N« 12554
Zaterdag SO Januari*
A«. 1901.
<§eze tgouraut wordt dagelijks, met uitzondering
van <§pn- en feestdagen, uitgegeven.
.Dit nommer bestaat uit DRIE
«- Bladen.
Eerste Blad.
<r
Feuilleton.
VERBODEN LIEFDE.
LEIDSCH
M&BLAD.
PELTS DEZER COUBANTi
1 Voor Lelden par 8 maanden. s f 1.10.
Buiten Leiden, per loo per «o W «fenten gerettlgd zt)n 1.80.
ïranco per poet i i I i t I i I i i M 1'66"
FEU8 DER AJVEBTINTliLHl
Van I-fl regels f 1.06. Iedere regel moer f 0.17J. Grooter»
lettere naar plaateruimte. Voor het incsseeeren buiten de stad
wordt f 0.05 berekend.
lie uitvoering ran de Leerplichtwet,
O»
Alles op een koopje*
t:
Wetten te stollen is goed, maar ze te
liandhaven Ls beter. Dat laatste is echter
gemakkelijker gezegd dan gedaan. De uit
voering van elke wet vereiacht ambtenaren,
die kunnen beschikken over voldoende kennis,
'éver en tijd.
Over het algemeen nu, hebben zU, die met
de uitvoering der landswetten zjjn belast,
niet te klagen over gebrek aan waardeering
'van Regeenogszjjde. Inspecteurs van dit, con-
'troleurs van dat, ontvangers van zus, com-
'missarissen van zoo, of welke andere titels
(xlj dragen mogen, hun kennis wordt door de
^autoriteiten behoorlijk op pr^js gesteld; hun
Jjver beloond, of hun verlies aan tyd vergoed.
Tijd is geldl
Eenig echter op het gebied der wetgeving
Jb de Wet op don Leerplicht, wat de uitvoe
ring betreft.
Een groote schare van mannen en vrouwen
ls aangewezen of wordt benoemd om de
Begeering voor te lichten of by de uitvoering
behulpzaam te z\)n; terwijl by allen kennis
wordt verondersteldyver vereischt en op
den tyd eenvoudig beslag gelegd en dat alles
by weinig of geen vergoeding.
Met die personen bedoel ik in de eerste
plaats: de arroudissementsschoolopzieners, de
leden der Commissiön tot wering van school
verzuim en de Hoofden van scholen.
Yoor het ambt van schoolopziener, een
«erebaantje waaraan men juist zooveel
tyd besteedde als met het oog op overige
werkzaamheden gemist kon worden, en dat
was by enkelen al bitter, bitter weinig,
•waren tot heden liefhebbers te over. Al waron
do bureaukosten niet groot, het werk was
licht, en zoo'n apart sigarenduitjo was niet
onaardig. Het gaf ook nog eenigen klank,
too'a Utel van
i arronlissementsschoolopziener
negen lettergrepen alsjeblieft 1
Dat eerebaantje is echter onder de nieuwe
Wet een drukke betrekking geworden en biyft
de Regeering by haar oorspronkeiyk plan om
de bureaukosten der arr.-schoolopzieners niet
Ie verhoogen, dan vrees ik, dat binnen eenige
Jaren deze schoolautoriteiten by loting zullen
moeten worden aangewezen uit de meerder-
■Jarige manlyke Nederlanders: één op de zoo-
Veel duizend, by de wet nader vast te stellen.
Leve de conscriptie 1
Ook de hoofden van soholen hebben hot
de laatste weken ondervonden en zullen het
wekeiyks biyven ondervinden, hoeveel meerder
de werkzaamheden zyn hun door de Leer
plichtwet op de schouders gelegd. Zy doen
het och ter met liefde en lust, want ziet u
de Begeering heeft beloofd, dat
- Maar een oad Hollandsch spreekwoord zegt:
Veel beloven en weinig geven,
j Doet gekken en dwazen in vreugde leven t
Het slechtste er aan toe zyn echter de
leden der Commissie tot wering van school
verzuim; en het hoofddoel van dit schryven
ja, er op te wyzen, wat hem of haar te
fwachten staat, die zich een benoeming tot
lid laat welgevallen.
