N*. 12637
Maandag O Mei»
A*. 1901.
feze jouraat wordt dagelijks, met uitzondering
van (Zon- en feestdagen, uitgegeven.
Feuilleton.
De Roos van Horton.
PRIJS DEZER COURANT:
('Voor Leidon per 3 maandon.1 5 T Vf 1.10.1"
'Buit on Leiden, per looper en waar agonton gevestigd z(Jn 1.30-
1 Franco per post l 0 1.65-',
PRIJS DER ADVERTENTIËN:
Van 1 0 regels 1.05. Iedere regel meer 0.17Grootere
letters naar plaatsruimte. Voor het incasseeren buiten de stad
wordt ƒ0.05 berekend. I
Leiden, 6 Mei.
B. en Ws. geven In overweging afwy-
*end te beschikken op het adres van den heer
G. van der Most van Spyk te Haarlem, c. s.,
houdende verzoek om het aanvangsuur der
kaasmarkt des zomers in plaats van op 7 op
;8 uren te stellen. Uit het daaromtrent door
B. en Ws. ingesteld onderzoek en de in de
Leeskamer ter inzage liggende rapporten van
;den algemeeoen marktmeester en van den
waagmee8ter is B. en Ws. toch gebleken, dat
i togen Inwilliging van het verzoek overwegende
'bezwaren bestaan.
In do eerste plaats zou by een later aan-
vangen der markt de kaas nog meer dan
j thans reeds het geval is te ïyden hebben van
de zonnehitte, die zich des zomers om 7 uren
j dos morgens reeds sterk genoeg doet gelden.
Vandaar dan ook, dat sommige kooplieden, in
i plaats van verlating veeloer vervroeging van
het aanvangsuur der markt zouden wenschen.
In de tweede plaats bezoeken tal van koop-
Meden behalve de kaasmarkt ook de veemarkt,
j Reeds nu moeten zy zich haasten om daar
tydig te zyn. Werd het aanvangsuur later
gesteld, dan zouden zy voor de veemarkt
veelal te laat komen. Het zou geenszins
onmogeiyk zyn, dat het bezoek van beide
markten dientengevolge minder werd.
i Het komt B. en Ws. dan ook voor, dat
'beide bezwaren voldoende gewichtig zyn om
afwyzend op het verzoek te beschikken, nog
daargolaten dat In het algemeen voor Iedere
wyzlging in de regeling van een bloeiende
markt wel zeer gewichtige redenen moeten
'bestaan, omdat moeiiyk vooruit te bepalen
is, wolke onvoorziene nadeelen weer uit die
wyziging zouden kunnen voortvloeien.
Zooals uit het in de Leeskamer voor de
gemeenteraadsleden ter inzage liggend rapport
van het hoofd der openbare herhalingsschool
voor Jongens biykt, bestaat wederom dringend
behoefte aan uitbreiding van het met het
herhalingsonderwys belast personeel.
Toen laatstelyk by 's Raads besluit van 1
Juni 1899 tot uitbroiding van dat personeol
met een tydeiyk onderwyzer werd besloten,
bedroog het totaal aantal leerlingon 142;
thans is hun getal reeds weder tot 168
geklommen. Hiervan zouden alleen in de
laagste klasse 55 leerlingen moeten worden
geplaatst. Het behoeft geen betoog, zeggen
B. en Ws., dat, zal het onderwy3 althans
eonig nut afwerpen, al deze leerlingen moeiiyk
in óón lokaal van óén onderwyzer les zullen
kunnen ontvangen. Bovendien biedt een lokaal
ook slechts plaats voor 48 leerlingen. Een
splitsing der laagste klasse zal dus niet kunnen
achterwege blyven, en dat geheel afgescheiden
van de reorganisatie, welke het herhalings
onderwys, in verband met de ln-werking-
treding van de Leerplichtwet, vormoedeiyk
in do naaste toekomst zal ondergaan. Immers
het aantal leerlingen zal daardoor niet ver
mindoren, veeloer nog toenemen.
B. en Ws. geven mitsdien in overweging
hen to machtigen tot de aanstelling van nog
een tydelykon onderwyzer ten behoeve van
het herhalingsonderwys voor jongens over
te gaan en de daarvoor benoodigde gelden,
door vaststelling van den overgelegden staat
van af- en overschry ving, ten bedrage van
f 134, te hunner beschikking te stellen. 4
Op den post voor Onvoorziene Uitgaven
zyn thans nog 11,587.67 beschikbaar.
