N*. 12637 Maandag O Mei» A*. 1901. feze jouraat wordt dagelijks, met uitzondering van (Zon- en feestdagen, uitgegeven. Feuilleton. De Roos van Horton. PRIJS DEZER COURANT: ('Voor Leidon per 3 maandon.1 5 T Vf 1.10.1" 'Buit on Leiden, per looper en waar agonton gevestigd z(Jn 1.30- 1 Franco per post l 0 1.65-', PRIJS DER ADVERTENTIËN: Van 1 0 regels 1.05. Iedere regel meer 0.17Grootere letters naar plaatsruimte. Voor het incasseeren buiten de stad wordt ƒ0.05 berekend. I Leiden, 6 Mei. B. en Ws. geven In overweging afwy- *end te beschikken op het adres van den heer G. van der Most van Spyk te Haarlem, c. s., houdende verzoek om het aanvangsuur der kaasmarkt des zomers in plaats van op 7 op ;8 uren te stellen. Uit het daaromtrent door B. en Ws. ingesteld onderzoek en de in de Leeskamer ter inzage liggende rapporten van ;den algemeeoen marktmeester en van den waagmee8ter is B. en Ws. toch gebleken, dat i togen Inwilliging van het verzoek overwegende 'bezwaren bestaan. In do eerste plaats zou by een later aan- vangen der markt de kaas nog meer dan j thans reeds het geval is te ïyden hebben van de zonnehitte, die zich des zomers om 7 uren j dos morgens reeds sterk genoeg doet gelden. Vandaar dan ook, dat sommige kooplieden, in i plaats van verlating veeloer vervroeging van het aanvangsuur der markt zouden wenschen. In de tweede plaats bezoeken tal van koop- Meden behalve de kaasmarkt ook de veemarkt, j Reeds nu moeten zy zich haasten om daar tydig te zyn. Werd het aanvangsuur later gesteld, dan zouden zy voor de veemarkt veelal te laat komen. Het zou geenszins onmogeiyk zyn, dat het bezoek van beide markten dientengevolge minder werd. i Het komt B. en Ws. dan ook voor, dat 'beide bezwaren voldoende gewichtig zyn om afwyzend op het verzoek te beschikken, nog daargolaten dat In het algemeen voor Iedere wyzlging in de regeling van een bloeiende markt wel zeer gewichtige redenen moeten 'bestaan, omdat moeiiyk vooruit te bepalen is, wolke onvoorziene nadeelen weer uit die wyziging zouden kunnen voortvloeien. Zooals uit het in de Leeskamer voor de gemeenteraadsleden ter inzage liggend rapport van het hoofd der openbare herhalingsschool voor Jongens biykt, bestaat wederom dringend behoefte aan uitbreiding van het met het herhalingsonderwys belast personeel. Toen laatstelyk by 's Raads besluit van 1 Juni 1899 tot uitbroiding van dat personeol met een tydeiyk onderwyzer werd besloten, bedroog het totaal aantal leerlingon 142; thans is hun getal reeds weder tot 168 geklommen. Hiervan zouden alleen in de laagste klasse 55 leerlingen moeten worden geplaatst. Het behoeft geen betoog, zeggen B. en Ws., dat, zal het onderwy3 althans eonig nut afwerpen, al deze leerlingen moeiiyk in óón lokaal van óén onderwyzer les zullen kunnen ontvangen. Bovendien biedt een lokaal ook slechts plaats voor 48 leerlingen. Een splitsing der laagste klasse zal dus niet kunnen achterwege blyven, en dat geheel afgescheiden van de reorganisatie, welke het herhalings onderwys, in verband met de ln-werking- treding van de Leerplichtwet, vormoedeiyk in do naaste toekomst zal ondergaan. Immers het aantal leerlingen zal daardoor niet ver mindoren, veeloer nog toenemen. B. en Ws. geven mitsdien in overweging hen to machtigen tot de aanstelling van nog een tydelykon onderwyzer ten behoeve van het herhalingsonderwys voor jongens over te gaan en de daarvoor benoodigde gelden, door vaststelling van den overgelegden staat van af- en overschry ving, ten bedrage van f 134, te hunner beschikking te stellen. 