LEIDSCH DAGBLAD, ZATERDAG 9 MAART. - TWEEDE BLAD. PERSOVERZICHT. De „Morgenstond". No. 12590 Anno 1901. De Maasbode zegt: Zooals men weet, bepaalde de Kamer in baar zitting van 1 dezer, dat wegens broeder- dionst niet meer do grootste, maar de kleinste helft van oon oneven getal broeders vrij z^l zijn van de militie. Dit besluit word genomen met do geringe meerderheid van 42 tegen 39 stemmen. Wanneer onze Katholieke afgevaardigden beter op hun post waren geweest, zou die militaristische beslissing niet gevallen zijn. Yan onze 22 afgevaardigden waren or slechts 16 aanwezig. Do lieor De Ras, dio blykbaar niet met zjjn collega's tegen deze verzwaring van den militie plicht wilde stemmen en er niet vóór stemmen dorst, had zich vorwyderd. De heer Yan Basten ■Datenburg is ongesteld. Niet ter zitting aanwezig waren: de heer Michiels van Yerduynen, die reeds lang aan chronisch absenteïsme schijnt te lijden, en de heeren Kolkman, Looff, Mutsaors en Truyon. Van geen dezer vijf heeren was bij den voorzitter bericht, ingekomen, dat een geldig bezwaar hen verhinderde aanwezig te zijn. Waren dozo leden op hun post goweost, dan zou het amendement-Van Qilse, in plaats van met 42 tegen 39 stemmen te zijn aan genomen, met 44 tegen 42 stemmen zijn verworpen. En dan waron de groote goeddeels de Christelijke gezinnen bevrijd gebleven van dezen mouwen militaristischen druk. Op den afgevaardigde van Breda en zijn geuooton in deze drukt alzoo een zware ver- cntwoordelijkheid tegenover hun kiezers. De Residentiebode schrijft naar aanleiding hiervan het volgende: De Maasbode is zeer ontstemd, dat wegens broederdienst niet meer de grootste, maar do kleinste helft van een oneven getal broeders vrij zal zjjn van de militie. Het blad noemt deze beslissing „railitairistisch" en „een ver zwaring Yan den militieplicht", en zegt, dat, als allo katholieke leden op hun post waren geweest, „de grooto goeddeels de christe lijke gezinnon bevrijd gebleven waren van dezon nieuwen militairistischon druk. Deze voorstelling van zaken schijnt ons minder juist. Door do genomen beslissing zal Biet 6ón jongeling meer de wapenen moeten dragen en in de kazerne terecht komen. Yooi' ieder jongmonsch, dat door deze bepaling zal moeten dienen, komt een ander vry. Nu kan men meenen, dat het boter ware geweest op A. beslag te blijven leggen dan op B., maar het gaat niet aan, om als do Staat den op zichzelven even interessanten B. neemt in plaats van A., van een nieuwen militairisti- Bchen druk te sproken. Nu ligt bet zwaartepunt der redeneering van De Maasbode vermoedelijk in de opmer king, dat „do groote gezinnen" door dezen maatregel worden -getroffen. Is ook dit wel juist? O. i. niet. Do Kamer stond, wildo zy niet onbillijk worden, voor de keuzo om Of vrijstelling der eonige zoons te handhaven en daardoor do: allerkleinste gezinnen to be- voordeelen óf de vrijstelling te laten vervallen door da groot3to helft van oen oneven getal brooders te laten dienen. De allerkleinste gezinnen worden er dus zeker niet boter op. En de andere? Voor de gezinnen met 2, 4, 6 en S jongens wordt de kans op vryioten vergroot; voor de gezinuen met 3, 6, 7, 9, enz. wordt de kans iets kleiner, maar toch niet zooveel kleiner dan zy voor de andere grootor wordt, daar door do opheffing van de vrystelling der eenige zoons het getal, dat er in kan loten, weer vermeerdert. De Maasbode moge dus de beslissing van do Kamer afkeuren zooveel zy wil, zy heeft goen