Ten aanzien van het verzoek van hoeren
Regenten van het St.-Janshof alhier, om
vergunning tot verbouwing van dat hof, zoodat
het aantal huisjes met éón zal worden ver
meerderd, doelen B. en Ws. mede, dat tegen
do uitvoering van hot ingediende plan by hen
geen bedenkingen bestaan.
Zy geven derhalve in overweging do by
art. 3a der verordening op het bouwen on
sloopen verelschte vergunning te verleonen.
De Commissie van Beheer van het go-
sticht „Endegeest" wyst in een aan B. en Ws.
gericht schryven op de dringende behoefte
voor het gosticht aan een goede werkplaats
voor de timmerlieden, en aan een bergplaats
voor schilders- en metselaarsmaterialen, hand
en kruiwagens, enz.
Het tot dusverre als timmermanswerkplaats
gebruikte gedeelte van den vroegoren paarden
stal (een houten gebouwtje, waarin ook do
varkens gestald worden) is to klein geworden
en daarby zeer bouwvallig. Een bergplaats
voor gereedschappen is er in het geheel niet.
Vandaar, dat de commissie in deze behoef
ten zou wenschen te voorzien door den bybouw
van een werkplaats en bergplaatsen aan de
kolenloods, overeenkomstig de hiorby overge
legd© teekening.
De kosten van dit werk worden door haar
begroot op ƒ2300 en zullen zonder bezwaar
uit den loopenden dienst van het gesticht
kunnen worden bestreden.
Overtuigd, dat do genoemde werken dringend
noodig zyn, kunnen B. en Ws. zich met de
uitvoering daarvan zeer wol vereenigen, terwyi
zy er, met het oog op don bloeienden toestand
van de financiën van hot gesticht, evenmin
bezwaar tegen hebben, dat de daarvoor be
noodigde gelden uit den gewonen dienst wor
den gevonden.
De Commissie van Financiën deelt mede,
dat zy geen bedenkingen heeft tegen het
voorstel van Burgemeester en Wethouders,
dd. 10 April jl., betreffende den aankoop van
het open plaatsje, gelegen achter het percoel
Burgsteeg 12, kadastraal bekend als een ge
deelte van sectio I No. 61, gemeente Lelden,
voor de som van ƒ600 en de kosten van
overdracht ten bedrage van 35.
Dezelfde Commissie bericht, dat zy ook tegen
de in haar handen gestelde rekening van de
Kamer van Koophandel en Fabrieken, over
het dienstjaar 1900, geen bedenkingen hoeft.
Zy stolt mitsdien voor die rekening goed te
keuren: In ontvangst ad 476, in uitgaaf ad
421.55, sluitende met een batig saldo van
ƒ53.45.
Ter vervulling van de vacature van 2do
onderwyzeres aan de Openbare Meisjesschool
2de klasse, ontstaan door de benoeming van
mej. C. B. Renaud tot lsto onderwyzeres, is
de volgende voordacht opgemaakt: lo. Mej.
A. Lem, 3do onderwyzeres.aan do openbare
lagere school der 3de klasso No. 4; 2o. Mej.
L. M. Kieviet, 2de onderwyzeres aan de
openbare lagere school der 2de klasse voor
Jongens on Meisjes, en 3o. Mej. D. A. Dobbe,
3de onderwyzeres aan de openbare lagere
school ln do Hoerenstraat.
De volgende voordracht is opgemaakt voor
de benoeming van een 3den onderwyzer aan
de openb. lag. school der 3de klasse No. 1, ter
voorziening in de vacature, ontstaan door het
met ingang van 1 Februari verleend eervol
ontslag aan den onderwyzer A. van der Jagt
lo. Th. van Kan, vroeger 3de onderwyzer
aan de openbare school der 4de klasso No. 1
2o. mej. G. F. Japikse, tydeiyk 3do onder
wyzeres aan die school; on 3o. mej. C. F.
Pillard, tydeiyk 3de onderwyzeres aan de
openbare school der 3de klasso No. 2.
