LEIDSCH DAGBLAD, ZATERDAG 16 MAART. DERDE BLAD. De „Morgenstond". No. 12596 Anno 1901. Brieven over Znid-Afrika VAN JAN VAN HOLLAND. I. Terug in het vaderland f Na een verbiyf van ongeveer anderhalf jaar heb ik weer (hoewel eenigszins tegen myn zin) den voet op Hollandschen grond gezet. Tegen myn zin? Jal maar dat wil niet «eggen, dat ik liever elders dan in Nederland wil wonen, immers gaarne had ik nog langer in Afrika myn krachten ter beschikking van de strijdende Boeren gesteld, maar door verschillende omstandigheden was my dit onmogeiyk. Na myn laatste schry ven vertrok ik spoedig met een veld-ambulance onder een der doctoren, die zich aansloot by het commando van Waterberg. Spoedig was elke postverbinding voor ons verbroken, zoodat het my onmogelyk was, nog eenig bericht naar Holland te verzenden. Hoewel we in ons zwervend leven veel, zeer veel zelfs hebben ondervonden, is dat alles nu toch van te ouden datum om nu nog verhaald te worden, doch gaarne voldoe ik aan den wensch, nog enkele byzonderheden betreffende den toestand uiteen te zetten. Na myn terugkomst is my misschien wel honderdmaal de vraag gedaan, wat naar myn gedachte hot einde zal zyn en daarop kon ik alleen antwoorden, dat, zoolang do Boeren nog maar eenige levensmiddelen bezitten, er ook nog hoop is voor hun overwinning. Levensmiddelen ja, die hebben ze nog, maar welke? Gemalen maïs in water gekookt, dikwyls zonder zout en daarby een stuk ge droogd vleesch, is al wat de Boeren in de laatste maanden kunnen nuttigen. Ook koffie is er sedert lang niet meer en in plaats daarvan wordt maïs of gerst ge brand, wat in zooverre met koffie overeen komt, dat het nat, wat er van getrokken wordt, zwart is en bitter smaakt, maar verder hooft het met de geurige mokka weinig gomeen. Toch stryden zo voort, de Boeren, in do vaste overtuiging, dat ze zullen overwinnen, en nimmer zullen ze de wapens neerleggen, dan wanneer ook dit eenvoudige voedsel ontbreekt en zy dus door den honger tot overgave worden gedwongen. Dat begrypt de vyand zeer goed en stelt daarom alles in het werk om al wat slechts eenigszins eetbaar is, te vernietigen. Alles, wat men hier schryft over de ver nieling van huizen, enz., is, voor zoover ik kan nagaan, volkomen waar en zelfs is het dikwyls nog niet genoeg beschreven; het is niet in hoofdzaak een strjjd met de Boeren, het is een stryd tegen vrouwen en kinderen. Het is waar wat men schryft over het verbranden en vernielen van huizen; ik heb ze van naby gezien en niet altyd zyn het huizen van vechtende burgers, ook die der weduwen moeten het ontgelden en zelfs werd eenmaal een vrouw, die den vorigen dag bevallen was, naar het open veld gesleept en baar huis in brand gestoken. Het is waar, dat de vyand al het vee en de trekdieren wegneemt, of ze, zoo hy ze niet spoedig genoeg kan vervoeren, op de plaats doodt. Hot is ook waar, dat de te veld staande gewassen wordon vernield of dat de paarden er in gejaagd worden en den kaffers wordt het belet de akkers hunner meesters of meesteressen to bewerken. En volgens Engelsche officieren is het ook waar, dat er by de laatste gevechten kaffers waren om de gewonde Boeren af te maken, maar die officieren toonden zich meer mensch en hielpen dat plan verydelen. Vrouwen en kindoren worden gevangen genomen en weggevoerd naar de Engelsche kampen, waar men voor hen een byzondero afdeeling heeft, het vrouwenkamp genaamd. Naby de Pinardirivier, in hot zoogenaamde Boschveld, waren veel