LEIDSCH DAGBLAD, ZATERDAG 23 MAART. - TWEEDE BLAD.
PERSOVERZICHT.
SPIRITISTEN.
No. 12602
Anno 1901.
Onder het opschrift „Pyniyk" besprak De
Standaard de rede, door prof. Van
Hamel te Oent gehouden voor een vereenl-
glng, die zich ten doel stelt om ook In de
Vlaamsche provinciön het Fransch volkstaal
te doen biyvon naast het Vlaamsch.
„Nu laat het zich verstaan, dat men het
een voordeel acht, een volk twee talen te
laten spreken, gelyk dit ten deele in Zwit
serland en in den Elzas het geval is. En had
prof. Van Hamel er zich dan ook toe bepaald,
op dit sociale voordeel van een p e u p 1 e b i 1 i n-
g u e (oen volk, dat twee talen spreekt) de
aandacht te vestigen, geen protest zou noo-
dig ztjn.
Maar wel is dit protest noodig, nu hy,
volgens de bladen, tot de Vlamingen gezegd
heeft, dat het Fransch ook hun moedertaal
Was, en dat do taal los is van de nationaliteit.
De wet, dat de taai al het volk is,
werd hiermede in het aangezicht geslagen, en
de Vlaamscho beweging kon nooit krasser
worden aangevallen, dan nu een hoogleeraar
uit Noord Nederland te Gent voor het behoud
van het Fransch, op zulke gronden, pleiten
kwam.
Ongerechtvaardigd waa daarby vooral zyn
beroep op Kruger.
Of behoeft prof. Van Hamel nog herinnerd
te worden, hoe juist in Zuid-Afrika de stryd
togen de Engolsche taal de stryd voor het
behoud van het land was?"
De Statidaard acht deze rede van prof.
Van Hamol oen pyniyk Incident, waardoor de
voorstanders der Vlaamsche beweging zich
diep gegriefd gevoelen.
De Am8terdamsche Courant bevat een artikel
van mr. J. A. Levy, naar aanleiding der
quaestie, die den burgemeester van
Amsterdam tot aftreden noopte.
„Op den man af en ruiteriyk zy het uitge
sproken de, in dozen, door den heer Caroli
Verkondigde leer de leer, dat tuchtrech
te 1 y k e bemoeiing met brandweer en politie,
des Eaada en niet uitsluitend des bur-
gemeostora zyn zou, acht ik onverdedig
baar, tegen óón oogenblik nadenkens niet
bestand. Ook de achterdeur, dat die tucht-
fechteiyke bemoeiing aan contróle eener Raads
commissie onderworpen zou moeten zyn, wordt
door hetzelfde afkeurend oordeel getroffen.
Van allen omhaal ontdaan, luidt myn stel
ling kort en bondig: Hem, wien aanstelling
en ontslag is opgedragen, dien moet tucht
recht worden toovortrouwd".
De heer Levy besluit zyn uitvoerig betoog
met de verklaring, dat, uit welk oogpunt ook
beschouwd, het besproken meerderheidsge
voelen nog eon heel eind weegs af te loggen
heeft, alvorens het zich vleien kan, het gezond
verstand te hebben achterhaald.
„Men trekke hot onberaden besluit, dat ons
zoo groot offer kost, zoo spoedig mogeiyk in.
Coming events cast thoir shadows
b e f o r e I Of verwacht men temet, dat een
zetel, door dozen man van onkreukbare
irouw onvrywillig verlaten, door eon andor,
zynor waardig, begeeriyk zal worden geacht?"
In de Eaagsche Courant lezon wy onder
het hoofd „Postzaken":
K. schryft ons:
„Meermalen is de quaostie der interna
tionale postzegels in uw blad ter
sprake gebracht. Zoo ook nu weer in dat
van 14 Maart (waarvan we in een vorig
Overzicht melding maakten). En de oplossing,
aangegeven door een kamer van koophandel
en door verscheiden andere gesteund, wordt
door u afgekeurd, omdat ze heel eenvoudig
lykt, maar zeer omslachtig zou blyken te zyn.
