N< 12551 Woensdag 33 Januari. A*. 1901. y feze <§ourant wordt dagelijks, met uitzondering van (Zon- en feestdagen, uitgegeven. Feuilleton. LEIDSCH DAGBLAD. PRIJS DEZER COURANT: Voor Lelden per 8 maanden. i i i i I i 1.10. Bulten Lelden, per looper en waar teenten fereetlgd rtjn 1.80. Bran00 per poet i i i i I i i t I I 1,6B- F BUS DEB AD VERTEN T1ÜN Van 1-6 regels f 1.06. Iedere regel meer f 0.17J. - Orooter# letters naar plaatsruimte. Voor het incas3eeren buiten de stad wordt f 0.05 borekend. Dit uommer bestaat uit TWEE Bladen. Eerste Blad. Ned.-Zuidafrikaansclie Vereeuiging. Afdeding Leiden en Omatreken. i Ontvangen by den waarnemenden Penning- DieesterZoeterwoudscke Singel 41 Door bemiddeling van het Leidsch Dagblad: Op de bruiloft van Koos en Anna gecol lecteerd f 2.25 Van N. N1.30 Overshot van een cadeau van een Gouden Bruidspaar„0.50 Bijdragen kunnen worden toegezonden aan den waarnemenden Penningmeester of aan het bureel van dit Blad. jvoor de Boerenkrygsgevangenen oii hun Trouwen en kinderen. By mej. Briëteen pak boeken van mej. E. S. Leiden, S3 Januari. Tegen inwilliging van bet verzoek van den heer C. A. Simonie, om ontbinding der huur van een perceeltje gemeentegrond in de 2de Haveratraat, waarvoor door adressant aan de gemeente een jaariyksche huurprys wordt hetaald van f 22, bestaat noch by de Com» missie van Fabricage, noch by B. en Ws., bezwaar. Met het oog toch op den plaatseiyken toestand komt het hun niet ongewenscht ▼oor, dat de gemeente nog vóór den afloop van het thans loopende contract, t. w. 30 Juni 1906, weder vry over dat terrein kan beschikken. Mocht de gemeente dientengevolge wellicht gedurende een paar jaron een ont vangst van f 22 'sjaars derven, dan schynt jB. en Ws. dit offer daarvoor niet te groot. Naar aanleiding van hot verzoek van den heer J. H. Kray, om ten behoove der Leidsche Stenografen-Vereoniging eenmaa' or week gedurende een uur gebruik to routen maken van een kleedkamer vaa het gym nastieklokaal aan de Pieterskerkgracht, deelen B. en Ws. mede, dat er, naar het hun voor komt, wel termen aanwezig zyn om het goede doel, door de Yereoniging beoogd, eonigszins ,te steunen, en dus het verzoek in te willigen ©nder de gewone voorwaarden aan dergeiyke Vergunningen verbonden. In de Nutszaal trad Maandagavond in een openbare vergadering, uitgeschreven door de Leidsche Studenton-Geheelonthouders-ver- éeniging en Afdeeling Leiden II van do Ned. .Ver. tot afsch. van alcoholh. dranken op prof. dr. J. Van Rees, hoogleeraar in do geneeskunde te Amsterdam^ Da zaal was flink bezet en allen luisterden oplettend naar den spreker. Het was trouwens niet moeiiyk or by te blyven, want zoowel de wyze van voordracht ale de inhoud boeiden. De geachte spreker gaf een kleine schets van de geschiedenis van de geheelonthoudinge beweging, hoe zU geboren is uit den ernst der tyden, den grooten omvang van het ge bruik van bedwelmende dranken. De oogen der menschen, van sommigen althans, gingen er voor open, en zoo wordt in ons land sinds ongeveer tien jaar flink gestreden tegen het alcoholgebruik. Die stryd is zoo noodzakeiyk, want zoo velen zitten nog vast in verkeerde gewoonten. Hun oogen zyn nog niet open gegaan. De gewoonten vormen een wetboek yan wellevendheid naast dat van zedeiykheid. Nu is nog niet sterk genoeg het conflict, onvermydeiyk tusschen die twee wetboeken. Men tracht tot een vergeiyk te