VsfflMt 1)1 GoiSm
leer dan 59 verschillende Stations zijn aan haar dienst gelegen.
Geïllustreerde Aglaja,
No. 12599
LEIDSCH DAGBLAD, WOENSDAG 20 MAART. - TWEEDE BLAD,
Anno 1901.
PERSOVERZICHT.
Vei'volg der Ad vertentiën.
rnstige Kamer,
vlugge verzending.
Vraagt BissstMIjettea, gratis verkrijgbaar.
Apothekersdijk 12.
Aiis «tante oniianp tevens ecu extra Kindemummei', groot O bladzijden, met E aao beide zijden bedrukte knippatronen, gebeel gewijd aan ftindermndes.
Ls het besto cd meest practische Damcs-Mode-Tijdsehrift.
Prijs per 3 maanden (6 nummers) 1.37V*.
De bekwame spoed, waarmee de
Kamer de gezondheidswet hoeft
behandeld, vestigt opnieuw de aandacht op
het nut van commissies van voor
bereiding. Het Handelsblad schrijft
daarover:
3Bij dit ontwerp heeft men weer eens den
goeden maatregel gevolgd om een speciale
commissie van rapporteurs te benoemen, die
in overleg met de Regeering de voordracht
voor het openbaar debat gereed maakt. Van
deze wijze van werken zyn herhaaldelijk uit
stekende gevolgen ondervonden, zooals nog
in het vorig jaar bij de behandeling dor wetten
op de ouderlijke macht, voogdij en jeugdige
personen. Door dat overleg worden vooraf de
moeilijkheden zooveel mogelijk uit den weg
geruimd.
Do verzuchting moet ons uit de pen: Ware
dezelfde wy'ze van voorbereiding by de leger-
wetten gevolgd 1 Niet onwaarschijnlijk zou
dan ook daar de ondervonden teleurstelling
zyn voorkomen.
Een les, dunkt ons, voor later. Het lot van
dergelyko omvangryke, ingrypende regelingen
behoort niet aan het toeval te worden over
gelaten. Naast den Minister behoort dan steeds
een commissie uit de Kamer te staan, die
met hem heeft samengewerkt en hem in de
moeiiyko taak om de behandeling tot een
goed einde te brengen bystaat. Het voorbeeld
van de gezondheidswet toont ook, wat voor
de gezondheid van den parlementairen arbeid
tioodig is.
Naar aanteiding van het ontsiagnemen
van ds. Van Hoogenhuyze uit het
bestuur van Neorbosch en de door
het Handelsblad geopperde vraag, of men nu
door financieele moeiiykheden de inrichting
zal moeten ontvolken en, voor een groot deel
althans, ongebruikt laten staan, zegt De
Vaderlander:
„Neen, dat kan en mag niet. Dat In geen
geval I
Maai* hot behoeft o. i. ook niet.
Laat men do groote Weesinrichting splitsen
In kleinere Departementen, die beter te over
zien zyn, met verantwoordelijke hoofden. Door
zetting der reorganisatie, waaraan men immers
begonnen is met de benoeming van den heer
G. Jakobs, in de richting naar hot paviljoen-
Bteleel.
Hiertoe hebben wy, die ons toch immers
reeds jaren lang vrienden en verdedigers van
do Weesinrichting betoond hebben, voortdurend
geraden en wy gelooven, dat het van groot
belang is.
Het zal voel gold kosten, maar het ver
trouwen en de liefde zullen vanzelf weder
opbloeien.
Zonder afdoendo tegemoetkoming aan de
gerezen bezwaren, naar den eisch des tyds,
zonder offer komt mon er niet."
