N*. 12543 Maandag 14 Januari. A0. 1901. jouraat wordt dagelijks, met uitzondering van (Zon- en feestdagen, uitgegeven. fled.-Zaidafrikaanselie ïereeoiging. Leiden, 14 Januari. feuilleton. Het Pkotographietoestel. LEIDSCH DAGBLAD. PRIJS DEZER COTJRAHT: Voor telden pel t maandeni i i I I M i if 110. Buiten Lelden, per looper ea WMt «genten gevestigd HJn 1.80. Franco per poet i i i I t I i i 1 1.88. PRIJS DER AD VERTENTIÊN Van 1 6 regels f 1.05. Iedere regel meer f 0.17{. Grootere letters naar plaatsruimte. Voor het incasseeren bulten de stad wordt f 0.05 berekend. Afdeding Leiden en Omstreken. Ontvangen b^J den Penningmeester: Door bemiddeling van het Leidsch Dagblad Verzameld voor de Boeren op de party van J. eu M.f 1.86 Gecollecteerd op den verjaardag van (Fietje In de schort van Mietje, Onder het zingen van een liedje Door Pietje 1.50 Op den verjaardag van Jansje voor e dappere Boeren1.15 Bydragen kunnen worden toegezonden aan den Penningmeester, Rembrandtstraat 19, of pan het Bureel van dit Blad. De werklieden-zangvereeniging „Kunst a Arbeid" gaf Zaterdagavond in „Hötel du ord" een uitvoering ter herdenking van haar evenjarig bestaan, voor welke gelegenheid e Leidsche tooneelvereeniging „Jacob Cats" iaar welwillende medewerking had toegezegd m welke uitvoering werd bygewoond door een eer talryk publiek, dat de geheele zaal vulde. In zyn openingsrede heette de voorzitter, i heer Meiners, de aanwezigen wolkom, tracht een woord van warmon dank en toogachting aan den bekwamen en yverigen irectear der vereeniging, den heer Ph. Rank l.Jz., terwyi ook den heer J. Henri Berkeljon rerd dank gezegd voor zyn veelvuldige be- aoeiingen en de vereeniging „Jacob Cats" oor de welwillendheid, aan de uitnoodiging ;ot optreden op dezen avond wel gehoor te lebben willen gevon. Verder wees de voorzitter p den gunatigen toestand der vereeniging n deelde mede, dat die bestond uit 2 eere eden, 26 donateurs, 73 werkende en 182/ :un8tliovende leden, en na vervolgens alie anwezigen te hebben opgewekt, om, door ;oetreding tot de vereeniging, het bestuur te iteunen in zyn streven de ertole zangkunst lopulair te maken by den werkman on het aardoor in staat te stellen zyn d&sjos.„Excel- lior" hoog te houden, wenschte hy allen eon ;enoegiyken avond too. Daarna werd overgegaan tot'de uitvoering 'an het eerste gedeelte van het programma, lestaande uit vier zangnummers voor mannen koor, welke alle op zeer verdiensteiyke wyzo verdon uitgevoerd en waarvan het laatste num- ner zelfs herhaald moest worden, terwyi op ver- ioek van het bestuur van „Jacob Cats" het lerste nummer, „Het Vaandellied", werd her ald en door het publiek staande werd aan gehoord. Na het tweede nummer van het programma erd de heer George Van der Werf (lid van Ijacob Cats") ten tooneele geroopon en ont- 'ing uit handen van den voorzitter hel insigne ils lid van verdienste der vereeniging, met in hartelyke toespraak en betuiging van erkentelijkheid voor de hulp en medewerking, eeds meermalen aan de vereeniging bewezen. heer Van der Werf bedankte voor de onder- cheidlng, die hy op zeer hoogen prfia stelde. By het laatste zangnummer, dat door den eer Berkeljon op de piano werd geaccom- •agneerd, werd ook die heer voor het voet- lekt goroepen en hem door den voorzitter nog- iaals harteiyk dank gezegd voor zyn steun medewerking, waarin het bestuur aan leiding had gevonden hem een verrassing :e bereiden, en als bewys van