vrouwen met hun kinderen en wagens gevlucht en ook zy werden door de Engelschen meegevoerd, onder- voorwendsel, dat men hen daar niet zonder bescherming kon laten. Hun wagens werden verbrand en toen later de Boeren het kamp aanvielen, werden die vrouwen in het midden gezet, zoodat het voor de Boeren onmogelyk was te schieten. Proclamaties waren steeds in verschillende soorten voorhanden; beloften en bedreigingen voor de Afrikaners wisselden elkander af, maar hadden weinig succes. Nog herinner ik my een dier proclamaties, woike gericht was aan generaal Erasmus van het Pretoria-commando en waarin o. a. vermeld werd, dat de commandant-generaal Louis Botha te Pretoria ziek was, de President •en de Secretaris waren gevlucht en 's lands gelden hadden meegenomen, zoodat de regee ring niet meer bestond. Verder meldde die proclamatie nog, dat, behalve het „troepje" van generaal Botha, do Booren-commando's niet meer bestonden, en ze eindigde met den raad, zich maar onvoorwaardeiyk over te geven. Het antwoord van generaal Erasmus was een voorstel aan den vyand, om met duizend man en twee kanonnen in een vlakte te komen, dan zou hy daar zyn met vyfhonderd man en één kanon; degene, dio dan het eerst moest wyken, zou zich dan met al zyn troepon overgeven. Dit voorstel werd echter niet aangenomen. Eenige aanvoerders der Boeren werden met Engelsche officieren naar Botha's commando gezonden, ten einde zich van de waarheid te overtuigen van hetgeen voorkwam in de 'proclamatie. Zy keerden echter onverrichter zake terug; „zy konden het niet vinden"?? Later heb ik Botha gezien en moest zeggen, dat hy er juist niet zlekeiyk uitzag. Ook bleek het, dat de secretaris nog steeds in Afrika was en de redenen van het vertrek van den president Kruger zyn ieder genoeg bekend. Vergadering der afdeeling Leiden en Omstreken van de Hollandselic Maatschappij van Landbouw, ge bonden in bet eafé „Bellevue". Ter vergadering zyn, behalve 17 leden, tegenwoordig de leerlingen, die met gunstig gevolg hebben deelgenomen aan den cursus in hoefbeslag, benevens de onderwyzer aan don cursus, de korporaal-hoefsmid Löwenstein. Ter tafei worden gebracht en gelezen 1. Verzoek van de afd. de Hoeksche Waard van de Holl. Maatschappy van Landbouw, om geldoiyken steun voor de in Juli a. s. te houden tentoonstelling. Met het oog op den financieelen toestand der afdeeling, wordt met algemeene stemmen afwyzend op het verzoek beschikt. 2. Verzoek van het Bestuur der afd. Oegst- geest en Omstreken om te willen medewer ken tot afschaffing van de 2-pCt. korting by de betaling van de aan de Leidsche markt gekochte kaas. De hoer L. Spruyt verklaart zich zeer tegen de afschaffing van dit gebruik, hetwelk niet alleen te Leiden, maar, voor zoover bekend, overal wordt toegepast; werd deze korting alzoo afgeschaft alléén te Leiden, dan zou dit op hot marktbezoek van koopers een zeer nadeoligen invloed hebben. Na nog eenige bespreking wordt besloten aan de afdeeling Oegstgeest mede te deolen, dat op den steun dezer afd. niet kan worden gerekend, zoolang men zich bepaalt tot het afschaffen der korting voor de Leidsche markt alléén. Vervolgens deelt de heer B. van Dorsten het een en ander mede omtrent de door hem verzamelde tarieven voor het vervoer van vee op de Hollandsche- en Staatsspoorwegen. By de gehouden besprekingen biykt, dat men volstrekt niet is ingenomen met de wyze, waarop gelegenheid wordt gegeven tot vervoer van vee per Staatsspoor, speciaal van