N«. 12603
feze (Courant wordt dagelijks, met mtzondering
van (Zon- en feestdagen, uitgegeven.
LEIDSCH
PRIJS DEZER COURANT:
Voor Leiden per 3 maanden* 1 S 1 1 f 1.10.
^Ruiten Leiden, per looper en waar agonten gevestigd zijn 1.30
i Franco por post1.65*
PRUS DER AD VERTEN TTËK"
Van 1—6 regels f 1.06. Iedere regel meer f 0.17Grootere
letters naar plaatsruimte. Voor het incasseeren buiten de stad
wordt f 0.05 berekend.
Opleiding van Indische ambtenaren.
Een wetsontwerp is by de Tweede Kamer
Ingediend ter vaststelling van do byzondere
voorwaarden voor benoembaarheid tot betrek
kingen by bet binnenlandsck bestuur en bij de
gouvernements-bureau's in Nederlandsch-Indië
De voornaamste bepalingen luiden:
Tot de betrekkingen van adspirant-contro-
leur en controleur by het binnenlandsch
heatuur, assistent-resident, gewesteiyk secre
taris, resident en gouverneur, alsmede tot de
betrekkingen van referendaris, met uitzon
dering van die by de comptabiliteit, en secetaris
by de departementen van algemeen burgeriyk
bestuur, by de Algemeene Secretarie en by
den Raad van Nederlandsch-Indië, daaronder
begrepen de betrekkingen van algemeen
secretaris en van gouvernements-secretaris,
zyn alleen benoembaar:
a. zy, die, na te zyn aangewezen als
candidaat Indisch ambtenaar, hun studiën
hebben voltooid volgens de bepalingen van
dit besluit;
b. zy, die hebben voldaan aan het examen,
bedoeld by artikel 92, 2de lid, der wet van
26 April 1876 tot regeling van het hooger
onderwy8
en, uitsluitend voor de genoemde bureau-
betrekkingen,
c. doctoren in de rechtwetenschap en doctoren
in de staatswetenschap.
De minister van koloniën stelt telken jare,
na overleg met den gouverneur generaal, vast,
hoeveel candidaat Indlscbo ambtenaren zullen
worden aangewezen.
Een derde van het aantal plaatsen wordt
in Nederland beschikbaar gesteld voor hen,
die in het bezit zyn van een getuigschriftdat
zy bekwaam zyn tot de studie aan een
universiteit, verworven na afloop van een
gymnasium met zesjarigen cursus dan wel
bij een commissie als bedoeld in artikel 12
der wet op het hooger onderwys; een derde,
eveneens in Nederland, voor hen, die in het
bezit zyn van het getuigschrift van eind
examen van de hoogore burgerscholen met
vijfjarigen cursus in Nederland; en een derde,
in Nederland»ch-Indië, voor hen, die in het
bezit zyn van het getuigschrift van eindexamen
yan do hoogore burgerscholen met vyfjarigen
cursus daar te lande.
In Nederland wyst de minister van koloniën,
in Nederlandsch-Indië de gouverneur-generaal,
de candidaat Indische ambtenaren aan.
De aauwyzing der candidaat Indische ambte
naren geschiedt zoowol in Nederland als in
Indië op de voordracht van een permanente
commissie, die de sollicitanten ln Nederland
van elke dor twee categorieën afzonderiyk
onderwerpt aan een vergeiykend examen.
Slechts zy kunnen worden aangewezen, die
door de daarvoor bestemde geneeskundige
commissie physiek geschikt zyn bevonden
voor den Indischen burgeriyken dienst, ten
minste 18 jaar oud zyn en hun 21ste jaar
nog niet hebben volbracht.
De programma's en de vergoly kende examons
worden vastgesteld door den minister van
koloniën.
Zy mogen niet loopen over vakken, niet
begrepen in de vroeger afgelegde examens,
opder scheiden! yk voor de studie aan de uni
versiteit en ter verkrygmg van het getuig
schrift der hoogere burgerscholen met vyf
jarigen cursus.
Zy zullen zoodanig zyn ingericht, dat in de
eerste plaats biykt van algemeene ontwikkeling
ën beschaving.
