Pink-Pillen Mededeeling eener juffrouw te Wolfertsdijk. MENGELWERK. G. P. J. Caspersz als chef dor exploitatie van de Atjeh-stoomtram en beheerder der gouvorne- monts-ysfabrlek te Kotta-Radja. De assistent-resident van Painan, D. K. A. van Loghem, gaat wegens ziekte met een tweejarig verlof naar Europa. (Bat. Nbld.) Onder de inlandeche bevolkiDg te Padang komen gevallen van lepra in den laatsten tyd meer voor dan vroeger. Deze gevallen worden b(J do politie aangegeven, maar dezo weet niet wat ze met de menscheu moet aanvangen. Zou hot nu eindelek niet eens tyd worden, om in het belang der maatschappy die onge- lukkigen op een behoorlyke plaats af te zon deren en te verplegen? Sumatrabode Eoflle en cacao. Uit Malang wordt a'an de (Indische) „Nieuwe Gids" medegedeeld, dat de aanplantingen gunstig staan, en by normale weersgesteld heid in den a.s. oostmoesson een Hinken bloei kunnen geven. In het oosteiyk gedeelte van het zuidergebergto helt men er hoe langer hoe meer toe over om de koflleboomen, ter- wille eener meerdere vruchtdracht, te laten doorschieten. In Kediri belooft de cacao een goedon oogst te zullen geven. Zonsverduistering van 18 Mei. Dr. W. van Bemmelen, onder-directeur van het magnetisch en meteorologisch observa torium, zou, volgens het „Bat. Nbld.," don 2laten April van Batavia naar PaüaDg ver trekken om de zoneclips mode waar te nemen. A T J EU. De „Dell Ct" van 20 April bevat het vol gende telegram: Kotta-Radja, 19 April. Het bivak Blang- pidir in Tripa werd 7 April door een bende van ruim Ö00 man, hoofdzakelijk gajoes, Ingesloten. Luitenant Helb deed driemaal een uitval, waarna de vyand terugtrok, B3 dooden en veel wapens achterlatend. Wij bekwamen een Europeeschen fuselier gewond. Door den Gouverneur-Generaal van Ned.-Indië Zijn de volgende beschikkingen genomen: CIVIEL DEPARTEMENT. Ontslagen: Eer vol uit zjju betrekking, do commies dor derde klasse bij den post- en telegraaldienst E. Buyten, eu zulks ten einde den dnecieur der Burgerlijke Openbare Werken in de gelegenheid to stollen hem te benoemen tot telegiaaiopzichter by de exploitatie van btaatsspoorwegen op Java. Verjeend: Wegens ziekte een jaar verlof naar Euiopa aan de onderwijzeres der tweede klasse bij het openbaar lager onderwijs voor Euro- pennen, mejuffrouw Al. 0'. W, van Dyck; wegens zieklo een tweejarig verlol naar Europa, aan deu inspecteur voor bet inlundsch onderwijs in do tweede utdeeling, H. Ik de Nooy. Bij don watersluat en 's LandB B. O. W. G e p 1 a a t s t: in de residentie i'reanger-Kegent- schappen, de dienstdoende opzichtor der tweede klasse C. J. Evers. Overgeplaatst: Bij de irrigatie-afdeeling Brantas van Modjokerto naar Paroe (residentio Kediri; de opzichter derde klasse L. P. van Eekiiout. By de exploitatie van de OosLcrlynen der SS. op Java. Belast: Met het beheer van onderal'deeliDg I der derde afdeeling met Madioeu als standplaats eu eervol ontheven vau dat van ondoraideeliug 11 de adjunct-cliel J. N. van Atielen van öaemsioort; met het beheor van ouderaldeeJmg II der derde ftfdueling met Soerabaia als standplaats en met het beheer der werkplaats aldaar de waai nemend adjunct-cliel G. tl. llupkes. By het boschwezen op Java en Madoera. Benoemd: Met ingang van 28 April tot op- zieuer de leerling-opziener A. C'. B. van Alaarso- veen, met bepaling, dat hij geplaatst blijft iu bot boschdistrict Hagelen. L»Et'AU l'EMENT VAN OORLOG. Verleend: Wegens ziekte een tweejarig verlof naar Europa aan den eeisten fuitenant der ïnianteno J. Louwe- naar