Leidon naar Utrecht en omgokeerd, en wor den verschillende voorbeelden aangehaald van de ongunstigo regeling en bepalingen te dien opzichte. De heer Van Leeuwen zegt o. a., dat men spoediger en goedkooper vee kan vervoeren per Holl. Spoor van Utrecht over Amersfoort en Amsterdam naar Leiden, dan per Staats spoor van Utrecht naar Leiden, wat toch zeer is af te keuren, den afstand in aanmerking genomen. Het einde van de bespreking is, dat het bestuur wordt gemachtigd by den Directeur- generaal van Landbouw stappen te doou om een betere regeling te verkrygen. Alsnu reikt de voorzitter aan 17 leerlingen, die met goed gevolg hebben deelgenomen aan den cursus in hoefbeslag, met een toepasse- lyk woord do diploma's uit. Een der leerlingen, de hoefsmid J. Bruynen, te Sae8enheim, dankt in welgekozen woorden het bestuur, den directeur en den onderwyzer van den cursus voor het genoten onderricht, onder het aanbieden aan beide laatstgenoemden van geschenken. De directeur van den cursus, de heer Van Gruting, spreekt eenige woorden tot danken afscheid. Vervolgens wordt het woord gegevon aan den heer P. van Balen, uit Bodegraven, die op duideiyke en aangename wyze een voor dracht houdt over de „voedering en verpleging van het varken". De heeren Weydung, C. de Graaf, Van Gruting en Van Dorsten vragen inlichtingen, die worden verstrekt. Hierna wordt overgegaan tot de benoeming van twee bestuursleden, in stede van de heeren Van Gruting en Van der Geest, die zyn afgetreden en niet herkiesbaar zyn. Na herstemming tusachen de heeren J. Rietkerk, C. Christiaanse Jr., L. Spruyt en J. C. Hoogeveen, worden beide eerstgenoem- den gekozen, die verklaarden de benoeming aan te nemen. Tot leden der commissie voor het nazien der rekening over den dienst 1900 worden benoemd de heeren J. de Graaf, D. van Gruting en L. Spruyt. De heer A. van Leeuwen wenscht te spre ken over het aanhangig wetsontwerp ter be- stryding van de tuberculose. Na gedachtenwisseling met den voorzitter, verklaart hy zich bereid dit punt in de eerst volgende vergadering in te leiden. Daarna wordt de vergadering gesloten. Flnanoleele Kronleki Het begin der Beursweek droeg oen minder aangenaam en ook minder vast karakter dan in den laatsten tijd het geval was geweest, zoowel voor onze Staatsfondsen als voor Amerikaansche Spoorwegwaarden. Deze laatsten ondervonden een gevoelige reactie, deels door de vrees voor even- tueele werkstakingen, welke meestal niet uitblij ven, wanneer de steenkolen een prijsverhooging onder gaan, deels ook te wijten aan de koersschomme lingen der yzer- en staalwaarden, welke in het leven geroepen werden door de nu eens bevesti gende, dan weder ontkennende geruchten van oppositie tegen de United-States-Steel-corporation. Ook de reis van Morgan naar Europa, aau welke een plan wordt verbonden om een Amerikaansch- Duitsche 8taal-combinatie te vormen, deed haar invloed gelden. Langzamerhand werd echter de stemming williger, om ten slotte weder iets in te krimpen. Het wordt, wat deze afdeeling aangaat, zeer gewaagd om in voorzeggingen to gaan, want zooveel invloeden laten zich gelden; toch komt het ons voor, dat de rijzende beweging nog niet haar hoogste punt bereikt, maar hoo hooger de koersen stijgen, des te voorzichtiger zy men in de kouzo van hot fonds, dat men koopen wil. Een willige, rijzende markt verleidt zoo licht tot aankoop vau intrinsiek waardeloos papier. Direct goedkoop is geen enkel Amorikaansch- Spoorweg-aandeel meer, en