MENGELWERK. ra. sprak Hare Majesteit. „En ;vat zegt g(1 nu"- vervolgde zy met der duiven oprechtheid tot den ouden vriend „En wat zegt gy nu van mjjn moeder, die mij dat heeft gemaakt?" Toen hernam H. M. de Koningin-Moeder, met moederlijken trots, tot Beets: „En wat zegt gU dan wei van mijn doch ter, die zoo gemakkelijk zich leiden liet?"" „Op dat oogenblik vergat ik" sprak Beets tot mij, zyn eenvoudig sympathiek verhaal van het onderhoud afbrekend „op dat oogenblik vergat ik, dat ik gezeten was tegenover twee Majesteiten." De Maasbode heeft onlangs met cijfers aan" getoond, dat Nederland voor hetzelfde geld minder soldaten heeft dan andere natiën en dat de soldaten, die er zijD, veel minder goed sijn geoefend. Zwitserland geeft per man slechts f 60 uit, Frankrijk f 82, Italiö f 87, Duitschland f 128 en Nederland f 127. Het aantal soldaten in Nederland is in ver houding tot de weerbare bevolking bijzonder laag. Duitsohland kan 28 pCt. onder de wapenen brengen, Zwitserland 38 pCt., Italiö 29 pCt., Frankrijk 65 pCt. en Nederland hoogstens slechts 20 pCt. De conclusie van De Maasbode is, dat de aanhangige iegerwetten moeten worden ingetrokken en zoo spoedig mogelijk vervangen door nieuwe, die een volksleger invoeren. V. zegt nu in het Ned. Dagblad met die conclusie niet te kunnen samengaan. De ingediende Iegerwetten bevallen ons allerminst vervolgt Y. Het is, of zij alleen zjjn gemaakt om de openbare meening te bevredigen en verder niet ernstig zijn bedoeld. Elk stelsel, dat niet op nagenoeg alle weer bare mannen beslag legt, achten wij voor ons land onbruikbaar. Worden echter de inge diende ontwerpen ingetrokken, dan ia er nog >*neor oponthoud, terwijl er nu toch reeds veel «i)d verloren is. Laten dus de hangende wets ontwerpen maar worden aangenomen, omdat het bestaande altijd nog Blechter is dan wat die ontwerpen beloven, en laat dan de land stormwet aanvullen, voor zooveel dat mogelijk is, wat er aan de nieuwe Iegerwetten ont breekt. Een gevaarlijk© grap. L „Je vindt het dus goed, mijn jongen? Het meisje bevalt je?" „Of ze mij bevalt? Ik ben over de ooren verliefd." En Arnold Friese verslond het portret in zijn hand met blikken van verrukking. „Welk een bekoorlijkheid 1 Onvergelijkelijk, oom 1" „Dat doet me plezier, myn Jongendat doet me plezier. Je hebt mijn huweiyksvoorstellen zoo dikwijls van de hand gewezen...." „Maar dat was ook iets anders, beste oom. Bij alle vroegere gelegenheden was uw voor stel geenszins gerechtvaardigd. Wat u voor schoonheid hield, was slechts schijn-schoon heid. Maar hierkan men hier nog wankelen Men zou met blindheid geslagen moeten zijn, als meD niet wilde erkennen, dat men hier het volmaaktste ideaal van Grieksche schoon heid voor zich heeft." „Maar haar waarde berust niet op haar schoonheid alleen. Zy is ook goed, geestig, beminnelijk en zachtmoedig. Toen ik haar onlangs in het hotel, waar ze gedurende haar kort verbluf te Berlijn met haar oudera afgestapt was, te zien kreeg, dacht ik dadelijk aan jou: Ais dat tot stand kwam, zei ik tot mijzei ven, als dat tot stand kwaml Zulk een nicht te bezitten 1...." „Welnu, u ziet het, waarde oom, u zal haar bezitten. Niet alleen, dat haar ouders op uw aanbeveling geaccepteerd hebben en ook het meisje niet ongenegen schijnt my haar hand te schenken, neen, ook ikzelf, die tot nu toe kieskeurig en van elk huweiyk afkeerig ge weest ben, zou by de gedachte aan een mogelyk- heid van dit huweiyk de gekeele wereld willen tmbelzen." En in deze uitbarsting van