Volgons art. 22 der Leerplichtwet rust op
don Gemeenteraad de verplichting, één of
meer commlssiön te benoemen, die den arr.-
echoolopziener bystaan by het verrichten zyner
werkzaamheden. Deze commissiön worden
benoemd uit:
lo. ouders of voogden van schoolgaande
kinderen,
2o. meerderjarige onderwyzers der openb.
scholen,
8o. meerderjarige onderwyzers der by-
zondere scholen,
4o. de overige meerderjarige inwoners der
gemeente.
De werkzaamheden der O. t, w. v. Sch.
zyn nader beschreven by Kon. BesL van 16
Nov. 1900.
Daaruit stippen we aan:
de leden worden benoemd door den Gemeen
teraad, als het kan uit dubbeltallen;
de Gemeenteraad stelt het huish. reglement
vast en stelt een lokaal beschikbaar;
de Commissie benoemt uit haar midden
een Voorzitter en een Secretaris.
Behoudens buitengewone vergaderingen, door
den Voorzitter te beleggen, vergadert iedere
Commissie ten minste tweemaal 'smaands,
tonzy tweemaal 24 uur vóór den voor een
gewone vergadering vastgestelden tyd aan
den Secretaris is gebleken, dat er voor die
vergadering geen onderwerpen ter behandeling
zyn. In dat *ge?al geeft de 8ecretaris zoo
spoedig mogeiyk zyn medeleden kennis, dat
de vergadering niet doorgaat.
Art. 7. De Secretaris ontvangt en opent de
aan de Commissie gerichte stukken en roept
in de gevallen, bedoeld In art. 20 2 en art. 21
g 2 der Leerplichtwet, met inachtneming der
wetteiyke voorschriften, de aansprakelyke
personen namens de Commissie op, om voor
haar te verschynen op dag, uur en in het
lokaal, in de oproeping vermeld.
Hy zorgt daarby, dat de wetteiyke tennyn,
die tusschen de oproeping en den aangezegden
dag van verschyning moet verloopen, zoo
weinig mogoiyk worde overschreden.
Verschynen de opgeroepen ouders of voogden
niet voor de Oommissie, en dit zal weldra
regel zyn, dan ls het wederom de taak van
den 8ecretaris om te zorgen, dat zy een
8chrifteiyke waarschuwing thuis ontvangen.
Vervolgens is het de Commissie opgedragen,
den schoolopziener omtrent de redenen van
schoolverzuim en omtrent de omstandigheden,
die daarop van invloed zyn, alle inlichtingen
te verstrekken, die hy verlangt. Zy kan daar
voor één of meer leden tot bet doen van
een onderzoek belasten.
De schnfteiyke inlichtingen aan den arr.-
schoolopziener te verschaffen wordt catuoriyk
aan den Secretaris opgedragen.
Na afloop van ieder jaar brengt de Commissie
verslag van haar werkzaamheden aan den
Gemeenteraad uit. „Schrijf Secretarial"
Behalve deze by de wet en koninkiyk be
sluit voorgeschreven werkzaamheden wordt
er echter meer van de Commissie verlangd.
Niet alleen moeten de redenen van het
schoolverzuim nagegaan worden, de oommls-
siön moeten op den duur zooveel mogeiyk
hot schoolverzuim voorkomen." Handel. 2.
blz. 1280 en 1283.
Art. 10 en 11 vertellen ons, wat het lot
ls van die commissie, welke in gobreke biyft
de haar opgelegde taak naar behooren te
vervullen: zy wordt van rechtswege ontbon
den, nadat de Commissaris der provincie van
haar verzuim kennis heeft genomen.
Dat laatste is de eenige onderscheiding,
welke een lid der Commissie door de wet ls
gewaarborgd: hy kan met schande overla&n
uit de gelederen worden gejaagd.
Ofschoon de werkzaamheden vele zyn en
de post van secretaris bly kens hot voorgaande
allerminst een sinecure is, spreekt de wet
nergens van eenige belooning of ten minste
van vergoeding voor den verloren tyd.