J>o rodo, dio m r. 0. v d a II O U t 6 n
onlangs in Den Haag hield, heeft ook in
De Standaard een punt van bespreking uit
gemaakt. Het blad meent, dat mr. Van H.
voor het Parlement is geboren, maar dat er
een kentering in zyn zionswyze is gekomen,
dio hein niet is te vergeven. Verder is De
Standaard van oordeel, dat de waarschuwing
van mr. Van Houten, dat alle liens op hot
dok moesten komen om hot gevaar van een
„ministerie Kuyper" af to wonden, zyns on
waardig is.
„HU mag", schreef zy o. m., „party togen
party, program tegen program, beginsel tegen
beginsel stellen en hierby desnoods eigen
positie zoo gunstig doenlyk teekenen om al
het odium op zyn togenparty te werpen.
Maar wat beneden zyn waardigheid is, is de
personaliteit. Wat hem niet eert Is zyn
6peculeeren op persooniyke antipathieën. Wat
zyn rede tot een res mali exempli
maakt, is de poging om hartstocht tegen een
bepaald persoon to ontketenen."
In zyn nieuwen Staatkundige{n) Brief gaat
mr. Van Houten op dozo opmerkingen in.
Hy meent, dat dr. Kuyper in zyn woorden
juist oon complimentje had moeten zien en
wel do erkenning van hot parlementaire over
wicht, door hem in do laatsto vier jaren ver
overd. Dr. K. is, zegt mr. Van H., de leider
der rechterzijde. Nu reeds kan mon, volgons
hem, met tameiyko zekerheid zeggen, dat de
nieuwe Kamer weder zal zyn samengesteld
uit twee hoofdgroepen, wier onderscheiden
getalsterkte de Kroon by haar ministerkeuze
zal leiden: oenerzyds de clericale party (d. i.
de Katholieken en tot samenwerking met
hen genoigde rechtzinnigen) en onderzyds de
(groote) liberale party. Eveneens, dat de man,
tot wien de Kroon zich naar de regelen van
het parlementaire stelsel zal hebben te wenden,
wanneer do eerste groep de overhand krygt,
kwaiyk iemand anders kan zyn dan dr. Kuyper.
Er is in het door hom gestelde alternatief,
naar hy betoogt, geenerlei maliciouzo bereke
ning. Wel de geoorloofdo berekening, dat
menig kiezer zich nog eons bodenkon zal eer
hy een keuze doet, die loidt tot het resultaat,
dat de leiding der Regeering in dr. Kuyper's
hand komt. Dat deze de taak ernstig zal
opvatten en zekerheid zal willen hebben, dat
Kroon en party hem gelegenheid geven een
goed deel van zyn program uit te voeren,
ïydt zyns inziens geen twyfel. Dr. Kuyper is
zelfs, naar mr. Van H. herinnert, blykenshet
hoofdartikel in De Standaard van 10 Maart,
al bang door do „ambitieuzen" gedrongen te
worden een ministerie te vormen, dat zich
met de baantjes vergenoegt. Misschien leidt
dus, zegt hy, een opdracht nog niet tot aan
vaarding. Mogeiyk biyft onthouding van dr.
Kuyper, maar wegens die mogeiykheid behoef
ik my, laat hy hierop volgen, er niet van te
onthouden het alternatief te stellen, zooals
ik deed.
Overigens verweert mr. Van H. zich, dat
er een kentering in zyn zienswyze zou zyn
gekomen. Alleon op electoraal gebied is, naar
hy uiteenzet, in zyn verleden tweemaal een
kentering gekomen, doch nooit in theoretische
denkwyze. Do meening, dat armoede en kies
recht onvereonlgbaar behooren te zyn, dagtee-
kent reeds van vóór zyn Kamerlidmaatschap
011 stond en staat steeds muurvast. Kentering
is er slechts in practi6ch beleid.