recht van een verzwaring van mililai- rislischen druk te spreken. De Maasbode antwoordt hierop: De Residentiebode voelt zich gedrongen ons to onderhouden over hetgeen we schreven nopens het wegblyven van baron Michiels en vier andere Katholieke afgovaardigdon uit de Kamerzitting Yan 1 dezer. Nu kan eon gedachtonwisseling dienaan gaande ons slechts aangenaam zyn, wyi ze wellicht kan meewerken tot het verminderen van een reeds te lang bestaand euvel, dat reeds te lang lydeiyk is aanschouwd. i^euiiieton. S) Erksdorff trok oen weinig de wenkbrauwen te zamon. „Ik zal hom misschien wel eens in rayn vestzakje stoken, maar aan eens anders vingers zou ik hem om niets ter Wereld dulden." „Goedl Verberg den verrader in uw vost- zakje." „En zou ik daardoor geholpen zyn? Het kleinste onderzoek brengt dadeiyk aan hot licht, dat ik getrouwd ben, en wanneer ik my ,als landraad Erksdorff op de vreemdolingen- lyat inschryf, kan ik toch onmogelijk vrouw en kind verloochenen!" De spreker bracht nogmaals het cognacfleschje aan de lippenen zette zyn kraag, welke door don storm neer gevallen was, weer hoog op; zyn friscli gelaat 'straalde van overmoed en zyn oogen zagen zijn metgezel guitig aan. „Ik gevoel my geheel als een onbezorgd student, juist zooals vroeger, toen wjj nog samen vochten, en wanneer gy.... voor den drommel! ik kryg plotseling een kolossale gedachte!" De land raad sperde do oogen wyd open, legde de hand op den schouder van zyn visvis en barstte in een schaterend gelach uit. nIl faut corrwer la fortune f' riep hy, „wy verbeteren de fouten, welke het lot aan ons begaan hoeft en verwisselen eenvoudig de rollen!! Gij, oude baas, zoudt gaarne getrouwd z^n om niet lastig gevallen te worden, orgo, §11 zyt de Jandraad Erksdorff, en ik zou my ■gaarne al3 ongotiouwde hofmaker amuseeren, dus brong ik gedurende veertien dagen uw Daartoe evenwol dienen we by de zaak te blyven. Onze Haagache collega treedt in beschouwin gen, rakende het meerdere of mindere recht, waarmee we spraken over de verzwaring van militairistischen druk voor de groote gezinnen. Het antwoord daarop zou niet moeilijk vallen. Edoch, we lateu ons liever niet verlokken, op zypaadjes in te gaan. Wenscht De Residentiebode met ons van gedachten te wisselen over de c a r d o quaestionis, dan ls ons dit welkom. Juist dat punt echter verzwygt ze geheel. En hot geldt toch om een teekenend exempel aan te halen de vraag, of bfivoor- beeld een district als Breda zyn belangen be- hooriyk ziet behartigd, wanneer de gekozen afgevaardigde een zeer aanmerkelyk deel des jaars niet in de gelegenheid scbynt te wezen, zyn mandaat uit te oefenen. De Noordbrdbanter neemt het kruiskopje over absenteïsme van De Maasbode geheol over en schryft dan: Ook door andere bladen is herhaaldeiyk de gegronde klacht geslaakt, dat juist ondor do Katholieke leden der Tweede Kamer zoo vaak dat gevaarlijk absenteïsme blijkt, en wij zullen de laatsten zyn om ook maar één enkel woord ter verontschuldiging te sproken. Als men lid is van de Tweede Kamer, is het een dure plicht altyd, en zeker by belangrijke stemmingen, op zyn post te zyn. Er kunnen echter omstandigheden zyn, die een lid wettig verhinderen, en daaronder behoort ongesteld heid. Zonder nu in het algemeen aan de grieven van De Maasbode en andere bladen te kort te willen doen, achten wy ons toch verplicht er onzen Rotterdamschen confrater op te wyzen, dat hij wel wat hard geweest is in zijn vonnis over een paar