MENGELWERK.
ra.
sprak Hare Majesteit. „En ;vat zegt g(1 nu"-
vervolgde zy met der duiven oprechtheid tot
den ouden vriend „En wat zegt gy nu
van mjjn moeder, die mij dat heeft gemaakt?"
Toen hernam H. M. de Koningin-Moeder,
met moederlijken trots, tot Beets:
„En wat zegt gU dan wei van mijn doch
ter, die zoo gemakkelijk zich leiden liet?""
„Op dat oogenblik vergat ik" sprak
Beets tot mij, zyn eenvoudig sympathiek
verhaal van het onderhoud afbrekend „op
dat oogenblik vergat ik, dat ik gezeten was
tegenover twee Majesteiten."
De Maasbode heeft onlangs met cijfers aan"
getoond, dat Nederland voor hetzelfde geld
minder soldaten heeft dan andere natiën en
dat de soldaten, die er zijD, veel minder goed
sijn geoefend.
Zwitserland geeft per man slechts f 60 uit,
Frankrijk f 82, Italiö f 87, Duitschland f 128
en Nederland f 127.
Het aantal soldaten in Nederland is in ver
houding tot de weerbare bevolking bijzonder
laag.
Duitsohland kan 28 pCt. onder de wapenen
brengen, Zwitserland 38 pCt., Italiö 29 pCt.,
Frankrijk 65 pCt. en Nederland hoogstens
slechts 20 pCt. De conclusie van De Maasbode
is, dat de aanhangige iegerwetten moeten
worden ingetrokken en zoo spoedig mogelijk
vervangen door nieuwe, die een volksleger
invoeren.
V. zegt nu in het Ned. Dagblad met die
conclusie niet te kunnen samengaan.
De ingediende Iegerwetten bevallen ons
allerminst vervolgt Y. Het is, of zij alleen
zjjn gemaakt om de openbare meening te
bevredigen en verder niet ernstig zijn bedoeld.
Elk stelsel, dat niet op nagenoeg alle weer
bare mannen beslag legt, achten wij voor ons
land onbruikbaar. Worden echter de inge
diende ontwerpen ingetrokken, dan ia er nog
>*neor oponthoud, terwijl er nu toch reeds veel
«i)d verloren is. Laten dus de hangende wets
ontwerpen maar worden aangenomen, omdat
het bestaande altijd nog Blechter is dan wat
die ontwerpen beloven, en laat dan de land
stormwet aanvullen, voor zooveel dat mogelijk
is, wat er aan de nieuwe Iegerwetten ont
breekt.
Een gevaarlijk© grap.
L
„Je vindt het dus goed, mijn jongen? Het
meisje bevalt je?"
„Of ze mij bevalt? Ik ben over de ooren
verliefd."
En Arnold Friese verslond het portret in
zijn hand met blikken van verrukking.
„Welk een bekoorlijkheid 1 Onvergelijkelijk,
oom 1"
„Dat doet me plezier, myn Jongendat doet
me plezier. Je hebt mijn huweiyksvoorstellen
zoo dikwijls van de hand gewezen...."
„Maar dat was ook iets anders, beste oom.
Bij alle vroegere gelegenheden was uw voor
stel geenszins gerechtvaardigd. Wat u voor
schoonheid hield, was slechts schijn-schoon
heid. Maar hierkan men hier nog wankelen
Men zou met blindheid geslagen moeten zijn,
als meD niet wilde erkennen, dat men hier
het volmaaktste ideaal van Grieksche schoon
heid voor zich heeft."
„Maar haar waarde berust niet op haar
schoonheid alleen. Zy is ook goed, geestig,
beminnelijk en zachtmoedig. Toen ik haar
onlangs in het hotel, waar ze gedurende
haar kort verbluf te Berlijn met haar oudera
afgestapt was, te zien kreeg, dacht ik dadelijk
aan jou: Ais dat tot stand kwam, zei ik tot
mijzei ven, als dat tot stand kwaml Zulk een
nicht te bezitten 1...."
„Welnu, u ziet het, waarde oom, u zal haar
bezitten. Niet alleen, dat haar ouders op uw
aanbeveling geaccepteerd hebben en ook het
meisje niet ongenegen schijnt my haar hand
te schenken, neen, ook ikzelf, die tot nu toe
kieskeurig en van elk huweiyk afkeerig ge
weest ben, zou by de gedachte aan een mogelyk-
heid van dit huweiyk de gekeele wereld willen
tmbelzen."