„Tot 1874 meende ik," schryft mr. v. H.
wyders, „dat het ydel was naar Grondwets
herziening te streven en dat men zich, hoe
noode ook, wel moest bepalen tot een unifor
men census van f 20, het minimum der
Grondwet van 1848. Toen ik daarna Grond
wetsherziening aan de orde bracht, heb ik
aanvankeiyk gemeend, de arme klasse te kun
nen weren door rechtstreeksche uitsluiting
van do bedeelden en van degenen, die do
schryfkunst niet hadden geleerd. Ik heb echter
spoedig ingezien, dat op die wyze de grenslyn
niet in de practyk was door te voeren en
o. a. in myn voorstel van Grondwetsherziening
van 1884 daarvan blyk gegeven. De toen uit
gesproken gedachte, dat hetzelfde doel langs
den weg van toekenning van kiesrecht op
indirecte wyze kon worden bereikt, is in de
Grondwet van 1887 vastgelegd. Ofschoon ik,
vooral om andere redenen nl. om de grond
wettige uitsluiting van vrouwenkiesrecht en
van elk stelsel van evenredige vertegen
woordiging te voorkomen do Grondwet
ruimer had gewonscht, zou ik ook by vrye
wetgeving van deze methode niet moer zyn
afgeweken. De ontwerpen-Tak, hoewel voorop-
stollende, dat slechts zy het kiesrecht be
hoorden te erlangen, die in eigen onderhoud
on dat der hunnen konden voorzien, lieten
voor do armen achterdeuren open, welke hun
auteur niet wildo sluiten. Daarover ontbrandde
de door my niet ontweken, maar geenszins
gezochte stry'd. Deze kwam my zelfs zeer
ongelegen, omdat hy de natuurlyko ont
wikkeling van een ander tusschon ons dreigend
verschil stoorde, ten aanzien waarvan ik wel,
ook politieke partystelling tegenover mr. Tak
voorbereidde. Dit verschil, waarover nu nog
steeds, nadat Tak's plaats door mr. Borgesius
is ingenomen, de stryd voortduurt, is, dat ik,
yvorig voorstander van sociale hervormingen,
even yverig tegenstander ben van socialo
dwangfolitiek naar Pruisisch model."
Mr. Van Houten gaat alzoo nog niet in op
de opmerkingen, die de Middelburgsche Courant
naar aanleiding van zyn vorigen brief had
gemaakt en die wy hier korteiyk wenschen
te relevoeren. De Middelburgsche Courant vroeg
o.m. welke groote liberale party mr.
v. H. toch bedoelt; waarom mr. v. H. zich
daarvoor zoo interesseert en volgens welke
positieve beginselen die party, als zy tot
stand komt en do meerderheid krygt, zal
moeten regeeron. Dat zy a n t i-clericaal, an ti-
socialist, anti-protectionistisch wil zyn, ge
loofd de Middelburgsche Courant wel. Dat zyn,
zegt zy, trouwens de vryzinnige democraten
evengoed. Doch dat alles is maar anti.
En mitsdien niet voldoende, meent de Mid
delburgsche Courant, daar de partyen heden
ten dage op vasten bodem moeten staan, willen
zy vertrouwen wekken. Zy, die in aanmer
king zouden moeten en kunnen komen voor
do vorming van zulk een „groote liberale
party", zyn, naar zy betoogt, in vele opzichten
verdeeld in meening. Ook omdat dus later in
de Kamer en in hot ministerie dan van geen
homogeniteit spraak kan zyn, hecht de Mid
delburgsche Courant geen geloof aan de vor-
mings-mogeiykheid van dus een party.
Zy ziet niet m, waar mr. v- H. zyn mannen
zal vandaan halen om hen te brengen waar
hy wil, „daar de tyd, dat alleen hot anti-
clericalisme, hoezeer ook velen,
ook wy, dit blyven huldigen, saniuiuv..^,
voorby is", zegt de Middelburgsche Courant.
Men wenscht nu in hoofdzaak practische
sociale en staatkundige vraagstukken op to
lossen en do Middelburgsche Courant is be
nieuwd, wat daarvan zal terecht komen by
een party, zooals mr. v. H. die wenscht, een
partij, die h. i. niet krachtig en talryk kan zyn.
