N« 12554 Zaterdag SO Januari* A«. 1901. <§eze tgouraut wordt dagelijks, met uitzondering van <§pn- en feestdagen, uitgegeven. .Dit nommer bestaat uit DRIE «- Bladen. Eerste Blad. <r Feuilleton. VERBODEN LIEFDE. LEIDSCH M&BLAD. PELTS DEZER COUBANTi 1 Voor Lelden par 8 maanden. s f 1.10. Buiten Leiden, per loo per «o W «fenten gerettlgd zt)n 1.80. ïranco per poet i i I i t I i I i i M 1'66" FEU8 DER AJVEBTINTliLHl Van I-fl regels f 1.06. Iedere regel moer f 0.17J. Grooter» lettere naar plaateruimte. Voor het incsseeeren buiten de stad wordt f 0.05 berekend. lie uitvoering ran de Leerplichtwet, O» Alles op een koopje* t: Wetten te stollen is goed, maar ze te liandhaven Ls beter. Dat laatste is echter gemakkelijker gezegd dan gedaan. De uit voering van elke wet vereiacht ambtenaren, die kunnen beschikken over voldoende kennis, 'éver en tijd. Over het algemeen nu, hebben zU, die met de uitvoering der landswetten zjjn belast, niet te klagen over gebrek aan waardeering 'van Regeenogszjjde. Inspecteurs van dit, con- 'troleurs van dat, ontvangers van zus, com- 'missarissen van zoo, of welke andere titels (xlj dragen mogen, hun kennis wordt door de ^autoriteiten behoorlijk op pr^js gesteld; hun Jjver beloond, of hun verlies aan tyd vergoed. Tijd is geldl Eenig echter op het gebied der wetgeving Jb de Wet op don Leerplicht, wat de uitvoe ring betreft. Een groote schare van mannen en vrouwen ls aangewezen of wordt benoemd om de Begeering voor te lichten of by de uitvoering behulpzaam te z\)n; terwijl by allen kennis wordt verondersteldyver vereischt en op den tyd eenvoudig beslag gelegd en dat alles by weinig of geen vergoeding. Met die personen bedoel ik in de eerste plaats: de arroudissementsschoolopzieners, de leden der Commissiön tot wering van school verzuim en de Hoofden van scholen. Yoor het ambt van schoolopziener, een «erebaantje waaraan men juist zooveel tyd besteedde als met het oog op overige werkzaamheden gemist kon worden, en dat was by enkelen al bitter, bitter weinig, •waren tot heden liefhebbers te over. Al waron do bureaukosten niet groot, het werk was licht, en zoo'n apart sigarenduitjo was niet onaardig. Het gaf ook nog eenigen klank, too'a Utel van i arronlissementsschoolopziener negen lettergrepen alsjeblieft 1 Dat eerebaantje is echter onder de nieuwe Wet een drukke betrekking geworden en biyft de Regeering by haar oorspronkeiyk plan om de bureaukosten der arr.-schoolopzieners niet Ie verhoogen, dan vrees ik, dat binnen eenige Jaren deze schoolautoriteiten by loting zullen moeten worden aangewezen uit de meerder- ■Jarige manlyke Nederlanders: één op de zoo- Veel duizend, by de wet nader vast te stellen. Leve de conscriptie 1 Ook de hoofden van soholen hebben hot de laatste weken ondervonden en zullen het wekeiyks biyven ondervinden, hoeveel meerder de werkzaamheden zyn hun door de Leer plichtwet op de schouders gelegd. Zy doen het och ter met liefde en lust, want ziet u de Begeering heeft beloofd, dat - Maar een oad Hollandsch spreekwoord zegt: Veel beloven en weinig geven, j Doet gekken en dwazen in vreugde leven t Het slechtste er aan toe zyn echter de leden der Commissie tot wering van school verzuim; en het hoofddoel van dit schryven ja, er op te wyzen, wat hem of haar te fwachten staat, die zich een benoeming tot lid laat welgevallen. Volgons art. 22 der Leerplichtwet rust op don Gemeenteraad de verplichting, één of meer commlssiön te benoemen, die den arr.