<§eze (Courant wordt dagelijks, met mtzondering
van (Zon- en feestdagen, uitgegeven.
SPIRITISTEN.
N». 12610
Dinsdag 2 -A-pril.
M 1901: f
LEIDSCÏÏ
DAGBLAD.
PRIJS DEZER COURANT:
Voor Leiden por 3 maandon 1.10.)
^Buiten Leiden, por looper en waar agenten gevestigd zyn 1.30
I Franco per post I 2 1.65-.
PRIJS DER ADVERTENTIÈN
Van 1—6 regels 1.06. Iedere regel meer f 0.17Grootere
letters naar plaatsruimte. Voor het lncasseeren buiten de stad
wordt 0.05 berekend.
Dit nommer bestaat uit TWEE
Bladen.
Eerste Blad.
Offioieele Kennlsgoying;.
Burgemeester ©n Wethouders der gemeente
Leiden brengen ter kennis van belanghebbenden,
ter voldoening aan art. 228 der Gemeentewet, dat
alle pretensiën over het .jaar 1900, ten laste der
gemeente, vóór of op den laatsten Juni dezes jaars
moeten worden ingeleverd en dat de vorderingen,
welke niet binnen don genoemden tijd zijn inge
diend, voor verjaard en vernietigd zullen worden
gehouden.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
Leiden, F. WAS, Burgemeester.
I April 1901. VAN HEIJST, Secretaris.
Leiden, 2 April.
In de algemeene vergadering van do
afdeeling Lelden van den Nationalen Bond
van Handels- en Kantoorbedienden in Nederland
werden tot bestuursleden gekozen de heeren
H. Haaksma (aftr. lid), G. S. A. Grevenbroeck
en M. Kolkman.
Aan het postkantoor Loiden en de, daar
onder ressorteerende, hulpkantoren werd ge
durende het 1ste kwartaal 1901 in de Rijkspost
spaarbank ingelegd 132,461.646; terugbetaald
ƒ108,516.415.
Het laatste uitgegeven boekje draagt het
nummer 18,931.
In het vierde nommer van den 2den
jaargang van het „Bulletin, uitgegeven door
den Nederlandschen Oudheidkundigen Bond",
(onder mede-redactie van onzen nieuwen
gemeente-archivaris mr. J. C. Overvoorde)
komt een artikeltje voor van Victor de Stuers,
waarin deze zyn verontwaardiging te kennen
geeft over het vandalisme, geploegd aan het
deftig heerenkuis op de Breestraat te Leiden,
hetwelk eenige jaren geleden als koffiehuis
café Suisse gebruikt werd en „een dor
fraaiste gevels vertoonde uit de 17de eeuw,
welke in ona land aangetroffen werdon."
De heer De Stuers zegt, dat er geen stem
men tegen die verbouwing opgingen. Dat is
minder juist. Daartoe behoeft slechts herinnerd
te worden aan het tot het gemeentebestuur
gericht adres van den neven-bewonor, die
tegen hot maken van den arkel zfin bezwaren
inbracht.
Dr. J. de Jong, to 's-Gravenhage, heeft
gisteren zyn zilveren jubiló gevierd als redac
teur voor letteren en kunst en muziek-
beoordoelaar aan „Het Vaderland."
In de directiekamer, versierd mot bloemen
en planten, boden directie en redactie hem
hun gelukwenschen aan. De directeur, de
heer Van Vliet, den arbeid van den jubilaris
herdenkendo, overhandigde hem, namens aan
deelhouders, oen stoffelfik blijk van waar-
doering. Namens de redactie bood de hoofd
redacteur den collega een fraai geschenk ter
herinnering aan. Ook van vrienden en collega's
buiten de stad ontving de feestvierende ge
lukwenschen.
Van doorgaans wélingelichte zfide deelt
men mede, dat de nieuwe minister van oorlog
bereid is de legerwetten, welker behandeling
geschorst is, verder te verdedigen. Als zeker
,kan worden aangenomen, zoo voegt men
er by dat de luitenant-generaal Kool zich
nooit een bepaald tegenstander van den ver
korten oefeningstyd heeft betoond, het struikel
blok, waarover de afgetreden minister Eland
is gevallen.
