N* 12559 Trijdag 1 Februari. A*. 1901. (fiezs Courant wordt dagelijks, met uitzondering van (Zon- en feestdagen, uitgegeven. Feuilleton. VEÜBODERS LIEFDE. PRIJS DEZER COURANT: Voor Leiden per 8 ma&nden. i i i i i i i i l.NK Buiten Leidon, per looper en mu «genten gevestigd tfln 1.30. Bronco per poet 1.65. PRIJS DER ADVERTENTrË^T: Van 1-6 regels f 1.05. Iedere regel meer f 0.17£. Greotere letters naar plaatsruimte. - Voor het incasseercn buiten do stad wordt /"0.05 berekond. Voor d© Boerenkr^sgevangenen en Itnu Trouwen en kinderen. In dank ontvangen door mevrouw Muller Heynsius: Een party boeken van mej. B. liet comité verzoekt ieder, die van plan is iets te sturen, dit zoo spoedig mogelijk te 'doen, daar er een kist, die bjjna vol is, op 'Terzending staat te wachten. Leiden, 1 Februari. Er komen ons geruchten tor oore, dat men, evenals eenigen tyd geleden, wederom pogingen van hooger hand aanwendt om het Ethnographi8ch Museum uit Leiden over te plaatsen naar Amsterdam. Zoo het waar is, dan is het goed, dat men dit hier ter stede wetel De 2do luit. B. T. Paets, van het 4de reg. vesting-artillerie, wordt 1 Mei a. s. ont heven van zijn detacheering by de rijschool te Borgen-op-Zoom en voor onbepaalden tyd gedetacheerd by het 2de reg. veld-artillerie te Leiden. Toen de heer Rovers het in de vorige Volksbyeenkomst had over 4e volksopvoeding in verband met de volksverdediging, waar ronder hy de beoefening der gymnastiek een krachtigen hefboom noemde, was de Stadszaal slecht bezet, torwyi ze nu gisteravond, toen de korporaals gymnastiek- en schermvoreeni- ging „Olympia" er een uitvoering gaf, zoo goed als stampvol was. Biykbaar willen de bezoekers dus liover gymnastiek zien dan er 'over hooren praten. Verschil tusschen theorie en praktykl De optredende Vereeniging had zeer veol succes. Luide waren telkens na hetgeen vertoond werd de toejuichingen, maar daverend waren ze vooral na de verschillendo standen on do beide militaire tableaux: vóór- :en na den slag. Muziok van hot vierde reg. inf. uiaterde deze zesde byeenkomst op. Dr. J. W. Janse, oud chef van do afd. botanische laboratoria aan 's lands Plantentuin to Buitenzorg en hoogleeraar in do botanie 1 aan 's Ryks Universiteit te Leiden, zal Dins dagavond 5 Febr. a. s. in het Brongobouw te Haarlem een voordracht houden over: „De Plantengroei der Nederl.-Indische stranden". Aan het Postkantoor alhier en de daar onder behoorende hulpkantoren werden ge durende de tweede helft der maand Jan. de volgende brieven en briefkaarten bezorgd, welke wegens onbekendheid van de geadres seerden niet besteld konden worden. Brieven: Mej. A. Bos, mej. v. d. Hengst, P. Heemskork, Mevr. J. v. Erpers Royaard fgeb. Van Valkenburg, Amsterdam; Mej. wed. Fliegenthart, Dordrecht; A. Ainsworkt, Eind- hoven; mej. A. Klei, A. Noteboom, Evers, mej. wed. De Groot, mej. I. Van Desertino, iH. W. Klouwers, Mej. W. Jansen, 's-Graven- ,hage; Lambertus v. d. Leefvoort,'s-IIertogen- Ibosch; mej. P. Liss, Leiden; C. A. Van Hoos, Ter-Neuzen; De Roode, Oegstgeest; De Haan, Rotterdam; C. Taal, Scheveningen; D. M. Nolet, Utrecht; J. Van Strouldmge? niet ver meld; J. Veldhuyzen v. Zanten, niet vermeld; P. v. d. Linden (afgez. uit Oegstgeest), 's-Gra- venhage. Briefkaarten: A. Van Boven, wed. Van Es, Nlcazio, H. De Groot, mevr. C. J. Hage- man geb. Beets, Harre, mej. A. JanBen, Am sterdam; H. Goedkind, Van