onzer afge vaardigden, nl. over de heeren Mutsaers en Truyen, die biykens de officieel© Handolingen op Dinsdag 26 Febr. aan den Voorzitter der Kamer hadden kennis gegeven, de eerste, dat hy wegens ongesteldheid verhinderd was, ook do volgende dagen dor week, de tweede wegens voortdurende ongesteldheid ook nog eenige volgende dagen. Wat onze Rotterdamsche confrater mis schien niet weten kon ia, dat onze afge vaardigde mr. J. Looff in zjjn bekende kwaal, rheumatisme, vooral in dit jaargetyde en met dit ongunstig weder, reden en verontschuldiging vindt voor zyn afwezigheid. Na doze opmerking gemaakt te hebben, stemmen wy weder geheel in met onze pers collega's wat betreft het betreurenswaardig absenteïsme, dat by velen onzer afgevaardigden groot is en dat, waar hot van dien aard is als by don Bredaschen afgevaardigde, voor ons reden genoog zou zijn, Z.H.E.G-. in over weging te geven, zyn plaats voor een werk zamer lid by een volgende verkiezing beschik baar te stellen. Het Huisgezin besprak ook hetzelfde onder werp Het is zoker een opmerkelyk versch'Jnsol, dafc, naar verhouding van huu gotalsterkte, da Katholieko leden der Tweede Kamer in den regel ou «Hinten hebben. En al is daarby ziekte of ongesteldheid een raoiui, die in aanmerking behoort te wordon genomen, het zou toch wel een zonderling toeval zyn, indien steeds en by voorkeur de Katholieke afgevaardigden daardoor werden bezocht. In zeven zittingen, aan de behandeling der legerwotten gewfi'd, waren achtereenvolgens afwezig: 30, 23, 22, 29, 25, 20 en 15 leden, van wie onderscheideniyk 10, 9, 9, 11, 10, 8 en 6 Katholieken. Torwyi de Katholieke leden iets moer dan oen vyfde dor gebeele Kamer uitmaken, hadden z'y, <5én dag uitgezonderd, twee vyfden der absenten. By gewichtige beslissingen kan dit zeer ongewenschte govolgen hebben. Zoo werd het amendomont-Van Gilse, waar alle aanwezige Katholieken tegen stemden, met oon meerder heid van slechts drie stemmen aangenomen. By trouwer opkomst onzer afgevaardigden waro het wellicht verworpen geworden. Hot is t.o hopen, dat by de hoogst belang- ryke beslissingen, die nog te wachten staan, al de onzen, indien maar eenigszins mogelyk, op hun post zyn. Eón enkele stem kan ook hier den doorslag geven. De Gelderlander bespreekt oveneens de minder goede opkomst dor Kath. Kamerleden zeer geöerden naam hoog in aanzien. Vindt gy dat goed?" „Maar myn boste landraad Badplaatsvryheid, waarde vriendNu eóns zonder uitvluchten van deze schitterendste aller gedachten party getrokken 1 Wat kwaad steekt er in, wanneer twee oude korpsbroeders zich eens een grap veroorloven en de visite kaartjes verwisselen! Gy behoort in het verre Zuiden van Oostenryk thuis en ik in Duitsch Siberiö, waar do hazen en vossen elkaar „goeden nacht" zoggen. Geen mensch kent ons hier te Westerland; nu, en ontmoeten wy toch een kennis, dan doelen wy dien kalm ons fideel geheim medel Geloof me, wanneer myn vrouw hoort, dat haar Fritsje zich om geen vrouwelyk wezen bekommert en als een ijskegel aan het strand te Sylt ronddryft, zal zy zoo in haar schik zyn, alsof men haar plotseling de maan met alle sterren gegarneerd en tot een broche vervaardigd als verjarings cadeau wilde geven 1" „Ja, wat my betreft, Frits, ik doe gaarne aan zulk een bartverkwikkenden ouzin mee, want voor my kan de grap geen berisping ten gevolge hebben." „Ekhard, gy zijt een prachtkerel, wy moeten onze oude vriendschap hernieuwen en weer broederschap