der Amster-
damsche Universiteit.
Prof. mr. D. Josephus Jitta, rector-magni
flcus, sprak daarna den scheidenden hoog
leeraar toe, namens den Acadomischon Senaat
uitdrukking gevende aan een gevoel van
weemoed en waardeering.
Eenvoudig en rustig la deze plechtigheid
geweest, het is do rust van een ervaren
gids, die de reizigers weet to voeren tot de
hoogste toppen dor wetenschap.
De rector eindigde met den wensch uit
te spreken, dat prof. Rogge nog lang getuige
mag zyn van den bloei der Universiteit en
nog vele jaren mag zien, dat dankbare leer
lingen don weg bewandelen, die door hem
werd gebaand.
Prof. dr. O. M. Kann, sprekende uit naam
der literarische faculteit, sloot zich aan by
de woorden, door don rector gesproken.
Hy wilde thans den blik niet alleen richten
op het voiieden en het heden, doch ook in
de toekomst.
Spr. deed uitkomen, dat de hoogst belang-
ryke sluitrede van prof. Rogge niet alleen
oen blik gaf op zyn methode, zyn liofde voor
zyn leerlingen en voor do wetenschap, doch
ook op de krachten, waarover de aftredende
nog beschikt, en daarom verwachten wy nog
veel voor de toekomst ook in vorband met
de aanvulling der leemten, waarop gy hebt
gewezen zoo eindigde prof. Kann. Mogo
het u gegeven zyn vele dier leemten te zion
aangevuld.
Namens de loorlingen en oud-leerlingen
richtte ten slotte de heer Yan der Meulen
woorden van dankbaarheid en waardeering
tot den leermeestor.
.Programma van Muziekuitvoeringen.
ZOMERZORG. Dinsdag 18 Juni, te halfncht
te geven door bet Stafmuziekkorps vau bet 4de
Regiment Infanterie, directeur de beer W. van Erp.
Eerste afdeeling: No. 1. Mecklenburgischor
Grenadier-Mareob, Froinmann; 2. Ouverture ,Le
ltoi l'a dit", Delibes; 3. ,Lea Erinnyes", Massenet;
4. Fantaisie sur l'Opéra: ,Sameon et Dalila",
Saint-Siieus. Tweede afdeelingNo. 5. Ouverture
.Guillaume Tell", (arr. W. van Erjp), Rossini;
G. o. Menuetto (arr. Vink), Paderewaki; b. Gavotte,
Seidel; 7. ,La Rose Hongroise", Valse, Schmeling;
8. Fantaisie sur ,La Bohème",, Opéra de Leon
cavallo, Van Erp.
Noa 1, 7 en 8, eerste uitvoering op „Zomerzorg".
De Tilburgsclio moordzaak,
Op den vierden dag der terechtzitting stond
het publiek weer dicht opeengepakt achter
de balustrade. Allereerst wordt de vader vau
het vermoorde mel6je, Marinus J. H. Keseels,
gehoord. Getuige is biykbaar nog diep ODdcr
den indruk van de ontzettende ramp, dio
hem heeft getroffenhy antwoordt echter
kalm, met heldere stom. Hy is een man in
de kracht van het leven.
Op den dag van de vermissing van zyn
dochtertje is get. eerst om 6 ureu 's namiddags
thuisgekomen. Dadeiyk heeft hy alle pogDgen
aangewend om het kind te vindon.
Get., die is opgeroepen door do verdodiging,
wordt verzocht te verklaren, hoe alles is
geschied, toen de koster te zynent ia gear
resteerd.
De commissaris zei, dat de koster het kind
had gozlon. De pastoor vroeg toen: „waar?"
Van Isterdaal antwoordde: „Ik zag het om
halfolf van de kerk naar huis gaan." De com
missaris zei toen tot den koster: „Gy zyt
myn arrestant". Dit is do moordenaar, voegde
by or by. De koster zei: „Dat ls sterk I U
zult wel abuis hebben." Hy bleef echter
nogal kalm en vroeg waarom by werd gear
resteerd.