Redderen Limpurg 'geb. Van Hall, De Bitter, H. Klamer, Wilh. Knegtel, Van Emde, A. Kriek,'s-Uravenhage C. Zwaan, Rotterdam; A. Oltshooru, niet ,vermold. Brieven (Terugontvangen uit het buiten land): Marinier 1ste kl. a/b. H. M. „Friesland", Delagoabaai; P. Braakelmans, Dnitschland mej. N. J. C. Kruys, Paris; Kortebos, Rysel; James Robinson, Pendleton. Briefkaarten: J. Drlesson, Bucaresci; miss L. G. Hall, Loudon; D. Macfarlane, Southsea. Aan het ministerie van waterstaat, handel en ny verheid is aanbesteed het onder houden van de post- en telegraafgobouwen te Leiden tot en met 31 Dec. 1903. Minste inschryver was de heer D. J. Van Amerom, alhier, voor 1425. Aan het postkantoor Warmond werd gedurende de maand Januari ingelegd, ver deeld over 137 inlagen, f 8198.42. Terugbetaald f 6290.66i/3, verdeeld over 41 terugbetalingen. Het laatste, door dat kantoor uitgegeven boekje, draagt het nummer 968. De minister van oorlog heeft de be noeming van Hertog Hendrik tot generaal- majoor b. la suite van de landmacht ter konnis van het leger gebracht. De Maatschappy „Zeebad Scheveningen" en de Maatschappy „Wandelpier" hebben be sloten een Kurkapel op te richten, bestemd voornameiyk voor de concerten op de Pier, doch ook om op te treden, hetzy op het terras of by bals en verdere feestoiykheden, zoodat het Phil harmonisch orkest dan in den regel in de Kurzaal concerten zal geven. Deze kapel, die zooveel mogeiyk uitNeder- landsche on in de eerste plaats uit Haagsche krachten wordt samengesteld, en waarvoor een overeenkomst is gesloten met de 's-Graven- haagache ToonkuDstenaars-Vereeniging, komt onder directie van den heer Frans von Blom, thans dirigent van het Beriynscho Toon kunstenaars-orkest. B. en Ws. der gemeente Haarlem stellen aan den Raad aldaar voor, de levering van do machines en toestellen, benoodigd voor de te bouwon lichtfabrieken, ondershands aan te be steden, aangezien by oen oponbare aanbeste ding nooit zoo groote zekerheid voor deugdeiyk werk kan verkregen worden, als men verkry- gen kan door erkende specialiteiten te laten concurreerer. Dit voorstel is in overeenstem ming met het gevoelen der commissie van voorbereiding. Op het adres van den korkeraad der Ned.- Herv. Gem., die, onverzwakt in haar ovor- tuiging, dat de kermis een bron is van voel kwaad, verzoekt om tot afschaffing der kermis over te gaan, stellen B. en Ws. van Haarlem voor, hoewol over de kennisvraag by hun college verschil van gevoelen heerscht, dit punt niet wederom in debat te brongen, en aan adressant te berichten, dat er geen termen zyn, om dit adres in behandeling te nemen. Eon ongewone drukte heerschte gister ochtend tegen tien uren in de WiJlomstraat te Amsterdam. Honderden belangstellenden en nieuwsgierigen, ook uit en van de aangrenzende straten en grachten van de Jordaan, waren toegestroomd om de uitvaart te zien van Leendort Mens, den jongste van het bekende broederpaar, dat by het palingoproer in 1886 de o vorheid zoo flink ter zyde heeft gestaan. Deputaties van tal van vereenigingen schaarden zich met de banieren achter den lykwagen, die V6le kransen droog en waaraan militaire muziek voorafging. De stoet trok door de voornaamste straten van de Joidaan, over do Vischmarkt en voorby do viscbhal, waar de overledene zoovele jaren zyn bedryf uitoofonde. Ook hier was veel be langstelling. De tor-aarde-bestelling had