dankbare ver rukking viel Arnold zyn oom om den hals en kuste hem op beide wangon. De laatste wreef zich vergenoegd in de handen. „Goed, mijn jongen, goed. En nu wy het over de hoofdzaak eens zijn, wil ik je nog eenige pyzonderheden mededeelen."' „Ik luister, beste oom." „Je bruid want zoo mag ik haar wel noemen, daar alles vrij W©1 klaar is woont, zooals je weet, te Leipzig, en ik heb dus met je toekomstige schoonouders afgesproken, dat je morgen zoudt overkomen." „Mooi." „Je kunt vertrekken, wanneer je wilt; maar in elk geval moet je morgenmiddag daar zyn, en wel onder een zeer natuuriyk voorwendsel. Het zal namelyk heeten, dat je eenige dagen voor zaken te Leipzig moet zyn, en ik heb deze gelegenheid waargenomen, om deze zilveren lorgnet voor mevrouw Brettschneider mee te geven, die zy onlangs hier in den schouwburg vergeten heeft. En daar jy je niet behoeft te haasten om naar Berlyn terug te keeren, biyf je in Leipzig, zoo lang je het voor de verzekering van je succes noodig acht. Ik reken er op, dat je niet zonder het definitieve „ja" terugkeert." „Ik zal myn best doen, oom." „En nu, goede reis, myn jongen. Tele- grapheer my dadeiyk, zoodra hot gewenschte resultaat bereikt is, opdat ik myn verJovings- geschenk van stapel kan laten loopen." IL Morgen eerst? Neen, zoolaug kon Arnold Friese niet wachten. Het leven te Beriyn leidt te zeer af en gedoogt niet zich geheel te wyden aan een aangename gedachte. Arnold besloot dus nog denzelfden avond op reis te gaan. Aan het station gekomen, verzekerde hy zich in de eerste plaats van een ledige coupé en hield t uitkyk. Het p' was tameiyk yoL Zouden al •die mensu. .j, die hy daar met handkoffers, hoedendoozen, enz. beladen zag, het op zyn wagen gemunt hebben? Hy wilde toch zoo graag alleen zyn. Hoe zich te verzekeren tegen storing? Ha, een idee. Als hy alle acht plaatsen der coupé kocht Biykbaar een grootsch, maar «enigszins duur middel De conducteur een geldstuk In de band drukken? Neen, dat gaf geen waarborg; want als er dan iem&Dd instapte, had hy niet het recht, het te beletten. Eensklaps kreeg hy eon reddenden inval, een herinnering uit zyn student en tijd. Victor's truel Dat hy er niet direct aan gedacht had! Deze onovertroffen truc, dien Victor altyd toegepast had, om In een coupé alleen te blyven, miste zyn doel nooit. Gezegde Victor zocht nameiyk een ledige coupé uit, en zoodra iemand aanstalten maakte, om by hem in te stappen, liet hy de oogen woedend rollen, stak de tong uit en maakte alle mogeiyke verschrikkeiyke gebaren en grimassen. „Ha, een krankzinnige 1" dacht men dan en haastte zich natuuriyk een andere coupé op te zoeken. „Deze truc dos ook nu toegepast 1" dacht Arnold en liet de daad op de gedachte volgen. En dit middel bleek ook probaat en joeg achtereenvolgens twee corpulente dames, een dandy, een ouden, hoestenden heer en ten slotte nog een heele, uit vader, moeder en dochter bestaande familie op de vlucht. Zoo scheen het hem althans tee, want in hun schrik waren al deze brave monschen zóó gauw aan don haal gegaan, dat Arnold nauwe- lyks In staat was geweest, hun gezichten te zien. De locomotief floot, de trein zette zich in beweging. Arnold was alleen. Leve Victor's truc! dacht hy triomfanteiyk. En behaagiyk op het kussen uitgestrekt, verloor hy zich in eindelooze, zoete droomeryen. Leipzig! Het was byna middernacht, toen Arnold er aankwam. Het beste, wat hy op dit uur kon doen, was naar bed te gaan. Nadat hy den volgenden morgen met de meeste zorg toilet gemaakt