De president vraagt, of get. zekor weet,
dat do koster zeide, tlat hy Marietje van de
kerk naar huis had zien gaan.
Getuige: „Ja, stellig, lk was toon nog
niet opgewonden."
Get. verbetert de verklaringen zyner dienst
bode. Hy zegt, dat niet alle drie do kinderen
in de kerk zyn geweest om wywator to
halen, alleen Bertlia Marietj© wachtte in het
rytuig buiten.
Rechter Hoeffelman: „Heeft de pastoor
Yrydagmlddag na de misdaad iets tegen u
gezogd?"
Gotuige: „Ja, de pastoor zei: „Ik geloof,
dat de koster een groote misstap heeft gedaan."
Rechter: „Zei de pastoor: „Zyn houding
veroordeelt hom?"
Getuige: „Ja, zoo iets:"
Verdediger: „Vroeg do koster by zyn arres
tatie op welken grond? of vroeg hfi: Is het
ïykje al gevonden?"
Getuige: „Ik herinner my dat niot."
Verdediger: „"Wat heeic Jongbloeds aan ge
tuige verklaard?".
Getuige verhaalt wat Jongbloeds Vrydag
heeft gezegd. Hy voegt er by, dat Jongbloeds
ook zei, dat hy (Jongbloeds) den koster zag op
het koor en dat dezo hem zoo verwilderd
aankeek.
Verdediger: „Hoe la Jongbloods gaan
twyfelen?"
Getuige: „Hy zei: Ik mifêhfc me eens ver
gissen, dan zou ik eon valschen eed doen."
Verdediger: „Heeft getuige gevraagd aau
Jongbloeds of hy den kostor aan zyn postuur
en zoo voorts herkende?"
Getuige: „Ja, ik heb hem wel govraagd:
Hoe kbn je je vergissen en een ander voor
den koster aanzien? Jongbloeds zei toon: „Ik
hèb me niet vergist, maar het kon wol eens
een andor zyn gewoost".
Verdediger: „Heeft Jongbloeds ook gezegd,
dat er menscken waren, die hem bang maakten
voor een valschen eed?"
Getuige: „Ja, Bergmans ondor anderen."
Verdediger: „Heeft Jongbloeds gezegd, dat
het gillen uit de kerk kwam?"
Getuige: „Ja, hy hield het pertinent vol, ook
toen ik hom vroeg of het niet uit het torentje
kwam."
Get. Jansen zegt, dat bekl. hem tusschen 3
en -4 uren heeft gezegd, dat hy het kind in de
kerk had zien gaan.
De president vraagt aan bekl.„Is dat waar?"
Beklaagde: „Ja".
President: Waarom dit niet onmiddellijk
gezogd en hiermee tot Vrydag gewacht?"
Beklaagdo: „Ik hoorde diroct, dat het kind
overal was gezien, en dacht er daarom niet
meer over."
President: „Waarom dan al dat andere wèl
verklaard?"
Beklaagde: „Als jongmensch alleen dacht
ik daar zoo niet over na."
Presidont: jy, die hot kind had gezien in
de kerk met den koster, zoudt er meer over
hebben nagedacht dan een andor. Heb jo niet
gezocht naar hot kind?"
Beklaagde: „Ja, Vrydaga."
Presidont: „Eq dacht je er toen niot aan,
dat jo het kind in de kerk hebt gezien?
Beklaagde: „Neen, ik dacht er toon niet
meer aan."
Presidont: „Heb je, toen de koster je do
kleeren gaf, niet gedacht, dat je hom met het
kind in de kerk had zien gaan, of lieb je met
hem over het kind gesproken?"
Beklaagde: „Neen, meneer do president."