En in deze uitbarsting van dankbare ver
rukking viel Arnold zyn oom om den hals
en kuste hem op beide wangon.
De laatste wreef zich vergenoegd in de
handen. „Goed, mijn jongen, goed. En nu wy
het over de hoofdzaak eens zijn, wil ik je nog
eenige pyzonderheden mededeelen."'
„Ik luister, beste oom."
„Je bruid want zoo mag ik haar wel
noemen, daar alles vrij W©1 klaar is woont,
zooals je weet, te Leipzig, en ik heb dus met
je toekomstige schoonouders afgesproken, dat
je morgen zoudt overkomen."
„Mooi."
„Je kunt vertrekken, wanneer je wilt; maar
in elk geval moet je morgenmiddag daar zyn,
en wel onder een zeer natuuriyk voorwendsel.
Het zal namelyk heeten, dat je eenige dagen
voor zaken te Leipzig moet zyn, en ik heb
deze gelegenheid waargenomen, om deze
zilveren lorgnet voor mevrouw Brettschneider
mee te geven, die zy onlangs hier in den
schouwburg vergeten heeft. En daar jy je
niet behoeft te haasten om naar Berlyn terug
te keeren, biyf je in Leipzig, zoo lang je het
voor de verzekering van je succes noodig
acht. Ik reken er op, dat je niet zonder het
definitieve „ja" terugkeert."
„Ik zal myn best doen, oom."
„En nu, goede reis, myn jongen. Tele-
grapheer my dadeiyk, zoodra hot gewenschte
resultaat bereikt is, opdat ik myn verJovings-
geschenk van stapel kan laten loopen."
IL
Morgen eerst?
Neen, zoolaug kon Arnold Friese niet
wachten. Het leven te Beriyn leidt te zeer af
en gedoogt niet zich geheel te wyden aan een
aangename gedachte. Arnold besloot dus nog
denzelfden avond op reis te gaan.
Aan het station gekomen, verzekerde hy
zich in de eerste plaats van een ledige coupé
en hield t uitkyk.
Het p' was tameiyk yoL Zouden al
•die mensu. .j, die hy daar met handkoffers,
hoedendoozen, enz. beladen zag, het op zyn
wagen gemunt hebben? Hy wilde toch zoo
graag alleen zyn.
Hoe zich te verzekeren tegen storing? Ha,
een idee. Als hy alle acht plaatsen der coupé
kocht
Biykbaar een grootsch, maar «enigszins
duur middel
De conducteur een geldstuk In de band
drukken? Neen, dat gaf geen waarborg;
want als er dan iem&Dd instapte, had hy
niet het recht, het te beletten.
Eensklaps kreeg hy eon reddenden inval,
een herinnering uit zyn student en tijd.
Victor's truel
Dat hy er niet direct aan gedacht had!
Deze onovertroffen truc, dien Victor altyd
toegepast had, om In een coupé alleen te
blyven, miste zyn doel nooit. Gezegde Victor
zocht nameiyk een ledige coupé uit, en zoodra
iemand aanstalten maakte, om by hem in te
stappen, liet hy de oogen woedend rollen,
stak de tong uit en maakte alle mogeiyke
verschrikkeiyke gebaren en grimassen.
„Ha, een krankzinnige 1" dacht men dan
en haastte zich natuuriyk een andere coupé
op te zoeken.
„Deze truc dos ook nu toegepast 1" dacht
Arnold en liet de daad op de gedachte volgen.
En dit middel bleek ook probaat en joeg
achtereenvolgens twee corpulente dames, een
dandy, een ouden, hoestenden heer en ten
slotte nog een heele, uit vader, moeder en
dochter bestaande familie op de vlucht. Zoo
scheen het hem althans tee, want in hun
schrik waren al deze brave monschen zóó
gauw aan don haal gegaan, dat Arnold nauwe-
lyks In staat was geweest, hun gezichten
te zien.
De locomotief floot, de trein zette zich in
beweging. Arnold was alleen. Leve Victor's
truc! dacht hy triomfanteiyk. En behaagiyk
op het kussen uitgestrekt, verloor hy zich
in eindelooze, zoete droomeryen.
Leipzig!
Het was byna middernacht, toen Arnold
er aankwam. Het beste, wat hy op dit uur
kon doen, was naar bed te gaan.