4 Op den post voor Onvoorziene Uitgaven zyn thans nog 11,587.67 beschikbaar. Ten aanzien van het verzoek van hoeren Regenten van het St.-Janshof alhier, om vergunning tot verbouwing van dat hof, zoodat het aantal huisjes met éón zal worden ver meerderd, doelen B. en Ws. mede, dat tegen do uitvoering van hot ingediende plan by hen geen bedenkingen bestaan. Zy geven derhalve in overweging do by art. 3a der verordening op het bouwen on sloopen verelschte vergunning te verleonen. De Commissie van Beheer van het go- sticht „Endegeest" wyst in een aan B. en Ws. gericht schryven op de dringende behoefte voor het gosticht aan een goede werkplaats voor de timmerlieden, en aan een bergplaats voor schilders- en metselaarsmaterialen, hand en kruiwagens, enz. Het tot dusverre als timmermanswerkplaats gebruikte gedeelte van den vroegoren paarden stal (een houten gebouwtje, waarin ook do varkens gestald worden) is to klein geworden en daarby zeer bouwvallig. Een bergplaats voor gereedschappen is er in het geheel niet. Vandaar, dat de commissie in deze behoef ten zou wenschen te voorzien door den bybouw van een werkplaats en bergplaatsen aan de kolenloods, overeenkomstig de hiorby overge legd© teekening. De kosten van dit werk worden door haar begroot op ƒ2300 en zullen zonder bezwaar uit den loopenden dienst van het gesticht kunnen worden bestreden. Overtuigd, dat do genoemde werken dringend noodig zyn, kunnen B. en Ws. zich met de uitvoering daarvan zeer wol vereenigen, terwyi zy er, met het oog op don bloeienden toestand van de financiën van hot gesticht, evenmin bezwaar tegen hebben, dat de daarvoor be noodigde gelden uit den gewonen dienst wor den gevonden. De Commissie van Financiën deelt mede, dat zy geen bedenkingen heeft tegen het voorstel van Burgemeester en Wethouders, dd. 10 April jl., betreffende den aankoop van het open plaatsje, gelegen achter het percoel Burgsteeg 12, kadastraal bekend als een ge deelte van sectio I No. 61, gemeente Lelden, voor de som van ƒ600 en de kosten van overdracht ten bedrage van 35. Dezelfde Commissie bericht, dat zy ook tegen de in haar handen gestelde rekening van de Kamer van Koophandel en Fabrieken, over het dienstjaar 1900, geen bedenkingen hoeft. Zy stolt mitsdien voor die rekening goed te keuren: In ontvangst ad 476, in uitgaaf ad 421.55, sluitende met een batig saldo van ƒ53.45. Ter vervulling van de vacature van 2do onderwyzeres aan de Openbare Meisjesschool 2de klasse, ontstaan door de benoeming van mej. C. B. Renaud tot lsto onderwyzeres, is de volgende voordacht opgemaakt: lo. Mej. A. Lem, 3do onderwyzeres.aan do openbare lagere school der 3de klasso No. 4; 2o. Mej. L. M. Kieviet, 2de onderwyzeres aan de openbare lagere school der 2de klasse voor Jongens on Meisjes, en 3o. Mej. D. A. Dobbe, 3de onderwyzeres aan de openbare lagere school ln do Hoerenstraat. De volgende voordracht is opgemaakt voor de benoeming van een 3den onderwyzer aan de openb. lag. school der 3de klasse No. 1, ter voorziening in de vacature, ontstaan door het met ingang van 1 Februari verleend eervol ontslag aan den onderwyzer A. van der Jagt lo. Th. van Kan, vroeger 3de onderwyzer aan de openbare school der 4de klasso No. 1 2o. mej. G. F. Japikse, tydeiyk 3do onder wyzeres aan die school; on 3o. mej. C. F. Pillard, tydeiyk 3de onderwyzeres aan de openbare school der 3de klasso No. 2. Den gemeenteraad leggen B. en Ws. over de 2de lyst van aangeslagenen op de kohieren der plaatseiyke directe belasting, dienst 1900, dio de gemeente hobbon verlaten, overleden zyn of ten opzichte