No. 12608
LEIDSCH DAGBLAD, ZATERDAG 30 ÊV3AART. DERDE BLAD.
Anno 1903.
Iels over gemeentelijke brandverzekering.
^enilieton,
SPIRITISTEN.
Ot'üoieële KenniageTingeib
KENNISGEVING
NATIONALE MILITIE.
Oproeping tn activiteit van milicien-verlofganger»
der lichting vun 1897, die van de regiintnten
Huzaren zyn overgeplaatst bij de trein-
afdeelingen der regimenten Veldartillerie,
De Burgemeester van Leiden,
Gezien "de circulaire van den Commissaris der
Koningin in de provincie Zuid-Holland, dd. 5
Februari 11. (Provinciaal blad Ho. lil), betredende
de in den bootde dezer bedoelde verlofgangers;
Brengt ter kennis van den in deze gomeente
ge vestigden milicien-verlolgaugor
ADRIAN DS MARTIN US DOBBE,
loteling van de licbtmg van 1897, uit de gemeente
jbiompwijk, en behoorende tot het 3de regiment
^Veldartillerie,
uat hij, ingevolgo Koninklijk besluit van 26
Januari 1901, Ho. 32, in dit jaar, krachtens art.
1^5 der iMilmewet, in werkolijken dienst moet
komen, ten einde geduiende het ujdvak van 10
April tol en met 3 u April aanst. in
den wapenhandel te worden geoefend, en roept
hem mitsdien op om op eerutgemeldeu datum des
namiddags vóór vier uien, bij zijn korps, in
garnizoen te Breda, tegenwoordig te zijn, in
uuilorm gekleed en voorzien Vun al de voorwerpen
van kleeding en uitrusting, hem by het vemek
met groot \crlor medegegeven, alsmcdo van zyn
zakboekje met verloipas.
■jq bedoelde verloiganger wordt voorts ver
wittigd, dat hij zich don dag vóór dien voor zijn
opkomst bepaald, des vooimiddags tusachen 10
eu 12 uien, voorzien vau zijn zakboekje ter
Gemeente secretane (Aid. Militie en Schutterij,
kamer Ho. 9) alhier behoort to vervoegen, tot
hot doen afteekeuen van zijn verloipas, zoomede
lot het ontvangen van een vervoerbiljet en,
desverlungd van het hein toekomend daggeld, en
dat hy, bijaldien ziekie hem mocht verliuidoren
aan deze oprocpiug te voldoen, verplicht is daarvan
tijdig ter secretarie voormeld kennis te geven,
onder overleggiug van een schriftelijke verklaring
van een geneeskundige, zullende hij ecliier ge
houden zijn zich Da zyn hei stel onverwijld naar
Zijn plaats van bestemming te begeven.
Leiden, Ho Burgemeosler voornoemd,
28 Maart 1901. F. WAS.
Burgemeester en Wethouders dor gemeente
Leiden,
Gezien art, 17 der verordening van den 6den
Juli 1899 (Gemeenteblad Ho. 15);
Brengen ter kennis van belanghebbenden, dat,
te beginnen met 6 April as., geschouwd
zulleu worden de openbare wegen, lanen, paden,
Btraten, kaden, pleinen, hofjes, etegeu, sloppen,
of poorten en gangen, benevens de daai in gelegen
©1 daartoe behoorende bruggen en andere kunst
werken, alsmede de wateringen en slooten en de
d.iaitoe behoorende sluizen, duikers, buizen, toe-
gangkokers en dergelijke werheu een en ander
voor zoover die bijzonder eigendom zijn.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
Leiden, F. WAS. Burgemeester.
20 Maart 1901. VAN HEYST, Secretaris.
DRANKWET.
Burgemeester en Wethouders van Leiden bren
gen ter algemeene kennis, dat door JOHAN
PETRUS A\NTON VAN WELL, alhier woon
achtig, een verzoekschrift is ingediend om ver
gunning voor deu kleinhandel in sterken drank
in het perceel Heereugracht No. 88.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
F. WAS, Burgemeester.
VAN HEYST, Secretaris.
Leiden, 29 Maart 1901.
i
Is hot geen opmerkelijk feit, dat de Gemeente
wet de brandweer beschouwt als een instelling,
welker bestaan om zoo te zeggen een „van-
zelfheid" is?