Dat ben ik met u eens, vooral omdat hot
niot zou biyven by do buitonlandscho brief-
postzogels alléén, maar er in het internatio
nale verkeer van allerlei waarde noodig zyn.
En olk kantoor met allorloi postzegels van
alle landen der Postunie to overladen, dat
zou in werkolykheid te omslachtig blyken
voor hot dool.
Maar u w stelsel ïydt m. 1. min of meer
aan hetzelfde nadeel. Want het blyft niet by
do 12'/,-cents postzegels, maar er kunnen een
massa andere gevraagd worden. En men zou
by de prysbepaling in elk geval rekening
moeten houden èn met het koersverschil èn
met de mogelykheid, dat postzegels een
universeel botaalmiddol kunnen worden.
Wil men dit laatste niet, dan moet men
den prys in elk geval flink hoog stellen, om
boven de kosten van wissels, enz. te blyven.
Maar waar het in hoofdzaak ook by uw
stelsel op zou neerkomen, is, dat behalve den
administratieven omhaal, geiyk aan dien van
de methode naar het advies der bedoelde
K. v. K., nog komt de aanmaak van allerlei
soorten internationale postzegels, zonder daar
voor een byzonder voordeel in de plaats te
leveren.
Het Is in elk geval op die wyze een ad
ministratief al te omslachtig middel, dunkt
me, om te voorzien in een zg. „inderdaad
dringende behoefte".
Waarom zeg ik: zg.
Omdat m. L, als er werkeiyk zóó groote
behoefte aan ware, het particulier handels-
initiatief er al wel beslag op zou gelegd hebben.
Hoe dat?
Door een handelsoperatie, die ik nu in dit
opzicht aan de Postunie staten zeiven zou
aanraden en die niet méér doet dan door do
vraag naar internationale postzegels geregeld
wordt. Do Postunie landen verbinden zich
om by do afrekeningen ongeschonden
eigen postzegels van de andere regeeringen
tegen „binnenlandsohe" prijzen in
ontvangst to nemen. Wordon nu aan de
postkantoren buitenlandsche postzegels
ongeschonden aangeboden, dan worden
dio (met bybetaling door den aanbieder van
een bedrag in geld, berekend op uitsluiting
van elko koersspeculatie, enz.) ingeruild
tegen geiykwaardige binnen land sche
zegels.
Natuuriyk beeft dat ook administratieve
bemoeiing ten gevolge, maar nooit méér dan
de behoefte en navraag eischen en zonder
dat men nieuwe zegels noodig lieeft of
speciale depots van allerlei buitenlandsche
zegels behoeft op alle kantoren.
By hot maken van nieuwe internatio
nale zogels stuit men vooralsnog stellig en
zeker ook op de nationale gevoeligheid der
volken, die nog niet zoo geheel opgaan in
do toekomst-eischen van alle internationaal
verkeer. En oer overeenstemming omtrent
de uitvoering der Internationale postzegels
van verschillende waarden zal zyn verkregen,
zal dan ook de behoefte er aan zich zeker
heel wat storker moeten doen gelden, dan
nu biykbaar het geval is.
Bovendien ligt er voor de Postunie-admini
stratie zeker een voordeel in do ruilings-
opcenten.... als de vraag werkeiyk iets
beteekent. Do schatkisten kunnen daarvan
dan geldeiyk profiteeren, door, evenals de
geldwisselaars, de post als „postzegelwisse
laars" te doen optreden."
Een paar kantteekeningen op dit schryven
worden door de Haagsche Courant gemaakt.
Er zouden zegels van allerlei waardon noodig
zyn. Ja, indien men gewoonweg buitenland
sche verkrygbaar stelde of inderdaad wildo
bevorderen, dat de zegels voor internatonale
betalingen werden gebezigd. Neen, echter, wan
neer men, enkel het doel voor oogen hou
dende, zich bepaalt tot byzondere internatio
nale zegels; want dó,n is in elk voorkomend
geval te voorzien door samenvoeging van
zegols van 21/., en 12 f/a cont.
Het koersverschil by de prysbepaling.
