N*. 12543
Maandag 14 Januari.
A0. 1901.
jouraat wordt dagelijks, met uitzondering
van (Zon- en feestdagen, uitgegeven.
fled.-Zaidafrikaanselie ïereeoiging.
Leiden, 14 Januari.
feuilleton.
Het Pkotographietoestel.
LEIDSCH
DAGBLAD.
PRIJS DEZER COTJRAHT:
Voor telden pel t maandeni i i I I M i if 110.
Buiten Lelden, per looper ea WMt «genten gevestigd HJn 1.80.
Franco per poet i i i I t I i i 1 1.88.
PRIJS DER AD VERTENTIÊN
Van 1 6 regels f 1.05. Iedere regel meer f 0.17{. Grootere
letters naar plaatsruimte. Voor het incasseeren bulten de stad
wordt f 0.05 berekend.
Afdeding Leiden en Omstreken.
Ontvangen b^J den Penningmeester:
Door bemiddeling van het Leidsch Dagblad
Verzameld voor de Boeren op de party van
J. eu M.f 1.86
Gecollecteerd op den verjaardag van
(Fietje
In de schort van Mietje,
Onder het zingen van een liedje
Door Pietje 1.50
Op den verjaardag van Jansje voor
e dappere Boeren1.15
Bydragen kunnen worden toegezonden aan
den Penningmeester, Rembrandtstraat 19, of
pan het Bureel van dit Blad.
De werklieden-zangvereeniging „Kunst
a Arbeid" gaf Zaterdagavond in „Hötel du
ord" een uitvoering ter herdenking van haar
evenjarig bestaan, voor welke gelegenheid
e Leidsche tooneelvereeniging „Jacob Cats"
iaar welwillende medewerking had toegezegd
m welke uitvoering werd bygewoond door een
eer talryk publiek, dat de geheele zaal vulde.
In zyn openingsrede heette de voorzitter,
i heer Meiners, de aanwezigen wolkom,
tracht een woord van warmon dank en
toogachting aan den bekwamen en yverigen
irectear der vereeniging, den heer Ph. Rank
l.Jz., terwyi ook den heer J. Henri Berkeljon
rerd dank gezegd voor zyn veelvuldige be-
aoeiingen en de vereeniging „Jacob Cats"
oor de welwillendheid, aan de uitnoodiging
;ot optreden op dezen avond wel gehoor te
lebben willen gevon. Verder wees de voorzitter
p den gunatigen toestand der vereeniging
n deelde mede, dat die bestond uit 2 eere
eden, 26 donateurs, 73 werkende en 182/
:un8tliovende leden, en na vervolgens alie
anwezigen te hebben opgewekt, om, door
;oetreding tot de vereeniging, het bestuur te
iteunen in zyn streven de ertole zangkunst
lopulair te maken by den werkman on het
aardoor in staat te stellen zyn d&sjos.„Excel-
lior" hoog te houden, wenschte hy allen eon
;enoegiyken avond too.
Daarna werd overgegaan tot'de uitvoering
'an het eerste gedeelte van het programma,
lestaande uit vier zangnummers voor mannen
koor, welke alle op zeer verdiensteiyke wyzo
verdon uitgevoerd en waarvan het laatste num-
ner zelfs herhaald moest worden, terwyi op ver-
ioek van het bestuur van „Jacob Cats" het
lerste nummer, „Het Vaandellied", werd her
ald en door het publiek staande werd aan
gehoord.
Na het tweede nummer van het programma
erd de heer George Van der Werf (lid van
Ijacob Cats") ten tooneele geroopon en ont-
'ing uit handen van den voorzitter hel insigne
ils lid van verdienste der vereeniging, met
in hartelyke toespraak en betuiging van
erkentelijkheid voor de hulp en medewerking,
eeds meermalen aan de vereeniging bewezen.
heer Van der Werf bedankte voor de onder-
cheidlng, die hy op zeer hoogen prfia stelde.
By het laatste zangnummer, dat door den
eer Berkeljon op de piano werd geaccom-
•agneerd, werd ook die heer voor het voet-
lekt goroepen en hem door den voorzitter nog-
iaals harteiyk dank gezegd voor zyn steun
medewerking, waarin het bestuur aan
leiding had gevonden hem een verrassing
:e bereiden, en als bewys van erkenteiykheid
'oor de bewezen diensten werd den heer
ierkeljon een prachtige Gobelin in eiken
eer
ba:
houten lyst aangeboden, dat een prachtstuk
van kunstnaaldwerk mag genoemd worden.