erkenteiykheid 'oor de bewezen diensten werd den heer ierkeljon een prachtige Gobelin in eiken eer ba: houten lyst aangeboden, dat een prachtstuk van kunstnaaldwerk mag genoemd worden. De heer Berkeljon dankte, zichtbaar ontroerd, voor het schoone geschenk en gaf de ver zekering, dat hy steeds bereid zal biy ven zyn diensten voor de vereeniging te verleenen wdér en wanneer dit noodig mocht biyken. Het tweede gedeelte van het programma werd uitgevoerd door de Leidsche tooneel vereeniging „Jacob Cats", met het biyspel in vier bedryven: „De gevolgen van een leugen", dat door de zoo gunstig bekende vereeniging op verdienstelyke wyze werd vertolkt, getuige het herhaald en langdurig applaus en het terugroepen voor het voetlicht, na elk bedryf, van de optredenden, waaraan na het laatste bedryf geen einde scheen te komen. Na het tweede bedryf van genoemd biyepel werd door het bestuur van de feestvierende vereeniging een collecte onder de aanwezigen gehouden ten behoeve van de vereeniging „Schoolkindervoeding", welke collecte f 25.59* opbracht. Het bestuur van „Kunst na Arbeid" kan met voldoening terugzien op dit wel geslaagde feest en een woord van lof aan den yverigen directeur mag zeker hier een plaats vinden, voor de moeite en zorgen, die hy zich heeft moeten getroosten om de vereeniging op muzikaal gebied op te voeren tot de hoogte, waarop die thans staat, in aanmerking nemende ook, dat het meeren- deel der werkende leden by hun toetreden geen noot kennen, al was zy zoo groot als een wagenwiel, zooals ons by monde van den directeur zolven word verzekerd. Een geanimeerd bal besloot de feestviering, dat de aanwezigen zeker nog lang zal hebben byeen gehouden. By ministerioele beschikking is dr. E. F. Kos8mann, te 's-Gravenhage, tot wederopzeg ging toegelaten als privaat-docent in de facul teit der letteren en wijsbegeerte aan de Ryks- univorsitoit to Leiden, om onderwys te geven in de Duitache taal en letterkunde. Do „Provinciale Overyselsche en Zwol- sche Courant" van Dinsdag 4 December acliryft o. a. over het Amerikaansch Neger-gezelscbap: „Onze stad had de eer het eerst kennis te piogon maken met bovengenoemd gezelschap en daartoe gaf het gisteravond in de Buiten- sociöteit een buitengewoon concert. De aanplakbiljetten hadden ons meegedeeld, dat wy in Miss Bella een „Zwarte Nachte gaal" zouden hooron en „de Ster van Amerika" zouden aanschouwen. Was de taak niet zwaar, om deze belem merende gegevens op te lossen in een onbe twistbaar succes? Het Nogergezelschap heeft die zware taak schitterend volbracht. Moeder Natuur, dio de zangers voorzag van enorme lichamen, hielp hen aan het eenigs- zins vullen van het tooneelMoeder Kunst gaf hun zulke heerlyke stemmen, dat wg ons warm konden stampen en kloppen, meege sleept in heeriyke bewondering. Te booordeelen of Miss Bella „de Ster van Amerika" is, overschrydt de grenzen onzer bevoegdheid (wy hadden nog niet het genoegen Amerika te bereizen); maar dat zy „een Zwarte Nachtegaal" mag heeten, «ouden wy niet gaarne ontkennen. Wy~- hebben haar prachtige «opraan be wonderd. Een heerlgk-mooie, volle stem, behe&racliend de eindelooze zaal, nu eens stout opklinkend uit de mannenstemmen, dan weer lief ruischend, helder als kristal en eindeiyk wegstervend, tot het laatst toe sympathiek en zuiver I Er werd te veel van haar gevergd, het enthu8iasti8ch publiek riep haar twee driemaal terug en toch bleef de stem goed, al zouden