Dit ondervangt ook ons voorste), daar wy
aangaven, byv. 1 cent boven de nominale
waarde te doen betalen, wat overigens voor
verbooging vatbaar is. Dit voorkomt te goiyk
het bezigen van do postzegels als „universeel
betaalmiddel", tenzy dan, gelyk in het binnen
land, voor kleine bedragen, in wolk opzicht
de maatregel öók al aanbeveling verdient,
misschien óók wel in een behoefte zou voorzien.
Do aanmaak van allerlei soorten. Deze
is, zooals wy zeiden, onnoodig. Twee soor
ten is voldoende; en dat kost niet veel; in
elk geval veel minder dan het in voorraad-
hebbon met renteverlies en het verrekenen
van groote hoeveelheden buitenlandsche.
Do behoefte is zg. dringend, maar inder
daad niet, want anders zou de handel er
v.e in v o zien. Neen, de handel doet dat
niet, omdat hy op den geringen omzet eer
zou verliezen dan winnen. Maar de abso
luut weinige behoefte is betrekkeiyk
toch groot genoeg om, waar de particulier
zichzolven niet helpen kan, den Staat te doen
optreden, die dit wol kan en genoegzaam
zonder kosten, misschien zelfs met eenig
voordeel.
De bandelsoperatie der Postunie-landen.
Niet kwaad bedacht. Maar alweer het
zelfde bezwaar van „vejrefcéning", d. i. van
veel administratieven omslag, zoowat oven
groot als de vraag gering is, als wanneer
er veel gebruik van werd gemaakt; ter-
wyi daarentegen internationale zegels elke
verrekening noodeloos maken, daar by de
post wordt aangenomen, dat elke brief (door
elkaar) wordt beantwoord.
En de nationale gevoeligheid. Wel,
d&érom juist wenachen wy, dat elk land
zyn eigen internationale zegels maken zal.
Dan kon er byv. het volgende op gedrukt
worden
op alle: „International";
op die van 12'/j ct., 25 centimes, 2% pence,
20 pfennige, enz.: „Lettres, Priefe, Letters",
en op dio van 21/, ct. (enz.): „Imprimés"
(enz.)
en voorts voor elk land, naarmate van
zyn munt, de aanwyzlng van de waarde In
cyfers, voor Nederland dus 2'/ en 12'/,
cent, met byvoeglng van den naam van
't land van uitgifte tor wille van de „gevoe
ligheid".
Om verwarring te voorkomen zouden ze
meteen grooter kunnen worden gemaakt,
zooals byv. de Zwitsersche jubileumzegels
waren.
De sociaal-democratie heeft in. het
derde Amsterdamsche district weer eens een
bewys van baar energie en levenskracht ge
geven, zegt tiet Volk.
In de meost ongunstige omstandigheden
atrydonde, behalve voor wat den persoon van
haar candidaat betreft, laat zy haar tegen-
pariyen achter zich en arriveert aan het
hoofd van do lyst No. 1 voor de herstemming.
Eon eigeniyken zuiveren verkiezingsstrijd
hadden we ook in dit district nog niet gehad.
By do Kamerverkiezing van 18Q7 kreeg Van
der Goes in dat district 270 stommen. By
de gemeenteraadsverkiezingen heeft Polak het
tweemaal ver gebracht, maar by de beide ver-
kiozingon had by den steun van niet-sociaal-
democratiscbe elementen, en by een was hy
zelfs door de radicale kiesvereeniging gesteld.
Nu was van dergeiyken steun geen sprake
niet alloen, maar door de radicalen werd hy
liet felst bestreden. Geon element is er buiten
de arbeidersparty, dat hem stemmen heeft
bijgebracht. Alle niet kerkelijke partyen hadden
een candidaat. De katholieken haalden een
streep door Den l-Iertog's schuldregister, waar
o. a. op stond, dat hy' eens in den Raad
eprak van de „mythologische voorstellingen"
der geloovigen, waarmede hy den inhoud van
den By bel naar het ryk der fabelleer verwees,
en steunden zyn candidatuur.
De radicalen traden op met een der cory-
pheeön van hun party en ze hebben hard
gewerkt.
Do 1026 stemmen, byna 1/t van alle uit
gebrachte, zyn dus wél de onze.