In oon vorig nummer van het Leidsch
Dagblad werden medegedeeld de aanvullingen
en wyzigingen van hot bostaando program
der Katholieke Kamerleden.
Het Centrum meent, dat deze toevoegingen
in ruimen kriug by val zullon vindeü.
Slechts kan de vraag ryzen of, nu op een
invoerrecht wordt aangedrongen, dat in hoofd
zaak fiscaal zal zyn, de oude paragraaf om
trent landbouw en nijverheid met eenige ver
andering dient te ondergaan?
Nog iets: hoe uitnemend ook do voorge
stelde aanvullingen zyn, toch kan men het
gevoel niet onderdrukken, dat er eenige
leemte blyft bestaan.
Door velen zal byv. worden betreurd, dat
niet de wensch naar invoering van Evenredige
Vertegenwoordiging in het program is opge
nomen.
Wellicht valt dit gemis te verklaren uit het
feit, dat men de kie6recht-quaestie thans niet
aan de orde wil gesteld zien, en in de aan-
vullingon het bereikbare heeft willen opsommen
voor de eerstvolgende periode.
Een andere zaak echter, waarvan de rege
ling zich opdringt, had men o. i. niet moeten
vergeten: nl. de voorwaardeiyke veroordeeling.
Naast de zeer noodzakeiyke regeling van
administratieve rechtspraak, is ook deze her
vorming alleszins aan te bevelen en van een
groot sociaal en nationaal belang.
De Regeering wil daarmede reeds een begin
maken wat jeugdige personen betreft, en de
hoer Cort van der Linden is in het algemeen
oen voorstander van de zaak.
Maar dit is niet voldoende. Voorwaardeiyke
veroordeeling, gelyk die reeds in andere landen
bestaat en heilzaam werkt, moet de leus
zyn, en daarom ware nadere aanvulling van
het program ook op dit punt zoer zeker go-
wenscht.
Niet geheel bevredigd, doch oer dankbaar
is eveneens De Residentiebode.
Overtuigd van de „dringende" noodzakeiyk-
heid van een regeling der administratieve
rechtspraak, waarop zoo lang reeds wordt
gewacht, kunnen wy toch niet gelooven,
dat deze zaak eerder aan de orde zal komen
dan byv. de herziening dor drankwet, welke
in staat van wyzen is, en hot arbeids contract,
dat mede in. verband met den arbeid van
den heer Drucker spoedig kan worden ver
wacht.
We kunnen dan ook mooiiyk aannemen,
dat, waar de Katholieke Kamerleden „aanvul
ling" van het program overwogen, ook niet
ter sprake is gekomen hun standpunt tegen
over tweo zoo belangryke quaestie3 als
het drankvraagstuk en het arboids-contract,
weike wy reeds noode onvermold zagen in
het program van 1897.
Een teleurstelling niet minder is het voor
ons, dat do Katholieke Kamerloden geheel
zwygen over de Evenredige Vertegenwoordi
ging, nu dit vraagstuk in do programma's
van verschillende partyen is aangeroerd.
Tegenover het program dor vryzinnige demo
craten: „grondwetsherziening om te komen
tot algemeen kiesrecht" stellen de Kamer
leden: „tariefsherziening om to komen tot
verzekering tegen ziekte, ouderdom on inva
liditeit". Ziedaar, zegt dit blad, een leuze, die
haast een heel program waard is. De kiezers
hebben nu do keuzo: een stembiljet voor de
vrouwen en bedeelden, of het pensioenboekje,
dat de heer Goeman Borgesius in verkiezings
dagen wel beloofde, maar als Minister in ge
breke bleef te geven. De strydvraag is zoo
zuiver gesteld en scherp geformuleerd en door
do leuzo „tegen het clericalisme en het pro
tectionisme" haast niet meer te vervalschen.