toch izijn er, die, hun financieelo positie in aanmerking nemende, nog niet t e duur genoemd kannen worden. Maar don moet men ook alleen letten op de innerljjke waarde, niet op spoedige rijzing. Koersverheffing kan plotseling intreden voor zelfs het meest waarde- looze fonds, wanneer het zoo in de plannon der Amerikaansche Spoorweg-magnaten ligt, om zich de contrólo van een of andere Maatschappij te verzekeren. Dikwijls is in een tijd als deze winst- nemen aau te bevelen. De Spoorweg-ontvangsten blijven steeds gunstig en de koersen op dividend betaling dus naarmate grooter. Voor Europoesohe Staatsfondsen was de stemming wel gunstig en vrij vast, doch de omzetten waren maar weinig meer dan middel matig. Hollandscho Staatsfondsen stonden evenmin hoog en zoo wisselden lagere en her stelde koersen elkander voortdurend af, terwyl de geldmarkt weinig of niet veranderde. Metallioken waren voortdurend vast. In Oostenrijk is een wetsontwerp ingediend met het doel de industrie algemeen te bevorderen. Het komt in hoofdzaak hierop neer, dat nienwe ondernemingen en nog niet in Oostenrijk bestaande industrieën gedurende 12 jaar vrjjdom van belas tingen zullen genieten. De berichten van nieuw uit te geven leeningen volgen elkander gestadig op. Vooreerst wordt or gesproken over een ophanden zijnde DuitAche Rijksleening van 300 millioen 3-pCts.-obligatiën; verder wint de meening meer en meer veld, dat een Engelsche leening niet lang meer kan uitblijven. De kosten voor de legers in Zuid-Afrika en China overtreffen verre de credieten, vroeger reeds voor dezelfde doeleinden toegestaan. De eonige rationeele w$ze om in deze behoeften te voorzien is de uitgifte van nieuwe consols, hoewel daarmede onver mijdelijk een verdere koersverlaging van dit fonds gepaard zal gaan. Het opnemen van het benoodigde geld door de uitgifte van schatkistbiljetten zal toch ondoenlijk blijken en de druk, welke daardoor op de geldmarkt moet worden uitgeoefend, kon niet achterwege blijven. Verhooging van do accijnzen en uitvoerrechten op de suiker kan op verre na niet genoeg opbrengen en zal do burgerij te veel drukken. In Italianen was de handel zeor stil. De Staatsinkomsten wijzen een aanzienlijke vermeer dering aan. De onderhandeling omtrent het vast to stellen oonvenu, tusschen de buitenlandsche comitó's en de Portugeesche regeering zijn weder afgebroken. De Portugeesche minister blijft steeds veel hopen van Frankryks en Duitschlands welwillendheid. Het is ons echter niet recht duidelyk waarom juist deze landon, die in hun kapitaal zeer veel benadeeld zijn door Portugal's oneerlijke handel wijze, dit land genegen zyn. Wy verwachten hier van dan ook niet veel; wel heeft Portugal de Fran8che markt noodig. In Spanjaarden ging al zeer weinig om. Toch kan de toestand van het land beter worden, als de plannen van den nieuwen minister van financiën, met het oog cp do ontwikkeling der rykdommon van dat land, verwezenlijkt mochten worden. Hoewel do handel niet levendig wa9, konden Russen toch meer belangstelling ondervinden en bleef de stemming vast. De ijzerindustrie, die lang kwynende was, schijnt weer flinker aanzien te krijgen. Men is besloten tot den bouw van de .Zweite-Katharinenbahn" over te gaan. De kosten daarvoor zyn geschat op ongeveer 10 millioen Rbl. De levering der rails wordt, voor zoover dat mogelyk is, gelijkelijk onder de Zuid-Russische ijzerwerken verdeeld, ten omde ze uit hun tegen- woordigen slechton toestand eenigszins op te heffen. T u r k ij e is nog steeds in onderhandeling over een leening van 3 millioen pd. st.; doch waar dezo plaatsing zal vinden is nog niet bepaald. De onderhandelingen met Duitschland daaromtrent vorderen niet al te hard. Aaüdeelen Ned.