De Zalsnder Graan*
beurs uitnemend ge* j
schikt voor
SOIKÉES.
P. PUS Pl. Cuisinier.
T3
den Dam gehouden door jolige heeren met
kleine bordpapieren hoedje» met Oranjelinten
op het hoofd. De Kalverstraat was vol joelende
menschen en de allervreemdste geluiden stegen
uit die straat op. De Damstraat geleek een
kermis. Alles nat, kletsnat, bemodderd van
hoed tot teen. Vele vlaggen waren herschapen
in glimmend dundoek met onherkenbare kleu
ren; tal van vlaggestokken waren bezweken
onder het zwaar-natte gewicht en vooral de
vlaggentropeeën hebben jammerlijke gedaanten
aangenomen door wind en regen.
Uren vóór de aankomst van het koninklijk
paar hadden de menschen in don regen ge
zeten op de natte daken, vooral in den omtrek
van den Dam, met onuitputtelijk geduld
wachtende tot de stoet zich zou vertoonen.
Ondanks den stroomenden regen bleef een
opgewekte geest heorschen, zich uitend toen
de hoed van eon der journalisten over het
plaveisel rondrolde of toen door den krachtigen
wind een flard van den koninklijken standaard
op het Paleis met een sterken knal losschoot
en de lucht inzwierde.
Luid gejuich werd eveneens gehoord, toen
boven van een der hoogste balkons aan de
noordzijde van den Dam een parapluie zich
loswrong, neersloeg en op de maat der val
lende regendruppels voorthuppelde, tot schrik
van een der schichtige huzarenpaarden.
Met mooite werd het publiek op Den Dam,
dat steeds aangroeide (schier onafgebrokon
was de menschenstroom tusschen Centraal
station en Dam), binnen de perken gehouden,
d. w. z. ter weerszijden van een breede
zandlaag, waar langs de Vorstelijke stoet, uit
de Paleisstraat komende, rondzwenkte.
Hief er een een hoeratje aan of wenkte er
een Koningsgezind juffertje met haar „wuif-
doekje" (hier en daar zag men ze in de winkels
met keurig geborduurde wapens en vlaggen),
dadelijk waren tal van anderen bereid dat
voorbeeld te volgen, waardoor de overigen
misleid werden, die in den waan werden ge
bracht, dat de Koningin eindelijk met haar
echtgenoot verscheen.
Eindelijk over halfóén kwamen de druipnatte
huzaren aangereden, en de hovelingen, die
niet minder in hun open rijtuigen de onaan
gename zyde van den regen hadden leeren
kennen.
Hoe blijde zullen H. M. de Koningin en de
Prins, die ook in een open rijtuig den langen rit
reden, geweest zijn om eindelijk uit dat drui
pende rijtuig te kunnen stappen 1 Het dek
kleed vóór, het vorstelijk paar geleek een klein
meertje. De mooie roomkleurige koets was
een en al grijs bemodderd. De vorstelijke per-
Bonen moesten, evenals iedereen gisteren, zeer
veel van het hemelwater verduren, maar zy
trotseerden dat dapper.
Wat den intocht betreft, wordt, nu die zwure
gang achter den rug is, de opmerking ge
maakt, dat de huzaren er zeer veel toe bij
droegen om de overigens goed gehandhaafde
orde te verstoren. Dit is niet de schuld der
manschappen zelf, maar die hunner paarden.
Zoo er ooit weer een dergelijke huzarenwacht
onder zulke omstandigheden noodig is, dan
zorge men, dat er paarden beschikbaar ge
steld worden, die geleerd hebben rustig te
blijven op het oogenblik, dat dit noodzakelijk is.
Zooals gisteren sommige huzaren in de
menigte rondgesprongen hebben, daarbij onge
lukken veroorzakende, is meer dan ergerlijk.
De huzarenpaarden uit provinciesteden, niet
aan dergelijke emoties gewend, zyn totaal
ongeschikt om te Amsterdam met hun berij
ders de orde te handhaven. De Amsterdamscho
bereden politie kan hun daarin een lesje geven.
Het programma van lieden luidde:
Van 9.30 tot 10 uren aubade op den Dam.
