BLOIMIN-COEiO Rijnlandsclie en Noordwijksche Stoomtramwegen. te LEIDEN. Stoomtram Haarlem-Leiden. Hollandsche Uzeren-Spoorweg-Maatschappij. LEIDSGH DAGBLAD, MAANDAG 29 APRIL. - TWEEDE BLAD. Anno 1901. Het wielrüden te Leiden. 9 p ïi t h Burgerlijke Btaud. Verkrijgbaar in alle buurten der stad No. 12631 Met betrekking tot de door den heer Den Houter voorgestelde wijzigingen en aanvullin- geu der Concept-Verordening op het Wiel- rUden, waarvan in de Raadsvergadering van 10 Januari 1. 1. de behandeling werd uitge- .eteld, deelt de Commissie van do Strafver ordeningen den Raad o.a. het navolgende mede Wat betreft het vervangen van do uitdruk king „op een rijwiel rijden" door „een rijwiel berijden", is do Commissie van oordeel, dat voor dezo wijziging geen reden bestaat, daar beide uitdrukkingen dezelfde beteekenis hebben. Do door haar gekozen woorden „op een rijwiel rijden", die volkomen duidelijk zijn, moeten li. 1. behouden blijven, ook omdat In het tweede lid van art. 1 en in art. 8 (vroeger art. 6), het woord rijden niet kan vervangen worden door bcrydon. Omtrent het voorstel om in alle artikelen, waarin de benaming „bestuurders van rijwie len" voorkomt, deze te vervangen door „wiel- irijders", zijn zy van oordeel, dat het beter is 'eerstgenoemde uitdrukking te behouden/daar niet olke bestuurder van oen rijwiel wielrijder kan genoemd worden en oen bepaling als byv. die van art. 7 (vroeger art. 5) ook moet worden nagekomen door bestuurders van rijwielen, op wie do benaming wielrijders niet van toepassing is. Door den heer Den Houter worden als .nieuwe artikelen voorgesteld; Het is verboden op den openbaren weg een rijwiel to berijden, dat niet voorzien is van een luidklinkeride bel of signaalhoorn. Wielrijders zyn verplicht een luidklinkend signaal te geven: o. bij het naderen en omrijden van hoeken •van straten, grachten en stegen; b. wanneer gevaar bestaat, dat voetgangers worden aangereden; c. wanneer zij voetgangers, wielrijders of bestuurders van voertuigen achterop komen en hen wenschen voorbij te rijden. Naar aanleiding van deze voorgestelde nieuwe artikelen doet de Commissie opmerken, dat het by de vaststelling der thans geldende bepalingen op het wielryden, niet noodig geoordeeld werd bestuurders van rijwielen voor te schril ven, dat zy gebruik moeten maken van een bel of een signaalhoorn; en hoewel het ook thans niot dringend noodzakoiyk is gebleken hun die verplichting op te leggen, is de Commissie van moening, dat goen bezwaar bestaat tegen aanvulling der Verordening met de beide nieuwe artikelen, welke geen andere maatregelen voorschry ven, dan door elk voor zichtig wielryder reeds genomen worden. De Commissie geeft derhalve in overweging be doelde bepalingen als artt. 2 en 3 in de verordening op te nomen, behoudens echter met deze wyzigingen, dat het art. 2 worde gelezen: Het is verboden op den openbaren weg op een rijwiel te rijden" enz., dat in het art. 3 voor „wielrijders" worde gelezen bestuurders van rijwielendat sub a van dit artikel de woorden: „by het naderen en omryden" worden vervangen door „vóór en bij het omrijdenhetgeen h. i. meer overeen komt met de biykbare bedoeling van den voorsteller en dat al. c worde gelezen: „wanneer zy voetgangers, rywielen of