De permanente commissiön bestaan ieder
uit ten minste vyf en ten hoogste zeven leden,
die in Nederland door de Koningin, in Neder
landsch-Indië door den gouverneur-generaal
benoemd en ontslagen worden.
Do voorzitter en de secretaris van elke
commissie worden in Nederland door de
Koningin, ln Nederlandsch-Indië door den
gouverneur-generaal uit de leden aangewezen.
Voor het afnemen van de in artikel 3
bedoelde examens kunnen de permanente
commission worden bygeetaan door zooveel
examinatoren als op haar voordracht, in Neder
land door den minister van koloniën, in Neder
landsch-Indië door den gouverneur-generaal
worden aangewezen.
De vergelykende examens worden afgenomen
in Nederland in de maand Augustus en in
Indiö in de maand Juli.
De candidaat Indische ambtonaren worden
opgeleid aan de Ryksuniversiteit te Leiden.
Nadat de candidaat Indische ambtenaren het
in de wet omschreven examen hebben afgelegd,
bepaalt de minister van koloniën hoeveel en
wie van hen de studie van het Javaansch
zullen voortzetten.
Hun aantal wordt bepaald na overleg met
den Gouverneur-Generaal en in verband met
de vermoedeiyke behoefte aan personeel voor
het binnenlandsch bestuur op Java en Madura.
Voor voortzetting van de studie van het
Javaansch zullen allereerst worden aangewezen
zy, die zulks verlangen en van wie gebleken
is, dat zy de beginselen dier taal met de meeste
vrucht hebben beoefend.
De aanwyzing geschiedt op voordracht van
de permanente commissie in Nederland.
De minister van koloniën kan aan hen, die
de studie van het Javaansch niet zullen voort
zetten, de studio van een andere taal opdragen.
De Nedorlandsche permanente commisslo
wydt haar aandacht aan de studiën en het
levensgedrag der candidaat Indische amb
tenaren.
Na ingewonnen advies of op voordracht
van de commissie is de minister van koloniën
te allen tyde bevoegd om hen te ontslaan op
grond van volgens zyn oordeel gebleken
ongeschiktheid voor den Indischen dienst.
In het lsto hoofdstuk der begrooting van
uitgaven van Nederlandsch-Indië voor 1901
wordt gevoegd een post: Onderafdeeling 21a.
Opleiding van Indische bestuurs- en bureau
ambtenaren 12,500, en eon post: Opleiding
van Indische bestuurs- en bureau-ambtonaren
f 18,600.
In de breedvoerige Memorie van Toelichting
wordt o. a. to kennen gegeven, dat wanneer
het candidaat-ambtenaarschap ook in Indiö
toegankelyk wordt gemaakt voor aldaar
opgevoede jongelieden en hun een tegemoet
koming voor het rorbiyf in Nederland wordt
verleend, de bezwaren tegen de opheffing van
afdeeling B van het Gymnasium Willem Hl
geheel uit den weg worden geruimd.
Allereerst de bezwaren, die op utiliteits-
gronden kunnen aangevoerd worden, namelyk
wegens de goede vruchten, die afdeeling B
heeft afgeworpen, en in het algemeen wegens
de voordeelen, die ook de opvoeding in Indië
zou geven. Want de geschikte elementen
onder de Indische jongelieden dat die er
zyn, zelfs dat er by uitstek goede zyn, wordt
volmondig erkend zullen ook in het vervolg
voor den Indischen dienst gewonnen kunnen
worden.
Wat het politieke bezwaar tegen de opheffing
van afdeeling B van het Gymnasium Willem
III betreft, ook dit mist allen grond, wanneer
voor dat instituut het candidaat-ambtenaar
schap met tegemoetkoming voor opleiding
in Europa in de plaats gesteld wordt.
Al bleef evenwel nog eenigerlei bezwaar
tegen de noodzakelykheid van opleiding in
Nederland bestaan, het zou moeten wyken
voor het overwegend belang van den lande.