Te Aken, waarheen hy eerst na een
langdurige ongesteldheid kort geleden ver
trokken was, ontsliep ln de kracht zyns levens
de heer André Mulder, die sedert 1890 als
vice-consul van Spanje te Scheveningen en
van 1895 af als consul der .Argentynscke
Republiek te 's-Gravenhage, de handelsbe
langen dezer landen behartigde.
Voor zyn bemoeiingen mot de Nederlandsche
inzendingen op do kunsttentoonstelling te
Barcelona, alwaar hy krachtens byzondere
opdracht onzer Regeering de belangen der
Nederlandsche inzenders behartigde, schonk
H. M. de Koningin hem het ridderkruis der
Oranje-Nassau-orde.
De ter aarde-bestelling van hot stoffeiyk
overschot heeft in Den Haag plaats.
Het gisteren vermelde schier onver
wachte sterfgeval der echtgenoote van den
voorzitter der Tweede Kamer, den heer Gleich-
man, ls een zware beproeving voor den hoog-
geëerden staatsman, vooral nu hy het besluit
had genomen spoedig een welverdiende rust
te nemen in den huiseiyken familiekring,
waarin zyn gade zooveel by droeg tot ver
hooging van het geluk zyns levens.
Aan nuttige werken tot bevordering van
de ware belangen der vrouw onthield mevr.
Gleichman nooit steun.
Het stoffeiyk overschot wordt a. s. Woens
dag op de begraafplaats „Oud-Eik-en-Duinen"
ter aarde besteld.
Do minister van koloniën, de heer Cremer,
begaf zich gisteren voor eenigen tyd naar
het zuiden van Frankrijk.
Gisteren werd in een plechtige zitting
van hot gerechtshof te 's-Gravenhage mr. J.
J. van Geuns, nieuw benoemd vice-president,
als zoodanig geïnstalleerd.
Op 4 Juli a. s. zal het 25 jaren geleden
zyn, dat mr. P. L. F. Blussó, sedert 1865 lid
van de Provinciale Staten van Zuid Holland,
werd benoemd tot lid van Gedeputeerde Staten
van Zuid-Holland. De heer Blussó heeft op
17 Maart jl. den leeftyd van 83 jaren bereikt.
In Juli 1901 zal een vergelykend onder
zoek plaats hebben van adspiranten voor de
betrekking van surnumerair der posteryen en
telegraphie, waarvoor veertig plaatsen worden
opengesteld.
Voor ten hoogste vjjf van deze plaatsen
zullen vrouweiyke candidaten in aanmerking
kunnen komen.
Geplaatst zyn te Amsterdam de telepho-
nistea moj. A. S. Molenaar en mej. J. L. H.
Bellaard, onder intrekking van hun plaatsing
resp. te Alfen en tydeiyk te Hilversum.
Getrouw aan de traditie, is gisternacht
met klokslag van twaalven, namens de Water-
geuzenvereeniging „Pro Patria", te Rotterdam,
een krans gehecht aan het beeld van den
Watergeus van het monument op de Nieuwe
Markt. Een vry talryk publiek was hiervan
getuige.
Dr. S. Baart de la Faille, predikant by
de Ned.-Horv. Gemeente te Krommenie, ia be
roepen by de Nederlandsche Gemeente te
Londen.
Ook het bestuur der Veroeniging van
Effectenhandelaren te Rotterdam heeft bepaald,
dat op Zaterdag 6 April Beursvacantie zal
worden gehouden, en mitsdien op dien dag
de officieele Beursnoteoring niet zal worden
opgemaakt en op de kantoren niet zal worden
geleverd noch ontvangen.
B. en Ws. van Amsterdam hebben aan
besteed het bouwen van een laboratorium op
het abattoir. Ingekomen 16 biljetten. Minste
inschryvers de heeren L. G. Hillen en A. P.
Roozen, te Amsterdam, voor f 10,691.
Een 12-tal werkliedenverenigingen te
Vlissingon zullen aan den gemeenteraad een
adres zenden, waarin verzocht wordt in de
bestekken van uit te voeren gemeentewerken
bepalingen op to nemen omtrent minimum
loon en maximum-arbeid.
Tot en met den SOaten April e. k. Is
de tydelyke waarneming van het betaal-
meesterskantoor te Rotterdam opgedragen aan
den heer J. K. van Gonggryp-Bungenberg,
surnumerair by den dienst van 's Ryks
schatkist.