had, waarby hy met name den barbier de meeste nauwgezet heid op hot hart gedrukt had, ging hy de stad in. Hoe zou hy den tyd tot den avond door brengen? De bezienswaardigheden in oogen- schoaw nemen, dat was het eenvoudigste. Ai te zeer om zichzelf denkend, om de architectonische kunstwerken in de mooie stad kalm te genieten, vergenoegde by zich met een wandeling door de straten, waarby hy, in de hoop, haar te ontmoeten, wier beeld hy sedert gisteravond in en op het hart droeg, elke voorbygang8ter opmerkzaam aankeek. „Dat is zy?" dacht hy. zoodra hy op den hoek eoner straat een élégante gestalte zag opdoemen. En hy versnelde zyn pas, om by een jeugdig opgedirkte oude of een blozende jonge te belanden, die zich gestreeld voelde, omdat z\j op dozen knappen flaneur oogen- schyniyk indruk gemaakt had. Eindeiyk, eindeiyk naderde het avonduur, zyn tyd was gekomen. In zyn hotel teruggekeerd, maakte Arnold nog eens weer toilet en begaf zich toen naar de woning van don boer Brottechneidor. Nadat hy aangediend was, geleidde de bediende hem naar het salon, waar Arnold zoowel den heer en mevrouw Brettschneider als hun beeldschoon© dochter vond, want beeldschoon was ze beslist, het portret was volstrekt niet geflatteeid. Alle drie ontvingen den bezoeker met een vnendeiyken glimlach, bereid, hem aller- vriendeiykst welkom te heeten, toen eensklaps uit drie monden te geiyk weerklonk: „O 1 Dat is de krankzinnige oit den trein I" IV. In een oogenblik raadde Arnold het ver band: de uit vader, moeder en dochter be staande familie moest de familie Brettschneider geweest zjjnl Hy glimlachte, hoewel een weinig van stretk gebracht, en wilde de noodige opheldering geven. „Ik raad, zeer geachte dames en meneer. Helaas een onaangenaam geval, om my bij u te introduceeren.maar wanneer ik u de reden van deze comedie zal hebben mede gedeeld.. „Een zeer ernstig geval l" fluisterde Brett schneider zyn vrouw in het oor. „Als een krankzinnige zyn hersenschim begint te verklaren, is dit een teeken van zyn onge- neesiykheid." Het jonge meisje was bevend, als het ware bescherming zoekend, achter haar vader ge vlucht. „O, ik verzeker u, ik ben niet gevaariyk," merkte Arnold ironisch op. „Ik heb nog nooit een menscheDziel kwaad gedaan, en als u my de eer wilt bewyzeo, my een minuut lang aan te hooren, kunt gy u er van overtuigen, dat mot my wel valt te spreken. Voor het overige bemerk ik wel, dat alleen Victor's truc de oorzaak van uw vergissing is." „Victor's truc?" „Ja, een vriend, wiens voorbeeld ik met de beste bedoeling govolgd heb. Doch hy ging by zulke gelegenheden nog verder. Hy trok de schoenen uit en posteerde zich voor de wagendeur." „Uó, heuscb?" vroeg Brettschneider, alsof deze mededeeling zyn grootste belangstelling wekte. „Hy is wel is waar op bet oogenblik rustig, maar er kan elk oogenblik een ver andering plaats hebben," fluisterde hy zyn vrouw haastig in het oor, echter niet zoo zacht, o 1 ik hoorde het wel. „Laat dadeiyk de politie halen." Mynheer," wendde hy zich daarop weer tot zyn gast, „naar uw mededeelingen te oordeelen, moet deze meneer Victor een aardig, amusant mensch zyn, en het spyt my zeer, dat ik niet het genoegen heb gehad, kennis met hem gemaakt te hebben." „Inderdaad?" vroeg Arnold, die deze opmer king ernstig opnam. „Zou u graag kennis met hem maken." „Inderdaad I Een zoo phantastisch aangelegd mensch 1 Ik zou willen, dat hy myn vriend was," antwoordde Brettschneider. „Men moet op al zyn ideeèn ingaan, datls het eenige middel, om