Daarna cour van gelukwensching.
's Middags van 2 tot 3.15 huldeuetooging
van corporatiën en voreenigingon in het Rijks
museum en rit daarheen in de Gouden Koets.
Na afloop van de betooging groote rytoer
tusschen 3 en 4 uren.
's Avonds diner en bal ten hove.
Ook aan het galadiner ontvangen de gasten
de welgalijkende portretten van H. M. de
Koningin en Z. K. H. den Prius in een
sierlijk passe-partout, evenals onlangs te
's-Gravenhage.
Heden seint men ons uit Amsterdam:
Reeds om zeven uren hedenochtend was
de Dam vóór het Koninklijk Paleis afgezet
en om negen uren was hy niet meer te
bereiken. Het zag er zwart van menschen;
men kon, om zoo te zeggen, over de hoofden
loopen. Op de balkons en voor de ramen der
omliggende woningen verdrongen de toe
schouwers zich, zelfs bovenop de Nieuwe Kerk.
Op de Beurs waren de zangers samen
gekomen, ten getale van 2300 ongeveer.
Daarna werd met muziek en de banieren der
zaDgvereenigingen voorop naar het afgezette
gedeelte voor bet Paleis getrokken.
Even voor halftien betrad de heer Ant. H.
Tierie een kleine estrade, met den rug naar
het Paleis. Spoedig kwam het Vorstelijk
Echtpaar voor de ramen luisteren.
Gezongen werden: 1. Koraal uit „Lobge-
8ang<', van Felix Mendelssohn-Bartholdy,
waarvoor dr. Nicolaas Beets den tekst heeft
gedicht; 2. Zegekoor uit het oratorium „Jo-
sua", van Handel; 3. „Holland's Glorie," van
Richard Hol, woorden van dr. H. G. H. Groe
nenwegen; 4. Feestlied by het huweiyk onzer
Koningin, ook van Hol, op woorden van dr.
E. Laurillard. Dit lied is uitgegeven door de
Vereeniging tot verbetering vaD den volks
zang.
Na het eerste lied ging het middelste balkon
raam open en de Koningin met Gemaal ver
schenen op het balkon, de Koningin in wit
Batyn met bruin bont, de Prins in de uniform
van schout-by-nacht.
Vriendelijk glimlachend, de Prins buigend
een militair saluut makende, dankte het Hooge
Paar voor de hulde. Daarna volgden de overige
liederen. Een prachtige verschyning was de
Koningin in Haar huistoilet.
Tot slot werd nog het Wilhelmus gezongen.
De dirigent, de heer Tierie, werd na afloop
binnengeroepen en bedankt.
Tweede Kamer.
Zitting van heden {Per Telegraaf).
Voortgezet werd het debat over de wijzi
gingen in de Militiewet, en wel over de arti
kelen betrekkeiyk het contigent en den duur
van den eersten oefeningstjjd, en over de
daarop voorgestelde amendementen.
De heer Kuyper lichtte amendementen toe,
strekkende om van Regeeringawege gelegen
heid te geven tot voor-oefeningen, om
de deelnemers daaraan in de gelegenheid te
stellen een getuigschrift te verkrygen, dat
hun vergunt 2 a 4 maanden later onder de
wapenen te komen.
Dit voorstel doet spr. om te verbeteren de
verkeerde uitwerking door de Regeering van
het stelsel der zg. vier maanden, dat onge-
wyzigd anders het struikelblok zou kunnen zfjn.
Voorts lichtte hy een nieuwe bepaling toe:
by gemis aan genoegzaam of genoegzaam
geoefende miliciens of vrywilligers, telkens
voor niet langer dan 3 maanden, ingeiyfden,
die zich hiervoor beschikbaar stellen, ouder
de wapenen te houden of te roepen, terwijl,
zoo noodig, ter aanvulling van het ontbrekende
alsnog manschappen van de laatsteiyk ge
oefende lichting by loting aangewezon telkens
voor ten hoogste 6 weken onder de wapenen
worden geroepen.
