RAJAH-THEE Badinrichtingen. DE ïtilES 4 BTETENS. Weü.J.Stesnhauer&Zn. Pianoliandelffls. BEMELM, KEUKENGEREEDSCHAPPEN, Het beste en goedkoopste adres voor lieubeien N. C. BRITT1IN, Nieuwsiraat 31 Turns M ton adresv«rBejaralis. RAJAH-THEE RAJAH-THEE RAJAH-THEE RAJAH-THEE GEBRS. STRAATSBURG, No. 12627 LEIDSCH DAGBLAD, WOENSDAG 24 APRIL. - TWEEDE BLAD. PERSOVERZICHT. Prima versche Tafelboter, Prima versche Keukenhoter, VA.IN ES, Hoogewoerd. 35. Broodfabriek „CERES". PARASOLS, Nieuwe Rijn 31. s74i 10 P. A. SARONi. Anno 1901. Allereerst nu het stuk van V. D. G. In Bet Nederlandsche Dagblad, getiteld; Kies college of Korkeraad? in een vorig Overzicht in uitzicht gesteld 1 Hot luidt: Onder dezen titel kwam in dit blad een ingezonden stuk voor, dat niet onbesproken mag bleven. Reeds de titel geeft een tegen stelling, die onjuist is en minkundigen op een dwaalspoor kan leiden. Het kiescollege in groote gemeenten, zooals fojjv. Amsterdam, enz., bestaat uit: den kerke- raad plus tweemaal zooveel gemeenteledon, door en uit de stemgerechtigden gekozen. De kerkeraad heeft ambtshalve zitting in het kiescollege en is als zoodanig niet aan de verkiezing door stemgerechtigden onderworpen. Bovengenoemde titel zou dan moeten luiden Kerkeraad óf Kerkeraad met tweomaal zoo veel gemeenteloden kiescollege). Op de vraag; Hoe is in de Heil. Schrift de praktyk, waar het geldt de verkiezing van ambtsdragers voor de gemeente? antwoordt dr. Schokking in De Gereformeerde Kerk, dat die volgens de Schrift plaats had lo. „onder do leiding der ambtsdragers", 2o. „met mede werking der gemeente zelve." We mogen dus veilig concludeeren, dat een kiescollege kerkeraad met tweemaal zooveel gemeente leden, het meest in overeenstemming is met de praktyk in het N. T. De schrijver van het bedoelde Ingezonden 6 tuk erkent, dat kiescolleges vaak goed ge werkt hebben en kerkeradon slecht, tooh meent h(J, dat, waar de kerkeraad in „goede handen" is, het kiescollege moest worden afgeschaft. Wie nu zou moeten uitmaken of de kerkeraad „in goede handen" is, zegt de geachte inzender niet. Moet de kerkeraad zelf dit soms uitmaken? Dat zou wel ver nuftig zyn. De inzender heeft er ook op tegen, dat kiescolleges véél te jonge predikanten beroe- pon in groote gemeenten. Wy kunnen in dit bezwaar komen. Toch zyn jeugdige en veelal Vurige werkkrachten in groote gomeenten niet zoo verwerpelijk, daar in groote gemeenten vaak hoogbejaarde predikanten zyn. Veel komt in deze aan op de porsonen, die beroepen worden. Ds. Snethlage ging van zyn eerste plaats raar Haarlem, ds. Lütge naar Amsterdam en dat zulks tot schade voor die gemeenten ge weest is, bleek dusver niet. Maar om te zeggen, dat die kiescolleges alleen zulke dwaas heden begaan, is niet juist. De Rotterdamsche kerkeraad beriep wyien ds. Doedes, van Hallo, diens eerste standplaats, waaruit biykt, dat kerkeraden boven dergelijke dwaasheden niet zyn verheven. Om die reden een kiescollege te willen afschaffen, heeft dus geen zin. Maar zegt de inzender in een kies college zyn altyd partyen en de helft plus éón geeft dan den doorslag. Zyn in een kerke raad dan geen partyen en wordt daar soms niet by meerderheid van stemmen gekozen? Maar in een kiescollege is de „grootste schreeuwer de baasl" Met uw welnemen, in een ïsfescolloge wordt niet gesproken, wel in een kerkeraad, en daar kan een „grootsto schreeuwer" den doorslag goven. Maar