MENGELWERK. Eindelijk gevonden. Burgerlijke Stand. Ons werd do maatstaf niet vertrouwd, Waarmee met juistheid wordt gemeten, Wat groot en grooter nog mag heeten, Wat stouter is of minder stout En de bezorgde tegenstanders van den leerdwang kunnen dan bywyze van refrein instemmen in den klassieken eersten regel uit de BOverwintering" (gevarieerd naar den veranderden toestand): "Reeds hield het schrikiyk pleit van dwang en vryheld op." Men ziet, ook de Zutfetische is haar Tollens nog niet vergeten, zegt De Standaard. En dat zou, alles wèl bezien, ook jammer zijn. Over het voortreffelijke der regeling, die zij voorstelt, zou zeker nog wel het een en ander te zeggen zyn. Maar dat „gemeenschappelijke" in het ver zuim lokt anders, als steeds, wel aan 1 Doch tegen één ding komen we op. Ze moet Tollens' woorden en de feiten geen geweld aandoen. Nog steeds geldt in deze materie het vanouds befaamde: „Nóg hield het schrikiyk pleit van dwang en vryheid aan." Zoo komt Tollens en de waarheid in zake leerdwang, en de rest, beide tot hun recht. Maar propos had do Zutfensche geen tegen-citaatje van Potgieter bij de hand contra dat blijkbaar wat lastige: B Wat baten wetten in stryd met de zeden 1" 't Zou, ook al ging de dooi door, nog wel eens treffelijk dienst kunnen doen. Zoo 't er is. Heusch. Eet Vaderland wydde eenige regelen aan de politieke rode, die het lid der Tweede Kamer m r. Drucker, te Gronin gen, gehouden heeft, en zegt ten slotte: Hierin trekt tweeörlei de aandacht: lo. de verklaring, dat de Grondwetsherziening op het program moet staan, wat iets anders is dan dat zy gemaakt moet worden tot den alles- beheerschenden inzet van den politieken stryd, en 2de de opmerking, dat van de samenstel ling der nieuwe Kamer zal afhangen, of zy aan de orde kan worden gestold, een vóritó h la monsieur de la Palisse, die niets beslist over de vraag, of de verkiezingsstrijd zelf zoo moet worden geleid, dat gestreefd wordt naar een samenstelling der Kamer, waarbij, met verwaarloozmg van alle andere belangen, de Grondwetsherziening het allesbeheerschende vraagstuk der politiek kan worden. Bedenkt men nu, dat de heer Drucker zelf gewezen had op de tegenwoordige versnippe ring der politieke partyen, en het op dien grond ondenkbaar had genoemd, dat er in den eersten tyd een ministerie zou kunnen komen, waarvan alle leden op alle punten gelyk denken, dan ligt het vermoeden voor de hand, dat er by hem ook wel eenige twyfel zal bestaan, of men een Kamermeer derheid en een ministerie kan krijgen, over Grondwetsherziening eenstemmig denkende. Het zal inderdaad niet overbodig zyn, dat hy, gelyk hjj beloofde, tegen de verkiezingen «yn meeningen nog eens nader uiteenzet. Iets over de Liefde, Het diner, dat ter eere van de opening der Jacht by den markies De Bertrans gogeven werd, was byna afgeloopen. Elf jagers, acht dames en de dokter zaten om de rijk gedekte tafel. Men sprak juist over de Liefde, en was het oneens over de quaestie of men maar ééns of meermalen oprecht van iemand kan houden. Voorbeelden werden aangehaald om de tegen overgestelde opiDies met bewijzen te staven. De mannen dachten over het algemeen, dat de Liefde net was als een ziekte, zy kon meermalen terugkomen; ja, zelfs kon ze jloodelyk zijn, als haar een hinderpaal in den weg werd gelegd. De vrouwen hielden vol, dat de Liefde, de ware, heilige