N< 12551
Woensdag 33 Januari.
A*. 1901.
y
feze <§ourant wordt dagelijks, met uitzondering
van (Zon- en feestdagen, uitgegeven.
Feuilleton.
LEIDSCH
DAGBLAD.
PRIJS DEZER COURANT:
Voor Lelden per 8 maanden. i i i i I i 1.10.
Bulten Lelden, per looper en waar teenten fereetlgd rtjn 1.80.
Bran00 per poet i i i i I i i t I I 1,6B-
F BUS DEB AD VERTEN T1ÜN
Van 1-6 regels f 1.06. Iedere regel meer f 0.17J. - Orooter#
letters naar plaatsruimte. Voor het incas3eeren buiten de stad
wordt f 0.05 borekend.
Dit uommer bestaat uit TWEE
Bladen.
Eerste Blad.
Ned.-Zuidafrikaansclie Vereeuiging.
Afdeding Leiden en Omatreken.
i
Ontvangen by den waarnemenden Penning-
DieesterZoeterwoudscke Singel 41
Door bemiddeling van het Leidsch Dagblad:
Op de bruiloft van Koos en Anna gecol
lecteerd f 2.25
Van N. N1.30
Overshot van een cadeau van een
Gouden Bruidspaar„0.50
Bijdragen kunnen worden toegezonden aan
den waarnemenden Penningmeester of aan het
bureel van dit Blad.
jvoor de Boerenkrygsgevangenen oii
hun Trouwen en kinderen.
By mej. Briëteen pak boeken van mej. E. S.
Leiden, S3 Januari.
Tegen inwilliging van bet verzoek van
den heer C. A. Simonie, om ontbinding der
huur van een perceeltje gemeentegrond in de
2de Haveratraat, waarvoor door adressant aan
de gemeente een jaariyksche huurprys wordt
hetaald van f 22, bestaat noch by de Com»
missie van Fabricage, noch by B. en Ws.,
bezwaar. Met het oog toch op den plaatseiyken
toestand komt het hun niet ongewenscht
▼oor, dat de gemeente nog vóór den afloop
van het thans loopende contract, t. w. 30
Juni 1906, weder vry over dat terrein kan
beschikken. Mocht de gemeente dientengevolge
wellicht gedurende een paar jaron een ont
vangst van f 22 'sjaars derven, dan schynt
jB. en Ws. dit offer daarvoor niet te groot.
Naar aanleiding van hot verzoek van
den heer J. H. Kray, om ten behoove der
Leidsche Stenografen-Vereoniging eenmaa' or
week gedurende een uur gebruik to routen
maken van een kleedkamer vaa het gym
nastieklokaal aan de Pieterskerkgracht, deelen
B. en Ws. mede, dat er, naar het hun voor
komt, wel termen aanwezig zyn om het goede
doel, door de Yereoniging beoogd, eonigszins
,te steunen, en dus het verzoek in te willigen
©nder de gewone voorwaarden aan dergeiyke
Vergunningen verbonden.
In de Nutszaal trad Maandagavond in
een openbare vergadering, uitgeschreven door
de Leidsche Studenton-Geheelonthouders-ver-
éeniging en Afdeeling Leiden II van do Ned.
.Ver. tot afsch. van alcoholh. dranken op
prof. dr. J. Van Rees, hoogleeraar in do
geneeskunde te Amsterdam^ Da zaal was
flink bezet en allen luisterden oplettend naar
den spreker. Het was trouwens niet moeiiyk
or by te blyven, want zoowel de wyze van
voordracht ale de inhoud boeiden.
De geachte spreker gaf een kleine schets
van de geschiedenis van de geheelonthoudinge
beweging, hoe zU geboren is uit den ernst
der tyden, den grooten omvang van het ge
bruik van bedwelmende dranken. De oogen
der menschen, van sommigen althans, gingen
er voor open, en zoo wordt in ons land sinds
ongeveer tien jaar flink gestreden tegen het
alcoholgebruik. Die stryd is zoo noodzakeiyk,
want zoo velen zitten nog vast in verkeerde
gewoonten. Hun oogen zyn nog niet open
gegaan. De gewoonten vormen een wetboek
yan wellevendheid naast dat van zedeiykheid.
