<§eze (Courant wordt dagelijks, met mtzondering van (Zon- en feestdagen, uitgegeven. SPIRITISTEN. N». 12610 Dinsdag 2 -A-pril. M 1901: f LEIDSCÏÏ DAGBLAD. PRIJS DEZER COURANT: Voor Leiden por 3 maandon 1.10.) ^Buiten Leiden, por looper en waar agenten gevestigd zyn 1.30 I Franco per post I 2 1.65-. PRIJS DER ADVERTENTIÈN Van 1—6 regels 1.06. Iedere regel meer f 0.17Grootere letters naar plaatsruimte. Voor het lncasseeren buiten de stad wordt 0.05 berekend. Dit nommer bestaat uit TWEE Bladen. Eerste Blad. Offioieele Kennlsgoying;. Burgemeester ©n Wethouders der gemeente Leiden brengen ter kennis van belanghebbenden, ter voldoening aan art. 228 der Gemeentewet, dat alle pretensiën over het .jaar 1900, ten laste der gemeente, vóór of op den laatsten Juni dezes jaars moeten worden ingeleverd en dat de vorderingen, welke niet binnen don genoemden tijd zijn inge diend, voor verjaard en vernietigd zullen worden gehouden. Burgemeester en Wethouders voornoemd, Leiden, F. WAS, Burgemeester. I April 1901. VAN HEIJST, Secretaris. Leiden, 2 April. In de algemeene vergadering van do afdeeling Lelden van den Nationalen Bond van Handels- en Kantoorbedienden in Nederland werden tot bestuursleden gekozen de heeren H. Haaksma (aftr. lid), G. S. A. Grevenbroeck en M. Kolkman. Aan het postkantoor Loiden en de, daar onder ressorteerende, hulpkantoren werd ge durende het 1ste kwartaal 1901 in de Rijkspost spaarbank ingelegd 132,461.646; terugbetaald ƒ108,516.415. Het laatste uitgegeven boekje draagt het nummer 18,931. In het vierde nommer van den 2den jaargang van het „Bulletin, uitgegeven door den Nederlandschen Oudheidkundigen Bond", (onder mede-redactie van onzen nieuwen gemeente-archivaris mr. J. C. Overvoorde) komt een artikeltje voor van Victor de Stuers, waarin deze zyn verontwaardiging te kennen geeft over het vandalisme, geploegd aan het deftig heerenkuis op de Breestraat te Leiden, hetwelk eenige jaren geleden als koffiehuis café Suisse gebruikt werd en „een dor fraaiste gevels vertoonde uit de 17de eeuw, welke in ona land aangetroffen werdon." De heer De Stuers zegt, dat er geen stem men tegen die verbouwing opgingen. Dat is minder juist. Daartoe behoeft slechts herinnerd te worden aan het tot het gemeentebestuur gericht adres van den neven-bewonor, die tegen hot maken van den arkel zfin bezwaren inbracht. Dr. J. de Jong, to 's-Gravenhage, heeft gisteren zyn zilveren jubiló gevierd als redac teur voor letteren en kunst en muziek- beoordoelaar aan „Het Vaderland." In de directiekamer, versierd mot bloemen en planten, boden directie en redactie hem hun gelukwenschen aan. De directeur, de heer Van Vliet, den arbeid van den jubilaris herdenkendo, overhandigde hem, namens aan deelhouders, oen stoffelfik blijk van waar- doering. Namens de redactie bood de hoofd redacteur den collega een fraai geschenk ter herinnering aan. Ook van vrienden en collega's buiten de stad ontving de feestvierende ge lukwenschen. Van doorgaans wélingelichte zfide deelt men mede, dat de nieuwe minister van oorlog bereid is de legerwetten, welker behandeling geschorst is, verder te verdedigen. Als zeker ,kan worden aangenomen, zoo voegt men er by dat de luitenant-generaal Kool zich nooit een bepaald tegenstander van den ver korten oefeningstyd heeft betoond, het struikel blok, waarover de afgetreden minister Eland is gevallen. Te Aken, waarheen hy eerst na een langdurige ongesteldheid kort geleden ver trokken