LEIDSCH DAGBLAD, ZATERDAG 16 MAART. DERDE BLAD.
De „Morgenstond".
No. 12596
Anno 1901.
Brieven over Znid-Afrika
VAN
JAN VAN HOLLAND.
I.
Terug in het vaderland f Na een verbiyf
van ongeveer anderhalf jaar heb ik weer
(hoewel eenigszins tegen myn zin) den voet
op Hollandschen grond gezet.
Tegen myn zin? Jal maar dat wil niet
«eggen, dat ik liever elders dan in Nederland
wil wonen, immers gaarne had ik nog langer
in Afrika myn krachten ter beschikking van
de strijdende Boeren gesteld, maar door
verschillende omstandigheden was my dit
onmogeiyk.
Na myn laatste schry ven vertrok ik spoedig
met een veld-ambulance onder een der doctoren,
die zich aansloot by het commando van
Waterberg.
Spoedig was elke postverbinding voor ons
verbroken, zoodat het my onmogelyk was,
nog eenig bericht naar Holland te verzenden.
Hoewel we in ons zwervend leven veel,
zeer veel zelfs hebben ondervonden, is dat
alles nu toch van te ouden datum om nu nog
verhaald te worden, doch gaarne voldoe ik
aan den wensch, nog enkele byzonderheden
betreffende den toestand uiteen te zetten.
Na myn terugkomst is my misschien wel
honderdmaal de vraag gedaan, wat naar myn
gedachte hot einde zal zyn en daarop kon ik
alleen antwoorden, dat, zoolang do Boeren
nog maar eenige levensmiddelen bezitten, er
ook nog hoop is voor hun overwinning.
Levensmiddelen ja, die hebben ze nog,
maar welke? Gemalen maïs in water gekookt,
dikwyls zonder zout en daarby een stuk ge
droogd vleesch, is al wat de Boeren in de
laatste maanden kunnen nuttigen.
Ook koffie is er sedert lang niet meer en
in plaats daarvan wordt maïs of gerst ge
brand, wat in zooverre met koffie overeen
komt, dat het nat, wat er van getrokken
wordt, zwart is en bitter smaakt, maar verder
hooft het met de geurige mokka weinig
gomeen.
Toch stryden zo voort, de Boeren, in do
vaste overtuiging, dat ze zullen overwinnen,
en nimmer zullen ze de wapens neerleggen,
dan wanneer ook dit eenvoudige voedsel
ontbreekt en zy dus door den honger tot
overgave worden gedwongen.
Dat begrypt de vyand zeer goed en stelt
daarom alles in het werk om al wat slechts
eenigszins eetbaar is, te vernietigen.
Alles, wat men hier schryft over de ver
nieling van huizen, enz., is, voor zoover ik
kan nagaan, volkomen waar en zelfs is het
dikwyls nog niet genoeg beschreven; het is
niet in hoofdzaak een strjjd met de Boeren,
het is een stryd tegen vrouwen en kinderen.
Het is waar wat men schryft over het
verbranden en vernielen van huizen; ik heb
ze van naby gezien en niet altyd zyn het
huizen van vechtende burgers, ook die der
weduwen moeten het ontgelden en zelfs werd
eenmaal een vrouw, die den vorigen dag
bevallen was, naar het open veld gesleept en
baar huis in brand gestoken.
Het is waar, dat de vyand al het vee en
de trekdieren wegneemt, of ze, zoo hy ze niet
spoedig genoeg kan vervoeren, op de plaats
doodt.
Hot is ook waar, dat de te veld staande
gewassen wordon vernield of dat de paarden
er in gejaagd worden en den kaffers wordt
het belet de akkers hunner meesters of
meesteressen to bewerken.
En volgens Engelsche officieren is het ook
waar, dat er by de laatste gevechten kaffers
waren om de gewonde Boeren af te maken,
maar die officieren toonden zich meer mensch
en hielpen dat plan verydelen.
Vrouwen en kindoren worden gevangen
genomen en weggevoerd naar de Engelsche
kampen, waar men voor hen een byzondero
afdeeling heeft, het vrouwenkamp genaamd.