Nu is nog niet sterk genoeg het conflict,
onvermydeiyk tusschen die twee wetboeken.
Men tracht tot een vergeiyk te komen. Het
wetboek van zedeiykheid laat men bestaan,
ongedeerd, maar, helaas t alleen zoo vaak
slechts in tbeorls.
Trouwens, geen wonder, dat het zoo Is,
behalve wanneer men Is gepakt door het
zedeiyk streven om onze maatachappy werkeiyk
„maatschappy", vereeniging van maten, kame
raden te maken. Wy zyn opgegroeid onder
de heerschende drinkgewoonten. Alcohol
houdende dranken hooren er by. Men heet
een zonderling, een spelbreker, als men die
gewoonten niet huldigt. Van jongs af zyn
wy gealcoholiseerd. Wy hebben geleerd bo-
hoofto te krtygen aan dien drank. Daarom is
de alcohol zoo'n reuzenmacht, omdat hy ons
lichaam wyzigt. Het heeft behoefte naar meer.
Den werkeiyken invloed kennen wy vaak
niet. Wy laten ons verleiden door denschyn,
als zou alcohol werkeiyk goed zyn tegen kou,
hitte, enz.
Er wordt ook door doctoren nog te weinig
studie van do alcoholwerking gemaakt. Men
moet leeren inzien, dat hier van matig geen
sprake kan zyn. „Matig" komt alleen te pas
by een stof, die goed is en gezond.
Maar het gebruik van iets, dat verkeerd
is, moet al dadeiyk onmatig genoemd
worden. En dan, laat iemand my zeggen, wat
matig is? Geen vager en slapper begrip dan
dit. Ieder is op dit punt eigenwys.
Spr. vertelde van een geval, dat zich in
Beieren had voorgedaan. Iemand was gestorven
ten gevolge van drankgebruik. De weduwe
vroeg by do levensverzekoringmaatschappy
om uitkeering. Ja, die had een bepaling, dat
dood, door eenig miBbruik veroorzaakt, niet
verbond tot uikeering. Het werd een recht
zaak. De rechters hadden uit te maken of
5 U L. bier per dag (zooveel gebruikte hy)
misbruik was of niet. En het antwoord Wel,
zy vonden, dat 5 6 L. bier per dag matig
was.
In zulke toestanden groeien we op. Is dit
nu een beschaafd ras waardig Immers noen.
Komt, laten wy dan eindeiyk eens wakker
worden l Wanneer uw geweten deze dingen
veroordoelt, laat u dan weer niet insussen
door overwegingen van gemak en menschen-
vrees, maar hebt den heeriyken moed om
te breken mei een gewoonte, die zooveel
leed brengt over onze medemenschen, weest
geen verleiders meer voor uw naasten, maar
weest voor elkaar voorbeelden ten goede.
Dit is uw roeping.
Daarna werden oenige inlichtingen gevraagd
door de heeren Kaan, A. C. Leendertz en
Yan dor Kamp. Do hoor Kaan vroeg of de
rede van professor Ziehen, door spr. aange
haald, in druk verschenen was. Spr. ant
woordde, dat prof. Ziehen geïmproviseerd
had, maar ried aan den hoogleeraar zelf te
vragen.
De heer Leendertz, al eenige jaren geheel
onthouder, was nog niet in hot reine met
zichzelf ten opzichte van nlcotinegebrulk, en
vroeg, hoe prof. Van Rees daarover dacht.
Deze ried ledereen het rooken te laten. Het
is ongetwyfeld veel gezonder niet te rooken dan
wel. Waarom wy dan daartegen ook niet zoo
krachtig opkomen? Men kan nu eenmaal niet
alles te geiyk doen, en daarom het noodlgete
het eerst. Maar zeker, iedereen is aan to
raden zyn sigaar te laten liggen.
De heer Yan der Kamp opperde het be
zwaar, dat het moeiiyk wordt te weten, wat
wfl wel moeten drinken. Thee en koffie hebbon
ook nadeelige gevolgen. Wy hebben prikkels
noodig, het schynt althans zoo. Biyven wy
dus niet in hetzelfde schuitje varen?