was, ontsliep ln de kracht zyns levens de heer André Mulder, die sedert 1890 als vice-consul van Spanje te Scheveningen en van 1895 af als consul der .Argentynscke Republiek te 's-Gravenhage, de handelsbe langen dezer landen behartigde. Voor zyn bemoeiingen mot de Nederlandsche inzendingen op do kunsttentoonstelling te Barcelona, alwaar hy krachtens byzondere opdracht onzer Regeering de belangen der Nederlandsche inzenders behartigde, schonk H. M. de Koningin hem het ridderkruis der Oranje-Nassau-orde. De ter aarde-bestelling van hot stoffeiyk overschot heeft in Den Haag plaats. Het gisteren vermelde schier onver wachte sterfgeval der echtgenoote van den voorzitter der Tweede Kamer, den heer Gleich- man, ls een zware beproeving voor den hoog- geëerden staatsman, vooral nu hy het besluit had genomen spoedig een welverdiende rust te nemen in den huiseiyken familiekring, waarin zyn gade zooveel by droeg tot ver hooging van het geluk zyns levens. Aan nuttige werken tot bevordering van de ware belangen der vrouw onthield mevr. Gleichman nooit steun. Het stoffeiyk overschot wordt a. s. Woens dag op de begraafplaats „Oud-Eik-en-Duinen" ter aarde besteld. Do minister van koloniën, de heer Cremer, begaf zich gisteren voor eenigen tyd naar het zuiden van Frankrijk. Gisteren werd in een plechtige zitting van hot gerechtshof te 's-Gravenhage mr. J. J. van Geuns, nieuw benoemd vice-president, als zoodanig geïnstalleerd. Op 4 Juli a. s. zal het 25 jaren geleden zyn, dat mr. P. L. F. Blussó, sedert 1865 lid van de Provinciale Staten van Zuid Holland, werd benoemd tot lid van Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland. De heer Blussó heeft op 17 Maart jl. den leeftyd van 83 jaren bereikt. In Juli 1901 zal een vergelykend onder zoek plaats hebben van adspiranten voor de betrekking van surnumerair der posteryen en telegraphie, waarvoor veertig plaatsen worden opengesteld. Voor ten hoogste vjjf van deze plaatsen zullen vrouweiyke candidaten in aanmerking kunnen komen. Geplaatst zyn te Amsterdam de telepho- nistea moj. A. S. Molenaar en mej. J. L. H. Bellaard, onder intrekking van hun plaatsing resp. te Alfen en tydeiyk te Hilversum. Getrouw aan de traditie, is gisternacht met klokslag van twaalven, namens de Water- geuzenvereeniging „Pro Patria", te Rotterdam, een krans gehecht aan het beeld van den Watergeus van het monument op de Nieuwe Markt. Een vry talryk publiek was hiervan getuige. Dr. S. Baart de la Faille, predikant by de Ned.-Horv. Gemeente te Krommenie, ia be roepen by de Nederlandsche Gemeente te Londen. Ook het bestuur der Veroeniging van Effectenhandelaren te Rotterdam heeft bepaald, dat op Zaterdag 6 April Beursvacantie zal worden gehouden, en mitsdien op dien dag de officieele Beursnoteoring niet zal worden opgemaakt en op de kantoren niet zal worden geleverd noch ontvangen. B. en Ws. van Amsterdam hebben aan besteed het bouwen van een laboratorium op het abattoir. Ingekomen 16 biljetten. Minste inschryvers de heeren L. G. Hillen en A. P. Roozen, te Amsterdam, voor f 10,691. Een 12-tal werkliedenverenigingen te Vlissingon zullen aan den gemeenteraad een adres zenden, waarin verzocht wordt in de bestekken van uit te voeren gemeentewerken bepalingen op to nemen omtrent minimum loon en maximum-arbeid. Tot en met den SOaten April e. k. Is de tydelyke waarneming van het betaal- meesterskantoor te Rotterdam opgedragen aan den heer J. K. van Gonggryp-Bungenberg, surnumerair