een kiescollege stemt, een kerke raad o verlegtl Werkeiyk? Wordt erin kerkeraden niet geïnfluenceerd, pleizierdiensten bewezen, dezen of genen naar de oogen ge zien? Al welke dingen by kiescolleges in veel mindere mate voorkomen, daar zulke vergade ringen veel te talryk zyn. Maar in den kerke raad worden praatjes niet zoo klakkeloos geloofd l meent de inzender. Ja, lichtgeloovige menschen zyn er overal en do inzender is daarvan zelf wel een bewys, als hy neerschryft, dat „het herhaaldelyk voorkomen van één naam op een predikantsdrietal, door de vrienden kringen aanbevolen, aangeeft wio do generaal van de vriendenkringen is". Ik kan don inzen der verzekeren, dat zoo'n veronderstelling be slist onwaar is en de vriendenkringen nim mer aan don leiband van een enkel persoon, wie dan ook, loopen. Sommigen zyn tegon kiescolleges om rede nen, die den toets niet kunnen doorstaan. De eon is er tegen, omdat zyn vriend er niet in zit; een ander, omdat zyn vriend er wèl in zit; een derde, omdat zyn achterneef er in gezeten heeft; eon vierde, omdat hy bang is, dat zyn broör er in zal gaan zitten. Ja, het feit deed zich onlangs voor, dat iemand tegen hot kiescollege was, dat ook volgens hem een goeden kerkeraad had samengesteld omdat do kiosvereenigingen A en B niet deden zooals hy meende, dat zy doen moesten, en B zyn 24-jarigen, ongehuwden, nog zonder vaste positie zynden zoon, niet voor het kies- colloge had aanbevolen. Wanneer zulke motieven Iemands gedrags- jyn bepalen, waar gaan we dan heonl De vraag, wat 1b verkieaiyk: kerkeraad of kiescollege, hangt af van hoe men een andere vraag beantwoordt. Stolt men belangstelling in- en medewerking van gemeenteledon aan kerkelijke zaken niet op prys, acht men ze alleen goed om gelden te geven voor alle mogeiyke en onmogeiyke dingen en alle mogeiyke en onmogelyke pree- ken te hooren, schaf dan het kiescollege af. Wenscht ge mot ons een bloeiend gemeente- ïyk leven, de leden zich interesseerend voor alles, wat de Kerk betreft, sluit dan de loden niet bulten alles, maar zet hen aan het werk in de gemeente onder toezicht, leiding en bestuur van den kerkeraad en geef hun deel aan de verkiezing van de ambtsdragers houd het kiescollege in stand. De Standaard is van oordeel, dat de Rogee- ring met de Drankwet niet erg gelukkig is geweest, daar zy geëindigd is met haar eigen voorstel prys te geven en het tegen voorstel van de lieeron Marchant c. s. over te nemen. En wat nu daarvan het gevolg zal zyn, omschryft het blad aldus; Ook voortaan zal nu menigeen in de hoop en in de veronderstelling handelen, dat ook na 1904 de eens verleende vergunning, op grond van art. 7 der wet, vanzolf doorgaat. De voorstellers van het overgenomen amen dement zeggen het uitdrukkeiyk ln hun toe lichting: „de twistvraag over hot al dan niet vervallen met Mei 1901 van de daar bedoelde vorgunningen blyft nu onbeslist", en „tevens zal vaststaan", dat „stilzwygende verlenging van die vergunningen zal kunnen plaats vinden." Alleen niet meer overdracht. Dat moet dan nu de winste heeten. Maar juist dit schept het gevaar, dat er vóór 1904 geen nadere regeling komt; dat het denkbeeld om do uitstervings-theorie toe te passen, steeds meer ingang zal vinden; en dat we naar de gissing van den Minister nog twintig Jaren lang met een boven-maximaal aantal tapperyen zullen hebben te tobben. Er zyn nu nog 8000 vergunningen, die nu