Liefde, maar ééns in zyn loven een sterveling kon vervullen, een idee, dat meer steunde op een poötische gedachte dan on waarnoming van feiten. De markies zei daarentegen, dat het met de Liefde was als met do dronkaards. Wie eenmaal aan den drank verslaafd is, drinkt altyd wie eenmaal iemand bemind heeft, bemint altyd. „Het is een quaestie van tempe rament." Eindelijk riep men den dokter als scheids rechter, en vroeg hem zyn meening. „Juist zooals de markies zegt, het is een quaestie van temperament. Ikzelf heb een liefde gekend, die vyf en twintig jaar aaneen geduurd heeft en die eerst met den dood eindigde." De markiezin sloeg de handen ineen. „Ach, hoe hoerlykl Wat een droom, zoo bemind te worden. Wat een geluk voor dongene, die zoo aangebeden wordt 1" De arts lachte. „Werkeiyk, mevrouwl U vergist zich daarin niet, dat een man het voorwerp was, dat bemind werd. U kent hem; het is de hoer Chouquet, de apotheker. Ook de vrouw hebt gy gokend. Zy is de oude stoelenmateter, die jaar in jaar uit op uw kasteel kwam. Maar ik zal u alles duidelyker vertellen." Ongeveer drie maanden geleden werd ik aan het sterfbed van deze oude vrouw geroepen. Daags te voren was zy in haar wagon, waarin zy woonde, en die door een ouden knol ge trokken werd, aangekomen. Achter den wagen aan liep altyd een groote zwarte hond, die haar vriend was. De geosteiyke was er ook jeeds en maakte ons tot haar executeur- testamentair, en om ons haar testament duideiyk te maken, vertelde zy ons haar heele levensgeschiedenis. Haar vader en moeder waren ook stoelen- matters. Een woning hadden ze niet, alleen maar trokken ze met don wagen rond. Reeds als klein meisje liep zy in lompen, vuil en smerig. Aan de grens van de dorpen, by de begraafplaats, hielden zy stil en spanden zy uit. Het paard graasde, de hond sliop, en de kleine sprong in het gras, terwyi de vader en de moeder, in de schaduw van de olmen, rondkeken. Dan werd er conferentie gehouden, wie er op uit zou gaan, om in de huizen der dorpsbewoners te roepen: „Do stoelenmatter"! En dan, als er werk was, werd het stroo gevlochten. Als het kind to ver wog ging of met ees jongen uit het dorp liep, riep do vader woedend: „Zal je eens gauw terug komen, deugniet!" Dat waren de eenige lieve woorden, die zy hoorde. Toen zy grooter werd, hep ay verder weg en wandelde wel eens met jongens, maar toen riepen de ouders van de jongens: „Zal je eens gauw terugkomen, lummel; moet jy met zoo'n bedelkind loopenl" Eens op een dag zy was toen elf jaar zag z(j, achter het kerkhof, den kleinen Chouquet, die huilde, omdat een speelkameraad twee centen van hem weggenemen had. Die tranen ontroerden haar. Zy ging naar hem toe en toen zy hoorde, waarom hy huilde, gooide zy al haar bedelceaten in a(jn hand, in het geheel vyf en dertig centen. Zy droogde zyn tranen en in haar jeugdigen ©vermoed gaf ze hem een zoen. En toen sfl bemerkto, dat hy (die steeds naar het geld keek) dat toeliet, omarmde zy hemen liep toen weg. Wat ging er om by dit arme wezentje? Voelde zy iets voor dea jongen, omdat zy hem haar laatste geld had opgeofferd, of omdat zy hem een ku3 had gegeven? Dit geheim blyft altyd hetzelfde, zoowel voor de armen als voor de ryken. Maandenlang droomde zy van hom. In het vooruitzicht hem eens weer te zien, bestal zy haar ouders, bedroog zy hier en daar de menschen, die stoelen lieten maken