Als geneesheer-directeur van het krank
zinnigengesticht te Coudewater is benoemd
di'« 0. J. Hoogveld, te 's-Hertogenbosch, die
de betrekking 1 Juni zal aanvaarden.
Gisteren herdacht de heer P. J. van
Rhede van der Kloot, hoofdcommies by het
departement van financiën, den dag, waarop
hy vóór 50 jaren als ambtenaar by dat depar
tement in dienst trad.
De off. van adm. 2de kl. der marine
J. F. baron van Heeckeren van Waliën ia
aangewezen voor den dienst by het eskader
in Oost-Indië, werwaarts hy in Mei zal ver
trekken.
De 1ste luitenant J. W. Storm de Grave,
van het reg. gren. en jagers, wordt op zyn
aanvrage wegens ziekto op non-activiteit
gesteld.
De Rotterdamsche Onderwyzera-Tooneel-
vereeniging, die met de voorstelling van hot
middeleeuwsche tooneelstuk „Esmoreit" in
zoo velo plaatsen van ons land volle zalen
heeft getrokken en nog steeds trekt zal
ook hier dat stuk den 4don Mei a. s. komen
vortoonen. Zeker zullen ook in onze stad velen
gebruik rnaken van deze zeldzame gelegen
heid een dergeiyk stuk te zien opvoeren.
Aalsmeer. Aan de Ryk-Tuinbouwwinter-
school met 2-jarigen cursus, alhier, is Zater
dag het eind-examen afgenomen; aan zeven
leerlingen, die met gunstig gevolg hun studio
hadden volbracht, ia een diploma uitgereikt,
en aan vyf anderen een bewys, dat zy met
vrucht het onderwys in eon of moer vakken
hadden gevolgd.
Leimuiden. Zaterdagavond omstreeks half-
acht brak in het oosteinde dezer gemeente,
in een arbeiderswoning, bewoond door J. de
Wilde en Joh. Benschop, eon fello brand uit.
Aangewakkerd door den hevigen wind, stond
het huis weldra in lichterlaaie, en hoewel de
brandspuit spoedig ter plaatste was, mocht
hot niet meer gelukken het perceel te be
houden, hetwelk dan ook tot den grond too
afbrandde. De inboedels, welke niet verzekerd
waren, zyn grootendeels gered; evenwel be
kwam J. Benschop daarby hevige brandwonden
aan de handen, waardoor hy waarsckynlyk
volgens een deskundige ln geen 6 weken zal
kunnen werken. Het huis, eigendom van de
Herv. Armen, was verzekerd.
In deze gemeente doet zich een geval
van roodvonk-* voor.
Sasseiilioim. Vergadering der vakvereenl-
ging „Éón zy ons Doel", van arbeiders in de
Bloembollenkweekery te Sassenheim.
Als nieuwe leden worden aangenomen J.
de Groot en J. van Ryn. Ingekomen was een
schryven van het Hoofdbestuur van den Alg.
Ned. Bond van werklieden in de Bloembollen
kweekery te Hillegom met by voeging van een
circulaire om onder de-patroons te Sassenheim
te verspelden, hetwelk ook zal geschieden in
de gemeenten Lisse, Hillegom, Bennebroek,
Warmond en Oegstgeest. Wordt besloton
genoemde circulaire onder de patroons te
verspreiden. Nog was ingekomen een verslag
van een gehouden gecombineerde vergadering
van Hoofdbesturen der afdeelingen. Aan de
afd. Sassenheim wordt voorgesteld uit ge
noemde hoofdbesturen een hoofdcommissie te
benoemen, ten einde zooveel mogeiyk saam
te werken. Dab onderwerp wordt tot een
volgende vergadering aangehouden. Alsnu
brengt de bibliothecaris verslag uit over den
toestand der bibliotheek. Aanwezig zyn 21
verschillende nummers. 13 leden maakten
van de bibliotheek gebruik. Hierna had de
uitreiking plaats van don prys op de uit
geschreven prysvraag en werd den heer J.
van Diest Cz. een keurige leuningstoel aan
geboden; tevens ontving genoemde persoon
een uittreksel uit het rapport over zyn
bekroond antwoord.