voertuigen ach terop komen en die wenschen voorby te ryden/* Door den heer Van Hamel werd vóór de behandeling der verordening een amendement ingediend van ongeveer geiyke strekking als de door don heer Den Houter voorgestelde nieuwe bepalingen, n.L om aan art. 6 (thans art. 8) een tweede lid toe te voegen, luidende „By het omslaan van een hoek van 90° en minder is de wielryder verplicht zyn aan komst te signaleeren. Hy zal minstens 6 Meter alvorens den hoek om te slaan met de bel of hoorn dat sein geven". Behalve dat deze aanvulling, wanneer tot vaststelling der nieuwe artikelen 2 en 3 wordt besloten, onnoodig is, bestaat legende opneming der bepaling naar het Inzien van do Commissie dit bezwaar, dat zy moeiiyk kan worden nagekomen, daar toch de wiel ryder, wanneer hy 6 Meter of meer is ver- wyderd van een hoek, dien hy wil omryden, reeds zou moeten weten of deze een grootto heeft van 90° of minder. Door den heer Den Houter wordt voorge steld art. 1, 2de alinea te lezen: Wielrydors zyn verplicht langzaam te ryden a. door stegen, en by het naderen en om ryden van hooken van straten, grachten en stegen; b. op plaatsen, waar door druk verkeer sneller ryden gevaarlijk is. Met zulk een wyziging kan de Commissie zich niet vereenigen. De bezwaren van den heer Den Houter tegen de woorden „die snelheid moet verminderd worden", welke woorden terugslaan op die van het eerste lid van art. 1, worden door de Commissie ongegrond geacht; terwyi de meening, dat het beter zou zyn te bepalen: „wielryderszyn verplicht langzaam te ryden", niet door haar gedeeld wordt, daar het haar niet duideiyk is of hy, die de matige snelheid, waarmede hy reed, verminderd heeft, zich al dan niet sneller verplaatst, dan hy, die langzaam rydt. Verder bestaat, naar het de Commissie voorkomt, geen onkel bezwaar tegen hot be houd in art. 1 van do woorden (steeg) „waar het ryden geoorloofd is": juist ter wille van de duidelykheid verdient hot h. i. aanbeveling deze woorden niet te doen vallen. Naar aanleiding van het amendement wordt door do Commissie thans voorgesteld het tweede lid van art. 1 aldus te lezen: „Die snelheid moet verminderd worden by het oversteken van een straat, vóór en by het omryden van een hoek, by hot ryden door een steeg, waar het ryden geoorloofd is, en op plaatsen, waar een druk verkeer is." Wat betreft de wyziging, voorgesteld ten aanzien van art. 2 (thans art. 4), om de woorden, „ten minste een" te vervangen door „een", deelt de Oommissie mede, dat, terwyi art. 84 der Verordening op de Straatpolitie het vertoonen van een helder brandend licht ei8cht, in de Concept-Verordening 1b opgenomen de bepaling, dat ten minste één zoodanig licht moet vertoond worden, naar aanleiding van een door het Dageiyksch Bestuur van den Algemeenen Nederlandschen "Wielrydersbond te kennen gegeven wensch, dat het niet verboden zou zyn meer dan één licht te voeren, hetgeen In het belang van de veiligheid is, doch, strikt genomen, volgens de bestaande bepaling niet geoorloofd is. Aangezien er h. i. geen enkel bezwaar tegen bestaat, dat de bestuurder van een rywiel dit, desverlangd, van moer dan een licht voorziet, handhaaft de Commissie het door haar voorgestelde artikel. De amendementen op art. 3 (thans art. 5) om de alinea's d