-Zuidaf. Spoor ondervonden aanvankelijk eenige belangstelling, die later weer verminderde, zoodat voor deze waarden reaotie intrad. De besturen der vereenigingen ter behar tiging van de belangen der Nederlandsche aandeel houders bobben zich tot den minister van buiten landsche zaken gewend met verzoek de noodige stappen te doeD, opdat de Nederlandsche houders in geen geval door Engeland ten achter worden gesteld bij andere belanghebbenden. Over het algemeen waren de Zuidamerikaansche waarden weinig geanimeerd; toch werden deze in het begin der week meer gevraagd. Dit was het meest merkbaar by Brazilianen en Colum- bianen. De onderhandelingen van den minister van Columbia met do Vereenigde Staten over het overnemen van hot Panamakanaal steunen veelal op medewerking van Amerika. Peruvianen kwamen de laatste dagen lagor af. Venezuela verbeterde iets en Dominioa kon zich in locale belangstelling verheugen. In verband met de jongste daling in aandeelen Banque Aux. de la Bourse, dunkt het ons niet ondienstig er op te wijzen, dat het bedrijf van de Bank niet zoo erg ongunstig is goweest. Daar is toch oen winst gemaakt van 500,000 fr., zijnde 5 pCt. van het aaodeelen-kapitaal van 10 millioen. Het bestuur heeft echter voorgesteld deze geheelo winst te bezigen voor afschrijving en reserve. Zeer veel belangstelling ondervonden do Indus- trieele ondernemingen. De Petroleummarkt was vooral voor de Indisobe soorten zeer willig met belangrijk hoogere koersen voor K o n i n k 1 ij k e-, P a 1 e m b a n g- en ook J a v a-a andeelen; slechts A m s t.-R u m e o n- 8 c h e deelden niet in deze verhoogde cijfers en liepen verder torug op geruchten eener kapitaals- reductie. Do Tabaks markt stond ditmaal by ons, zoo niet geljjk met, dan toch direct naast de Amerik. afdeeling. Voor byna allo soorten valt ferme koersverbotering te constateeren, waarvan vooral de laaggeprijsde soorten sterk profiteerdou. Ook Mynwaarden waren algemeen hooger en ferm van houding, waarbij N o o r d-C e 1 e b os en Nederlandse h-Indisohe Mijnbouw alsook Soemalata zich vooral onderscheidden, Rijnlandsche Bank Gemengd Nieuws. De rechtbank t® Haarlem heeft veroordeeldH. Peperkoorn, arbeider te Heem stede, wegens diefstal en mishandeling van een ambtenaar in functie, tot 3 weken ge vangenisstraf. J. D. Piet, kleermaker, te Aals meer, wegens opzetteiyke vernieling, tot f 5 boete of 6 dagen hechtenis. G. Stokman, arbeider te Haarlemmermeer, feit als voren, tot 5 dagen gevangenisstraf, met vryspraak van het meerdere. J. S. Jansens, boeren arbeider te Haarlemmermeer, wegens dieren mishandeling, by verstek tot f 7 boete of 7 dagen hechtenis. By het rangeeren van een lokaal- trein is gistermiddag juist op de viaduct' aan den Ryawykschen weg te 's-Gravenhage een machine door verkeerden wisselstand op dien trein geloopen. Een der wagens geraakte uit het spoor. Höt hoofdspoor werd binnen een half uur vrij gemaakt, zoodat slechts enkele treinen op een zyspoor het station binnen kwamen. Do schade is niet heel groot. Persooniyko ongelukken hadden niet plaats. Men is met spoed aangevangen den gekantelden wagen weer in het spoor te zetten. De netto-opbrengst van hotkin- derfeest, gegeven in den Grooten