Den gemeenteraad leggen B. en Ws.
over de 2de lyst van aangeslagenen op de
kohieren der plaatseiyke directe belasting,
dienst 1900, dio de gemeente hobbon verlaten,
overleden zyn of ten opzichte van wier aanslag
een rectificatie behoort plaats te hebben.
Wat betreft het verzoek van den heer
L. Soonius deelen B. en Ws. mede, dat uit
een door hen ingesteld onderzoek is gebleken,
dat adressant, onbekend mot do desbetreffende
bepaling der bouwverordening, reeds zonder
de vereischte vergunning tot den bouw eener
door hom gewenschte schuur is overgegaan,
maar dat er geenerlei bezwaar bestaat hem
te vergunnen de reeds gebouwdo schuur te
behouden.
Zy geven derhalve in overweging aan adres
sant de by art. 3ö der verordening op het
bouwen en sloopen vereischte vergunning tot'
hot hebben van een houten schuur voor stalling
van veo op het terrein aan de Ryn- en Schie-
kade, Sectie M. No. 105, alsnog teverleenen.
By gemeenteraadsbesluit van 25 October
1900 werd besloten tot den aankoop van
een terrein op Vreewyk, ton einde dit kosteloos
tor beschikking te stellen van het Ryk voor
de oprichtlDg van een Ryks-zuivelcontröle-
station.
Dozer dagen heeft do overdracht van hot
benoodigde terroin aan de gemeente plaats
gehad en eerstdaags zal de schenkingsakte
met den Staat kunnen worden verloden.
Do koopsom ad 3300 werd voorloopig
by voorschot betaald; het is echter wenschelyk,
dat deze uitgave zoo spoedig mogelyk op de
begrooting worde geregeld.
Het lydt naar het inzien van B. en Ws.
geen twyfel of de daarvoor benoodigde gelden
zullen door leemng moeten worden gevonden.
Wèl werd by de behandeling van het leenings-
voorstel aan het einde van het vorige jaar,
toen zy ondor de uitgaven, waarvoor moest
worden goleend, ook dozo koopsom hadden
opgenomen, by mondo van den hoer Drucker
daartegen bezwaar gemaakt (zitting van 22
December), maar ook by nadere overweging
kunnen B. en Ws. niet' Inzien, waarom in
deze uitgave op andere wyze zou moeten
worden voorzien. Immers, ware de gemoente
in het bezit geweest van het gewenschte
terrein, zy zou dat eenvoudig aan het Ryk
ten geschenke gegeven hebben, zonder de
waarde daarvan hetzy ln eens, hetzy in eenige
jaren in de gemeentekas terug to brengen.
De gemeente zou eon deel van haar kapitaal
voor een nuttig, voor de gemoente zeer be-
langryk dool hebben afgestaan. Waarom zou
dan anders moeten worden gehandeld nu do
gemeente nog niet over het terrein beschikken
kon, maar zich door aankoop de beschikking
daarover moest verschaffen. Er is, meenen
B. en Ws., geen enkele reden, waarom deze
uitgave thans uit do fondsen van een enkel
jaar zou moeten worden gekweten en ten
laste van do belastingschuldigen van dat eene
dienstjaar zou moeten worden gebracht.
Zy geven dan ook in overweging tot de
vaststelling van don ovorgelegden suppletoiron
begrootingsstaat over te gaan, ten bedrage
van 3424, waarin de overdrachtskosten
begrepen zyn.
De heeren Drucker, van Lidt de Jeude
en Van Rhyn, in de gemeenteraadsvergadering
van 28 Maart jh benoemd ten einde omtrent
hot voorstel van Burg. en Weth. van 19 Maart
het verslag uit te brengen, bedoeld in art. 7
der verordening van 5 April 1894, betroffende
het bewonen van gebouwen, welke, ala
schadeiyk voor de openbaro gezondheid, voor
bewoning ongeschikt zyn, hebben nu aan die
opdracht voldaan.
Zy geven in overwoging, de volgende be
sluiten to nemen:
I. De Raad der gemoente Lelden verklaart,
dat do perceelen Sanderspoort nrs. 1 en 2,
Korte Langestraat no. 6,( Krakeelpoort nrs.