en f te laten vervallen, meende de Commissie eveneens te moeten ontraden. Het behoud van die alinea's toch acht de Commissie noodzakeiyk voor de veiligheid van het verkeer. Wat alinea e betreft, doet zy opmerken, dat ingovolge art. 72 der Verordening op do Straat politie o. a. met rytuigen en handkarren niet mag gereden worden op wogon enz., welke biykens eenig zichtbaar toeken aan het ver keer met die voertuigen zyn onttrokken. Door het zichtbare teeken, in den regel bestaande in een of meer vóór den af te sluiten weg geplaatste palen, kan wel aan bestuurders van rytuigen, en veelal ook aan die van hand karren, het inryden verhinderd worden, doch voor het verkeer met ry wielen zyn deze palen geen feiteiyk beletsol. De door de Commissie voorgesteld alinea e nu verbiedt—overeenkomstig het bepaalde sub c. van art. 69 der Verordening op de Straat politie—het ryden op een rywiel op die plaat sen, welke ingevolge art. 72 Straatpolitie aan het verkeer met een der daar genoemde voer tuigen zyn onttrokken. Aangezien de door den heer Den Houter voorgestelde bepaling om alinea e te lezen: „op plaatsen, die biykens eenig teeken aan het rjj wiel verkeer zyn ont trokken", aanleiding zou kunnen geven tot de opvatting als doelde zy op niet in art. 3 (thans art. 5) genoemde plaatsen, welke uit sluitend aan het rywielverkeer zouden kunnen worden onttrokken, verdient het h. i. geen aanbeveling deze wijziging aan te brengen, te meer daar, zooala de Commissie gebleken is, de voorsteller in dit opzicht geen verandering wenscht. Een door den heer Den Houter wèl ge- wen8chte verandering is dat aan den ingang van stegen, door welke krachtens de Verordening niet op een rywiel mag gereden worden, dit duideiyk vermeld worde en niet op de wyze zooals tot dusverre geschiedt, maar door middel van naar voren uitstekende bordjes. Ook de Commissie komt het voor, dat dit inderdaad een doeltreffende maatregel zou zyn, dien, naar zy vertrouwt, Burg. en Weths. bereid zullen zyn in te voeren. Art. 6 wordt nu voorgesteld aldus: Het is verboden een rywiel aan de hand te voeren over, of met een rywiel stil te staan op de sub b en c in artikel 5 genoemde paden, klinkerbestrating, trottoirs, stoepen of gras perken. Echter mogen bestuurders van ry wielen deze over de voetpaden, kllokerbestrating, trottoirs of stoepen aan de hand voeren naar of van gebouwen of erven waarheen of van waar zy zich begeven, mits langs den kort- sten weg van of naar het gedeelte van de straat of van den weg, waar het ryden ge oorloofd is; en mogen zy vóór bedoelde ge bouwen of erven op de voetpaden of klinker bestrating met hun ry wielen stilstaan, mits bierdoor de passage niet belemmerd wordt. Art. 7: Het is den bestuurders van ry wielen verboden doze op stoepen, trottoirs, voet- of klinkerpaden te plaatsen of te laten staan, wan neer daardoor de passage belemmerd wordt. Art. 8: Bestuurders van ry wielen zyn ver plicht voertuigen met uitzondering van tramwagens ry wielen of personen, die zy ontmoeten, rechts, en die zy achteropkomen, niet aodors daa links voorby te ryden. Art. 6 der vorige Oono.