Prof. Van Roos bestrydt do meening, dat
thee en koffie op óén lyn gesteld mogen
worden met alcoholhoudende dranken. Alcohol
is verdoovend, thee en koffie werken opwek
kend. Alcohol doet van het begin af ons zenuw
stelsel kwaad, die andere dranken niet.
Ook eegt prof. Van Rees, dat zy, die den
prikkel alcohol laten varen, niet meerdere be
hoefte aan prikkels zullen hebben, maar juist
mindere. Voedsol is ook een prikkel, maar
een geheel andere. Zoo zullen wy steeds meer
smaak krygen in de meost gezonde dranken
chocolade, heete limonade, vruchtensappen, enz.
Laat men als stolregel nemen: Niet drinken
zonder dorst.
Niemand verlangde meer het woord, waarop
de voorzitter de dank van de talrijke aan
wezigen aan den spreker voor zjjn interessante
en boeiende improvisatie overbracht, en om
streeks halfelf de vergadering -floot.
Hier ter stede heeft zich een permanente
commissie gevormd, die ten doel heefi om
onderzoek naar den stand der werkeloosheid
in de bouwambachten te doen en onder
steuning te gevon aan hen, die tydeiyk zonder
werk zyn en waar het biykt dat hulp hoogst
noodzakeiyk ie.
Later hopen wy de wyze van werken nader
uiteen te zetten.
By koninkiyk besluit is aan dr. D. A.
Do Jong Jz., te Leiden, op zyn verzoek eervol
ontslag verleend als lid der commissie, welke
gedurende de jaren 1899, 1900 en 1901 be
last is met het afnemen van het veoartseny-
kundig examen.
De by de hoogere krygsschool te 's Graven-
hage gpdetacheerdo 1ste lult. der inf. van
het O.-I. leger W. C. A. A. De Boer wordt
1 Mei a. s. voor 5 maanden gedetacheerd by
het 2de reg. void-art. te Leiden.
Aan H. M. de Koningin en den minister
van buitenlandscho zaken werd gisteravond
officieel kennis gegeven van het overiyden
der Koningin van Engeland.
Vanwege het Nederlandsche Hof zal een
rouw worden uitgeschreven, die echter, even
min als de dood van den Groothertog, ver
andering zal brengen In de aanstaande trouw
plechtigheden.
Mr. Tak van Poortvliet, lid der Twoeds
Kamer voor Boverwyk, heeft aan het bestuur
der Centrale Vryzinnige Kiesvereeniglng in dat
district bericht, nog geen beslissing te hebben
genomen over het al of niet aanvaarden van
een zetel in de Eerste Kamer. (M. O.)
Ned.-Herv. Kerk. Beroepen is te
Klaaswaal de heer P. N. Gysman Jr., cand.
te Aalsmeer.
Gereformeerde Kerken. Aangenomen is
het beroep naar Hilversum door ds. S. O.
Los Cz., te De Lier.
Bedankt is voor Harmeien: door ds. J. Van
Lonkhuizen, te "Wilnis.
By de feostvoorstelling in den Stads
schouwburg to Amsterdam, by gelegenheid
van het huweiyk der Koningin, zullen tableaux-
vivanta worden vertoond. In hoofdzaak zullen
de tableaux voorstollon: De Ruyter op het
admiraalschip „De zeven Provinciën", te
midden van een zeeslag, een episode uit den
slag by Nieuwpoort en een voorstelling van
een schildery van Jan Steen, bekend onder
den naam „Prinsjesdag" en waarop personen
met oranjelinten voorkomen.
De decoratlevon van deze tableaux werden
voornameiyk ontworpen en uitgevoerd door
den schilder Bauer.
Voorts ia nog in voorbereiding een inter
mezzo, waarbjj men denkt aan de opvoering
van een menuet, overeenkomstig het plaat
werk van den dans, uitgevoerd aan het hof
van den Stadhouder Willem III, ter gelegen
heid van de feestviering in 1697 by don
Vrede van Rijswijk.
Ook zal de beroemde zanger uit Scbwerin
als solist optreden.