Nu is echter de verkiezing niet beslist by
eersto stemming. Er moet herstemming plaats
hebben en de radicalen iiobben den afloop in
handen.
Hun beslissing is zeer gewichtig, want deze
verkiezing heoft plaats aan den vooravond
der algomeene verkiezingen en kan daarop
grooten invloed uitoefenen. Hun beslissing
heoft bovendien plaats onmiddollyk na do
stichting van de nieuwe vryzinnig democra
tische party, welker stichting plaats had
omdat de vryzinnigo democraten zich niet
óón gevoelden met do „Liberale Unie" en
zeker nog minder met de kiesvereeniging
„Vooruitgang", wier beginselen zoo harteiyk
door Den Hertog werden omhelsd.
Waar zal die nieuwo party in deze do lyn
trekken
Zal zo doorgaan met dat, waarmede de
radicalen in district III zyn begonnen, en de
lyn trekken tusschen socialist en niet-socialist
Zullen ze in het gelid gaan staan by „Voor
uitgang" en „Grondwet" en „Katholieke
Kiesvereeniging", hetzy door te gaan steramen
of door onthouding? Want Den Hortogstem
men of zich onthouden staat in dezen vol
strekt gelyk.
Of zullen ze de lyn trekken aan den anderen
kant en, begrypende, dat de in de „Liberale
Unie" verwachte scheuring een hoog ernstig
karakter droeg, een anti reactionair en demo
cratisch karakter, in dozen den mede democraat
kiezen, al staat dan ook het woordje „sociaal"
vóór den gomeenscbappelyken naam?
De beslissing is gewichtig. Niet voor ons
alleen, maar ook, ja nog meer dan voor ons
voor de vryzinnige democraten. Ook by hen
geldt wat voor elkeen geldt: let op onze
daden. Beginselverklaringen zyn één maatstaf
van beoordeeling eener politieke party, de daden
zyn echter de voornaamste toetsteen.
Als dus al hetgeen gesproken is, op de
jongste „Liberale Unie"-rorgaderingon en op
de stichtingsvergadoringen der vryzinnige
democratie, goen woorden zonder inhoud
waren, dan heeft de vryzinnige democratie
aanstaanden Maandag de arbeidersklasse en
do democratie den grooton dienst to bewyzen,
van Hcnri Polak tot afgevaardigde van het
derde Amsterdamsche district te doen verkie
zen, en de reactie terug te slaan by den aanval,
dien ze doet op een tot nu toe door een demo
craat vertegenwoordigd district.
In dezen voorloopigen uitslag treft tiet
Volksdagblad drieërlei:
lo. De slechte opkomst der kiezers: van
de ruim 6200 gingen er slechts 2726 ter
stembus; dat is nog geeh 50 pCt. De Muider-
poorters vonden het biykbaar de moeite niot
waard zich hot vuur uft de sloffen te loopen
voor zulk een korte periode. In Juni heeft
de groote slag plaats. Zullen de kiezers dan
hun plicht beter beseffen?
2o. Dat, terwyl overal elders hot aantal
socialistische stemmen by elko volgende ver
kiezing pleegt te stygen, het ótemraencyfer
van Polak, by tweo jaar geleden, sterk is
gedaald: 1821 by de eerste stemming op 7
Juli 1899 (Raadsverkiezing) tot 1026 thans.
Men mag hieruit niot opmaken, dat het
socialisme aan het tanen is. Veeleer moet
worden verondersteld, dat de heer Polak in
den laatsten tyd de sympathie van vele niet-
socialisten, die vroeger op hem hebben ge
stemd, heeft verloren.
3o. Dat, ofschoon de radicale party door
de S.-D. A.-P. by herhaling vóór dood is ver
klaard, de 777 stemmen van mr. v. d.
Bergh, welke op een aan merkel y ken vooruit
gang wyzen, doen vermoeden, dat deze party
over meer geestverwanten heeft te beschik
ken dan men uit haar al te bescheiden
optreden geneigd is af te leiden. De vraag
rjjst, hoever de radicalen bij een krachtiger
organisatie het in dit district kunnen brengen.