-Verord. luidde: Bestuurders van ry wielen zyn verplicht voor voertuigen met uitzondering van tram wagens rywielen of personen, die zy ont moeten, niet anders dan rechts uit te wyken en die zy achteropkomen niet anders dan links voorby te ryden. Art. 9: Het is verboden op den openbaren weg bestuurders van rywielen in het ryden te bemoeliykon. Art. 10: Onder „rywielen" worden begrepen twee- en meerwielige motorcycles. 1 IN G O IS JL> E N Zaterdag-avond 27 April vierde de Afd. Leiden „Vooruit" van den Alg. Ned. Timmer lieden-Bond haar 7de jaarfeest in de Concert zaal van den beer Ephraïm. De voorzitter opende de vergadering met allen een harteiyk welkom toe te roepen, er op wyzende dat deze vereeniging niet alleen by ziekte ondersteuning verleent, maar ook do stoffeiyke en zedeiyke belangen der timmer lieden behartigt. Als voorbeeld noemde de voorzitter het streven der Vereeniging naar beter loon en arbeidsduur, hot wyzen op misstanden in het vak, en deze zooveel mogeiyk te doen ver- dwynen, ook het zenden van adresoen aan gemeenteraad en Tweede Kamer tot steun van verschillende voorstellen ton nutte der worklieden. Ook stelt de Vereeniging zich op het stand punt om deel te nemen aan de verkiezing tot het stellen van werkmanscandidaten, om ook de minderheden des volks te doen ver tegenwoordigen. Verder wenschte de voorzitter den leden met hun vrouwen en genoodigden een gezei- ligon avond en hoopte, dat in het nieuwe vereeniging8jaar allen met opgewektheid weer zullen streven naar betere toestanden voor den timmerman. Een krachtig applaus volgde op doze toespraak. Daarna ging het scherm omhoog en werd door de werkende leden met de belde dames het Bondslied gezongen. Voor de 2de maal ging het scherm omhoog, en ziet daar stonden 3 gezellen op het tooneel met den voorzitter. Een kleine toespraak volgde van den heer Z. tot den voorzitter, er op wyzende dat de vereeniging geen piëdestal had voor de schoone Banier. Daarom hadden zy besloten zoo'n piëdestal te maken, en nu overhandigden zy er een aan den voorzitter; dat dit in den geest viel, bewees hot applaus der aanwezigen. By nadere beschouwing bleek hot een waar kunststuk van timmerwerk te zyn. Het geheel geeft biyk van waren kunstzin der 8 gezellen die het geschenk ontwierpen en ook maakten. De voorzitter dankte hun barteiyk uit naam der Vereeniging voor hun geschenk. Daarna werd opgevoerd het biyspel „een bankbiljet van duizend gulden" door A. RuUsch; afgewisseld door voordrachten, muziek en een piston solo, welke zeer verdiensteiyk werd uitgevoerd. En tot slot het kluchtspel „De broek van Mahomed". Een woord van lof mag hier niet nathouden worden aan de werkende loden voor hun kranig spel der rollen, welke bleken goed ingestudeerd te zyn. Ook de beide dames leerden zich gunstig kennen op het gebied van tooneelspel, ook haar een woord van dank. Een geanimeerd bal onder leiding van het lid W. besloot ook deze feestviering. U, Mynheer de Redacteur, dankzeggend voor de verleende plaatsruimte teeken ik my het lid H. B. o* cr O» i. s- s- g> li "1 M W D O E rt> i~>. B® WJ I-* ilët 8 t ïj a> s. o- p; DO® a. H- pr 8 e B' o- o g- PD-® rr b d I 1 P8» sr I 5 M S j? 5 r 5 Indebted. Werkinr. lynopgenomen DATUM. DAGEN. Volw. pors. Kin deren. Totaal 21 April. Zondag 66 17 73 22 Maaudag 65 14 79 23 Dinsdag 72 19 91 24 Woensdag. 76 22 07 26 Donderdag 72 21 93 26 Vrydag 66 17 82 Zaterdag. 