- echoolopziener bystaan by het verrichten zyner werkzaamheden. Deze commissiön worden benoemd uit: lo. ouders of voogden van schoolgaande kinderen, 2o. meerderjarige onderwyzers der openb. scholen, 8o. meerderjarige onderwyzers der by- zondere scholen, 4o. de overige meerderjarige inwoners der gemeente. De werkzaamheden der O. t, w. v. Sch. zyn nader beschreven by Kon. BesL van 16 Nov. 1900. Daaruit stippen we aan: de leden worden benoemd door den Gemeen teraad, als het kan uit dubbeltallen; de Gemeenteraad stelt het huish. reglement vast en stelt een lokaal beschikbaar; de Commissie benoemt uit haar midden een Voorzitter en een Secretaris. Behoudens buitengewone vergaderingen, door den Voorzitter te beleggen, vergadert iedere Commissie ten minste tweemaal 'smaands, tonzy tweemaal 24 uur vóór den voor een gewone vergadering vastgestelden tyd aan den Secretaris is gebleken, dat er voor die vergadering geen onderwerpen ter behandeling zyn. In dat *ge?al geeft de 8ecretaris zoo spoedig mogeiyk zyn medeleden kennis, dat de vergadering niet doorgaat. Art. 7. De Secretaris ontvangt en opent de aan de Commissie gerichte stukken en roept in de gevallen, bedoeld In art. 20 2 en art. 21 g 2 der Leerplichtwet, met inachtneming der wetteiyke voorschriften, de aansprakelyke personen namens de Commissie op, om voor haar te verschynen op dag, uur en in het lokaal, in de oproeping vermeld. Hy zorgt daarby, dat de wetteiyke tennyn, die tusschen de oproeping en den aangezegden dag van verschyning moet verloopen, zoo weinig mogoiyk worde overschreden. Verschynen de opgeroepen ouders of voogden niet voor de Oommissie, en dit zal weldra regel zyn, dan ls het wederom de taak van den 8ecretaris om te zorgen, dat zy een 8chrifteiyke waarschuwing thuis ontvangen. Vervolgens is het de Commissie opgedragen, den schoolopziener omtrent de redenen van schoolverzuim en omtrent de omstandigheden, die daarop van invloed zyn, alle inlichtingen te verstrekken, die hy verlangt. Zy kan daar voor één of meer leden tot bet doen van een onderzoek belasten. De schnfteiyke inlichtingen aan den arr.- schoolopziener te verschaffen wordt catuoriyk aan den Secretaris opgedragen. Na afloop van ieder jaar brengt de Commissie verslag van haar werkzaamheden aan den Gemeenteraad uit. „Schrijf Secretarial" Behalve deze by de wet en koninkiyk be sluit voorgeschreven werkzaamheden wordt er echter meer van de Commissie verlangd. Niet alleen moeten de redenen van het schoolverzuim nagegaan worden, de oommls- siön moeten op den duur zooveel mogeiyk hot schoolverzuim voorkomen." Handel. 2. blz. 1280 en 1283. Art. 10 en 11 vertellen ons, wat het lot ls van die commissie, welke in gobreke biyft de haar opgelegde taak naar behooren te vervullen: zy wordt van rechtswege ontbon den, nadat de Commissaris der provincie van haar verzuim kennis heeft genomen. Dat laatste is de eenige onderscheiding, welke een lid der Commissie door de wet ls gewaarborgd: hy kan met schande overla&n uit de gelederen worden gejaagd. Ofschoon de werkzaamheden vele zyn en de post van secretaris bly kens hot voorgaande allerminst een sinecure is, spreekt de wet nergens van eenige belooning of ten minste van vergoeding voor den verloren tyd. Wel