een crisis te voorkomen," zeide hy tot zyn vrouw en dochter. Hoe wei overtuigd, dat het hem gelukt was, de familie ten aanzien van zyn toerekenbaar- beid gerust te stellen, kon Arnold zich toch niet verheien, dat zyn entróe in het water gevallen was. Het jonge meisje zou het nu waarschyniyk moeiiyk vallen, zyn aanzoek ernstig op te nemen. Hy moest dus tot eiken prys dezon eersten slechten indruk trachton uit te wisschen. „Myn oom heeft ray veel van u verteld, mejuffrouw," begon hy. „Zoo, meDeer?" „En als u vermoedde, op hoe vleieide wflze hy over u gesproken heeft 1*' „Meneer, uw oom ls heuscb al t6 vriendelyk." „En u al te bescheiden, want wanneer alle eigenschappen Helaas vermocht Arnold de mooie tirade, die hem op de lippen zweefde, niet voltooien, want op dit oogenblik kwamen eensklaps drie mannen met veel gedruiscb het salon binnen. Verbaasd keerde hy zich om. Misschien oven eens genoodigden Bloedverwanten misschien Inderdaad vreemd met het oog op het intieme karakter van dit samenzijn. Doch Arnold had geen tyd daarover verder na te denken, daar de drie mannen op een teeken van meneer Brettschneider hem beet pakten. „Maar, mijne heeren," protesteerde hy in zyn ontsteltenis, meenende, dat liier eon mis verstand plaats had. „Wat leteekent dat, myne heeren?" Vergeefsche moeite. Hy werd in een oog wenk geboeid, gekneveld en door zes sterke armen weggevoerd. „Gode zy dank I" riep de heer Brettschneider, „Nu is hy en zyn wyzelven in veiligheid." „Maar het is toch nauweiyks te begrypen," meende de dochter. „Een zoo knappe, jonge man met een zoo'n flink verstand, voor wien zyn oom in elk opzicht instaat „Wat geeft dat alles, myn klDd? Vermoe- delyk is de arme jonge man eensklaps op reis krankzinnig geworden. Dergelyke gevallen zyn meer voorgekomen." „Jammer," dacht het jonge meisje. „Ja, werkeiyk jammer. In zyn heldere oogenblik- ken had hy zoo iets zeer sympathiekst" Arnolds oom, wien Brettschneider het voor gevallene geseind had, kwam met den eersten sneltrein te Leipzig en liet zioh onmlddeliyk by zyn neef brengen. „Myn arme jongen, is het mogelyk?" riep hy schreiend. „Een zoo plotselinge aanval „A, oom, wil u my verklaren...." Na eenige minuten was oom alles duideiyk. Een schaterlach dreunde van zyn lippen. Welk een misverstand! Waarlyk, de geheele loop was zóó tragiscb- komisch, dat Arnold ten slotte het verstan digste deed, wat hy doen kon en zelf om zyn avontuur lachte. „En nu?" vroeg oom, „keeren wy nu naar de familie Brettschneider terug?" „Natuuriyk. Ik ben hun een opheldering verschuldigden bovendien is de dochter zoo mooizoo mooi 1Zy zal my ver giffenis schenken, als zy verneemt, dat de geheele grap op touw gezet was, om in gedachten met haar alleen te zfin." Arnold is de gelukkigo echtgenoot van zyn aang'obodon© gowordsn. En beiden reizen meer malen in het jaar naar hun ouders te Leipzig. Doch hoeveel passagiers er ook in hun coupé mogen komen, Arnold wacht zich wel, Victor's truc nog eens uit te halen. De grap is te gevaariyk. KOLOW1EN. BATAVIA, 6—11 Jan. Van den waarnemenden resident van Japara is de mededeeling ontvangen, dat in den na middag van 26 December 1900 ten gevolge van zware winden, in de dessa's Panggoeng en Soerodadi, district en afdeeling Japara, respectieveiyk 8 en 86 ïnlandsche woningen zyn ingestort, terwyi een inlandsche jengen door een vallend dak werd gedood en twee inlandsche meisjes licht gewond werden. (J.