wy de zangeres volstrekt niet egoïstisch noemen, als zy wat zuiniger was geweest met haar toegift-nummers. Haar echtgenoot, mr. James Fields, is de gelukkige eigenaar van een zeldzaam^ schoone basstem. De Quartetten vooral brachten het publiek In groote vervoering, en geen wonder zy waren klank-festynen. Geen oogenblik aarze ling nooit oen fout in de maat altyd elkaar steunend en zoo ten gehoore brengend een geheel, dat byzonder aangenaam onze ooren streelde. Prachtig waren de overgangen van fortissimo in piano, pianissimotot eindeiyk een laatste trilling, zuiver en rein, ons zeide, dat het lied gestorven was." De vertegenwoordigers van H. M. de Koningin by de begrafenis van den Groot hertog van Saksen, luit.-gen. graaf Dumonceau en jlir. Van Tets, en de vertegenwoordiger van H. M. de KoniDgin-Moeder by die plech- heid, jhr. De Ranitz, zyn Zaterdagavond uit Wei mar in Den Haag teruggekeerd. Naar wy vernemen, zal het getal der voratelyke personen, die de huwelyksplechtig- beid van H. M. de Koningin komen by wonen, minder groot zyn dan aanvaokeiyk werd voor zien, en ongeveer 20 bedragen. De Koning van Wurtembeig heeft het plan, om persoon- iyk aanwezig to zyn, laten varen; de ziekte van den Groothertog van Oldenburg zal dezen verhinderen tegenwoordig tc *yn; de rouw van het hof van Weimar is oorzaak, dat de Groothertogeiyko familie van Saksen-Weimar aan de feesten geen deel zal nemen. Eindeiyk schynt ook de koin6t van een vertegenwoor diger der vorstelijke familie van Wiod nog onzeker te ztln. Vad.) Op 1 Januari jl. waren by de Ned.-Herv. Kerk 262 predikantsplaatsen vacant, d. i. 6 minder dan op 1 Januari 19C0. Do vacatures zyn over do provincies verdeeld als volgt: Gelderland 30, Zuid-Holland 36, Noord Hol land 36, Zeeland 23, Utrecht 9, Friesland 49, Ovorysel 9, Groningen 23, Noord-Brabant 17, Limburg 4 en Drente 11 plaatsen. Aan het gebouw van het Provinciaal Bestuur werd lieden herbiste d: Hec onderhoudeo van de werken behoorende tot het Jaagpad langs don Rjjn van 1 Jan. 1901 tot en met 31 Dec. 1903. Mmsto m8cbryver: E. J. Bruggemr.n te Oudshoorn voor 34,400. Hot onderhouden van het kftnaal tusachen Ryn en Schie met zyn aansluiting aan de gemeente 's-Gravenhage, met do daarby behoorende kunstwerken, van 1 Jan. 1901 tot en met 31 Dec. 1902. Minste inschryver M. A. J. Taverne, Den Haag, voor f 41,989. Tot onderwyzer aan de school met den Bybel to Haarloramermeer is beroemd de heer J. Pot, te Amsterdam. De predikanten dor Ned.-Hei v. Gemeente te 's-Gravenhage ontraden in do „'s-Graven- haagsche Kerkbode" giften te geven aan zekeren A. Vermeulen, die beweert zich voor te bereiden tot het predikambt in de Ned.- Herv. Kerk. Geruimen tyd geleden probeerde dezelfde persoon ook in Leiden en omgeving golden voor zich by elkaar te krygen. De plannen voor de feestelyke ontvangst te Apeldoorn van H. M. de Koningin en Hertog Hendrik, na hun huweiyk en na den oflicieelen intocht te Amsterdam, zyn thans vastgesteld. Aan het station zal de ontvangst plaats hebben door den gemeenteraad, aan het Marktplein door de feestcommissie, aan de Horv. Kerk door den kerkeraad, waarby de oudste predikant het woord zal voeren en een zangkoor het echtpaar liederen zal toe zingen. Een eerewacht van de vereeniging de Koninklyke Scherpschutters van de Veluwe en van de afdeeling Volksweerbaarheid zal den stoet escorteeren. Te 2 uren plechtige onthulling van het Apeldoorn8che