De heer Kuyper wenschte tevens verhoogde
soldy toe te kennen aan ingeiyfden by de
militie voor den tyd, dat zy buiten hun schuld
langer onder do wapenen biyven, dan telken
jare ten aanzien van de onbereden korpsen
voor eerste oefening is bepaald.
Wyders stelde de heer Kuyper voor om,
voor zoover den ingeiyfde by de militie, die een
kostwinner is, geen ontheffing of niet langer
ontheffing is verleend, aan degenen, voor
wie hy geheel of gedeeltelijk kostwinner was,
schadeloosstelling uit te keoren gedurende
den tyd, dat hy onder de wapenen is.
De heer Kuyperuitvoerig het stolsel, in
dezo amendementen neergelegd, verdedigende,
keurde af de uitwerking door de Regeering
van het idee van den 4 maandschon oofentyd.
Spreker berekende de kosten van het door
hem gewenschte stelsel op 12 ton, te vinden
uit een weerbelasting, die, matig ingevoerd,
25 ton kan opbrengen. De overschietende 13
ton kan dienen voor schadeloosstelling aan
kostwinnor8. Hy betoogde, dat door hot door
hem aangegeven stelsel de weerkracht zal
worden versterkt; het aantal volledig ge-
oelenden zal vermeerderende landweer krach
tiger zal worden, en er tevens in ligt een
goede voorbereiding voor een volksleger.
De heer Tydeman lichtte een amendement
too, om voor korte oefening allereerst aan te
wyzen lotelingeri, die voldoen aan by K. B.
te stellen eischen van militaire bekwaamheid
en lichameiyke geschiktheid.
De Minister van Oorlog verzette zich tegen
een wettelyke vastlegging van een oeiemnga-
tyd van 8 maanden. Hy wenscht geen breidel
voor de Regeoring en bestrydt alle amende
menten, waardoor 8 of 8'/a maand oefening
in de Wet zal worden opgenomen.
Het amendement-Kuyper bestrydt by, daar
het voor vele leden een struikelblok zou zyn
om de wet aau to nemen.
De Minister heeft overgenomen het amende
ment Tydeman om by besluit vast te stellen
het aantal aangenomenen voor volledige en
korte oefening en wil meegaan mot het amen-
demont-Tydeinan om voor den korten oefenings-
tyd allereerst in aanmorking te doen komen
hen, die voldoen aan bepaalde eischen.
Verzet in Pi4ië.
Het „Hbl." ontvangt heden het volgend
telegram uit Batavia:
„Een patrouille, dio rondtrok in Pidië, be
vond, dat Paja Reubeö krachtig was versterkt,
en stiet op levendig verzet. Wy kregen twee
dooden en twee gewonden.
„Uit Kotta-Radja zyn artillerie en troepen
gezonden."
Het „Hbl." teekent hierbij het volgende
aan: Paja Reubeö ligt in het gebied van T.
Bintara Reubeö, ten Westen van de Pedir-
rivier, grenzend (naar het Westen) aan de
Zeven Moekims. De boteekenis van deze ge
beurtenis is nog niet duidelyk. Mogeiyk is
het, dat men met een herleving van het verzet
in Pidiö te doen heeft, in verband met de
ziekte van generaal Van Heutsz. Meer voor
de hand liggend en daarom waarschynlyker
is het, dat de kwaadgezinden tydelyk, door de
Samalangan-expeditie, hun kans schoon hebben
gezien om in Pidië wat meer uit to voeren
dan anders.
Hiervoor spreekt ook de byzonderbeid dat
Paja Reubeö „krachtig versterkt" was. Dat
duidt op een voorbereiding reeds vóór dat het
bericht van generaal Van Heutsz' ernstige
ziekte bekend was.
Dergelyke afzonderiyke acties zullen waar-
achyniyk nog geruimen tyd nu en dan voor
komen. Het „Hbl." herinnert tevens nogmaals
aan het schryven vah generaal Van der Heyden
van 20 Aug. 1879, waarin deze zeido, dat
na afloop van de „krygsverrichtingen op groote
schaal", de rust en veiligheid door „eindelooze
patrouilleeringen" zouden moeten worden be
waard, totdat de bevolking weer aan orde
en werkzaamheid gewend, en het inlandsch
bestuur op hechte grondslagen gevestigd
zou zyn.