Wel achynt de wetgever gevoeld te hebben,
dat do mogeiykheld kan bestaan, dat er geen
liefhebbers voor deze benydenswaardige posten
gevonden worden. Art. 11 zegt n.l., dat in
dat geval alle bevoegdheden en verplichtingen
op Burgemeester en Wethouders overgaan.
Gaan we echter de bladen na, dan zien we,
dat verschillende gemeenteraden terstond heb
ben ingezien, dat het niet aangaat, de uit
voering van de Leerplichtwet af te laten
hangen vao de goedwilligheid van enkele
ambtenaren en ingezetenen, en daarom een
grooter of kleiner bedrag hebben beschikbaar
gesteld als tegemoetkoming voor het tydver-
lies der leden. En nu treft ons daarby dit
merkwaardig verschijnsel: „arm Friesland"
geeft het voorbeeld.
't Bildt stelt ƒ0.76 en ƒ1.25 per zitting,
maxima ƒ18 en 80, al naardat dolleden
binnen of buiten de kom der gemeente wonen.
De Secretaris ontvangt bovendien f 25 voor
bureaukosten.
Wijmbritseradeelde vergoeding, die
ieder lid voor het bywonen dezer vergaderin
gen ontvangt, werd bepaald voor gewone
vergaderingen per lid een gulden en voor
buitengewone vergaderingen 60 cents.
Hemelumer Oldephaert. De benoeming der
leden van de 0. t w. v. Sch. werd aange
houden, aangezien men algemeen van oordeel
is, dat in een uitgebreide gemeente ais deze,
vooraf moet worden bepaald, welke vergoe
ding of presentiegeld aan ieder lid dient te
worden toegekend.
Ik eindig myn schryven met deze vraag:
„Wat doet in deze het ryke Zuid-Holland?"
Wy wachten 1 K.
TWEEDE KAMEB.
Verzoek om schadeloosstelling wegens kosten
voor het stellen en opheffen van
een borgtocht.
De Minister van Oorlog heeft een brlefaan
de Tweede Kamer gezonden, houdende Inlich
tingen op het desbetreffend request van den
eerste luitenant-kwartiermeester A. J. O.
Alenson, te Bergen-op-Zoom.
Daar in verband met den eisch tot borg
stelling, die voor de daarby betrokken kapi
tein- en luitenant-kwartiermeesters met on
kosten zou gepaard gaan, de hun jaariyks
toegelegde sommen voor schadeloosstelling
voor bureelbehoeften ©enigszins zyn verhoogd,
ls door den Minister tweemaal, en eveneens
door den Minister van Financiën, op een request
van den betrokkene afwyzend beschikt. De
Minister vermeent, dat waar deze 112 50
schadeloosstelling heeft genoten, het Ryk niet
voor meer geleden schade aansprakeiyk kan
worden gesteld.
Regeling van do samenstelling der landmacht.
Uitvoerige inlichtingen worden door den
minister van oorlog aan de Tweede Kamer
verstrekt omtrent de ontwerp-organlsatie van
het dienstvak der militaire administratie. Aan
gezien het ln de bedoeling ligt het aantal
infanterie regimenten met vy f te vermeerderen,
zal het ln verband daarmede noodig zyn ook
het aantal controleurs over de Inwendige
administratie der korpsen en bet aantal aan
deze hoofdoffi.ieren toegevoegde kapitein
kwartiermeesters met één te vermeerderen.
Een geleldelyke terugkeer tot den toestand,
waarby de magazynmeesters den rang hadden
van kapitein, is wenscheiyk.
De Minister acht het voorts noodzakeiyk
aan den inspecteur der militaire administra
tie een kapitein-kwartiermeester te kunnen
toevoegen.
Steenkolenmijnen
Thana Is by de Tweede Kamer Ingediend
een wetsontwerp tot exploitatie van Staats
wege van ateenkolenmynen in Limburg.
De minister van waterstaat vereenlgt zich
met de technische conclusiön der commissie,
belast met het onderzoek der zaak. Met het
oog op de sociale toestanden in Limburg,
meent hy heb Staatsbedryf aanvankeiyk op
beperkte schaal te moeten aanvatten en
9lechts geleidelik uit te breiden.