President tot beklaagde: „Of je schuldig bent
aan den moord of de mishandeling, laat ik
heelemaal rusten, maar vaster dan iets op do
wereld staat voor my, dat je schuldig bent aan
verzwyging van feiten, dio je bekend zyn. Des
Donderdagsmiddags was nog mets bekend ten
nadeele van jou of den koster. Waarom zou
deze door jou het pakje met bebloede kleeron
to geven, zyn leven in jo handen geven,
zondor oen woord te spreken?"
Beklaagde: „Hy begreep wol, dat het toch
moest uitkomen."
President: „Kun je vorklaren, waarom de
koster wilde, dat je het pakjo op den akker
van Kessels zoudk leggor
Beklaagde: „Neen, daaraan heb ik niet ge
dacht."
President„Je hebt dat niet gedaan. Waarom
dacht je, dat do koster jou er in wou helpen?
Heb jo bot pakje onderweg opengemaakt?"
Beklaagde: „Neen, i3mynheof, ik kan niet
ander zeggen dan ik doe."
President: „Hadt je iets tegen Kessels of
togen het meisje?"
Beklaagde: „Neon."
President: „Wie had belangen by het ver-
zwygen?"
Beklaagde: „Dat weet ik niet."
President: „Ik zal 't je zeggen: demoordenaar,
die de aandacht van de kerk moest afleiden."
Beklaagde: „Ik kon niets anders zeggon.Do
moordenaar weet het wel, die wist dat ik hem
met het meisjo in de kerk had zien gaan".
President: „Dus jelui hobt elkaar goed
gezien?"
Beklaagde: „Ja, wy stonden eonigo passen
van elkaar af."
President: „Liegon dan de getuigen, die
zeggen, dat jy verteldet, dat or bloed aan de
kleeren zat"?
„Beklaagde: „Ja."
President: „Waarom legde je het pakje ln
je kist?"
Beklaagde: „Ik dacht, dat het vodden waren.
(Bekl. gaat schreien). Toon ik naar boven liep,
deed ik hot papier er af, maar ik kon toen
nog niet zien wat het was. Ik moest naar
myn meisje."
Presidont„Moest je dat Ja, als jouw passie
spreekt, gooi je maar liever een pak vuil in
je koffer, om vlug weg te komen. Ik houd
vol, als jy den moord niet geploegd hebt, dan
heb je andere redenen gehad om niet alles
te zeggeD."
Beklaagde: „Ik noem hot naar myn meisjo
gaan zoo good moeten, als dat je naar je
werk gaat. (AangedaanAl kwam ik direct
vry, zou ik niet andera kunnen verklaren.
Iedereen had het kind eerst gezien; daarom
dacht ik niot aau de kerk."
President: „Ik mag ly den, dat je onschuldig
bent. Als ik hard tegen je ben geweeBt, is
het omdat lk overtuigd ben, dat je meer weet
dan je wilt zeggen. Ik zal daar naar blyven
vragen, totdat lk moer licht heb, want dat
kun je en moet je geven 1"
Bekl. (weenend): „Of ik levenslang word
veroordeeld of vrykom, ik kan niets anders
zeggen."
Getuige Ylamings houdt staande, dat hy
Donderdag middag Mutsaers heeft gevraagd of
hfi het kind gezien heeft; de vrouw van ge
tuige was er ook by, en toen heeft bekl. ge
zegd: „Ik hob het kind met een brief zien
gaan voorby het Maastrichtsche Bierhuls."
Bekl. zei toen niet, dat hy het kind met den
koster in de kerk had zien gaan, ook niet
toen vrouw Vlamings zei: „'t Is of 't kind
hier ln eens de lucht is ingegaan." Ook zou
bekl. Donderdag togen een juffrouw gezegd
hebben: „Als het kind vlak lag, zou je'tvan
hier af kunnen zien."
Gotuige Jansen, knecht van Kessels, heeft
beklaagde zien praten met vrouw Spykors.