De vryzinnig democratische party, waarin de
radicale bond zich 2al oplossen, zal zeker uit
dezen uitslag leering trekken. Dit is echter
een quaestie van later zorg.
Het Vollcsdagblad geeft don radicalen den
raad, by herstemming den heer Polak de over
winning te bezorgen, hoe weinig sympathiek
de heer Polak het blad ook zy. Persooniyk
belang moet achtergesteld worden by alge
meen belang.
En dit oischt, dat het aantal voorstanders
van grondwetsherziening in de Tweede Kamer
zoo mogeljjk by elke verkiezing toeneme. Reeds
op dien grond alleen zullen de radicale stem
men niet op Den Hertog overgaan.
Nauw is do vryzinnig-domocratische
party gevormd, of, zegt Het Vaderland,
daar biedt do herstemming te Amsterdam
reeds dadelyk gelegenheid aan te toonen, op
welken grondslag zy staat.
Zy heeft te kiezen tusschen Den Hertog
en Polak.
Natuuriyk zullen do sociaal-democraten, die
hot reeds als angstvallige kleingeestigheid,
zoo niet erger, beschouwden, dat ze maar
niet dadelyk don sociaal-democraat aanvaardde,
hot baar als plicht voorhouden, by herstemming
den heer Polak aan de overwinning te helpen.
En moeiiyk valt te ontkennen, dat de logica
dien eischt. Uier staan tegenover elkander
een candidaat, die van de urgentie van grond
wetsherziening doordrongen is, en een candi
daat, die deze urgentie betwist. Moeten niet
zy, wier oenige reden van bestaan de urgentie-
quaeste Is, met alle kracht werken voor den
eersten candidaat?
Toch zullen er wel zyn, die terugdeinzen
voor deze consequentie. Als de heer Den
Hertog de man is, die in zyn geheele wereld
beschouwing, in zyn staatsrpchtelyke en econo
mische beginselen hun veel nader dan de heer
Polak is, dan zullen zy genegen zyn de urgentie-
quaestie overboord te werpen en den heer
Den Hertog te steunen. Maar dan mag toch
gevraagd worden, welke de politieke gedachte
is, die tot scheuring in de „Liberale Unie" dreef.
Van den beginne af, toen het dryven naar
grondwetsherziening begon, hebben wy ge
wezen op de eventualiteit, waarvoor men nu
dadelyk vierkant wordt gesteld. Wy hebben
gewaarschuwd tegen een beweging, die óf
zou leiden tot versterking der sociaal-demo
cratische party, als wier slippondraagster
radicalen en liberalen geroepen worden dienst
te doon, óf alle beteekenis zou missen. Angst
voor het roode spook, heette dat toenhet
was zorg voor het behoud van de grondslagen
onzer maaèschappelyke ordening.
Wy zuMen zien, hoe do heeren bun standpunt
zullen weten te bepalen op hun holiend vlak.
Het v ry z in ui g*d em o era ti s cli ei-
zegt De Nederlander is Zondag to Utrecht
gelegd.
Of de heeren in hun hervormingsijver ook
hobben gevraagd om Zondagsrust voor spoor-
beambteu, journalisuon en het personeel van
het Gebouw van Kunsten en Wotenschappen,
meldt het verslag niot.
Naar het schijnt, vinden zy een stembiljet
voor al die mensehen veel grooter voorrecht
dan een vry en r astdag.
En vooral wanneer er dan een stembiljet
voor hun respedievoL&ki) vrouwen bekomt, dan
zal dit veel meer bovorderiyk zya aaa een ge
lukkig gezinsleven, dan wanneer <4ie huisvaders
den vryen Zondag aan vrouw on krokunaen
wijden.
Intusscben wil het geval, dat mm dor mooi-
lykheden, waarvoor de meerdorhen dor „Lib.
Unie" vreesde, zich roods onmiddellijk voordoet.
tiet Vaderland on zyn medestanders be
toogden herhftttldeiyk, dat de leus: „Grond
wetsherziening ter verkryging van algemeen
kiesrecht voor mannen en vrouwen vóór alles"
by de aanstaande stembus toch geen kans
op overwinning had en dat men nu, haar noch
tans aanheffend en eeriyk loorvoorend, voor
een groote moeilijkheid zou koaon te staan
by herstomraiDgen tusschen sociaat-democraten
on anti-urgentie-liberalen.