Een enkele blik op de artikelen 179 n. en
o. en 205 n is voldoonde om te zien, dat
men, b(j de wording der Gemeentewet zich
een brandweer niet anders kon voorstellen,
dan als oen zaak van gemeentezorg. En inder
daad, in een t(jd toen het assurantiewezen
nog zoo weinig oDtwikkeld was, het assureeren
ook nog slechts spaarzaam voorkwam en de
branden, tamelyk zeldzaam, in den regel aan
andere oorzaken dan thans konden worden
toegeschreven, lag het voor de hand, dat men
de burgers wilde beveiligen voor de gevolgen
van rampen, die hen konden treffen. Het
ongeval, een enkelen overkomen, kon boven
dien allicht in een algemeene ramp
ontaarden.
Tegenwoordig worden er velen gevonden,
die zich op eon geheel ander standpunt stellen.
Niet dat men een einde zou willen maken
aan het gemeentelijk brandwezen; want de
taak der brandweer kan zeer moeilyk aan
particuliere krachten worden overgelaten. Maar
men begint meer verband te zoeken tusschen
twee zaken, die, al is het schijnbaar anders,
inderdaad in nauw verband tot elkander staan
het brandwezen en de assurantie. Meer be
paaldelijk is het de gemeentelijke brandver
zekering, die als vraagstuk van groot belang
op den voorgrond wordt gesteld; een vraag
stuk, dat zich nog wel niet in aller belang
stelling verheugen mag, maar zich toch
spoedig een plaats onder de vragen van den
dag zal veroveren.
De vraag, in wiens belang de gemeente,
ingeval van brand, met haar bluachmiddelen
en haar daartoe aangewezen personeel, den
voortgang der vlammen tracht te sluiten, is
schijnbaar zeer gemakkeiijk te beantwoorden.
Men meent hier een publiek belang te zien;
maar het is zeer moeilik dat publiek belang
aan te wyzon. Waar het brandwezen redelijk
goed is ingericht en hetzelfde van de ver
ordeningen op hot bouwen en herstellen van
woningen kan worden gezegd, daar is het
nauwelijks meer denkbaar, dat een brand
zulk een omvang neemt, dat bijv. het publiek
verkeer er door gestremd wordt, de plaatsolyko
handel er door wordt verhinderd, of iets derge
lijks. Wel is het mogelyk, dat een betrek
kelijk groot aantal menschen schade lijdt;
maar dan hebben deze personen de schade
toch aan hun eigen nalatigheid te wijten. Zy
haddon zich kunnen laten verzekeren, zonder
noemenswaardige kosten, by een solide maat
schappij. Hebben zjj dit gedaan, dan worden
do gevolgen der ramp, wat het geldelyke
betreft, door do maatschappij gedragen. Hot
is dus deze, die de schade lijdt en, zoo het
ongeval niet plaats heeft, of in don omvang
wordt trost uit, dan komt dit ten bate van
dieze l maiteckappy.
Haar uo gemeente wel behoort uit te gaan
van do gedachte, dat ioder zich verzekert,
omdat ieder er toe in staat is, daar staat het
tamelijk vast, dat de gemeentelijke brandweer
een instelling is, die ten bate strekt van de
gemeente, vreemde maatschappijen en daar
door, langs oen omweg, van personen die
voor, het meerendeel aan de gemeente even
vreemd zijn. En dit nadeel voor de gomeente
wordt door goen enkel voordeel opgewogen.
Immers, het grooto feit is, dat de assurantie-
maatschappijen, dio minder betalen naar mate
er minder schade is, niets bijdragen aan de
gemeente, die door haar brandweer die min
dere schade bewerkte.
En die kosten zyn zeer hoog en worden,
vooral op het platteland, wel eens op zeer
zonderlinge wijze gemaakt. Ons is een voor
beeld bekend van brand in een rietschelft,
staande dicht aan de grens eener naburige
gemeente (laat ons zeggen A), maar werkelyk
op het grondgebied der gemeente B. En toch
rukte do geheele brandweer van A uit tot
blussching van den brand der schelft, die
zoodanig was opgesteld, dat geen andero
woning kon worden aangetast. Wat bleek
nu later? Dat do brandmeester van A zich
zoo dapper had geweerd uit persoonlijke
consideratie voor den eigenaar der schelft,
diewethouder van A. en een der beste
klanten van den brandmeester-timmerman was.