Het in 1864 uitgesproken desideratum, dat
de ambtenaren in volle mate vertegenwoor
digers der Europee8che beschaving moeten
zyn en Inzonderheid als zoodanig ons over
wicht by de inlandsche bevolking hebben te
verzekeren, acht de Minister volkomen juist.
De Universiteit te Leiden is de vanzelf
aangewezen plaats voor de opleiding der candi-
daat-ambtenaren. Men vindt er reeds gelegen
heid voor de studie van Maleisch, Javaansch,
Madureesch, Soendaneesch, Mohammedaansch
recht, staatsinstellingen en land- en volken
kunde van Nederlandsch-Indië, bovendien van
het Sanskriet, het Arabisch, het Ohineesch,
de staathuishoudkunde en de statistiek, en
van de rechtswetenschap in haar verschil
lende onderdoelen. De leerkrachten aan die
Universiteit behoeven slechts weinig aan
vulling; overigens geeft zy voor de candidaat-
ambtenaren de schoonste gelegenheid tot ont
wikkelende studie. Met warme instemming
heeft de Universiteit zich voor het onderwys
aan de candidaat-ambtenaren beschikbaar ge
steld.
In verband met dit wetsontwerp is inge
diend een wetsontwerp tot verhooging der
begrooting van binnenlandsche zaken voor 1901.
Het is noodig het personeel der Universiteit
te Leiden uit te breiden met twee hoogleeraren,
éón voor de godsdienstige wetten, instellingen
en gebruiken van Nederiandach-Indië en voor
de Indische wetboeken en ëén voor de ge
schiedenis van Nederlandsch Indië.
Bovendien is voor aanschaffing van leer
middelen in verband met deze leerstoelen
eenige verhooging der uitgaven voor het
materieel noodig.
Voor de hoogleeraren is f 10,000 uitge
trokken, omdat het kan blyken, dat de be
zetting der leerstoelen op de minimum-jaar
wedde van f 4000 onmogeiyk is.
Het bedrag der meerdere uitgaven voor
het materieel is op f 500 iö ramen.
Mitsdien wordt do begiooting met een
bedrag van f 10,500 verhoogd.
Tegenover deze uitgaven staan voor 's Ryks
schatkist als inkomsten de collegegelden,
welke do candidaat-Indische ambtenaren te
betalen hebben. Naar alle waarschyniykheid
zullen hierdoor de uitgaven ruimschoots
worden gedekt.
Leiden, 25 ülaart.
By Koninkiyk besluit is, mot ingang van
1 April, benoemd tot lector ln de faculteit der
wis- en natuurkunde aan de ryksuniversiteit
te Leiden, tot het geven van onderwys in de
physische chemie: dr. F. A. H. Schreiuemakera,
thans assistent met den porsoneelen titel van
lector aan die universiteit, en is aan dr. F. A.
H. Schroinemakers voornoemd machtiging ver
leend om te geiyk met zyn ambt van lector
aan de ryksuniversiteit te Leiden dat van
leeraar aan de gemeenteiyke hoogere burger
school mot driejarigen cursus te Rotterdam
to bekleoden.
Met treffende aandacht werd gisteravond
in het „Yolkshuia" door het zeer talryk
publiek de uitvoering aangehoord van Pergo-
lèse's „Stabat Mater". Yoor vrouwenstemmen
geschreven, werd het gezongen door een dames
koortje met harmonium-begeleiding. Een uur
lang bleef men geboeid, dank zy den wonder-
schoonen melodieën van dit achttiende eeuwsche
Italiaan8che kerklied, dank zy ook de afwisse
ling van sopraan, alt, solo, duet en koor. Aan
het „Stabat Mater" giDg vooraf een Adagio
en een Andante voor violoncel, mede met be
geleiding van harmonium.
De ernst en liefde, waarraode gedirigeerd,
gezongen en gespeeld werd, de eerbiedige
houding van het publiek, de sobere zaal-
versiering, klimop en een enkele witte en
paarse rhododendrontak, dit alles te zamen
wekte een indruk van wyding en harmonie,
die by velen bybiyven zal.
De heer J. D. van Wyk, hoofd der Jongens
school 2do klasse alhier, heeft wegens hoogen
leeftyd ontslag uit zyn betrekking gevraagd.