-C.) De commandant der zeemacht ls ge machtigd om Hr. Ms. pantserdekschip „Gelder land" na aankomst in Nederlandseh-lndiö toe te voegen aan de Java-divisie, ter vervanging van Hr. Ms. pantserdekschip „Holland", dat bestemd is om in de tweede helft van Januari de terugreis naar Nederland te aanvaarden en om laatstgenoemden bodem aan bedoelde divisie te onttrekken. [Bat. Nbl.) De Indische correspondent van hot „Hbl." seint, dat de Smeroo den laatsten tyd zeer werkzaam is. Biykena telegraphische mededeeling van den resident van Madoera, is de Regent van SampaDg, Raden Toemenggoeng Ario Tjondro Negoro in den avond van den 9den Januari overleden. (Java-Ot.) De assistent-resident van Sam pang (Madoera), de heer Lutter, gaat binnenkort met buitenlandsch verlof. Mr. D. Beeta on echtgenoot© vertrokken den 9den Januari van Batavia naar Europa met het stoomschip „Koningin-Regentes". Velen deden hen uitgeleide naar Tandjong Prlok. Lydt de Bataviasche tooneelwereld een groot verlies door het gaan van mevrouw Beots, waarvan ook heden weder het aan bieden van veel bloemen moest getuigen, niet minder wordt in den kring zyner vrienden en vroegere ondergeschikten het afscheid van den hoer Beets gevoeld. De geheele weeskamer was aanwezig met den nieuw opgetreden voorzitter en allen werden aan boord toe gesproken door den vertrekkende, wien men ten slotte van de kaai by het losgooien en wegstoomen der mailboot een laatst vaarwel toeriep. M.) ATJEH. De „Java-Ci" meldt: Biykens eon van den civielen en militairen gouverneur van Atjeh en Onderhoorlgheden ontvangen telegram ver dronk, by het zoeken naar een doorwaadbare plaats tydens de overstrooming in Pidiö, de Europeesche fuselier Straus. Volgens het „Bat. „Nbld." is onder nadere goedkeuring van den gouverneur- generaal bepaald, dat de onderaf deeling Lam Baro en Indrapoeri van de afdeeling Qroot- Atjeh zullen worden samengevoegd tot één onderafdeeling „Indrapoeri", onder een officier der met standplaats Indrapoeri en dat de daardoor vry gekomen divisie marechaussee, thans aangewezen tot deel neming aan de excursie tegen Samalangan en Peusangnn en tot de voorbereiding daarvan, daarvoor gedetacheerd wordt in Meureundoe. DJainbl» Het „Bat, Nbld." schryft: „Onze lezers weten, dat de regeering voorloopig heeft afgoawn van een veldtocht naar Djambi, maar een versterking zal bouwen en een bezetting leggen by het punt der samenvloeiing Tan Batang Hari en Tambesi. „Palembang zal voorts, goiyk wy eveneens reeds mededeelden, door een goeden weg worden verbonden met onze tegenwoordige vestiging, welker bezetting belangrijk wordt ingekrompen, terwyl de nieuwe versterking, welke byna altyd langs den waterweg te bereiken is, ook een verbinding over land cal krygen. „Het civiel bestuur gaat over naar het nieuwe fort, waardoor de vertegenwoordiging van ons gezag alvast een heel eind het binnen land ingeschoven is." Door den Gouverneur-Generaal van Ned.-Indiö sjjn de volgende beschikkingen genomen: Cl VIEL DEPARTEMENT. Verleend: Wegens langdungen dienst een jaar verlof naar Europa aan de leerares in de Nederlandsche taal- en letterkunde by de hoogere burgerschool voor meisjes te Batavia mejuffrouw C. E. B. J. Kuueman. Belast: Met ingang van t2 Januari 19U1, voor den duur van bet aan de titularis verleend verlof, met de waarneming dier betrekking van leerares lu de Nederlandsche taal- en letterkunde by de hoogere bargerschool voor meisjes te Batavia, de benoemde onderwijzeres der eerste klasse bij het openbaar lager ouderwijs voor Europeanen, mejuffrouw M. S. Van der Willigen. Bij bet Binnenl. Bestuur op Java en Madoera. Geplaatst: In de residentie Rembang de benoemde controleur K. N. Binnendijk. By den Waterstaat en 'a Lands B. O. W. Benoemd: Tot opzichter tweede klasse de ambtenaar op non-aotiviteit C. Badart, laatst die betrekking bekleed hebbende. Bij de exploitatie der btaatsspoorwegen op Java. GeplaatBt: Op de oosterlijnen de adjonot- ingeuiour J. P. Crompvoets. 