De heer Berkeljon dankte, zichtbaar ontroerd,
voor het schoone geschenk en gaf de ver
zekering, dat hy steeds bereid zal biy ven zyn
diensten voor de vereeniging te verleenen
wdér en wanneer dit noodig mocht biyken.
Het tweede gedeelte van het programma
werd uitgevoerd door de Leidsche tooneel
vereeniging „Jacob Cats", met het biyspel in
vier bedryven: „De gevolgen van een leugen",
dat door de zoo gunstig bekende vereeniging
op verdienstelyke wyze werd vertolkt, getuige
het herhaald en langdurig applaus en het
terugroepen voor het voetlicht, na elk bedryf,
van de optredenden, waaraan na het laatste
bedryf geen einde scheen te komen.
Na het tweede bedryf van genoemd biyepel
werd door het bestuur van de feestvierende
vereeniging een collecte onder de aanwezigen
gehouden ten behoeve van de vereeniging
„Schoolkindervoeding", welke collecte f 25.59*
opbracht.
Het bestuur van „Kunst na Arbeid"
kan met voldoening terugzien op dit wel
geslaagde feest en een woord van lof aan
den yverigen directeur mag zeker hier een
plaats vinden, voor de moeite en zorgen,
die hy zich heeft moeten getroosten om
de vereeniging op muzikaal gebied op te
voeren tot de hoogte, waarop die thans staat,
in aanmerking nemende ook, dat het meeren-
deel der werkende leden by hun toetreden
geen noot kennen, al was zy zoo groot als
een wagenwiel, zooals ons by monde van
den directeur zolven word verzekerd.
Een geanimeerd bal besloot de feestviering,
dat de aanwezigen zeker nog lang zal hebben
byeen gehouden.
By ministerioele beschikking is dr. E. F.
Kos8mann, te 's-Gravenhage, tot wederopzeg
ging toegelaten als privaat-docent in de facul
teit der letteren en wijsbegeerte aan de Ryks-
univorsitoit to Leiden, om onderwys te geven
in de Duitache taal en letterkunde.
Do „Provinciale Overyselsche en Zwol-
sche Courant" van Dinsdag 4 December acliryft
o. a. over het Amerikaansch Neger-gezelscbap:
„Onze stad had de eer het eerst kennis te
piogon maken met bovengenoemd gezelschap
en daartoe gaf het gisteravond in de Buiten-
sociöteit een buitengewoon concert.
De aanplakbiljetten hadden ons meegedeeld,
dat wy in Miss Bella een „Zwarte Nachte
gaal" zouden hooron en „de Ster van Amerika"
zouden aanschouwen.
Was de taak niet zwaar, om deze belem
merende gegevens op te lossen in een onbe
twistbaar succes?
Het Nogergezelschap heeft die zware taak
schitterend volbracht.
Moeder Natuur, dio de zangers voorzag van
enorme lichamen, hielp hen aan het eenigs-
zins vullen van het tooneelMoeder Kunst
gaf hun zulke heerlyke stemmen, dat wg ons
warm konden stampen en kloppen, meege
sleept in heeriyke bewondering.
Te booordeelen of Miss Bella „de Ster van
Amerika" is, overschrydt de grenzen onzer
bevoegdheid (wy hadden nog niet het genoegen
Amerika te bereizen); maar dat zy „een
Zwarte Nachtegaal" mag heeten, «ouden wy
niet gaarne ontkennen.
Wy~- hebben haar prachtige «opraan be
wonderd. Een heerlgk-mooie, volle stem,
behe&racliend de eindelooze zaal, nu eens stout
opklinkend uit de mannenstemmen, dan weer
lief ruischend, helder als kristal en eindeiyk
wegstervend, tot het laatst toe sympathiek
en zuiver I Er werd te veel van haar gevergd,
het enthu8iasti8ch publiek riep haar twee
driemaal terug en toch bleef de stem goed,
al zouden wy de zangeres volstrekt niet
egoïstisch noemen, als zy wat zuiniger was
geweest met haar toegift-nummers.