by den dienst van 's Ryks schatkist. Als geneesheer-directeur van het krank zinnigengesticht te Coudewater is benoemd di'« 0. J. Hoogveld, te 's-Hertogenbosch, die de betrekking 1 Juni zal aanvaarden. Gisteren herdacht de heer P. J. van Rhede van der Kloot, hoofdcommies by het departement van financiën, den dag, waarop hy vóór 50 jaren als ambtenaar by dat depar tement in dienst trad. De off. van adm. 2de kl. der marine J. F. baron van Heeckeren van Waliën ia aangewezen voor den dienst by het eskader in Oost-Indië, werwaarts hy in Mei zal ver trekken. De 1ste luitenant J. W. Storm de Grave, van het reg. gren. en jagers, wordt op zyn aanvrage wegens ziekto op non-activiteit gesteld. De Rotterdamsche Onderwyzera-Tooneel- vereeniging, die met de voorstelling van hot middeleeuwsche tooneelstuk „Esmoreit" in zoo velo plaatsen van ons land volle zalen heeft getrokken en nog steeds trekt zal ook hier dat stuk den 4don Mei a. s. komen vortoonen. Zeker zullen ook in onze stad velen gebruik rnaken van deze zeldzame gelegen heid een dergeiyk stuk te zien opvoeren. Aalsmeer. Aan de Ryk-Tuinbouwwinter- school met 2-jarigen cursus, alhier, is Zater dag het eind-examen afgenomen; aan zeven leerlingen, die met gunstig gevolg hun studio hadden volbracht, ia een diploma uitgereikt, en aan vyf anderen een bewys, dat zy met vrucht het onderwys in eon of moer vakken hadden gevolgd. Leimuiden. Zaterdagavond omstreeks half- acht brak in het oosteinde dezer gemeente, in een arbeiderswoning, bewoond door J. de Wilde en Joh. Benschop, eon fello brand uit. Aangewakkerd door den hevigen wind, stond het huis weldra in lichterlaaie, en hoewel de brandspuit spoedig ter plaatste was, mocht hot niet meer gelukken het perceel te be houden, hetwelk dan ook tot den grond too afbrandde. De inboedels, welke niet verzekerd waren, zyn grootendeels gered; evenwel be kwam J. Benschop daarby hevige brandwonden aan de handen, waardoor hy waarsckynlyk volgens een deskundige ln geen 6 weken zal kunnen werken. Het huis, eigendom van de Herv. Armen, was verzekerd. In deze gemeente doet zich een geval van roodvonk-* voor. Sasseiilioim. Vergadering der vakvereenl- ging „Éón zy ons Doel", van arbeiders in de Bloembollenkweekery te Sassenheim. Als nieuwe leden worden aangenomen J. de Groot en J. van Ryn. Ingekomen was een schryven van het Hoofdbestuur van den Alg. Ned. Bond van werklieden in de Bloembollen kweekery te Hillegom met by voeging van een circulaire om onder de-patroons te Sassenheim te verspelden, hetwelk ook zal geschieden in de gemeenten Lisse, Hillegom, Bennebroek, Warmond en Oegstgeest. Wordt besloton genoemde circulaire onder de patroons te verspreiden. Nog was ingekomen een verslag van een gehouden gecombineerde vergadering van Hoofdbesturen der afdeelingen. Aan de afd. Sassenheim wordt voorgesteld uit ge noemde hoofdbesturen een hoofdcommissie te benoemen, ten einde zooveel mogeiyk saam te werken. Dab onderwerp wordt tot een volgende vergadering aangehouden. Alsnu brengt de bibliothecaris verslag uit over den toestand der bibliotheek. Aanwezig zyn 21 verschillende nummers. 