De gemeente kon betalen l
Dit moge nu een sterk staaltje wezen, op
dit gebied, waar algemeene wettelyke maat
regelen volkomen ontbreken en nergens een
heid van handelen bestaat, zyn op menige
plaats de toestanden allesbehalve rooskleurig.
En nu mogo het wair zyn, dat althans in
grootere gemeente:; hol openbaar belang eenigs-
zins by do z.uk 11 A kon is, in zooverre by v.
als betreft liet vmuos van menscbenlevens,
het broodeloos worden van werklieden en
dergelijke rampen lo voorkomen, dit noemt
toch niet weg, dat gemis aan elk spoor van
wettelijke organisatie zich levendig doet ge
voelen; want ten gevolge daarvan kan de
gemeente, noch tegen de verzekeringsmaat
schappijen, noch tegen particuliere personen,
in wier belang zy door haar instellingen werk
zaam is, eenige rechten doen gelden.
XTinancieelo Kroniek*
Ondanks de soms ontvangen minder gunstige
noteeriDgen uit Nieuw-York, als gevolg van de ver
dere rijzing van den sterlmgkoers en het meerdere
verlies van de Banken bij de operatiën dorsohat-
kist, behield by ons de Amerikaansche afdeelmg
haar geanimeerd karakter. Voortdurend kon men
de prijzen der Amerikaansche Spoorwegwaarden
zien rijzen en, moesten dezo aan het slot eek iets
van de koersen prysgeven, zoo was dat meer omdat
het publiek neiging gevoelde tot winstrealiseeren
dan wel uit vrees voor plotselingen teruggang op
grond van onbevredigende ontvangsten of slechto
berichten. Die vroes schijnt er zoo langzamerhand
geheel uit te gaandoch kan dat nog verwondering
wekken, ddar, waar de spoorweg-ontvangsten per
manent hoogero cyfers bi y ven aantoonen? En steeds
blijft de geldmarkt ruim voorzien.
De heer Morgan schijnt minder geneigd om voor
de waaiden der Umted-States-Steel-corporation ook
op de Europeo8che markten plaatsing te zoeken.
Reeds doet de nieuwe organisatie op den ijzer
en staalbandel haar goede uitwerking gevoelen,
zoodat hy de beste verwachtingen van de indus
trieele specialiteiten koestert, overtuigd als hij is,
dat, wat betreft de kolendistricten, er zich verder
geen moeilijkheden zullen voordoen.
He Europeesche Staatsfondsen waren
ongeanimeerd eu werden door de Amerikaansche
afdeelmg geheel overschaduwd. Dit is ttouwens
niet te verwonderen, omdat de politieke toestand
in Oost-Aziö er niet op verbetert, doch integen
deel er erg op verminderd is. Zooals de zaak in
China na staat, zou het ergste te vreezen zyn, als
wij niet vertrouwden, dat er ten slotte wel van
weerszijden iets zal worden toegegeven. Zoolang de
mogendheden homogeen optraden was de toestand
te overzien, doch nu zou er spoedig een chaos
kunnen ontstaaa, welke slechts ten goede zon
komen aan Rusland.
Hollandsohe Staatsfondsen waren aan
vankelijk sterk aangeboden en verkeerden in een
zwakke stemming; later werd de toon iets vaster,
voor Integralen ten minste.
Metallieke n, die eer3t vast waren, met het
Buitenland zwakker. HeOostenrijksch-Hongaarsche
Spoorwegontvangsten echter zyn van dion aard,
dat ze een beter dividend doen verwachten.
De nieuwe D n i t s c h e Rijksleenmg is nu
definitief door hot Preu89en Consortium overge-
genomen en zullen slechts in Duitschlandinschrij-
vmgsplaatsen gevestigd worden, zoodat dat land
nu alleen mag profiteeren vaa de voordeelen, die
het Amerikaansche syndicaat niet aannemeJyk
genoeg toeschenen.
Italianen eu Spanjaarden werden woi-
nig verhandeld en voor Spanjaarden bleef op
berichten van couponbetaling de stemming vast,
niettegenstaande do binneniandsche onlusten een
dreigend karakter aanuemen.