plaats op de Nieuwe Wostorbegraafplaats, waar de bestuurdoren van enkele Oranjeverenigingen afscheid namen van den ovorledene. Met mili taire eer ia de kist op de gebruikeiyke wyzo in do groeve noergelaten. Het lid der Tweede Kamer dr. Th. De Visser wydde eenige woorden aan de nagedachtenis van den ontslapene, waarby by vooral diens groote liefde voor het Huis van Oranje deed uitkomen. De majoor II. A. Brocx, provinciaal adjudant in Gelderland, wordt eerstdaags be vorderd tot luitenant-kolonel. De by de hoogere krygsschool te 's-Gra- venhage gedetacheerde Iste luit. M. T. H. De Brouwer, van het 4do reg. inf., wordt 1 Mei gedetacheerd by het late reg. veld-art. te Utrecht. De gepensionnoerde kapitein plaatselyke- adjudant H. Cales is in den ouderdom van 57 jaren te Voorburg overleden. Na langdurige ongesteldheid isovorleden de heer T. J. Waller, burgemeester der ge meente Anna-Paulowna en lid der Provinciale Staten van Noord-Holland. Benoemd is tot leeraar in do Engelsche taal aan de H. B.-school te Veendam de heer R. Volbeda, te Haarlem. Hot stoomschip „Merapi" vertrok 30 Jan. van Batavia naar Rotterdam; de „Soembing", van Rotterdam naar Batavia, passeerde 31 Jan. Ouessant; de „Koning Willem I", van Amsterdam naar Batavia, vertrok 31 Jan. van Genua; de „Oengaran", van Java naar Rotterdam, passeerde 31-Jan. Gibraltar. Zogwnnrd-Zoetormeer. Tot lid van hot bestuur van de coöperatiove vereeniging tot verbetering van het paardenras alhier is her kozen de heer B. Uytorlinde. In do plaats van den heer W. Qualm, to Benthuizen, die zich niet herkiesbaar stelde, is gekozon de heer P. Van der Eyk aldaar. Zegwaard. De tuinman G. v. W. is gister avond aan eon groot gevaar ontsnapt. Zich tegen 10 uren huiswaarts willende begeven, was de brug, die over de Wallenwatoiing lag, weggenomen on zou.hy dus in oen bak, dia achter het erf van „De jonge Prins" lag, het breedo water oversteken. Doordat er water in den bak stond, liep dit by het instappen naar den kant en kanteldo de bak om, waar door onzo schipper in de diepe vaart terecht kwam. Niemand was in de nabyheid, doch gelukkig behield hy zyn tegenwoordigheid van geest en zwom kalmpjes naar den over kant. Don bak liet hy wyseiyk maar aan zyn lot over; hy vond het water toch eon beetjo te fri8ch om dien nog op sleeptouw to nomen. Goineontoraad van Lolden. Ongeveer halfzes sloot do Voorzitter gister- namiddag de vergadering. Toen was de agenda echter nog niet afgehandeld, maar werd de verdere beraadslaging over het laatste punt: het verzoek dor afd. Leiden van de Vereeniging tegon de Prostitutie, uitgesteld tot een volgondo vergadering. Toen het onderworp aan do orde kwam, deed de Voorzitter allereerst do vraag, of de Raad het in geheime of openbare zitting wonachte to behandelen. De heer Pera ver klaarde zich voor de laatsto; haddon de beeren iets te zeggen, dat zy voor openbare bespre king minder gepast achtten, dan zou tot een zitting met gesloten deuren kunnon wordon overgegaan. De heer De Goeje stolde echter voor, de zaak in geheime zitting te behandelen. Dit voorstel werd na eenige discussie in stom- ming gebracht en verworpen met 14 tegen stemmen. Na doze beslissing werd achtoreenvolgons hot woord gevoerd door de hoeren Pera, Zaayor, Van Rhyn, Fockeina Andreae en Den Houtor, die alleen in uitvoerige beschouwingen tradon. Do heeren Pera en Den Houter ver klaarden