Hedenmorgen werd in de kerk der
Eerwaarde Paters Minderbroeders te Weert
door Z. D. H. den Bisschop van Roermond
aan eon vyftlental eerwaarde fraters het
H. Priesterschap toegediend, waaronder de
eerwaarde heeren D. A. J. Th. Goldenberg
en A. J. de Graaf, beiden van Leiden.
Naar het „Hbl" verneemt, wordt genoemd
als vervanger van prof. Yan Bemmelen, die
aan het einde van dezen cursus wegens het
bereiken van den 70-jarigen leeftyd aftreedt
als hoogleeraar in de chemie aan deLeldsche
universiteit, dr. W. Bakhuis Roozeboom, thans
hoogleeraar in de chemie aan do Universiteit
te Amsterdam.
Aangenomen is het beroep naar de Ned.-
Herv. Gemeente te Wateringen door den heer
P. N. Gysman Jr., candidaat te Aalsmeer.
Ds. J. van Aalst, pred. te Noordwykor-
hout, komt voor op het zestal ter beroeping
van een predikant by de Ned.-Herv. Gemeente
te Zutfen.
Benoemd is tot leeraar in de natuuriyke
historie aan de hoogere burgerschool voor
jongens te Nymogen de heer H. W. van dor
Weele, van Den Haag.
Zaterdag werd op do gebruikeiyke wyze
de Dies van het Delftscho Studentenkorps gevierd
met een gekostumeerde ryjool, waarin de ge
beurtenissen van den laatsten tyd worden
herdacht.
Moj. H. J. von Schubertz heeft tegen 1
Sept. a. B. eervol ontslag aangevraagd uit
haar betrekking van directrice der openbare
middelbare school voor meisjes te Haarlem.
Te Amsterdam is overleden de gepen-
sionneerdo generaal-majoor der artillerie R. 0.
van Onselen.
Te Rotterdam is in den ouderdom van
89 jaren overleden dr. A. Mees R.Az., vroeger
praeceptor aan het gymnaBlum aldaar, een
man van groote kennis en uitnemend karakter.
Naar wy met zekerheid vernemen, zal de
hoer Kerdyk zich om gezondheidsredenen niet
weder voor do Tweede Kamer verkiesbaar
stellen. Vad
Voor een paar dagen was de directeur
van het kabinet der Koningin in Tilburg, om
namens Hare Majesteit by den burgemeester
persooniyk inlichtingen in te winnen over de
aanhangige kanaalquaestie, waarvan de stuk
ken en plannen thans tot het kabinet van
H. M. gekomen waren. De burgemeester ver
klaarde o. a., dat, indien de grootvader van
H. M., Willem H, een paar jaren langer ge
leefd had, Tilburg reeds lang in het bezit van
een kanaal zou zyn.
De kapt. der art, W. A. C. Whltlau,
werkzaam by het dep. van oorlog te 's-Gra-
venhage, is aangewezen om de commissie van
officieren, die belast is met de keuring van
het 8nelvuurge8chut, by te staan by de afle
vering van dat geschut door de firma Krupp.
De „Nieuwe Zütph. C;." zal vo irtaan on
der den naam van „Zutphensch Dagblad" dage»
lyks verschynen.
Do gemeenteraad van Dordrecht hield
een zeer langdurige zitting ter bespreking van
het wetsontwerp, bedoelende samensmelting
van Zwyndreeht en Dubbeldam. De aanhechting
van een deel van Dubbeldam werd, vooral op
hygiënische gronden, goedgekeurd met 17
tegen 3 stemmen Die van Zwyndreeht onder
vond veel tegenkanting. Men vreesdo de
financieele gevolgen dezer aanhechting. Toch
kwam de Raad niet tot een besluit. Met 10
tegen 10 stommen moest dit deel van het
ontwerp worden aangehouden tot de volgende
vergadering. Mocht de meerderheid dan vóór
blyken (er waren 3 leden afwezig), dan komen
natuuriyk de artikelen pas ln nadere behan
deling. De datum van de volgende zitting is
nog niet vastgesteld.