komen. Het wetboek van zedeiykheid laat men bestaan, ongedeerd, maar, helaas t alleen zoo vaak slechts in tbeorls. Trouwens, geen wonder, dat het zoo Is, behalve wanneer men Is gepakt door het zedeiyk streven om onze maatachappy werkeiyk „maatschappy", vereeniging van maten, kame raden te maken. Wy zyn opgegroeid onder de heerschende drinkgewoonten. Alcohol houdende dranken hooren er by. Men heet een zonderling, een spelbreker, als men die gewoonten niet huldigt. Van jongs af zyn wy gealcoholiseerd. Wy hebben geleerd bo- hoofto te krtygen aan dien drank. Daarom is de alcohol zoo'n reuzenmacht, omdat hy ons lichaam wyzigt. Het heeft behoefte naar meer. Den werkeiyken invloed kennen wy vaak niet. Wy laten ons verleiden door denschyn, als zou alcohol werkeiyk goed zyn tegen kou, hitte, enz. Er wordt ook door doctoren nog te weinig studie van do alcoholwerking gemaakt. Men moet leeren inzien, dat hier van matig geen sprake kan zyn. „Matig" komt alleen te pas by een stof, die goed is en gezond. Maar het gebruik van iets, dat verkeerd is, moet al dadeiyk onmatig genoemd worden. En dan, laat iemand my zeggen, wat matig is? Geen vager en slapper begrip dan dit. Ieder is op dit punt eigenwys. Spr. vertelde van een geval, dat zich in Beieren had voorgedaan. Iemand was gestorven ten gevolge van drankgebruik. De weduwe vroeg by do levensverzekoringmaatschappy om uitkeering. Ja, die had een bepaling, dat dood, door eenig miBbruik veroorzaakt, niet verbond tot uikeering. Het werd een recht zaak. De rechters hadden uit te maken of 5 U L. bier per dag (zooveel gebruikte hy) misbruik was of niet. En het antwoord Wel, zy vonden, dat 5 6 L. bier per dag matig was. In zulke toestanden groeien we op. Is dit nu een beschaafd ras waardig Immers noen. Komt, laten wy dan eindeiyk eens wakker worden l Wanneer uw geweten deze dingen veroordoelt, laat u dan weer niet insussen door overwegingen van gemak en menschen- vrees, maar hebt den heeriyken moed om te breken mei een gewoonte, die zooveel leed brengt over onze medemenschen, weest geen verleiders meer voor uw naasten, maar weest voor elkaar voorbeelden ten goede. Dit is uw roeping. Daarna werden oenige inlichtingen gevraagd door de heeren Kaan, A. C. Leendertz en Yan dor Kamp. Do hoor Kaan vroeg of de rede van professor Ziehen, door spr. aange haald, in druk verschenen was. Spr. ant woordde, dat prof. Ziehen geïmproviseerd had, maar ried aan den hoogleeraar zelf te vragen. De heer Leendertz, al eenige jaren geheel onthouder, was nog niet in hot reine met zichzelf ten opzichte van nlcotinegebrulk, en vroeg, hoe prof. Van Rees daarover dacht. Deze ried ledereen het rooken te laten. Het is ongetwyfeld veel gezonder niet te rooken dan wel. Waarom wy dan daartegen ook niet zoo krachtig opkomen? Men kan nu eenmaal niet alles te geiyk doen, en daarom het noodlgete het eerst. Maar zeker, iedereen is aan to raden zyn sigaar te laten liggen. De heer Yan der Kamp opperde het be zwaar, dat het moeiiyk wordt te weten, wat wfl wel moeten drinken. Thee en koffie hebbon ook nadeelige gevolgen. Wy hebben prikkels noodig, het schynt althans zoo. Biyven wy dus niet in hetzelfde schuitje varen? Prof. Van Roos bestrydt do meening, dat thee en koffie op óén lyn gesteld mogen worden met alcoholhoudende dranken. Alcohol is verdoovend, thee en koffie werken opwek kend. Alcohol doet van het begin af ons zenuw stelsel