zich daarby vóór, de heeren Zaayer, Van Rhyn en Fockema Andreae tegen inwil liging van het verzoek. Daar het inmiddels al vry laat goworden was, brak de heer Den Ilouter zyn redevoering af, om deze in een volgonde vergadering voort te zetten. Vóór de vergadering uiteenging, vroeg de heer Zaayer nog naar de resultaten van de rattenvangst hier ter stede, waarop do Voor zitter mededeelde, dat van 6 Oct.26 Januari 826 van die dieren zyn gevangen. Een geruimen tyd van de zitting vorderden de verschillende benoemingen. Aan die van een stadsgeneesheer ging discussie vooraf tusschen den heor Den Houter en den Voor zitter. Eerstgenoemde herinnerde er aan, dat de onlangs vastgestelde verordening op het verleonen van kostelooze genees- en heelkun dige hulp in art. 2 bepaalt, dat die hulp wordt verstrekt door zes stade-geneesheeren. Naar zyn meening zyn er thans zes: de heeren Longepee, dr. De Jong, dr. Stigter, dr. Hartevelt, dr. "Weebers en dr. Blóte. Hy vroeg daarom, of de Raad buiten do formatie mag gaan on een zevendon stads-genoesheer be noemen. De Voorzitter antwoordde, dat de heer Longepee slechts heelkundige is, en de nieuw te benoemen stadsgeneesheer voorloopig alleen belast zal zyn mot de geneeskundige armen- praktyk. Den heer Den Houter is deze toestand bekend, doch z. i. had in bedoelde vorordening een overgangsbepaling moeten gemaakt worden. Zooals die verordening thans is vastgesteld, deugt zy niet. De Voorzitter gaf toe, dat een overgangs bepaling wollicht beter ware geweest, doch hy achtte deze niet noodig. Hy zou echter den Raad raadplegen. Do heor Don Houter stelde nu voor, dat de Raad B. en "Ws. uitnoodigt, tot een tydo- ïyke benoeming van een stadsgeneesheer over te gaan; in dien tyd kan dan een overgangs bepaling worden gemaakt. De Voorzitter stolde voor, tot benooming van oen vasten geneesheer over to gaan, welk voorstel zonder hoofdelUke stemming werd aangenomen. Daarna werd tot de benoeming overge gaan, die den reeds vermelden uitslag had. Het voorstel tot beschikbaarstelling van gelden voor het aanbrengen van verbeteringen in do Stadszaal werd bestreden door den heer., Fockema Andreae, die verklaarde tegen te zullen stemmen, omdat hy zich niet vereonigen kan met de wyze, waarop deze zaak hier aan hangig is gemaakt. Naar zijn meening moest do Maatschappy voor Toonkunst dankbaar zyn, dat er oen gebouw als de Stadszaal bestaat. Dat dio Maatschappy, welke slechts 3 maal 's jaars daarin uitvoeringen geeft, nu aandringt op verbeteringen, dio zy daarvoor noodig heeft, zooals verandering van het podium, behangen van de repetitiekamer enz., gaat z. i. to ver. De Voorzitter antwoorddo o. m., dat hy, wat het podium betreft, gehoord had, dat dit slecht was, en hy gelooft, dat dit ook de meening dor Comm. v. Fabricage is. Met het behang ia hetzelfde hot geval. De gevraagde verbetoringon zyn niet alleen in het belang van de My. voor Toonkunst, maar ook van andere instellingen, die van de zaal gebruik maken. B. on Ws. hebbon niet heel gauw toegegeven, doch toen ook de Commissie vau Fabricage verbetering van het podium onr. noodig achtte, zyn zy voor don aandrang gezwicht. Do heor De Lange merkte op, dat door do Comm. van Fabricage nog f 700 is afge dongen op de oorspronkeiyk geraamde kosten van verbeteringen. Hy gelooft, dat verven en behangen beslist noodig zyn. Wat hët podium betreft, meent hy