Hot Dagblad v. Noordbrabant is al weinig
bevredigd. Hot is het blad niet duidelijk wat
do Kamorleden willen. 'Of ze dit stuk procla-
meeren als een program van actio, dan wel
het in overweging geven aan de kiesvereni
gingen. Zo „hebben do eer mede te deelen".
Do quaestio, sinds maanden besproken in
onze pers, de quaestie over het recht van
medezeggenschap der kiezers wordt dus open
gelaten.
„Nog eens, wat geeft dit optreden onzer
Katholieke Kamer-dub voor stevigheid aan den
gnner onzer n io?
Wy kuunui» i a aan het juichen slaaa
en roepen, dat er weer eenheid is, roerende,
hartverheffende eenheid.
Doch, na hetgeen geschied is na '97, heb
ben we hierin geen lust.
We zullen, platonisch kalm, afwachten
de algemeene meening over bedoeld poli
tiek stuk."
Do Nieuwe Delflsche Courant drukt het stuk
af en schryft er o. a. onder:
Ziedaar wat de R.-K. Tweede-Kamerleden
aan de kiezers te zeggen hebben.
Er zullen o. i. niet veel R.-K. kiezers in
den lande zyn, die niet mot alle vier de punten
bovengenoemd van harte instemmen.
Verzekering van werklieden tegen ziekte,
ouderdom en invaliditeit: prachtig, prachtig.
Voor erkende kerkgenootschappen, enz.,
wordt met aandrang gevorderd de vry heid
om leerstoelen, enz.: dito, dito.
Pensioenverzekeriag van onderwyzers by
het byz. lager onderwys en van weduwen
en weezen enz., enz,: nogmaals prachtig,
prachtig 1
Maar
Den besturen der R.-K. kiesv. wordt beleefd
verzocht van deze punten wel kennis
te willen nemen.
Geen uitnoodiging om de leden dier veree-
nigingen met het schryven der Kath. Kamer
club in kennis to stellen, gaat er by.
Geen verzoek ook om bespreking in bestuur
of vergadering.
Wy (leden der Kamerclub) hebben de eer
dit goed te vinden; neemt er goede nota van.
Noch meer, noch minder.
Maar minder kan het niet.
De Katholieke kiezers worden als onmon-
digen behandeld.
De l'ijd, meedeelende, dat het program van
1896 gehandhaafd blyft, merkt daarover op,
dat herhaalde malen ia gebleken, dat het,
doordien (opzetteiyk of niet opzetteiyk) ver
schillende belangryke punten, daarin genoemd,
op zeer vage wyze waren omschreven,
geenszins aanspraak kan maken op do go-
wenschto duideiykheid, en dat de ondertee-
kening of aanvaarding van dit program vol-
strokt niet tot waarborg kan strekkon van
do in de Katholieke party niet minder ge-
wenschte eenheid. Daarom zou een verduide
lyking of nadere toelichting van dit program,
onder don eenen of anderen vorm, niet over
bodig geschenen hebben.
Dat er by de Katholieke Kamerclub zeer
goede redenon kunnen en zullen gewogen
hebben, om dergolyke verduidelijking of toe
lichting niet to beproeveu, gelooft het blad
volgaarne. Dergelyk streven zou, althans in
dien men met óón program voor den dag
wilde komen, waarschyniyk hopeloos zijn
geweest. Het is in dit licht, hetwelk nu juist
niet byzonder rooskleurig kan genoemd worden,
dat het nieuwe program moet beschouwd
wordon.
„Waar een program van beginselen, duide-
lyk en scherp genoeg gesteld om in verschil
lende gevallen en omstandigheden met beslist
heid den weg aan te wyzen tot eensgezind
optredon, blykbaar boven do krachten ging,
moet wel mot een program van actie voor
vier jaren of minder genoegen worden ge
nomen. De eisch echter dient daarby gesteld,
dat althans dergelyk program voor een zekeren,
niet langdurigen werktyd, aan duideiykheid
niet te wenschen overlaat, zoodat in bot
vervolg voorkomen worde, wat in de laatste
jaren zoo herhaaldeiyk heeft plaats gehad,
nameiyk, dat by zeer belangryke beslissingen
de stemmon der Katholieke Kamerleden uiteen
gingen, terwyi ieder z'ynerzyds boweerdo te
hebben gehandeld overeenkomstig, in geen
geval ten minste in stryd mot het program".