Portugeozen waren algemeen zwakker.De
minister-president herhaalde nog eens, dat het
regime van 1893 betreffende de buitenlandsche
schuldeischcrs vooralsnog van kracht zon blijven,
toch is in de toekomst de mogelijkheid van eon
conversie niet geheel uitgesloten, ten minste indien
de voorwaarden, aan Portugal gesteld, gunstiger
worden.
li u s s o n, dio vast openden, werdeD gaandeweg
zwakker. De geschillen der Mogendheden mogen
wel als reden daarvoor worden aangezien.
Voor Turken trad eenige verbetering in met
vraag voor Parijs. De geldnood in Turkije duurt
voort, zoodat de schatkist nog maar steeds in
gebreke blijft, de salarissen aan haar buiten
landsche vertegenwoordigers uit te betalen. Daarbjj
komt nog de vordering van Rusland, wegens ver
schuldigde ooilogsbolasting 18761878. Deze
50,000 T. pnd. zou Turkije juist nu mocton terug
betalen, terwijl de onderhandelingen over een
leoning met Huitschiand gaande zyn.
He Ned-Zuidairik. Sporen waren stil.
Over het algemeen waren de Zuidaraerik.
Staats fondsen niet onvast.
Brazilianen hadden een vrjj vast verloop
met veel vraag voor lundings. Een oogenblik
flauwer op onguustige politieko goruchten omtrent
een samenzwering in Brazilië, weiden die fondsen,
toen bekend werd, dat de rust hersteld was, weer
beter van toon. llierby dient nog vermeld, dat
de voorloopigo balans een zuiver overschot van
7000 contos de reis aanwyst, zoodat de regeering
ongetwijfeld de betaling in gereed geld zal her
vatten van do rente der schuld op 1 Juli.
Mexicanen hielden zich term met veol vraag.
Do douanen-ontvaDgsten over Januari wyzen een
vermeerdering aan; toch drukte locaal-aanbod de
koersen.
Peruanen waren zeer wankelbaar, aanbod
en vraag van Londen wisselden elkander af.
la Columbianeu en Yeuezuelanen
had een uitgebreide handel plaats. Een buitenge
woon levendig verloop hadden Merida's tegen
verhoogde koersen. De regoering van Argontiniö
heeft in beginsel de door Europeesche
bankiers gedane voorstellen aangenomen met
betrekking tot de unificatie van alle Argen-
tijnsche Staatsschulden.
Petroloumwaarden waren meerendeels
in vaste stemming, vooral Koninklyke,
Amsterdamseh-Rumeenscbe en Java-
Petroleum; hiervan zijn goede productie-
berichten ontvaDgen en bestaan plannen tot voor-
deelige verhuring van de raffinaderij te Somarang.
Enira en Palembang zwakker doch
Dordtsche vast en hooger.
De Tabaksmarkt was de geheele week
zeer goanimeerd, geheel in overeenstemming met
deD gunstigen afloop der gehouden inschrijvingen,
waarvan vooral D e 1 i- en Padang-tabak sterk
profiteerden met uitzondering van D e 1 i-P 1 a n-
tage, die lager waren.
Mijnwaarden waren in het begin der week
vrij vast; later werd de stemming meer gedrukt
en flauwer, vooral N e d.-I nd. Mijnbouw,
Soemalata en aandeelen Bwpol.
N o o r d-C e le b e s en K wadang-Soem&lata
werden wat beter en vooral verdient Re dj an g
Lebong opgemerkt te woiden, wegens het gis
teren behaalde avaos van 16 pCt.