Naby de Pinardirivier, in hot zoogenaamde
Boschveld, waren veel vrouwen met hun
kinderen en wagens gevlucht en ook zy
werden door de Engelschen meegevoerd, onder-
voorwendsel, dat men hen daar niet zonder
bescherming kon laten.
Hun wagens werden verbrand en toen later
de Boeren het kamp aanvielen, werden die
vrouwen in het midden gezet, zoodat het
voor de Boeren onmogelyk was te schieten.
Proclamaties waren steeds in verschillende
soorten voorhanden; beloften en bedreigingen
voor de Afrikaners wisselden elkander af,
maar hadden weinig succes.
Nog herinner ik my een dier proclamaties,
woike gericht was aan generaal Erasmus
van het Pretoria-commando en waarin o. a.
vermeld werd, dat de commandant-generaal
Louis Botha te Pretoria ziek was, de President
•en de Secretaris waren gevlucht en 's lands
gelden hadden meegenomen, zoodat de regee
ring niet meer bestond.
Verder meldde die proclamatie nog, dat,
behalve het „troepje" van generaal Botha,
do Booren-commando's niet meer bestonden,
en ze eindigde met den raad, zich maar
onvoorwaardeiyk over te geven.
Het antwoord van generaal Erasmus was
een voorstel aan den vyand, om met duizend
man en twee kanonnen in een vlakte te
komen, dan zou hy daar zyn met vyfhonderd
man en één kanon; degene, dio dan het eerst
moest wyken, zou zich dan met al zyn troepon
overgeven.
Dit voorstel werd echter niet aangenomen.
Eenige aanvoerders der Boeren werden met
Engelsche officieren naar Botha's commando
gezonden, ten einde zich van de waarheid te
overtuigen van hetgeen voorkwam in de
'proclamatie. Zy keerden echter onverrichter
zake terug; „zy konden het niet vinden"??
Later heb ik Botha gezien en moest zeggen,
dat hy er juist niet zlekeiyk uitzag.
Ook bleek het, dat de secretaris nog steeds
in Afrika was en de redenen van het vertrek
van den president Kruger zyn ieder genoeg
bekend.
Vergadering der afdeeling Leiden
en Omstreken van de Hollandselic
Maatschappij van Landbouw, ge
bonden in bet eafé „Bellevue".
Ter vergadering zyn, behalve 17 leden,
tegenwoordig de leerlingen, die met gunstig
gevolg hebben deelgenomen aan den cursus
in hoefbeslag, benevens de onderwyzer aan
don cursus, de korporaal-hoefsmid Löwenstein.
Ter tafei worden gebracht en gelezen
1. Verzoek van de afd. de Hoeksche Waard
van de Holl. Maatschappy van Landbouw, om
geldoiyken steun voor de in Juli a. s. te
houden tentoonstelling.
Met het oog op den financieelen toestand
der afdeeling, wordt met algemeene stemmen
afwyzend op het verzoek beschikt.
2. Verzoek van het Bestuur der afd. Oegst-
geest en Omstreken om te willen medewer
ken tot afschaffing van de 2-pCt. korting by
de betaling van de aan de Leidsche markt
gekochte kaas.
De hoer L. Spruyt verklaart zich zeer tegen
de afschaffing van dit gebruik, hetwelk niet
alleen te Leiden, maar, voor zoover bekend,
overal wordt toegepast; werd deze korting
alzoo afgeschaft alléén te Leiden, dan zou
dit op hot marktbezoek van koopers een
zeer nadeoligen invloed hebben.
Na nog eenige bespreking wordt besloten
aan de afdeeling Oegstgeest mede te deolen,
dat op den steun dezer afd. niet kan worden
gerekend, zoolang men zich bepaalt tot het
afschaffen der korting voor de Leidsche markt
alléén.
Vervolgens deelt de heer B. van Dorsten
het een en ander mede omtrent de door hem
verzamelde tarieven voor het vervoer van vee
op de Hollandsche- en Staatsspoorwegen.
By de gehouden besprekingen biykt, dat
men volstrekt niet is ingenomen met de
wyze, waarop gelegenheid wordt gegeven tot
vervoer van vee per Staatsspoor, speciaal van
Leidon naar Utrecht en omgokeerd, en wor
den verschillende voorbeelden aangehaald van
de ongunstigo regeling en bepalingen te dien
opzichte.