of stroo kochten voor een stuiver. Toon ze terugkwam, had ze een gulden in haar zak, maar ze kon den kleinen apotheker, die, netjes gekleed, achter de toonbank van den vaderlyken winkol en tuaeehen de ge kleurde flesschen zat, Diet terugzien. Haar liefde nam daardoor nog toe. Zy bewaarde zyn onuitwischbaar beeld in haar hart, en toen zy hem het volgend jaar terugzag, achter de school met zyn vriendjes voetbal spelende, ging zy naar hem toe, greep hem en kuste hem hartetechteiyk, zoó, da hy er verlegen mee werd. Daarna, om hem gerust te stellen, gaf ze hem al haar geld, één gulden zestig cents. Hy nam het aan en liet zich liefkoozen, zooveel z(J wilde. Nog vier jaar lang bewaarde zy al haar spaarduitjes, om zo tegen zyn kussen in te ruilen. Dan wae het weer eens een daalder, ééns een guldon, en den laatsten keer twee gulden vyftig, en toen lachte zy, gelukkig en tevreden. Zy dacht nog altyd-door aan hem, en hy wachtte haar op met ongeduld, liep haar te gemoet, en dat deed haar zoo heerlyk aan. Maar toen verdween hy. Hy was naar een universiteit gegaan. Dat wist zy, want zy had er overal naar gevraagd. Haar ouders had zy er eindelyk toe ge kregen, hun weg te veranderen, en zy gingen naar zyn stadl Zy had hem in twee volle jaren niet gezien en herkende hem nauwelijks, zóó was by veranderd. Hy was groot en mooi geworden, en zag er prachtig uit. Hy deed net of h(j haar niet zag en ging haar negoerend voorby. Twee lange dagen huilde zy, en sinds dien tyd leed zy. Elk jaar kwam zy terug en liep zy hom na, maar durfde hem niet groeten, en hy deed of hy haar niet zag. Zy hield hartstocbtelyk veel van hem. Tot my zeido zy: „Dat is de eenige menech, dokter, dien ik op de wereld gezien hebik weot niet, of er andere monsohen bestaan." Haar ouders stierven. Zy zette de zaak van ben voort. Alleen nam zy nu twe© hen den in plaats van één. Toen zy woer eens in het dorp kwam, waar haar geliefde was, aag zy Chouquet gearmd loopen met een vrouw. Hot was zyn echtgenoote. Pas kort was hy getrouwd. Dienzelfden avond liep zy fri den vyver voor het stadhuis. Een man baalde haar er uit, en bracht haar in de apotheek binnen. De jonge Chouquet verpleegde de vrouw, maar herkende haar schynbaar niet. Z(j wiMe hom kussen, doch toen sprak hy: „Wat zijn dat toch voor gekke dingen; doe toch niet zoo dwaas." Dat was haar genezing. Zy bad hem weer eens gesproken. En daarom «Reen was zy gelukkig. Voor zyn moeite wilde hy niets nemen, ofschoon ze er op aandrong, bom te betalen. En zoo ging haar leven voort. Zy matte stoolen en dacht aan Chouquet. Elk jaar zag zy hem terng. Zy kocht by bem baar medl ey nen in voorraad. Zoo ken zy hem sien van dichtby en hem geld geven. In het voorjaar stierf zy. Nadat ay my haar geschiedenis verteld had, veraocht ae my, hem mode te deelen, dat ze voor hem had gewerkt, gespaard, alléén om zeker te syn, dat hy nog wel eens aan haar zou denken, als ay dood was. Toen gaf ze my ruim twaalfhonderd gulden. By haar laatsten ademtocht gaf zy den geeste- ïyke het geld voor de begrafenis en my de rest. Den volgenden morgen ging ik naar de Chouquets. Zy zaten jui6t aan het ontbyt Ik begon, ontroerd, over de zaak te spreken, er van overtuigd, dat hot Chouquet treurig zou stemmen. Zoodra Chouquet begreep, dat hy bemind was geworden door oen vagebonde, oen stoelenmatster, ncha&mde uy tich on was