De afdeeliag dor A mer ik aansche Sporen,
hoewel niet direct m reactio, is toch niot be
vredigend; er heerscht een wantrouwende toon,
er is niet meer dat onafhankelijke, dat over
tuigende vaste, waarvan onze markt de laatste
maanden blijken gal. Hoe komt dit? Is deze
stemming geheel ongegrond? Neen, durven wij
zeggen, zy is niet ongegrond. De rijzende be
weging der fondson beeft zich over alle soorten
uitgebreid, rijp en groen zijn omboog gegaan;
aandeelen, welke voor eenigo maanden nog als
scheurpapier beschouwd werden, werden nu met
flinke sommen betaald. Men vraagt zioh nu
terecht af: Zal dit zoo blyven of zal het niet de
wyste weg zyn om de enorme winst te nemen
en de toekomst aan anderen over te doen? \Vy
moeten volmondig erkennen, dat wij niet geloo-
ven, dat deze rijzonde beweging duurzaam zijn
zal, dit is niet denkbaar, ten minste niet voor
alle soorten, omdat de oorzaak der beweging
niet hetzelfde is. Haar, waar niet de financieel
sterkere positie, de gunstige bedrijfsresultaten en
oeconomische toestanden zijn niet het noodige,
welke tot de koersverhooging aanleiding gaven,
daar moet reaotie intreden en moet ten slotte
een byna even groote inzakking volgen. VVaDneer
dit zal komen valt niet te voren te bepalen, doch
men zou zeggen: de teekenen beginnen zich te
vertoonen. Men denke nu niet, dat onze gunstige
opinie omtrent de uitkomsten van de grooto
operaties der Spoorwegkoningin en financiers ver
minderd is, zeker niet, doch men moetniei denken,
dat dezen al hnn plannen zullen verwezenlijken
zonder op grooten tegenstand te zullen 6tuiten;
tegenwerking zallen zy ondervinden zoowel op
wetgevend als op sociaal-oeconomisch gebied. En
wij blyven by onzo vroegere meening: de financieel
sterke Maatschappijen zullen het winnen. Men
Deme de winst dóór, waar de intrinsieke waardo
gering, doch hebbe geduld zoo deze goed ia. De
geschiedenis der Amenkaansoho Sporen zoowel
als der Amerikaansche poliiiek heeft een blad
omgeslagen en is een nieuw hoofdstuk aan
gevangen. Rijnlandscht Bank,
Gemengd Nieuw».
Morgen, Zondag, speelt do Leld-
sche vereeniging „Ajax" haar laatsten thuis-
wedstryd en wel tegen de Rotterdamscho
vereeniging „Rapidltas". Tot nu toe is „Ajax"
altyj zogavierond uit den stryd togen de
Rotterdammers te voorschyn getreden (twee
jaar geleden met 30 en 31, van't jaar
iu Rotterdam met 10) maar meestal heeft het
heel wat moeite gekost de tegenstanders er
onder te houden. Vooral doordat het de laatste
wedstryd van „Ajax" op eigen veld is, kunnen
we gerust het op voetbal beluste gedeelte
onzer stadgenooten aanraden eens een kykje
te gaan nemen.
Ter waarschuwing van hen, die gewoon
zyn de cootrölobriefjes weg te gooien, diene,
dat een strengere contróle noodig is gebleken
en dus behalvo aan den ingang ook op het
veld zal gecontroleerd worden. Ieder beware
dus hot aan den ingang ontvangen briefje l
De beruchte Lammertje Zondag,
te Amsterdam, moot binnenkort verhulzen,
tot groote vreugde van de bewoners der St.-
Anna-straat. Een bekende firma heeft n.1. ter
uitbreiding harer fabriek, perceel 24, waar de
Vriendenkring z(Jn zetel heeft, aangekocht.
Goedschiks of kwaadschiks zal Lammertjo
dus moeten vertrekken. (Tel.)
Aan het nieuw te bouwen klooster
voor pators Franciscanen, by den Cranenburg
onder Vordon, zal een bierbrouwery verbonden
worden.
De gebouwen zyn by aanbesteding gegund
voor f 43,118.
Een boerenknecht uit Zetten,
dio in een naburig dorp aan de familie bet
overiyden van zyn boerin moest gaan bekend
maken, kreeg onderweg een ongeluk met
paard en kar. Het paard schopte hem tegen
de boret, de kar ging over z(Jn lichaam. Zya
toestand is zeer zorgwekkend.
Men meldt uitNieuvvediep, dat
de gezonken Heldorscho botter „H.D. 5"
gelicht en naar de werf gebracht is. De door
de aanvaring bekomen schade is zoor belangryk.
Gisterochtend brandde te Elten,
by Terborg, de kapitale boerenwoning, bewoond
door P. Lamors, tot den grond toe af. De
paarden konden gered worden, doch 20 stuks
hoornvee en 9 varkens kwamen in de vlammen
om, en do geheele inboedel verbrandde. Alles
was verzekerd.
Onder het opschrift: „Maartecho
sneeuw" schryft de „Zutf. Ct.":
Donderdag 28 Maait; zevende dag van de
lieve lente, achten twintigste dag van de
lentemaand, volgens den almanak; een Sióeri-
sche sneeuwlaag, volgens do weikelykheid;
kortom een terugkeorendo winterdag.