en aan den eersten luitenant-kwartier meester bij de militaire administratie WF. Keuzen kamp. Gesteld: Op non-activiteit met ingang van 15 April de kapitein der iniantorio van verlof uit Nederland teruggekeerd L. A. Ferguson. Geplaatst: By aankomst bij hot straf- detachement te Ngawi, de eerste luitenant van verlof uit Nederland teruggekeerd 1>. Toekamp Lammere. Overgeplaatst: Bij de troepenmacht ter Sumatra's westkust t. n. i.: de kapitein by het eerste garnizoensbataljon van Atjeh jhr. A. W. van üolthe; by .het tweede depot-bataljon de eersto luitenant ^y bet eerste garnizoensbaialjon van Atjeh T. C. J. Mulder; bij de troepenmacht in Atjeh t. n.i.: de kapitein by het dorde bataljon J. J. Krug eu de tweede luitenant bij het tweede depot-bataljon D. G. Draayer. 15tu|reil[)he Ötautl van Lol clou. BEVALLEN: M. F. Trel geb. De Kruys D. C. A. de Haas geb. Bentz D. W. Neuteboom ^eb. Van Polanen D. A. de Klerk geb. Bieg- ètraaten Z. j. berlier geb. Bavelaar D. J. "WKooreman geb. Engels L. A. van der Vos geb. De Wit L. E. C. van Leeuwen geb. Knoore D. M. S. C. de Vries van kleijst geb. Scheurleer D. M J. Taverne geb. Kiotbeigeu Z. A. Segor geb. Tuitel Z. S. vau Koperen geb. Ja Luu Z. Al. Gordyn geb. Jduring Z. M. G. Kyasbarger geb. Kosto D. J. Fiiippo geb. De Wit L. L. Stakenburg geb. Nekoman u. P. Trap geb. Van der Kuaij 'L. K. van W'olzen geb. Akkerman Z. C. Barendse geb. Van den Berg Z. J. Vermeer geb. Van Doorn Z. C. Ie Febre geb. Pardon Z. A. J. 11. Kempers geb. Vooreu Z. P. Al. H. Bik geb. Jacobs D. Af. P. J. de Keijzer geb. Wennekers D. GKill)WD: F. C. Posthumus jm. en W. van Riju jd. J. N. Bouter jm. en J. v. d. Natjd. N. van Welzen im. en S. Goebertus jd. b. Dee jiu. on H. L. M. Platteel |d. A. van Venetie jm. on G. Verwer jd. C. van der bluis jm. en J. G. Kemoud jd. W. Boot jm. en Al. van Zuylen jd. A. Kor^WBgen jm. en G. A. VV. Aleeder |d. G. J. Kutgeis jm. en J. van Gent jd. A. J. v. d. Kwartel jm. eu C C. Ouwerkerk ld. K. bterag )tn. en J. blegieuborst jd. B. Voorzaat w. en N. van Laar jd. T. H. Bosman jui. eu b. biammers jd. G. J. Scbipaanboord jm. en K. Kavensbeigou jd. J. Lasschuit jin. •n M. G. de Jong jd. VVF. Fieleuion jm. en J. A. v. d. Boa id. F. Wagemana jm. en J. Trouwee jd. VV. J. van den Boven jm. eu C. Wallaart jd. H. G. Kienjet jin. en M. U. Slegten- hoist jd. F. Langezaal jm. en E.Philippo jd. H. v. d. Keur jm. en A. Molenaar jd. AI. J. Knot Ier im. en E. Tuurenbout jd\ J. Ouwerkerk jm. en r. Korswagen jd. J. de la Kie jm. en A. M. de Haay jd. H. A. Koehorst jm. en A. B. Zwarts jd. A. Huy jm. en E. van Velde jd. J. Mielo jm. en A. bcbleilfert w. OVERLEDEN: J. Bonnet geb. Laman W. 86 j. P. VV. Pardon geb. De Kier D. levenl. K. Dennenburg 'L 4 j. It. Kalkboven Z. m. J. Serlior D. 14 uur. J. C'ival geh. M. 48 j. A. Oudeians geb. Heemskerk geb. V. 70 j. P. G. M. Kriek D. 66 j. J. J. H. Diesselbuis Z. 57 j. T. van Dam geb. Rosman V. 48 j. E. van Ackeren geb. v. d. Berg W. 72 j. A. P. Zandvliet D. 3 m. J. du Pree Z. 20 j. J. G. Taverne Z. 2 d. J. van Leeuwen Z. 4 j. J. v. d. Onweelen geb. De Kruis W. 68 j. S. Nouteboom W. 64 j. D. J. Broers Z, 19 m. E. van Noort D. 12 j. L. Pet Z. 8 m. RECLAMES. 