kwaad, die andere dranken niet. Ook eegt prof. Van Rees, dat zy, die den prikkel alcohol laten varen, niet meerdere be hoefte aan prikkels zullen hebben, maar juist mindere. Voedsol is ook een prikkel, maar een geheel andere. Zoo zullen wy steeds meer smaak krygen in de meost gezonde dranken chocolade, heete limonade, vruchtensappen, enz. Laat men als stolregel nemen: Niet drinken zonder dorst. Niemand verlangde meer het woord, waarop de voorzitter de dank van de talrijke aan wezigen aan den spreker voor zjjn interessante en boeiende improvisatie overbracht, en om streeks halfelf de vergadering -floot. Hier ter stede heeft zich een permanente commissie gevormd, die ten doel heefi om onderzoek naar den stand der werkeloosheid in de bouwambachten te doen en onder steuning te gevon aan hen, die tydeiyk zonder werk zyn en waar het biykt dat hulp hoogst noodzakeiyk ie. Later hopen wy de wyze van werken nader uiteen te zetten. By koninkiyk besluit is aan dr. D. A. Do Jong Jz., te Leiden, op zyn verzoek eervol ontslag verleend als lid der commissie, welke gedurende de jaren 1899, 1900 en 1901 be last is met het afnemen van het veoartseny- kundig examen. De by de hoogere krygsschool te 's Graven- hage gpdetacheerdo 1ste lult. der inf. van het O.-I. leger W. C. A. A. De Boer wordt 1 Mei a. s. voor 5 maanden gedetacheerd by het 2de reg. void-art. te Leiden. Aan H. M. de Koningin en den minister van buitenlandscho zaken werd gisteravond officieel kennis gegeven van het overiyden der Koningin van Engeland. Vanwege het Nederlandsche Hof zal een rouw worden uitgeschreven, die echter, even min als de dood van den Groothertog, ver andering zal brengen In de aanstaande trouw plechtigheden. Mr. Tak van Poortvliet, lid der Twoeds Kamer voor Boverwyk, heeft aan het bestuur der Centrale Vryzinnige Kiesvereeniglng in dat district bericht, nog geen beslissing te hebben genomen over het al of niet aanvaarden van een zetel in de Eerste Kamer. (M. O.) Ned.-Herv. Kerk. Beroepen is te Klaaswaal de heer P. N. Gysman Jr., cand. te Aalsmeer. Gereformeerde Kerken. Aangenomen is het beroep naar Hilversum door ds. S. O. Los Cz., te De Lier. Bedankt is voor Harmeien: door ds. J. Van Lonkhuizen, te "Wilnis. By de feostvoorstelling in den Stads schouwburg to Amsterdam, by gelegenheid van het huweiyk der Koningin, zullen tableaux- vivanta worden vertoond. In hoofdzaak zullen de tableaux voorstollon: De Ruyter op het admiraalschip „De zeven Provinciën", te midden van een zeeslag, een episode uit den slag by Nieuwpoort en een voorstelling van een schildery van Jan Steen, bekend onder den naam „Prinsjesdag" en waarop personen met oranjelinten voorkomen. De decoratlevon van deze tableaux werden voornameiyk ontworpen en uitgevoerd door den schilder Bauer. Voorts ia nog in voorbereiding een inter mezzo, waarbjj men denkt aan de opvoering van een menuet, overeenkomstig het plaat werk van den dans, uitgevoerd aan het hof van den Stadhouder Willem III, ter gelegen heid van de feestviering in 1697 by don Vrede van Rijswijk. Ook zal de beroemde zanger uit Scbwerin als solist optreden. Verder meldt men, dat aan de aubade, die aan het Vorstoiyk Echtpaar by zyn bezoek aan Amsterdam voor het paleis op den Dam zal gebracht worden, 38 zangveroenigingen met 1600 heeren on 700 dames, te zamen ruim 2300 zangers, zullen deelnemen: een aantal stemmen, zooals nog nooit te voren