Haar echtgenoot, mr. James Fields, is
de gelukkige eigenaar van een zeldzaam^
schoone basstem.
De Quartetten vooral brachten het publiek
In groote vervoering, en geen wonder zy
waren klank-festynen. Geen oogenblik aarze
ling nooit oen fout in de maat altyd
elkaar steunend en zoo ten gehoore brengend
een geheel, dat byzonder aangenaam onze
ooren streelde. Prachtig waren de overgangen
van fortissimo in piano, pianissimotot
eindeiyk een laatste trilling, zuiver en rein,
ons zeide, dat het lied gestorven was."
De vertegenwoordigers van H. M. de
Koningin by de begrafenis van den Groot
hertog van Saksen, luit.-gen. graaf Dumonceau
en jlir. Van Tets, en de vertegenwoordiger
van H. M. de KoniDgin-Moeder by die plech-
heid, jhr. De Ranitz, zyn Zaterdagavond uit
Wei mar in Den Haag teruggekeerd.
Naar wy vernemen, zal het getal der
voratelyke personen, die de huwelyksplechtig-
beid van H. M. de Koningin komen by wonen,
minder groot zyn dan aanvaokeiyk werd voor
zien, en ongeveer 20 bedragen. De Koning
van Wurtembeig heeft het plan, om persoon-
iyk aanwezig to zyn, laten varen; de ziekte
van den Groothertog van Oldenburg zal dezen
verhinderen tegenwoordig tc *yn; de rouw
van het hof van Weimar is oorzaak, dat de
Groothertogeiyko familie van Saksen-Weimar
aan de feesten geen deel zal nemen. Eindeiyk
schynt ook de koin6t van een vertegenwoor
diger der vorstelijke familie van Wiod nog
onzeker te ztln. Vad.)
Op 1 Januari jl. waren by de Ned.-Herv.
Kerk 262 predikantsplaatsen vacant, d. i. 6
minder dan op 1 Januari 19C0. Do vacatures
zyn over do provincies verdeeld als volgt:
Gelderland 30, Zuid-Holland 36, Noord Hol
land 36, Zeeland 23, Utrecht 9, Friesland 49,
Ovorysel 9, Groningen 23, Noord-Brabant 17,
Limburg 4 en Drente 11 plaatsen.
Aan het gebouw van het Provinciaal
Bestuur werd lieden herbiste d:
Hec onderhoudeo van de werken behoorende
tot het Jaagpad langs don Rjjn van 1 Jan.
1901 tot en met 31 Dec. 1903. Mmsto
m8cbryver: E. J. Bruggemr.n te Oudshoorn
voor 34,400.
Hot onderhouden van het kftnaal tusachen
Ryn en Schie met zyn aansluiting aan de
gemeente 's-Gravenhage, met do daarby
behoorende kunstwerken, van 1 Jan. 1901 tot
en met 31 Dec. 1902. Minste inschryver
M. A. J. Taverne, Den Haag, voor f 41,989.
Tot onderwyzer aan de school met den
Bybel to Haarloramermeer is beroemd de
heer J. Pot, te Amsterdam.
De predikanten dor Ned.-Hei v. Gemeente
te 's-Gravenhage ontraden in do „'s-Graven-
haagsche Kerkbode" giften te geven aan
zekeren A. Vermeulen, die beweert zich voor
te bereiden tot het predikambt in de Ned.-
Herv. Kerk.
Geruimen tyd geleden probeerde dezelfde
persoon ook in Leiden en omgeving golden
voor zich by elkaar te krygen.
De plannen voor de feestelyke ontvangst
te Apeldoorn van H. M. de Koningin en
Hertog Hendrik, na hun huweiyk en na den
oflicieelen intocht te Amsterdam, zyn thans
vastgesteld.
Aan het station zal de ontvangst plaats
hebben door den gemeenteraad, aan het
Marktplein door de feestcommissie, aan de
Horv. Kerk door den kerkeraad, waarby de
oudste predikant het woord zal voeren en
een zangkoor het echtpaar liederen zal toe
zingen.
Een eerewacht van de vereeniging de
Koninklyke Scherpschutters van de Veluwe
en van de afdeeling Volksweerbaarheid zal
den stoet escorteeren.