Schouwburg te Rotterdam ten voordoele van het Centraal Israölietiach Kinder-, Wees- en Doorgangs- weeshuis, te Leiden, bedraagt f 1127.19. De rywielbelasting over hot jaar 1899 bracht f 29,627.50 op in Zuid Holland en f 26,586 in Noord-Holland. Een Rotterdammer maakte zich ln de Tuinderstiaat zoo driftig, dat hy zich met een mes aan de hand verwondde en zich met een byi een gat in het hoofd sloeg. De heer Jacobson, uit Chariot- tenburg, de laatste in het Ziekenhuis te Twelloo overgebleven gewende van het spoorwegon geluk aldaar, verliet gisteren geheel hersteld dat Ziekenhuis. Solide bouwl Aan het ln aan bouw zynde station te Amersfoort geraakte gisteren door het dreunen van een vertrek- kenden trein het fmdament van een der pilaren, waarop de spanningen van de sta- tionskap rustten, los, zoodat het voetstuk in den grond zakte en een arbeider door de punt van de door het ongeval loskomende spanning werd getroffeD, zoodat by meer dood dan levend moest worden weggedragen. Voorts werden 8 wagens van don juist vertrekkenden trein door de neervallende spanning beschadigd. De trein stopte onmiddellijk. Gisternacht brandde door een onbekende oorzaak de boerdery „Do Tol" onder Velp (N.-B.) tot den grond af. Zy was eigendom van den heer Dogemann te Grave en bewoond door den heer J. Cornelissen. Alles was verzekerd. Do kooien zyn gered. Door don val van hot water kon het stoomgemaal te 'e-Hertogenbosch buiten werking treden en de watertoegangen der stad opengesteld worden. Booten en andere vaar tuigen hebben daarop weor bezit genomen van de haven. De Koningin-Regentes vanSpanja heeft ter gelegenheid van het huweiyk van de Prinses van Asturiö, een amnestiebeslult uitgevaardigd ten behoeve van deserteurs en hen, die zich moedwillig aan den Spaanschen krygsdienst hebben onttrokken. Spaansche onderdanen in Nederland, in een dezer ge vallen verkeerende, moeten zich, om, zoo zy in de tormen vallen, gdegonheld te bekomen naar hun vaderland torug te keeren, binnen vier maanden aanmelden by de Spaansche consulaten hier te lande. Een achttienjarig jongeling uit Leeuwarden, in een manufacturenzaak te Breda werkzaam, was met zyn eenigszins verwonde rechterhand in aanraking gekomen met oen gekleurde stof, ten gevolge waarvan de hand on daarna ook do arm begonnen op te zwollen. Naar Leeuwarden Övergebracht, om daar ver der by zyn familie te worden verpleegd, was de toestand op de reis zeer verergerd. Aan oporeeren viel niet meer te denkon, daar de bloedvergiftiging zich reeds verder had ver spreid. De dood volgde nu spoedig. To Veenendaal is de kleuren- verver C. van Ravenswaay, die zich in de stoom8aJetfabriek der firma Gobrs. Yan Leeu wen op 22 Febr. jl. zoo deeriyk brandde, na een smarteiyk ïyden overleden. Hy laat een vrouw en twee kinderen onverzorgd achter. iTeuilieton. 13) „Of ik dat will" riep Rectow opgewonden, drukte de oude vrouw een geldstuk in de hand en groep haar zenuwachtig by den arm. „Wijs my den wog naar juffrouw Rudloff, moedertje l Ik moet de jongedame dadeiyk Bpreken, het is van het hoog3te belang." „Zeker, zekorl" antwoordde do hospita. ,TJ kan niet verkeerd gaan, mynheer l Kom als het u blieft mee door den tuin; ik breng u over de weilanden en wys u de duinen, ^vaar juffrouw Lisa zitl Ik heb haar immers alken dag voor het eten moeten halen!" En de oude vrouw streek haar styf gesteven boezelaar terecht, maakte nog een beleefde dankbare nyging en snelde den eleganten heer vooruit. Nadat zy een