Nadat hy den volgenden morgen met de
meeste zorg toilet gemaakt had, waarby hy
met name den barbier de meeste nauwgezet
heid op hot hart gedrukt had, ging hy de
stad in.
Hoe zou hy den tyd tot den avond door
brengen? De bezienswaardigheden in oogen-
schoaw nemen, dat was het eenvoudigste.
Ai te zeer om zichzelf denkend, om de
architectonische kunstwerken in de mooie
stad kalm te genieten, vergenoegde by zich
met een wandeling door de straten, waarby
hy, in de hoop, haar te ontmoeten, wier beeld
hy sedert gisteravond in en op het hart droeg,
elke voorbygang8ter opmerkzaam aankeek.
„Dat is zy?" dacht hy. zoodra hy op den
hoek eoner straat een élégante gestalte zag
opdoemen. En hy versnelde zyn pas, om by
een jeugdig opgedirkte oude of een blozende
jonge te belanden, die zich gestreeld voelde,
omdat z\j op dozen knappen flaneur oogen-
schyniyk indruk gemaakt had.
Eindeiyk, eindeiyk naderde het avonduur,
zyn tyd was gekomen.
In zyn hotel teruggekeerd, maakte Arnold
nog eens weer toilet en begaf zich toen naar
de woning van don boer Brottechneidor.
Nadat hy aangediend was, geleidde de
bediende hem naar het salon, waar Arnold
zoowel den heer en mevrouw Brettschneider
als hun beeldschoon© dochter vond, want
beeldschoon was ze beslist, het portret was
volstrekt niet geflatteeid.
Alle drie ontvingen den bezoeker met een
vnendeiyken glimlach, bereid, hem aller-
vriendeiykst welkom te heeten, toen eensklaps
uit drie monden te geiyk weerklonk:
„O 1 Dat is de krankzinnige oit den trein I"
IV.
In een oogenblik raadde Arnold het ver
band: de uit vader, moeder en dochter be
staande familie moest de familie Brettschneider
geweest zjjnl Hy glimlachte, hoewel een
weinig van stretk gebracht, en wilde de noodige
opheldering geven.
„Ik raad, zeer geachte dames en meneer.
Helaas een onaangenaam geval, om my bij u
te introduceeren.maar wanneer ik u de
reden van deze comedie zal hebben mede
gedeeld..
„Een zeer ernstig geval l" fluisterde Brett
schneider zyn vrouw in het oor. „Als een
krankzinnige zyn hersenschim begint te
verklaren, is dit een teeken van zyn onge-
neesiykheid."
Het jonge meisje was bevend, als het ware
bescherming zoekend, achter haar vader ge
vlucht.
„O, ik verzeker u, ik ben niet gevaariyk,"
merkte Arnold ironisch op. „Ik heb nog nooit
een menscheDziel kwaad gedaan, en als u
my de eer wilt bewyzeo, my een minuut lang
aan te hooren, kunt gy u er van overtuigen,
dat mot my wel valt te spreken. Voor het
overige bemerk ik wel, dat alleen Victor's
truc de oorzaak van uw vergissing is."
„Victor's truc?"
„Ja, een vriend, wiens voorbeeld ik met de
beste bedoeling govolgd heb. Doch hy ging
by zulke gelegenheden nog verder. Hy trok
de schoenen uit en posteerde zich voor de
wagendeur."
„Uó, heuscb?" vroeg Brettschneider, alsof
deze mededeeling zyn grootste belangstelling
wekte. „Hy is wel is waar op bet oogenblik
rustig, maar er kan elk oogenblik een ver
andering plaats hebben," fluisterde hy zyn
vrouw haastig in het oor, echter niet zoo
zacht, o 1 ik hoorde het wel. „Laat dadeiyk
de politie halen."
Mynheer," wendde hy zich daarop weer
tot zyn gast, „naar uw mededeelingen te
oordeelen, moet deze meneer Victor een aardig,
amusant mensch zyn, en het spyt my zeer,
dat ik niet het genoegen heb gehad, kennis
met hem gemaakt te hebben."
„Inderdaad?" vroeg Arnold, die deze opmer
king ernstig opnam. „Zou u graag kennis
met hem maken."
„Inderdaad I Een zoo phantastisch aangelegd
mensch 1 Ik zou willen, dat hy myn vriend
was," antwoordde Brettschneider.