Niets meer aan de orde zynde en niemand
der leden meer het woord verlangende, wordt
de vergadering door den voorzitter gesloten.
Morgen, Woensdag, des namiddags te
drie uren, zal ten Raadhuize alhier gelegen
heid worden gegeven om zich kosteloos te
laten inenten.
Uit de ,3taat«oo ui*an t".
Kon. besluiten. Benoemd tot ridder in de
orde van den Nederlandschen Leeuw dr. G. A.
F. Molengraaff, oud-hoogleeraar aan de Geraeento-
universiteit te Amsterdam; tot ridder in de orde
van Oranje-Nassau P. C. Th. Malingró, deken en
door to Gouda, en A. Stolk, commissaris der
sen te Maassluis.
Bij den raad van toezicht op de Rijkspostspaar
bank eervol ontslagen mr. I. S. van Nierop als
lid «n voorzitter, met dankbetuiging voor bewezen
diensten; benoemd tot lid W. Hovy, tot voorzitter
P. A. L. van Ogtrop, beiden te Amstordam.
J. M. Doornbosch benoemd tot burgemeester der
gemeente Baflo; J. H. Leopold Lzn., te Leeuwarden,
benoemd tot schoolopziener in het arrondissement
Leeuwarden.
Met ingang van 1 Mei, benoemd tot leeraar aan
de Rijks boogere burgerschool te Groningen G.
C. C. Betbe, thans leeraar Rijks boogere burger
school te Den Helder, met gelijktijdige toekenning
van eervol ontslag uit laatstgenoemde betrekking.
De bronzen eeromedaille der orde van Oranje-
Nassau toegekend aan Ch. N. Zeist, bode bij den
kolonialen ontvanger en betaalmeester, tevens
huisbewaarder van de administratie van financiën
in de kolonie Suriname.
Met het gezondheidsonderzoek van schepen is
voor den tyd van drie jaren, voor Rotterdam,
belast dr. H. Bitter, arts te Rotterdam; met bet
gezondheidsonderzoek van uit zee te Vero aanko
mende schepen tydelyk bolast A. W. Yerheyden,
arts te Middelburg; J. Heynen, te 's-Gravenhage,
met toekenning van eervol ontslag als adjunct-
commies by het departement van binnenland-
sche zaken, benoemd tot adjunct-commies bij bet
Centrale Bureau voor do Statistiek.
De by bet korps militaire apothekers van hot
leger in Nederl.-Indië overgeplaatste militaire
apotheker 2de kl. J. F. Pool, op zijn verzoek,
eervol oit den militairen dienst ontslagen.
Goedgekeurd, dat W. Stolp, burgemeester van
do gemeente Buiksloot, en J. A. Drijber, burge
meester van de gemeente Stavoren, zijn benoemd
tot secretaris hunner gemeente.
Min. beschikkingen. By bet hoofdbestuur
der posterijen en telegraphie benoemd: tot eersten
klerk, C. M. Voigt en F. A. van Breen, beiden
thans tweede klerk; tot tweeden klerk, A. W. H.
van Straaten, en tot assistent, mejuffrouw J.
Hillen, mejuffrouw J. M. Tam, mejuffrouw J. W.
C. Wiselius en H. Icke.
De ministers van justitie, marine en koloniën
vorleenen deze week geen audiëntie.
Gemengd Nieuw0.
Gistermiddag kwam oen vrouw
by eon firma, alhier, een kleine hoeveelheid
japonstof koopen, doch nadat zy den winkel
had verlaten, bleek een stuk goed, ter waarde
van zt f 10, van de toonbank te zyn verdwenen.
Yan het geval werd by de politie aangifte
gedaan en het mocht deze gelukken, de
dievegge en het gestolen goed op te sporen.
Proces-verbaal wordt hiervan opgemaakt.
In de zaal aan de Lammermarkt,
alwaar de byeenkomsten gehouden worden
van het Leger des Heils, was het Zondagavond
jl. zeer rumoerig, doordat enkele opgeschoten
jongens zich wanordeiyk gedroegen en deswGge
door een politie-agent het lokaal werden uit
gezet. Een van hen draaide toen het gaslicht
uit, terwyl een ander een gedeelte van het
schot in het voorportaal intrapte.