achynt de wetgever gevoeld te hebben, dat do mogeiykheld kan bestaan, dat er geen liefhebbers voor deze benydenswaardige posten gevonden worden. Art. 11 zegt n.l., dat in dat geval alle bevoegdheden en verplichtingen op Burgemeester en Wethouders overgaan. Gaan we echter de bladen na, dan zien we, dat verschillende gemeenteraden terstond heb ben ingezien, dat het niet aangaat, de uit voering van de Leerplichtwet af te laten hangen vao de goedwilligheid van enkele ambtenaren en ingezetenen, en daarom een grooter of kleiner bedrag hebben beschikbaar gesteld als tegemoetkoming voor het tydver- lies der leden. En nu treft ons daarby dit merkwaardig verschijnsel: „arm Friesland" geeft het voorbeeld. 't Bildt stelt ƒ0.76 en ƒ1.25 per zitting, maxima ƒ18 en 80, al naardat dolleden binnen of buiten de kom der gemeente wonen. De Secretaris ontvangt bovendien f 25 voor bureaukosten. Wijmbritseradeelde vergoeding, die ieder lid voor het bywonen dezer vergaderin gen ontvangt, werd bepaald voor gewone vergaderingen per lid een gulden en voor buitengewone vergaderingen 60 cents. Hemelumer Oldephaert. De benoeming der leden van de 0. t w. v. Sch. werd aange houden, aangezien men algemeen van oordeel is, dat in een uitgebreide gemeente ais deze, vooraf moet worden bepaald, welke vergoe ding of presentiegeld aan ieder lid dient te worden toegekend. Ik eindig myn schryven met deze vraag: „Wat doet in deze het ryke Zuid-Holland?" Wy wachten 1 K. TWEEDE KAMEB. Verzoek om schadeloosstelling wegens kosten voor het stellen en opheffen van een borgtocht. De Minister van Oorlog heeft een brlefaan de Tweede Kamer gezonden, houdende Inlich tingen op het desbetreffend request van den eerste luitenant-kwartiermeester A. J. O. Alenson, te Bergen-op-Zoom. Daar in verband met den eisch tot borg stelling, die voor de daarby betrokken kapi tein- en luitenant-kwartiermeesters met on kosten zou gepaard gaan, de hun jaariyks toegelegde sommen voor schadeloosstelling voor bureelbehoeften ©enigszins zyn verhoogd, ls door den Minister tweemaal, en eveneens door den Minister van Financiën, op een request van den betrokkene afwyzend beschikt. De Minister vermeent, dat waar deze 112 50 schadeloosstelling heeft genoten, het Ryk niet voor meer geleden schade aansprakeiyk kan worden gesteld. Regeling van do samenstelling der landmacht. Uitvoerige inlichtingen worden door den minister van oorlog aan de Tweede Kamer verstrekt omtrent de ontwerp-organlsatie van het dienstvak der militaire administratie. Aan gezien het ln de bedoeling ligt het aantal infanterie regimenten met vy f te vermeerderen, zal het ln verband daarmede noodig zyn ook het aantal controleurs over de Inwendige administratie der korpsen en bet aantal aan deze hoofdoffi.ieren toegevoegde kapitein kwartiermeesters met één te vermeerderen. Een geleldelyke terugkeer tot den toestand, waarby de magazynmeesters den rang hadden van kapitein, is wenscheiyk. De Minister acht het voorts noodzakeiyk aan den inspecteur der militaire administra tie een kapitein-kwartiermeester te kunnen toevoegen. Steenkolenmijnen Thana Is by de Tweede Kamer Ingediend een wetsontwerp tot exploitatie van Staats wege van ateenkolenmynen in Limburg. De minister van waterstaat vereenlgt zich met de technische conclusiön der commissie, belast met het onderzoek der zaak. Met het