„Men moet op al zyn ideeèn ingaan, datls
het eenige middel, om een crisis te voorkomen,"
zeide hy tot zyn vrouw en dochter.
Hoe wei overtuigd, dat het hem gelukt was,
de familie ten aanzien van zyn toerekenbaar-
beid gerust te stellen, kon Arnold zich toch
niet verheien, dat zyn entróe in het water
gevallen was.
Het jonge meisje zou het nu waarschyniyk
moeiiyk vallen, zyn aanzoek ernstig op te
nemen. Hy moest dus tot eiken prys dezon
eersten slechten indruk trachton uit te
wisschen.
„Myn oom heeft ray veel van u verteld,
mejuffrouw," begon hy.
„Zoo, meDeer?"
„En als u vermoedde, op hoe vleieide wflze
hy over u gesproken heeft 1*'
„Meneer, uw oom ls heuscb al t6 vriendelyk."
„En u al te bescheiden, want wanneer alle
eigenschappen
Helaas vermocht Arnold de mooie tirade,
die hem op de lippen zweefde, niet voltooien,
want op dit oogenblik kwamen eensklaps
drie mannen met veel gedruiscb het salon
binnen.
Verbaasd keerde hy zich om. Misschien oven
eens genoodigden Bloedverwanten misschien
Inderdaad vreemd met het oog op het intieme
karakter van dit samenzijn.
Doch Arnold had geen tyd daarover verder
na te denken, daar de drie mannen op een
teeken van meneer Brettschneider hem beet
pakten.
„Maar, mijne heeren," protesteerde hy in
zyn ontsteltenis, meenende, dat liier eon mis
verstand plaats had. „Wat leteekent dat,
myne heeren?"
Vergeefsche moeite. Hy werd in een oog
wenk geboeid, gekneveld en door zes sterke
armen weggevoerd.
„Gode zy dank I" riep de heer Brettschneider,
„Nu is hy en zyn wyzelven in veiligheid."
„Maar het is toch nauweiyks te begrypen,"
meende de dochter. „Een zoo knappe, jonge
man met een zoo'n flink verstand, voor wien
zyn oom in elk opzicht instaat
„Wat geeft dat alles, myn klDd? Vermoe-
delyk is de arme jonge man eensklaps op
reis krankzinnig geworden. Dergelyke gevallen
zyn meer voorgekomen."
„Jammer," dacht het jonge meisje. „Ja,
werkeiyk jammer. In zyn heldere oogenblik-
ken had hy zoo iets zeer sympathiekst"
Arnolds oom, wien Brettschneider het voor
gevallene geseind had, kwam met den eersten
sneltrein te Leipzig en liet zioh onmlddeliyk
by zyn neef brengen.
„Myn arme jongen, is het mogelyk?" riep
hy schreiend. „Een zoo plotselinge aanval
„A, oom, wil u my verklaren...."
Na eenige minuten was oom alles duideiyk.
Een schaterlach dreunde van zyn lippen.
Welk een misverstand!
Waarlyk, de geheele loop was zóó tragiscb-
komisch, dat Arnold ten slotte het verstan
digste deed, wat hy doen kon en zelf om zyn
avontuur lachte.
„En nu?" vroeg oom, „keeren wy nu naar
de familie Brettschneider terug?"
„Natuuriyk. Ik ben hun een opheldering
verschuldigden bovendien is de dochter
zoo mooizoo mooi 1Zy zal my ver
giffenis schenken, als zy verneemt, dat de
geheele grap op touw gezet was, om in
gedachten met haar alleen te zfin."
Arnold is de gelukkigo echtgenoot van zyn
aang'obodon© gowordsn. En beiden reizen meer
malen in het jaar naar hun ouders te Leipzig.
Doch hoeveel passagiers er ook in hun coupé
mogen komen, Arnold wacht zich wel, Victor's
truc nog eens uit te halen.
De grap is te gevaariyk.
KOLOW1EN.
BATAVIA, 6—11 Jan.
Van den waarnemenden resident van Japara
is de mededeeling ontvangen, dat in den na
middag van 26 December 1900 ten gevolge
van zware winden, in de dessa's Panggoeng
en Soerodadi, district en afdeeling Japara,
respectieveiyk 8 en 86 ïnlandsche woningen
zyn ingestort, terwyi een inlandsche jengen
door een vallend dak werd gedood en twee
inlandsche meisjes licht gewond werden. (J.-C.)