Tegen de belhamels is proces-verbaal opge
maakt, zoodat zy zich by de justitie zullen
moeten verantwoorden.
Men meldt uit Alfen a/d. Ryn aan
de „N. R. C.":
Over den Ryn tusschen Bodegraven en
Leiden liggen vier bruggen. Die te Zwam-
merdam, tusschen doze gemeente links en
Aarlanderveen rechts, behoort aan Rynland,
evenals die tusschen Alfen links en Aarlander
veen rechts.
Aan beide bruggen wordt tol geheven van
de schippers.
Die te Alfen is geheel onvoldoende voor de
scheepvaart en voor het verkeer tusschen de
twee groote dorpen Alfen en Aarlanderveen,
doch Rynland trekt zich daarvan niets aan
en laat de zaak zooals zy is.
De brug tusschen Koudekerk rechts en
Hazerswoude links behoort aan de erven D.
Ylsser van Hazerswoude, met tolheffing voor
passage over en niet door de brug. Elke voet
ganger betaalt hier 1 cent. Do brug te Leider
dorp, tusschen deze gemeente rechts en
Zoeterwoude links, behoort aan do gomeonte
Leiden als ambachtsvrouwe. Hier heft men
tol door en over de brug. Voetgangers, ook
Leidenaars, doch niet de inwoners yan Leider
dorp, betalen '/2 cent per persoon.
De ICoudekerksche brug nu word dezer dagon
door jhr. van Merlen, als beheerder der nalaten
schap Visser van Hazerswoude, aan de ge
meente Koudekerk te koop aangeboden voor
f 12000, wolk aanbod werd afgeslagen, zoodat
de brug met recht van tol voor passage
publiek zal worden geveild en zoo dit mislukt,
afgebroken.
By de gisteren voor de Haagsche
rechtbank voortgezette behandeling der zaak be
treffende de ontvoering van een kind verklaarde
een volgende getuige, dat hy don bekl. op 15 Juli
met don kleinen Endlich de duinen te Scheve
ningen heeft zien ingaan. Het trof hem, da
een als heer gekleed persoon met zulk een
jong kind daar tegen de duinen opklauterde,
te m9or, daar liet kleine ventje moede bleek
en mot moeite tegen de helling klom. Hy
ging naar dien heer in wlen hy bekL
herkendo 011 vroeg hem of het kind zyn
kind was, waarop bekl. antwoorddedat gaat
je niet aan. Zyn vader zit ginds in liet
limonadetentje, maar ik ben zyn oom, niet
waar „vent Toen het kind bevestigend knikte,
heeft get. zich er niet vorder mede bemoeid.
Een juffrouw, die bekl. ook in gezolschap
van het kind heeft gezien, verklaarde mede,
dat zy een eind de duinen in gingen, geiyk
bekl. ook trouwens aan den rechter van
instructie had verklaard.
Verschillende getuigen hadden dadoiyk
in de houding van den bekl. iets vordachts
gezien en daarom de hulp dor politie in
geroepen. Op het bureau gebracht, had hij
aldaar een verkoerden naam opgegeven, waar
van bekl. zich nu niets herinnerde, hoewel
hy ook met een valschen naam in het
arrestantenboek had geteekend. Dit zou, vol
gons bekl., in dronkenschap zyn geschied
10)
„Heb ik het jelui niet dadeiyk gezegd,"
antwoordde zijn zuster Charlotte bedroefd,
i „dat van die badplaatskennissen niets goeds
terecht komt? Nu zitten wy er mooi mee."
„Ik heb,'1 sprak nu haar het meest ver
toornde schoonzuster, „van het begin af die
mevrouw von Strahlon niet vertrouwd en haar
voor oen aartscoquette gehouden."
„En de Amerikaan," voegde de geneesheer
or by, „kwam my met zyn spiritisme altyd
hoogst verdacht voor."
„Toen ik onlangs," merkto George aan,
„met den heer Goldbaum over de Rosario-
mynon sprak, haalde hy de schouders op
en zette daarby een heol eigenaardig gezicht.
Ik geloof, dat die aandeelen slecht staan en
vader daaraan zyn geld zal verliezen. De ge-
lieelo geschiedenis schynt my toe een kolos
sale zwendelparty te wezen."