13 leden maakten van de bibliotheek gebruik. Hierna had de uitreiking plaats van don prys op de uit geschreven prysvraag en werd den heer J. van Diest Cz. een keurige leuningstoel aan geboden; tevens ontving genoemde persoon een uittreksel uit het rapport over zyn bekroond antwoord. Niets meer aan de orde zynde en niemand der leden meer het woord verlangende, wordt de vergadering door den voorzitter gesloten. Morgen, Woensdag, des namiddags te drie uren, zal ten Raadhuize alhier gelegen heid worden gegeven om zich kosteloos te laten inenten. Uit de ,3taat«oo ui*an t". Kon. besluiten. Benoemd tot ridder in de orde van den Nederlandschen Leeuw dr. G. A. F. Molengraaff, oud-hoogleeraar aan de Geraeento- universiteit te Amsterdam; tot ridder in de orde van Oranje-Nassau P. C. Th. Malingró, deken en door to Gouda, en A. Stolk, commissaris der sen te Maassluis. Bij den raad van toezicht op de Rijkspostspaar bank eervol ontslagen mr. I. S. van Nierop als lid «n voorzitter, met dankbetuiging voor bewezen diensten; benoemd tot lid W. Hovy, tot voorzitter P. A. L. van Ogtrop, beiden te Amstordam. J. M. Doornbosch benoemd tot burgemeester der gemeente Baflo; J. H. Leopold Lzn., te Leeuwarden, benoemd tot schoolopziener in het arrondissement Leeuwarden. Met ingang van 1 Mei, benoemd tot leeraar aan de Rijks boogere burgerschool te Groningen G. C. C. Betbe, thans leeraar Rijks boogere burger school te Den Helder, met gelijktijdige toekenning van eervol ontslag uit laatstgenoemde betrekking. De bronzen eeromedaille der orde van Oranje- Nassau toegekend aan Ch. N. Zeist, bode bij den kolonialen ontvanger en betaalmeester, tevens huisbewaarder van de administratie van financiën in de kolonie Suriname. Met het gezondheidsonderzoek van schepen is voor den tyd van drie jaren, voor Rotterdam, belast dr. H. Bitter, arts te Rotterdam; met bet gezondheidsonderzoek van uit zee te Vero aanko mende schepen tydelyk bolast A. W. Yerheyden, arts te Middelburg; J. Heynen, te 's-Gravenhage, met toekenning van eervol ontslag als adjunct- commies by het departement van binnenland- sche zaken, benoemd tot adjunct-commies bij bet Centrale Bureau voor do Statistiek. De by bet korps militaire apothekers van hot leger in Nederl.-Indië overgeplaatste militaire apotheker 2de kl. J. F. Pool, op zijn verzoek, eervol oit den militairen dienst ontslagen. Goedgekeurd, dat W. Stolp, burgemeester van do gemeente Buiksloot, en J. A. Drijber, burge meester van de gemeente Stavoren, zijn benoemd tot secretaris hunner gemeente. Min. beschikkingen. By bet hoofdbestuur der posterijen en telegraphie benoemd: tot eersten klerk, C. M. Voigt en F. A. van Breen, beiden thans tweede klerk; tot tweeden klerk, A. W. H. van Straaten, en tot assistent, mejuffrouw J. Hillen, mejuffrouw J. M. Tam, mejuffrouw J. W. C. Wiselius en H. Icke. De ministers van justitie, marine en koloniën vorleenen deze week geen audiëntie. Gemengd Nieuw0. Gistermiddag kwam oen vrouw by eon firma, alhier, een kleine hoeveelheid japonstof koopen, doch nadat zy den winkel had verlaten, bleek een stuk goed, ter waarde van zt f 10, van de toonbank te zyn verdwenen. Yan het geval werd by de politie aangifte gedaan en het mocht deze gelukken, de dievegge en het gestolen goed op te sporen. Proces-verbaal wordt hiervan opgemaakt. In de zaal aan de Lammermarkt, alwaar de byeenkomsten gehouden worden van het Leger des Heils, was het Zondagavond jl. zeer rumoerig, doordat enkele opgeschoten jongens zich wanordeiyk gedroegen en deswGge door een politie-agent het lokaal werden uit gezet. Een van hen draaide toen het gaslicht uit, terwyl een ander een gedeelte van het schot in het voorportaal intrapte. Tegen de belhamels is proces-verbaal opge maakt, zoodat zy zich by de justitie