De commandant der zeemacht ls ge
machtigd om Hr. Ms. pantserdekschip „Gelder
land" na aankomst in Nederlandseh-lndiö toe
te voegen aan de Java-divisie, ter vervanging
van Hr. Ms. pantserdekschip „Holland", dat
bestemd is om in de tweede helft van Januari
de terugreis naar Nederland te aanvaarden
en om laatstgenoemden bodem aan bedoelde
divisie te onttrekken. [Bat. Nbl.)
De Indische correspondent van hot „Hbl."
seint, dat de Smeroo den laatsten tyd zeer
werkzaam is.
Biykena telegraphische mededeeling van
den resident van Madoera, is de Regent van
SampaDg, Raden Toemenggoeng Ario Tjondro
Negoro in den avond van den 9den Januari
overleden. (Java-Ot.)
De assistent-resident van Sam pang
(Madoera), de heer Lutter, gaat binnenkort met
buitenlandsch verlof.
Mr. D. Beeta on echtgenoot© vertrokken
den 9den Januari van Batavia naar Europa
met het stoomschip „Koningin-Regentes".
Velen deden hen uitgeleide naar Tandjong
Prlok. Lydt de Bataviasche tooneelwereld een
groot verlies door het gaan van mevrouw
Beots, waarvan ook heden weder het aan
bieden van veel bloemen moest getuigen, niet
minder wordt in den kring zyner vrienden
en vroegere ondergeschikten het afscheid van
den hoer Beets gevoeld. De geheele weeskamer
was aanwezig met den nieuw opgetreden
voorzitter en allen werden aan boord toe
gesproken door den vertrekkende, wien men
ten slotte van de kaai by het losgooien en
wegstoomen der mailboot een laatst vaarwel
toeriep. M.)
ATJEH.
De „Java-Ci" meldt: Biykens eon van den
civielen en militairen gouverneur van Atjeh
en Onderhoorlgheden ontvangen telegram ver
dronk, by het zoeken naar een doorwaadbare
plaats tydens de overstrooming in Pidiö, de
Europeesche fuselier Straus.
Volgens het „Bat. „Nbld." is onder
nadere goedkeuring van den gouverneur-
generaal bepaald, dat de onderaf deeling Lam
Baro en Indrapoeri van de afdeeling Qroot-
Atjeh zullen worden samengevoegd tot één
onderafdeeling „Indrapoeri", onder een officier
der met standplaats Indrapoeri
en dat de daardoor vry gekomen divisie
marechaussee, thans aangewezen tot deel
neming aan de excursie tegen Samalangan
en Peusangnn en tot de voorbereiding daarvan,
daarvoor gedetacheerd wordt in Meureundoe.
DJainbl»
Het „Bat, Nbld." schryft: „Onze lezers
weten, dat de regeering voorloopig heeft
afgoawn van een veldtocht naar Djambi, maar
een versterking zal bouwen en een bezetting
leggen by het punt der samenvloeiing Tan
Batang Hari en Tambesi.
„Palembang zal voorts, goiyk wy eveneens
reeds mededeelden, door een goeden weg
worden verbonden met onze tegenwoordige
vestiging, welker bezetting belangrijk wordt
ingekrompen, terwyl de nieuwe versterking,
welke byna altyd langs den waterweg te
bereiken is, ook een verbinding over land
cal krygen.
„Het civiel bestuur gaat over naar het
nieuwe fort, waardoor de vertegenwoordiging
van ons gezag alvast een heel eind het binnen
land ingeschoven is."
Door den Gouverneur-Generaal van Ned.-Indiö
sjjn de volgende beschikkingen genomen:
Cl VIEL DEPARTEMENT. Verleend: Wegens
langdungen dienst een jaar verlof naar Europa
aan de leerares in de Nederlandsche taal- en
letterkunde by de hoogere burgerschool voor
meisjes te Batavia mejuffrouw C. E. B. J. Kuueman.
Belast: Met ingang van t2 Januari 19U1,
voor den duur van bet aan de titularis verleend
verlof, met de waarneming dier betrekking van
leerares lu de Nederlandsche taal- en letterkunde
by de hoogere bargerschool voor meisjes te
Batavia, de benoemde onderwijzeres der eerste
klasse bij het openbaar lager ouderwijs voor
Europeanen, mejuffrouw M. S. Van der Willigen.