Met een aantal benoemingen van'onderwy-
zereBsen in handwerken werd de byeenkomst
besloten.
Men meldt uit Deventer, dat jhr. mr.
Röell niet geneigd moet zyn een eventueel®
candidatuur voor de Tweede Kamer te aan
vaarden, die hem door do Oud Liberalen aldaar
werd aangeboden.
Gisteren ging president Kruger te Utrecht
ter kerke in de Bagynekerk. Voorganger was
ds. Fernhout.
Hr. Ms. pantserdek8cliip „Zeeland", onder
bevel van den kapitein ter zee H. F. Kouwen-
berg, is 22 dexer te Laguayra aangekomen.
Het pantaerdekschip „Holland", commandant
de kapitein ter zee Sybrandi, is gisteren te
Nieuwedlep aangekomen.
Het stoomschip „Prinses Amalia", van
Amsterdam naar Batavia, passeerue 23 Mrt.
Gibraltar; do „Prins WiUem III", van Amster
dam naar Paramaribo, passeerde 22 Mrt. St.-
Michaels; de „Slndoro," van Rotterdam naar
Java, passeerde 23 Maart Kaap del Armi; de
„Koningin Wilhelmina" arriveerde 23 Maart
van Amsterdam te Batavia; de „Koning
Willem I" vertrok 22 Maart van Padang
naar Amsterdam; de „Lombok", van Batavia
naar Amsterdam, vertrok 24 Maart van Genua;
de „Sfiverdale" (Holland-Amenka-iyn) vertrok
22 Maart van Newport-Nows naar Rotterdam;
de „Sumatra", van Batavia naar Amsterdam,
passeerde 24 Maart van Perirn; do„Zingara"
(üolland-Amerika-iyn), arriveerde 24 Maart van
Newport-News te Rotterdam; do ,,'Baii"," vazi
Amsterdam naar Batavia, arriveerde 24 Maart
te Port-Said; de „Burgemeester Den '1 ex", van'
Batavia naar Amsterdam, arriveerde 24 .Maart'
te Suez; de „General" (thuisreis) vertrok 22
Maart van Mozambique; de „Jeanne" (Kon.
W.-I. Maildienst), van Paramaribo naar Amster
dam, vertrok 23 Maart van H&vre; de „Timor"
van Batavia naar Amsterdam, vertrok 8
Maart van Perim.
Noordwyk. Zaterdagavond had vanwege
de afdeeling Noordwyk der Vereeniging tot
bevordering van Fabrieks- en Hanüwerks-
nyverheid in Nederland de jaariyksche prys-
uitdeeling plaats aan de leerlingen der ambachts-
teekenschool, nadat dien dag en den vorigen
de werkstukken en teekenmgen der leerlingen
ter bezichtiging waren gesteld. Nadat do voor
zitter, do heer E. de Groot, met een kort
welkomstwoord de byeenkomst geopend had,
verzocht hy den burgemeester de pryzon te
willen uitreiken, aan welk verzoek ZEdachtb.
voldeed met tevens nog eens den nadruk te
leggen op het groote nut, aan een dergeiyke
instelling verbonden. De pryzen weiden be
haald als volgt: twee eerste pryzen door Jac.
F'euiïletorL.
SPiRITISTEM.
0)
„Een prachtige uitvlucht 1" lachte do majoor
ironisch. „Maar wy laten ons daarmee niet
afschepen en ons niets op de mouw spelden.
Ondanks zyn menschenvrees, veronderstel ik
by uw vriend wel zooveel goede manieren
en hoffelijkheid, dat by de verzoeken van
onze dames niet zal afslaan, daar wy anders
moeten aannemen, dat de geheele geschiedenis
verder niets is dan
Eensklaps hield de majoor op; hy ver
stomde, met in staat den begonnen zin te
voltooien, en onwillekeurig voer hem een
rilling door de leden. De tot nu toe helder
brandende gasvlammen in het salon krompen in
en flikkerden zoo treurig en somber, dat men
zyn buurman bijna niet meer zien en herkennen
kom Tegeiykertyd deed zich een eigenaardig
klagend geluid hooren, dat op de trillende,
zenuwschokkende klanken van een glas
harmonica geleek.