sluitenBegrepen, oude jongen?" „Begrepen, Frits l" En de beide vrionden lagen in eikaars armen on sloegen elkaar woderkeerig harteiyk op don rug. En daarop trok Erksdorff eenigszins omslachtig zyn visitoboekje uit zyn zak on reikte het den voormaligen clubbroeder met een plechtig gebaar toe. „Zoo, hier verbind ik my met hart en ziel aan je, gy, ongevoelige vrouwen hater, en vraa$ daarvoor je gedrukten naam in ruil; dan Is de zaak kant en klaarI Ntt kan de zaak van stapel loop»! Drommels, Niet weinigen onder hen echynen het niet eens de moeite waard te vinden, in de Kamer op hun post te zyn, nu er zulke gewiohtlge dingen aan de orde zyn De geringe meerderheid, waarmee de jongste militairi8ti8che beslissingen genomen zyn, be- wyst hoe de Katholieken het in de hand kunnen hebben, het land voor de nieuwe lastenverzwaring te behoeden. Maar dan moeten de Katholieke volksver tegenwoordigers beter op hun post zyn dan in de laatste dagen Anders is het eon slecht vooruitzicht! De Standaard acht on zo burgervry- boden bedreigd. Men ziet", zegt het blad o. a., „hoever het nu reeds zelfs in Enge land gekomen is. Onder do Britscho kroon is zelfs de vryheid van drukpers in de Kaap kolonie in letterlykeri zin opgeheven, en uit het Parlement is alle kracht geweken, om zich met kracht on moed tegen de willekeur der heerschers te verzetten. In Duitschland wordt de zin van het volk letteriyk getergd, en is het of de machthebbers te Berlyn het er op toeleggen, om het Duitsche volk in zyn edelste gezindheden te krenken. Heel Frankryk brandt van sympathie voor Transvaal, maar de regeering zegt stillekons: Er kan niets van een actie komen. Zoo heet nu het volk de Souverein, en toch heeft hot feitelyk, zelfs waar het wenscht en smeekt, minder in te brengen dan het Panslavisine in Rusland. En waar zoo de groote heerschers voorgaan, moeten de kleine Staten wel volgen, zoodat mon thans het jammerlyk schouwspel ziet van een continentaal Europa, dat byna een stemmig zou willen, dat aan den gruwel in Zuid Afrika oen einde werd gemaakt, en dat toch geen onkel staatshoofd er zich aan 6toort. Ze laten do volken petitionneeren, meetings houden, protesten indienen, maar zy doen geiyk zy willen. Dit nu is alleen mogelyk geworden, door dien de volken zeiven hun normale constructie verloren hebben. Ze hebben aan het Christen dom den pas willen afsnydon, en hierdoor een actie in het leven geroepen, die de tweeheid der partyen verbroken heeft. Zoo vindt ge thans in alle parlementen vier, vyf en meer partyen. Dat breekt alle parlementaire kracht, en de regeeriügen maken van deze positie misbruik, om eigen wil te sterken. In byna niet óón land vindt do regoering meer een krachtig parlement tegenover zich, maar bfina overal een parlement, dat wroet in eigen ingewand, en zioh 'in partijstrijd verteert. Laat raen daarom den ernst van den toestand wol inzienEr gaat oen strooming door Europa, die de macht dor heerschers omhoog heft, en waarin de burgervrijheden dreigen te ver drinken. En wat nog fataler is, do sociaal -democratie, in plaats van voor onze burgor-vryhoden op to komen, legt het toe op een toekomst, waarin voorgood alle burger-vryheid zal worden vermoord. Natuurlyk kon de bürge^vryheid alleen daardoor afdoende verdedigd worden, dat het tor-rain, waarover do overheid beschikt, word ingeperkt, en hot terroin, waarop de burger zelf zyn leven inrichtte, werd uitgebreid. De sociaal-democraten daarentegen willen het daarheen