byeengebracht is. De aubade zal gedirigeerd worden door den heer Anton A. Tierie, en door de muziek van de grenadiers en jagers en die van de staven van 7de en 5de rogi- menten infanterie begeleid worden. Aan de demonstratie der Amsterdamsche werklieden zullen 15- a 20,000 mannen deel nemen. Ter gelegenheid van het huweiyk van H. M. de Koningin zal 7 Febr. e. k. des namiddags te twee uren een feestuitvoerlng plaats hebben in de Groote Kork der Her vormde Gemeente te Rotterdam, met mede werking van het dames- en kinderkoor, directeur de heer J. S. Vervueren, mej. Joh. Stuifsand, sopraan, den heer De Vries, orgel, en den hs9r Litzau, piano. Onder meer zal worden uitgevoerd een cantate, voor deze gelegenheid gecomponeerd door den heer H. Snel, aldaar; de woorden zyn van mejuffrouw A. R Marda, van 's-Gravenhage. Vanwege de Maatachappy tot Nut van 't Algemeen ie een geschriftje uitgegeven over de wet op den leerplicht, van de hand van mr. H. Ph. De Kanter. De Haagsche gemeenteraad heeft benoemd tot hoofden van openbaro iagero scholen te 's-Gravenhago de heeren H. A. Avenarius en A. P. Brunckman, beiden onderwyzers eerete klasse aldaar. Naar de „N, R. C." verneemt, zal aan de buitengewone algemeens vergadering van aandeelhouders (28 dezer) van de „Amsterdam sche Liquidatiekas" door het bestuur machti ging gevraagd worden tot een kapitaal-uitgifte van f 1,000,000. Nader verneemt hetzelfde biad, dat op de voordracht voor het directeurschap der „Kon. Nederl. My. tot exploitatie van Petroleum- bronnen in Nederlandsch-Indië" voorkomen de heeren: H. W. A. Deterding, to's-Gravenhage, en P. Kolff, te Schevoningen. De heer Pott, Hr. Ms. consul te Lorenzo- Marquez, heeft Maandag, na zyn aankomst te 's-Gravenhage, een onderhoud gehad met den minister van buitenlandscho rsken. De heer Pott is weer naar Amsterdam teruggekeerd, maar komt weldra te 's-Gra venhage terug. Betreffende de reis van keizer Wilhelm naar Engeland wordt ons het volgende gemeld: De Stoomvaart-Maatschappy „Zeeland", te Vlissingen, ontving Zaterdag-middag bericht, dat de Keizer, alsmede de hertog van Con- naught, Zondag-ochtend in Vlissingen zouden aankomen, om zich naar Et,geland to beg .ven, en tevens werd verzocht, Indien mogelyk, een extra-boot tor beschikking te stellen. De directie kon onmiddeliyk zoowel een dag- als een nachtboot, naar keuzo, aanbieden, van wolk aanbod door den Keizer gebruik zou worden gemaakt byfldien intusachen geen Engelsch oorlogsschip was aangekomen. Gedurende de zeereis woei er een harde westenwind en stond er eon tameJyk hooge zee. De hooge gaston bleven den moesten tyd op de brug. Voorby het vuurschip „Wostbinder", waar de zeo langzamerhand begon af te nemen, werd geluncht. By het van boord gaan to Port-Victoria betuigde de Keizer aan do hsoren J. Wilkens en C. Roodzant zyn tevredenheid over het schip en den overtocht. Dat de Duitsche Kolzer, met yoorbygaan liet Pliotograpliietoesteï. Slot) - „Waarom hebt ge niet alles aan de justitie meegedeeld?" vroeg ik. „Omdat ik geen bewyzen had," antwoordde Jack. „En de arme schipbreukeling had slechts aan my zyn geschiedenis verhaald; ik bezat zelfs geen beëedigde verklaring, niets dan zyn woord. Het verhaal klonk bovendien zoo onwaarschijnlijk, dat de justitie er zeker niot aan geloofd zou hebben. Ik beproefde het daarom niet eens, en een andere reden hield my ook nog daarvan terug, namelyk