echter, dat de Voorzitter de verantwoordelykheid te veel op deÖomra.' v. Fabr. legt. De genoomds Maatschappy heeft gezegd, dat hot podium bouwvallig is, en dat heeft de Commissie geloofd. De Voorzitter meent, dat ook de heor Hasselbach gezegd hoeft, dat hot podium slecht is. De heer Hasselbach merkte op, dat hy gezegd heeft, dat, wanneer men de zaal in haar geheel ziet en men vergelykt daarby bet podium, dit dan een treurigon indruk maakt. .De heer Fockema Andreae bestreed nader het voorstel van B. en Ws waarin hy een slecht precedent ziet. De heer De Goejo verdedigde daarontogen het voorstel van B. on Ws. Do klacht over hot podium is een algemeeno. Alle gevraagde verbeteringen zyn noodig. De heer Dekhuyzen klaagde over de trap en zeide, naar aanleiding van een opmerking van den heer Fockema Andreae, dat by liet opmaken der vorige begrooting vergoten is, daarop eon bedrag voor bedoelde verbeteringen uit te trokken. De heer A. J. Van Hoeken vroeg, of hot niet gowenscht was, deze uitgaaf te brengen op de begrooting voor hot volgende jaar, waarop de Voorzitter antwoordde, dat dit niet de bedoeling van B. en Ws. is. De heer A. J. Van Hoeken herinnerde daarna aan het voorstel van B. en Ws. inzake het maken der remmingwerken in het Galgewater, waarop de Voorzitter opmerkte, dat de kosten hiervan f 1400 bedragen. Op een vraag van den heer Mulder, of het niet wenscheiyk zou zyn, Indien de Maat schappy voor Toonkunst moer huur betaalde, antwoordde de Voorzitter, dat doze zaak by tarief is geregeld, doch hy veel voor het denkbeeld van den heer Mulder govoelt. Hierna werd het voorstel van B. en Ws. in stemming gebracht en aangenomen met 18 tegen 4 st., die der heeren Mulder, A. J. Van Hoeken, Pera en Fockema Andreae. Do overige punten der agenda gaven tot geen belangryke discussie aanleiding. Alleen by do behandeling der verordening regelende de samenstelling en den werkkring der Com missie van Fabricage werd nog van gedachte gewisseld tusschen den Voorzitter en den heer De Lange. Tot slot willen we vermelden, dat door de heeren Drucker, Zilleaen en De Goeje nog eenige inlichtingen waren gevraagd omtrent do bedeeling van onvermogende medeburgers, welke door den Voorzitter werden verstrekt dozo deelde o. a. mede, dat by het onderzoek, Oi allen, die zich aanmeldden, in de termen van bedeeling vielen, do Commissie voor de bedeeling de medewerking had ondervonden van de armbesturen en van hen, die meer dan anderen goacht kunnen worden, op do hoogte to zyn met den toestand der gezinnen voorts, dat verschillende personen, die zich hadden aangemeld en niet in bovenbedoelde termen vielen, zyn weggezonden. 0) Ook de moeder had or berouw van, Sabine zoo gekrenkt te hebbon; zy behoorde echter tot die naturen, welke een begane fout niet gaarne erkennen. Zich kunstmatig tot verder grommon dwingend, zoi ze: „Ja, het is toch zoo. Dat ligt zoo in de omstandigheden. Ik zeg het maar; ik bedoel er geon kwaad mee." i Dat wist Sabine ook wel; maar het deed ,haar niettemin zeer, heel zoer. De kinderen onttrokken haar aan het somber gepeins. Zo wildon drinken hebben en tyd- korting. Daarna kwam de tyd om ze te bed te brengen. Ook moest er met Liesbeth afge rekend worden. Er werd vroeg gosoupeerd, want mevrouw Deuben had haar muziekavondje. Om acht ,uren kwamen do organist Kolvater en de muziekmeester Turibius. In de pauze tusschen 