Verder meldt men, dat aan de aubade, die
aan het Vorstoiyk Echtpaar by zyn bezoek
aan Amsterdam voor het paleis op den Dam
zal gebracht worden, 38 zangveroenigingen
met 1600 heeren on 700 dames, te zamen
ruim 2300 zangers, zullen deelnemen: een
aantal stemmen, zooals nog nooit te voren
byeengebracht is. De aubade zal gedirigeerd
worden door den heer Anton A. Tierie, en
door de muziek van de grenadiers en jagers
en die van de staven van 7de en 5de rogi-
menten infanterie begeleid worden.
Aan de demonstratie der Amsterdamsche
werklieden zullen 15- a 20,000 mannen deel
nemen.
Ter gelegenheid van het huweiyk van
H. M. de Koningin zal 7 Febr. e. k. des
namiddags te twee uren een feestuitvoerlng
plaats hebben in de Groote Kork der Her
vormde Gemeente te Rotterdam, met mede
werking van het dames- en kinderkoor,
directeur de heer J. S. Vervueren, mej. Joh.
Stuifsand, sopraan, den heer De Vries, orgel,
en den hs9r Litzau, piano. Onder meer zal
worden uitgevoerd een cantate, voor deze
gelegenheid gecomponeerd door den heer H.
Snel, aldaar; de woorden zyn van mejuffrouw
A. R Marda, van 's-Gravenhage.
Vanwege de Maatachappy tot Nut van
't Algemeen ie een geschriftje uitgegeven over
de wet op den leerplicht, van de hand van
mr. H. Ph. De Kanter.
De Haagsche gemeenteraad heeft benoemd
tot hoofden van openbaro iagero scholen te
's-Gravenhago de heeren H. A. Avenarius en
A. P. Brunckman, beiden onderwyzers eerete
klasse aldaar.
Naar de „N, R. C." verneemt, zal aan
de buitengewone algemeens vergadering van
aandeelhouders (28 dezer) van de „Amsterdam
sche Liquidatiekas" door het bestuur machti
ging gevraagd worden tot een kapitaal-uitgifte
van f 1,000,000.
Nader verneemt hetzelfde biad, dat op de
voordracht voor het directeurschap der „Kon.
Nederl. My. tot exploitatie van Petroleum-
bronnen in Nederlandsch-Indië" voorkomen de
heeren: H. W. A. Deterding, to's-Gravenhage,
en P. Kolff, te Schevoningen.
De heer Pott, Hr. Ms. consul te Lorenzo-
Marquez, heeft Maandag, na zyn aankomst te
's-Gravenhage, een onderhoud gehad met den
minister van buitenlandscho rsken.
De heer Pott is weer naar Amsterdam
teruggekeerd, maar komt weldra te 's-Gra
venhage terug.
Betreffende de reis van keizer Wilhelm
naar Engeland wordt ons het volgende
gemeld:
De Stoomvaart-Maatschappy „Zeeland", te
Vlissingen, ontving Zaterdag-middag bericht,
dat de Keizer, alsmede de hertog van Con-
naught, Zondag-ochtend in Vlissingen zouden
aankomen, om zich naar Et,geland to beg .ven,
en tevens werd verzocht, Indien mogelyk, een
extra-boot tor beschikking te stellen.
De directie kon onmiddeliyk zoowel een
dag- als een nachtboot, naar keuzo, aanbieden,
van wolk aanbod door den Keizer gebruik zou
worden gemaakt byfldien intusachen geen
Engelsch oorlogsschip was aangekomen.
Gedurende de zeereis woei er een harde
westenwind en stond er eon tameJyk hooge
zee. De hooge gaston bleven den moesten
tyd op de brug.
Voorby het vuurschip „Wostbinder", waar
de zeo langzamerhand begon af te nemen,
werd geluncht.
By het van boord gaan to Port-Victoria
betuigde de Keizer aan do hsoren J. Wilkens
en C. Roodzant zyn tevredenheid over het
schip en den overtocht.
Dat de Duitsche Kolzer, met yoorbygaan
liet Pliotograpliietoesteï.
Slot) -
„Waarom hebt ge niet alles aan de justitie
meegedeeld?" vroeg ik.