niet zullen worden afgemaakt, maar die eerst over jaren en jaren haar natuuriykon dood zullen sterven. Want wel sprak de Minister er van, dat deze 8000 in twintig jaar zouden doodgaan, en dat er dus in deze drie jaar reeds 1200 op de nominatie 6tonden; maar dit doorniets toegelichte cyfer ïykt natuurlijk naar niets. Tal en tal van houders van vergunningen zyn nu zeg 80 jaar, en het is toch al te onnoozol, te wanen, dat dezen juist allen vóór hun 50sto jaar sterven zullen. Er zullen er wel by zyn, die de 70 halen on dus nog 40 jaar hun bedryf zullen kunnen voortzetten. En ook ïykt het naar niets om die sterfte nu reeds op 400 jaar te schatten. De statistiek wijst het wel anders uit. Op 8000 personen boven den leeftyd van 20 jaar sterven ge- meeniyk tusscben 20 50 jaar slechts 2250 en tusschen de 50 en 80 jaar 5750. De sterfte onder de tappers zal dus voor de eersto jaren betrekkelijk zeer gering zyn en eerst in de latere jaren met versnelden pas toenemen. Ook gaan dan de uitstervenden van 26a nog van het cyfer af. Alle uitzicht l.estaat dus, dat de vergun ningen boven het maximum ons nu nog oen lange reeks van jaren kwellen zullen. Het is zoo: een latere wet kan dit kwaad voorkomen; maar minister Borgesius is niet zeker, dat hy aanblyft, ©n al bleef hy aan, ook dan is hy nog verro van zeker, dat hem zyn „afmaken" gelukt. Reeds nu deinsde hy voor do oppositie terug en hierdoor is stellig zyn positio ten deze niet versterkt. Do vergunninghouders kunnen nu vlaggen. By den Hoogen Raad hebben ze allo goede kansen in 1904 voor zich. V. zegt in Het Nedei-landsche Dagblad, dat de Kamer by do behandeling van de Woning wet en van de Drankwet met twee maten gemeten heeft. Tegenover de hulseigenaars wordt te kras, tegenover de tappers te zacht opgetreden. De woningwet, dlo ook verkregen rechten schendt, die tal van ceriyke, brave burgers te gronde richt, alleen omdat zy het ongeluk hebben huis- of grondeigenaars to zyn, dio veel krasser afwykingon van het gewone recht invoert dan de drankwet, wordt zoo heet het met byna algemeene eleinmen aangenomen. Bij die wet is met het recht op de luchthartig8to wyze omgesprongen of liever: die wet bekommert zich heelemaal niet om wat recht is, maar offert het recht op aan het vermeend algemoen belang, maar nu het den braven tappers geldt, nu wordt de Tweede Kamer ziekeiyk eerlyk. Nu wordt het recht op een goudschaaltje gewogen. Nu krygen de tappers eerder meer dan minder dan hun toekomt. Dat is een meten met twee maten. De slechten worden ontzien en de goeden worden niet gespaard. Dat men de, onzes Inziens, slechts vermeende verkregen rechten van zekere reeksen van tappers heeft geëerbiedigd, kunnen wy desnoods goedkeuren. Recht is recht en ook de slechten hebben aan spraak op een rechtvaardige bejegening, maar dat men de tappers beter behandelt dan de grondeigenaars, dat de hoedanigheid van tap per eerbiedwaardiger wordt geacht dan dio van grondeigenaar, dat de rechten van een grondeigenaar overal vertrapt mogen worden, dat hy wel nagenoeg rechteloos aan de wille keur der bureaucratic mag worden overge leverd, terwyi het eigendomsrecht één der grondzuilen is van de maatschappy, dat is hot, wat wy moeilyk kunnen verkroppen. Waarom is de Tweede Kamer niet by de behandeling van de woningwet even nauw gezet geweest als by de behandeling van do drankwet Hebben wy hier niet weer dezelfde ziekeiyke