oog op de sociale toestanden in Limburg, meent hy heb Staatsbedryf aanvankeiyk op beperkte schaal te moeten aanvatten en 9lechts geleidelik uit te breiden. Twee terreinen werden voor de exploitatie door den Staat aangewezen. Het eerste is het terrein, gelegen buiten de thans geconcedeerde mynvelden, door de commissie als het beschik bare steenkolentorrein aangeduid; het andere is het terrein van de voormalige mynconcessie „Ernst", zijnde het eenige terrein, waarmede het ontginmng8gebied der Dominiale myn kan worden uitgebreid. Er biyft dan nog in Lim burg een uitgestrektheid van by na 6000 hectaren voor de particuliere exploitatie over, welke uitgestrektheid belangryk genoeg is om de concurrentie tusscben het Staatsbedryf en dat der particuliere industrie ten algemeeoen nutte levendig te houden. De kosten eener eerste ontginning worden op ruim 6 ton begroot. De kosten eener complete installatie voor een ontginning met twee schachten, machines, gebouwen en verdere uitrustingen kuDnen op ongeveer S'/i.mlllioen gulden geraamd worden. Leideu, 2t> Januari. By besluit vau Ged. Staten van I Juni 1897 werd onze gemeente voor de verkiezing van leden voor den Raad in drie kiesdistricten verdeeld, met bepaling van het getal der in elk district, zoo in het geheel als by elke periodieke aftreding, te kiezen leden. Daar thans na de uitkomsten der Jongste algemeene volkstelling volgens art. 4 der Gemeentewet vermeerdering van het getal leden van den Raad in onze gemeente noodig is, zal volgens art. 6 al. 7 der Gemeentewet de regeling der kiesdistricten door Ged. Staten opnieuw moeten geschieden, na den Raad te hebben gohoord. Ged. Staten noodigen B. en Ws. uit deze zaak in den Raad aan de orde te stellen en hun 's Raads advies te willen doen toekomen. Naar aanleiding van bovenbedoeld schryven van Gedeputeerde Staten brengen B. en Ws. alsnog het volgende onder 's Raads aandacht: Ingevolge het 6e lid van art. 6 der Gemeente wet behooren Gedeputeerde 8taten de ver deeling der kiesdistricten zoo te regelen, dat ln de kiesdistricten zooveel mogelyk een geiyk getal leden gekozen worde en dit get tl ln behoorlyke evenredigheid sta tot de bevolking van ieder district. Voorts bepaalt het öe lid, dat, indien in een der districten een lid meer of minder moet gekozen worden dan in de andere, hiervoor het di trict wordt aange wezen, waarvan de bevolking het meest of het minst talryk is. Hiermede rekening houdende kan er, naar het B. en Ws. voorkomt, gö6n reden »yn om in de verdeeling der kiesdistricten eenige wyzigiDg te brengen. Terwyi toch de bevol king van de drie kiesdistricten desty js by de toezending der concept-verdeeliDg aan Gedep. Staten by dezerzydsche missive van 29 Mei 1897, bedroeg, van het lete kies district 17200, van het 2de 19100, en van het 8de 16400, bedroeg de bevolking op 1 Januari 1900, zynde het tydstip der jongste algemeene volkstelling, van het late kies district 17942, van het 2de, 18242 en van het 8de, 17474, terwyi de bevolking op 1 Januari van dit jaar respect, bedroeg 18359, 18274 en 17714. Hieruit biykt dus, dat de verdeeliDg thans nog beter aan het by de gemeentewet gestelde vereiachte (van in be hoorlyke evenredigheid te staan tot de bevol king van ieder district) voldoet, dan in Mei 1897. Het eenige punt, waaromire it twyf 1 kan rjjzen, is dit, hoe de 4 