Nu meont De Tijd, dat het program niet
geheel aan dezen eisch voldoet. Zoo wordt
gezwegen over de voorname quaestie van
grondwetsherziening en wyziging van het
kiesrecht, waardoor een onverkwikkelijke stryd
over deze punten in do party zelf niet wordt
uitgesloten.
Een tweede voorbeeld 1
„De verzekering van werklieden tegen ziekte,
ouderdom en invaliditeit behoort in het volgend
wetgevend tydperk een voornaam punt van
wetgeving uit te maken." Zonder herziening
dat wil hior noodzakeiyk zeggenzondor aan-
zieniyko vorliooging der tarieven van in- on
uitvoer wordt echter die verzekering beslist
„onuitvoerbaar" geheeten. Dus zou men ge
neigd zyn te concludeeren stelt geheel de
Katholieke party zich op protectionistisch
standpunt en wil zy beschermende rechten gaan
heffen tot een zoodanig, thans nog ten eenen-
male onbekend, bedrag als noodig zal blijken,
om de zeker niet geringe uitgaven te dekken,
welke voor de rykskas uit arboiderspension-
neoring op groote schaal zullen voortvloeien.
De conclusie heeft iets verrassonds, omdat
mon in 1896 uit den mond vaneen eminent lid
der Katholieke party verklaringen gehoord
heeft, die hem oen plaatB aanwyzon in de
gelederen der vishandelaren.
Leest men echter het geheele program met
eenige aandacht, dan ziet men, dat de ge
trokken conclusie waarschyniyk onjuist ia.
Wat het program bedoelt, zyn geen bescher
mende, doch alleen fiscale rechten. Immers,
men leest, dat gestreefd moet worden naar zoo
danige herziening der tarieven waardoor de voor
waarden van voortbrenging binnen eigen grenzen
zooveel mogelijk gelyk gemaakt worden (wy
cursiveeron) met die van buitenland."
De opbrengst van een fiscaal recht is echter
lang niet zoo elastisch als dio van een bo-
schormcnd recht.
„Maar" vraagt het blad „welken waar
borg heeft men dan, dat de opbrengst van
dergelyk fiscaal recht voor het beoogde doel
ook maar eenigermato voldoende zal zyn? Of
reikt de bedoeling hier verder dan de woorden
te kennen geven? De vraag klemt des te
meer, omdat het program van 1896 ten aan
zien van dit punt beslist verder gaat in protec
tionistische richting en omdat in het tegen
woordige program wat o. i. daarin een zeer
betreurenswaardige leemte moot genoemd
worden elke aanduiding ontbreekt omtrent
de rol, welke men den staat by de work-
liedenverzekering wil toobedeelen".
Verdero vragen doet het blad niet, overtuigd,
dat het program vóór de verkiezingen doo*
gozaghebbenden schriftelyk en mondeling za'
worden toegelicht, waarop do kiezers recht
hebben.