40 Cents per regel. Juffrouw Maatje v. d. Kreeke, te Wolferts dijk, spreekt niets dan lof en wel met zulk een Ijver en innige overtuiging omtrent eon geneesmiddel. Zy hoeft er ook redenen veor, want zy is door de Pink-Piilen genezen ge worden en op zoo'n radicale wyze, dat zy ze overal en aan een ieder, die lijdende is, aan raadt. Vele malen heeft zy voor aDdore per sonen, na haar herstel de Pink-Pillen laten komen. Ziehier een brief, dien zy onB schryft: „Ik was sedert langen tyd ladende aan het hartwater, on ondraaglijke pijnen in mijn rug en lendenen. Slechts 22 jaar oud zijnde, eu dan reeds zoo te moeten lijden, maakte my droevig gestemd. Na vyf doosjes Uwer Pink- Pillen van Dr. Williams gebruikt te hebben, ben ik volkomen hersteld en steeds opgeruimd. Maakt mijn genezing bekend, opdat andere jonge meisjes mijn voorbeeld navolgen." Het ia werkelyk een goede daad iets, wat nuttig voor de gezondheid is, aan te raden en er is niomand ter wereld, voor wien do Pink- Pillen niet gunstig zullen zijn. Ze versterken de zwakken, zy genezen de bloedarmoede, bleekzucht, neurasthénie, rheumathiek, maag- en ingewandziekten. Eindelijk, als ten gevolge eener ernstige ziekte de herstelling dor ge zondheid moeilijk is, zullen de Pink-Pillen als een zeer krachtige spiervereterker, een nieuw en zuiver bloed geven, zullen het terugkamen der kracht-en bevorderen on do gezondheid herstellen. Ziedaar wat do verrichten. Do Pink-Pillen zijn de onovertreffelyke spiervereterker: zy hergeven kracht aan do zwakken en z\jn voor de delicaatste personen onschadelijk. Zeer werkdadig tegen bloed armoede, xheumatiek en zenuwpijn. Zy geven schoono kleuren aan het bleebe gelaat, han deion in al de tijdperken der verzwakking bij de vrouw on veroorzaken by den man een werkdadig© werking togen al de ziekten vor- oorzaakt door lichamelijke en geestelijke over spanning en door buitensporigheden. Prys f 1.76 de doos; f 9.— per G doozen. Verkrijgbaar by J. H. I. Snabilié, Steiger 27, Rotterdam, hoofddepothouder voor Nedorland, en apotheken. Franco toezending tegeD postwissel. Ook -echt verkrijgbaar voor Leidon en Om streken by Rotst Krak, Drogeryen, Bees tenmarkt Wyk. 5 No. 41, en J. H. Dijkhuis, drogerijen, Hoogstraat No. 5. 4528 60 ben prettige dag! Mjjn vriend De Bruin was zooev.en zeor tevreden van zyn op ongeveer twee uur afstands gelegen fabriek thuis gekomen en trad nu de kamer binnen met de woorden „Kinderen, vanmiddag om drie uren gaan we naar den boschwachter." „Best, August," merkte zyn vrouw aaD, en de kinderen juichten. Alles rustte zich uit voor de kleine voet reis; De Bruin stak een havanna op en wilde behaaglijk zijn kop kolfie drinken. Zyn vrouw nam hem even ter zyde. Na een kort onder houd werd de aandacht der ordelievende gade getrokken door een plek aan do mouw van de jas van haar eohlvriend, waarop haar blik gevestigd bleef. „Zog, August," vroeg zy eindelijk, „je draagt die goede jas toch niet op het kantoor, wli ik hopen? De rechtermouw begint al kaal te worden." „Laat dit voor 't «ogenblik rusten, Marie, wy hebben gewichtiger zaken te behandelen." „Is dat nu een antwoord op myn vraag? Hoo kunt ge zoo slordig op je kloeron wezen, August?" August ademde do «zonluchfc van een naderend onweer in. „Ik zal myn leven beteren 1" antwoordde hy zeer vriendelijk, om zyn wat al te zuinige vrouw in haar humeur te houden- ik heb misschien de jas wel eens by vergissing aan gehouden. Toe, laat ons dergoiyke bagatellen. „Bagatellen noem je dat?! Wat moeten de kinderen er wel van denken, als er zoo ge- sproken wordt?" Wat zal ik er meer van zeggen? De lezer zal my do uitvoerige beschrijving eener huise lijke scène besparen, waar by de vrouw des huizes tot do bedonkelykste verwytingen kwam, totdat eindelijk haar gefolterde echt vriend den gobruikely ken terugtocht volvoerde on de