van wier aanslag een rectificatie behoort plaats te hebben. Wat betreft het verzoek van den heer L. Soonius deelen B. en Ws. mede, dat uit een door hen ingesteld onderzoek is gebleken, dat adressant, onbekend mot do desbetreffende bepaling der bouwverordening, reeds zonder de vereischte vergunning tot den bouw eener door hom gewenschte schuur is overgegaan, maar dat er geenerlei bezwaar bestaat hem te vergunnen de reeds gebouwdo schuur te behouden. Zy geven derhalve in overweging aan adres sant de by art. 3ö der verordening op het bouwen en sloopen vereischte vergunning tot' hot hebben van een houten schuur voor stalling van veo op het terrein aan de Ryn- en Schie- kade, Sectie M. No. 105, alsnog teverleenen. By gemeenteraadsbesluit van 25 October 1900 werd besloten tot den aankoop van een terrein op Vreewyk, ton einde dit kosteloos tor beschikking te stellen van het Ryk voor de oprichtlDg van een Ryks-zuivelcontröle- station. Dozer dagen heeft do overdracht van hot benoodigde terroin aan de gemeente plaats gehad en eerstdaags zal de schenkingsakte met den Staat kunnen worden verloden. Do koopsom ad 3300 werd voorloopig by voorschot betaald; het is echter wenschelyk, dat deze uitgave zoo spoedig mogelyk op de begrooting worde geregeld. Het lydt naar het inzien van B. en Ws. geen twyfel of de daarvoor benoodigde gelden zullen door leemng moeten worden gevonden. Wèl werd by de behandeling van het leenings- voorstel aan het einde van het vorige jaar, toen zy ondor de uitgaven, waarvoor moest worden goleend, ook dozo koopsom hadden opgenomen, by mondo van den hoer Drucker daartegen bezwaar gemaakt (zitting van 22 December), maar ook by nadere overweging kunnen B. en Ws. niet' Inzien, waarom in deze uitgave op andere wyze zou moeten worden voorzien. Immers, ware de gemoente in het bezit geweest van het gewenschte terrein, zy zou dat eenvoudig aan het Ryk ten geschenke gegeven hebben, zonder de waarde daarvan hetzy ln eens, hetzy in eenige jaren in de gemeentekas terug to brengen. De gemeente zou eon deel van haar kapitaal voor een nuttig, voor de gemoente zeer be- langryk dool hebben afgestaan. Waarom zou dan anders moeten worden gehandeld nu do gemeente nog niet over het terrein beschikken kon, maar zich door aankoop de beschikking daarover moest verschaffen. Er is, meenen B. en Ws., geen enkele reden, waarom deze uitgave thans uit do fondsen van een enkel jaar zou moeten worden gekweten en ten laste van do belastingschuldigen van dat eene dienstjaar zou moeten worden gebracht. Zy geven dan ook in overweging tot de vaststelling van don ovorgelegden suppletoiron begrootingsstaat over te gaan, ten bedrage van 3424, waarin de overdrachtskosten begrepen zyn. De heeren Drucker, van Lidt de Jeude en Van Rhyn, in de gemeenteraadsvergadering van 28 Maart jh benoemd ten einde omtrent hot voorstel van Burg. en Weth. van 19 Maart het verslag uit te brengen, bedoeld in art. 7 der verordening van 5 April 1894, betroffende het bewonen van gebouwen, welke, ala schadeiyk voor de openbaro gezondheid, voor bewoning ongeschikt zyn, hebben nu aan die opdracht voldaan. Zy geven in overwoging, de volgende be sluiten to nemen: I. De Raad der gemoente Lelden verklaart, dat do perceelen Sanderspoort nrs. 1 en 2, Korte Langestraat no. 6,( Krakeelpoort nrs. 1 en 2, als schadelyk voor de openbare ge zondheid, ongeschikt zyn voor het bewonen, en dat de gebreken, waardoor die ongeschikt heid wordt veroorzaakt, niot vatbaar zyn voor verbetering. Bepaalt, dat deze perceelen door do bewoners moeten