1 en 2, als schadelyk voor de openbare ge
zondheid, ongeschikt zyn voor het bewonen,
en dat de gebreken, waardoor die ongeschikt
heid wordt veroorzaakt, niot vatbaar zyn
voor verbetering.
Bepaalt, dat deze perceelen door do bewoners
moeten worden ontruimd binnen acht weken,
te rokenen van den dag, waarop afschrift van
dit Raadsbesluit blykens procesverbaal van den
door Burg. en Woth. daarmede te belasten
beambten, aan den eigenaar en aan den
hoofdbewoner van ieder percoel zal zyn mede
gedeeld of aangeboden.
II. De Raad bepaalt, dat by de percoelen
Krakeelpoort nrs. 3 6 en Uiterstegracht no.
136, behalve het bestaande privaat, nog moet
worden aangebracht een behooriyk privaat,
uitsluitend bestemd ten gebruike Yan de be
woners dezer perceelen;
Beveelt, dat deze verbetering behooriyk ter
beoordeeling en beslissing van Burg. on Weth.
zal worden aangebracht binnen acht weken
te rokonen van den dag, waarop afschrift
van dit Raadsbesluit, blykens procesverbaal
van den door Burg. en Weth. daarmedo te
belasten beambte, aan den eigenaar en aan
den hoofdbowonor van ieder perceel zal zyn
medegedeeld of aangeboden en dat, by gebreke
daarvan, de genoemde perceelen door de be
woners binnen voorschreven termyn zullen
moeten worden ontruimd, zynde genoemde
perceelen, indien de bevolen verbetering niet
wordt aangebracht, ongeschikt te achten voor
bewoning.
't Was Zaterdag-avond nog verbazing
wekkend vol in Ephraïras concertzaal aan de
Haarlemmerstraat, alhier, by gelegenheid van
do vyfde jaarfeestviering van do tooneel- en
gymnasti k-vereeniging fThalia Melpomene."
Do heer Ephraïm had de vlag doen uitsteken
om daardoor als 't ware der buitenwereld
toe te roopen: „Hier binnen is 't feest I" En
hun, die binnenkwamen, klonk dra het feest-
gedruisch togen, door de musici met hun
instrumenten teweeggebrachten ze zagen
een groep planten en do banier der Vereenigmg,
welke laatste 3 Mei jarig was geweest. En de
burger-feesteling zag mot genoegen, natuur-
ïyk niot aan de vele dames, maar wel aan
een deel der heeren, in uniform, op hoe
gooden voet do Yereonlging biykbaar verkeert
met do bereden en onbereden land-, alsook
met do zeemacht.
Niet lang na den vastgestelden openlngatyd
en toen nagenoeg allen gezeten waren achter
een verlrisschendon of verwarmenden drank
waaruit ook hier bleek, hoe verschillend
's menschen behoeften of verlangens zyn en
de heeren onder 't genot van een sigaar, opende
de voorzitter, de heer J. H. Raaphorst, deze
byoonkomst,
Alion aanwezigen, leden, donateurs en verte
genwoordigers der zu8tervereeniglngen „Olym-
pla", „Koningin en Vaderland" en de „Leldsche
Dilettantenclub" riep hy het welkom toe. Met
dankbaarheid ging hy na wat deVereeniging
sedert haar oprichtiog tot op heden reeds
had gedaan ©n hU wees op haar levens
vatbaarheid. Omtrent de afdeeling gymnastiek
was hy do brenger der heuglyke tydiug, dat
door het aankoopen eener mooie brug thans en
voortaan ook brugoefenlngen zouden worden
ton aan8chouwo gegeven. In het op te voeren
blijspel zouden volgons zyn mededeelingnleuwe-
lingon medewerken, die voor hot eerst do
plankon betraden. Een zachte crltiek vroeg
hy deswege. Achtereenvolgens noemde spr.
op wat ten beste gegeven zou wordon en toen
hy by het negende programma-nommer ge-|
naderd was, zeide hy, dat de puntjes, achter
cyfer 9 geplaatst, zooveel beteekenden ala,
oen solo op do viool door den heer Yenderbos,)
daar do voordracht, op welko men gerekend
had, door ziekta van den voordrager moestj
vervallen.