opvatting van eeriykheid, dio er toe geleid heeft om do strafrechtspleging met veel meer waarborgen te omringen dan de burger- lyke rechtspraak? Als er in strafzaken een gorechtelyke dwaling ook maar wordt ver ondersteld, komt het geheele land gedurende jaren in beweging, maar over gerechtoiyko dwalingen in burgeriyke zaken, waarvan een eerlyk man het slachtoffer is, maakt niemand zich druk. In de reeks Nieuwe Staalkundige Brieven van mr. S. van Houten is No. 26 vorschenen. Schr. beklaagt zich daarin, dat De Standaard hem niet geantwoord heeft nadat hy haar opheldering had gevraagd over de bewering, dat zynerzyds een politieko kentering zou hebben plaats gevonden. Tegenover de tactiek, die nu ook dr. Kuyper voornemens schynt te volgen n.l. my voor te stellen als „gekenterd", terwyl ik slechts weiger met voormalige politieke vrienden in socialistische richting voort te hollen staat my geen andere gedragsiyn open, zoo vervolgt dan mr. Van Houten, dan telkens opnieuw in het licht to stellen, waar het verschil ligt. M. L vordert de liberale staatkunde verzet tegen twee socialistische eischen, n.l.: I. tegen loslating van den oisch voor den kiezer, dat hy zich en zyn gezin onderhoudo en wel in werkoiykheid zonder toepassing van rechtsfictièn a la Tak; II. tegen het verleenen van gunsten en gaven, onder welke benaming ook, uit do openbare kassen, andere dan byw(jze van armenzorg. Op dezo twee punten kan in de discussie, dio de Juni verkiezingen moet beheerschen, niet genoeg de aandacht gevestigd worden. De beweging, die zich de vryzinnig demo cratische noemt, tracht de liberale kiezers in deze twee opzichten op den socialistischen dwaalweg te leiden. Zy, die zich openlyk by mr. Troub c. s. hebben aangesloten met het doel en in do meening een scheuring onder de liberalen te verwekken, hebben op hun poging weinig succes gohad. Het zevental liberale Kamer leden, dat do oproeping voor do vergadering to Utrecht onderteekonde, vindt slechts weinig vryzinnig-democratisclie kiezers bereid om hen in hun politieke evolutie te steunen. Nu ontstaat echter een ander gevaar. Men tracht nu het verschil weg te doezelen. Inder daad is er ook weinig verschil tusschen de leden der vryzinnig-democratische Kamerclub, die uit do liberale party uitgetreden on dio er nog ingebleven zyn. De heer Rink byv., die mededeelt, niet tot de oprichting van den bond van de heeren Treub c. s. medegewerkt te hebben, schryft, na opgemerkt te hebben, dat in de liberale party meerdere nuan ceeringen en fractiën voorkomen, in de Arnhemsche Courant: „Ik voor my schaar my in haar uitersten linkervleugel, die de vry- ziriuig-democratischo beginselen is toegedaan." Hy meont door zyn uiting klaarheid in de politiek te bevorderen, maar ik geloof niet, dat hy dio door een beroep op vryzinnig- democratische beginselen bereikt. Liberalo beginselen zyn oude bekenden, maar vryzinnig- democratische beginselon zyn niet alleen nog onbekenden; maar degenen, die den naam hebben uitgevonden, de heeren Kerdyk en Veegeus, zyn van meening, dat de huldiging dier beginselen verder samengaan met de liberalen, zolfs met de uiterste linkerzyde dor liberalen, die in de „Liberale Unie" den boventoon heoft, verbiedt. Practiscbe vraag is echter: Wat bohooren liberale kiezers aan te vangen met aftredende leden als den heer Rink? En er zyn er zeker nog een half dozyn in hetzelfde geval, daar onder