worden ontruimd binnen acht weken, te rokenen van den dag, waarop afschrift van dit Raadsbesluit blykens procesverbaal van den door Burg. en Woth. daarmede te belasten beambten, aan den eigenaar en aan den hoofdbewoner van ieder percoel zal zyn mede gedeeld of aangeboden. II. De Raad bepaalt, dat by de percoelen Krakeelpoort nrs. 3 6 en Uiterstegracht no. 136, behalve het bestaande privaat, nog moet worden aangebracht een behooriyk privaat, uitsluitend bestemd ten gebruike Yan de be woners dezer perceelen; Beveelt, dat deze verbetering behooriyk ter beoordeeling en beslissing van Burg. on Weth. zal worden aangebracht binnen acht weken te rokonen van den dag, waarop afschrift van dit Raadsbesluit, blykens procesverbaal van den door Burg. en Weth. daarmedo te belasten beambte, aan den eigenaar en aan den hoofdbowonor van ieder perceel zal zyn medegedeeld of aangeboden en dat, by gebreke daarvan, de genoemde perceelen door de be woners binnen voorschreven termyn zullen moeten worden ontruimd, zynde genoemde perceelen, indien de bevolen verbetering niet wordt aangebracht, ongeschikt te achten voor bewoning. 't Was Zaterdag-avond nog verbazing wekkend vol in Ephraïras concertzaal aan de Haarlemmerstraat, alhier, by gelegenheid van do vyfde jaarfeestviering van do tooneel- en gymnasti k-vereeniging fThalia Melpomene." Do heer Ephraïm had de vlag doen uitsteken om daardoor als 't ware der buitenwereld toe te roopen: „Hier binnen is 't feest I" En hun, die binnenkwamen, klonk dra het feest- gedruisch togen, door de musici met hun instrumenten teweeggebrachten ze zagen een groep planten en do banier der Vereenigmg, welke laatste 3 Mei jarig was geweest. En de burger-feesteling zag mot genoegen, natuur- ïyk niot aan de vele dames, maar wel aan een deel der heeren, in uniform, op hoe gooden voet do Yereonlging biykbaar verkeert met do bereden en onbereden land-, alsook met do zeemacht. Niet lang na den vastgestelden openlngatyd en toen nagenoeg allen gezeten waren achter een verlrisschendon of verwarmenden drank waaruit ook hier bleek, hoe verschillend 's menschen behoeften of verlangens zyn en de heeren onder 't genot van een sigaar, opende de voorzitter, de heer J. H. Raaphorst, deze byoonkomst, Alion aanwezigen, leden, donateurs en verte genwoordigers der zu8tervereeniglngen „Olym- pla", „Koningin en Vaderland" en de „Leldsche Dilettantenclub" riep hy het welkom toe. Met dankbaarheid ging hy na wat deVereeniging sedert haar oprichtiog tot op heden reeds had gedaan ©n hU wees op haar levens vatbaarheid. Omtrent de afdeeling gymnastiek was hy do brenger der heuglyke tydiug, dat door het aankoopen eener mooie brug thans en voortaan ook brugoefenlngen zouden worden ton aan8chouwo gegeven. In het op te voeren blijspel zouden volgons zyn mededeelingnleuwe- lingon medewerken, die voor hot eerst do plankon betraden. Een zachte crltiek vroeg hy deswege. Achtereenvolgens noemde spr. op wat ten beste gegeven zou wordon en toen hy by het negende programma-nommer ge-| naderd was, zeide hy, dat de puntjes, achter cyfer 9 geplaatst, zooveel beteekenden ala, oen solo op do viool door den heer Yenderbos,) daar do voordracht, op welko men gerekend had, door ziekta van den voordrager moestj vervallen. Mèt den wensch voor een wol te slagen avond uitto do president, doelende op da samenwerking van eenigo vereenigingen tor gelegenheid van hot huweiyk onzer Koningin,' welko toen, met „Thalia Melpomene", optraden by don heer Ephraïm, den wensch, dat de homogoniteit, dio toon werd bereikt, niet zou