Wilde men de leus handhaven, dan moest
men in zulk geval de sociaal-demooraten stem
men, d. w. z. hen, met wie men het ééns was
op oen punt, dat niet aan de orde kwam,
tegenover anderen, met wie men hot ééns was
op punten, dio w l aan de orde kwamen.
De vryrinnig democratische party, opgericht
nadat de meening van tiet Vadcrtand in de
„Liberale Unie" zegevierde, staat nu voor die
moeiiykheid.
En reeds den dag na de oprichting
doet zich het geval voor.
In Amsterdam IH (vacature-Hartogh) zyn
Maandag m herstemming gekomen de heeren
Den Hertog lanti urgeutie-hberaai) en Polak
(sociaal democraat). Mr. Z. v. d. Bergh, be
stuurslid der nieuwe paruy, viel uit.
Wat zullen nu de vryzinaig-democraten doen,
die de beslissing in handen hebben?
Patrimonium schryft over do practische
kiosrechtquaostle:
„Wat nu de vraag van practische politiek
betreft, of de grondwetsherziening, voor een
dergelyke afdoende regeling van het kiesrecht
noodig, nu aan de orde zou worden gesteld
als stembusleuze of niet, dat is een vraag,
waarin „Patrimonium" zich niet kan mengen,
zondor te worden een politieke vereoniging.
En horhaaldeiyk werd immers onweersproken
de verklaring gehoord van alle zyden, dat dat
niet moest.
Nu kunnen wy ons best voorstellen, dat er
onder onze mannen zyn, die gehoopt hadden,
dat de stand van zaken zoo zyn zou, dat het
voor de anti revolutionaire party mogeiyk was
het kiesrechtvraagstuk aan de orde te stellen,
maar zy zullen ook Iets gevoelen voor I ->t
argument, dat de anti-revolutionaire party er
voor bedankt als hulptroep ingedeeld te wor
den in het leger, dat straks onder aanvoering
van mr. Troelstra en mr. Kerdyk zal opmar-
cheeren.
Nog boter kunnen wy ons voorstellen, dAt
mr. Troelstra zich van ons afkeert als van
democraten van valsch allooi, want heeft hy
de liberale party nu uit haar voegen gelicht,
de kroon kwam op zyn werk, al .iu ook de
anti-revolutionaire party in tweeën gescheurd
werd; maar wy zjjn zyn zaakwaarnemers niet
en achten do belangen van onze party hoogor
dan die van de zyne.
Het staat zoo. De conservatieven zouden
willen, dat wy niets deden dan stryden tegen
do socialisten, desnoods ten koste van de
sociale hervorming. De socialisten zouden
willen, dat wy niets deden dan stryden tegen
de conservatieven, desnoods mot prysgoving
van ons beginsel.
Maar wy meenen, dat de sociale hervormin-
3Fa©xA±ll©t;o>;o..
8)
Dienovereenkomstig bood ook de inwendige
bohuizing aan een scherper waarnemer dan
den verblinden assessor en zyn geestdriftige
zuster die eigenaardige mengeling van sieriyk-
heid en nooddruft, van weelde en gebrok,
gelyk men ze niet zelden by zorgelooze
kunstenaars on in vervallen adellijke huizen
pleegt te vinden.
Naast oude, kostbare pronkstukken, inge
legde, kunstryke rococo-kasten en siertafels
van rozenhout, keurige schilderyen en koper
gravures, prachtige beeldjes en vazen van
brons en Saksisch porselein ontwaarde men
in het zoogenaamde salon verschillende
waggelende tafels, beschadigde fauteuils, ver
schoten overtrekken, verbleekte gordynen en
gescheurde portières.