'het spel moest Sabino boterhammetjes en een glas wyn presenteeren; voor die dingen had ze ook to zorgen. Hot bleek al dadoiyk, hoe men de handige Liesbeth miste. De vrouw des huizes k^p haar hulp "niet aanbieden; zy moest nog de pianoparty van het trio in B-dur van Brahms repeteeren. Hol drong door het huis dat yie spel van de éóne party, gebrekkig, met luid de maat tellen op de piano afgetrommold. De oude heer was aan dat gestudeer go- wond: het stoorde hem niet in de lectuur van zyn plaatseiyk blaadje. Sabine echter maakte het zenuwachtig; ze kon het by na niet uithouden. Do moeder klaagde dik wyls, dat haar dochter in het geheel niet muzikaal was. Sabino sprak niet tegen. Zy gunde haar moeder van harte het genot dezer trio-avondjes; vroegor, toen zo buiten woonden, had de goede vrouw altyd geklaagd, dat ze geen gelegenheid tot samen spel vond; nu, in het Mühlauer centrum van beschaving, haalde zy de schade in. Sabine wilde niet vertellen, hoeveel heer- lyke concerten ze te Beriyn had gehoord; zy vermeod zorgvuldig namen te noemen van kunstenaars, die by haai" (le herinnering aan prachtige muzikale openbaringen wakker rie- pon. Het zou alles slechts opgevat zyn als ongunstige critiek over den organist Kolvater en den muziekmeester Turibius. Dat Kolvater evengoed vioolspeeldo als Joachim, en dat Turibius een der eerste pianisten en musici van dit tfjdperk was, stond niet alleen by mevrouw Deuben vast, doch geheel Mühlau was er van overtuigd. Beide genieën waren enkel door chicanes en familieomstandigheden in het kleine stadje biyven hangen, terwyi ze te Beriyn een eerste plaats hadden kunnen innemen. De heeren kwamen, naar gewoonte, prompt op tyd. Mevrouw Deuben begon mot haar excuses te maken, dat ze geen tyd had ge had, haar party flihk te repeteeren; Kolvater en Turibius hadden in hetzelfde geval ver keerd. Deze wederzydsche verontschuldigingen werden trouwens elke week opnieuw ge wisseld. Yóór het snarenspel begon, placht men do nieuwtjes der afgeloopen week te bespreken, waaraan ook Deuben levendig deelnam. Het vlotte ditmaal echter niet naar wensch; beide musici schenen wat verlegen. Deuben merkte spoedig, dat ze iets op het hart hadden, en vroeg op den jovialen, ietwat ruwen toon, dien hy zich als ryke notabele tegenover dezo burgormenschen kon veroorloven, wat het was. „Nu, ik zal het u dan maar zeggen," zoo vermande zich Turibius, na een blik van ver standhouding met zyn collega, „Kolvaters vrouw heeft op do kofllevisite by mevrouw van den ontvanger als zeker hooron vertellen, dat (hy keek nog oens rond, om zich te over- tuigon, dat er buiten hun vieren niemand in de kamer was) luitenant von Körlegg, die uw schoonzoon in het duel heeft gedood, naar Mühlau is overgeplaatst en morgen of over morgen hier komt." De burgemeester en zyn vrouw zaten als versteend. Beide musici waagden geon woord meer te zeggen. Eindeiyk riep de oude dame verontwaardigd „"Wat oen ongehoord gebrek aan tactl" „Hy deed het zonder erg, vrouw; dat kan jo toch wel op je vingers natellen l" „Acb, ja...." stemdo zy toe. „Maar hot is toch een verschrikkeiyk ideo, dat onzo dochter dien man zal kunnen ontmoeten." „Dat zal niet zoo gauw gebeuren,troostte haar man. „Wy hebben ons dikwyls geörgerd, wyl zy om niets gaf, wat er to Mühlau go- beurde: ze kykt niet eens naar buiton als de militairen mot muziek voorbytrekken, en