BUiTKPfLAND.
Daltaiohlaudi
In den Ryksdag verklaarde de rijkskanselier
von Bulow gisteren nog het volgende:
In onze verhouding tot Engeland is niets
veranderd, sinds ik hier verklaarde, dat wij
gaarne bereid zyn, op den grondslag van
wederzydsche consideratie en volkomen ge
lijkheid, met Engeland in vrede, vriendschap
en eendracht te leven. Als de Keizer door
zyn bezoek in Engeland de baan vry ge
maakt heeft voor de voortzetting van zulk
een normale en goede verhouding tusschen
DuitschJand en Engeland, is dit voor beide
landen slechts nuttig. Zeker, er bestaat tusr
schen Engeland en Duitschland menige aan
leiding tot wry ving, maar er bestaan ook vele
en noodwendige aanrakingspunten. Beide
landen hebben er belang by, in goede buur
schap te leven, en er bestaat geen politieke
grond, waarom wy de betrekkingen met
Engeland niet even zorgzaam zouden onder
houden als andere mogendheden doen.
Door de troonwisseling is in de betrek
kingen tusschen Duitschland en Engeland
niets veranderd. Er zyn misschien menschen
geweest, di» gehoopt hadden, dat de troon
wisseling een ongunstlgen invloed zou hebben
op de Duitsche en Engelache betrekkingen.
Des» verwachtingen sga echter niet vervuld;
ook dit is nuttig voor de verhouding tusschen
beide landen en voor de algemeene rust.
Hot bezoek des Koizers is, zegt men, in
atryd met de neutrale houding, die wy tegen
over de Zuidafrikaansche verwikkelingen
hebben ingenomen. Ik heb ook dikwyis ver
gelijkingen gelezen tusschen het bezoek des
Keizers aan Engeland en het niet-ontvaDgen
van president Kruger. Deze vergeiykingen
gaan echter niet op. De ontworpen reis van
president Kruger naar Beriyn goschiedde
met het uitgesproken doel, ons in een onge-
wonen vorm te noodzaken tot inmenging in
de Zuidafrikaansche verwikkelingen, terwyl
het bezoek des Keizers aan Engeland niets
te maken had met den Zuidafrikaanschen
oorlog.
Zeker, er zyn den Keizer in Engeland
oplettendheden bewezen en hy heoft die op
lettendheden beantwoord. Ik beBtryd echter
ten stelligste, d*t de Keizer in eenig opzicht
in stryd met 's lands welzyn heeft gehandeld,
toen hy die oplettendheden aanvaardde en
beantwoordde. De verleening van een orde
aan lord Roberts berust op een persooniyk
eererecht van de Pruisische kroon; overigens
is lord Roberts geen politieke persooniykheid
en de hem verleende onderscheiding had geen
politieke beteekenis. (Beweging).
Wat de betrekkingen met Rusland betreft,
ik blyf overtuigd, dat het onderhouden van
betrekkingen van goede buurschap met deze
mogendheid een der voornaamste oogmerken
onzer politiek is, maar op den grondslag van
volkomen geiykheid. De grondslag van elke
overeenkomst over handelspolitieke belangen
met een andere mogendheid kan slechts volle
wederkeerigheid, volle onafhankelykbeid van
ons eigen land zyn, doch niet het een of
ander vazallendom. De buitenlandsche poli
tiek wordt niot bepaald door betrekkingen
van bloedverwantschap, maar door kalm en
nuchter overwogen staatsbelangen (Bravo 1)
Deze bepalen ook de houding des Keizers, die
gericht is op do meest consciëntieuze zorg
voor de welvaart, veiligheid en toekomst van
het Ryk. Ik zelf zou voor een andere politiek
dan de nationale Duitsche „Roalpolitik" in
den dienst van werkelyke belangen niet te
vinden zyn.
De rede van den Rykskanselier werd met
levendigen bfival begroet.
Toen de sociaal-democraat Ledebour op
Bülow's eerste redevoering antwoordde, verliet
bijna de hoele rechterzyde op demonstratieve
wyze de zaal, omdat Ledebour o. a. zeide, dat
hot hem een in het oog loopend en zeer
onaangenaam gemis aan edele karaktereigen
schappen toescheen om met Cecil Rhodes aan
tafel te gaan zitten en president Kruger de
deur te wyzen.