Twee terreinen werden voor de exploitatie
door den Staat aangewezen. Het eerste is het
terrein, gelegen buiten de thans geconcedeerde
mynvelden, door de commissie als het beschik
bare steenkolentorrein aangeduid; het andere
is het terrein van de voormalige mynconcessie
„Ernst", zijnde het eenige terrein, waarmede
het ontginmng8gebied der Dominiale myn kan
worden uitgebreid. Er biyft dan nog in Lim
burg een uitgestrektheid van by na 6000 hectaren
voor de particuliere exploitatie over, welke
uitgestrektheid belangryk genoeg is om de
concurrentie tusscben het Staatsbedryf en dat
der particuliere industrie ten algemeeoen nutte
levendig te houden. De kosten eener eerste
ontginning worden op ruim 6 ton begroot.
De kosten eener complete installatie voor een
ontginning met twee schachten, machines,
gebouwen en verdere uitrustingen kuDnen op
ongeveer S'/i.mlllioen gulden geraamd worden.
Leideu, 2t> Januari.
By besluit vau Ged. Staten van I Juni
1897 werd onze gemeente voor de verkiezing
van leden voor den Raad in drie kiesdistricten
verdeeld, met bepaling van het getal der in
elk district, zoo in het geheel als by elke
periodieke aftreding, te kiezen leden.
Daar thans na de uitkomsten der Jongste
algemeene volkstelling volgens art. 4 der
Gemeentewet vermeerdering van het getal
leden van den Raad in onze gemeente noodig
is, zal volgens art. 6 al. 7 der Gemeentewet
de regeling der kiesdistricten door Ged. Staten
opnieuw moeten geschieden, na den Raad
te hebben gohoord. Ged. Staten noodigen
B. en Ws. uit deze zaak in den Raad aan
de orde te stellen en hun 's Raads advies
te willen doen toekomen.
Naar aanleiding van bovenbedoeld schryven
van Gedeputeerde Staten brengen B. en Ws.
alsnog het volgende onder 's Raads aandacht:
Ingevolge het 6e lid van art. 6 der Gemeente
wet behooren Gedeputeerde 8taten de ver
deeling der kiesdistricten zoo te regelen, dat
ln de kiesdistricten zooveel mogelyk een geiyk
getal leden gekozen worde en dit get tl ln
behoorlyke evenredigheid sta tot de bevolking
van ieder district. Voorts bepaalt het öe lid,
dat, indien in een der districten een lid meer
of minder moet gekozen worden dan in de
andere, hiervoor het di trict wordt aange
wezen, waarvan de bevolking het meest of
het minst talryk is.
Hiermede rekening houdende kan er, naar
het B. en Ws. voorkomt, gö6n reden »yn
om in de verdeeling der kiesdistricten eenige
wyzigiDg te brengen. Terwyi toch de bevol
king van de drie kiesdistricten desty js by
de toezending der concept-verdeeliDg aan
Gedep. Staten by dezerzydsche missive van
29 Mei 1897, bedroeg, van het lete kies
district 17200, van het 2de 19100, en van
het 8de 16400, bedroeg de bevolking op 1
Januari 1900, zynde het tydstip der jongste
algemeene volkstelling, van het late kies
district 17942, van het 2de, 18242 en van
het 8de, 17474, terwyi de bevolking op 1
Januari van dit jaar respect, bedroeg 18359,
18274 en 17714. Hieruit biykt dus, dat de
verdeeliDg thans nog beter aan het by de
gemeentewet gestelde vereiachte (van in be
hoorlyke evenredigheid te staan tot de bevol
king van ieder district) voldoet, dan in Mei 1897.
Het eenige punt, waaromire it twyf 1 kan
rjjzen, is dit, hoe de 4 nieuwe Raadsleden,
die na do uitkomsten der jongste volks
telling aan den Raad zullen moeten worden
toegevoegd, over de drie kiesdistricten zullen
moeten worden verdeeld, m. a. w. ln welk
der 8 districten 11 leden zullen gekozen worden,
terwyi de boide andere ieder 10 leden zullen
kiezen.