Maar laten we ten minste toegeven, dat het
een mooie winterdag is.
Hebt go de 6neeuwknstallelje9 wel ooit zod-,
zien flonkeren als iichtonde storreijes Eo
wat daarby zoo aardig is: als do zon l-.oogeü
komt, verdwynen wel do sneeuwvlokken, mua<
do lichtende sterretjes dooven niet uit. D.p
waterdroppels hebben het licht van de vlokken
overgenomen.
Wat 'n philosoof is de natuur tochl Wy
wanhopen al, wanneer wo 's morgens zoo'n
pak sneeuw zien liggen, direct komt de natuur
ons troosten: wanhoop toch niet en laat het
hoofd niet hangen, het licht blyft flonkeren!
Laat ook het licht binnen in u niet ver
dwijnen 1
En behalve voor troost, zorgt ze ook voor
wat humor.
Is het byv. niet een komisch gezicht, dat
zoo'n door huizen ingesloten plein als de markt
vandaag oplevert?
Het is de mikrokosmos van Faust, de aarde
In het klein.
Ons redactiebureel ligt op 't Zuiden, beneden
is &1 de sneeuw weggedooid; en w(J moeten
de gordynen neerlaten voor de zon: tropisch"
gordel.
Het midden van de markt i3 half moora
half een riviertje in zyn voorjaarsbedding:
gematigde gordel.
Maar aan den overkant, waar de zon niet
komen kan wegens de schaduw der huizen, <-•
de sneeuw blyven liggen; dat is de Noordpc
En op die wereldkaart m bet klein kykt
de zon neer uit een blauwe lucht tueschen
zware witte wolken, en ze lacht ons harteiyk
uit als we het hoofd laten hangen.
Don 25sten Maart j. 1. werden in
het groothertogdom Baden nogal ernetlgo
aardBtooten gevoeld. Het duldeiykst werden
ze waargenomen in het Eggenerdal, waar vele
menschen in hun kelders gingen, om te zien
of daar alles wel in ordo was. Een corres
pondent van het „Staufer Wochenblatt"
voelde te bed een ruk naar beneden. Te Neu-
hof gingen de stooten vergezeld van een
cndoraardsch gerommel, dat na 3 of 4 seconden
in een op een ooweersslag gelykenden knal
eindigde. De richting was van het noordoosten
naar het zuidwesten. Ook in het geheele
Munsterdal ie de aardbeving waargenomen.
In het „Markgr. Tagebl." schryft iemand
uit Schopfheim: „Heden, 25 Maart, 's ochtends
te 3.20, werd ik door een op donder gelykend
geraas uit den Blaap gewekt. Nauweiyks ont
waakt, bespeurde ik oen sterken stoot, zoodat
de ramon rinkelden en alle voorwerpen wag
gelden. Het geraas duurde na den stoot nog
verscheiden seconden voort en ging in zuld-
westeiyke richting verloren. In 60 jaren heb
ik wellicht tien of twaalf malen dergeiyke
natuurverschynselen beleefd, maar nooit in
die sterkte. Gelijksoortige berichten kwamen
uit Waldshut en Sückingen In, waar de aard-
bewegingen in snelle golvingen elkander
volgden, eveneens vergezeld van een op donder
gelykend rollen.
De Franaohe bark „Psyche", van'
Caleta Buena naar het Kanaal, is op zee
gezonken. De kapitein en 10 man zjjn te
Kaapstad geland.
Te Montceau-le8-Minea ls een m y n«
ngenieur gisteren door een bende werkstakers
a ugovallen en mishandeld; zyn toestand is
echter niet gevaariyk. Van de daders kon
niemand in hechtenis genomen worden.
12)
„Om 'sHomels will" riep Anna ontsteld.
„Wie heeft u kunnen zeggen
„Myn geest, die u omzweeft; myn hart,
dat innig met u verbonden is, dat elk uwer
gevoelens, uw vreugde en uw verdriet, uw
lust en uw droefheid deelt."
„Hoe zou dat mogelyk zyn
„Door de geheime overeenstemming der
zielen, door de macht dier bovenaardsche
liefde, die do grenzen van tyd en ruimte
overschrydt, en die slechts de uitverkorenen
met onuitsprekelyke zaligheid gelukkig maakt.