ik geloof zeker, dat ze nog niet weet, dat kapitein von Hallendorf hierover by Crolpa woont. Ze kent geen der heeren officieren. Het blaadje, waarin het staat, kunnen we wel verstoppen; zo kykt er toch byna nooit inJa, nu zlo je, dat haar onver schilligheid voor alles ook een goede zyde heeft. Ze zal niet eens vernemen, dat die Körlegg hier is; en niemand zal het haar zeggen. Heb ik geen geiyk?" Beide heeren bevestigden dit volmondig. Ook mevrouw Deubon was tot zekere hoogto gerustgesteld en gevoelde weder een heimeiyke bewondering voor hot helder ver stand on den scherpen blik van haar man. Zy achtte het echter sleclito politiek, hora door lof te verwennen, en sprak weifelend: „Ja, jyjy neemt alles zoo licht op." Zuchtend en zich vertrouwelyk tot do vrienden wendend, voogde zy er by: „'tis toch een vroesoiyk lotl Ook hior kan men zeggen: het einde draagt den last." „Zeor waar!" sprak Kolvater. „Ja, dat is waar", beaamde de muziek meester. De burgemeester had nog meer kalmeerende argumenten. „En wat die meneer von Körlegg zelf betreft, hoe klein Mühlau is, niemand zal toch zoo onhandig zyn, hem te vertellen, dat Sabine, dat wy hier wonen. Heel de stad zal het geheim tegenover hen beiden be waren „Laten we het besto er van hopen", zei movrouw, opstaande om de pianokaarsen aan te steken; „maar een beproeving is bet! Als jo meent, jo kinderen goed opgevoed te hebben, en zelfstandig gemaaktdan woer zoo goed als van voren af te beginnen, op je ouden dagl" Allen zuchtten plichtmatig, en de drie artisten schaarden zich om do piano, Kolvater met de viool, Turibius met de cello. Spoedig daarna kwam Sabine binnen en nam met een handwerkje aan de tafel plaats. Ze had liever op haar kamer gezeten; maar eens, toen ze by het muzikaal genot had ge mankeerd, was daarop aanmerking gemaakt. Hot trio was vreeselyk om aan te hooren. De pianiste telde steeds halfluid, Kolvater met stom bewegende lippen, Turibius hoofdknik- kend. Ondanks deze maatvastheid bleven de spelers niet lang golyk; telkens moest men afbreken en er word dan luid vyf, zes, tien maten toruggetold; men zotte valsch in en begon woer, tot werkelyk oen poosjo do instrumenten in harmonie bleven. Soms, als er een do kluts kwyt raakte, trachtte hy door hard spolon woer op gang to komen; eindelyk, by hot moeilyke Finale, kwam do vrode in gevaar; allo drie struikelden ovor do noten, en ieder trachtte do schuld op <lo anderen to schuiven. Nu droog Sabino broodjes on wyn aan; dit bevredigde do gemoederen. „Het is toch oen heeriyk iets!" zoi mevrouw Deuben. „Ja, het is het edolste vermaak, dat or op aarde denkbaar is!" sprak Turibius. „We zullen dat trio wol klein krijgen f' riep Kolvater voi moed. „Natuuriyk zullen we dat 1" „Wel, oudje, wat ben jo weer dapper 1" zei de burgemeostor, haar op de gloeiende wang tikkende. Sabine hoorde hot aan, hoe ze babbelden en weer speelden en woer kibbelden. Ten laatste klonk haar dat alles heel uit de verte. Haar ziol dorstte naar ongestoordo eenzaam heid. Als er dan geon geluk meer voor haar op de wereld was, moest er toch ergens rust zyn, een plekje, waar men denken kon. Aan al het groote, treurige, vorschrikko- ïyke, dat in haar loven had ingegrepen, wilde zy denken. Dat waren toch gebeurtenissen, dat was toch loven geweest l Wat was het hier? [WorcU vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1901 | | pagina 1