leidon, dat geheol het levens terrein onder staatsmacht kome, en dat er van eigen beschikkingsrecht geen sprake meor zal zyn. Natuurlyk zou zulk een staat van zaken, stel hy kon worden ingevoerd, in minder dan geen tyd tot het weeropkomen van de dictatuur leiden, en zou allo recht verwrongen worden naar het dusgenaamde rechtsbegrip der machthebbers. We weten wel, dat de voorstanders der Sociaal-democratie dit niet zoo bedoelen. Integendeel. Ze wanen een toekomst van onbeteugelde vryheid in te leiden. Maar de loop der historie toont met byna wiskunstige zekerheid, dat toestanden, als zy scheppen willen, altoos op dictatuur uitloopen. Zelfs hun anti-militairismo, waarvan ze zoo hoog opgeven, zal, als God het niet verhoedt, juist er toe strekken om ons aan het brutaalste militairisme over te leveren. Waagt toch Duit6chland vroeg of laat een aanval op ons land, dan zal het mode aan hen te wyten zyn, zoo de lagere volksklasse van ernstig verzet afzieten gevolg van gomis wat zal ik oen hooge borst opzetten, wanneer de landraad Erksdorff zoo solide en onge naakbaar als de kuischo Jozef van Egypte de Sylter schoonon voorbygaat! Als vyand van allo teodere toenaderingen danst gy toch zekor ook niet. Hm?" „Ik dans zelden en niet gaarne, en om uwentwil zal ik in Westerland natuurlyk by de getrouwde mannen in de biorzaal zitten, terwyl gy hot wapenschild der Rectows by wals en polka zwaait! Ach, Fritsje, oe ver heugd zal myn oude mama zyn, wanneer zy hoort, dat haar oonigsto aan hot hof- maken is. Hot is immers haar vurigste ver langen, my' eindelyk onder de pantoffel te zien, en daarom geloof ik, dat myn goed moedertje mot den dokter een komplot heeft gesmeed, om my juist hierheen, naar de verlovings badplaats, to zenden? Nu, dan zyn door onze kleine comedie vier menscben geholpen, gy, ik, je vrouw, die immers geen vrouw moot zyn, zoo zy niet jaloerscli op haar vlinder was, en myn goodo, oude moeder! Hier zijn myn kaarten, boste jongen; nu kan hot gordijn opgetrokken worden; de actours staan geheel gereed." Vol onstuimige vreugde omarmdo de land raad zyn vriend ten tweeden male en do golven sloegen wild tegen do wanden van het schip aan, als wildon zy by dezo.comedio een luidruchtig bravo laten hooren. De meeuwen lachten in de lucht en vlogen het schip vooruit naar hot nabyzynde strand van Sylt, dat zyn schilderachtige duinen nieuws gierig kijkend uit den zii'on vio»d opstak. De beide verwisselde vrionden waren echter zoo vrooiyk on vol levenslust, dat zy den frisschen noordwestenwind den rug toekeer den, om vol echt leedvermaak het „Slag veld" in de kajuit in oogeuschouw te nemen. aan weerstand zal dan wezen, dat heel ons volk onder de Pickelhaube komt." Onlangs schreef De Nederlanderdat de Friesche liberalen een politieke nederlaag verdienen, omdat zy voort durend bewyzen gegeven hebben van hun onverdraagiyke onverdraagzaam heid. De Nieuwe ArnhemseJie Courant schryft dienaangaande: „Nu zouden we aan den heer Lohman willen vragen, waardoor de Friesche liberalen bewyzen gegeven hebben van hun onvor- draaglyke onverdraagzaamheid? Was het toen zo hom steunden by zyn voorstel betreffende do by zondore gymnasia?" De Nederlander antwoordt: Wy zouden deze vraag, als niet gericht tot het juiste adres, kuunen voorbygaan, doch doen dit in dit geval niet, nu het geldt een vraag, die blykbaar met het oog op den hoofd redacteur der genoemde courant wordt ge daan, en wy willen gaarne erkennen, datwy zeker niet