De Nieuwe Tilburgsche Courant schryft:
Het program is gedecreteerd, do Kamorclub
heeft gesproken. In dio „missive" staat niet
te lezen aan wie zy is gericht, noch wat zy
oigenlyk ten doel heeft. Aan do kiesvereni
gingen en aan do pers ter beoordeoling over
gegeven? Er biykt niets van, on bovendien,
het zou overbodig zyn ook. Over de werking
van het „Program der Katholieke leden der
TweodeKaraer der Staten-Generaal", te Utrecht
in 1896 vastgesteld, is niomand buiten de
Kamerclub natuurlyk tevreden. Het product
gaf zóó weinig vastheid, dat de oon dacht,
op grond van dat program, den ander, die
meende te handelen volgens het program,
met Jupitergebaar uit do party en uit de
Kerk zelfs te kunnen wyzen. En nu is het
eersto wat w(j in de „missive" lezen: „ZjJ
(de Katholieke leden der Kamer) handhaven
het op 20 Oct. 1896 to Utrecht vastgestelde
Program." Kort en krachtig is het gezegd,
maar hot is tevens een hautain voorbijgaan
van het geheele Katholieko volk. En toch
behooron do leden der Kamer niet minder,
maar ook niet meer te zyn dan vertegen
woordigers van dat volk, dat by do vast
stelling van oon verkiezingsprogram toch wel
mag worden gekend en gehoord. En voor
het minst genomen is het een zonderlinge
wyze van handelen, waar zoo hoog noodig
is het vertrouwen van het volk te winnen of
te bewaren. "Wanneer men opmerkzaam luistert
naar wat er omgaat in de lagen van burgery
en „kleino luyden", dan behooft men nog
niet zoo heel veel gezond verstand te hebbe^
om op te merken, dat men over alles wat dt
Katholieke Kamorleden doen en tot stand
brengen, nog niet zoo heel tevreden is.
Een optreden als nu geschiedde, eondecre-
teeren van „zoo zyn onze bevelen" zal den
toestand niet verboteren. Zekor, voor do wedor-
verkieziDg van de aftredende loden (het lid
voor Beverwyk misschien uitgezonderd) is
geen gevaar, en daarmede stemt otu ;u de
rust en zelfbewustheid, die spreekt uit den
toon van de „missive".
Maar daarom was het maar veel beter een
program van actie achterwege te laten. Het
beste program dat wy hebbon is do catechismus.
Het blad besluit:
„Niet de Kamerleden hebben aan het volk
een program op te leggen, maar het volk heeft
te zeggen, wat het wenscht, en overeen
stemmend met dio wenschen, zyn afgevaar
digden te zoeken en te kiezen. Het program
en de nadere overwegingen laten wjj buiten
bespreking. Het zou zyn nut toch niet hebben
en de moeite niet loonen. De club bee/fc
gesproken, het volk heeft te zwygen."
Een Dame vraagt voor óón dag
per week tot vyf uren: een
liefst met gobruik van Piano, in het
centrum der atad. Brieven Bureel
Tan dit Blad onder No. 2480. 7
JBil'.ylie Tarieven.
726 86
Moderne talen door leeraren
uit de betr. landen. Prospectus
en Proeflessen gratis. Spreek
uren van den Directeur: Maan
dags en Donderdags van 2—4.
2223 10
Hattendood
(FELIX 1MMISCII, BellUili)
is het boste middel, om Ratten eu
Muizen snel en zeker te verdelgen.
Onschadeiyk voor menschen en dieren.
Te verkrygon in pakjes van 80 en
00 Cts. by REYST en KRAK.
Beestenmarkt. 2007 10
Het eerste nummer van het nieuwe kwartaal is verschenen. Het is 14 pagina's groot en bevat met een groot Supplement vol knippatronen een bijzonder
groote collectie afbeeldingen van fraaie "Voorjaars- en Zomerbostumes voor Dames en Kinderen.
Ook op het gebied van onderlileeding en handwerken is er geen tijdschrift, dat zulk een rijken inhoud heeft. De Gracieuse is tegenwoordig het eenige
tijdschrift in groot formaat, dat 2-maal per maand verschijnt. Geen ande: -journaal geeft zulk een overvloed van practische hulpmiddelen, zulk eeu duidelijken en voor iedi.r
bevattelijken tekst en heeft zulk een uitgebreiden kring van geabonneerden.
Alle boekhandelaren nemen hestellingen aan.
De Uitgever: A. W. SIJTIIOFF, te Leiden.