1'ydel ij k belast: By de exploitatie v&n Staatsspoorwegen op Java met de waarneming der betrekking van stationschef der eerste klasse voor den verderen duur van de aan den titularis W. De Zwaan opgedragen waarneming der betrek king van adjunct-chef der vierde afdeeling, de stationschef der tweede klasse H. JL P. Nolthenius de Man. Bij bet Binnen]. Bestuur op Java en Madoera. Geplaatst: In de residentie Kedoe, de bargerirjk ambtenaar A. B. NeJjs. Door den dir. van Onderwijs, Eeredienst en Nijverheid. Bjj het openb. lager onderwijs voor Europeanen: T ydel y k werkzaam gesteld: Als huip on derwweeies, mejuffrouw C. H. Raket. Geplaatst: Aan de meisjesschool to Banda- Neira (Amboina), de tijdelijke hulponderwijzeres C. A. Raket. DEPARTEMENT VAN OORLOG. Geplaatst: Bij bet subsistcntenkader te Batavia de kapiteins van gedetacheerd uit Nederland terugverwacht wordende W. B. Ooit eu A. C. C. De Klerck; by aankomst bij bet rechterhalf 4de bataljon de 2de luit. uit Nederland verwacht wordeude, zynde bestemd voor den dienst hier te lande W. E. L. H. C. Dampen by aankomst by het 11de bat. de 2de luit. uit Nederland verwacht wordende zijnde bestemd voor den dienst bier te lande G. K. YV. F. De Voynos van brakel Buys en J. H. F. Gelpke. Overgeplaatst: By bet subsistentenkader te Batavia de late 'luit. by het late depotbataljon E. J. De Klerok; by bet lste depot bat- de 1ste luit bjj het 11de batt. L F. Van GeDt; bjj bet lste depotbat. de 2de luit. bjj hot 11de bat. J. F. Banbeu- Ont8lagen: Uit dit korps en teruggevoerd van a ia suite en overgeplaatst bjj lste depot bat. de lste luit. by bet korps marsohaussee te voet in Atjeh J. H. J. De Cooq d'Armanvüle. Ontheven: Uit zjjn adjudantsbetrokkmg en teruggevoerd van a la suite van zjjn wapen de lste luit. plaatselijk adjudant te Kotta-Raaja Th. K. L A T. Van aer Maesen de Sombreff. Benoemd: Tot plaatselijk adjudant te Kotta- Radja en gevoerd a Ja suite van zjjn wapen de lste luit. adjudant by bet 2de garmzoens-bat. van Atjeh J. H. C. Munier; tot bataljons-adludant de lste luit. bjj het lste garn.bat. van At|eh te Tapa Toean A Hoorweg. Geplaatst: Bij het lste reserve-bat. de kapt. van verlof uit Nederland teruggekeerd V. L. J. Roven. Overgeplaatst: Bjj het Babsietentenkader te Batavia, de kapitein bjj het 10de bataljon J. B. Van den Belt. Geplaatst: Bij bet subsistentenkader te Batavia, de majoor boven de formatio in activiteit hersteld P. J. F. Louw. Benoemd: Tot plaatseljjk adjudant der stad Batavia en gevoerd a la suite van zjjn wapen, de eerste luitenant bjj het subsistentenkader te Batavia J. N. B. Lauwenks. DEPARTEMENT VAN MARINE. Overge- Elaatst: By de Gouvernements-Marine. Van et stoomschip „Reiger" te Boerabaia naar het stoomschip „Zeeduti" te Atjeh de gezaghebber B. B. De Boer; van bet stoomschip „Zeeduif" naar het stoom schip .Albatros", beide te Atjeh, de gezaghebber J. C. Tichelman. Onze Prins-Gemaal Ouitseb generaal-majoor. Hertog Hendrik van Mecklenburg werd eenige dagen geleden benoemd tot generaal- majoor in het Pruisische loger, waarmede Z. H. den majoors-, luitenant-kolonels- en kolonelsrang heeft overgesprongen. Als