Te 2 uren plechtige onthulling van het
Apeldoorn8che huldebiyk, de Gedenknaald,
waarby een toespraak wordt gehouden. Muziek
zal natuuriyk de feestelykheden ver hoogen.
Des avonds een grootsche fakkeloptocht,
waaraan zoo mogeiyk alle vereenigingen zullen
deelnemen.
Alleen de hoofdweg der plaats zal versierd
worden, doch dan ook op grootsche wyze,
waaraan alle straten der plaats zullen uitge-
noodigd worden deel te nemen.
Er zyn afzonderiyke commission benoemd
voor de versiering, voor de optochten, nog
een voor een bedeeling op den trouwdag aan
alle armën.
Voorts zal een oorkonde worden vervaar
digd en zullen alle leden der feestcommissie,
ruim een 100-tal, deze teekenen, welke oor
konde op den dag des huweiyks ln den voet
van de Gedenknaald zal gemetseld worden.
Te Nymegen heeft zich een commissie
gevormd, bestaande uit de heeren dr. J. P.
öt. Berends, p, A. L. Bronsgeest, F. Th. J. H.
Dobbelmar.n, jhr. E. T. M. v. Ryckevorsel
van Kessel, M. A. De Rooy, mr. Jan F.
A. M. Wierdels, met het doel een monument
te stichten voor wyien mgr. Hamer en zyn
gezellen, die in China by de jongste onlusten
den marteldood stierven.
Hertog Hendrik van Mecklenburg-Schwe-
rin is naar do Ukermark in Brandenburg
vertrokken om graaf Arnim te bezoeken.
"Wegens voorgekomen moeiiykkeden ten
gevolge van niot-betaling van schulden door
militairen, zyn in de onderscheidene garnizoens
plaatsen de ingezetenen door den burge
meester herinnerd aan de bepaling van art.
266 van hut reglement van den garnizoens
dienst, voigons wolken allo ingezetenen, koop
lieden, horoorgiers en andoren, die aan onder
officieren en soldaten krediet verleenen zonder
voorkennis van hun kapitein, geen aanspraak
op betaling kunnen maken en by herhaling
hun huizen aan het garnizoen zullen worden
verboden.
Door den minister van binnenlandsche
zaken is aan do Commissarissen der Koningin
de volgende missive gezonden:
„Voor eenigon tyd is my door burgemees
ter en wethouders eener gemeente de vraagt
gesteld, hoe dat college, by de bevordering
eener richtiga uu-voenog van art. 18 der
Leerplichtwet, voortdurend kennis zal dragen
van de mutatlön, welke plaats hebben mot de
leerplicbtigo kinderen, voorkomende in een
der afzonderiyke bevolkingsregisters, bedoeld
in het Kon. besluit van 27 Juli 1887 (Staats
blad No. 142).
„Art. 11 van dit besluit bepaalt, dat het be
stuur van elk dor in art. 1 aangewezen gebou
wen, gestichten of schepen ten allen tyde aan
het bestuur der gemeente, waar het gebouw,
gesticht of schip is gelegen, de door dat ge
meentebestuur gevraagde inlichtingen geeft
met betrekking tot het door eeratvermeld
bestuur gehouden afzonderiyk bevolkings
register.
„In dit voorschrift vindt m. i. de boven
vermelde vraag haar beantwoording.
„Mochten do gemeentebesturen de inlich
tingen van de besturen van gebouwen, enz.
wenschen te verzoeken van ïyeten, volgens de
modellen, ingevolge artt. 18 en 30 der Leer
plichtwet vastgesteld, dan ben ik bereid, aan
die gemeentebesturen exemplaren dezer lysten
voor dat doel beschikbaar te stellen.
„Ik heb de eer u te verzoeken, het boven-
staando ter kennis te brengen van de be
sturen der gemeenten in uwe provincie".
De heer J. C. J. Drucker, te Londen, heeft
aan het Nederlandsche Museum te Amster
dam ten geschenke gegeven een zilveren
avondmaalsbeker, afkomstig van de Holland-
6che Goineente te Norwich en dagteekenend
uit de periode tusachen de jaren 1565 en
1595. De beker is van Engelsch maaksel
en voorzien van het stadsmerk van Norwich,
waarmede voor het eerst in 1565 de zilver
werken werden gekeurd. Een opschrift luidt:
„The gift of mr. Rychard Browno of Heig-
ham"; welke mr. Browne in 1695 stierf. De
beker is aan den rand versierd met gegraveerde
bloemornamenten en in het midden met boven
genoemd opschrift in sleriyke letters, karak
teristiek voor den tyd van Koningin Elisabeth.