deze, dat ik vreesde verdacht te worden van uit eigenbelang te handelen: uw vader wist zeer goed, dat ik u liefhad. Ik hoopte echter een maal een gelegenheid te vinden om hem zyn slechtheid onder het oog te brengen. Die ge legenheid bood zich aan, toen ik, myn vacantie to Wrade by Woodbury doorbrengende, van daaruit u wilde opzoeken, en toevallig uw vader alleen op „The Grange" aantrof. Ik was op de flets gekomen en zag door het venster, dat uw vader zich in zyn studeer kamer bevond, bezig met zyn photographisch toestel. Ik zette myn rijwiel tegen den muur en ging zonder schellen het huis binnen, my rechtstreeks naar de studeerkamer bege vende. Niemand zag my komen en gaan, be halve een oude dame op den straatweg." Ik knikte. Dat moest tante Emma ge weest zyn. „Ik trad de kamer binnen, waar uw vader alleen was. „Neen, neen!" riep ik. „Hy was niet alleen, Tack, al dacht gy het." Ik herinnerde my nu alles.ieder woord. Verbaasd zag hy my aan. „Vertel dan zelve, Unal" riep hy. „Hoe waart ge daar gekomen? Want later eerst bemerkte ik het. Tot op het oogenblik, dat ge het pistool afschoot, wist ik niet, dat gy iets hadt gehoord. Vertel my nu alles." Als door een tooverslag opgeroepen, stond nu het geheele tooneel my weer voor den geest. „Er was een scherm in het kleine vertrek naast de studeerkamer. Ik was daar na het eten by het venster gaan zitten lbzeii, den kende, dat papa sliep, want ik had een boek, dat hy my verboden had. Opeens kwam hy binnen en ik hield my doodstil, hopende weg te sluipen, indien hy voor een oogenblik de kamer verliet. Het groote venster, dat in den tuin uitzag, was open. „Hebt ge daar al dien tyd gezeten?" vroeg Jack. „Ja, en ik heb woord voor woord gehoord wat er tusschen u beiden gesproken werd. Er werd aan de deur geklopt en tot mijn groote verbazing kwaamt gy binnen. Myn vader wendde zich om en vroeg wat ge wildet. Ge deedt de deur dicht en zeidet: „Ik kom u een groot nieuws vertellen, mynheer Callingham. Richard Wharton is in Engeland teruggekeerd." Papa schrikte hevig en riep met van toorn bevende stem: „Richard Wharton terug I Dat is een leugen l Schurk, die gy zytl Wharton Is al meer dan twintig jaar dood." Ik had volstrekt geen plan gehad uw ge sprok af te luisteren, doch papa's stem, die ik maar al te goed kende, deed my voor uw veiligheid vreezen. Hy sprak op eon toon, alsof hy u wilde vermoorden. Toen vertoldet gy aan papa verschillende dingen, die my zóó verbaasden, dat ik byna myn angst vergat. Na alles, wat gy my straks meegedeeld hebt, is het my duideiyk, dathy myn vader niet was. Papa wond zich hoe langer hoe meer op, omdat gy op een beken tenis bleeft aandringen. Hy gaf toe, dat ik zyn dochter niet was, maar verklaarde niet van plan te zyn, Richard Wharton in zyn recht te herstellen." „Richard Wharton is helaas verleden week gestorven, hoor ik u nu zeggen, maar ik zal hem wreken en zorgen, dat alles aan het licht komt." „Dat zult gy nietl" riep myn vader. „Ik heb u in myn macht." Met een snelle beweging wond hy een draad om uw lichaam en duwde u twee knoppen in de hand. Hy had u aan de plek genageld met de handvatsels van zyn sterke electriseer-machine. Ge waart volkomen mach teloos. Ge kondet ze niet loslaten, ook niet spreken of om hulp roepen. Ik dacht, dathy u wilde dooden. Toch was ik te verschrikt, om my te be wegen; als verlamd bleef ik zitten. Hy liep naar de deur, en draaide