kamer verliet met do woorden: „Nu heb ik er genoeg van. Men kan geen oogen- blik tevreden thuis zyn. Tot ziens 1 Ik ga weer naar de fabnokl" Van de beloofde wandeling naar den bosch wachter kwam niets. De gekrenkte vrouw, die natuurlijk van oordeel was, dat men haar bitter verongelijkt had, nam in een gejaagde stemming haar naaiwerk weer op. Maar eensklaps rees zy weor overeind, als door een grootscho ge dachte verrast; zy ging naar de andero kamer en kwam met een oude jas terug, die zy afborstelde en inpakte. Dadelyk gaf zy het pakket aan do vrouw van den krater met de opdracht om onverwyld er mee naar het station te gaan en er voor te zorgen, dat het ge wichtig pakket vooral aan haar man ter hand gesteld werd voordat dezo mot den trein vertrok. De vrouw kwam ongelukkig aan het station, toon de trein reeds weg was. Radeloos zag zy het vuurspuwend monster in de verte voortstoomen. „Neem me niet kwaiyk, meneer," zei zy tot den stationschef, „kunt u dit pakje niet niet de telegraaf naar mynheer De Bruin sturen; want er is groot© haast by, hooft mevrouw gezeid." „Is 'tvoor mynheer De Bruin?" vroeg do chof. „Dien ken ik zeer goed. Metdetelograaf zal het mooiiyk gaan; maar als er zoo'n haast by is, dan zal Ik hem 't pakje met den volgenden trein nazendon en hom telegra- pheeron, dat hy 't misschien van avond of anders zeker morgonochtond hebben zal." De vrouw ging gerustgesteld weer heen en wachtte zich wel om te zeggen, dat zy te laat gekomen was. De stationschef telegraphoerde nu naar zyn collega aan het station, dat op een halfuur gaans van de fabriek gelegen was: wZt§ mijnheer De Bruin, dat zijn vrouw zeer bezorgd naar hem heeft laten vragen. Etn paJsket met geioichtigen Ï7ihoud ligt ter verzetiding gereed." Toen do andere chef de depeche ontving, had de heer De Bruin den trein reeds ver laten; de voorzichtige boambte zond dadelyk een bode met het telegram naar de fabriek. Daarop trad hy de restauratie binnen en was niet weinig verbaasd, den bewusten persoon daar nog te vinden. „Had ik kunnen weton, dat gy nog hier zytl Zooeven zond ik een bodo met een depeche voor u naar de fabriek." „"Voor my? Is de inhoud u soms nog bekend?" „Uw vrouw heeft in groote opgewondenheid naar u gezocht en myn collega seint, dat er gewichtige of slechte berichten, dat weet ik niet meer, voor u zyn ingekomen. Morgen vroeg zal het pakket, dat voor u bestemd is, verzonden worden. Zoo ongeveer luidde do depeche." De Bruin schrikte hevig. „Hemel, wat kan dat zyn? Zou het huis van Meier soms....? Die solide firma? Maar het heeft met die Amenkaanscho Sporen zware verliezen geleden. Dat zou vreeseiyk zynl 't Ware zoo goed als myn ondergang 1 Ik moet dadelyk soinen; toe, geef me een formulier. Ik moet myn vrouw althans voorloopig gerust stellen; dat zou ontzettend wezen 1" De Bruin schreef zyn telegram in do grootste opgewondenheid: Laat u niet door slechte tqding verontrusten. Ik kom met den eersten treinalles kan nog in orde komen." In zyn woning klonk weldra luide de bol. Mevrouw De Bruin snelde naar de voordeur. „Een telegram? Van waar?" „Van de fabriek denkelyk", antwoordde somber de besteller, die al vele jaren zyn betrekking waarnam. „Als myn man maar niets overkomen is. Zou hy onze woordenwisseling zich te zeer hebben aangetrokken?" Intusschen had zy den besteller het telegram uit de hand gerukt, waarna de man gemoede lijk op het regu bleef wachten. Laat u nitt door slechte tijding verontr usten. Ik kom met den eersten trein; alles kan nog in orde komen" Hot