Ledebour bracht tevens de zoogenaamde
Hunnenbrieven ter sprake en noemde von
Bülows rede volkomen hersenschimmig.
Eugen Richter zeide, dat de vorleening van
den Zwarten Adelaar aan lord Roberts, die
ais opperbevelhebber in Zuid-Afrika een poli
tieke persooniykheid was geweest, algemeen
aanstoot had gegóven, aan conservatieve zyde
nog meer dan elders, omdat men daar nog
gewoon was lintjes voor iets moer dan
hoofsche beuzelingen aan te zien. (Gelach en
toejuichingen.)
Richter verweet den Rykskanselier tevens
,dat hy by zyn laatste verklaringen, die als
een program gelden, niet genoeg in het oog
heeft gehouden het belang van de instand
houding van internationale economische be
trekkingen.
Do anti semiet Liebermann von Sonnenburg
merkte op, dat de macht van den rykskan
selier zyn grens had aan den drempel, waar
geschreven staat: „Sic volo, sic inbeo." Men
had voorspeld dat de rede, dio Bülow thans
zou houden, de oppositie van de Al-duitschers
tegen de Englünderel zou verpletteren als de
hamer van den Donderaar. In werkelijkheid
was do rede van den rykskanselier echter
voel weeker dan Thor's hamer, zoo week als
een worst, waarmede de rykskanselier naar
verschillende spekzyden wierp, (dat wil zoo
veel zeggen als een spiering uitgooien om
een kabeljauw te vangen) daar von Bülow het
in zyn redevoering feiteiyk iedereen naar den
zin wou maken.
Liebermann beweerde ook, dat Duitschland
de neutraliteit tegenover de Boeren niet in
acht heeft genomen. Als den Boeren de be
wondering van de geheele wereld ten deel
valt, dan wacht Engeland het gericht der
wereldgeschiedenis. Spr. riep uit: Heil en
zege den Boeren, Nederduitschersl Weg met
de Engelschenl
Prof. Hasse, van den Al-duitschen vleugel
van de nationaal-liberalen, verklaarde dat sedert
1890 aan de Duitsche politiek in het buitenland
werd verweten, dat zy zich, meer dan pas
gaf, door persoonlyke instemming liet be-
heerschen en daarom ongestadig was. Als de
verleening van den Zwarten Adelaar aan lord
Roberts geen politieke beteekenis had, dan
had men deze orde ook aan De Wet en andore
Boeren-aanvoerders moeten geven, die toren
hoog boven lord Roberts uitstaken.
De conservatief dr. Oertel, hoofdredacteur
van de agrarische „Tageszeitung", betreurt
het, dat Duitschland niet volledige onzydigheid
heeft betracht in den Boerenoorlog en zou de
bestierders van de Duitsche politiek het bekende
woord van Bismarck willen toeroepen: „Na-
loopen doen wy niemand 1"
Ook do regeeringsgezinde nationaal-liberaal
dr. BasBermann, die voor dwazen haat tegen
de Engelschen waarschuwt en in Bülows be
leid vertrouwen stelt, constateerde, dat de
verleening van den Zwarten Adelaar aan
Roberts algemeen onder het volk ontstem
ming heeft gewekt.
Hy merkte op, dat von Bülows rede de
nevelen verstrooit, dat met Engeland vaste
afspraken gemaakt zouden zyn, die tegen
Rusland zyn gericht.
De rykskanselier zeide naar aanleiding van
de opmerking van den heer Richter, dat het
streven der regeering moet zyn, de bestaande
scherpe tegenstrijdigheid van belangen be
treffende handelsverdragen weg te nemen met
medewerking van den Ryksdag. Daarvan hangt
de geheele economische toekomst af. By den
noodiydenden toestand van den landbouw
acht spr. verhooging van invoerrechten voor
tarwe en rogge onvermydeiyk. Aan deze
verboogingen is echter een grens gesteld door
het productievermogen en de uitvoercapaciteit
vaa onze industrie, evenals door de zorg
voor gunstlgo levensvoorwaarden voor de
Duitsche worklieden (geroep van de sociaal
democraten), wier welzyn de regeering even
zeer ter harte gaat, als (tot de sociaal-demo
craten) ulieden (by val rechts en in het centrum
geroep links).