De heer Van Leeuwen zegt o. a., dat men
spoediger en goedkooper vee kan vervoeren
per Holl. Spoor van Utrecht over Amersfoort
en Amsterdam naar Leiden, dan per Staats
spoor van Utrecht naar Leiden, wat toch zeer
is af te keuren, den afstand in aanmerking
genomen.
Het einde van de bespreking is, dat het
bestuur wordt gemachtigd by den Directeur-
generaal van Landbouw stappen te doou om
een betere regeling te verkrygen.
Alsnu reikt de voorzitter aan 17 leerlingen,
die met goed gevolg hebben deelgenomen aan
den cursus in hoefbeslag, met een toepasse-
lyk woord do diploma's uit.
Een der leerlingen, de hoefsmid J. Bruynen,
te Sae8enheim, dankt in welgekozen woorden
het bestuur, den directeur en den onderwyzer
van den cursus voor het genoten onderricht,
onder het aanbieden aan beide laatstgenoemden
van geschenken.
De directeur van den cursus, de heer Van
Gruting, spreekt eenige woorden tot danken
afscheid.
Vervolgens wordt het woord gegevon aan
den heer P. van Balen, uit Bodegraven, die
op duideiyke en aangename wyze een voor
dracht houdt over de „voedering en verpleging
van het varken".
De heeren Weydung, C. de Graaf, Van
Gruting en Van Dorsten vragen inlichtingen,
die worden verstrekt.
Hierna wordt overgegaan tot de benoeming
van twee bestuursleden, in stede van de
heeren Van Gruting en Van der Geest, die
zyn afgetreden en niet herkiesbaar zyn.
Na herstemming tusachen de heeren J.
Rietkerk, C. Christiaanse Jr., L. Spruyt en
J. C. Hoogeveen, worden beide eerstgenoem-
den gekozen, die verklaarden de benoeming
aan te nemen.
Tot leden der commissie voor het nazien
der rekening over den dienst 1900 worden
benoemd de heeren J. de Graaf, D. van Gruting
en L. Spruyt.
De heer A. van Leeuwen wenscht te spre
ken over het aanhangig wetsontwerp ter be-
stryding van de tuberculose.
Na gedachtenwisseling met den voorzitter,
verklaart hy zich bereid dit punt in de eerst
volgende vergadering in te leiden. Daarna
wordt de vergadering gesloten.
Flnanoleele Kronleki
Het begin der Beursweek droeg oen minder
aangenaam en ook minder vast karakter dan in
den laatsten tijd het geval was geweest, zoowel
voor onze Staatsfondsen als voor Amerikaansche
Spoorwegwaarden. Deze laatsten ondervonden een
gevoelige reactie, deels door de vrees voor even-
tueele werkstakingen, welke meestal niet uitblij ven,
wanneer de steenkolen een prijsverhooging onder
gaan, deels ook te wijten aan de koersschomme
lingen der yzer- en staalwaarden, welke in het
leven geroepen werden door de nu eens bevesti
gende, dan weder ontkennende geruchten van
oppositie tegen de United-States-Steel-corporation.
Ook de reis van Morgan naar Europa, aau welke
een plan wordt verbonden om een Amerikaansch-
Duitsche 8taal-combinatie te vormen, deed haar
invloed gelden. Langzamerhand werd echter de
stemming williger, om ten slotte weder iets in te
krimpen. Het wordt, wat deze afdeeling aangaat,
zeer gewaagd om in voorzeggingen to gaan, want
zooveel invloeden laten zich gelden; toch komt
het ons voor, dat de rijzende beweging nog niet
haar hoogste punt bereikt, maar hoo hooger de
koersen stijgen, des te voorzichtiger zy men in de
kouzo van hot fonds, dat men koopen wil.
Een willige, rijzende markt verleidt zoo licht
tot aankoop vau intrinsiek waardeloos papier.