verbroken worden. Toen zongen loden den „Thalia-Melporaene- Marech" van den heer Venderbo3 en daarna werden de aanwezigen vergast op „standen",! vanwege de gymnastiekafdeeling. Ên deze' standen, èn de overige oefeningen met staven,I aan de brug, den rekstok, enz. gaven ons da overtuiging, dat dozo afdeeling ondor uitste kende leiding staat on dat haar leden ernstig het goedo willen. Zy hebben het reeds heelj ver gebracht en verdienen een warm woord van hulde." Zy, die optraden in het voor een vereeniging als deze gelukkig gekozen, niet onaardiga, stukje „De verzegelde burgemoester", kunnen o. L en tot onze groote spy t, want ze meenden het zeker heel goed, geen aanspraak maken op eenige hulde, 't Was heusch of het allemaal onhandige nieuwelingen waren en al mag dit dan, daar schyn bedriegt, niet het geval zyn geweest, we zullen al deze dilettanten maar als zoodanig beschouwen ec ons verder niet, uitlaten over de vertolking van dit drie-; bedryvige, niet vlot genoeg gespeelde biyspel.'j Hierna beter l Een paar voordrachten van i weinig beteokenis, éón echter vooral biykbaar d&arom in den geest vallend, omdat ons toe- j komstig abattoir er een veer by laten moest, i brachten een gewenschte afwisseling. Nadat het programma afgewerkt was, had nog een plechtigheid plaats. De eere-voorzitter j nl., do heer W. F. Blom, bood der Vereeniging, na het betuigen xyner sympathie voor haar en het uiten van zyn beste wenschen voor haar bloei, een fraai gecailigrapheerde leden-; lyst aan, welke namens do Vereeniging door; haar voorzitter gaarne werd aanvaard. Die geëncadreerde lyst is voorzeker een mooi geschenk. Een bal hield allen nog lang eendrachtigiyk byeen. Voor hot akte-examen L. O. is geslaagd mej. L. J. J. van der Kloes, te Loiden. Van meer dan éón zyde wordt hC aan den „N. R. C." medegedeelde gerucht,1 dat by tal van studenten in de medicynen men sprak van 100 150 het plan zou' bestaan Leiden te verlaten om to Amsterdam to gaan studeeren, ook door dat blad tegengesproken. i Werd de vorige week melding gemaakt van het gouden feest van eon der gezellen van de heeren Van Kempen, te VoorschotcNi den 12den Mei a. s. zal do hoer Balfoort het voorrecht mogon genieten zulk een feest- dag te herdenken. Aangezien dio datum op Zondag valt, zal er den volgenden dag, dua hedon over acht dagen, ter eero van beide jubilarissen door de firma Van Kernpon een gezellig feestje aan het personeel worden j gegeven. By dio gelegenheid zal het muziek gezelschap zich wel weer dapper doen hoeren, De afdeeling Haarlemmermeer van het Algemeen Nederlandsch Werkliedenverbond' heeft zich aangesloten by den Vryzinnig-demo. 19) De boot, waarin diens moedor en mogelyk nog oen dozyn der anderen zich bevonden, bonevens de kapitein, ontbrak. Het eersto en gewichtigste was nu, zich by het vuur te drogen, iets te eten to krygen en een onder komen, al was hot ook nog zoo primitief, voor do vrouwen to fabriceeren, die zich, tegen elkaar aangedrukt, door een uitge spannon doek voor den snydonden wind tracht ten te beschermen. Een gedeelte der mannon daalde opnieuw naar den oever der zoo af, waar de romp der „Carmina" lag. Mot grooto snolheid barstte het schip geheel uit elkaar, waarvan de over- blyfselen naar alle richtingen dreven, en Ronald gaf zyn lotgonooton den vorstandigen raad hog te redden, wat te reddon viel, en alles, swat veroverbaar was, naar den top van het eiland to brengen, want wanneer er eon storm opstak, zou alles tot het laatste stuk weg- dry ven, on voor zoover hy kon beoordeelen, waren zy op