huldebiyk, de Gedenknaald, waarby een toespraak wordt gehouden. Muziek zal natuuriyk de feestelykheden ver hoogen. Des avonds een grootsche fakkeloptocht, waaraan zoo mogeiyk alle vereenigingen zullen deelnemen. Alleen de hoofdweg der plaats zal versierd worden, doch dan ook op grootsche wyze, waaraan alle straten der plaats zullen uitge- noodigd worden deel te nemen. Er zyn afzonderiyke commission benoemd voor de versiering, voor de optochten, nog een voor een bedeeling op den trouwdag aan alle armën. Voorts zal een oorkonde worden vervaar digd en zullen alle leden der feestcommissie, ruim een 100-tal, deze teekenen, welke oor konde op den dag des huweiyks ln den voet van de Gedenknaald zal gemetseld worden. Te Nymegen heeft zich een commissie gevormd, bestaande uit de heeren dr. J. P. öt. Berends, p, A. L. Bronsgeest, F. Th. J. H. Dobbelmar.n, jhr. E. T. M. v. Ryckevorsel van Kessel, M. A. De Rooy, mr. Jan F. A. M. Wierdels, met het doel een monument te stichten voor wyien mgr. Hamer en zyn gezellen, die in China by de jongste onlusten den marteldood stierven. Hertog Hendrik van Mecklenburg-Schwe- rin is naar do Ukermark in Brandenburg vertrokken om graaf Arnim te bezoeken. "Wegens voorgekomen moeiiykkeden ten gevolge van niot-betaling van schulden door militairen, zyn in de onderscheidene garnizoens plaatsen de ingezetenen door den burge meester herinnerd aan de bepaling van art. 266 van hut reglement van den garnizoens dienst, voigons wolken allo ingezetenen, koop lieden, horoorgiers en andoren, die aan onder officieren en soldaten krediet verleenen zonder voorkennis van hun kapitein, geen aanspraak op betaling kunnen maken en by herhaling hun huizen aan het garnizoen zullen worden verboden. Door den minister van binnenlandsche zaken is aan do Commissarissen der Koningin de volgende missive gezonden: „Voor eenigon tyd is my door burgemees ter en wethouders eener gemeente de vraagt gesteld, hoe dat college, by de bevordering eener richtiga uu-voenog van art. 18 der Leerplichtwet, voortdurend kennis zal dragen van de mutatlön, welke plaats hebben mot de leerplicbtigo kinderen, voorkomende in een der afzonderiyke bevolkingsregisters, bedoeld in het Kon. besluit van 27 Juli 1887 (Staats blad No. 142). „Art. 11 van dit besluit bepaalt, dat het be stuur van elk dor in art. 1 aangewezen gebou wen, gestichten of schepen ten allen tyde aan het bestuur der gemeente, waar het gebouw, gesticht of schip is gelegen, de door dat ge meentebestuur gevraagde inlichtingen geeft met betrekking tot het door eeratvermeld bestuur gehouden afzonderiyk bevolkings register. „In dit voorschrift vindt m. i. de boven vermelde vraag haar beantwoording. „Mochten do gemeentebesturen de inlich tingen van de besturen van gebouwen, enz. wenschen te verzoeken van ïyeten, volgens de modellen, ingevolge artt. 18 en 30 der Leer plichtwet vastgesteld, dan ben ik bereid, aan die gemeentebesturen exemplaren dezer lysten voor dat doel beschikbaar te stellen. „Ik heb de eer u te verzoeken, het boven- staando ter kennis te brengen van de be sturen der gemeenten in uwe provincie". De heer J. C. J. Drucker, te Londen, heeft aan het Nederlandsche Museum te Amster dam ten geschenke gegeven een zilveren avondmaalsbeker, afkomstig van de Holland- 6che Goineente te Norwich en dagteekenend uit de periode tusachen de jaren 1565 en 1595. De beker is van Engelsch maaksel en voorzien van het stadsmerk van Norwich, waarmede voor het eerst in 1565 de zilver werken werden gekeurd. Een opschrift luidt: „The gift of mr. Rychard Browno of Heig- ham"; welke mr. Browne in 1695 stierf. De beker is aan den rand versierd met gegraveerde bloemornamenten en in het midden met boven genoemd opschrift in sleriyke letters, karak teristiek voor den tyd van Koningin Elisabeth. (Hoog 0.177 M.middeliyn aan den boven rand 9.5 c.M.) Aan den schenker is de dank der Regeering betuigd. Sts.