Neemt men aan, wat misschien het meest
rationeel is, dat het tydstip der volkstelling
ook op dit punt beslissend is, dan zullen in
het 2de kiesdistrict 2 der 4 nieuwe leden
moeten worden gekozen en ln de beide andere
leder één. Neemt men echter aan, dat do toe
stand der bevolking op dit oogenblik, nu de
nieuwe regeling plaats vindt, decideert, dan
zullen in het lste kiesdistrict 2 der 4 nieuwe
leden moeten gekozen worden en in de beide
andere ieder één. Voor deze laatste opvatting
pleit ook de verdeeling van het aantal kiezers
over de drie kiesdistricten. Terwyi toch het
lste kiesdistrict volgens do thans geldend
klezersiyst 1632 kiezers bevat, is hun aantal
in het 2de kiesdistrict slechts 1523.
Op grond van het bovenstaande geven B.
en Ws. ln overweging hen te machtigen als
's Raads advies aan Gedep. Staten mede te
deelen, dat voor een wyziging in de verdeeling
dor klesdistrioten geen termen aanwezig zyn,en
dat het antwoord op de vraag of van de 4 nieuwe
raadsleden 2 zullen benoemd worden in het
2de dan wol in het lste kiesdistrict, af bankt yk
ia daarvan, of de bevolking der klesdlatric en
op 1 Januari 1900 dan wel op 1 Januari KOI
den doorslag geeft.
Ten gevolge van het overlyden van de
heeren L. C. Quant en N. Stadhouder, zyn
elnda eenigen tyd vacant de plaatsen van
lid en plaatsvervangend lid, door den gemeente
raad gekozen in de commissie van aanslag
voor de belasting op bedryfs- en andere
inkomsten, bedoeld by art. 19 1 sub litt. b
der wet op de bedryfsbelasting.
Ter voldoening aan het voorschrift der wet
geven B. ®n Ws. den Raad in overweging
tot de vervulling dezer vacatures over te
gaan, terwyl zy aanbevelen voor het lid
maatschap dier commissie don heer J. De
Lange, en voor het plaatsvervangend lid
maatschap den heer J. L. Creyghton.
De heeren Drucker, Van Lidth de Jeude
en Van Rhyn, in de gemeenteraadevergade
ring van 20 .Deeembor 1900 benoemd ten einde
omtrent het voorstel van B. en Ws. van 14
December 1900 het verslag uit te brengen,
bedoeld ln art. 7 der Verordening van 6 April
1894, betreffende het bewonen van gebouwon,
welke, als schadeiyk voor de openbare ge
zondheid, voor bewoning ongeschikt zyn, rap
porteeren het volgende:
Na nauwkeurige persoonlyke bezichtiging
der 8 parceelen zyn zy gekomen tot dezelfde
slotsom als de oommissie van geneeskundigen
enz., die op 21 Nov. 1900 haar verslag uit
bracht. Ook zy zyn van oordeel, dat de per-
'r—
.0, doe nu geen moeito toot mtj I" zei ze
weifelend. .Maar laten we een weinig op
«y gaanwe staan hier midden op den weg,"
Toegde zU er b(J en trok zich terug Tan het
trottoir, een weinig binnen het hek.
,Het zal m(J oen voorrecht zQn, ale n m(J
vergunt, met u te wachten," zei hy, naast
haar blijvend.
j Z|J bloosde een weinig, scheen zich te be-
'denken, blykbaar met zlchzelven ln tweestryd,
eu zei êindeiyk, op vriendelyken, vryen toon
l .Neem my Diet kwalyk, maar ik moet u
[eoriyk bekennen, dat lk nw naam vergeten
iben. Ik kan u in bet geheel niet thuis brengen.
IXn toch hebben wo elkaar natuuriyk al eerder
'outtaoot. Uw gezicht Is my bekend; maar lk
kan niet op den naam komen. Dat gebeurt
Imeer, nietwaar? Men wordt even aan elkaar
voorgesteld, hoort wat mompelen en weet
ilater niet, met wien men de eer had. Beeds
jdaar straks brak Ik my het hoofd met de
■Traag, wie u was."