een geheel onvruchtbaar eiland gestrand. Deze raad werd opgevolgd, een boot uitge rust en nog allerlei kostbaar goed gered. Ook do tweede, kleinere, met vier man toegeruste boot volgde dit voorbeeld en de geheelo eersto ,dag verstreek met onafgebroken werken, ter- >yi men de dryvonde voorwerpen naroeide, es opvischte, aan land bracht en op de rotsen sleepte. Ieder had het gevoel, ofschoon nie mand het onder woorden bracht, dat in dit jwaamolingawerk da eenige hoop op redding voor ©en vreesoiyken hongerdood bestond, Ondor beschutting van een overhangende rots was voor do vrouwen een tent gemaakt en een niet onsmakelyke soep in een leege olie kan, welke zich gelukkig ook onder de ge redde schatten bevond, gekookt. Na een haastig, maar dankbaar verorberd avondmaal legde het grootste gedeelte der schipbreukelingen zich op den rotsachtigen, harden grond neer, met geen ander dak dan het uitspansel boven zich, en terwyi zy zich zoo dicht mogelyk om het vuur schaarden, brachten zy hun eersten nacht op het eiland door. Tegen den morgen stak een hevige wind op en toen de zon was op gegaan, kon men van de „Carmina" geen spoor meer ontdekken; alle overblijfselen waren op de onmeteiyke zee uiteengedreven en tot alge- meene ontsteltenis ook de beide booten, die den vorigon avond toch zoo goed waren be vestigd, verdwenen. Nu waren de ongel ukkigen geheel van de overige wereld afgescheiden, geheel alleen op een onvruchtbaar eiland en door een droef geestige watervlakte omgeven. De dag verging zeer bedryvig, want nu was het geen tydtot jammeren en klagen. In de eerste plaats word het eiland van het eene eind tot het andore doorzocht. Het vormde een heuvel, welke byna loodrecht uit het water omhoog rees, drie myien lang en op zyn breedste ge deelte oen halve myi breed was. Gelukkig was er overvloedig zoet water voorhanden; maar het eenige, wat anders nog werd ge vonden, was een groote menigte zeevogels, benevens hun nesten en eieren; deze zeegan zen, een soort wilde ganzen, waren zoo verba zend tam, dat ze vlak by de schipbreukelingen kwamen en hen met plechtige nieuwsgierig heid beschouwden; blykbaar hadden zy nog uooit eea measchelyk wezen gezien. Eenige van deze nieuwsgierige vogels kregen dadeiyk een slag op het hoofd en werden meegenomen, om in den „pot" gestopt te worden. Het volgende noodzakelyko werk was, op het hoogste punt van het eiland een hoogenpaal te plaatsen en daaraan een deken als nood signaal voor voorby varende schepen te beves tigen. Dekens waren nu wel zeldzame en kost bare artikelen, maar deze eene werd door allen gaarne afgestaan, want zy kon hun redding in de hand werken. Ach, hoe vele lange, treurige maanden hing zy daar boven aan een paal en fladderde in den wind, maar tevergeefs. Do kapitein was verdronken; dadeiyk, toon het schip strandde, was hy over boord ge slagen, en do tweede officier had daarop zyn plaats ingenomen of wilde het ten minste als een soort leidsman of gouverneur nu doen. Maar daartegen verzetten zich de matrozen. Zy verklaarden eenparig, dat het eiland geen achterdek was; nu waren allen geiyk en de een evengoed als de ander. Zy moesten nu alios samen deelen en degene, die nu twisten beslechten, de rantsoenen uitdeelen en de wachten by do vlaggestang bepalen zou, was hun eigen makker „Daddy Longlega". En zoo werd Daddy Longlegs, een magere, lange man met een zwarten baard, plechtig tot gouver neur van het eiland verklaard. Vervolgens toog ieder aan het werk om aan den oever planken en balken, touwen en zeildoek aan te slepen en een soort