Mèt den wensch voor een wol te slagen
avond uitto do president, doelende op da
samenwerking van eenigo vereenigingen tor
gelegenheid van hot huweiyk onzer Koningin,'
welko toen, met „Thalia Melpomene", optraden
by don heer Ephraïm, den wensch, dat de
homogoniteit, dio toon werd bereikt, niet zou
verbroken worden.
Toen zongen loden den „Thalia-Melporaene-
Marech" van den heer Venderbo3 en daarna
werden de aanwezigen vergast op „standen",!
vanwege de gymnastiekafdeeling. Ên deze'
standen, èn de overige oefeningen met staven,I
aan de brug, den rekstok, enz. gaven ons da
overtuiging, dat dozo afdeeling ondor uitste
kende leiding staat on dat haar leden ernstig
het goedo willen. Zy hebben het reeds heelj
ver gebracht en verdienen een warm woord
van hulde."
Zy, die optraden in het voor een vereeniging
als deze gelukkig gekozen, niet onaardiga,
stukje „De verzegelde burgemoester", kunnen
o. L en tot onze groote spy t, want ze meenden
het zeker heel goed, geen aanspraak maken
op eenige hulde, 't Was heusch of het allemaal
onhandige nieuwelingen waren en al mag dit
dan, daar schyn bedriegt, niet het geval zyn
geweest, we zullen al deze dilettanten maar
als zoodanig beschouwen ec ons verder niet,
uitlaten over de vertolking van dit drie-;
bedryvige, niet vlot genoeg gespeelde biyspel.'j
Hierna beter l Een paar voordrachten van i
weinig beteokenis, éón echter vooral biykbaar
d&arom in den geest vallend, omdat ons toe- j
komstig abattoir er een veer by laten moest, i
brachten een gewenschte afwisseling.
Nadat het programma afgewerkt was, had
nog een plechtigheid plaats. De eere-voorzitter j
nl., do heer W. F. Blom, bood der Vereeniging,
na het betuigen xyner sympathie voor haar
en het uiten van zyn beste wenschen voor
haar bloei, een fraai gecailigrapheerde leden-;
lyst aan, welke namens do Vereeniging door;
haar voorzitter gaarne werd aanvaard. Die
geëncadreerde lyst is voorzeker een mooi
geschenk.
Een bal hield allen nog lang eendrachtigiyk
byeen.
Voor hot akte-examen L. O. is geslaagd
mej. L. J. J. van der Kloes, te Loiden.
Van meer dan éón zyde wordt hC
aan den „N. R. C." medegedeelde gerucht,1
dat by tal van studenten in de medicynen
men sprak van 100 150 het plan zou'
bestaan Leiden te verlaten om to Amsterdam
to gaan studeeren, ook door dat blad
tegengesproken. i
Werd de vorige week melding gemaakt
van het gouden feest van eon der gezellen
van de heeren Van Kempen, te VoorschotcNi
den 12den Mei a. s. zal do hoer Balfoort
het voorrecht mogon genieten zulk een feest-
dag te herdenken. Aangezien dio datum op
Zondag valt, zal er den volgenden dag, dua
hedon over acht dagen, ter eero van beide
jubilarissen door de firma Van Kernpon een
gezellig feestje aan het personeel worden j
gegeven. By dio gelegenheid zal het muziek
gezelschap zich wel weer dapper doen hoeren,
De afdeeling Haarlemmermeer van het
Algemeen Nederlandsch Werkliedenverbond'
heeft zich aangesloten by den Vryzinnig-demo.
19)
De boot, waarin diens moedor en mogelyk
nog oen dozyn der anderen zich bevonden,
bonevens de kapitein, ontbrak. Het eersto en
gewichtigste was nu, zich by het vuur te
drogen, iets te eten to krygen en een onder
komen, al was hot ook nog zoo primitief,
voor do vrouwen to fabriceeren, die zich,
tegen elkaar aangedrukt, door een uitge
spannon doek voor den snydonden wind tracht
ten te beschermen.
Een gedeelte der mannon daalde opnieuw
naar den oever der zoo af, waar de romp der
„Carmina" lag. Mot grooto snolheid barstte
het schip geheel uit elkaar, waarvan de over-
blyfselen naar alle richtingen dreven, en Ronald
gaf zyn lotgonooton den vorstandigen raad
hog te redden, wat te reddon viel, en alles,
swat veroverbaar was, naar den top van het
eiland to brengen, want wanneer er eon storm
opstak, zou alles tot het laatste stuk weg-
dry ven, on voor zoover hy kon beoordeelen,
waren zy op een geheel onvruchtbaar eiland
gestrand.