Hoeveel die verhooging van invoerrechten
zal zyn, daarover kan ik my niet uitlaten,
daar de Bondsraad nog geen besluit heeft
genomen. Ik wys er echter op, dat het onze
wenBch is, op een aannemelyken grondslag
weder tot tarieftractaten met andere staten
te geraken. Wat de tarief her vorming, in
het byzonder de rechten op levensmiddelen
eventueel meer zullen opbrengen, zal beeteed
worden ten bate van welvaartsinrichtingen
in het Ryk en van de economisch minder
sterke deelen dor bevolking.
In den verderen loop van het debat, waarby
het dikwyis levendig toeging, verklaarde de
staatssecretaris Yon Richthofen: Het is ge
constateerd, dat feitelyk groote hoeveelheden
oorlogamaterieel en geconserveerde levens
middelen naar Engeland zyn verscheept. Daar
echter andere staten tot dusver geen verbod
van uitvoer uitvaardigden, zou een Duitsch
uitvoerverbod slechts de industrie en den
landbouw geschaad hebben; daarom vaardigde
Duitschland geen verbod van uitvoer uit.
Het hoofdstuk: jaarwedde van den staats
secretaris, werd ten slotte goedgekeurd.
ItallCw
Uit Nieuw-York wordt aan de Parysche
„New-York Herald" geseind, dat te Rio-de-
Janeiro twee personen in hechtenis zyn ge
nomen, die deel bebben in een komplot tegen
het leven van den koning van Italië. Zy
erkenden te weten van het vertrek van een
zekeren Lavecchia uit Montevideo naar Genua.
Die man was voornemens het koninkiyk palci3
te Rome met dynamiet in de lucht te laten
springen. Lavecchia is te Genua gevangen
genomen.
Groot*BrltaaniS.
De Londensche bladen bespreken de debatten
in het Hoogerhuis over het legerbestuur. De
„Times" zegt, dat lord Wolseley in zijn
plichten te kort schoot; de „Standard", dat
Wolseley beperkingen in zyn autoriteit onder
vond. De „Daily News" merkt op, dat het
publiek belang eischt, dat een burgerlyke
controle op het War Office worde uitgeoefend,
wil Engeland geen militaire natie worden.
De „Morning Post" schryft, dat aan lord
Wolseley de macht ontbrak om zyn plich
ten uit te voeren, welke minister Lansdowne
hem verweet te verwaarloozen. De „Morning
Leader" beschouwt minister Lansdowne als
een chicaneur en rechtsverdraaier. De „D3ily
Mail" zegt, dat de redevoering van lord Wol
seley de grootste dienst was, welke ooit aan
Engeland bewezen werd. Ook de „Daily
Chronicle" sympathiseert met den oud-opper
bevelhebber, die bevelhebber was zonder de
macht om te bevelen.
In de zitting van het Lagerhuis van Maan
dag zyn enkele beiangryke onderwerpen ter
sprake gekomen, behalve de door sir Michael
Hicks Beach aangeroerde terugoetaling der
schadevergoeding voor den Jameaoninval,
waarvan de minister verklaarde, dat hy ver
rukt was by de gedachte, dat er eenige kans
bestond een schadevergoeding te verkrygen,
waarop hy niot gerekend had.
Do afgevaardigde O'Keily vroeg da3rop of
minister Balfour zyn aandacht had gevestigd
op hetgeen door den Franschen minister van
buitenlandsche zaken Delcassé in den Senaat
gezegd was naar aanleiding der Portugeesche
buitenlandsche schuld. De afgevaardigde vroeg
of er een Engelsch-Portugeesch verdrag be
stond, waarby Engeland zou kunnen genood
zaakt worden in een conflict tusschen Frank
rijk en Portugal tusschen beide te komen.
De heer Balfour maakte zich met een uit
vlucht van een rechtstreeksch antwoord af.