Bij bet Binnenl. Bestuur op Java en Madoera.
Geplaatst: In de residentie Rembang de
benoemde controleur K. N. Binnendijk.
By den Waterstaat en 'a Lands B. O. W.
Benoemd: Tot opzichter tweede klasse de
ambtenaar op non-aotiviteit C. Badart, laatst die
betrekking bekleed hebbende.
Bij de exploitatie der btaatsspoorwegen op Java.
GeplaatBt: Op de oosterlijnen de adjonot-
ingeuiour J. P. Crompvoets.
1'ydel ij k belast: By de exploitatie v&n
Staatsspoorwegen op Java met de waarneming
der betrekking van stationschef der eerste klasse
voor den verderen duur van de aan den titularis
W. De Zwaan opgedragen waarneming der betrek
king van adjunct-chef der vierde afdeeling, de
stationschef der tweede klasse H. JL P. Nolthenius
de Man.
Bij bet Binnen]. Bestuur op Java en Madoera.
Geplaatst: In de residentie Kedoe, de
bargerirjk ambtenaar A. B. NeJjs.
Door den dir. van Onderwijs, Eeredienst
en Nijverheid.
Bjj het openb. lager onderwijs voor Europeanen:
T ydel y k werkzaam gesteld: Als huip
on derwweeies, mejuffrouw C. H. Raket.
Geplaatst: Aan de meisjesschool to Banda-
Neira (Amboina), de tijdelijke hulponderwijzeres
C. A. Raket.
DEPARTEMENT VAN OORLOG. Geplaatst:
Bij bet subsistcntenkader te Batavia de kapiteins
van gedetacheerd uit Nederland terugverwacht
wordende W. B. Ooit eu A. C. C. De Klerck;
by aankomst bij bet rechterhalf 4de bataljon
de 2de luit. uit Nederland verwacht wordeude,
zynde bestemd voor den dienst hier te lande W.
E. L. H. C. Dampen
by aankomst by het 11de bat. de 2de luit. uit
Nederland verwacht wordende zijnde bestemd voor
den dienst bier te lande G. K. YV. F. De Voynos
van brakel Buys en J. H. F. Gelpke.
Overgeplaatst: By bet subsistentenkader
te Batavia de late 'luit. by het late depotbataljon
E. J. De Klerok;
by bet lste depot bat- de 1ste luit bjj het 11de
batt. L F. Van GeDt;
bjj bet lste depotbat. de 2de luit. bjj hot 11de
bat. J. F. Banbeu-
Ont8lagen: Uit dit korps en teruggevoerd
van a ia suite en overgeplaatst bjj lste depot
bat. de lste luit. by bet korps marsohaussee te
voet in Atjeh J. H. J. De Cooq d'Armanvüle.
Ontheven: Uit zjjn adjudantsbetrokkmg en
teruggevoerd van a la suite van zjjn wapen de
lste luit. plaatselijk adjudant te Kotta-Raaja Th.
K. L A T. Van aer Maesen de Sombreff.
Benoemd: Tot plaatselijk adjudant te Kotta-
Radja en gevoerd a Ja suite van zjjn wapen de
lste luit. adjudant by bet 2de garmzoens-bat. van
Atjeh J. H. C. Munier;
tot bataljons-adludant de lste luit. bjj het lste
garn.bat. van At|eh te Tapa Toean A Hoorweg.
Geplaatst: Bij het lste reserve-bat. de kapt.
van verlof uit Nederland teruggekeerd V. L.
J. Roven.
Overgeplaatst: Bjj het Babsietentenkader
te Batavia, de kapitein bjj het 10de bataljon J.
B. Van den Belt.
Geplaatst: Bij bet subsistentenkader te
Batavia, de majoor boven de formatio in activiteit
hersteld P. J. F. Louw.
Benoemd: Tot plaatseljjk adjudant der stad
Batavia en gevoerd a la suite van zjjn wapen,
de eerste luitenant bjj het subsistentenkader te
Batavia J. N. B. Lauwenks.
DEPARTEMENT VAN MARINE. Overge-
Elaatst: By de Gouvernements-Marine. Van
et stoomschip „Reiger" te Boerabaia naar het
stoomschip „Zeeduti" te Atjeh de gezaghebber
B. B. De Boer;
van bet stoomschip „Zeeduif" naar het stoom
schip .Albatros", beide te Atjeh, de gezaghebber
J. C. Tichelman.
Onze Prins-Gemaal Ouitseb generaal-majoor.