jongste zoon van groothertog Friedrich Franz II bekleedt hy nu denzelfden rang als de 20 Jaar oudere hertog regent Johann Albrecht. Het „Berl. Tagebl." releveert deze onder scheiding en acht het een bewys, dat do Duiteche Keizer der Koningin der Neder landen van zyn belangstelling heeft willen doen bljjken. Gewoonte is het anders, dat vorstelyke personen, die uit lagere rangen in het leger plotseling tot veel hoogere be vorderd worden, zooals de Groothertog van Hessen, de vorst van Waldeck-Pyrmont en onlangs de groothertog Ernst van Saksen, eerst de eer te beurt valt tot kolonel bevor derd te worden, als zy aan de regeering komen. UITLOTINGEN. Loieu vau Turkijo 3 pOt. a fr. 400 vau 1870. Trekking 1 Fobr, Betaalbaar 1 Maart. Vervo.g der opgave: No. 222366 fr. 2000 No. 1609511 fr. 2000 1396095.... 2000 1G04492... 2000 l 1474890... 2000 10760U2... 2000 De volgenSo ummers elk fl. 1250; 84427 789232 877933 1^68729 1427537 14748-0 824162 874118 877936 1396092 1467966 1682687 De volgende DUu.ne.fl elk fr. 1000: 84429 364773 749679 1011232 1621948 1912464 45560 861494 789233 1160343 1646866 1942406 1049 47 411140 878147 UOU783 1640858 1977494 163777 676507 891182 1271805 1676053 222496 680821 981841 1312230 1689080 Alle overige Nos. elk Lu 40d De Hieuw© Korenbeurs. Ieder kent de Korenbeurabrug met baar mooie bogen, aan beide zyden geflankeerd met een dubbele ry kolommen, waarop een, met leien bedekt dak rust; ze is een sieraad van Lelden, vooral uitmuntende by illuminatie. Die beide flanken hebben, zooals de naam der brug trouwens duidelijk aanduidt, dienst' gedaan als korenbeurs. Evenals in de meeste steden, brachten de landbouwers ln zakken hun g kan naar de markt, dit werd op de Korenbeurs epge-' stapeld en een zak van do party goopend, waarop verkocht werd. Hooédzakeiyk dien Je dit ter voorziening ln de behoeften van de stad zelve, de bakker kocht aldaar zgs be» noodigde tarwe en rogge, de brouwer zyn gerst, de grutter zyn boek wek, de voormen zfia haver, enz.; aües geschiedde meer plaatselijk» Zooals alles verandert, is ook de graan handel veranderd, eensdeels genoodzaakt door misgewassen om het graan van elders to betrekken of naar elders te verkoopen en vooral ook door de betere middelen vim ver voer, is het plaatselijk karakter van de Koren- beurs verloren gegaan. c In plaats van de partyen in zakken aan te brengen, was het daardoor cn voor den kooper en voor den landbouwer gemak kei Ijker op monster fce handelen en de partyon deorden^ landbouwer direct aan den kooper te verladen. Wat was natuuriyker, toon men niet meer gehouden was, om de zakken met graan na te zien, doch alleen op monster kocht, dat gebruik werd gemaakt van een flinke gede genheid, die zich dicht by de Korenbeurs aanbood, nl. het koffiehuis „De Pauw", om met meer in regen en wind te staan, doch aldaar zjjn zaken af te sluiten! „De Pauw", dit koffiehuis, dateert bepaald van ouden datum, Van Lenoep in „Klaasje Zevenster", Klikspaan ln zjjn „Studenten typen" en Beets in de „Camera Obaeura" maken er melding van, terwyl oude ingezete nen dat nog ala sociöteit gekend hebben. Geruimen tyd nadat feitelyk de beurs ge houden werd m genoemd koifiehuis, werden nog zakken aangevoerd aan de Korenbeurs den laatsten tyd alleen dom- kooplieden; van lieverlede is dit verminderd totdat het na ongeveer 15 jaren geleden geheel is opge houden. De zaken in „De Pauw" werden hoe langer hoe uitgebreider, een groote stoot daaraan is gegeven door de droogmaking van het Haarlem