zullen moeten verantwoorden. Men meldt uit Alfen a/d. Ryn aan de „N. R. C.": Over den Ryn tusschen Bodegraven en Leiden liggen vier bruggen. Die te Zwam- merdam, tusschen doze gemeente links en Aarlanderveen rechts, behoort aan Rynland, evenals die tusschen Alfen links en Aarlander veen rechts. Aan beide bruggen wordt tol geheven van de schippers. Die te Alfen is geheel onvoldoende voor de scheepvaart en voor het verkeer tusschen de twee groote dorpen Alfen en Aarlanderveen, doch Rynland trekt zich daarvan niets aan en laat de zaak zooals zy is. De brug tusschen Koudekerk rechts en Hazerswoude links behoort aan de erven D. Ylsser van Hazerswoude, met tolheffing voor passage over en niet door de brug. Elke voet ganger betaalt hier 1 cent. Do brug te Leider dorp, tusschen deze gemeente rechts en Zoeterwoude links, behoort aan do gomeonte Leiden als ambachtsvrouwe. Hier heft men tol door en over de brug. Voetgangers, ook Leidenaars, doch niet de inwoners yan Leider dorp, betalen '/2 cent per persoon. De ICoudekerksche brug nu word dezer dagon door jhr. van Merlen, als beheerder der nalaten schap Visser van Hazerswoude, aan de ge meente Koudekerk te koop aangeboden voor f 12000, wolk aanbod werd afgeslagen, zoodat de brug met recht van tol voor passage publiek zal worden geveild en zoo dit mislukt, afgebroken. By de gisteren voor de Haagsche rechtbank voortgezette behandeling der zaak be treffende de ontvoering van een kind verklaarde een volgende getuige, dat hy don bekl. op 15 Juli met don kleinen Endlich de duinen te Scheve ningen heeft zien ingaan. Het trof hem, da een als heer gekleed persoon met zulk een jong kind daar tegen de duinen opklauterde, te m9or, daar liet kleine ventje moede bleek en mot moeite tegen de helling klom. Hy ging naar dien heer in wlen hy bekL herkendo 011 vroeg hem of het kind zyn kind was, waarop bekl. antwoorddedat gaat je niet aan. Zyn vader zit ginds in liet limonadetentje, maar ik ben zyn oom, niet waar „vent Toen het kind bevestigend knikte, heeft get. zich er niet vorder mede bemoeid. Een juffrouw, die bekl. ook in gezolschap van het kind heeft gezien, verklaarde mede, dat zy een eind de duinen in gingen, geiyk bekl. ook trouwens aan den rechter van instructie had verklaard. Verschillende getuigen hadden dadoiyk in de houding van den bekl. iets vordachts gezien en daarom de hulp dor politie in geroepen. Op het bureau gebracht, had hij aldaar een verkoerden naam opgegeven, waar van bekl. zich nu niets herinnerde, hoewel hy ook met een valschen naam in het arrestantenboek had geteekend. Dit zou, vol gons bekl., in dronkenschap zyn geschied 10) „Heb ik het jelui niet dadeiyk gezegd," antwoordde zijn zuster Charlotte bedroefd, i „dat van die badplaatskennissen niets goeds terecht komt? Nu zitten wy er mooi mee." „Ik heb,'1 sprak nu haar het meest ver toornde schoonzuster, „van het begin af die mevrouw von Strahlon niet vertrouwd en haar voor oen aartscoquette gehouden." „En de Amerikaan," voegde de geneesheer or by, „kwam my met zyn spiritisme altyd hoogst verdacht voor." „Toen ik onlangs," merkto George aan, „met den heer Goldbaum over de Rosario- mynon sprak, haalde hy de schouders op en zette daarby een heol eigenaardig gezicht. Ik geloof, dat die aandeelen slecht staan en vader daaraan zyn geld zal verliezen. De ge- lieelo geschiedenis schynt my toe een kolos sale zwendelparty te wezen." „Naar ik uit vertrouwbare bron verneem," pprak