„Omdat ik geen bewyzen had," antwoordde
Jack. „En de arme schipbreukeling had slechts
aan my zyn geschiedenis verhaald; ik bezat
zelfs geen beëedigde verklaring, niets dan zyn
woord. Het verhaal klonk bovendien zoo
onwaarschijnlijk, dat de justitie er zeker niot
aan geloofd zou hebben. Ik beproefde het
daarom niet eens, en een andere reden hield
my ook nog daarvan terug, namelyk deze,
dat ik vreesde verdacht te worden van uit
eigenbelang te handelen: uw vader wist zeer
goed, dat ik u liefhad. Ik hoopte echter een
maal een gelegenheid te vinden om hem zyn
slechtheid onder het oog te brengen. Die ge
legenheid bood zich aan, toen ik, myn vacantie
to Wrade by Woodbury doorbrengende, van
daaruit u wilde opzoeken, en toevallig uw
vader alleen op „The Grange" aantrof. Ik
was op de flets gekomen en zag door het
venster, dat uw vader zich in zyn studeer
kamer bevond, bezig met zyn photographisch
toestel. Ik zette myn rijwiel tegen den muur
en ging zonder schellen het huis binnen,
my rechtstreeks naar de studeerkamer bege
vende. Niemand zag my komen en gaan, be
halve een oude dame op den straatweg."
Ik knikte. Dat moest tante Emma ge
weest zyn.
„Ik trad de kamer binnen, waar uw vader
alleen was.
„Neen, neen!" riep ik. „Hy was niet alleen,
Tack, al dacht gy het." Ik herinnerde my nu
alles.ieder woord.
Verbaasd zag hy my aan.
„Vertel dan zelve, Unal" riep hy. „Hoe
waart ge daar gekomen? Want later eerst
bemerkte ik het. Tot op het oogenblik, dat
ge het pistool afschoot, wist ik niet, dat gy
iets hadt gehoord. Vertel my nu alles."
Als door een tooverslag opgeroepen, stond
nu het geheele tooneel my weer voor den geest.
„Er was een scherm in het kleine vertrek
naast de studeerkamer. Ik was daar na het
eten by het venster gaan zitten lbzeii, den
kende, dat papa sliep, want ik had een boek,
dat hy my verboden had. Opeens kwam hy
binnen en ik hield my doodstil, hopende weg
te sluipen, indien hy voor een oogenblik de
kamer verliet. Het groote venster, dat in den
tuin uitzag, was open.
„Hebt ge daar al dien tyd gezeten?"
vroeg Jack.
„Ja, en ik heb woord voor woord gehoord
wat er tusschen u beiden gesproken werd.
Er werd aan de deur geklopt en tot mijn
groote verbazing kwaamt gy binnen. Myn
vader wendde zich om en vroeg wat ge wildet.
Ge deedt de deur dicht en zeidet:
„Ik kom u een groot nieuws vertellen,
mynheer Callingham. Richard Wharton is in
Engeland teruggekeerd."
Papa schrikte hevig en riep met van toorn
bevende stem:
„Richard Wharton terug I Dat is een leugen l
Schurk, die gy zytl Wharton Is al meer dan
twintig jaar dood."
Ik had volstrekt geen plan gehad uw ge
sprok af te luisteren, doch papa's stem, die
ik maar al te goed kende, deed my voor uw
veiligheid vreezen. Hy sprak op eon toon,
alsof hy u wilde vermoorden.
Toen vertoldet gy aan papa verschillende
dingen, die my zóó verbaasden, dat ik byna
myn angst vergat. Na alles, wat gy my straks
meegedeeld hebt, is het my duideiyk, dathy
myn vader niet was. Papa wond zich hoe
langer hoe meer op, omdat gy op een beken
tenis bleeft aandringen. Hy gaf toe, dat ik zyn
dochter niet was, maar verklaarde niet van
plan te zyn, Richard Wharton in zyn recht
te herstellen."
„Richard Wharton is helaas verleden week
gestorven, hoor ik u nu zeggen, maar ik zal
hem wreken en zorgen, dat alles aan het licht
komt."
„Dat zult gy nietl" riep myn vader. „Ik
heb u in myn macht."
Met een snelle beweging wond hy een
draad om uw lichaam en duwde u twee
knoppen in de hand. Hy had u aan de plek
genageld met de handvatsels van zyn sterke
electriseer-machine. Ge waart volkomen mach
teloos. Ge kondet ze niet loslaten, ook niet
spreken of om hulp roepen. Ik dacht, dathy
u wilde dooden.