den sleutel om, vervolgens opende hy een kast en nam er iets kon niet duldeiyk onderscheiden wat heb was, daar het begon te schemeren. Hjj sprak langzaam en duidelijk tot u O, Jack, het is geen wonder, dat dit tooneel my krankzinnig maakte I" „Niemand in dit huis heeft u zien komen," zeide hy, dicht op u toetredende met een revolver in de eene hand en een medicyn- fle8chje in de andere. „In dit flescbje is chlo roform," hernam hy. „Ik houd het onder uw neus, en over een uur laat ik dan uw lichaam tot asch verbranden. Ziet gy die flesschen? Daarmede doe ik u verdwijnen, zonder dat iemand er iets van bemerkt „O, Jack, ik heb een gevoel alsof al die gedachten myn hoofd zullen doen barsten 1" riep ik.... „Het is alsof er vuur in myn hersens isIk herinner my nu ieder woord, ieder gebaarIk was onhoorbaar uit het vertrek getreden en zag den man staan, den man, dien ik vader genoemd had, met het fleschje vlak by uw gezicht en een akeligen, valschen grijns op zyn gelaat. Nooit in myn leven had ik zuik een terugstootend gelaat gezien. Ik stond als versteend van ontzetting. Ik durfde my niet bewegen, niet roepen. En toch zag ik, dat hy u wilde vermoorden O, hoe haatte ik hem op dat oogenblik I Hy was myn vader nietl Hy was het nooit ge weest! En hy wilde den man vermoorden, die my dierbaar was. Ik zie alles voor my. Het ia alsof ik alles ten tweeden male door leef. Opeens sprong ik te voorschyn, en, zonder te weten, wat ik deed, drukte ik op een knop, waardoor ik den stroom afsloot. Ik vermoed, dat ik niet alleen u daardoor bevrydde, doch tevens het automatisch toe stel in beweging bracht. Dit wist ik toen echter niet. Wel herinner ik my, dat ik in de eerstvolgende oogenblikken licht stralen zag, waardoor de kamer beider ver licht werd, doch een seconde later was zy weer in duister gehuld. Ik sprong op myn vader toe, hy liet van schrik het fleschje vallen, hy richtte het pistool op u, doch ik ontwrong het hem met inspanning van al myn krachten. ^Js een tyger wilde hy zich op my werpen, doch voordat hy my bereikte, viel hy neer; ik had geschoten. Verder weet ik niets." „En wilt ge nu uzelve by de politie aan geven, Uüa?" vroeg Jack. Die yraag bracht my plotseling tot de werkeiykheid terug# „Ik weet het niet, Jackl Waarom zyt ge toen weggegaan? Waarom hebt ge my ver laten?" „Ik weet niet of gy myn redenen ooit goed zult begrypen, Una," zeide Jack ernstig. „Toen ik uw vader dood aan myn voeten zag liggen, kwam ik eigenlyk pas tot be- wustzyn. Byna op hetzelfde oogenblik word het my duidelyk, hoe onmogeiyk het zou zyn, iemand anders van de waarheid van ons verhaal te overtuigen. Niemand zou ons ooit gelooven. Tyd tot nadenken had ik niet. Ik moest onverwyid een besluit nemen en hot ten-uitvoer-brengen ook. Aan my zei ven dacht ik niet; om uwentwil moest ik het uiterste wagen. Ik zag, dat de schrik u byna wozen- loos had gemaakt. Het geluid van het schot moest de bedienden doen toeschieten. Ik wachtte nog eenige seconden. Toen zy de deur met gewold hadden geopend, sprong ik het venster uit. Myn rywiel stond tegen den muur. Met opzet liet ik hun nog evon myn rug zien, om u tegen alle verdenking te vry- waren. Zy zagen den heer Callingham op den grond liggen, het pistool op eenigen afstand. Zy waren te verbysterd, om my te achter volgen, en daardoor won ik tyd om my pijl snel te verwyderen. Zy konden dus onmo gelijk u verdenken, dat