zyn vrouw na een poos, „moet ook de reputatie van mevrouw von Straklen niet van de boste zyn. Men verhaalt van haar, dat zy 'mot haar eersten man slecht geleefd en met haar neef, luitenant von Faldern, meer omgang f' ohad heeft dan de familiebetrekking alleen on veroorloven. Bovendien gaat het er in haar huis raar too, en leeft zy op een grooten j Voet, zonder dat iemand weet, waar zy de middelen daarvoor vandaan haalt, daar zy buiten haar pensioen geen cent vermogen 'bezit, geiyk my door de vrouw van kapitein Sander verzekerd werd, die de omstandigheden «auwkeuilg kent,1' „Maar dat is verschrikkelijk I" zuchtte Char lotte. „Ik heb met onzen armen vader te doen, dat hy een zoo slechte keus getroffen heeft." „Wy mogen zoo'n schandaal niet toegeven," antwoordde de doortastende fabrikant. „Dat zyn wy aan de eer der familie verschuldigd." „Maar wat moeten wy doen?" vroeg de geneesheer. „Papa laat zich niets zeggen en is door die vrouw en den Amerikaan zoo verblind, dat hy ons niet gelooven zal. Ctto en Anna dwepen eveneens met haar." „In elk geval," zei George, „moeten wy onzen plicht doen en vader waarschuwen, al zou hy er nog zoo boos over worden I" Het kwam natuurlyk tot een heftig tooneel, waarby het niet aan scherpe woorden, bittere klachten en ver wy ten, zelfs niet aan tranen, ontbrak. Maar noch de eerbiedige woordenen smeekbeden zyner oudere, gehuwde kinderen, noch hun ernstige vermaningen en beschul digingen tegen mevrouw von Strahlen en den heer von Tück waren in staat den verliefden handelsraad aan het wankelen te brengen, doch maakten slechts zyn toorn gaande en versterkten hem nog in zyn noodlottig besluit. „Ik laat my niet," Bchreeuwde hy veront waardigd over hun tegenspraak, „door myn kindoren de wet stellen on my door jelui geen voorschriften geven. Dat ontbreekt er nog maar aanl Als ik movrouw von Strahlen trouwen wil, heb Ik jelui toestemming daar voor niet noodig. Een dergelyk gedrag, dat met allen kinderiyken eerbied in stryd is, zal ik nimmer dulden. Ik kan doen en laten, wat ik wil." „Zeker, lieve vader," antwoordde de ge noesheer bemiddelend. „Wy dachten maar, dat gy op uw leeftyd „Wat gaat jolui myu leeftyd aan?" stoof do heer Romberg op. „Hebt ge zelf niet ge zegd, dat ik er nog als een man van vyftig jaren uitzie? Ik gevoel my zoo frisch en ge zond al3 nog nooit." „Wy hebben er ook niets tegen," sprak George, „dat gy weer in 't huweiyk treedt, wy wenschen slechts, dat gy een vrouw, uwer waardig, kiest, doch niet oen dame, wier ver leden ons niet de voldoende waarborgen voor een gelukkig huweiyk schynt te bieden." „Ik ken mevrouw von Strahlon beter dan jelui en geef niets om de dwaze praatjes der menschen. Zoo zy, naar men zogt, met haar eersten man in oneenigheid loefde, kan geen schuld haar daarvoor troffen. De goheele wereld woet, dat hy als officier slecht oppaste en dat zy zich voorbeeldig jegen3 hom gedragen heeft. Als zy niet een zeer goeden naam had, zou zy niet mot do aanzienlykste familiön en met zulke rechtschapen mannen als de kamerheer, majoor von Neufold en do heer von Tück omgaan, over welken laatste ik van het Amo- rikaansche gezantschap de uitstekendste inlich tingen ontvangen heb. Voor laster is zelfs de reinste en soliedste niet veilig." „Maar, lieve vader, wy vreezen slechts, dat gy u door mevrouw von Strahlen en den heer von Tück laat bedr „Genoegt" viel do handelsraad driftig inde rede. „Ik wil niets meer hooren. Het biyft