-Ct De Chr. zangvereeniging „Zingt den Heer", te Zwolle, heeft het voornemen opge vat ln de maand Juni «en zangersfeest te organiaeeren naby genoemde stad. Aan een dertigtal vereenigingon uit den omtrek werd een uitnoodiging tot medewerking toegezonden. De heer J. Godefroy, muziek-directeur te Steenwyk, heeft zich bereid verklaard als dirigent op te treden. De heer Yan Dyk, te Doetinchem, ont« ving voor zyn stichtingen, behalve kleinere giften, van iemand, die onbekend wenscht te biy ven, f 500, van G. f 600 en van A. B. 0^ te R., f 1000. Hr. Ma. flottielje vaartuig „Assahan", onder bevel van den luitenant ter zoo late kl. F. E. baron Mulert, is 10 dezer te Oleh- leh aangekomen. Het etoom8chip „Rotterdam", van Rot- terdam naar Nieuw-York, passeerde 11 Jan, Wight; de „Bogor", van Rotterdam naar Batavia, vertrok 11 Jan. van Perim; de „Gedó", van Batavia naar Rotterdam, arriveerde 11 Jan. te Marseille on heeft 12 dito de reis voortgezet; de „Herzog" (uitreis) arr, 10 Jan. te Durban; de „Kronprinz"(thuisreis)arriveerde 11 Jan. te Suez; de „Koning Willom IH" arr. 12 Jan. van Amsterdam te Batavia; de „Koningin-Regentes", van Batavia naar Am sterdam, vertrok 11 Jan. van Padang; de „Rotterdam", van Rotterdam naar Nieuw-York, passeerde 11 Jan. Prawlepoint; de Kaiser" (uitreis) arriveerde 11 Jan. te Lissabon; de „Koning Willem II", van Amsterdam naar Batavia, vertrok 12 Jan. van Perimda „Polyphemus" vertrok 10 Jan. van Batavia naar Amsterdam; de „Prinses Sophie", van Batavia naar Amsterdam, passeerde 12 Jan, Dungenos8; de „Java" vertrok 11 Jan. van Padang naar Amsterdam. Benthuizen. De gewone jaarlyksche schouw over de stookplaatsen en schoorsteenen zal binnen deze gemeente geschieden op Woens dag 16 Januari a. e. Oudshoorn. Het- aanvulhng6kohier van den hoofdeiykon omslag dienst 1900 is van 8 Januari tot 8 Juni a. e. ter gemeente-secretarie voor een ieder ter inzage nedergelegd. Voorschoten. De inzameling voor het hul debiyk aan H. M. de Koningin in deze gemeente heeft opgebracht ƒ725.01, waaronder een gift van f 500. 6) 'i Ik sloot de oogen en trachtte in het ver leden te zien. En terwyl ik dat deed, kreeg k een gevoel alsof ik droomde. Nu zag ik iet ik meende ten minste, dat ik het zag: Lits flits flits flits. Toen het pistool- ichot. Toen het tooneel zoo noemde ik het iltyd in myn gedachten en daarna die .kelige leegte. Ik opende de oogon weer en •ortelde den inspecteur wat ik gezien had. „Kom, nu nog eens," verzocht hy vrien- lelyk, maar dringend. „Sluit uw oogen nog ens en zie terug op dien dag. Kunt ge u liet herinneren of ge even te voren by het icht van die bliksemflitsen het gelaat van .en moordenaar gezien hebt?" - Ik sloot de oogen en dacht na. Weer zag k die stralen, helder en duideiyk. Maar verder •ok niets. Geen menschel^jk aangezicht. Ik roeide, dat ik my vruchteloos kwelde. Onmogeiyk," zoide ik kortaf. „Myn hoofd luizolt, maar herinneren kan ik my niets." U hebt dus niet het minste