woedend. Het w«s henï i.st of hy zyn reputatie verloren had, alsof iets keeriyks en dierbaars hem ontnomen was. Zyn vrouw riep niets dan: „Die bede lares 1 Chouquet stond op, liep hoen en weer en zei: „Begrijpt u zoo iets, dokterl Dat een fatsoeniyk mensch zoo iets kan overkomen I Wat kan je daaraan doen? Als ik het eerder geweten had, dan had ik haar door de politie laten oppakken en gevangen late» nemen I" Ik was beteuterd over het resultaat van myn goed werk. Ik wist niet, wat te doen of te zeggen. Doch ik moest volbrengen wat ze my opgedragen had. „Zy heeft my opgedragen, n haar spaar penningen te geven, zoowat f 1200, maar daar de zaak voor u zoo onaangenaam echynt te zyn, is het misschien het beste, dat geld aan de armen te geven." Verbysterd van schrik keken ze my aan. Ik nam het geld uit myn zak, vuil geld uit alle landen en streken, goud en koper door elkander. „Nu, wat wilt ge, dat ik er mee doe?" Mevrouw Chouquet sprak hot eerst„Maar als het haar laatste wil is ik geloof, dat het niet zoo eenvoudig gaat, om het geld maar te weigeren." De man zei: „Wy kunnen er altyd nog iets voor de kinderen van koopen." „Zooals u wilt," zei it droogjes. „Geef u het maar hier, wy zullen er wel iets goeds mee doen," zei hy. Ik gaf het geld en ging heen. Den volgenden morgen kwam Chouquet by my en zei„Maar ze heeft toch nog ©en wagen nagelaten, zjjdat wyf daar. Wat heeft u daarmee gedaan?" „Niets, u kunt dien nog krygen als u dak wenscht." „Zeker, hy behoort my toe; on ik kan- het hout best gebruiken voor myn moestuin Toen ging hy weg. Ik riep bem nog na: „Zy heeft nog een oud paard en twee honden nagelaten. Wilt u die ook hebben Een beetje verlegen bleef hy staan: „O neen, wat moet ik daarmee beginnen? Doe u daarmee wat u will" Toen begon hy te lachen, greep myn hand en drukte ze. „Wat wilt u, de dokter en apotheker van hetzelfde dorp kunnen toch nooit vijanden worden, nietwaar?" Ik:cüLo) de honden genomen. De geeste- lyke, een zoer edelmoedig man, nam hot paard, en den wagen heeft Chouquet. Voor het gold kocht hy vyf spoorweg-obligaties. „Dat is het eenige voorbeeld van liefde, dat ik in myn leven heb leeren kennen." De dokter zweeg. De markiezin, met tranen in de oogen, zuchtte: „Waariyk, alleen vrouwen kunnen werkeiyk liefhebben." RECLAMES, a 40 Cents per regel. Wy hadden het schryven, dat hieronder volgt, van den heer Lodivicus van Parys ont vangen, wonende te Yzondyke (Rodeuhoek) prov. Zeoland. Oazo verslaggever begaf er zich hoon om zich persoonlyk rekenschap te geven omtrent de waarheid, die dat schryven bevatte. Met voel moeite mocht het hom ge lukken, genoemden persoon te vinden, want h(j was genoodzaakt geweest lang genoeg thuis te blyven, zoodat hy nu mot do terug- bekomen krachten met lust zyn landwerk verrichtte. De heer Lodivicus van Parys zeide aldus roods lang had ik U eens willen BchryveD, maar ik wenschte te zien, of de genezing van biyvenden aard zou zyn, en dat is zoo. Sedert 4 maanden was ik ïydende aan inwendigen brand, welko naar buiten sloeg en waarvan ik veel last hadik had hoegenaamd goen eetlust en mot tegonzin verrichtte ik. m(jn werk. De genezing gelezen hebbende van verscheidene personen, die door die heilzame en krachtige Pink-Pillon van Dr. Williams genezen waren en die, evenals ik, aan bloedarmoede ledon, bosloot ik ze ook to gebruiken. Na het ge bruik van 5 doocjes