Direct goedkoop is geen enkel Amorikaansch-
Spoorweg-aandeel meer, en toch izijn er, die, hun
financieelo positie in aanmerking nemende, nog
niet t e duur genoemd kannen worden. Maar don
moet men ook alleen letten op de innerljjke waarde,
niet op spoedige rijzing. Koersverheffing kan
plotseling intreden voor zelfs het meest waarde-
looze fonds, wanneer het zoo in de plannon der
Amerikaansche Spoorweg-magnaten ligt, om zich
de contrólo van een of andere Maatschappij te
verzekeren. Dikwijls is in een tijd als deze winst-
nemen aau te bevelen. De Spoorweg-ontvangsten
blijven steeds gunstig en de koersen op dividend
betaling dus naarmate grooter.
Voor Europoesohe Staatsfondsen
was de stemming wel gunstig en vrij vast, doch
de omzetten waren maar weinig meer dan middel
matig.
Hollandscho Staatsfondsen stonden
evenmin hoog en zoo wisselden lagere en her
stelde koersen elkander voortdurend af, terwyl
de geldmarkt weinig of niet veranderde.
Metallioken waren voortdurend vast. In
Oostenrijk is een wetsontwerp ingediend met het
doel de industrie algemeen te bevorderen.
Het komt in hoofdzaak hierop neer, dat nienwe
ondernemingen en nog niet in Oostenrijk bestaande
industrieën gedurende 12 jaar vrjjdom van belas
tingen zullen genieten. De berichten van nieuw
uit te geven leeningen volgen elkander gestadig
op. Vooreerst wordt or gesproken over een
ophanden zijnde DuitAche Rijksleening van 300
millioen 3-pCts.-obligatiën; verder wint de meening
meer en meer veld, dat een Engelsche
leening niet lang meer kan uitblijven. De kosten
voor de legers in Zuid-Afrika en China overtreffen
verre de credieten, vroeger reeds voor dezelfde
doeleinden toegestaan. De eonige rationeele w$ze
om in deze behoeften te voorzien is de uitgifte
van nieuwe consols, hoewel daarmede onver
mijdelijk een verdere koersverlaging van dit fonds
gepaard zal gaan. Het opnemen van het benoodigde
geld door de uitgifte van schatkistbiljetten zal
toch ondoenlijk blijken en de druk, welke daardoor
op de geldmarkt moet worden uitgeoefend, kon
niet achterwege blijven. Verhooging van do
accijnzen en uitvoerrechten op de suiker kan op
verre na niet genoeg opbrengen en zal do burgerij
te veel drukken.
In Italianen was de handel zeor stil. De
Staatsinkomsten wijzen een aanzienlijke vermeer
dering aan.
De onderhandeling omtrent het vast to stellen
oonvenu, tusschen de buitenlandsche comitó's en
de Portugeesche regeering zijn weder afgebroken.
De Portugeesche minister blijft steeds veel hopen
van Frankryks en Duitschlands welwillendheid.
Het is ons echter niet recht duidelyk waarom
juist deze landon, die in hun kapitaal zeer veel
benadeeld zijn door Portugal's oneerlijke handel
wijze, dit land genegen zyn. Wy verwachten hier
van dan ook niet veel; wel heeft Portugal de
Fran8che markt noodig.
In Spanjaarden ging al zeer weinig om.
Toch kan de toestand van het land beter worden,
als de plannen van den nieuwen minister van
financiën, met het oog cp do ontwikkeling der
rykdommon van dat land, verwezenlijkt mochten
worden.
Hoewel do handel niet levendig wa9, konden
Russen toch meer belangstelling ondervinden
en bleef de stemming vast. De ijzerindustrie, die
lang kwynende was, schijnt weer flinker aanzien
te krijgen. Men is besloten tot den bouw van de
.Zweite-Katharinenbahn" over te gaan. De kosten
daarvoor zyn geschat op ongeveer 10 millioen Rbl.
De levering der rails wordt, voor zoover dat
mogelyk is, gelijkelijk onder de Zuid-Russische
ijzerwerken verdeeld, ten omde ze uit hun tegen-
woordigen slechton toestand eenigszins op te heffen.
T u r k ij e is nog steeds in onderhandeling over
een leening van 3 millioen pd. st.; doch waar
dezo plaatsing zal vinden is nog niet bepaald. De
onderhandelingen met Duitschland daaromtrent
vorderen niet al te hard.