Terwyl in het salon een ongezellige duis
ternis en stilte heerschte en de aanwezigen
in weerwil van alle twijfelingen niet een
zekere angstige opgewondenheid van zich
konden afzetton, zat de raadselachtige Ameri
kaan kalm en volkomen onbeweeglyk op zyn
stoel, met gesloten oogen, alsof hy sliep of
droomde. Alleen zyn bleek gezicht schoen in
het schemerlicht nog bleeker dan anders, en
over de interessante gelaatstrekken liep van
tyd tot tyd een zonderlinge, krampachtige
frilling en siddering, als van electrischo
ftooten.
„De geest is gekomon," fluisterde hy met
schier onhoorbare, toonlooze stem. „Verlangt
gy, dat ik een vraag tot hem zal richten?"
Van vrees verlamd, waagde het geen der
omstanders de uitnoodiging te beantwoorden,
totdat de twyfelzuchtige majoor zich ver
mande en den Amerikaan eenige geheim
zinnige woorden in liet oor fluisterde, waarop
de klagende geluiden zich nog sterker dan
oerst, nu eens met langere, dan weer met
kortere tusschenpoozen herhaalden on allengs
wegstierven.
„Myn vriend," sprak nu de heer von Tück,
„is bereid u schriftelijk te antwoorden,
daar uw vraag niet voor openbaarmaking
geschikt is."
„Natuuriyk 1" mompelde de majoor getroffen.
„Het betreft een geheim, dat niemand buiten
my weten kan of mag."
Er verliepen eenige seconden, toen een op
gerold papier, als door een onzichtbare hand
geworpen, voor de voeten van den majoor
neerviel en door dezen met zichtbaar wan
trouwen opgeraapt werd. Toen hy echter
slechts een vluchtigen blik op de aan hem
gerichte woorden geworpen had, kon hy een
uitroep van de hoogste verbazing niet onder
drukken. Hoe langer hy las, des te meer
klom zyn verwarring, zyn ontsteltenis nam
zienderoogon toe, zoodat het geheele gezel
schap zyn diepe gemoedsbeweging opmerkte.
„Drommels 1" riep hy ontroerd. „Dat grenst
aan too very. Ik geloof, dat gy met de hel in
verband staat."
„Stel u geru8tl" antwoordde von Tück met
een fijn glimlachje. „Het spiritisme heeft met
den Booze niets gemeen, het is een kind des
Hemels, de godsdienst der toekomst, die het
geloof met do wetenschap verzoent. Eerst
door het spiritisme wordt ons het wezen van
stof en geest verklaard, de opstanding des
vleesches en de onsterfeiykheid der ziel door
feiten bewezen en het raadsel van ons be
staan opgelost. Thans eerst bogrypen wy de
met de goddelyke gerechtigheid anders onver-
eenigbare, ongelyke verdeeling van de goede
ren des levens, het lyden en de beproevingen
der dougdzamen en het tydeiyk geluk der
boozen, smart en ziekte, zonde on misdaad
als een noodzakelyke zuivering en voorberei
ding tot een beter leven. Aldus geeft alleen
het spiritisme ons troost en sterkte, maar
vooral die zekerheid, die wy tevergeefs by de
wysbegeorte zoeken, de overtuiging van het
voortbestaan onzer zielen na den dood en van
het bestaan eener hoogere wereld."
Als tot bevestiging dezer woorden klonken
nog eenmaal de wonderbare akkoorden, zacht
wegstervend als een onzichtbaar geestenkoor,
dat de hoorders met geheimzinnige macht
aangreep en met een lichte rilling voor het
bovenaardsche vervulde.
II.
Hot zooeven plaats gevonden tooneel had een
zóó diepen en biyvenden indruk achterge
laten, dat er een geruime tyd verliep, vóór
het gezelschap van zijn verrassing bekomen
was. Hoe onverklaarbaarder en raadselachtiger
echter de geheele toedracht der zaak scheen,
des te meer waren de aanwezigen geneigd
den gehoimzinnigen Amerikaan voor een met
bovennatuuriyke kracht begaafden wonder
doener te houden, ofschoon hy zich met
loffelyke bescheidenheid daartegen verzette
en de hem gebrachte hulde beslist van de
hand wees.