Nochtans kwamen deze vervallen ruïnen
en relieken van een schooner verleden den
assessor zóó eerwaardig en dichteriyk voor,
dat hy ze boven de prozaïsche degelijkheid
en de gewone gemakken in het vaderiyke
huis de voorkeur gaf, waartoe misschien
hoofdzakelyk bydroeg de aanwezigheid der
beminlyke gastvrouw, die in zyn oogen ook
de armzaligste hut in een feeënpaleis veranderd
en met haar lichtglans verheerlykt zou hebben.
Even aangenaam bleken Otto en ook Anna
over 't gezelschap verrast, dat zich langzamer
hand om mevrouw von Strahlen verzamelde:
een kloine, maar uitgelezen kring van oudere
en jongere dames en heeren, officieren, kamer-
heeren buiten dienst en vreemde diplomaten,
beroemde schryvers en kunstenaars, vooral
talryke musici en toondichtere.
Dit alles had voor Otto de bekoring van
het nieuwe en maakte des te meer indruk op
hem, daar hy tot dusverre in geheel andere
omstandigheden geleefd en zich hoofdzakelyk
slechts in de koopmanswereld bewogen had.
Hier vond hy eindeiyk dien fijnen en te gelyk
vryen toon, dien hy by zyn huisgenooten
miste, kunstenaarstalenten gepaard aan de
beschaafdste vormen, aristocratische voornaam
heid aan ongedwongenheid, prikkelenden geest,
vermengd met sieriykheid.
Op doze gemakkeiyke en toch zinryko
wyze werden zoo de jongste gebeurtenissen,
de gewichtigste letterkundige verschynselen,
Bismarck's zetten op het politieke schaak
bord, Schopenhauers zwartgallige levens
beschouwing, Hartmann's Philosophie van
het Onbewuste, Makart's prachtige kleuren
mengelingen en vooral Wagners toekomst
muziek nu oens ernstig, dan weer in scherts
in behandeling genomen. Ook ontbrak het
niet aan interessante anekdoten uit de zoo
genaamde groote wereld on aan geheimzinnige
geschiedenisjes van voorname personen, waarin
vooral do geestige majoor von Neufeld en de
oude kamerheer uitmuntten.
Tusschonbeide werd muziek gemaakt, door
een bekenden virtuoos een rhapsodie van
eigen maaksel mot bewonderenswaardige
vaardigheid voorgedragen en door de gast
vrouw zelve op algemeen verlangen het
nieuwste lied van Rubinstein onder storm
achtige toejuiching gezongen.
Natuuriyk vermaakten Otto en zyn zuster
zich als nog nooit in hun leven, daar ook het
l) Meo bedenke, dat deze geschiedenis omstreeks
mo kwart-eeuw geleden voorvcei
geheele gezelschap op het voorbeeld van
mevrouw von Strahlen beiden met een waarlyk
verrassende beminnelykheid bejegende en zóó
vriendeiyk was, dat zy woldra allo terug
getrokkenheid aflegden en langzamei hand aan
de belangwekkende gesprekken begonnen deel
te nemen, welke op dat oogenblik zich op
het terrein van het zoogenaamde spiritisme
bewogon.
Gelyk zulks by dergelyke gelegenheden het
geval pleegt te zyn, ontspon zich een leven
dige stryd tusschen geloovigen en ongeloovigen
over de mogelykheid van zoodanige verschy-
ningen, die aan, de eene zyde even beslist
staande gehouden als aan de andere ontkend
en bestreden werden.
„Do geheele geschiedenis," zei de twyfel-
zuchtige majoor, „is niets anders dan zwen-
delary en humbug, zuiver goochelspel. Ik be-
gryp niet, hoe een verstandig mensch dien
onzin gelooven kan."
„Gy zyt," antwoordde de oude kamerheer,
die een yverig voorstander van het spiritisme
was, „een ongeioovige Thomas, een verstokte
materialist. Zooals Shakespeare reeds zeide,
zyn er dingen tusschen hemel en aarde, waar
onze philosophie geen begrip van krygen kan."
„Dat zegt niet Shakespeare, doch Hamlet,
die, naar men weet, half waanzinnig was en
overal spoken en geesten zag. Met zulke
dichterlyke zinsbegoochelingen wordt niets
bewezen."