Beklaagde was gekleed in een langen linnen
kiel en had een plat petje op. Om 1 uur, Woens
dag, is getuige gaan zoekenom 3 uron is hy
thuis gekomen. Hy had toen gehoord dat het
kind hier en daar was gezien.
Verdediger: „Toen getuige met beklaagde
over de vermissing sprak, werd toen niet
gezegd, dat hel kind in de Beekstraat i
gezien?"
Gotuige: „Ja". Got. vorklaart Mg, dat
don 21sten Juni in don tuin van Koaeolsieti
donkergroon heslt geverfd. In de krenten ha<
hy gelezen, dat daarnaar was gev*aa#d, omda(
Maria zich zou hebben kunnen besnvotton mei
groene verf aan glazen met die verf; aliei
moest op 22 Augustue echter ai kaag drooi
zyn. De familie Panhuyzon verdacht eerst dei
koster ook, omdat by in drie dagra» niet b|.
hen was geweest. Op esn desbetreffende vraagi
van den verdediger verhaalt get&ige, dat haj
op het koor, toen hy 't opknapte, up verschil^
lende plaatsen vochtvlekkon alsof met
water was gemorst; dit was opvalload, want
zoolang de kerk staat, was er goe& water on-
hot koor gebruikt, do vloer was keooeiyk vuff
en men kon hierdoor de vlekkon goed zlon..
Got Caarls, politle-commtaeoria* verklaart^
dat hy daar ter plaatse vlekken had gemeen#
te zion, di9 hem aan bloed hebben doen donkenA
Hy heeft die vlekken toen mot een spons'
gebet, om de vlekken beter met zyn loup^
waar te nemen. 'j
Rechter Nelissen„Vóór of na den Zoadag
Getuige: tIk weot 't niet."
Do zoon van getuige Jongbloods, levena^)
verzekeringsagent, bevestigt, dat xtfn vaden
den man, in do kerk gezien, eeraé voor dezy
koster had gehouden. Later is hg geen twy^,
folen en vervolgens zei hy: „Ik heb mej
vergist, 't was een heel ander beeld dan de;
koster. Ik ga 't in Breda aan de rechters ver-,
tellen." Men sprak echter liover niet met denj
oude over de zaak, omdat het hem zoo aan*-
deed. Maar toen vader zei: „Ik heb me ver*'
gisL", geloofde gec. dat niet diroet. Vader ls')
echter een zeer betrouwbaar man; en gefc^
gelooft zeker, dat hy eeriyk van meaning is?
veranderd. Vader wordt altyd droovig, als h^>
over Maria Kessols spreekt."
Verd.„Was uw vader ook aangedaan, toen/
hy hoorde, dat de moord bekend was ge^
worden?"
Getuige: „Ja, zeer aangedaan 1"
Getuige Bergmans-Botermans, wethouder'
van Tilburg, bevestigt dit. Jongbloods Sr. zei]
weenend tot hem: „Ach, mynheer, nu zou ÜC5
misschien nog schuldig zyn aan dóa moordl"i
Jongbloeds heeft hem ook verklaard^ dat dei
man op het koor de kostor waa, die hem]
woedend aankeek.
Toen de koster was gearresteerd, dachtJ1
Jongbloeds zeker, dut do koste/ echuldig was.'j
'8 Zondags hoorde hy in den harbierewinkel,']'
dat de pastoor had afgelezen, dat ieder, die iets?,
van den moord afwist, verplicht wae het töj
zeggen. Eon onbekende vrouw heeft later ij
Jongbloeds door de persoonsbeschrijving er]
afgebracht, dat het do koster was, maar veeleer.)
moest de schilder schuldig zyn.
Verdediger: „Ia die vrouw niet bekend ge*'
worden?"
Getuige: „Neen, maar Jongbloeda kent haaf^
geloof lk wel."