was m(jn genezing vol komen. Het zal my oen groot genoegOB doon myn genezing gepubliceerd to zien, wetende alsdan een weldaad aan de ïydonde mensch- heid bewezen te hebben. Ik ken personen, die ook Pink-Pillen hebben laten komen, die goedkooper waren, doch ze waren gefopt, ik ben biy, dat ik de echte genomen heb, hot geld, dat ik er voor opgo- offerd heb, komt thans door een geregeld werk dubbol en dwars terug. Wacht U dus wel voor de namaak. Men zegge bet voort. Andere ziekten, welke dezei/de oorzaak hebben, zooals rheumatiek, huidziekten, alge meen© zwakte, beenziekte by het kind en somtyds de tering, zyn door hun gebruik ge nezen geworden. Door de maag het epnemen van het voedsel te vergemakkelyken en door het bloed te zuiveren, genezen de Pink-Pillen alle ziekten. Pry8 f 1.75 de doos; f 9.— per 6 doozen. Verkrygbaar by J. H. i. Snabilié, Steiger 27, Rotterdam, hoofddepothouder voor Nederland, en apotheken. Franco toezending tegen postwissel. Ook echt verkrygbaar voor Leiden en Om streken by Retst Krak, Drogerijen, Bees tenmarkt Wyk 6 No. 41, en J. H. Dijkhuis, Drogeryen, Hoogstraat No. 6. Men geve acht, dat de echte Pink-Pillen van Dr. Williams zich in een houten kokertje be vinden, met rooskleurig papior omwikkeld, waarop met blauwe letters gedrukt staat: Pilules Pink -pour Personncs Pdles du Dr. Williams. Verder moet zich op ieder nltwen- dig omhulsel bevinden een wit strookje papier over de lengte der étui geplakt, waarop staat; Prijs1.76 Old. de doos9.Old. per 6 doozen Eenig depothouder voor Nederland: SnabiluS, Steiger 27, Botterdam. Voor de gebruiks wijze raadplege men de ingesloten Eollandsche Circulaire. 317 84 KOLON1KN. BATAVIA, 711 Docember. De „Java-Ct." ontleent het volgendo aan een van den gouvernenr van Atjoh ontvangen telegram Een op 6 December uit het bivak te Blang Pidiö, afdeeling Tapa Toean, uitgerukte patrouille viel in de kloof van Sepoejoe T. Ben met zyn bende aan en verdreef deze met achterlating van zes dooden met hun wapens; onzerzyds sneuvelde de Europeescbo fuselier Koenders (alg. st. No. 48169) en werden levensgevaariyk gewond de Europeeseho fuse liers Klein (alg. st. No. 86116) en Vermeulen (alg. st. No. 30900), terwyi een ïnlandsch fuselier niet levensgevaariyk werd gewond. In den nacht van 6 op 6 Docember werd het bivak te Blang Pidié beschoten; mot het achtergebleven detachement, versterkt door de landingsdivisie van Hr. Ms. flottieljevaar- tuig „Edi", werd tegen den vyand uitgerukt; deze liot daarby tweo dooden in onze handen, torvvyi onzerzyds van de landingsdivisie niet lovensgovaariyk worden gewond de Europee scbo korporaal Saunders (alg. st. No. 28668) on de marinier Spiekerman (alg. st. NoJ 18867). Overste Ten Broek, die door de over plaatsing van kolonel Van dor Dussen naar Atjeb aldaar zal aftreden als chef van den generalen staf, en by het wapen der infan terie is teruggeplaatst, zal ter vervanging van den tot kolonel bevorderden overste Van den Brandeler, te Makassar optreden als geweste- ïyk militair commandant van Celebes. Hoeton. Uit Makasser wordt d.d. 11 Dec. aan hek „B. N." geseind: De opstandelingen in het landschap Moeton zyn andermaal geheel verslagen en lieten ver scheidene dooden in onze banden. Aan onze zyde werden geen verliezen ge leden. De troepen keerden naar Menado terug. De landings#!visie der zeemacht scheepte zich weder in. De radjah van Moeton meent, dat thans aan alle verzot het hoofd is ingedrukt en ver zekerde zonder verdere hulp van het gouver nement meester van den toestand te kunnen blyven. Door den Gouverneur-Generaal van Ned.