papier beefde in haar handen. Hot angstzweet kwam haar op het voorhoofd. Nog eens las zy, in de huiskamer gekomen, het telegram. Wanhopig zich do handen wringende, zonk zy' op de canapé. De kinderen stonden bedrukt om haar heen. Weldra snikte hot gansche koor. „Porsooniyk kan hem niets overkomen zyn, want hy seint, dat by met den eersten trein komt, maar „Hemel, de fabriek zal in brand staan 1" riep de arme vrouw plotseling uit, en doods bleek vloog ze van de canapé op. „Otto, doe gauw je jas aan en kyk of je ook een vuurgloed in de richting van do fabriek ziet. O, arme kinderen, misschien is alles verloren, want ze is veel te laag vor- zekord, en je vader is altyd even slof! En dan, dan laat hy my in ongerustheid. Alles kan nog in orde komen; ja, wkt kan in orde komen? Ontzettend!" Weder weerklonk met een vreesoiyk geluid de scbel aan de voordeur. „Kan ik ook antwoord meenemen?" vroeg de besteller, die ongeduldig op zyn regu had staan wachten. „Antwoord? Jawel, natuuriyk. Wacht nog even!" Intusschen meldde haar zoontje Otto^ dat er in de bedoelde richting geen vuurgloed te zien was. „Den Hemel zy dank, ten minste dat niet I" Vier velletjes papier met ontwerp telegram men had zy reeds verfrommeld, eindelyk kreeg do besteller het vyfde: „In de hoogste opgewondenheid. De vreeselijke waarheid ware mij beter geweest dan ondraaglijke onzekerheid. Ik kom. Je ditp verslagen vrouw." De Bruin was intusschen aan de fabriek gekomen. Hy rukte daar den portier de depeche uit de hand. ^Ztg mijnheer Be Bruindat zijn vrouw zeer bezorgd naar hem heeft laten vragen. Etn pakket met gewichtig en mltoud ligt ter verzen ding gereed." „Geen twyfel moer: Meier is foutl Zoo'n oude dougdelyke firma 1 Jaren van ingespannen arbeid opeens verloren.... M4jn arme vtouw, arme kinderen Door de kwellendste gedachten gefolterd, liep De Bruin gejaagd do kamer op en neer. Maar wat te doen? Iu koortsachtige haast groepeorde hy tal van cyfers; het kookte en bruiste in zyn arm hoofd. Nog drie volle nron moest hy wachten, voordat er een trein was, die hem naar huis brengen kon. Daar kwam alweer een telegram. Do toe stand moest zeor gespannen zyn. De duisternis was ingevallen en buiten by de lantaarn van den portier las hy: vdn de hoogste opgewondenheid. De vreeselijlco waarheid ware mij beter geweest dan ondraag lijke onzclccrheid. Ik kom. Je diep verslagen vrouw." De Bruin beefde; met moeito verborg by voor de omstanders, wat er in zyn binnoneto plaats had. vIn de hoogste opgewondenheid, on draaglijke onzekerheid. By alles, wat heilig is, wat weet zy van myn zaken metMoier? Er moot boven dien nog wat ontzettends gebeurd zynl Maar het pakket, dat moet ik hebben. Dit alleen kan licht geven in die ontzettende duistornle! En dau komt Mario hierheen. Neen, 't is ondoenlyk nog drie uur te wachten." (Hy roept den knecht). „Dadelyk naar het dorp gaan en een rytuig met twee flinke paarden, gauw hoorl" Alzoo den spoortrein versmadende, vliegt hy over den straatweg naar de stad zyner inwoning. Niet hard genoeg kan de koetsier de paarden voortzweopeo. Dampend houden zy voor het huis stil. „Myn vrouw?" „Naar 't station, juist naar u toe." „Gezwind naar hot station." Hy ylt naai' den stationschef. „Zeg me toch, wat er gebeurd is?" „Uw vrouw is zooeven In zenuwaehtigen toestand in den trein gestapt; ik begryp niet, waarom, want als zy aankomt, vertrekt een kwartier later de trein hierheen." „Dat is te veel," steunde De Bruin. „Myn voeten beginnen my hun dienst te weigeren. Maar vóór