Toch was ik te verschrikt, om my te be
wegen; als verlamd bleef ik zitten. Hy liep
naar de deur, en draaide den sleutel om,
vervolgens opende hy een kast en nam er
iets kon niet duldeiyk onderscheiden
wat heb was, daar het begon te schemeren.
Hjj sprak langzaam en duidelijk tot u
O, Jack, het is geen wonder, dat dit tooneel
my krankzinnig maakte I"
„Niemand in dit huis heeft u zien komen,"
zeide hy, dicht op u toetredende met een
revolver in de eene hand en een medicyn-
fle8chje in de andere. „In dit flescbje is chlo
roform," hernam hy. „Ik houd het onder uw
neus, en over een uur laat ik dan uw lichaam
tot asch verbranden. Ziet gy die flesschen?
Daarmede doe ik u verdwijnen, zonder dat
iemand er iets van bemerkt
„O, Jack, ik heb een gevoel alsof al die
gedachten myn hoofd zullen doen barsten 1"
riep ik.... „Het is alsof er vuur in myn
hersens isIk herinner my nu ieder woord,
ieder gebaarIk was onhoorbaar uit het
vertrek getreden en zag den man staan, den
man, dien ik vader genoemd had, met het
fleschje vlak by uw gezicht en een akeligen,
valschen grijns op zyn gelaat. Nooit in myn
leven had ik zuik een terugstootend gelaat
gezien. Ik stond als versteend van ontzetting.
Ik durfde my niet bewegen, niet roepen. En
toch zag ik, dat hy u wilde vermoorden
O, hoe haatte ik hem op dat oogenblik I Hy
was myn vader nietl Hy was het nooit ge
weest! En hy wilde den man vermoorden,
die my dierbaar was. Ik zie alles voor my.
Het ia alsof ik alles ten tweeden male door
leef. Opeens sprong ik te voorschyn, en,
zonder te weten, wat ik deed, drukte ik op
een knop, waardoor ik den stroom afsloot.
Ik vermoed, dat ik niet alleen u daardoor
bevrydde, doch tevens het automatisch toe
stel in beweging bracht. Dit wist ik toen
echter niet. Wel herinner ik my, dat
ik in de eerstvolgende oogenblikken licht
stralen zag, waardoor de kamer beider ver
licht werd, doch een seconde later was zy
weer in duister gehuld. Ik sprong op myn
vader toe, hy liet van schrik het fleschje
vallen, hy richtte het pistool op u, doch ik
ontwrong het hem met inspanning van al
myn krachten. ^Js een tyger wilde hy zich
op my werpen, doch voordat hy my bereikte,
viel hy neer; ik had geschoten.
Verder weet ik niets."
„En wilt ge nu uzelve by de politie aan
geven, Uüa?" vroeg Jack.
Die yraag bracht my plotseling tot de
werkeiykheid terug#
„Ik weet het niet, Jackl Waarom zyt ge
toen weggegaan? Waarom hebt ge my ver
laten?"
„Ik weet niet of gy myn redenen ooit goed
zult begrypen, Una," zeide Jack ernstig.
„Toen ik uw vader dood aan myn voeten
zag liggen, kwam ik eigenlyk pas tot be-
wustzyn. Byna op hetzelfde oogenblik word
het my duidelyk, hoe onmogeiyk het zou
zyn, iemand anders van de waarheid van ons
verhaal te overtuigen. Niemand zou ons ooit
gelooven. Tyd tot nadenken had ik niet. Ik
moest onverwyid een besluit nemen en hot
ten-uitvoer-brengen ook. Aan my zei ven dacht
ik niet; om uwentwil moest ik het uiterste
wagen. Ik zag, dat de schrik u byna wozen-
loos had gemaakt. Het geluid van het schot
moest de bedienden doen toeschieten. Ik
wachtte nog eenige seconden. Toen zy de
deur met gewold hadden geopend, sprong ik
het venster uit. Myn rywiel stond tegen den
muur. Met opzet liet ik hun nog evon myn
rug zien, om u tegen alle verdenking te vry-
waren. Zy zagen den heer Callingham op den
grond liggen, het pistool op eenigen afstand.