-Indiö zyn de rolgendo beschikkingen genomen: CIVIEL DEPARTEMENT. Benoemd: By den post- en telegraafdienst tot chef van het kantoor te Tjandi do commies der derde klasse W. F. Frans, te Seruarang. Overgeplaatst: Van Soerabaia naar Probo- linggo de commies dor derde klasse D. Th. Q. V arkeviaser. Benoemd: Tot onder-directenr by het labora torium voor onderzoekingen op het gebied van pathologische anatomie en bacteriologie te Wei- te vreilon (Batavia) dr. G. Gryns, thans tydelijk met de waarneming van de functiën dier betrek king belast; met bepaling, dat bij, zonder verdore rernuD«ratie, belast blytt met bet hem opgedragen onderzook naar de phj'siologische en pharmoco- dynanmebe eigenschappen van de in roods ryst vervatte looistof en eventneele aDdore in aan merking komende bestanddeelen van die rystsoort, inzonderheid met betrekking tot bern-berri. Ontslagen: Met ingang van '6 Januari 1901, op verzoek, eervol uit 'e lands dienst, de secre taris raa de wees- en boedelkamer te Soerabaia, J. Van Ek. Op vei zoek wegens ziekte eervol uit zijn betrekking, de commies op het residentiekantoor te Medan (Oostkust van Sumatra) A. J. Van Alpben. B eueeoid: Tot commies op het residentie kantoor te Medan (Oostkust van Sumatra), de klerk op bet residentiekantoor te Muntok (Banka) A. J. G. M. Kiernorey. Verleend: Wegens langdurigen diensteen jaar verlof naar Europa aan den commies der derde klasse bij den post- en telegraafdienst H, V ogel. Ontslagen: Op verzoek oervol uit 'slands dienst de lügemeeno ontvanger van 's lands kas te Toeleeng Agoeng (Kediri) J. L. D Pijma. Benoemd: Tot commies der derde klasse bij den post- ©u telegraafdienst, de adjunct-commies W. C. Veer. Belast: Met de waarneming der betrekicing van algemeen ontvanger van 's lands kas te Toeioeng Agoeng (Kedirn, de ambtenaar op wacht geld J. A. ylaase, laateieiyk algemeen ontvanger van 'e lands kas te Tegal en zulks met intrek king van bet besluit, waarbij by is bela3t met de waarneming der betrekking van algemeen ont vanger van 'elands kas te Griasee Soerabaia Gesteld: Voor den tijd van twee maanden of zooveel korter als zal blijken voldoende te zijn ter beschikking van den voorzitter van de land raden te Bandoeng, Tjitjalen^ka en Soemedang, om te worden belast met griftierswerkzoamheden bij die rechtbanken, de ambtenaar op wachtgeld L. M. 1'. B Braun, laatstelijk ter beschikking van oen landraad to Loemadjang (Probolmggo). Belast: Met de waarneming der betrekking van directeur der coutréle-gevangenis voor Euro peanen eu met dezen gelijkgesteiden te Semarang, de gepeeeionneerde kapitein der mf. H. Kuyk. Verlengd: De termyn, waarvoor de ambte naar C. W. M. Beugel ter beschikking is gesteld van den voorzitter van den landraad te Soemenep (Madoera), ten einde met griffierswerkzaambeden bij die rechtbank te worden belast met twee maaoden of zooveel korter als zal blijken vol doende te zyn. De termyn waarvoor H. Waterloo ter beschikking is gesteld van den voorzitter van de landraden te Cheribon, Madjalengka en Koeningan (Cheribon), ten einde met griffierswerkzaambeden by die rechtbanken te worden belast tot nltimo December 