Zy maakt alwetend en openbaart ons de ge
heimste gedachten, eiken schuilhoek In het
hart van den geliefde, met wien wy volkomen
ineensmelten, zoodat wy éón met hem worden,
met hem denken, gevoelen, weenen en lachen,
juichen en ïyden."
Door een plotselinge bedwelming aange
grepen, gaf Anna zich, zonder tegenstand te
bieden, aan de bekoring van den demonischen
man over, die inderdaad haar geheimste ge
dachten scheen te kennen, in de diepte barer
ziel scheen te lezen, over meer dan natuur-
lUke krachten scheen te beschikken.
„Ol" ging hy al dringender, al vuriger
woudend voort, „gy hebt er geen vermoeden
van, welke zaligheid, welk genot u wacht.
Met my vereenigd, zult gy nog heden als
ingewyd in den bond der geesten worden
opgenomen, met de zaligen verkeeren en uw
geliefde moeder zien, haar zegen ontvangen.
Doch eerst moet nog tusschen ons do scheids
muur vollen, hort in hort, ziel in siel zich
overstorten, wyzolvon in een vlammendon kus
onverbreekbaar voor de eeuwigheid ineen
smelten."
Te gelyk voelde Anna, hoe zyn heete lippen
haar koudon mond aanraakten, zyn armen
haar hartstochteiyk omvatten en haar aan
zyn borst drukten, terwyi haar zinnon haar
dreigden te begeven, zoodat zy niet meer do
kracht bezat hem terug te stooten.
„Laat myi" smeekte ze, zich nog maar
zwak in zyn armen te woer stellend. „Gy
misbruikt uw overmacht."
„Noen, neen," fluisterde hy met weg-
sleependo stem, haar nog dichter tot zich
trekkend. „Wat aarzelt gy gelukkig te worden
en gelukkig te makenI Zeg, dat go my be
mint, dat ge my wilt toebehooren, en de geesten
zullen aan u evenzeer als aan my verschynen."
„Ik kan, ik mag niet," steunde zy, zich
met haar laatste inspanning van krachten
van hom losscheurend.
„Gy zult, gy moet!" snerpte hy haar toe,
met opgeheven hand naar den tegenovor-
liggenden muur wyzend. „Zie daarheen I Uw
moeder
Onwillekeurig wendde Anna, door een koude
rilling overvallen, haar blikken in de aange
geven richting. Was het zinsbedrog, een be-
driegiyk beeld harer ontstelde phantasie?
Het scheen haar toe, alsof het portret harer
moeder de gouden lyst verliet en als met ten
zegen opgeheven handen op haar toe kwam
zweven, haar met teedere, liefdevolle oogen
aanstarend.
„Myn moederl" riep Anna ten diepste ge
schokt. „Zeg gy my, wat ik doen moetT'
„Beminnen, vertrouwen," lispelde een zachte
geestenstem. „Hy alleen Ls uwer waardig."
Door haar gevoelens overmand, zonk Anna,
een onmacht naby, aan de borst van den
Amerikaan, die zyn slachtoffer vast omklemd
hield. Toen zy uit haar bewusteloosheid ont
waakte, was het droomgezicht verdwenen,
waaraan slechts die eigenaardige, klagende
tonen der glasharmonica haar horinnerden.
Zy waagde het echter niet hom langer te
weerstreven en duldde zyn kus, ofschoon zy
niet in staat was een geheimen afkeer tegen
hem van zich af te zetten.
IV.
Den volgenden morgen verscheen de heer
von Tück met een stralend, triomfanteiyk
gelaat in de villa van den gewezen koopman,
om hem den uitslag zyner onderhandelingen
met mevrouw von Strahlen mee te deelen,
welk resultaat de oude, verliefde heer met
het grootste ongeduld verboiddo.
„Nu," riep hy hem reeds van verre te ge-
moet, „hebt gy onze bekoorlijke vriendin ge
sproken? Wat heeft zy van myn aanzoek
gezegd?"
„Ik geloof, dat gy voorloopig tevreden kunt
zyn en hoop moogt koesteren. Aanvankeiyk
verklaarde zy my wol is waar, dat zy besloten
had, na- de treurige ervaringen, in haar eerste
huweiyk opgedaan, niot meer te hertrouwen.