misschien ook de ministers Borgesius en Lely, wier verhouding tot de vryzinnig- democratische Kamerclub nog aityd niet opge helderd is. Een gezonden toestand krygt men slechts als men hun ten aanzien van de twee boven geformuleerde punten een verklaring vraagt. Daar ligt de scheidsiyn tusschen den liberaal en den socialist. In de weifeling van een deel der liberalen, ten aanzien van die twee pun ten, ligt ook de bron van het tegenwoordig verval der liberale party. Wie niet openiyk durft verklaren, dat hy op deze punten aan de liberale zydo staat, is op het hellend vlak naar de sociaal-democraten en komt vroeger of later by hen terecht. Tegen over een zoodanige is een liberale candida- tuur geboden. Brengt de liberaal het niet tot de herstemming, dan kan by deze gehandeld worden naar het beginsel, het kleinere kwaad to kiezen. De tyd begint te naderen, waarop de libera len zich over oen in hun district gowilden candidaat hebben te verstaan, waar het aftre dend lid tot de sociaal- of vryzinnig-democra tische groepen behoort, al zy hy onder hen, die ter wille van ïyfsbehoud de meesters Kerdyk-Veegens in de beslissende ure, d. i. in het gezicht der stembus, verloochenen. De truc van 1897 moet niet weder geluk ken, toen zulke leden zich by de stembus als liberaal hebben gepresenteerd en na gekozen to zyn, zich by de vryzinnig-democratische Kamorclub hebben aangesloten. Slechts wie openiyk tot erkenning van dwaling komt, ge- lyk de heer De Boer, behoort by de liberalen, by do eersto stemming in aanmerking te komen. De liberale party, hetzy ze in Juni meer derheid of minderheid blykt te zyn, moet in elk geval uit 't socialistische zog komen. Het vernederende „porsysieem", hetwelk nu vier jaar Is vertoond, moet ophouden. De vry zinnig democraten mogen zich ook voortaan door de sociaal-democraten laten „porren", op de liberalen moet dit gepor niet meer kun nen doorworken, omdat de scheidsiyn by de stembus duideiyk is getrokken. De Standaard merkt naar aanleiding van dezen brief op: In zyn No. 26 schryft mr. Van Houten, dat hy taal noch teeken in antwoord op zyn schryven ontving. Met het oog hierop zy herinnerd, dat wy reeds in ons No. van 6 April, daags nadat zyn schryven in ons bezit was gekomen, taal èn teeken gaven. Blykbaar ls dit nummer alzoo aan Mr. Yan Houten niet in handen gekomen. Nu erkennen we, dat we dit nummer hem hadden kunnen toezenden; maar we lieten dit na, omdat wo niet wilden noch konden onderstellen, dat een man als mr. Van Houten enkel van de pers zyner eigen geestverwanten notitie nam. Zouden we ons hierin hebben vergist? De Standaard zegtDe Memorie van Antwoord Inzake het Onderwys is zoo teleurstellend mogeiyk. Ten behoeve van de Openbare onderwyzers geeft de Minister nog in enkele opzichten toe, maar voor het Byzonder onderwys wei gert hy portinent ©n beslist olko verdere tegemoetkoming, en verklaart reeds vooruit, dat hij geen onkel amendement, dat verdere tegemoetkoming bedoelt, ook maar in ernstige overweging zal nemen. Voor onze Byzondere onderwyzers een wezeniyke slag, dien we nog hoopten, dat zou worden afgewend. By die houding der Rogeering zal uiter aard de openbare behandeling van het ont werp tot niet veel leiden kunnen. Vlak voor do stembus is er geen meerder heid in de Kamer to vinden, dio er een zit tend Ministerie aan waagt. De vraag, waarvoor men komt te staan, zal dus alleen zyn, of men