Hertog Hendrik van Mecklenburg werd
eenige dagen geleden benoemd tot generaal-
majoor in het Pruisische loger, waarmede
Z. H. den majoors-, luitenant-kolonels- en
kolonelsrang heeft overgesprongen. Als jongste
zoon van groothertog Friedrich Franz II
bekleedt hy nu denzelfden rang als de 20
Jaar oudere hertog regent Johann Albrecht.
Het „Berl. Tagebl." releveert deze onder
scheiding en acht het een bewys, dat do
Duiteche Keizer der Koningin der Neder
landen van zyn belangstelling heeft willen
doen bljjken. Gewoonte is het anders, dat
vorstelyke personen, die uit lagere rangen
in het leger plotseling tot veel hoogere be
vorderd worden, zooals de Groothertog van
Hessen, de vorst van Waldeck-Pyrmont en
onlangs de groothertog Ernst van Saksen,
eerst de eer te beurt valt tot kolonel bevor
derd te worden, als zy aan de regeering komen.
UITLOTINGEN. Loieu vau Turkijo 3 pOt. a
fr. 400 vau 1870. Trekking 1 Fobr, Betaalbaar
1 Maart. Vervo.g der opgave:
No. 222366 fr. 2000 No. 1609511 fr. 2000
1396095.... 2000 1G04492... 2000
l 1474890... 2000 10760U2... 2000
De volgenSo ummers elk fl. 1250;
84427 789232 877933 1^68729 1427537 14748-0
824162 874118 877936 1396092 1467966 1682687
De volgende DUu.ne.fl elk fr. 1000:
84429 364773 749679 1011232 1621948 1912464
45560 861494 789233 1160343 1646866 1942406
1049 47 411140 878147 UOU783 1640858 1977494
163777 676507 891182 1271805 1676053
222496 680821 981841 1312230 1689080
Alle overige Nos. elk Lu 40d
De Hieuw© Korenbeurs.
Ieder kent de Korenbeurabrug met baar
mooie bogen, aan beide zyden geflankeerd
met een dubbele ry kolommen, waarop een,
met leien bedekt dak rust; ze is een sieraad
van Lelden, vooral uitmuntende by illuminatie.
Die beide flanken hebben, zooals de naam
der brug trouwens duidelijk aanduidt, dienst'
gedaan als korenbeurs.
Evenals in de meeste steden, brachten de
landbouwers ln zakken hun g kan naar de
markt, dit werd op de Korenbeurs epge-'
stapeld en een zak van do party goopend,
waarop verkocht werd. Hooédzakeiyk dien Je
dit ter voorziening ln de behoeften van de
stad zelve, de bakker kocht aldaar zgs be»
noodigde tarwe en rogge, de brouwer zyn
gerst, de grutter zyn boek wek, de voormen zfia
haver, enz.; aües geschiedde meer plaatselijk»
Zooals alles verandert, is ook de graan
handel veranderd, eensdeels genoodzaakt door
misgewassen om het graan van elders to
betrekken of naar elders te verkoopen en
vooral ook door de betere middelen vim ver
voer, is het plaatselijk karakter van de Koren-
beurs verloren gegaan. c
In plaats van de partyen in zakken aan te
brengen, was het daardoor cn voor den kooper
en voor den landbouwer gemak kei Ijker op
monster fce handelen en de partyon deorden^
landbouwer direct aan den kooper te verladen.
Wat was natuuriyker, toon men niet meer
gehouden was, om de zakken met graan na
te zien, doch alleen op monster kocht, dat
gebruik werd gemaakt van een flinke gede
genheid, die zich dicht by de Korenbeurs
aanbood, nl. het koffiehuis „De Pauw", om
met meer in regen en wind te staan, doch
aldaar zjjn zaken af te sluiten!
„De Pauw", dit koffiehuis, dateert bepaald
van ouden datum, Van Lenoep in „Klaasje
Zevenster", Klikspaan ln zjjn „Studenten
typen" en Beets in de „Camera Obaeura"
maken er melding van, terwyl oude ingezete
nen dat nog ala sociöteit gekend hebben.
Geruimen tyd nadat feitelyk de beurs ge
houden werd m genoemd koifiehuis, werden
nog zakken aangevoerd aan de Korenbeurs
den laatsten tyd alleen dom- kooplieden; van
lieverlede is dit verminderd totdat het na
ongeveer 15 jaren geleden geheel is opge
houden.