nieuwe Raadsleden, die na do uitkomsten der jongste volks telling aan den Raad zullen moeten worden toegevoegd, over de drie kiesdistricten zullen moeten worden verdeeld, m. a. w. ln welk der 8 districten 11 leden zullen gekozen worden, terwyi de boide andere ieder 10 leden zullen kiezen. Neemt men aan, wat misschien het meest rationeel is, dat het tydstip der volkstelling ook op dit punt beslissend is, dan zullen in het 2de kiesdistrict 2 der 4 nieuwe leden moeten worden gekozen en ln de beide andere leder één. Neemt men echter aan, dat do toe stand der bevolking op dit oogenblik, nu de nieuwe regeling plaats vindt, decideert, dan zullen in het lste kiesdistrict 2 der 4 nieuwe leden moeten gekozen worden en in de beide andere ieder één. Voor deze laatste opvatting pleit ook de verdeeling van het aantal kiezers over de drie kiesdistricten. Terwyi toch het lste kiesdistrict volgens do thans geldend klezersiyst 1632 kiezers bevat, is hun aantal in het 2de kiesdistrict slechts 1523. Op grond van het bovenstaande geven B. en Ws. ln overweging hen te machtigen als 's Raads advies aan Gedep. Staten mede te deelen, dat voor een wyziging in de verdeeling dor klesdistrioten geen termen aanwezig zyn,en dat het antwoord op de vraag of van de 4 nieuwe raadsleden 2 zullen benoemd worden in het 2de dan wol in het lste kiesdistrict, af bankt yk ia daarvan, of de bevolking der klesdlatric en op 1 Januari 1900 dan wel op 1 Januari KOI den doorslag geeft. Ten gevolge van het overlyden van de heeren L. C. Quant en N. Stadhouder, zyn elnda eenigen tyd vacant de plaatsen van lid en plaatsvervangend lid, door den gemeente raad gekozen in de commissie van aanslag voor de belasting op bedryfs- en andere inkomsten, bedoeld by art. 19 1 sub litt. b der wet op de bedryfsbelasting. Ter voldoening aan het voorschrift der wet geven B. ®n Ws. den Raad in overweging tot de vervulling dezer vacatures over te gaan, terwyl zy aanbevelen voor het lid maatschap dier commissie don heer J. De Lange, en voor het plaatsvervangend lid maatschap den heer J. L. Creyghton. De heeren Drucker, Van Lidth de Jeude en Van Rhyn, in de gemeenteraadevergade ring van 20 .Deeembor 1900 benoemd ten einde omtrent het voorstel van B. en Ws. van 14 December 1900 het verslag uit te brengen, bedoeld ln art. 7 der Verordening van 6 April 1894, betreffende het bewonen van gebouwon, welke, als schadeiyk voor de openbare ge zondheid, voor bewoning ongeschikt zyn, rap porteeren het volgende: Na nauwkeurige persoonlyke bezichtiging der 8 parceelen zyn zy gekomen tot dezelfde slotsom als de oommissie van geneeskundigen enz., die op 21 Nov. 1900 haar verslag uit bracht. Ook zy zyn van oordeel, dat de per- 'r— .0, doe nu geen moeito toot mtj I" zei ze weifelend. .Maar laten we een weinig op «y gaanwe staan hier midden op den weg," Toegde zU er b(J en trok zich terug Tan het trottoir, een weinig binnen het hek. ,Het zal m(J oen voorrecht zQn, ale n m(J vergunt, met u te wachten," zei hy, naast haar blijvend. j Z|J bloosde een weinig, scheen zich te be- 'denken, blykbaar met zlchzelven ln tweestryd, eu zei êindeiyk, op vriendelyken, vryen toon l .Neem my Diet kwalyk, maar ik moet u [eoriyk bekennen, dat lk nw naam vergeten iben. Ik kan u in bet geheel niet thuis brengen. IXn toch hebben wo elkaar natuuriyk al eerder 'outtaoot. Uw gezicht