63 17 80 Verliezen van hel Engelsche leger, tooali die voorkomen in de Daily Graphic". l s 2 1 '3 1 o O d li C O §3 15 23 April 9 14 83 24 2 8 11 10 25 8 11 2 14 26 2 15 14 27 7 10 8 16 29 Totaal Offlcièele Kennisgeria^en t KENNISGEVING. NATIONALE MILITIE. Oproeping in activiteit van milicien verlofgangen der lichting van 1397die van de regimenten Huzaren zijn overgeplaatst bij de treina/dcelinget der regimenten Veldartillerie. De Burgemeester van Leiden. Gezien do circulaire van den Commissaris dei Koningin in de provincie Zuid-Holland, dd. I Februari 11. (Proviuciaal blad No. 19), betreffende de in den hoofde dezer bedoelde verlofgangers; Brengt ter kennis van do in deze" gemeente gevestigde milicien-verlofgangers JACOB RIETHOVEN en PIETER GERARD VAN DER STEEN, lotelingen van de lichting van 1897, uit dezf gemeente, en behoorendo tot het 2de regiment Veldartillerie, dat zy, ingevolge Koninklijk besluit van 26 Januari 1901, No. 82, in dit jaar, krachtens art 125 der Militievvet, in werkelijkeu dienst moeten komen, ten einde gedurende het tydvak van 2 Mei tot en met 23 Mei aanst. in den wapenhandel te worden geoefend, on roept hen mitsdien op om op eerstgemelden datum des namiddags vóór vier uren, bij hun korps, in garnizoen te 's-Gravenhage, tegenwoordig te 'zijn, in umlorm gekleed en voorzien van al do voor werpen van kieeding en uitrusting, hun by bet vertrek met grout verlof medegegeven, alsmede van bun zakboekje met verlofpus. De bedoelde verlofgangers worden voorts ver wittigd, dat zij zich den dag vóór dien voor hun opkomst bepaald, des voormiddags tusschen 10 en 12 uren, voorzien van hun zakboekje, t;r Gemeentesecretarie (Afd. Militie en Schottery, kamer No. 9) alhier behooron te vervoegen, tot het doen alteekenen van hun verlofpas en tot het ontvangen, desverlangd, van het hun toekomen'* daggeld, en dat zu, bijaldien ziekte ben mocL. verhinderen aan deze oproeping te voldoen, ver plicht zijn daarvan ter Secretarie voormeld kennis te geveD, onder overlegging van een «ohriftelyk© vorklanng vnn een geueeskundige, zullende zjj echter gehouden zijn zich na bun horstel onver wijld naar hun plaats van bestemming te begeven. Leiden, De Burgemeester voornoemd, 20 April 1901. F. WAS. KENNISGEVING. NATIONALE MILITIE. Oproeping tot den we)kclijlicn dienst. De Burgemeester van Leiden brengt by deze ter kennis van JOHANNES THEODORUS FRANCISCUS DE KONING, zonder loting ingelijfd by hot 4de regiment infan terie, voor de lichting van het »aar 1899 en voor deze gemeente, dat hij, vermits de hom, laatstelijk bij Koninldyk besluit van 19 December 1899, No. 0, op grond van art. 127, lste lid, der Militiewet, verleende ontheffing van den werkelykon dienst niet opnieuw verleend is en hij zyn eersten oefeningstyd nog niet volbracht heeft, ingevolge de bevelen van het Departement van Oorlog den Sleten Mei aanstaande in werkelyken dienst moet komor om te worden gekleed en geoefend en, overeen kooiBtig art. 165 van voormelde wet, gedurende de twee eerste jaren onder do wapenea te worden gehouden. De bedoelde milicien wordt mitsdien opgeroe pen om op bovengemelden datum, des namiddags vóór vier uren, bij zyn korps, in garnizoen Te Leiden, tegenwoordig te zyn, zullende bij, ing-, al hy aau deze oproeping met voldoet, volgens de wet als deserteur worden behandeld, terwijl hem met nadruk er op gewezen wordt, dat deze open bare kennisgeving reohtens voldoende is en hem derhalve, by niet-opkomst onder do wapenen, in verzuim stelt- Leideu, De Burgemeester voornoemd. 