„Naar ik uit vertrouwbare bron verneem,"
pprak zyn vrouw na een poos, „moet ook de
reputatie van mevrouw von Straklen niet van
de boste zyn. Men verhaalt van haar, dat zy
'mot haar eersten man slecht geleefd en met
haar neef, luitenant von Faldern, meer omgang
f' ohad heeft dan de familiebetrekking alleen
on veroorloven. Bovendien gaat het er in
haar huis raar too, en leeft zy op een grooten
j Voet, zonder dat iemand weet, waar zy de
middelen daarvoor vandaan haalt, daar zy
buiten haar pensioen geen cent vermogen
'bezit, geiyk my door de vrouw van kapitein
Sander verzekerd werd, die de omstandigheden
«auwkeuilg kent,1'
„Maar dat is verschrikkelijk I" zuchtte Char
lotte. „Ik heb met onzen armen vader te doen,
dat hy een zoo slechte keus getroffen heeft."
„Wy mogen zoo'n schandaal niet toegeven,"
antwoordde de doortastende fabrikant. „Dat
zyn wy aan de eer der familie verschuldigd."
„Maar wat moeten wy doen?" vroeg de
geneesheer. „Papa laat zich niets zeggen en
is door die vrouw en den Amerikaan zoo
verblind, dat hy ons niet gelooven zal. Ctto
en Anna dwepen eveneens met haar."
„In elk geval," zei George, „moeten wy
onzen plicht doen en vader waarschuwen, al
zou hy er nog zoo boos over worden I"
Het kwam natuurlyk tot een heftig tooneel,
waarby het niet aan scherpe woorden, bittere
klachten en ver wy ten, zelfs niet aan tranen,
ontbrak. Maar noch de eerbiedige woordenen
smeekbeden zyner oudere, gehuwde kinderen,
noch hun ernstige vermaningen en beschul
digingen tegen mevrouw von Strahlen en den
heer von Tück waren in staat den verliefden
handelsraad aan het wankelen te brengen,
doch maakten slechts zyn toorn gaande en
versterkten hem nog in zyn noodlottig besluit.
„Ik laat my niet," Bchreeuwde hy veront
waardigd over hun tegenspraak, „door myn
kindoren de wet stellen on my door jelui geen
voorschriften geven. Dat ontbreekt er nog
maar aanl Als ik movrouw von Strahlen
trouwen wil, heb Ik jelui toestemming daar
voor niet noodig. Een dergelyk gedrag, dat
met allen kinderiyken eerbied in stryd is, zal
ik nimmer dulden. Ik kan doen en laten, wat
ik wil."
„Zeker, lieve vader," antwoordde de ge
noesheer bemiddelend. „Wy dachten maar,
dat gy op uw leeftyd
„Wat gaat jolui myu leeftyd aan?" stoof
do heer Romberg op. „Hebt ge zelf niet ge
zegd, dat ik er nog als een man van vyftig
jaren uitzie? Ik gevoel my zoo frisch en ge
zond al3 nog nooit."
„Wy hebben er ook niets tegen," sprak
George, „dat gy weer in 't huweiyk treedt,
wy wenschen slechts, dat gy een vrouw, uwer
waardig, kiest, doch niet oen dame, wier ver
leden ons niet de voldoende waarborgen voor
een gelukkig huweiyk schynt te bieden."
„Ik ken mevrouw von Strahlon beter dan
jelui en geef niets om de dwaze praatjes der
menschen. Zoo zy, naar men zogt, met haar
eersten man in oneenigheid loefde, kan geen
schuld haar daarvoor troffen. De goheele wereld
woet, dat hy als officier slecht oppaste en dat
zy zich voorbeeldig jegen3 hom gedragen heeft.
Als zy niet een zeer goeden naam had, zou
zy niet mot do aanzienlykste familiön en met
zulke rechtschapen mannen als de kamerheer,
majoor von Neufold en do heer von Tück
omgaan, over welken laatste ik van het Amo-
rikaansche gezantschap de uitstekendste inlich
tingen ontvangen heb. Voor laster is zelfs de
reinste en soliedste niet veilig."