het nu gebodene al vast aan wil nemen, of wel, dat men zulk een onvoldoende regeling kortweg zal afwy'zen. En dan kent men ons gevoelen, dat wy zeer stellig tot het eerste neigen, ook ai mag niet verheeld, dat op de Leerplichtwet nog diepor schaduw valt, nu nader blykt, hoe de Regeering haar gegeven belofte opvat Ook van oen gedeelteiyko overbrenging van de onderwyskosten van de Gemeenten naar het Ryk wil de Regoering niets weten. Zy klemt zich nu vast aan de wet van 1889. Zelfs voor de Gemeenten, zoo staat er, mag verder op geen enkele verhooging van het subsidie voor onderwys meer gerekend wordon Alleen Art. 49 blyft voor de Openbare school de veiligheidsklep. Aan haar mededeeling, dat oen ontwerp Armenwet by den Raad van State in onderzoek is, voegde de Arnhtimche Courant toe: „De Regeering zal dus nog haar belofte tot het indienen van een nieuwe Armenwet nakomen, maar de belofte dagteekent van de eersto troonrede na haar optreden ln den zomer van 1897 en het ontwerp zal inkomen, als de tegenwoordige Kamer op het punt is haar zittingen te sluiten 1 Dat aan een bevredigende regeling van dit ontwerp tal van ernstige moeilykheden in den weg staan, zal door niemand met grond betwist kunnen wordon, maar die moeilykheden bestaan ook thans nog evenzeer geiyk ze vóór twee of drie jaren bestonden, zoodat daardoor de late indiening van het ontwerp niet gerechtvaardigd wordt." Hierop geeft Het Vaderland doze kant- teekening „Deze opmerking is zeldzaam onbillyk. Het komt ons zóó voor, dat, als aan een regeling ernstige moeilykheden in den weg staan, er wel eenige tyd voor beraad on bewerking noodig is om de moeilykheden zooveel mogoiyk te ondervangon. Of zou de heer Van Gilse (hoofdredacteur van de Amhemsche Courant), morgen als minister optredende, overmorgen een armenwet uit zyn mouw schudden? Bovendien heeft de minister van binnenl. zaken zeker in die drie jaren mets gedaan en de Kamer niets te doen gegeven? Of had men gewild, dat hy leerplicht, subsidiewet, gezondheidswet, woningwet had laten liggen, om de armenwet te doen voor gaan? Wat zou or dan weer geklaagd zyn, dat al die andere dingen onafgedaan bleven Uit den oproepingsbrief van „Burgerplicht", te Groningen, blykt, dat door het bestuur wordt voorgesteld het aftredend lid do heer mr. H. L. Drucker. De oproepingsbrief van „Een dracht" aldaar zegt daaromtrent niets. Intus- schen heeft deze vereeniging met den heer Drucker correspondeutie gevoerd, die wy aan de Nieuwe Groninger Courant ontloenon: Het bestuur van „Eendracht" heeft tot den heer Drucker het volgende schryven gericht: „Het bestuur der kies vereeniging „Eendracht maakt Macht" is voornemens binnenkort dr loden dier kiesvereenigmg byeen te roepen om te beraadslagen over de by de aanstaande verkiezingen voor de Tweodo Kamor det Staten-Generaal te volgen gedragsiyn. He», bestuur zou het op hoogen prys stellen vooraf van u antwoord te mogen ontvangen op een tweetal vragen, omdat het van meening is, dat uw antwoord op die vragen van invloed kan zyn op de boslissing, door de kiosver- oeniging te nemen. De eerste vraag betreft uw verhouding tot de onlangs to Utrecht tot stand gekomen Vryzinnig-Democratische party. Is het. juist, wat in de dagbladen is vermeld, dat die party u tot haar leden on dan tot oen harer op richters mag rekenen? En de tweede vraag, waarvan liet antwoord misschien reeds in de beantwoording van