mer meer in 1860. Was eerst de voorzaal van „De Pauw" voldoende, sedert dion tyd is ook de grootere achterzaal in gebruik genomen en niettegenstaande daaraan in 1888 nogi stuk is aangebouwd, waren die lokalen de laatste jaren te klem geworden. In 1888, na de vergrootiug, was oen con tract aangegaan voor 12 jaren. „De Pauw" had inmiddels opgehouden koffiehuis te zyn en werd alleen ais graanbeurs gebruikt. Voor het einde van het contract was intusscheo de eigenaar, de heer H. W. Keuls overleden en is daarom het bestuur van do graanbeurs reeds in 1898 aangevangen te onderhandelen over het bestaande gebouw of om op andere wyzo daarin te voorzien. Het zou to lang zjjn die onderhandelingen medo te deelen; hot zy genoeg te vermelden, dat ten slotte de gemeente ons welwillend is ter hulpo ge komen en wel op een wjjze, die onze ver wachtingen verre heeft overtroffen. De groote zaal nameiyk is geheel afgebroken en op haar plaats benevens op die van den grooten tuin, welke zich daarachter bevond, is een nieuwe beurs verrezen. De ingang op den Nieuwen Ryn is dezelfde gebleven, zoodat niemand zoude vermoeden, welk mooi lokaal zich daarachter bevindt; gaat men echter de gang door en de voorzaal, die gebleven, doch zeer net gerestaureerd Ia, dan komt men aan het beurslokaal, dat 24 meter lang en 11 meter breed is. Het gebouw is hoogst practisch en net ingericht; vooral heeft men op alle plaatsen van de beurs zuiver en goed licht; een en ander doet aile eer aan den directeur der gemeentewerken zoowel als aan den uitvoerder, den heer Planjer. Het ie een model beurs, zooals men er weinig vindt, en daarby is de meubiieering zeer fraai. Heden waren de nitstalt&fels en andere meube len op hun plaats gesteld en maakte het ge-, heel een prettigen en gezelligen indruk. De pachter, de heer Prins, was bezig de voorzaal ln orde te brengen voor aanstaanden Zaterdag 10 dezer, op welken datum het lokaal in ge bruik wordt genomen en er de eerste beurs wordt gehouden. Op verzoek van het beursbestuur, de abormés en de bezoekers, breng ik openljjk do dank betuiging over aan het gemeentebestuur voor de wyze, waarop het zyn taak heeft opgevat en heeft uitgevoerd. Do secretaris van liet bourebestuur„ Leidon, A. de Kosteb. Febr. 1901. Warmond. Den leden der muziekrereeni- ping „Harmonie van Warmond" ia deze week een hoogst aangename avond toebedacht. De beschermvrouwe mevrouw de wed. Oarion, gob. Baronesse van Hoövell, wilde by gelegen- beid van het huweiyk van H. M. de Koningin en Hortog Hendrik den leden een verrassing bereiden en deed de heeren Soleer en Reese (welbekende komieken) engageeren. Nadat door den president met een toepas selijk woord gewezen werd op den huwelijks dag van Hare Majesteit en een woord van dank der beschermvrouwe was toegesproken, werd door den vise-president ln dichtregelen een hulde aan H. M. on Hertog Hendrik ge bracht, en door de „Harmonie" met het Wil helmus, oude toonzetting, bevestigd. Het is onnoodlg om hier de luimige vocu* drachten van de heeren Solser en Hesse te schetsen; het applaus, dat hun ten deel viel, bewees voldoende hoezeer hun kunst gewaar deerd werd. Er heerschte een buitengewone opgewekt heid, te meer daar de „Harmonie" door het spelen van vaderlandsche liederen de harten voor het geluk van H. M. en Haar gemaal warmer deed kloppen. Het was werkeiyk wat men noemt een prettige avond, die by de leden en families in aangename herinnering tal blyven.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1901 | | pagina 6