er byIk huw movrouw von Strahlen en Anna verlooft zich aanstaanden Zondag met den heer von Tück en wordt de vrouw yan een consul-generaal, onverschillig of jelui dat goedvindt of nietl" Onder deze omstandigheden bleef den ktn deren van don handelsraad niets anders over dan het onaangename gesprek te staken en alle verdere vertoogen op te geven, daar zy het deels uit kinderiyken eerbied, deels om redenen van gezond beleid niet tot het uiterste, n.l. tot volslagen oneenigheid met hun ouden vader, wilden laten komen. In dezen droevigen stand van zaken door leefde de ongelukkige assessor de verschrik- kelykste oogenblikken, de vreeselykste kwel- lingen. Van het voornemen zyns vaders onder richt, gaf hy zich aan de meest troostelooze, met elke beschry ving spottende wanhoop over. In het eerst wilde Otto de ontzettende tyding niet gelooven, die met óón slag. al zyn hoop, al zyn vooruitzichten dreigde te vernietigen. Hy kon het niet begrijpen, dat de vrouw, die hy aanbad on beminde, de echtgenoote zyns vaders, zyn moeder worden zou. Dat klonk zóó onwaarschyniyk, zóó onzinnig, dat hy togen wil en dank luid begon te lachen en het geheel slechts voor een flauwe, ongepaste grap van zyn broers en zustors hield, om hem met zyn liefde te plagen. Maar toen hy ternauwernood nog twy felon kon en ook Anna de ontvangen mededeelingen bevestigde, toen werd hy door een namelooze, woeste smart aangegrepen. Als een waan zinnige snelde Otto naar de woning zyner geliefde, om uit haar oigen mond de waarheid te hooren, die hem nog altyd onmogelyk, ondenkbaar toescheen. Met van opgewondenheid trillende hand schelde de assessor zoo driftig aan de deur, dat hy den knop byna afrukte. Met adem- looze haast en zichtbare spanning vroeg hy het dienstmeisje, dat zyn grootmoedigheid kende, naar haar moesteres en verzocht haar hem aan te dienen. „Het spyt my zeer," zei de voor dit geval reeds onderrichte dienstbode. „Mevrouw is vóór een halfuur uitgegaan." „Wanneer komt zy thuis?" „Dat weet ik niet. In olk geval zal het wel laat worden, daar zy, naar ik vernomen heb, vandaag uitgevraagd is en niet thuia dineert." „Zeg haar, dat ik haar noodzakeiyk over een gewichtige aangelegenheid spreken moet," antwoordde Otto, terwyl hy oen aanzieniyke fooi in haar hand liet giydeu. „Togen don avond ben ik weer hier." „Ik zal de boodschap overbrengen, mynheer Romberg," antwoordde de godionstige met een eigenaardig spottend glimlachje, dat hy evenwel niet opmerkte. Door oen inwendige onrust voortgedreven, doolde Otto door de straten dor stad rond, zonder op don klotterenden, af koelenden regen te letten. In gedachten verzonken, snelde hy zyn besten bekenden voorby, zonder hen te zien of liun groet te beantwoordon, zoodat zy hem verwonderd nakeken. Hot plaveisel brandde hem onder de voeten; tusschonboide slechts bleef hy staan, om op zyn horloge te zien, dat achterliep, naar het hem toescheen. De dag wilde schier geen eind nemende minuten kwamen hem als uren; de uren al# een eeuwigheid voor, en de tyd scheen hem stil te staan. Met ieder oogenblik nam zyn ongeduld toe, en zyn hart klopte luid van bange verwachting. Vrees en hoop, vortrouwen on twyfel bestormden zyn ziel, van tyd tot tyd sLaakte hy een diepon zucht en mompelde onverstaanbare woorden. „Uet kan niet zyn. Myn vader en mevrouw von Strahlen, .isnietmogeiyk, niotraogeiykl" (Wordt vervolgtf).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1901 | | pagina 1