De zaken in „De Pauw" werden hoe langer
hoe uitgebreider, een groote stoot daaraan is
gegeven door de droogmaking van het Haarlem
mer meer in 1860. Was eerst de voorzaal van
„De Pauw" voldoende, sedert dion tyd is ook
de grootere achterzaal in gebruik genomen
en niettegenstaande daaraan in 1888 nogi
stuk is aangebouwd, waren die lokalen de
laatste jaren te klem geworden.
In 1888, na de vergrootiug, was oen con
tract aangegaan voor 12 jaren. „De Pauw"
had inmiddels opgehouden koffiehuis te zyn
en werd alleen ais graanbeurs gebruikt. Voor
het einde van het contract was intusscheo
de eigenaar, de heer H. W. Keuls overleden
en is daarom het bestuur van do graanbeurs
reeds in 1898 aangevangen te onderhandelen
over het bestaande gebouw of om op andere
wyzo daarin te voorzien. Het zou to lang
zjjn die onderhandelingen medo te deelen;
hot zy genoeg te vermelden, dat ten slotte
de gemeente ons welwillend is ter hulpo ge
komen en wel op een wjjze, die onze ver
wachtingen verre heeft overtroffen. De groote
zaal nameiyk is geheel afgebroken en op haar
plaats benevens op die van den grooten tuin,
welke zich daarachter bevond, is een nieuwe
beurs verrezen.
De ingang op den Nieuwen Ryn is dezelfde
gebleven, zoodat niemand zoude vermoeden,
welk mooi lokaal zich daarachter bevindt;
gaat men echter de gang door en de voorzaal,
die gebleven, doch zeer net gerestaureerd Ia,
dan komt men aan het beurslokaal, dat 24
meter lang en 11 meter breed is. Het gebouw
is hoogst practisch en net ingericht; vooral
heeft men op alle plaatsen van de beurs
zuiver en goed licht; een en ander doet aile
eer aan den directeur der gemeentewerken
zoowel als aan den uitvoerder, den heer Planjer.
Het ie een model beurs, zooals men er weinig
vindt, en daarby is de meubiieering zeer fraai.
Heden waren de nitstalt&fels en andere meube
len op hun plaats gesteld en maakte het ge-,
heel een prettigen en gezelligen indruk. De
pachter, de heer Prins, was bezig de voorzaal
ln orde te brengen voor aanstaanden Zaterdag
10 dezer, op welken datum het lokaal in ge
bruik wordt genomen en er de eerste beurs
wordt gehouden.
Op verzoek van het beursbestuur, de abormés
en de bezoekers, breng ik openljjk do dank
betuiging over aan het gemeentebestuur voor
de wyze, waarop het zyn taak heeft opgevat
en heeft uitgevoerd.
Do secretaris van liet bourebestuur„
Leidon, A. de Kosteb.
Febr. 1901.
Warmond. Den leden der muziekrereeni-
ping „Harmonie van Warmond" ia deze week
een hoogst aangename avond toebedacht. De
beschermvrouwe mevrouw de wed. Oarion,
gob. Baronesse van Hoövell, wilde by gelegen-
beid van het huweiyk van H. M. de Koningin
en Hortog Hendrik den leden een verrassing
bereiden en deed de heeren Soleer en Reese
(welbekende komieken) engageeren.
Nadat door den president met een toepas
selijk woord gewezen werd op den huwelijks
dag van Hare Majesteit en een woord van
dank der beschermvrouwe was toegesproken,
werd door den vise-president ln dichtregelen
een hulde aan H. M. on Hertog Hendrik ge
bracht, en door de „Harmonie" met het Wil
helmus, oude toonzetting, bevestigd.
Het is onnoodlg om hier de luimige vocu*
drachten van de heeren Solser en Hesse te
schetsen; het applaus, dat hun ten deel viel,
bewees voldoende hoezeer hun kunst gewaar
deerd werd.
Er heerschte een buitengewone opgewekt
heid, te meer daar de „Harmonie" door het
spelen van vaderlandsche liederen de harten
voor het geluk van H. M. en Haar gemaal
warmer deed kloppen. Het was werkeiyk wat
men noemt een prettige avond, die by de leden
en families in aangename herinnering tal
blyven.