18 April 1901. F. WAS. NOORD WIJ KERHOOT. Bevallen: O. M. r. d- Zalm geb. Conga D. H. M. Duivenvoord* feb. Jirama Z. A. y. d. Klaauw geb. Bprokkelen* ergh Z. A. Koomen geb. v. d. Lans Z. A. M. Heemskerk geb. Hoogervorst Z. Ondertrouwd: L. v. Bellekom 34 j. en P. v. d. Burg 27 j. VALKENBURG. Ondertrouwd: M. H. Peet jm. 26 j. en W. Bchulz jd. 28 j. P. Oudshoorn jra. 26 j. en G. van dor Zwart jd. 26 j., allen wonende te Valkenburg. ZOETERWOUDE. Geboren: Willebrordos I Quirlnus, Z. van Ph. Versteegen en L. M. Doeswyk. Overleden: G. F. van der Loo, 14 ro., Z. van F. v. d. Loo en G. Slingerland. Ondertrouwd: Pb. M. de Greef 23 wonende te Voorburg en C. Oost dam 23 jwonende alhier. ZOETERMEER. Geboren: Geertje, D. van P. J. Kreft en M. Vermeulen. Teun is, Z. van G. Klos en J. Immerzeel. Ondertrouwd: Anton Bos 7.5 j. eo Jacobs Karens 21 j. 8871 24 Goedkoopste en gerieflijkste .Reisgelegenheid. Van LEIDEN naar lste 10. 2de KI. OEGSTGEEST 15 Cents. Cent. SASSENHEIM 85 88J LISSE, HILLEGOM, BENNEBROEK, HEEMSTEDE of HAARLEM 30 85 n n Couponboekjes, verkrijgbaar gesteld by de Goederen- Ageutcn, geven voor korte afstanden veel besparing. 3874 26 8183 23 Dienstregeling aanvangende 1 Mei 1901. Tan NOORDWIJK AAN KEES en KATWIJK AAN ZEE naar LEIDEN. NoordwUk a/Z. (Slracit)V. 6.50 8.28 10.06 1.08 2.46 6.18 6.(? Noordwyk-Binnen 0.59 8.37 10.15 1.17 - 2.56 5.27 8.?? Rynsburg A. 7.25 9.03 10.41 1.43 3.21 5.53 7.Ü KatwUk a/Z. (Station) V. 8.05 7.12 7.45 8.52 9.44 10.30 11.35 12.30 1.21 2.19 3.10 4.00 4.46 5.40 7.10 KatwJJk aan den RJJn 6.16 7.28 7.56 9.03 9.55 10.41 11.46 12.41 1.42 2.80 8.21 4.11 4.66 5.51 7.Ü Rijnsburg 6.24 7.31 8.04 9.11 10.03 10.49 11.64 12.49 1.50 2.38 3.29 4.19 6.04 5.69 7.® Oegetgeest 6.83 7.40 8.13 9.20 10.12 10.58 12.03 12.58 1.59 2.47 3.38 4.28 5.13 6» 7<J3 Leiden .A- 6.40 7.47 8.20 9.27 10.19 11.05 12.10 1.06 2.06 2.54 3.45 4.35 5 20 6.(5 7« Tan LEIDEN naar KATWIJK AAN ZEE en NOORDWIJK AAN ZEE. Leiden T. Rjnsburg Katwflk a/d. Eyn KatwJJk a/Z. (Station) A. RUneburg. V. NoordwtJk-Binnen Noordw. a/Z, (Strand) A. 6.59 7.07 7.18 7.24 7.34 7.29 7.55 8.06 8.10 8.18 8.29 8.85 8.45 8.52 9.00 9.11 9.17 9.27 9.12 9.38 9.49 9.44 9.52 10.03 10.09 10.19 10.80 10.38 10.49 10.55 11.05 10.50 11.18 11.27 11.20 11.28 11.39 11.45 11.56 12.30 12.88 12.49 12.65 1.05 1.82 1.40 1.61 1.57 2.07 1.62 2,18 2.29 2.19 2.27 2.38 2.44 2.54 3.10 8.18 3.29 3.35 3.45 4.00 4.08 4.19 4.25 4.35 4.20 4.46 4.57 4.45 4.53 6 04 6.10 6.20 5.42 5.50 6.01 O.?! BI' 8.02 6.i O.?! 7.10 7.i 7.29 7 80 7.46 7.00 7 cc 8.<2 Item. A. S» 8.!! 8.00 8.01 8.41 8.40 9.0? 9." 8.04 8.10 8.?? 9« 9.0? - do.?! 8.20 8 o? 8.0) tj: 8.2 9.0» 8.(2 9.10 8.0? j 9.5 9.10 ho.io 9.20 1x0.18 10.10 10.21 10.2» 10.® 10.40 9.0? 9.40 9.00 10.® 10.3? 10.4? 10.00 10.0? 11.02 ItOQL A. 11.00 li» 11.1» 11» li.® 11.10 M li" 11.01 J Item. 2 A. N.B. De dienst van en paar het etrsnd te Noordwyk aan Zee wordt eerst geopend met 1 Juli en eindigt ulbP Augustue.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1901 | | pagina 5