alles, geef me dat pakket: dan is alios opgehelderd." „Het pakket? En dat zou ik met den eersten trein verzenden „Dus het is „Zooevon verzonden, zooale ik u in myn telegram beloofd had." „Ook dat nog!" En weer wildo de zwaar "beproefde man laten inspannen en terugryden; maar de chef, die minder zenuwachtig en opgewonden was, wist hem nu toch te raden, om ton minste de terugkomst van zyn vrouw af te wachten. „Neen, laat myl" „Maar je zult je vrouw weor voorbyrydon. Ik wed om honderd gulden, dat zy dadelyk met don sneltrein terugkomt." „Nu, dan zal ik wachten 1" klonk het def en hy viel uitgeput op een bank neer. Eindelyk, eindelyk kwam do trein dreunend het station inryden, en weldra lagen man en vrouw in eikaars armen. „"Wat is er gebeurd? Ik sterf van aDgstl" stamelden hy en zy geiyktydig. „Ja, wat is er aan de hand?" vroeg Do Bruin. „Dat wenschte ik van jou te weten 1" „Maar wees dan toch kalm en zeg mo i~ een paar woorden, wat er gebeurd is?" „En ge zyt me nagereisd, om my gewichtige tyding to brengen?" „Ik? Ik heb geen gewichtige tyding!" „Voor den drommel, spreek dan toch 1 Wat voor verschrikkelyke berichten zyn er?" „Maar, August," kryschte de arme vrouw, „je brengt me tot vertwyfeling." „Spreek dan toch, wat ik je bidden mag.'/ De Brum hapto naar lucht. Wat zou hy nog zeggen? Hy keek zyn vrouw doordrin gend aan. „Z(J is krankzinnig, geen twyfel meer mogeiykl" „Hy is waanzinnig geworden door den slag!" Die gedachte vloog gelyktydig ook haar door het hoofd. En snikkend verborg z\) het gelaat in de handen. „O, ik diep rampzalige," snikte zy. Daar kwam de chef, die met klimmende verwondering dit tooneel had bygewoond, by do radelooze echtelieden. „Hier is het pak," sprak hy, „het is me teruggezonden, daar gy reeds, zooals men vernomen had, op do terugreis waart." „Ha, nu zal het raadsel dan toch worden opgelostl" riep De Bruin uit, on met kramp achtige hand scheurde hy het pak open. De oude kantoorjas rolde or uit. Man en vrouw zagen elkaar sprakeloos aan. „Dat is te erg!" schreeuwde thans Do Bruin woedend en de armzalige jas vloog over hot stationsemplacement. En een vor- nieuwde scène stond nu voor de deur. Maar de stationschef voorkwam nu de, uitbarsting door te getuigen: „Blijkbaar is de telegraaf van alles de schuld 1" „Juist," zei De Bruin, om eon goeden terugtocht te bewerkstelligen, „de telegraaf alleen draagt eigenlijk de schuld De oorlog tussolion Engeland en Transvaal. Van een Boer in Zaid-Afrika is te Beriyn een belangwekkende brief ontvangen, waarin o. a. het volgende gozogd wordt omtrent het buitmaken van vee. „Als ge leest, dat de Engelachen zooveel schapen en ossen hebben medegevoerd, moet ge u niet vooistellen, dat zy deze dieren kun nen behouden. Dat is onmogeiyk. Britsche officieren erkennen zelf, dat zy dezelfde kudden vele malen buitmaken". De schryver acht de zaak der Boeren geens zins verloren. Botha zou de vredesonderhande lingen niet hebben afgebroken als de toestand hopeloos was. Maar het is nu zoo; „Do Engelsehen hebben in den Vrystaat alleen Bloemfontein en de plaatsen aan den spoorweg, in Transvaal slechts Pretoria, Johannesburg en den spoorweg naar Natal. De Boeren hebben het land, de Engelschen de dorpen aan den spoorweg en niets meer. De Boeren handelen in hoofdzaak naar lord Beaconsfield's beginsel van meeateriyke werkloosheid. Dit is vooral De Wet's tactiek. De Boeren weten, dat de Engeischen hot niet zullen kunnen houden. Het Britsche volk zal niet altyd twee mlllioen pond Bterling per week