de eerste ligt opgesloten, luidt: „Welk stand punt wordt door u ingenomen ten aanzien van het stroven naar Grondwetsherziening, onder anderen mot hot doel om zoo spoedig mogeiyk te komen tot algemeen stemrecht." Het bestuur-verzoekt u beleefd het op dezo twee vragen van antwoord to willen dienen." Het bestuur ontving als antwoord het vol gende schryven van mr. Drucker: In antwoord op de twee vragen, in ui geëerd schryven vervat, heb ik de eer u bui volgende mee te deelen: I. Welke is rayn verhouding tot do onlangs opgerichte Vryzinnig-Democratische party? Met een aantal personen, onder wie ook verscheidene geestverwante collega's-Kamer leden, heb ik „instemming betuigd" met do oproeping tot de vergadering van 17 Maart te Utrecht, strekkendo om te komen tot „een organisatie van de vryzinnige democraten in den lande." Nadat de Bond was opgericht, ben ik als lid toegetreden. II. Welk standpunt wordt door my inge nomen ten aanzien van het streven naar Grondwetsherziening Myn standpunt in dezen is: Ten einde te geraken tot definitieve oplossing van hot kiesrecht vraagstuk in den zin van algemeen kiesrecht behoort Grondwetsherziening zoo spoedig mogeiyk plaats te hebben. Ik vertrouw uw beido vragen hiermede volledig te hebben beantwoord. Intusschen ben ik gaarne bereid tot aanvulling, indien u nog een of andere inlichting mocht wenschen. WARMOND. Ondertrouwd; Hugo van der Voort jm. 26 j. en Fraucina vao der Ploeg jd. 26 j. Adrianus Leonardua de Vetten 25 j., wedr, van E. M. Geerkon, en Maria Theodora Yeraiui* jd- 25 j. Hendricus Jacobus JufTormane jra. 24 j. en Maria Johanna Adriana v«a Noord jd. 25 j. Geboren: Anthooiue Franciscus, Z. van C. Berg en J. van der Heep. Jacoba Alida, D, van L. Th. van Noort en A. Duiven voordon. Cornelia, D. vao M. van Nieuwkoop on M. Hulsbos. Vervolg der Advertentiën. BREESTRRftT 82, LEIDEN. 78137 «la gel uk» to coiisnltccren, bcbalvc Dinsdag». f 1.30 per liilo; f 1.30 per Hilo. Handcnmakerssieeg 4. A7Q4 &3 Lange Mare 40, Leiden. 9209 20 Nieuwe Pianino's van af ƒ250.— tot ƒ1000— Verhuren, Stemmen, Repareeren, Ruilen, Transporteeren. p. S. Zorgvuldig gerepareerde Instrumenten zijn steeds in zeer bilijjken prijs voorbanden. Guttap. en Metalen Slang, GROOTE VOORRAAD. - EAGE PRIJZEN. II.II. Loodgieters genieten rabat. 3727 14 Telephoonnnmmer 313. LEIDEN. Smederij. KORT-RAPENBURO 10. BOOMMARKT 8. GROOTE KEUZE n» 8721 26 Clcgoten, geslagen en getirailleerde Fornnizen. ZITBADEN, SPONSBADEN, KINDERBADEN. OTJjRSTJ^ Handwerken, Kaalknippen en Naaien van Kostnmcs en Ondergoed. Aanvang van den nieuwen knipcur sus 1 Mei a. a. 3677 9 J. DE N1E, Plctcrslierkkoorslecg 10. nieuw en goedkoop met 10 pCt. extra korting by contante betaliug. is BIJ 8722 20 Steeds versch voorhanden Groote Ronde en Kleine Ronde BESCHUIT. LANGE KANEELBESCHUITJES. Telephoonnummer 176. Specialiteit in Kadetjes- fijne Krentenbroodjes, Luxe, broodjes, enz. 9801 19 ia het product van Noderlandache Koloniën, Nederlandsch Kapitaal en Nederlandscho werk kracht. wordt geteeld, bereid en verpakt onder toe» zicht van Europeosche deskundigen en met de meeat moderne machinerieën, kan daardoor worden gegarandeord te zyn volstrekt zuiver en onvervalecht. is verkrygbaar in alle buurten van Lolden in alle pry zen. A ƒ1.25, ƒ1.- en ƒ0.80 per K.G. wordt byzonder aanbevolen. 2952 84

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1901 | | pagina 5