Aaüdeelen Ned.-Zuidaf. Spoor ondervonden
aanvankelijk eenige belangstelling, die later weer
verminderde, zoodat voor deze waarden reaotie
intrad. De besturen der vereenigingen ter behar
tiging van de belangen der Nederlandsche aandeel
houders bobben zich tot den minister van buiten
landsche zaken gewend met verzoek de noodige
stappen te doeD, opdat de Nederlandsche houders
in geen geval door Engeland ten achter worden
gesteld bij andere belanghebbenden.
Over het algemeen waren de Zuidamerikaansche
waarden weinig geanimeerd; toch werden deze in
het begin der week meer gevraagd. Dit was het
meest merkbaar by Brazilianen en Colum-
bianen. De onderhandelingen van den minister
van Columbia met do Vereenigde Staten over het
overnemen van hot Panamakanaal steunen veelal
op medewerking van Amerika.
Peruvianen kwamen de laatste dagen lagor
af. Venezuela verbeterde iets en Dominioa
kon zich in locale belangstelling verheugen. In
verband met de jongste daling in aandeelen
Banque Aux. de la Bourse, dunkt het ons niet
ondienstig er op te wijzen, dat het bedrijf van
de Bank niet zoo erg ongunstig is goweest. Daar
is toch oen winst gemaakt van 500,000 fr., zijnde
5 pCt. van het aaodeelen-kapitaal van 10 millioen.
Het bestuur heeft echter voorgesteld deze geheelo
winst te bezigen voor afschrijving en reserve.
Zeer veel belangstelling ondervonden do Indus-
trieele ondernemingen.
De Petroleummarkt was vooral voor de Indisobe
soorten zeer willig met belangrijk hoogere koersen
voor K o n i n k 1 ij k e-, P a 1 e m b a n g- en ook
J a v a-a andeelen; slechts A m s t.-R u m e o n-
8 c h e deelden niet in deze verhoogde cijfers en
liepen verder torug op geruchten eener kapitaals-
reductie.
Do Tabaks markt stond ditmaal by ons,
zoo niet geljjk met, dan toch direct naast de
Amerik. afdeeling. Voor byna allo soorten valt
ferme koersverbotering te constateeren, waarvan
vooral de laaggeprijsde soorten sterk profiteerdou.
Ook Mynwaarden waren algemeen hooger
en ferm van houding, waarbij N o o r d-C e 1 e b os
en Nederlandse h-Indisohe Mijnbouw
alsook Soemalata zich vooral onderscheidden,
Rijnlandsche Bank
Gemengd Nieuws.
De rechtbank t® Haarlem heeft
veroordeeldH. Peperkoorn, arbeider te Heem
stede, wegens diefstal en mishandeling van
een ambtenaar in functie, tot 3 weken ge
vangenisstraf. J. D. Piet, kleermaker, te Aals
meer, wegens opzetteiyke vernieling, tot f 5
boete of 6 dagen hechtenis. G. Stokman,
arbeider te Haarlemmermeer, feit als voren,
tot 5 dagen gevangenisstraf, met vryspraak
van het meerdere. J. S. Jansens, boeren
arbeider te Haarlemmermeer, wegens dieren
mishandeling, by verstek tot f 7 boete of
7 dagen hechtenis.
By het rangeeren van een lokaal-
trein is gistermiddag juist op de viaduct'
aan den Ryawykschen weg te 's-Gravenhage
een machine door verkeerden wisselstand op
dien trein geloopen. Een der wagens geraakte
uit het spoor. Höt hoofdspoor werd binnen
een half uur vrij gemaakt, zoodat slechts
enkele treinen op een zyspoor het station
binnen kwamen.
Do schade is niet heel groot. Persooniyko
ongelukken hadden niet plaats. Men is met
spoed aangevangen den gekantelden wagen
weer in het spoor te zetten.
De netto-opbrengst van hotkin-
derfeest, gegeven in den Grooten Schouwburg
te Rotterdam ten voordoele van het Centraal
Israölietiach Kinder-, Wees- en Doorgangs-
weeshuis, te Leiden, bedraagt f 1127.19.