(Hoog 0.177 M.middeliyn aan den boven
rand 9.5 c.M.) Aan den schenker is de dank
der Regeering betuigd. Sts.-Ct
De Chr. zangvereeniging „Zingt den
Heer", te Zwolle, heeft het voornemen opge
vat ln de maand Juni «en zangersfeest te
organiaeeren naby genoemde stad. Aan een
dertigtal vereenigingon uit den omtrek werd
een uitnoodiging tot medewerking toegezonden.
De heer J. Godefroy, muziek-directeur te
Steenwyk, heeft zich bereid verklaard als
dirigent op te treden.
De heer Yan Dyk, te Doetinchem, ont«
ving voor zyn stichtingen, behalve kleinere
giften, van iemand, die onbekend wenscht te
biy ven, f 500, van G. f 600 en van A. B. 0^
te R., f 1000.
Hr. Ma. flottielje vaartuig „Assahan",
onder bevel van den luitenant ter zoo late
kl. F. E. baron Mulert, is 10 dezer te Oleh-
leh aangekomen.
Het etoom8chip „Rotterdam", van Rot-
terdam naar Nieuw-York, passeerde 11 Jan,
Wight; de „Bogor", van Rotterdam naar
Batavia, vertrok 11 Jan. van Perim; de „Gedó",
van Batavia naar Rotterdam, arriveerde 11
Jan. te Marseille on heeft 12 dito de reis
voortgezet; de „Herzog" (uitreis) arr, 10 Jan.
te Durban; de „Kronprinz"(thuisreis)arriveerde
11 Jan. te Suez; de „Koning Willom IH" arr.
12 Jan. van Amsterdam te Batavia; de
„Koningin-Regentes", van Batavia naar Am
sterdam, vertrok 11 Jan. van Padang; de
„Rotterdam", van Rotterdam naar Nieuw-York,
passeerde 11 Jan. Prawlepoint; de Kaiser"
(uitreis) arriveerde 11 Jan. te Lissabon; de
„Koning Willem II", van Amsterdam naar
Batavia, vertrok 12 Jan. van Perimda
„Polyphemus" vertrok 10 Jan. van Batavia
naar Amsterdam; de „Prinses Sophie", van
Batavia naar Amsterdam, passeerde 12 Jan,
Dungenos8; de „Java" vertrok 11 Jan. van
Padang naar Amsterdam.
Benthuizen. De gewone jaarlyksche schouw
over de stookplaatsen en schoorsteenen zal
binnen deze gemeente geschieden op Woens
dag 16 Januari a. e.
Oudshoorn. Het- aanvulhng6kohier van den
hoofdeiykon omslag dienst 1900 is van 8
Januari tot 8 Juni a. e. ter gemeente-secretarie
voor een ieder ter inzage nedergelegd.
Voorschoten. De inzameling voor het hul
debiyk aan H. M. de Koningin in deze gemeente
heeft opgebracht ƒ725.01, waaronder een
gift van f 500.
6)
'i Ik sloot de oogen en trachtte in het ver
leden te zien. En terwyl ik dat deed, kreeg
k een gevoel alsof ik droomde. Nu zag ik
iet ik meende ten minste, dat ik het zag:
Lits flits flits flits. Toen het pistool-
ichot. Toen het tooneel zoo noemde ik het
iltyd in myn gedachten en daarna die
.kelige leegte. Ik opende de oogon weer en
•ortelde den inspecteur wat ik gezien had.
„Kom, nu nog eens," verzocht hy vrien-
lelyk, maar dringend. „Sluit uw oogen nog
ens en zie terug op dien dag. Kunt ge u
liet herinneren of ge even te voren by het
icht van die bliksemflitsen het gelaat van
.en moordenaar gezien hebt?" -
Ik sloot de oogen en dacht na. Weer zag
k die stralen, helder en duideiyk. Maar verder
•ok niets. Geen menschel^jk aangezicht. Ik
roeide, dat ik my vruchteloos kwelde.