was my voldoende. Gedurende eenige dagen leefde ik voort durend in angst, dat ge u zelve zoudt verraden. Ik las in de couranten over uw plotselinge ziekte, die my zeer ongerust maakte, en toch durfde ik niot by u komen, uit vrees, dat ge dan uzelve zoudt verraden. De dominee van Wrade sprak toevallig met my over den moord on in den loop van het gesprek maakte hy ook een opmerking over het photographisch toestel van den heer Callingham. Indien er iemand in de studeerkamer was geweest, zeide hy, dan zou het geheele tooneel van den moord afgebeeld zyn. Opeens herinnerde ik my nu de geheim zinnige lichtstralen, die ik gezien had, toen gy zoo onverwachts voor den dag kwaamt. Toen meende ik, dat zy het gevolg waren van een al te snel afsluiten van den stroom. Thans echter bedacht ik my, dat de heer Callingham zyn toestel in orde had gebracht en dat de electriseer-machine het in werking had moeten brengen. Het door u omgedraaide knopje moest niet alleen den stroom hebben afgesloten, die my aan de plek vastgenageld hield, het had tegeiykortyd de ^utomatisch- photographische camera In werking gebracht. Ik moest dus, het kostte wat het wilde, hot verraderlyke toestel bemachtigen, voordat de politie op het denkbeeld kwam het te onder zoeken. Nog denzelfden dag begaf ik my naar Woodbury, hopende op een gelukkig toeval, dat my gelegenheid zou geven de studeerkamer van den doode binnen te dringen. Den tuin inwandelende, zag ik, dat het venster op een kier stond. Zonder my lar.g ie beraden hoesch ik ray aan het kozy.n op, drong zoo het ver-*' trek binnon, zag het kistje op de tafel staan en, na de draden raot mijn mes doorgesneden te bobben, verwyderde ik my er' mode, langs denzelfdon weg. Ik vertel dit nu zoo kalm, doch ge kunt wel denken, dat het my anders te moede was. Dat is nu alles achter den rug, en ik hoop, dat gelukkige dagen voor ons zullen aanbreken. Daar ik het niet raadzaam vond met het toestel te worden gezien, haalde ik de negatieven er uit op* éón na, dat ik niet bon loskrygen, en wierp hec kistje in do struiken. Nu weet ge alles. Neen, toch niet. Ik moet u nog de reden vertel Ion, waarom ik Engeland verliet „Neen, Jack, dat is niet noodig," zeide ik en sloeg do armen om zyn hals. „Ik bogryp nu, dat ge het om mijnentwil gedaan hebü O, hoe zal Ik u ooit dankbaar genoeg kunnen zyn voor het offer, dat ge my gebracht hebt 1" „Una, ik zal my dubbel en dwars beloond achten, wanneer je hier wilt biyven en myn vrouw worden I" „Jack, wil je my dan nog hebben?" Met een kus sloot hy m|j den mond. „Maar vondon uw vrienden en bloedverwan ten het dan niet vreemd, dat ge ineens En geland verliet?" vroeg ik. „Neen, want ten eerste wist ieder, dat ik my uw ziekte en den daarop volgenden ziels toestand zeer had aangetrokken, en ten tweede eischte de gezondheid van Elza verandering van klimaat. Allen vonden het dus heel natuuriyk, dat ik naar dit gedeelte van Australië ging. Weinig vermoedde ik, dat wy elkander hier zouden terugvinden. Tante Emma t,elegrapbeerde my, dat ge het besluit hadt pgevat my op te zoeken, en. Ik liet hem niet uitspreken. De herinnering aan bet doel van myn reis was my te pyniyk. Toen Elza terug kwam, zaten wy hand iq hand, en éón blik op ons van geluk stralend' gelaat deed haar terstond alles begrijpen. Weinige weken later was ik mevrouw Ivot.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1901 | | pagina 1