„Niet slechts een dichter als Shakespeare,"
merkte Otto aan, „maar ook de verqaardste
denkers en wysgeereu nemen een bovenzinne-
ïyke geestenwereld aan; zelfs een zoo heldere
kop als Schopenhauer
„Alle respect voor Schopenhauer," viel de
majoor in de rede, „maar op dat punt kan
ik niet met hem instemmen, hoezeer ik hem
anders ook bewonder en vereer. Ik verlang
feiten en geloof niets dan hetgeen ik met
myn oogen zio en met myn verstand bo-
grypen kan."
„Dan moet gy u tot den heer von Tück,
onzen geestenziener, wenden," zei een der
aanwezige dames. „Jammer, dat hy van avond
niet hier is I Hy moet in Amerika met de
spiritisten aldaar in nauwe betrekking hebben
gestaan en zelf geesten kunnen oproepen."
„Een hoogst interessant man, die mynheer
von Tück," voegde een bekende achryfster
er by. „Hy heeft in zyn geheelen aard iets
betooverends, geheimzinnigs, dat onwillekeurig
aantrekt. Ik zou graag oens willen weten,
wat hy hier eigenlyk uitvoert."
„Dat kan ik u zeggen," antwoordde de
kamerheer. „Naar ik uit de zekerste bron
vernomen heb, is do heer von Tück langen
tyd Amerikaansch consul geweest en op het
oogenblik door zyn regeoring met een ge
heime politieke zending belast."
„En ik," hernam de majoor, „heb ver
nomen, dat hy aan het hoofd van oen groote
Maatschappy staat, die in Mexico ryke zilver
en kopermynen bezit en wier belangen door
den heer von Tück op het vasteland behartigd
worden."
„Daarover zal zeker mevrouw von Strahlen
ons de beste inlichtingen kunnen geven, daar
zy, naar ik meen, met hem bevriend ia."
„Ik," antwoordde de gastvrouw kalm, „be
kommer my niet om de zaken en handelingen
myner vrienden, 't Is my voldoende, dat de
heer von Tück oen geestig, beminneiyk man
in gezelschappen is, een echte gentleman, die
my door myn neef Louis in Nieuw-York is
aanbevolen. Overigens verwondert het my,
waar hy van avond blyft, daar hy myn uitnoo-
diging ontvangen ea ook aangenomen heeft."
Juist op dit oogenblik, dat over hom ge
sproken werd, trad de byna niet meer ver
wachte gast ais op eon gegeven wachtwoord
het salon binnen en verraste de aanwezigen,
inzonderheid den assessor on Anna, door zyn
plotselinge, schier ontstemmende verschyning
en zyn inderdaad geheimzinnige persoon-
lykheid.
In do zacht opengaande deur stond een
man van om en by de dertig jaren, van hooge,
slanke gestalte, met geestvolle, by den eersten
blik in 't oog vallende gelaatstrekken; het
buitengewoon bleeke, ietwat afgeleefde gezicht
was door een donkeren baard on zwart haar
omiyst, waarmee hot verblindend witte voor
hoofd en de blauwe, flikkoronde oogen, die
een eigenaardige electrische vloeistof schenen
uit te stroomen, een des te scherper tegen
stelling vormden.
Het geheele voorkomen, bet fijno toilet, een
onberispeiyke rok, met verschillende ridder
orden vorsierd, vooral ochter zyn aristocra
tische manieren, duidden terstond een man
aan, dio gewoon was zich altyd in de hoogste
kringen to bewegen en een voorname rol in
do wereld te spelen.
„Vergeef my", sprak hy, do gastvrouw do
hand kussend, „dat ik niet vroeger kon komen.
Een gewichtige conferentie
„Gy hebt geen verontschuldiging noodig",
sprak mevrouw von Strahlen, hem in de
rede vallend, „daar gy ons ten allon tydo
welkom zyt".
„Ook was ik onzichtbaar by u", vervolgde
de heer von Tück glimlachend. „Terwyi ik
met onzen gezant een noodzakelijke bespreking
voerde, hoorde ik heel duideiyk myn naam
en den inhoud uwer gesprekken".
(Wordt vervolgd).