[Vrydag kon Jongbloeds na de sitting nietl:
uitbreDgon. Hy was volkomen abnormaal ei^?
wist niet eens in de zitting te zga geweeafc.Jy
Getuige Cornelis Jansen, barbier le Tilburg^
bevestigt de verklaring van den vorigea getuige.v
Jongbloeds ls in het laatste jaar wei afgetakeld^
schrikachtig geworden, maar niet sof. Jong*j
bloede is by bem in den winkel komen vrageiV
of iemand, dia iets van den meoxd afwiitp
verplicht was het te zeggen.
Getuige vrouw De Goederen geboren Bras?'
heeft don koster Woensdagochtend in zyn?
hemdsmouwen over zyn binnenplaats ziea)
loopön; het was toen over halfelf.
De dochter van getuige, Alida, bevestigt^
deze verklaring. Haar moeder had gevraagd/
hoe lant hot was.
Do zitting werd nu tot halftwee geschorst*/
In de namiddagzitting werd het eers{,
gehoord Antor.iua Mullor, knecht by den smid'
Mandeis, die Maria Kessels lan#s de smederO)
zag gaan. Z\J ging in de richtlag der ker*^
en liep midden op straat. Donderdag ia bekl,\
in de Binodery geweest en heeft ky gezegd^
dat hy het kind den hoek had alen omgaaQj
by het koffiehuis „De zwarte Ruller".
In de instructie had beklaagde goaegd, a&OL
Mandols verklaard te hebbee, dat hy derjy
kostor het meisje had zien tegenkomen op
den hoek van de straat.
President: „Herinner je jo dat?"
Getuige„Neen". '4
President: „Als je hot hebt gezegd, lij
het dan waar?" f
Getuige: „Ja." Get. komt hierop na eenigv
oogenblikken terug en zegt: „Op dien dag;
heb ik lougens verteld in do instructie."
Rechter Nelissen (tot getuige): „Hebt je?
met den koster over de vermissing go*
sproken A
Getuige: „Neen, hy is wel ln de smedery
geweest, maar heeft norgons over gesproken.'y
Verdediger vraagt, of got. nog precies weet,
welke woorden beklaagde gebruikte.
Getuige: „Ja, hy zoi: Ik zag hot meisje
voorbygaan, den hoek om, maar ik weot nieö
zeker of het Maria Kossela was."
Beklaagde merkte op, dat hy ls geroepen
en niet uit eigen beweging naar de smedertf
is gegaan.
Getuige, nader door den president onder^'
vraagd, meent, dat bedoeld gesprek in deqi,
namiddag vóór 4 uren is gevoerdhy geloof^
Donderdag.
Getuige Jacques Simons décharge) ant*
woordt op de vraag van den verdediger, of htf
Jongbloeds wel eens hoeft gesproken:
„Ja, by den barbier." Getuige vroeg: „Wat
is dat toch mot don koster?" Jongbloeds
haalde de schouders op. „Later, toen ik hem
weer sprak, twyfelde Jongbloeds, of bet do
koster wol was geweest, dien hy bad
sproken." 1/
Get. Johannes van Stokelenburg, bakkers*
knecht, is op Woensdag omstreeks 11 uren/
langs de kerk gekomen en heeft den koster,,
omstreeks 11 uron ontmoet. Woensdag brood7
brengende by den koster, heeft get. over doj
vermissing gesproken met de vrouw van den
kostor, dio toen uitriep„Heb je dat gehoord,/
Jan I dat kindje van Kessels wordt vermist l"jy
waarop do koster antwoordde: „Neon, daaf]
heb ik niets van gehoord."
Rechter Hoeffelman: „Hoe laat ontmoett^
je don koster? By den rechter-commissarir
zei je: Kwart voor elvon." J
Getuige„De rechter zeiHet zal wol loowat»
kwart over elven zyn geweest, en toen zei ikjj
Ja, dat kan wel. Ik weet het niet aeker."