Is my bekend; maar lk kan niet op den naam komen. Dat gebeurt Imeer, nietwaar? Men wordt even aan elkaar voorgesteld, hoort wat mompelen en weet ilater niet, met wien men de eer had. Beeds jdaar straks brak Ik my het hoofd met de ■Traag, wie u was." .Myn naam vergeten herhaalde Achlm '«acht. Zy verkeerde ln de meening, dat ze ergens 'aan elkaar waren voorgesteld; daarom nam ze het zoo kalm op, dat hy haar toesprak! Als hy haar nu zei, dat ze zich vergiste; /dat hy eeu gezicht als het hare, een paar 'oogen als de hare nimmer zon vergeten, wan- noer hy die eenmaal had gezienneen, t*ls by zei, dat ze zich vergiste, zou hy haar frPórkomen als een brptzle Indringer. .Ach, u neemt het my kwalyk?" hernam ■y. ,0, ik zie het aan uw gezicht I" .Neen, zeker nletl Hoe zou myn naam u ook Intere8seerendie ls onbeduidend genoegt" bracht hy er met moeite uit. ,En toch moet u met den doode zeer be vriend geweest zyn, daar u een krans op syn graf legde. Ik zag hot wol." .Bevriendmet meneer vonZeuthern stamelde hy. ,Ja, en daarom moest lk n toch kennen. Hy had zoo weinig goede vrienden. Ik schaam my, dat lk iemand, die den overledene zoo na hooft gestaan, niet herken. Ik overlegde daar straks reeds, of lk u aanspreken en danken zou. Zyu aandenken wordt toch nog ln een vriendenhart trouw bewaard, dacht ik. Uit naam zyner kinderen dank ik u." Ze stak hem de hand toe. Haar etem had niet gebeefd, en ln haar oogen waren geen tranen. Zy eprak hartelyk en vrlendeiyk, echter niet als iemand, die diep getroffen was. ,Dus u ls?l" riep Achlm. .Sabine von Zeuthem. Ik dacht, dat u my kende," sprak zy verwonderd. Hy deinsde terug, zyn gezicht pyniyk ver trokken. Waarom had hy het nog willen hooren; sinds een paar minuten wist hy het Immers reeds I ,Ik ik mag dien dank niet aannemen uw hand niet drukken," zei hy heesch, nauw hoorbaar. Ook Sabine von Zeuthem was bleek ge worden. Zy had begrependat antwoord kon slechts Mn man op de geheele wereld haar geven. Doch haar groote oogen bleven hem kalm, onafgewend aanzien. De uitdrukking van die vlammenoogen was voor hem ondoor- grondelyk. Haat lag er niet ln, dat voelde hy wel. Vorachend zag zo hem aan, verbaasd, zóó doordringend, als wilde ze zyn trekken voor altyd in haar geheugen prenten. Het was of die oogen zeiden: Dus gy zyt het.... gy? Oy, die inya man doodschoot; gy, die myn lot hebt bepaald! Eu de trotsche, echooue lippen, opvallend rood in het bleeks gezicht, bleven vast ge sloten. „Mevrouw," eprak hy, moeliyk naar woorden zoekend, die haar weldadig zouden aandoen, .mevrouw, sinds het noodlottige uur, toen uw mantoen ik ja, sinds dat uur heb ik slechts dien óónen wensch gehad: eenmaal voor u te mogen staan om u te vragen: vergeef iemand, die zeer onder het gebeurde heeft geleden, meer dan by hier zeggen kan. Nu heeft het toeval bewerkt, wat lk nooit opzettelijk had durven uitlokkon. Ik bid u, ale u tot bet bovenmenschelyke'de kracht bezit: denk aan my zonder haatl" Zy bleef hem aanzien, zwygend. Hy wachtte; de seconden schenen minuten. Hy kon het niet langer uithouden. ,Ik wacht myn vonnis," sprak hy. Zy zuchtte, aan lange, zware gedachten zich ontrukkend. .Ale u meent, myn vergiffenis noodig te hebben," sprak zy, .laat lk u dan zeggen: ik heb geen haat tegen u. Myn zwager heeft my de geheele geschiedenis verteldlk weet, dat u het noodlottig duel