vermoeden [vie de moordenaar was?" vroeg de inspecteur ia eenige oogefiblikken. „Neen," antwoordde ik op vasten toon. „Ik tfeet en herinner my niets meer dan gy. ïlaar van dit oogenblik af zal ik niet rusten foordat ik den moordenaar heb opgespoord, tk moet weten, wie myn vader heeft gedood." „Goed zoo," zeide de inspecteur, terwijl hy fleh gereed maakte om heen te gaan. „Indien i by dit voornemen volhardt, dan «al het ge- leim van Woodbury spoedig opgelost zyn." H\j had nog niet uitgesproken, toen ik den sleutel in het slot der huisdeur hoorde omdraaien. Ik wist, dat het tante Emma was, die van de markt terugkeerde. Het volgende oogenbllk snelde zy hevig ontsteld de kamor binnen. „Wat beteekent dit?" riep ey op een toon van hevige verontwaardiging. Mynheer, hoe durft u gedurende myn afwezigheid myn huis binnendringenl Hoe durft u myn dienstboden omkoopen?" Thans wendde zy zich tot my en myn gloeiende waDgen ziende, zeide zy op voel kalmer toon: „Kom, kindlief, ga met my mee. Marie had dien heer niet moeten binnenlaten. Ik vrees, dat ge nu weer ziek z"ult worden en al wat wy in deze vier jaren gewonnen hebben, is misschien weer verloren." „Lieve tante," antwoordde ik, myn hand op haar schouder leggend, „maak u toch niet zoo ongerust. Wees niet boos op Marie, want haar schuld is het niet. Ikzelve heb haar verzocht dezen heer binnen te laten. Het onderhoud heeft my goed gedaan in plaats van kwaad. Ik ben zoo biy, dat ik eindeiyk eens vry-uit heb kunnen spreken." Tante Emma beefde over al haar leden. „Ge zult weer instorten, myn kind," riep ze by na schreiond en my aan haar hart drukkend. „Ge hebt stellig weer alles ver geten, wat ge geleerd hebtIk verzoek u terstond myn huis te verlaten, mynheerl" „Neen, biyfl" riep ik gebiedend. „Ik heb het recht op de hoogte te worden gebracht. U vergist u wezenlgk, tante, als u denkt, dat ik ziek ben. Ik ben geen kind meer. Ik begin my weer alles te herinneren. Vier jarenlang heeft dat afschuweiy£e tooneel my nacht en dag vervolgd. Nooit kon ik myn oogon sluiten, zonder het voor my te zien. Ik heb zoo innig verlangd naar een ophsèderingIk wil nu alles weten.... Ik keer naar Woodbury terug l" „Naar Woodburyl" riep tante Emma vol ontroering„O, Una, dat zal je den dood aandoen." „Dat geloof ik niet," zeide de inspecteur glimlachend en zonder zich in het minst door tante's heftige woorden beleedigd te toonen. „Miss Callingham8 gezondheid is veel beter dan ge denkt. Onze geneeskundige raadsman beweert, dat het angstvallig vermyden van iedere toespeling op het gebeurde verkeerd op haar geest gewerkt heeft. Indien men haar toestaat de plaats, waar zy vroeger gewoond heeft, terug te zien, zal haar geheugen waar- schyniyk terugkeeren en de justitie daarmede haar voordeel kunnen doen. Eón gunstig teeken heb ik nu reeds opgemerktMiss Callingham spreekt van ferwpkeeren naar Woodbury." Tante Emma wierp hem een diep verwy- tenden blik toe. Zy wist biykbaar niet wat te antwoorden. „Zy zelve zou daaraan nooit gedacht heb ben," zeide ze. „U hebt het haar in het hoofd gebracht." „Neen, tante," viel ik haar in de rode; „u vergist il Deze heer heeft zelfs niet daarop gezinspeeld. Het denkbeeld is geheel vanzelf by mg opgekomen. Ik moet ontdekken wie de moordenaar van nfijn vader is. Hetgeen de inspecteur van politie my heeft meegedeeld, heeft lang vergeten snaren in myn ziel doen trillen. Ik weet zeker, dat ik my veel meer zou herinneren