De rywielbelasting over hot jaar
1899 bracht f 29,627.50 op in Zuid Holland
en f 26,586 in Noord-Holland.
Een Rotterdammer maakte zich
ln de Tuinderstiaat zoo driftig, dat hy zich
met een mes aan de hand verwondde en zich
met een byi een gat in het hoofd sloeg.
De heer Jacobson, uit Chariot-
tenburg, de laatste in het Ziekenhuis te Twelloo
overgebleven gewende van het spoorwegon
geluk aldaar, verliet gisteren geheel hersteld
dat Ziekenhuis.
Solide bouwl Aan het ln aan
bouw zynde station te Amersfoort geraakte
gisteren door het dreunen van een vertrek-
kenden trein het fmdament van een der
pilaren, waarop de spanningen van de sta-
tionskap rustten, los, zoodat het voetstuk in
den grond zakte en een arbeider door de
punt van de door het ongeval loskomende
spanning werd getroffeD, zoodat by meer dood
dan levend moest worden weggedragen. Voorts
werden 8 wagens van don juist vertrekkenden
trein door de neervallende spanning beschadigd.
De trein stopte onmiddellijk.
Gisternacht brandde door een
onbekende oorzaak de boerdery „Do Tol"
onder Velp (N.-B.) tot den grond af. Zy was
eigendom van den heer Dogemann te Grave
en bewoond door den heer J. Cornelissen.
Alles was verzekerd. Do kooien zyn gered.
Door don val van hot water kon
het stoomgemaal te 'e-Hertogenbosch buiten
werking treden en de watertoegangen der stad
opengesteld worden. Booten en andere vaar
tuigen hebben daarop weor bezit genomen van
de haven.
De Koningin-Regentes vanSpanja
heeft ter gelegenheid van het huweiyk van
de Prinses van Asturiö, een amnestiebeslult
uitgevaardigd ten behoeve van deserteurs en
hen, die zich moedwillig aan den Spaanschen
krygsdienst hebben onttrokken. Spaansche
onderdanen in Nederland, in een dezer ge
vallen verkeerende, moeten zich, om, zoo zy
in de tormen vallen, gdegonheld te bekomen
naar hun vaderland torug te keeren, binnen
vier maanden aanmelden by de Spaansche
consulaten hier te lande.
Een achttienjarig jongeling uit
Leeuwarden, in een manufacturenzaak te Breda
werkzaam, was met zyn eenigszins verwonde
rechterhand in aanraking gekomen met oen
gekleurde stof, ten gevolge waarvan de hand
on daarna ook do arm begonnen op te zwollen.
Naar Leeuwarden Övergebracht, om daar ver
der by zyn familie te worden verpleegd, was
de toestand op de reis zeer verergerd. Aan
oporeeren viel niet meer te denkon, daar de
bloedvergiftiging zich reeds verder had ver
spreid. De dood volgde nu spoedig.
To Veenendaal is de kleuren-
verver C. van Ravenswaay, die zich in de
stoom8aJetfabriek der firma Gobrs. Yan Leeu
wen op 22 Febr. jl. zoo deeriyk brandde, na
een smarteiyk ïyden overleden. Hy laat een
vrouw en twee kinderen onverzorgd achter.
iTeuilieton.
13)
„Of ik dat will" riep Rectow opgewonden,
drukte de oude vrouw een geldstuk in de
hand en groep haar zenuwachtig by den arm.
„Wijs my den wog naar juffrouw Rudloff,
moedertje l Ik moet de jongedame dadeiyk
Bpreken, het is van het hoog3te belang."
„Zeker, zekorl" antwoordde do hospita.
,TJ kan niet verkeerd gaan, mynheer l Kom
als het u blieft mee door den tuin; ik breng
u over de weilanden en wys u de duinen,
^vaar juffrouw Lisa zitl Ik heb haar immers
alken dag voor het eten moeten halen!" En
de oude vrouw streek haar styf gesteven
boezelaar terecht, maakte nog een beleefde
dankbare nyging en snelde den eleganten
heer vooruit.