Onmogeiyk," zoide ik kortaf. „Myn hoofd
luizolt, maar herinneren kan ik my niets."
U hebt dus niet het minste vermoeden
[vie de moordenaar was?" vroeg de inspecteur
ia eenige oogefiblikken.
„Neen," antwoordde ik op vasten toon. „Ik
tfeet en herinner my niets meer dan gy.
ïlaar van dit oogenblik af zal ik niet rusten
foordat ik den moordenaar heb opgespoord,
tk moet weten, wie myn vader heeft gedood."
„Goed zoo," zeide de inspecteur, terwijl hy
fleh gereed maakte om heen te gaan. „Indien
i by dit voornemen volhardt, dan «al het ge-
leim van Woodbury spoedig opgelost zyn."
H\j had nog niet uitgesproken, toen ik
den sleutel in het slot der huisdeur hoorde
omdraaien.
Ik wist, dat het tante Emma was, die van
de markt terugkeerde.
Het volgende oogenbllk snelde zy hevig
ontsteld de kamor binnen.
„Wat beteekent dit?" riep ey op een toon
van hevige verontwaardiging. Mynheer, hoe
durft u gedurende myn afwezigheid myn huis
binnendringenl Hoe durft u myn dienstboden
omkoopen?"
Thans wendde zy zich tot my en myn
gloeiende waDgen ziende, zeide zy op voel
kalmer toon:
„Kom, kindlief, ga met my mee. Marie had
dien heer niet moeten binnenlaten. Ik vrees,
dat ge nu weer ziek z"ult worden en al wat
wy in deze vier jaren gewonnen hebben, is
misschien weer verloren."
„Lieve tante," antwoordde ik, myn hand
op haar schouder leggend, „maak u toch niet
zoo ongerust. Wees niet boos op Marie, want
haar schuld is het niet. Ikzelve heb haar
verzocht dezen heer binnen te laten. Het
onderhoud heeft my goed gedaan in plaats
van kwaad. Ik ben zoo biy, dat ik eindeiyk
eens vry-uit heb kunnen spreken."
Tante Emma beefde over al haar leden.
„Ge zult weer instorten, myn kind," riep
ze by na schreiond en my aan haar hart
drukkend. „Ge hebt stellig weer alles ver
geten, wat ge geleerd hebtIk verzoek
u terstond myn huis te verlaten, mynheerl"
„Neen, biyfl" riep ik gebiedend. „Ik heb
het recht op de hoogte te worden gebracht.
U vergist u wezenlgk, tante, als u denkt, dat
ik ziek ben. Ik ben geen kind meer. Ik begin
my weer alles te herinneren. Vier jarenlang
heeft dat afschuweiy£e tooneel my nacht en
dag vervolgd. Nooit kon ik myn oogon sluiten,
zonder het voor my te zien. Ik heb zoo innig
verlangd naar een ophsèderingIk wil nu
alles weten.... Ik keer naar Woodbury
terug l"
„Naar Woodburyl" riep tante Emma vol
ontroering„O, Una, dat zal je den dood
aandoen."
„Dat geloof ik niet," zeide de inspecteur
glimlachend en zonder zich in het minst door
tante's heftige woorden beleedigd te toonen.
„Miss Callingham8 gezondheid is veel beter
dan ge denkt. Onze geneeskundige raadsman
beweert, dat het angstvallig vermyden van
iedere toespeling op het gebeurde verkeerd
op haar geest gewerkt heeft. Indien men haar
toestaat de plaats, waar zy vroeger gewoond
heeft, terug te zien, zal haar geheugen waar-
schyniyk terugkeeren en de justitie daarmede
haar voordeel kunnen doen. Eón gunstig teeken
heb ik nu reeds opgemerktMiss Callingham
spreekt van ferwpkeeren naar Woodbury."
Tante Emma wierp hem een diep verwy-
tenden blik toe. Zy wist biykbaar niet wat
te antwoorden.
„Zy zelve zou daaraan nooit gedacht heb
ben," zeide ze. „U hebt het haar in het hoofd
gebracht."