Het kostte my de grootste moeite haar slechts
zoover te brengen, dat zy my liot uitspreken."
„Dat had ik al dadeiyk gedacht. Gy hebt
haar toch gezegd, dat ik vooruitzicht heb in
den adelstand verheven te worden?"
„Daaraan scheen zy minder gewicht te
hechten dan aan de familieomstandigheden.
Vooral was het de gedachte aan juffrouw
Anna en den assessor, die haar een zwaren
stryd veroorzaakte, zoodat ik alle hoop reeds
opgaf. Eerst toen ik haar verzekerde, dat
Anna van te voren trouwen en ook uw zoon
niet in huis blyven zou, was zy niot onge
negen uw voorstel aan te nemen.
„Myn Hemel!" antwoordde do handelsraad
gemelyk. „Dan zal ik nog lang moeten wach
ten. Gy woet immers, dat Anna den doctor
zoo goed als opgogoven heeft en hem sinds
dien avond, toon hy u allen en mevrouw von
Strahlen beleedigde niet meer ziet? Ikzelf
ben het er mee eens, dat onder zulke omstan
digheden de botrokking verbroken wordt (hoe
zeer ik er ook onder ïyd), wanneer mevrouw
von Strahlen aan haar voorwaarde vasthoudt.
Ik kan toch niet myn dochter dwingen den
eersten den besten man te nemen en hals-
over-kop te gaan trouwen."
„Dat is ook niet noodig," antwoordde do
heer von Tück glimlachend, „daar juffrouw
Anna in plaats van den doctor reeds een
anderen man gekozen hoeft, wien zy zoo
spoedig mogelyk haar hand wenscht te
Bchenken."
.„Wat komt u in liet hoofdl" riep de han
delsraad verrast. „Een meisje als myn dochter
verandert toch niet van man evenals van
handschoenen?"
„Het hart der vrouw," hernam de heer
von Tück gehoimzinnig, „is ondoorgrondeiyk,
onberekenbaar. De liefde komt on gaat als
een dief In den nacht, als oen bliksemstraal
aan een helderen hemel."
„Myn verstand staat stil," sprak de han
delsraad, zich nadenkend over het voorhoofd
strykend. „Het is toch anders de aard van
myn kind niet, zoo opeens maar verliefd to
worden. Ik zou althans gaarne willen weten,
wie de man is, dien zy trouwen wil."
„Ikzelf ben de gelukkige, die door uw
dochter bemind wordt," antwoordde de Ame
rikaan met koele bedaardheid.
In weerwil van de hoogst gunstige meening,
die Romberg omtrent zyn nieuwen vriend
koesterde, kon hy toch een lichte ontsteltenis
niet verbergen en niet dadeiyk het gewenschto
antwoord op de onverwachte bekentenis vin
den, die hem zóó overviel, dat hy zyn eigon
ooren niet wilde vertrouwen.
„Myn Hemell" riep hy onthutst. „Dat kan
toch slechts een scherts van u zyn?"
„Integendeel, volle ernst," betuigde de heer
von Tück. „Als gy my niet gelooft, vraag
hot dan aan uw dochter; zy stemt or in toe,
dat ik u om haar hand verzoek."
„Dat grenst waariyk aan tooverijbegrypen
doe ik er ten minste niets van."
„Gy herinnert u, dat ik eenige dagen ge
ledon den wonsch uitsprak my hior te ves
tigen en naar een Duitsch meisje uit te zien,
Gy waart toen zoo goed, my uw bystand te
beloven, als ik voor u een goed woordje by
mevrouw von Strahlen deed. Ik hoop, dat g|J
uw woord niet vergeten zyt en or mots togen
hebt, zoo ik tot loon daarvoor uw dochter
van u verlang."
„De Hemel beware!" stotterde de handels-
raad. „Ik acht en waardeer u on gevoel m(J
door uw aanzoek ten hoogste vereerd; gy
zult het echter oen vader niet ten kwade
duiden
„Dat gy eerst inlichtingen aangaande my
en myn omstandigheden wilt inwinnen? Dat
vind ik volkomen in den haak."
„Ik stel voorzeker het grootste vertrouwen
in u, maar by een zoo gewichtigen stap,
waarby het de toekomst on hot geluk van
een geliefd kind betreft
(Wordt vervolgd.)