Deze raad werd opgevolgd, een boot uitge
rust en nog allerlei kostbaar goed gered. Ook
do tweede, kleinere, met vier man toegeruste
boot volgde dit voorbeeld en de geheelo eersto
,dag verstreek met onafgebroken werken, ter-
>yi men de dryvonde voorwerpen naroeide,
es opvischte, aan land bracht en op de rotsen
sleepte. Ieder had het gevoel, ofschoon nie
mand het onder woorden bracht, dat in dit
jwaamolingawerk da eenige hoop op redding
voor ©en vreesoiyken hongerdood bestond,
Ondor beschutting van een overhangende rots
was voor do vrouwen een tent gemaakt en
een niet onsmakelyke soep in een leege olie
kan, welke zich gelukkig ook onder de ge
redde schatten bevond, gekookt. Na een haastig,
maar dankbaar verorberd avondmaal legde het
grootste gedeelte der schipbreukelingen zich
op den rotsachtigen, harden grond neer, met
geen ander dak dan het uitspansel boven zich,
en terwyi zy zich zoo dicht mogelyk om het
vuur schaarden, brachten zy hun eersten nacht
op het eiland door. Tegen den morgen stak
een hevige wind op en toen de zon was op
gegaan, kon men van de „Carmina" geen spoor
meer ontdekken; alle overblijfselen waren op
de onmeteiyke zee uiteengedreven en tot alge-
meene ontsteltenis ook de beide booten, die
den vorigon avond toch zoo goed waren be
vestigd, verdwenen.
Nu waren de ongel ukkigen geheel van de
overige wereld afgescheiden, geheel alleen op
een onvruchtbaar eiland en door een droef
geestige watervlakte omgeven. De dag verging
zeer bedryvig, want nu was het geen tydtot
jammeren en klagen. In de eerste plaats word
het eiland van het eene eind tot het andore
doorzocht. Het vormde een heuvel, welke
byna loodrecht uit het water omhoog rees,
drie myien lang en op zyn breedste ge
deelte oen halve myi breed was. Gelukkig
was er overvloedig zoet water voorhanden;
maar het eenige, wat anders nog werd ge
vonden, was een groote menigte zeevogels,
benevens hun nesten en eieren; deze zeegan
zen, een soort wilde ganzen, waren zoo verba
zend tam, dat ze vlak by de schipbreukelingen
kwamen en hen met plechtige nieuwsgierig
heid beschouwden; blykbaar hadden zy nog
uooit eea measchelyk wezen gezien. Eenige
van deze nieuwsgierige vogels kregen dadeiyk
een slag op het hoofd en werden meegenomen,
om in den „pot" gestopt te worden. Het
volgende noodzakelyko werk was, op het
hoogste punt van het eiland een hoogenpaal
te plaatsen en daaraan een deken als nood
signaal voor voorby varende schepen te beves
tigen. Dekens waren nu wel zeldzame en kost
bare artikelen, maar deze eene werd door
allen gaarne afgestaan, want zy kon hun
redding in de hand werken. Ach, hoe vele
lange, treurige maanden hing zy daar boven
aan een paal en fladderde in den wind, maar
tevergeefs.
Do kapitein was verdronken; dadeiyk, toon
het schip strandde, was hy over boord ge
slagen, en do tweede officier had daarop zyn
plaats ingenomen of wilde het ten minste
als een soort leidsman of gouverneur nu doen.
Maar daartegen verzetten zich de matrozen.
Zy verklaarden eenparig, dat het eiland geen
achterdek was; nu waren allen geiyk en de
een evengoed als de ander. Zy moesten nu
alios samen deelen en degene, die nu twisten
beslechten, de rantsoenen uitdeelen en de
wachten by do vlaggestang bepalen zou, was
hun eigen makker „Daddy Longlega". En zoo
werd Daddy Longlegs, een magere, lange man
met een zwarten baard, plechtig tot gouver
neur van het eiland verklaard. Vervolgens
toog ieder aan het werk om aan den oever
planken en balken, touwen en zeildoek aan
te slepen en een soort hut in elkaar te tim
meren. De kist met gereedschap van den
scheepstimmerman had zich ook onder de
gestrande zaken bevonden, alsook een vat
met rum, een vat met varkensvleesch, een
vat met doornat meel, een kist met wyn,
verscheidene matrassen, benevens eenige kisten
met kaarsen en andere voorwerpen.