Op een andere vraag antwoordde de minis
ter nog, dat hy niet wist, dat door Bóeren-
agenten in België gerecruteerd werd.
Rusland*
De aanslag op den minister van onderwys
Bogolepof heeft tot nasleep, dat er tafryke
personen gevangen worden genomen, onder
verdenking, dat zy revolutionaire en nihilis
tische denkbeelden zyn toegedaan.
Te St.-Petersburg ia in hechtenis genomen
prof. Miloekof, schryver van een geschiedenis
der beschaving in Rusland en lid van het
bestuur van het genootschap van Russische
schryvers, op grond, dat hy den Tsaar een
plan wilde aanbieden tot afschaffing van de
wet, waarby studenten bestraft kunnen worden
met inly ving by het leger.
Telegram m e ru
LONDEN, 5 Maart. (R. O.) In het Hooger
huis word een levendig debat gevoerd, naar
aanleiding van de organisatie van het leger
en van de critieken van minister Lansdowne
op lord Wolseley. Lord Rosebery en andere
leden veroordeelden in krachtige termen
den aanval van Lansdowne, wiens optreden
echter verdedigd werd door lord Devonshire
en lord Salisbury, waarby de laatste echter
zeide, dat goen persoonlyke aanval op lord
Wolseley bedoeld was. Wolseley vroeg daarop
het Hoogerhuis, zyn oordeel op te schorten
tot een volgende gelegenheid, wanneer hy de
aandacht zou vragen voor de tegen hem ge
richte aantygin gen.
KONSTAN TLNOPEL, 5 Maart. {R. O.) Een
iradó beveelt de instelling van een hooge
Turksche financieele commissie voor het in
evenwicht brengen der begrooting zonder ver
hooging der belastingen, en het tot stand
brengen eener algemeene unificatie van alle
Staatsschulden door middel van een overeen
komst van alle schuldeischers.
MARSEILLE, 5 Maart. (R. 0De staking
alhier is nu algemeen; alles is rustig. Tal-
ryko goederen, voor China en Japan bestemd,
worden via Antwerpen verzonden.
LONDEN, 0 Maart. (R. 0.) Een van de
meest stormachtige tooneelen, die men ooit
beleefd heeft, had in het Lagerhuis na midder
nacht plaats. De heer Balfour verlangde de
sluiting van de discussie over een post van
zeventien millioen pond sterling. De sluiting
werd aangenomen met 220 tegen 117 atom-
men, Het huis ging toen over tot stemming
over de begrooting zelf, maar zekere Xersche
nationalistische leden weigerden het huis te
verlaten om hun stem op do gewone ma der
af te geven. Zy verklaarden dit te doen als
protest tegen de sluiting, die hun verhin<> r ie
het gedeelte betreffende Ierland te bespre
ken. De voorzitter bracht hun wyze vr.n
doen aan den speaker onder het cog,
dio hun een formeele berisping toediende.
Balfour verlangde, dat do met namo ge.
noemde elf ledon door de deurwaarders zouden
worden verwijderd. Het voorste) werd aange
nomen. De berispte leden weigerden echter
het hui» te verlaten. Toen de deurwaarder»
niet in staat waren lien te verwijderen, werd
een dozyn polilie-mannen gehaald. Dezen
voerden met geweld de weerspannige leden
één voor éÓD weg, ondanks hun tegen
spartelen. Het tooneei werd door het huis
met pynlyke verrassing gadegeslagen. Een
van de leden schreeuwde, terwyl hy werd
weggevoerd: God zegene Ierland! Andere
lerache leden stonden op do banken, wuifden
met hun hoeden en zongenGod zegene
Ierland.
Toen de laatste van de elf loden was weg-
gevoerd, werd do zitting verdaagd.
Thermometerstandgisteravond om 8 uren
6° C. 42.8° Fahrenheit, hedenmorgen
om 8 uren 6J C. 42.8° F., 'a middag»
om 12 uren 7.5° C. 45.5° F.,'s namiddag»
om 4 uren 7° C. 44.6° T.
Noordwyk. De raadsleden, die In 1901 aan
de beurt van aftreden zyn, zyn de heeren
A. W. Alkemade, J. de Groot Jz. Jr., E.
Smit en G. van der Weyden.