eind over de roodachtige gras vlakten^ had afgelegd, bleef zy staan, haalde diep adem on wees met de hand naar.de dicht bügelogen schilderachtig hooge duin, wier afgebrokkelde, uitgetakte top zich tegen de blauwe zomerlucht afteekende. „Zoo, mynheer 1 Nu nog honderd sch.edènj dan is u er! Ziet gy daar die uitliolli; g ln het duin? Daarin zit de juffrouw, wyi het gezicht op zee van daar uit het mooiste isl En nu goeden dag en nogmaals bedankt!" Ekhard nam beleefd den hoed af en snelde flu haastig door het bloeiende heidekruid naar het dool van al zyn wenschen. De bonte vliegen gonsden en zweefden in fl0n zonneschyn om hem heen, even menig vuldig als de gedachten, die vol liefde en onrust, vol angst en verlangen door zyn hoofd kruisten. Hy zag niet, hoe alles om hem heen bloeide en uitsproot; hy hoorde de vogelen niet boven hem jubelen en gevoelde den lieflyken geur niet, waarmede duizend bloemkelkjes hem begroetten. Zyn blik was vol onstuimig ver langen daarheen gericht, waar het hooge riet zich op het zand heen en weer bewoog, on zyn oor hoorde'slechts één ding: het zachte, bittere snikken, dat dicht voor hem uit de zandholte tot hem doordrong. Zoo onhoorbaar mogoiyk kwam hy nader. Vóór hem strekte zich de witschuimende, blauwe zee uit, hy zag het niet, hy zag slechts do slanke meisjesgestalte, welke tegen de holling tusschen de halmen, in het door do zon warm geblakerde zand lag, met het gelaat op don arm, dat door lucht en licht als met oen gouden glans was omgeven. Niet een opgewonden en hartstochtelyk, maar eon zacht snikken deed haar lichaam schokken, en een diepdroevig zuchten verried den luisteraar, dat zeker vele ontelbare tranen over de bleeke wangen rolden. Een oogenblik stond Ekhard onbeweegiyk en keek op haar neer. Hoe dubbel lief was zy hem ter wille van deze tranenI „Wees getroost, arm kind; hy, die ze veroorzaakt heeft, zal ze je van de wimpers kussen, zal dezen droevigon dauw doen opdrogen evenals do zon, wanneer zy den bloempjes met ver blindende helderheid verzekert, dat de donkere nacht voorby, dat het dag geworden en aan hun angst en verdriet een eind gekomen isl" Dan zal het geluk uit de betraande oogen stralen en do giashalmen, bloemkelkjes en het heidekruid, welke zich zoo juist nog bogen, om het arme, jonge menschenkind onuitsprekeiyk treurige melodieön van het vinden en het eeuwig afstand doen in het oor te fluisteren, zullen plotseling klinken en zingen als huwelyksklokkon, en de zeewind, die zuchtend daarheen woei, alsof hy slechts van teleurgestelde hoop kon vertellen, zal plotseling het zeil van het levonsscheepje doen zwellen, het in de haven van het geluk voeren l „Lisal" riep hy zacht. „Lisal" Zy schrikte op. Met wyd geopende, vochtig glanzende oogen staarde zy hem aan; oen rilling ging door haar lichaam. „Lisa, wilt gy my aanhooren?" Hy kwam nader en stak haar beide handen toe; zy ant woordde nog steods niet. Langzaam streek zy met de hand het krullend haar van haar voorhoofd, richtte werktuigiyk op en staarde hem aan als in een droom. Nu stond hy voor haar, knielde naast haar neer en gioep haar yskoude, kleine handen. „Lisa, ik heb je immers onuitsprekeiyk lief, en gy, slechts gy alleen zult de myne worden, want de tjjd der teekenen en der wonderen is nog niet voorby l Laat my alles zeggen Zy trok met oen half gesmoorden kreet haar hand terug, stond met een plotselinge be weging op haar bevende voeten, en liaar oogen keken met een dreigende, toornige uit