als ik naar Woodbury ging." Tanto barstte in snikken uit en liet zich op een stoel neervallen. Ik vatte haar hand, een zachte, blanke, fijngevormde hand, die aan de binnenzyde een aantal door elkander krui sende litteekens vertoonde, en drukte haar innig. Maar ik voelde, dat zelfs haar tranen mg niet van myn plan zouden kunnen af brengen. Ik had plotseling myn vroogeronaf- haukeiyk karakter teruggekregen. Vier jaren lang was ik een kind geweest, thans was die onnatuuriyke toestand voorby. Myn wil was teruggekeerd. Tante scheen dat nog steeds niet te begrypen en zeide: „Neen, je gaat niet naar Woodbury, ook dokter Wade zal het je verbieden 1" Nu richtte ik my in myn volle lengte op en zeide op zeer katmen, maar beslisten toon: „Tante, ik bon een en twintig jaar en dus meerderjarig. Niemand kan my dwingen, u niet en dokter Wade evenmin. Ik ben onaf- hankeiyk en de erfgename myns vaders. Ik zal onmiddeliyk de noodige maatregelen nemen om myn vermogen in handen te krygen en morgen vertrek ik naar Woodbury." Met een veelzoggenden glimlach wenddo zich nu de inspecteur tot tante Emma. „U ziet, dat miss Callingham zeer logisch denken kan," sprak hg; „de uitwerking van myn onderhoud mot haar is gunstiger geweest dan ik had durven hopen." Tante Emma antwoordde niet en de inspec teur nam zyn hoed en verliet met een diepe buiging het vertrek. „Una," zeide myn tante, toen hy weg was, „die man heeft misschien geiyk, je geest is weer gezond, maar voor my is dat een vreeseiyke slag, want nu ga je my verlaten en ik heb my zoozeer aan je gehecht. Ik heb je liefgekregen als myn eigen kind." Ik kuste haar en trachtte haar te troosten, maar zy scheen zich over myn herstel in hot geheel niet te verheugen en hield niet op met schreien. Ik liet haar alleen en begaf m(j naar myn kamer, om over alles rustig na te denkon. De drukkende last was van my weggenomen, ik voelde my tot alles in staat. Ik was vastbesloten zoolang te zoeken, totdat ik den moordenaar mijns vaders ge vonden zou hebben; ik had mg voorgenomen m(j te ontworstelen aan dat gevoel van twyfol en onzekerheid; ik wilde my alles te binnen brengen, wat met mgn vroeger leven in ver band stond. Maar vreemd genoeg was het veel moei een brandende nieuwsgierigheid en een gevoel van plichtbesef, dat rnu daartoe drong, dan eenig gevoel van liefde voor mgn vader. Ik kon hem my in het geheel niet levend voor stellen. Het eenige, wat my voor den geest stond, was het oogenblik, toen hy dood op den grond lag. Dat verlangen om de waar heid te ontdekken was de eenige prikkel, die my aangreep. Den volgenden dag maakte ik de noodige toebereidselen voor myn vertrek. Ik begaf my naar myn bankier, nam zooveel geld als ik dacht noodig te hebben, pakte toen het nood- zakeiyke by elkaar en reed naar het station. Enkele gedeelten van Londen kwamen my zoo zonderling voor, en toch herinnerde ik my ze gezien te hebben. Het was nog vroeg, toen ik Paddingtonstation bereikte. Ik liep op het perron heen en weer, wachtende op den trein, toen ik een jongea zag, die bezig was een groot papier aan den muur te plakken. Werktuigiyk keek Ik er naar en wat stond daar met groote lotters te lezen? „Miss Una Callingham en de geheimzinnige moord te Woodbury. Wil zy den moordenaar sparen?" Verstyfd van schrik bleef ik staan. Ik vatte niet terstond de beteekenis dier woerden. (Wtdt vermigd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1901 | | pagina 1