Nadat zy een eind over de roodachtige gras
vlakten^ had afgelegd, bleef zy staan, haalde
diep adem on wees met de hand naar.de dicht
bügelogen schilderachtig hooge duin, wier
afgebrokkelde, uitgetakte top zich tegen de
blauwe zomerlucht afteekende.
„Zoo, mynheer 1 Nu nog honderd sch.edènj
dan is u er! Ziet gy daar die uitliolli; g ln
het duin? Daarin zit de juffrouw, wyi het
gezicht op zee van daar uit het mooiste isl
En nu goeden dag en nogmaals bedankt!"
Ekhard nam beleefd den hoed af en snelde
flu haastig door het bloeiende heidekruid naar
het dool van al zyn wenschen.
De bonte vliegen gonsden en zweefden in
fl0n zonneschyn om hem heen, even menig
vuldig als de gedachten, die vol liefde en onrust,
vol angst en verlangen door zyn hoofd
kruisten. Hy zag niet, hoe alles om hem heen
bloeide en uitsproot; hy hoorde de vogelen niet
boven hem jubelen en gevoelde den lieflyken
geur niet, waarmede duizend bloemkelkjes hem
begroetten. Zyn blik was vol onstuimig ver
langen daarheen gericht, waar het hooge riet
zich op het zand heen en weer bewoog, on
zyn oor hoorde'slechts één ding: het zachte,
bittere snikken, dat dicht voor hem uit de
zandholte tot hem doordrong.
Zoo onhoorbaar mogoiyk kwam hy nader.
Vóór hem strekte zich de witschuimende,
blauwe zee uit, hy zag het niet, hy zag
slechts do slanke meisjesgestalte, welke tegen
de holling tusschen de halmen, in het door
do zon warm geblakerde zand lag, met het
gelaat op don arm, dat door lucht en licht
als met oen gouden glans was omgeven.
Niet een opgewonden en hartstochtelyk, maar
eon zacht snikken deed haar lichaam schokken,
en een diepdroevig zuchten verried den
luisteraar, dat zeker vele ontelbare tranen
over de bleeke wangen rolden.
Een oogenblik stond Ekhard onbeweegiyk
en keek op haar neer. Hoe dubbel lief was
zy hem ter wille van deze tranenI „Wees
getroost, arm kind; hy, die ze veroorzaakt
heeft, zal ze je van de wimpers kussen, zal
dezen droevigon dauw doen opdrogen evenals
do zon, wanneer zy den bloempjes met ver
blindende helderheid verzekert, dat de donkere
nacht voorby, dat het dag geworden en aan
hun angst en verdriet een eind gekomen isl"
Dan zal het geluk uit de betraande oogen
stralen en do giashalmen, bloemkelkjes en
het heidekruid, welke zich zoo juist nog
bogen, om het arme, jonge menschenkind
onuitsprekeiyk treurige melodieön van het
vinden en het eeuwig afstand doen in het
oor te fluisteren, zullen plotseling klinken en
zingen als huwelyksklokkon, en de zeewind,
die zuchtend daarheen woei, alsof hy slechts
van teleurgestelde hoop kon vertellen, zal
plotseling het zeil van het levonsscheepje
doen zwellen, het in de haven van het geluk
voeren l
„Lisal" riep hy zacht. „Lisal"
Zy schrikte op. Met wyd geopende, vochtig
glanzende oogen staarde zy hem aan; oen
rilling ging door haar lichaam.
„Lisa, wilt gy my aanhooren?" Hy kwam
nader en stak haar beide handen toe; zy ant
woordde nog steods niet. Langzaam streek
zy met de hand het krullend haar van haar
voorhoofd, richtte werktuigiyk op en staarde
hem aan als in een droom.
Nu stond hy voor haar, knielde naast haar
neer en gioep haar yskoude, kleine handen.
„Lisa, ik heb je immers onuitsprekeiyk lief,
en gy, slechts gy alleen zult de myne worden,
want de tjjd der teekenen en der wonderen
is nog niet voorby l Laat my alles zeggen
Zy trok met oen half gesmoorden kreet haar
hand terug, stond met een plotselinge be
weging op haar bevende voeten, en liaar
oogen keken met een dreigende, toornige uit
drukking op hem neer.