drukking op hem neer. „Geen woord meer, mynheer 1 "Wat hob ik gedaan, dat gy my zoo onuitsprekeiyk be- leedigt?" Ook liij stond op en keok haar met een stralendon blik ln het liove, toornige go- zlchtjo. „Ja, Lisa, ik zou u in dit oogenblik bo- leedigen, wanneer zich aan deze hand, welke ik u aanbied, een trouwring bevond." „Of gy dion in misdadige trouwbreuk af getrokken on gebroken hebt, of dat gy dien nog draagt, biyft voor my hetzelfde 1" riep zy heftig en droogde haastig en trotsch haar tranen. „Een man, die met den eed van trouw speelt, heeft in myn oog elk vertrou wen verloren, on lievor dan my over het verwoeste levensgeluk van een ander naar het altaar te begeven, zou ik my in den vloed daar werpen l God weet, dat ik opzetteiyk niets gedaan heb, om dit rampzalig conflict in het leven te roepen, ik ben u mot alten eerbied, vol vertrouwen te gemoet gekomen, ik heb u in het begin zoo hoog geschat en vereerd, als ik u in de laatste dagen beklaagd heb, en als ik u in dit oogenblik veracht! Het was nlot goed en ridderiyk van u, my te volgen, toen gy zaagt, dat ik u ontweek; gy badt u zolf en mij dit pyniyk uur kunnen besparen l" Zy had in hartstochtelyke opwinding, over haar eigen woorden struikelende, gesproken, en wyi zU zeker verwacht had, dat die een andere uitwerking zouden hebben, hing haar blik bUna dreigend aan zyn lachend gezicht, toen zy zich van hom afwendde om naar benoden te stormen. Haar vlucht in het diepe zand was moeiiyk; Rectow stond in het volgende oogenbük weer naast haar. „Uw woorden golden den landraad Erksdorff, den echtgenoot on vader van twee zonen, nietwaar?" vroeg hy haastig. „Zoo ik steeds vry en ongetrouwd wa6 goweest, zoudt gy dan de myue zyn?" Zy antwoordde, opnieuw in snikken uit barstende, slechts met een kort, byna wan hopig: „Het zy God geklaagdl Nu is het te Iaat!" „En Gode zy daarvoor geloofd, want nog is het niet te laat, ik ben de landraad Erks dorff nietl" Zy bleef als versteend staan, drukte de handen tegen de zwoegende borst en keek als wezenloos naar zyn knap, ontroerd golaat. „Zytg(jErksdorff.niot?" Nu hiold hy haar belde handen nog vaster dan te voren. „Lisa, vergeef my de grap, waartoe ik my onschuldig en overmoedig liet verleiden en welke my uren van gewetenswroeging en kwelling heeft bezorgd l De landraad en ik hebben onze namen vorwisseld; nooit heeft een trouwring, nooit heefteen andere dan doze diorbare, lieiligo ring van myn grootvader, myn hand versierd; ik ben Ekhard von Rectow, de vrouwenhater en dwaas, die voor do verlovingsbadplaats vreos koesterde en die daar toch al zyn levensgeluk heeft gevonden Lisal Do huweiykon worden ln den hemel gesloten, en of wy ock al verstoppertje met elkaar speelden, God heeft ons toch den rechten weg gewezen, die ons voor altyd moet vereenigen l Lisa, hebt gy nu een beter antwoord voor my?" Het gelaat van het jonge meisje word beurtelings rood en bleek. Zy bewoog de bevende lippen en kon toch niet spreken, doch toen hy zich voorover boog en haar In de oogen zag, las hy het antwoord, wel sprekender daarin uitgedrukt dan in duizend gesproken en geschreven woorden. Een zachte, juichende kreet van geluk, en de zee begon hoog te schuimen, als een groet, en vloeide voort in de kleur van de trouw, zoo eindeloos, zoo onbegrensd, zoo ondoor- grondelyk, onmoteiyk en eeuwig, als de liefde, do heilige liefde in het hart van den mensch l (Slot

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1901 | | pagina 9