Juist zyn terughouding en de volslagen
afwezigheid van alle kwakzalvery versterkten
de aanwezigen slechts in hun geloof en ver
dreven elke verdenking van opzetteiyk bedrog,
dat bovendien niet dan met medeweten van
mevrouw von Strahlen of haar personeel en
met behulp van byzondere apparaten en kunst
matige toebereidselen mogelyk ware geweest,
waarvoor echter het achtbaar karakter der
dame zoowel als de geheele inrichting der
woning en de tegenwoordigheid dor talryke
getuigen als tegenbewijs kon dienen.
Moer dan allen was echter de assossor van
de waarheid en de hooge boteekenis van het
spiritisme overtuigd en van bewondering ge
troffen voor den interessanten vreemdeling,
wiens verbond met de geestenwereld hy na
do afgelegde proeven niet meer betwijfelen
kon. Als gewoonlijk sympathiseerde Anna
met haar broeder, wiens noiging tot alle
wonderbaarlyke en geheimzinnige zaken zy
nog in des te hoogere mate deelde, daar zy geiyk
de meeste vrouwen zeer öntvankeiyk was
voor alle ongewone, bovennatuuriyke vor-
schynselen.
Des te meer waren beiden geraakt over
het ongeloof, waarmede hun getrouw naar
waarheid medegedeeld verslag door de geheele
familie eu inzonderheid door doctor Normann
ontvangen werd, die zich niet ontzag de
wonderbare gebeurtenis voor gewoon bedrog
en den geheimzinnigon Amerikaan voor een
behendig goochelaar, ja zelfs voor een ge-
vaariyken avonturier te verklaren.
„Voor een dergeiyke bewering", antwoordde
Otto levendig, „ontbreekt u alle bewys, daar
de heer von Tück in de beste gezelschappen
een geachte positie inneemt on, naar de
kamerheer von Dieben vertelde, door zyn
regeering met een gewichtige politieke zending
belast is. Ook zou de Amerikaansche gezant
toch wel niet meteen kwakzalver of flesschen-
trekker omgaan en hem te zynent noodigen,
evenmin als mevrouw von Strahlen, aan wie
hy door haar neef, den kapitein, in Nieuw-
York is aanbevolen."
„Toch boezemt my hot geheele optreden
van den man een onoverkomelyk wantrouwen
in en herinnert my onwillekeurig aa die
wonderdoeners der achttiende eeuw, aan don
beruchten Cagliostro en den slecht befaamden
Schropfer, die zich eveneens in do voornaamste
gezelschappen en by voorkeur in de hoogste
aristocratische kringen bewogen en zoo lang
vurige aanhangers en bewonderaars vonden,
tot zy als gomeene bedriegers ontmaskerd
en als brutaio goochelaars gestraft worden."
„Maar", vroeg Anna kregel, „hoe verklaart
gy dan al die onbegrypolyko feiten, die wy
zeiven gezien en gehoord hebben, die plotse
linge duisternis in hot salon, die wondoriyke
geluiden en het antwoord, dat majoor von
Neufeld op zyn geheime vraag van den geest
ontving? Zoo gy niet het geheele gezelschap
voor ontoerekenbaar of voor medeplichtig
wilt houdon, moet gy het bestaan van geesten
en de hoogere begaafdheid van don heer von
Tück erkennen."
„Het zy verre van my, my over mevrouw
von Strahlen en haar gezelschap een oordeel
aan te matigen, doch de ondervinding leert,
dat zelfs de meeet beschaafde en de eerbied
waardigste personon zich kunnen vorgissen
en juist- by zulke gelegenheden zich laten
misleiden, zooals do geschiedenis van bezetonen
en van talryko geïnspireerden bewyst, die
meestal bedrogen bedriegers of onbewuste
werktuigen 111 do hand van behendige gooche
laars waren."
{Wordt vervolgd.)
Maandag 25 Maart. j\o jgQ]
DAGBLAD.