„Geen woord meer, mynheer 1 "Wat hob
ik gedaan, dat gy my zoo onuitsprekeiyk be-
leedigt?"
Ook liij stond op en keok haar met een
stralendon blik ln het liove, toornige go-
zlchtjo.
„Ja, Lisa, ik zou u in dit oogenblik bo-
leedigen, wanneer zich aan deze hand, welke
ik u aanbied, een trouwring bevond."
„Of gy dion in misdadige trouwbreuk af
getrokken on gebroken hebt, of dat gy dien
nog draagt, biyft voor my hetzelfde 1" riep
zy heftig en droogde haastig en trotsch haar
tranen. „Een man, die met den eed van
trouw speelt, heeft in myn oog elk vertrou
wen verloren, on lievor dan my over het
verwoeste levensgeluk van een ander naar
het altaar te begeven, zou ik my in den vloed
daar werpen l God weet, dat ik opzetteiyk
niets gedaan heb, om dit rampzalig conflict
in het leven te roepen, ik ben u mot alten
eerbied, vol vertrouwen te gemoet gekomen,
ik heb u in het begin zoo hoog geschat en
vereerd, als ik u in de laatste dagen beklaagd
heb, en als ik u in dit oogenblik veracht!
Het was nlot goed en ridderiyk van u, my te
volgen, toen gy zaagt, dat ik u ontweek; gy
badt u zolf en mij dit pyniyk uur kunnen
besparen l"
Zy had in hartstochtelyke opwinding, over
haar eigen woorden struikelende, gesproken,
en wyi zU zeker verwacht had, dat die een
andere uitwerking zouden hebben, hing haar
blik bUna dreigend aan zyn lachend gezicht,
toen zy zich van hom afwendde om naar
benoden te stormen.
Haar vlucht in het diepe zand was moeiiyk;
Rectow stond in het volgende oogenbük weer
naast haar.
„Uw woorden golden den landraad Erksdorff,
den echtgenoot on vader van twee zonen,
nietwaar?" vroeg hy haastig. „Zoo ik steeds
vry en ongetrouwd wa6 goweest, zoudt gy
dan de myue zyn?"
Zy antwoordde, opnieuw in snikken uit
barstende, slechts met een kort, byna wan
hopig: „Het zy God geklaagdl Nu is het
te Iaat!"
„En Gode zy daarvoor geloofd, want nog
is het niet te laat, ik ben de landraad Erks
dorff nietl"
Zy bleef als versteend staan, drukte de
handen tegen de zwoegende borst en keek
als wezenloos naar zyn knap, ontroerd golaat.
„Zytg(jErksdorff.niot?"
Nu hiold hy haar belde handen nog vaster
dan te voren.
„Lisa, vergeef my de grap, waartoe ik my
onschuldig en overmoedig liet verleiden en
welke my uren van gewetenswroeging en
kwelling heeft bezorgd l De landraad en ik
hebben onze namen vorwisseld; nooit heeft
een trouwring, nooit heefteen andere dan doze
diorbare, lieiligo ring van myn grootvader,
myn hand versierd; ik ben Ekhard von
Rectow, de vrouwenhater en dwaas, die voor
do verlovingsbadplaats vreos koesterde en die
daar toch al zyn levensgeluk heeft gevonden
Lisal Do huweiykon worden ln den hemel
gesloten, en of wy ock al verstoppertje met
elkaar speelden, God heeft ons toch den
rechten weg gewezen, die ons voor altyd
moet vereenigen l Lisa, hebt gy nu een beter
antwoord voor my?"
Het gelaat van het jonge meisje word
beurtelings rood en bleek. Zy bewoog de
bevende lippen en kon toch niet spreken,
doch toen hy zich voorover boog en haar
In de oogen zag, las hy het antwoord, wel
sprekender daarin uitgedrukt dan in duizend
gesproken en geschreven woorden.
Een zachte, juichende kreet van geluk, en
de zee begon hoog te schuimen, als een groet,
en vloeide voort in de kleur van de trouw,
zoo eindeloos, zoo onbegrensd, zoo ondoor-
grondelyk, onmoteiyk en eeuwig, als de
liefde, do heilige liefde in het hart van
den mensch l
(Slot