„Neen, tante," viel ik haar in de rode;
„u vergist il Deze heer heeft zelfs niet daarop
gezinspeeld. Het denkbeeld is geheel vanzelf
by mg opgekomen. Ik moet ontdekken wie
de moordenaar van nfijn vader is. Hetgeen
de inspecteur van politie my heeft meegedeeld,
heeft lang vergeten snaren in myn ziel doen
trillen. Ik weet zeker, dat ik my veel meer
zou herinneren als ik naar Woodbury ging."
Tanto barstte in snikken uit en liet zich
op een stoel neervallen. Ik vatte haar hand,
een zachte, blanke, fijngevormde hand, die aan
de binnenzyde een aantal door elkander krui
sende litteekens vertoonde, en drukte haar
innig. Maar ik voelde, dat zelfs haar tranen
mg niet van myn plan zouden kunnen af
brengen. Ik had plotseling myn vroogeronaf-
haukeiyk karakter teruggekregen. Vier jaren
lang was ik een kind geweest, thans was die
onnatuuriyke toestand voorby. Myn wil was
teruggekeerd. Tante scheen dat nog steeds
niet te begrypen en zeide:
„Neen, je gaat niet naar Woodbury, ook
dokter Wade zal het je verbieden 1"
Nu richtte ik my in myn volle lengte op
en zeide op zeer katmen, maar beslisten toon:
„Tante, ik bon een en twintig jaar en dus
meerderjarig. Niemand kan my dwingen, u
niet en dokter Wade evenmin. Ik ben onaf-
hankeiyk en de erfgename myns vaders. Ik
zal onmiddeliyk de noodige maatregelen nemen
om myn vermogen in handen te krygen en
morgen vertrek ik naar Woodbury."
Met een veelzoggenden glimlach wenddo
zich nu de inspecteur tot tante Emma.
„U ziet, dat miss Callingham zeer logisch
denken kan," sprak hg; „de uitwerking van
myn onderhoud mot haar is gunstiger geweest
dan ik had durven hopen."
Tante Emma antwoordde niet en de inspec
teur nam zyn hoed en verliet met een diepe
buiging het vertrek.
„Una," zeide myn tante, toen hy weg was,
„die man heeft misschien geiyk, je geest is
weer gezond, maar voor my is dat een
vreeseiyke slag, want nu ga je my verlaten
en ik heb my zoozeer aan je gehecht. Ik heb
je liefgekregen als myn eigen kind."
Ik kuste haar en trachtte haar te troosten,
maar zy scheen zich over myn herstel in hot
geheel niet te verheugen en hield niet op
met schreien. Ik liet haar alleen en begaf
m(j naar myn kamer, om over alles rustig
na te denkon. De drukkende last was van
my weggenomen, ik voelde my tot alles in
staat. Ik was vastbesloten zoolang te zoeken,
totdat ik den moordenaar mijns vaders ge
vonden zou hebben; ik had mg voorgenomen
m(j te ontworstelen aan dat gevoel van twyfol
en onzekerheid; ik wilde my alles te binnen
brengen, wat met mgn vroeger leven in ver
band stond.
Maar vreemd genoeg was het veel moei
een brandende nieuwsgierigheid en een gevoel
van plichtbesef, dat rnu daartoe drong, dan
eenig gevoel van liefde voor mgn vader. Ik
kon hem my in het geheel niet levend voor
stellen. Het eenige, wat my voor den geest
stond, was het oogenblik, toen hy dood op
den grond lag. Dat verlangen om de waar
heid te ontdekken was de eenige prikkel, die
my aangreep.
Den volgenden dag maakte ik de noodige
toebereidselen voor myn vertrek. Ik begaf my
naar myn bankier, nam zooveel geld als ik
dacht noodig te hebben, pakte toen het nood-
zakeiyke by elkaar en reed naar het station.
Enkele gedeelten van Londen kwamen my
zoo zonderling voor, en toch herinnerde ik
my ze gezien te hebben. Het was nog vroeg,
toen ik Paddingtonstation bereikte. Ik liep
op het perron heen en weer, wachtende op
den trein, toen ik een jongea zag, die bezig
was een groot papier aan den muur te plakken.
Werktuigiyk keek Ik er naar en wat stond
daar met groote lotters te lezen?
„Miss Una Callingham en de geheimzinnige
moord te Woodbury. Wil zy den moordenaar
sparen?"
Verstyfd van schrik bleef ik staan. Ik vatte
niet terstond de beteekenis dier woerden.
(Wtdt vermigd.)