het oog gehad hebben op dien redacteur, tevens Friesch afgovaardigde, die herhaaldeiyk getoond heeft een open oog te hebben voor de rechten en belangen ook van tegenstanders; met alleen by de door hem bedoelde gelegenheid, maar ook meer dan eens by andere gelegenheden. Vorenstaande woorden schryvonde, dachten wy meer aan het exclusivisme, waarvan vooral in Staten en gemeenteradeu nog steeds hot liberalisme in Friesland blyk geeft. Wy hebben, dit orkenuen wy te veel gegeneraliseerd. Het Vaderland bevatte een artikel van dr. A. Sikkel over het met do woningwet aan hangig ontwerp dor gezondheidswet. Do schryver vindt in dit ontwerp, vooral zooals het nu gewyzigd is, de uitdrukking van wat het Staatstoezicht op de volksge zondheid in ons land behoort te zyn. Dr. bogint met oen kort overzicht van de geschiedenis onzer geneeskundige Staats regeling. Vóór 1795 berustte het toezicht op do uitoefening der genees- en heelkunst by de overlieden dor gildon; do zorg voor de openbare gezondheid was opgedragen aan de besturen van stad en gewest. Daarna begon men op deze zaak do aandacht te vestigen en in 1804 verschenen „de Verordeningen van het Staatsbewind der Bataafscho Republiek." In 1810 krogen wy echter door de inly ving van ons land by Frankrijk de jury's voor het afnemen der examens en de módecins d'ópi- dómios voor het toezicht op do openbare ge zondheid. Maar by het horstel van onze onaf hankelijkheid kwam do oude regeling van. 1804 weder, totdat in 1818 de wet kwam, die do provinciale on plaatselyko commissies voor geneeskundig onderzoek en toevoorzicht instelde. De plaatselijke commissies werden door de Rog., maar „buiten koston van den lande", in iedere stad ingesteld, waar vier of meer medicinae of cliirurgiae doctoren waren gevestigd. Zy stonden onder do provinciale commission. Dio wot bleof in werking tot 1805, toen Thorbecke ons de thans geldende geneeskun dige wetten schonk. De provinciale en plaat selijke commissies maakten plaats voor inspec teurs eu geneeskundige raden. Met het stelsel van de wet van 1818, waarby het toezicht aan onbezoldigde commissies was opgedragen, was gebroken, bezoldigde ambtenaren, inspec teurs, werden met het eigonlyke toezicht belast on hun geneeskundige raden als provinciale instellingen ter zfide gesteld. In de momorio van toelichting was de taak dier raden door den minister Thorbecke aldus omschreven: „De samenstelling yan den ge neeskundigen raad is overeenkomstig het stelsel der wet er op ingericht om grondige kennis en ervaring aan het geneeskundig Staatstoezicht te verzekeren, on to gelyk oen genoegzaam getal waarnemers, over het ge beele land verspreid, te erlangen." Veel macht was intusschen niet aan dit Staatstoezicht verleend, al deed art. lö nog al wat vermoedon, daar het als taak van het toezicht vermeldt„handhaving der wetten en verordoningen, in het belang der volksgezondheid vastgesteld." Handhaving veronderstelt de macht, hiertoe noodig. Maar Thorbecke verklaarde uitdrukkeiyk, dat de macht, die hot geneeskundig Staatstoezicht zou uitoefenen, geen andere kon zyn dan De trap kraakte onder hun zware voet stappen en beide hooren keken vol angstige nieuwsgierigheid in het gezelschapssalon, dat een treurig tafereel van monscheiyke zwak heid aanbood. Op do sofa's langs den wand lagen de offers van doze onstuimige zeereis in eon moer of minder droevig stadium van de akelige ziekte on moesten wel ieder lot tranen toe bewegen; daarom frappeerde