Het eerste, waarby alle mannen hielpen,
was een hut voor do zes vrouwen te bouwen.
In twee dagen was het gebouwtje, dat van
een deur, een raam en oen haard was voor
zien, klaar. Hot volgonde gebouw was een
kasteel, zooals het genoemd werd, voor Daddy
Longlegs, en een schuur voor de levensmid
delen, enz., en toen doze gereed waren, kon
ieder voor zichzolven bouwen. Ronald en een
jonge mechanicus, Farren genaamd, bouwden
voor hun beiden eon hut, die ton minste
waterdicht was. Bovendien moesten zy ook
voor den kleinen Johnny zorgen, ten
minste Ronald voelde zich daartoe verplicht
want de jongen weigerde hardnekkig zich in
de tent by de vrouwen te voegen. Johnny
was een tengere knaap van ongeveer zes jaar,
en Ronald, die nog nooit een kind om zich
heen had gehad, wist volstrekt niet, wat hy
met hem beginnen moest. Maar liefde wekt
wederliefde; het kind klemde zich nu even
vast aan hem als indortyd op het wrak en
liet hem nauweiyks uit de oogon. Ronald
hamerde dus uit een paar planken een kleine
bedstede, voorzag die van een matras van
mos en een stuk zeildoek en hy on Farren
sneden allerlei grof speelgoed, waarmede hun
kleine huisgenoot zich urenlang amuseerde.
Da voedmg was natuuriyk zeer eenvoudig
en zonder veel afwisseling; zy bestond uit een
stuk oud, taai, gezouten vleesch, scheepsbe
schuit, zooveel ganzevleesch al3 men wilde en
een kleine portie rum. Farren had gelukkig een
aangeboren talent voor koken en bereidde alle
mogeiyke vreemde, maar niet onsmakelyke
spyzen uit het gezouten vleesch, ganzeeieren en
een soort zeevisch.
's Morgens gingen Ronald en Farren om
beurten uit, verzamelden eieren en brandhout
en sloegen zeeganzen dood, en 'a avonds zaten
zy by bun klein vuur en rookten hun pyp,
hot eenige genoegen, dat zy nog hadden. Er
was narneiyk ook een hoeveelheid tabak aan
gedreven, welko men zorgvuldig had bewaard,
en do voorraad werd nu met do grootste
nauwgezetheid door Daddy Longlegs zelf ver
deeld.
De eene dag ging precies als de andore
voorbyde uren schenen zoo lang als dagen,
de dagen als weken, ensteeds vertoonde
zich nog geen zeil aan don horizon. Ronald
werd byna waanzinnig over deze vertraging,
ofschoon hy zyn gevoelens onderdrukte en
zyn treurige gedachten voor zich hield.
Wat hielp het of hy zyn metgezellen al
zyn verdriet meedeelde? beredeneerde hy by
zichzelven. Ieder had aan zyn eigen zorgen
reeds meer dan genoeg en dus trachtte hy
in byzyn vrooiyk en vol hoop te zyn, en by
alles, wat tot het algomeene welzijn onder-'
nomen werd, een behulpzame hand te bieden.
Hy was daarom by allen zoor gezien en zyn
mooi gezicht legde natuuriyk by de vrouwen
ook veel gewicht in de schaal; zy waren
altyd biy, wanneer „Gordon en z»n kleine
jongen" hen ln hun woning bezocht; want
menigmaal kwam Ronald mot den knaap by
haar, om iets aan zyn kleoren te laten ver
stellen. Van al de vrouwen was Annie Bevan
altyd met naald en draad het eerst tot hulp
bereid en steeds onthaalde zij hem op een
kleine lekkerny of een mooi verhaal, waardoor
Johnny's bezoek meestal lang gerekt werd;
het was echter niet Johnny's gezelschap, dat
zy zoozeer op prys stelde, maar meer dat
van zyn vriend Ronald,
{Wordt nrvoïgdj