Door den burgemeester is tot dienaar
van politie bonoomd H. J. Berben, tydelyk
bewaarder in het Huis van Bewaring to
Rotterdam.
Door den Commissaris der Koningin in
deze provincie i» tot derden veldwachter der
gomeento Noordwyk benoemd Nicolaas Schraal,
buitengewoon nachtwaker te Voorburg.
Aarlanderveen. Burgemeester en Wet-
houders hebben bepaald dat ter voorziening in
de vacature ontstaan door het overlydenvan
den heer J. A. VVolmerstott den lOcien April
a. s. een verkiezing zal plaats hebben van een
lid van den gemeenteraad.
Zoo noodig zal de stemming op 17 April
a. 8. en de herstemming op 24 Apnl a.s. plaats
hebben.
Op 1 April a. e. zal er op de openbare
scholen alhier' weder gelegenheid tot toelating
van nieuwe leerlingen zyn.
De feesleo te Amsterdam.
Men seint ons uit Amsterdam:
In de gouden koetB bespannen met zeaj
paarden, reed even over tweeën hot koninkiyk;
echtpaar uit om de hulde in ontvangst tos
nemen van de werklieden-corporaties in hetj
Ryksmueeum.
Overal langs den weg stond een groote:
menigte, die weder zeer geestdriftig was:
ondanks do stortbui.
Het Ryksmuseum is kwistig versierd met
bloemon uit de stads-broeikassen. Honderden1
officieel genoodigdon hadden op de verhooging(
plaats genomen, waaronder de wethouders en,
leden van den gemeenteraad.
Na de hulde volgde de rytoer. In de Wil?
lemstraat werd hulde gebracht door de Oranje^
Mecklenburg-garde, in het wit met OraDje^
sjerpen, petten met rood wit en blauw en dé
kleuren van Mecklenburg.
Daar achter stonden de jongens van he*
opleidingschip „Wassenaar" met een muziek-
korps. By een opgestelde tribune werd een
redevoering gehouden en een bouquet aam:
geboden.
De hulde was grootsch. Daarna werd dtf
rytoer door de stad voortgezet. Overal klonken
donderenden hoezees.
Amsterdam, 6 Maart. Ter veemarkt waren
heden aangevoord: 190 vetto kalveren; lete qualL
teit f 0.90, 2de quaL f 0.80, 3de qual. ƒ0.70, 95
nuohtere kalveren ƒ7 h 10; —schapen a i
lammeren k 390 vette varkens f OAv,
h ƒ0.49, Rijnkantera 0.50 per K.G.
ADVEBTEKTIEH.
Bevallen van een Zoon
A. DIEBEN De Hebtogh.
Leiden, 6 Maart 1901. 1995 3
Heden overleed te Haarlem, onze*
geliefde Broeder en Behuwd broeder
JACOB CORNELLS GERLINGS, We
duwnaar van Vrouwe JEANNE JOSE
PHINE IVES BROWNE, Gemeento-
Ontvanger van Haarlem, in den
ouderdom van ruim 72 jaren.
H. F. C. GERLINGS.
A. D. J. GERLINGS Krusemax.
Leiden, 4 Maart 1901.
Eenige kennisgeving.
Bezoeken kunnen niet worden ai ge
wacht. 1971 13
Met doze vervullen wy den trei..i
gen plicht u mede te deelen
overlyden van onzen eenigen gel if
Zoon en Kind, W. KWAKERNA.' j
in den ouderdom van ruim 19 j«u - j
Ona overtuigd houdende van uwe i
deelneming noemen wy ons:
ADR. KWAKERNAAK. 1991 1
N. KWAKERNAAK-Hoogendoc
Koudekerk, 5 Maart 1901.
Heden overleed onzo Schoonzu6tor j
Mevrouw de Weduwe L. PLATE—
Van der Wallen, te 's Graveuhage.
E. VAN DER HOEVEN-Platk.
Mr. H. VAN DER HOEVEN. I
Leiden, 5 Maart 1901. 2001 6
2013 11 Aanbevelend,
^3
^2
<33