hot tafereel aan do middeltafel des te meer de beide toeschouwers. De landraad stiet zyn bondgenoot heftig aan en fluisterde hem toe: „Zie. Daar aan de tafel zit warempel myn antiekei O, gy heilige onverstoorbaarheid, je naam is vrouw I By den aanblik van dit hospitaal grypen my allerlei angsten aan en die benydenswaardige jonkvrouw hoeft er zelfs eetlust by!" En de spreker keek vol afgrijzen naar het voorwerp van zulk oen diepzinnige overdonking, dat, zulke belang stellende toeschouwers niet vermoedende, juist in een groot broodje met kaas boet. By do middagtafel der kajuit liad de antieke hot zich gemakkeiyk gemaakt. Een ware barricade van handkoffers, plaids, van doozon, zakjes on tascbjes scheidde haar vyandig van hot lydendo menschdom af, en te midden van dezen ringmuur zat zy zelve, de gelukkige bezitster, niet het minst bewogen door haar treurige omgeving, onbekommerd om storm en vloed, on at en dronk en dronk on atl Reeds haar uiteriyk had den landraad op den eersten blik door iets onweerstaanbaar grappigs geboeid. Het was hem gegaan als don overste uit den „Bettelstudent", toen hy te Dresden kwam en zyn gesluierde schoone hem zulk oen fatale teleurstelling bereidde l Van achteren on met een doorzichtige voile gezien, maakte d9 antieke ook een goeden indruk, want bezat een slanke gestalte en die van overtuiging. Hy hoopte, dat het licht, telkens aangebracht, telkens opnieuw ver spreid, leiden zou tot die maatregelen, tot het nemen waarvan in do eerste plaats de gemeentebesturen verplicht zyn. Hy voegde er evenwel by„Gebeurt het niot, dan zal wellicht later de wot aan de gemeentebesturen een douce violence moeten aandoen, want hot is een zaak van groot algemeen belang." Dr. S. doet uitkomen, dat de verwachting omtrent de plichtsvervulling der gemeente besturen te dezen opzichte niet ia verwezen- lykt. Hy ontkent niet, dat onmiddeliyk na de cholera-epidomie van 1866 zeer nuttige ver beteringen ten bato van de openbare gezond heid zyn tot stand gebracht. Maar met verdoren lof moet men z. i. voorzichtig zyn. Misrekening in don y'ver der gemeentebesturen en later uitbiyven van do douce violence, door den minister Thorbecke in uitzicht gesteld, zyn, gelooft hy te kunnen zoggen, de hoofdrodonon voor de minder krachtige werking van do wet van 1865. Eu liggen ook in de organisatie zelve z. i. bezwaren voor een krachiigen invloed, Gen goede toepassing van de wet, die hiervoor oen tegenwicht had kunnen zyn, bleef zelfs in den aanvang achterwege. Hy hoopt aan te toonen, dat de thans geldende wet niet de gegevens bezit, die, met de tegenwoordige eischen der openbare ge zondheid voor oogen, een oenvoudigo herziening toelaten; dat daarentegen alleen door een nieuwo wet uitkomst kan worden verschaft on dat het wetsontwerp „tot regeling van het Staatstoezicht op de volksgezondheid", den llden September 1899 by do Tweede Kamer ingediend, in de groote lfi'nen een plan vormt, dat de mogeiykheid biedt voor een krachtige regeling van ons geneeskundig Staatstoozidht, Intusschen vraagt de schryver nog, welke bedoeling de Minister had, toen hy in art. I sub b de uitdrukking „handhaving der wet ten en verordeningen" uit de wet van 1865 overnam en haar do voorkeur gaf boven die van „zorg voor de naleving der wetten en verordeningen." Zweefde hem daarby de douce violence voor den geest? Do schryver hoopt het, hoewel het wetsontwerp er z. i. niet don sporen van draagt. Men kan toch, zegt hy, niet