niet heeft uitgelokt. En als de uitslag uw ziel bezwaart, beklaag ik u. Misschien doet het u goed, dat ik dit zeg.... misschien is het zelfs myn plicht, tot u te zeggen: vergeef den doode." Al sprekende was de uitdrukking van baar gelaat veranderd; de neusvleugels trilden, de oogen vlamden, de lipp« trokken samen ln bitterheid, en haar etem klonk gedempt. Hy zag plotseling, in een visioen, naast die schoone, krachtige, iydende vrouw het nydlg gelaat vao den twistzieken man, dien hy doodgeschoten had. Een etem uit de verte zei hem: die man heeft deze vrouw zeer ongelukkig gemaakt, en gy hebt haar niet beroofd, maar bevryd. .Neen, noen," dacht hy angstig; .dat mag lk niet gelooven; dat ls een laffe wensch van my om my lichter te kunnen gevoelen „Ik dank u, mevrouw," sprak hy orns'lg. „Als er iets ln staat ls, de sombere Scha duwen van myn toekomst weg te nomen, dan zyn het uw woorden. Het la my nu lichter om bet hart en ik kan, van een grooten last bevryd, over de zee gaan." Hy stond met den hoed ln de hand, om heen te gaan. .Gaat u buitenslands? Over de zee? Naar Amerika? Waarom?" vroeg zy haastig, onge- loovig. ,Ja en neen, mevrouw," antwoordde hy; ,ik ga een paar maanden naar de Vereenigde Staten; daar woont een schoolvriend van my. Maar ik kom terug, niet in myn oude regi ment: ik laat my overplaatsen. Myn vrienden noemen my te zwaartillend; ik geloof echter, dat zy het enkel zeggen om my wat op te beuren. Ik geloof niet, dat eon van hen allen het licht zou opnomen, als hy een man had gedood, zy het ook in een duel, noodwendig volgens de begrippen van eer. Een menschen- leven is een groote zaak; vooral het leven van een man, die vrouw en kinderen hadl O, mevrouw, de gedachte aan die kinderen heeft my vervolgd IMisschien, dat Iemand met een ander temperament er sneller over heen zou zyn; maar leder moet zoo iets op zyn algen wyze doorleven. Ik besloot tot dl* reie, om gezond te worden. Maar den dienst zqds Keizeis verlaten, neen, dat doet een KOrlegg nlat, zoo lang hy zich de eer van te dienen waardig aoht." Hy boog. .Vaarwel, mevrouw," sprak hy; .God schenko u ln de. toekomst licht en geluk." Stom boog zy het hoofd. .Veroorlooft u, dat lk in de nabyheid biyf, tot Ik de zekerheid heb, dat u uw gezelschap teruggevonden heeft?" Ten tweeden male knikte zy zwygend. Hy trad terug eu ging tegen een der pylers van het hek staan, aan de andere zydo van den ingaDg. Zy bleef waar zy was, In kalme, fiere houding. Bolden gevoelden hetmen mooht hen hier niet eainen ln gesprek vinden; elke getuige zou de ernstige wijding van hun ontmoeting hebben goschondon. Aan den rand van een graf voor beiden soo vol beteekenis - hadden se elkear ontmoet. Dat was een be sturing van bet lot geweest, een wonderbaar, gewichtig oogenblik in hun leven. Zy mochten niet de hand uitsteken om dat vast te houden. Achim gevoelde, dat het eigenlyk gepaster zou geweest zyn, zich verder terug te trek ken; doch hy kon zlchzelven niet overwinnen. Met kloppend hart zag hy naar de schoon* vrouw. Zulk een vrouw had de overledene bezeten I En toch was hy slechts een ontevreden, kleinzielig mensch gebleven of geworden. In plaats van in een onuiteprekeiyk geluk een voudig over alle onaangenaamheden ln syn betrekking te lachen. {Wvrto «wsolpi)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1901 | | pagina 1