blijven be talen. De vredesonderhandelingen zyn daarvan het beste bewys. Niels bindt den Boer aan een stad of den spoorweg. Hy beschouwt het bezit van oen stad als een lastpost als een vermindering van zyn strydmacht met zooveel man als er garnizoen moeten houden. Maar daarom komt hy er wol. Eiken dag zyn verspieders van de Boeren te Johannes burg en te Pretoriaz(J lezen er de couranten en geven oogen en ooren den kost De „TimeB" bevat weer een uitvoerig 8chryven van zyn correspondent te Pretoria van 16 April, waarin hy zegt, met angst den winter te zien naderen, omdat de Boeren zich dan in het noordelyk boschveld zullen terug trekken, als men er niet in slaagt, hun dat te beletten. Do vyandeiykheden zullen daar door opnieuw gerekt worden, zegt hy, en het zal den schyn krijgen van een betrekkeiyken vrede in de beide koloniön, waarop men heel- wat hoop zal bouwen, maar zoodra het voor jaar weer in het land komt, zullen de vfiande- lykheden over de gansche lime worden her vat en de guerilla weer heftiger woeden dan ooit te voren. Gedurende dien tyd zullen de Engelsche troepen echter weer aan dezelfde ontberingen blootstaan als vroeger en nog meer gedemo raliseerd worden. In den uitslag der laatste krygsverrichtingen stelt de schryver overigens al even weinig vertrouwen als in die der naaste toekomst- Vooral de westelyke districten van den Vry. staat tchynen hem verre van let rust ge bracht en niemand in die streek maakt zich daarvan meer illusies. Om eon tot dusver onbekende reden heb ben do burgers der districten Middelburg, Ermeloo on Carolina niet opgehouden, biyk te geven van een oorlogzuchtigon geest, die geheol verschilt van dien van alle andero Boeren. Zy waren hot, die op Spionkop stonden, die in Januari zes posteu der lyn Middelburg Komatiepoort by nacht aanvielen, die French op zjjn tocht door het zuidoosten der Trans vaal 6teods op de flanken lastig vielen, die in Februari de infanterie van Smith-Domen aanvielen, die nooit hebben geaarzeld de EDgolsche cavalerie te chargeoren en den oorlog hebben gevoerd als geen ander com mando. Vroeger vormden zy de kern vau Botha's leger; tlians vormen zy de kern van het verzet in Transvaal. De reden daarvan ie, volgens den schryver, dat in het begin van verleden jaar, toen de desertie zoo talryk was onder de Engelsche regimenten in Zuid-Afrika, de meeste deserteur» do wyk namen naar de districten Middelburg en Carolina, en zich daar neerzotten. Het zouden dan ook juist voormalige Engelachen zyn, die aan Kitcheners troepen den heftigsten weerstand bieden. Voorts verklaart hy uit den mond van den chef van den Engelschen inlichtingendienst vernomen te hebben, dat de Boeren op het oogenbhk nog 18 a 19 duizend strydbare mannen ln hot veld kunnen brengen. Wel is geen hunner commando's op het oogenhlik sterker dan 7 a 8 honderd man, maar de schryver hecht daaraan geen overdreven ge wicht; de beperkte hulpbronnen, waarover de aanvoerders beschikten, begonnen uit te dro gen, zoodat alleen kleine troepjes in het land kunnen leven. Do correspondent van de „Daily Mail" te Brussel Leeft inzage gehad van een brief van mevrouw Botha aan een vriendin te Brussel, waarin zy schryft, dat lord Kitchener persooniyk geneigd ls den Boeren volledige zelfregeering te bewilligen, maar dat ds Engelsche regeexing volhardt by iniyving der Republieken. „Central News" seint uit Durban: „Mevrouw Botha heeft gezegd, dat zy zeer verontwaardigd was over de berichten in de pers, volgen» welke zy haar man verscheidene malen