.Myn naam vergeten herhaalde Achlm
'«acht.
Zy verkeerde ln de meening, dat ze ergens
'aan elkaar waren voorgesteld; daarom nam
ze het zoo kalm op, dat hy haar toesprak!
Als hy haar nu zei, dat ze zich vergiste;
/dat hy eeu gezicht als het hare, een paar
'oogen als de hare nimmer zon vergeten, wan-
noer hy die eenmaal had gezienneen,
t*ls by zei, dat ze zich vergiste, zou hy haar
frPórkomen als een brptzle Indringer.
.Ach, u neemt het my kwalyk?" hernam
■y. ,0, ik zie het aan uw gezicht I"
.Neen, zeker nletl Hoe zou myn naam u
ook Intere8seerendie ls onbeduidend genoegt"
bracht hy er met moeite uit.
,En toch moet u met den doode zeer be
vriend geweest zyn, daar u een krans op syn
graf legde. Ik zag hot wol."
.Bevriendmet meneer vonZeuthern
stamelde hy.
,Ja, en daarom moest lk n toch kennen.
Hy had zoo weinig goede vrienden. Ik schaam
my, dat lk iemand, die den overledene zoo
na hooft gestaan, niet herken. Ik overlegde
daar straks reeds, of lk u aanspreken en
danken zou. Zyu aandenken wordt toch nog
ln een vriendenhart trouw bewaard, dacht ik.
Uit naam zyner kinderen dank ik u."
Ze stak hem de hand toe. Haar etem had
niet gebeefd, en ln haar oogen waren geen
tranen. Zy eprak hartelyk en vrlendeiyk, echter
niet als iemand, die diep getroffen was.
,Dus u ls?l" riep Achlm.
.Sabine von Zeuthem. Ik dacht, dat u my
kende," sprak zy verwonderd.
Hy deinsde terug, zyn gezicht pyniyk ver
trokken. Waarom had hy het nog willen
hooren; sinds een paar minuten wist hy het
Immers reeds I
,Ik ik mag dien dank niet aannemen
uw hand niet drukken," zei hy heesch, nauw
hoorbaar.
Ook Sabine von Zeuthem was bleek ge
worden. Zy had begrependat antwoord kon
slechts Mn man op de geheele wereld haar
geven.
Doch haar groote oogen bleven hem kalm,
onafgewend aanzien. De uitdrukking van
die vlammenoogen was voor hem ondoor-
grondelyk.
Haat lag er niet ln, dat voelde hy wel.
Vorachend zag zo hem aan, verbaasd, zóó
doordringend, als wilde ze zyn trekken voor
altyd in haar geheugen prenten.
Het was of die oogen zeiden: Dus gy zyt
het.... gy? Oy, die inya man doodschoot;
gy, die myn lot hebt bepaald!
Eu de trotsche, echooue lippen, opvallend
rood in het bleeks gezicht, bleven vast ge
sloten.
„Mevrouw," eprak hy, moeliyk naar woorden
zoekend, die haar weldadig zouden aandoen,
.mevrouw, sinds het noodlottige uur, toen
uw mantoen ik ja, sinds dat uur
heb ik slechts dien óónen wensch gehad:
eenmaal voor u te mogen staan om u te
vragen: vergeef iemand, die zeer onder het
gebeurde heeft geleden, meer dan by hier
zeggen kan. Nu heeft het toeval bewerkt, wat
lk nooit opzettelijk had durven uitlokkon. Ik
bid u, ale u tot bet bovenmenschelyke'de
kracht bezit: denk aan my zonder haatl"
Zy bleef hem aanzien, zwygend. Hy wachtte;
de seconden schenen minuten. Hy kon het
niet langer uithouden.
,Ik wacht myn vonnis," sprak hy.
Zy zuchtte, aan lange, zware gedachten
zich ontrukkend.
.Ale u meent, myn vergiffenis noodig te
hebben," sprak zy, .laat lk u dan zeggen:
ik heb geen haat tegen u. Myn zwager heeft
my de geheele geschiedenis verteldlk weet,
dat u het noodlottig duel niet heeft uitgelokt.