hut in elkaar te tim meren. De kist met gereedschap van den scheepstimmerman had zich ook onder de gestrande zaken bevonden, alsook een vat met rum, een vat met varkensvleesch, een vat met doornat meel, een kist met wyn, verscheidene matrassen, benevens eenige kisten met kaarsen en andere voorwerpen. Het eerste, waarby alle mannen hielpen, was een hut voor do zes vrouwen te bouwen. In twee dagen was het gebouwtje, dat van een deur, een raam en oen haard was voor zien, klaar. Hot volgonde gebouw was een kasteel, zooals het genoemd werd, voor Daddy Longlegs, en een schuur voor de levensmid delen, enz., en toen doze gereed waren, kon ieder voor zichzolven bouwen. Ronald en een jonge mechanicus, Farren genaamd, bouwden voor hun beiden eon hut, die ton minste waterdicht was. Bovendien moesten zy ook voor den kleinen Johnny zorgen, ten minste Ronald voelde zich daartoe verplicht want de jongen weigerde hardnekkig zich in de tent by de vrouwen te voegen. Johnny was een tengere knaap van ongeveer zes jaar, en Ronald, die nog nooit een kind om zich heen had gehad, wist volstrekt niet, wat hy met hem beginnen moest. Maar liefde wekt wederliefde; het kind klemde zich nu even vast aan hem als indortyd op het wrak en liet hem nauweiyks uit de oogon. Ronald hamerde dus uit een paar planken een kleine bedstede, voorzag die van een matras van mos en een stuk zeildoek en hy on Farren sneden allerlei grof speelgoed, waarmede hun kleine huisgenoot zich urenlang amuseerde. Da voedmg was natuuriyk zeer eenvoudig en zonder veel afwisseling; zy bestond uit een stuk oud, taai, gezouten vleesch, scheepsbe schuit, zooveel ganzevleesch al3 men wilde en een kleine portie rum. Farren had gelukkig een aangeboren talent voor koken en bereidde alle mogeiyke vreemde, maar niet onsmakelyke spyzen uit het gezouten vleesch, ganzeeieren en een soort zeevisch. 's Morgens gingen Ronald en Farren om beurten uit, verzamelden eieren en brandhout en sloegen zeeganzen dood, en 'a avonds zaten zy by bun klein vuur en rookten hun pyp, hot eenige genoegen, dat zy nog hadden. Er was narneiyk ook een hoeveelheid tabak aan gedreven, welko men zorgvuldig had bewaard, en do voorraad werd nu met do grootste nauwgezetheid door Daddy Longlegs zelf ver deeld. De eene dag ging precies als de andore voorbyde uren schenen zoo lang als dagen, de dagen als weken, ensteeds vertoonde zich nog geen zeil aan don horizon. Ronald werd byna waanzinnig over deze vertraging, ofschoon hy zyn gevoelens onderdrukte en zyn treurige gedachten voor zich hield. Wat hielp het of hy zyn metgezellen al zyn verdriet meedeelde? beredeneerde hy by zichzelven. Ieder had aan zyn eigen zorgen reeds meer dan genoeg en dus trachtte hy in byzyn vrooiyk en vol hoop te zyn, en by alles, wat tot het algomeene welzijn onder-' nomen werd, een behulpzame hand te bieden. Hy was daarom by allen zoor gezien en zyn mooi gezicht legde natuuriyk by de vrouwen ook veel gewicht in de schaal; zy waren altyd biy, wanneer „Gordon en z»n kleine jongen" hen ln hun woning bezocht; want menigmaal kwam Ronald mot den knaap by haar, om iets aan zyn kleoren te laten ver stellen. Van al de vrouwen was Annie Bevan altyd met naald en draad het eerst tot hulp bereid en steeds onthaalde zij hem op een kleine lekkerny of een mooi verhaal, waardoor Johnny's bezoek meestal lang gerekt werd; het was echter niet Johnny's gezelschap, dat zy zoozeer op prys stelde, maar meer dat van zyn vriend Ronald, {Wordt nrvoïgdj

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1901 | | pagina 1