meenen, dat zy' in art. 6 duidelyk aan het licht treedt. De Standaard schryft onder het hoofd „Vertegenwoordiging van don Arbeid": Reeds nu begint zich do overtuiging te vestigen, dat do instelling van do Kamers van Arbeid niet geeft wat men er van ver wacht had. Ze zyn niet ingesteld voor het in eikaars gezeLschap brengen van patroons on arbeiders. Daarvoor toch zou het niets govon, of uit velo honderden arbeiders een zevental met zeven patroons in aanraking kwam. Ze zyn ook niet ingesteld voor het ver zamelen van gegevens, want daartoe was geen combinatie van patroons en arbeiders noodig. "Wat zo in hoofdzaak bedoelden, was ver zoenend op to treden in arbitrage. En dab juist geven ze niet. Byna nooit wordt haar beslissing ingeroepen. Mon vecht liever zelf zyn zaak uit, of zookt de bomiddoling elders. Dat het zoo loopen zou, is door ons voor speld. Kamers van patroons apart, en Kamers van arbeiders apart, die 6aam door delegatie werkten, had iets kunnen geven; dat samen gaan van enkele patroons on eükole arbeiders geeft niets. Ook de arbeid bogint almeer te govoeien, dat hy eon eigen belang in het land vertegen woordigt, en dat uit do georganiseerde arbei ders de mannen moesten opkomen, die voor dit belang spreken konden tor plaatso waar zulks behoort. Aan een vertegenwoordiging van belan gen, insteê van personen, wordt do be hoefte steeds meer gevoeld. Onze redactie wees hierop reeds in 1878, by de toelichting van ons Program, on het verheugt ons, dat dit in „Patrimonium" steeds meer tot bewustzyn komt. Maar hier komt nooit iets van, zoo wo afgiyden naar het Algemeen Stemrecht. Dan toch verdrinkt het belang van den arbeid, en komt er een heel auder streven op; het streven namelyk, om met de massa te hoop to loopen, en met behulp dor massa de vroosoiyke „scherpkantigheid" daarvan werd door een wydon stofmantel bedriegiyk verborgen, baar manieren waren zoo vol jeugdigen overmoed en vlug, dat men achter do voile oon vrooiyk, opgowonden, ietwat kinderachtig bakvtscbje kon vormoeden! In dit geloof vorstorkte ook het geheolo toilet, van hot zeer kerte, hemelsblauw katoenen japonnotje, dat hier en daar coquet onder den opwaaiendon burnoes to voorsehyn kwam, tot aan den grooton babyhoed, mot het fijno vergeet-mij niet-bouquetje eD lichtkleurige lin ten. "Waagde men echter iets scberpor onder dezen beschermenden hoed te kyken, dan zag men geen rozeknoppengozicht mot droomerige kinderoogen, maar een spits, muiskleurig iets, met grelle oogen, dat do phantaslo van den beschouwer de grootste speelruimte liot. Doch nu ln de kajuit, nu hot gelaat niot meor aan wind en golven was blootgesteld, was do voile weggonomon en wfil het zeezieke publiek al zoor weinig belangstellend on onattent was, vond de antieke hot volstrekt niot noodig, zich ter wil'o daarvan cenigo inspanning te getroosten. Zy zat achteloos op do tafel ge leund, voor haar bodemloozo proviandtasch, on vermaalde met de bedenkeiyk witte, golyko tandon dood op haar gemak de oone snode brood na de andere. Haar gezicht was geel on zoor mager on vertoonde slechts op de kakeboenon oon ietwat verdachte kleur; tal- looze, fijne rimpeltjes doorgroofden, van de ooghookon uit, slapen en wangen, on boven den kleinen, schorpen, puntigon neus schit terden een paar grys-groeno oogjes, die den landraad zeer merkwaardig aan de Angorakat van zfin vrouw borinnerdoD. {Wordt v&voUjd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1901 | | pagina 5