Zy waren te verbysterd, om my te achter
volgen, en daardoor won ik tyd om my pijl
snel te verwyderen. Zy konden dus onmo
gelijk u verdenken, dat was my voldoende.
Gedurende eenige dagen leefde ik voort
durend in angst, dat ge u zelve zoudt verraden.
Ik las in de couranten over uw plotselinge
ziekte, die my zeer ongerust maakte, en toch
durfde ik niot by u komen, uit vrees, dat ge
dan uzelve zoudt verraden. De dominee van
Wrade sprak toevallig met my over den moord
on in den loop van het gesprek maakte hy
ook een opmerking over het photographisch
toestel van den heer Callingham. Indien er
iemand in de studeerkamer was geweest,
zeide hy, dan zou het geheele tooneel van
den moord afgebeeld zyn.
Opeens herinnerde ik my nu de geheim
zinnige lichtstralen, die ik gezien had, toen
gy zoo onverwachts voor den dag kwaamt.
Toen meende ik, dat zy het gevolg waren
van een al te snel afsluiten van den stroom.
Thans echter bedacht ik my, dat de heer
Callingham zyn toestel in orde had gebracht
en dat de electriseer-machine het in werking
had moeten brengen. Het door u omgedraaide
knopje moest niet alleen den stroom hebben
afgesloten, die my aan de plek vastgenageld
hield, het had tegeiykortyd de ^utomatisch-
photographische camera In werking gebracht.
Ik moest dus, het kostte wat het wilde, hot
verraderlyke toestel bemachtigen, voordat de
politie op het denkbeeld kwam het te onder
zoeken. Nog denzelfden dag begaf ik my naar
Woodbury, hopende op een gelukkig toeval,
dat my gelegenheid zou geven de studeerkamer
van den doode binnen te dringen. Den tuin
inwandelende, zag ik, dat het venster op een
kier stond. Zonder my lar.g ie beraden hoesch
ik ray aan het kozy.n op, drong zoo het ver-*'
trek binnon, zag het kistje op de tafel staan
en, na de draden raot mijn mes doorgesneden
te bobben, verwyderde ik my er' mode, langs
denzelfdon weg. Ik vertel dit nu zoo kalm,
doch ge kunt wel denken, dat het my anders
te moede was. Dat is nu alles achter den rug,
en ik hoop, dat gelukkige dagen voor ons
zullen aanbreken. Daar ik het niet raadzaam
vond met het toestel te worden gezien, haalde
ik de negatieven er uit op* éón na, dat ik niet
bon loskrygen, en wierp hec kistje in do
struiken. Nu weet ge alles. Neen, toch niet.
Ik moet u nog de reden vertel Ion, waarom
ik Engeland verliet
„Neen, Jack, dat is niet noodig," zeide ik
en sloeg do armen om zyn hals. „Ik bogryp
nu, dat ge het om mijnentwil gedaan hebü
O, hoe zal Ik u ooit dankbaar genoeg kunnen
zyn voor het offer, dat ge my gebracht hebt 1"
„Una, ik zal my dubbel en dwars beloond
achten, wanneer je hier wilt biyven en myn
vrouw worden I"
„Jack, wil je my dan nog hebben?"
Met een kus sloot hy m|j den mond.
„Maar vondon uw vrienden en bloedverwan
ten het dan niet vreemd, dat ge ineens En
geland verliet?" vroeg ik.
„Neen, want ten eerste wist ieder, dat ik
my uw ziekte en den daarop volgenden ziels
toestand zeer had aangetrokken, en ten tweede
eischte de gezondheid van Elza verandering
van klimaat. Allen vonden het dus heel
natuuriyk, dat ik naar dit gedeelte van
Australië ging. Weinig vermoedde ik, dat wy
elkander hier zouden terugvinden. Tante Emma
t,elegrapbeerde my, dat ge het besluit hadt
pgevat my op te zoeken, en.
Ik liet hem niet uitspreken. De herinnering
aan bet doel van myn reis was my te pyniyk.
Toen Elza terug kwam, zaten wy hand iq
hand, en éón blik op ons van geluk stralend'
gelaat deed haar terstond alles begrijpen.
Weinige weken later was ik mevrouw Ivot.