in het belang van den vrede had bezocht. Haar man wist zelf wat hem te doen stond, en zy zou er zich niet in moeien. Een Afrikaansche dame schryft aan de pers zegt de correspondent van de „Stan dard" te Durban dat mevrouw Botha haar vertelde, dat zy naar Europa ging om gezond heidsredenen en dat zy geen zending aan Kruger had. Ook de correspondent van de „Daily Mail" te Pietermaritzburg geeft thans ln een uit voerig telegram toe, dat mevrouw Botha niet naar Europa is gegaan met een vredeszending. Een van haar Hollandsche vriendinnen, die liaar voor haar vertrek heeft gesproken, ver klaarde, dat mevrouw Botha iydende was en alleen naar Europa ging voor haar gezondheid. Mevrouw Botha logenstrafte, ook volgens dezen correspondent, de geruchten, luidens welke zy op generaal Botha invloed heeft trachten te oefenon ten gunste van don vrocLe. Deze nieuwe lezing heeft de uitgeweken Boeren te Durban boosgemaakt; sommigen er van trachtten tevergeefs een onderhoud met haar te hebben. De .„Natal Mercury" verklaart echter, dat mevrouw Botha aan een van haar medewer kers vertelde, dat zy eerst de heeren Wol- marans en Fischer zou bezoeken en dan president Kruger. Men zal nu, volgens de „Daily Mail", een nieuw plan ten uitvoer brengen om een einde aan den oorlog te maken. Het gras zal wor den afgebrand, maar kort vóór dien tyd zullen de Boeren waar, wordt niet gezegd door een oprukken van drie kanten worden inge sloten. „Men zal het," besluit de berichtgever, in het eerst wreedheid noemen, maar in werke- ïykheid zal het de oprechtste teerhartigheid zyn, daar het misleide gros van de Boeren or toe zal komen om de ydelbeid van alle verder verzet in te zien." De „Daily Mail" zegt zeer wyseiyk, dat het niet goed begrypt, wat zyn correspondent be doelt Wy zyn het hiermede volkomen eens. Nat gras in brand steken is al dwaas genoeg en van de insluiting van Boeren weten wy alles af 1 Een oorlogscorrespondent van de „Times" schryft over de censuur op het oorlogsterrein in Zuid Afrika, dat het een verkeerde opvat ting ls, dat elk bericht, dat do perscensor doorlaat, daardoor een officieel® waarde ver- krygt. De plicht van den censor is slechts, zich te overtuigen, dat in do persberichten niets voorkomt, dat, wanneer het in handen van den vyand kwam, zyn bewegingen zou kunnen begunstigen. Integendeel, zegt dezo „Tunes" correspon dent, zoover den hoofdofficier botreft, die met de operatie belast is, is het soms in zyn voordeel een verkeerd bericht te verzenden, indien zulk een bericht voor den vyand van nadeel zou kunnen zyn. Hieruit is dus te lezon, dat er dikwyis met opzot leugens van het oorlogsterrein door worden gelaten in de verwachting daarmedo den tegenstand der Boeren te broken. Gelukkig, dat bet publiek evengoed als de Boeren reeds lang de waarde van Engolsche oorlogsberichten heeft leeren schatten 1 Generaal Fronch ie, volgens een berioht uit Kaapstad, van zyn malaria hersteld en zal binnenkort naar het oorlogsterrein terugkeeren. Uit de Engelsche veriiezeniyst: Brakpan, B Mei, 2 gewond en 1 vermist, by Kaffer rivier, 10 Mei, een luitenant gewond, Biak- fontcin, 7 Mei, 1 vermiBt, Kopjesfontoin, 10 Mel, 1 gewond, RoodokraaJ, 2 Mei, 1 gewond; generaal Bullock's colonne 2 gewonden 11 Mei, plaats niet opgegeven. Een half dozyn transportschepen, zegt de Evening Standard", naderen nu Southampton met ongeveer 5000 man troepen uit Zuid-Afrika, 'meest vrywilligereoompagmeén, aan boord.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1901 | | pagina 6