„Maar, lieve vader, wy vreezen slechts, dat
gy u door mevrouw von Strahlen en den heer
von Tück laat bedr
„Genoegt" viel do handelsraad driftig inde
rede. „Ik wil niets meer hooren. Het biyft
er byIk huw movrouw von Strahlen en
Anna verlooft zich aanstaanden Zondag met
den heer von Tück en wordt de vrouw yan
een consul-generaal, onverschillig of jelui dat
goedvindt of nietl"
Onder deze omstandigheden bleef den ktn
deren van don handelsraad niets anders over
dan het onaangename gesprek te staken en
alle verdere vertoogen op te geven, daar zy
het deels uit kinderiyken eerbied, deels om
redenen van gezond beleid niet tot het uiterste,
n.l. tot volslagen oneenigheid met hun ouden
vader, wilden laten komen.
In dezen droevigen stand van zaken door
leefde de ongelukkige assessor de verschrik-
kelykste oogenblikken, de vreeselykste kwel-
lingen. Van het voornemen zyns vaders onder
richt, gaf hy zich aan de meest troostelooze,
met elke beschry ving spottende wanhoop over.
In het eerst wilde Otto de ontzettende tyding
niet gelooven, die met óón slag. al zyn hoop,
al zyn vooruitzichten dreigde te vernietigen.
Hy kon het niet begrijpen, dat de vrouw, die
hy aanbad on beminde, de echtgenoote zyns
vaders, zyn moeder worden zou. Dat klonk
zóó onwaarschyniyk, zóó onzinnig, dat hy
togen wil en dank luid begon te lachen en
het geheel slechts voor een flauwe, ongepaste
grap van zyn broers en zustors hield, om
hem met zyn liefde te plagen.
Maar toen hy ternauwernood nog twy felon
kon en ook Anna de ontvangen mededeelingen
bevestigde, toen werd hy door een namelooze,
woeste smart aangegrepen. Als een waan
zinnige snelde Otto naar de woning zyner
geliefde, om uit haar oigen mond de waarheid
te hooren, die hem nog altyd onmogelyk,
ondenkbaar toescheen.
Met van opgewondenheid trillende hand
schelde de assessor zoo driftig aan de deur,
dat hy den knop byna afrukte. Met adem-
looze haast en zichtbare spanning vroeg hy
het dienstmeisje, dat zyn grootmoedigheid
kende, naar haar moesteres en verzocht haar
hem aan te dienen.
„Het spyt my zeer," zei de voor dit geval
reeds onderrichte dienstbode. „Mevrouw is
vóór een halfuur uitgegaan."
„Wanneer komt zy thuis?"
„Dat weet ik niet. In olk geval zal het
wel laat worden, daar zy, naar ik vernomen
heb, vandaag uitgevraagd is en niet thuia
dineert."
„Zeg haar, dat ik haar noodzakeiyk over
een gewichtige aangelegenheid spreken moet,"
antwoordde Otto, terwyl hy oen aanzieniyke
fooi in haar hand liet giydeu. „Togen don
avond ben ik weer hier."
„Ik zal de boodschap overbrengen, mynheer
Romberg," antwoordde de godionstige met
een eigenaardig spottend glimlachje, dat hy
evenwel niet opmerkte.
Door oen inwendige onrust voortgedreven,
doolde Otto door de straten dor stad rond,
zonder op don klotterenden, af koelenden regen
te letten. In gedachten verzonken, snelde hy
zyn besten bekenden voorby, zonder hen te
zien of liun groet te beantwoordon, zoodat
zy hem verwonderd nakeken. Hot plaveisel
brandde hem onder de voeten; tusschonboide
slechts bleef hy staan, om op zyn horloge
te zien, dat achterliep, naar het hem toescheen.
De dag wilde schier geen eind nemende
minuten kwamen hem als uren; de uren al#
een eeuwigheid voor, en de tyd scheen hem
stil te staan. Met ieder oogenblik nam zyn
ongeduld toe, en zyn hart klopte luid van
bange verwachting. Vrees en hoop, vortrouwen
on twyfel bestormden zyn ziel, van tyd tot
tyd sLaakte hy een diepon zucht en mompelde
onverstaanbare woorden.
„Uet kan niet zyn. Myn vader en mevrouw
von Strahlen, .isnietmogeiyk, niotraogeiykl"
(Wordt vervolgtf).