En als de uitslag uw ziel bezwaart, beklaag
ik u. Misschien doet het u goed, dat ik dit
zeg.... misschien is het zelfs myn plicht,
tot u te zeggen: vergeef den doode."
Al sprekende was de uitdrukking van baar
gelaat veranderd; de neusvleugels trilden, de
oogen vlamden, de lipp« trokken samen ln
bitterheid, en haar etem klonk gedempt.
Hy zag plotseling, in een visioen, naast die
schoone, krachtige, iydende vrouw het nydlg
gelaat vao den twistzieken man, dien hy
doodgeschoten had. Een etem uit de verte
zei hem: die man heeft deze vrouw zeer
ongelukkig gemaakt, en gy hebt haar niet
beroofd, maar bevryd.
.Neen, noen," dacht hy angstig; .dat mag
lk niet gelooven; dat ls een laffe wensch van
my om my lichter te kunnen gevoelen
„Ik dank u, mevrouw," sprak hy orns'lg.
„Als er iets ln staat ls, de sombere Scha
duwen van myn toekomst weg te nomen,
dan zyn het uw woorden. Het la my nu
lichter om bet hart en ik kan, van een grooten
last bevryd, over de zee gaan."
Hy stond met den hoed ln de hand, om
heen te gaan.
.Gaat u buitenslands? Over de zee? Naar
Amerika? Waarom?" vroeg zy haastig, onge-
loovig.
,Ja en neen, mevrouw," antwoordde hy;
,ik ga een paar maanden naar de Vereenigde
Staten; daar woont een schoolvriend van my.
Maar ik kom terug, niet in myn oude regi
ment: ik laat my overplaatsen. Myn vrienden
noemen my te zwaartillend; ik geloof echter,
dat zy het enkel zeggen om my wat op te
beuren. Ik geloof niet, dat eon van hen allen
het licht zou opnomen, als hy een man had
gedood, zy het ook in een duel, noodwendig
volgens de begrippen van eer. Een menschen-
leven is een groote zaak; vooral het leven
van een man, die vrouw en kinderen hadl
O, mevrouw, de gedachte aan die kinderen
heeft my vervolgd IMisschien, dat Iemand
met een ander temperament er sneller over
heen zou zyn; maar leder moet zoo iets op
zyn algen wyze doorleven. Ik besloot tot dl*
reie, om gezond te worden. Maar den dienst
zqds Keizeis verlaten, neen, dat doet een
KOrlegg nlat, zoo lang hy zich de eer van te
dienen waardig aoht."
Hy boog.
.Vaarwel, mevrouw," sprak hy; .God
schenko u ln de. toekomst licht en geluk."
Stom boog zy het hoofd.
.Veroorlooft u, dat lk in de nabyheid biyf,
tot Ik de zekerheid heb, dat u uw gezelschap
teruggevonden heeft?"
Ten tweeden male knikte zy zwygend.
Hy trad terug eu ging tegen een der pylers
van het hek staan, aan de andere zydo van
den ingaDg. Zy bleef waar zy was, In kalme,
fiere houding.
Bolden gevoelden hetmen mooht hen hier
niet eainen ln gesprek vinden; elke getuige
zou de ernstige wijding van hun ontmoeting
hebben goschondon. Aan den rand van een
graf voor beiden soo vol beteekenis -
hadden se elkear ontmoet. Dat was een be
sturing van bet lot geweest, een wonderbaar,
gewichtig oogenblik in hun leven. Zy mochten
niet de hand uitsteken om dat vast te houden.
Achim gevoelde, dat het eigenlyk gepaster
zou geweest zyn, zich verder terug te trek
ken; doch hy kon zlchzelven niet overwinnen.
Met kloppend hart zag hy naar de schoon*
vrouw.
Zulk een vrouw had de overledene bezeten I
En toch was hy slechts een ontevreden,
kleinzielig mensch gebleven of geworden. In
plaats van in een onuiteprekeiyk geluk een
voudig over alle onaangenaamheden ln syn
betrekking te lachen.
{Wvrto «wsolpi)