1901 of zooveel korter als zal blijken voldoende te zyn. Tydelijk gesteld: Ter beschikking van den hoofdinspecteur voor de suiker- en rijstcultuur, het landelijk stelsel en wat daarmede in verband staat, voor bet aanwijzen en uitzetten van proef/» snitvelden en andere hem door dien hooidinspeo- teur op te dragen werkzaamheden, de klerk by bet departement van Onderwijs, Éeredienst en Nijverheid P. 0, Arends; H. J. Bernelot Moens, zonder bezoldiging werkzaam bij het departement van Binaenlanilscb Bestuur; de klerk bij bet Departement van Financiën H. F. Van Hengel; en de klerk bij de Algemeene Rekenkamer G. J. Koot. Ontslagen: Op verzoek met ingang van 4 December 1900, eervol uit 's lands dienst, de klerk by de Algemeeoe Rekenkamer A- De Burlet. Bij do exploitatio der Staatsspoorwegen op Java. Benoemd: Tot stationschef der derde klasse en geplaatst op de oosterlynen de ambtenaar op nonactiviteit A. B. C. Koorevaar. By d»n Waterstaat en 's lands B. O. W. Geplaatst: By de directie de ter besohikkinp gestelde ambtenaar op uonactivitoifc Jbr. A. LL E. Van der Does de Byo, laatst ingenieur der derde klasse. DEPARTEMENT VAN OORLOG. Overge plaatst: By het garnizoensbataljon van Palem- bang als commandant der Palembangscho Boven- landcn te Labat, de majoor bij het zeventiende bataljon A. J. U. Van Geuna; bij bet derde depot-bataljon, do eerste luitenant by het eerste reserve bataljon J. H. Daam; bij de garnizoenscompagnie der Lampongscbe distrieten, de tweedo luitenant by bet tweeae reserrebataljou J. H. G. Vermeer. Geplaatst'- Bij bet subsistentenkader te Ba tavia. de kapitein F. Scbütt, van detacbeoring uit Nederland terugverwacht wordende; by bet elfde bataljoo, do tweede lniteant uit Nederland vorwacht wordende, zynde bestemd voor den dienst hier te lande, J. R. Kioaz; bij het eerste reservebataljon, de tweede luite nant uit Nederland verwacht wordende, zijnde bo- etemd voor den dienst bier te lande, C. (x. Back, Geplaatst: By aankomst in Indiö te Padang, de oibcier van gezondheid dor eersto klasse J. G. Blonk, keerende van verlof terug. Ontslagen: eervol als militaire commandant van Amboina en Ternate, de tot kol. bevorderde luit.-kol der inf. H. G. Willema; ▼an Celebes, Menado en Timer, do iet kol. be vorderde luit.-kol. der inf. jbr. AI. W. C. Van den Braudoler. Beuoüind: Tot comm. der late mi), afd. op Java, do kol. dor inf. H. G. Willens. Tot biilitairon commandant: van Amboina en Ternate, de luit.-kol. der inf. B. T. C. E. Schmidt; van Celebes, Menado en Timer, de luit.-kol der inf. N. Ten Broek. Geplaatst: By aankomst uit Noderland. de tweode luit. dor art. A. J. C. Jor.quièrc b j de viertiende corap. art. [comp. v« Sumatra'» West kust], te Padang; c de tweode luit. der art. J. Groenhof by do dor- tiende comp. [vierde comp. veetiaf J art. te Batavia; de tweede luit. der art. J. 'I\ W. Boxman bh' de drie en-twintigste comp. [tweede comp. vesting] art. te Batavia; de tweede luit. der art. E. D. B. Mans bij de negende compagnie [derdo comp. vesting] art. te Batavia; de tweode luileDant der art. W. P. J. K. fiiunot de Roclivbi«ae b;j de zeslieuda eempftgol*, zesde compii- li vojstinjAi filiorie te Soerabaia do tweede luits. i.er i.it G. E Van Lier en li. W. Vorment bij do vijftiende «omp. vijfdo ooinp. vesting-ark te Willem 1 de tweede iuite der art. G. J. Pitlo en A. F. Van der Alijll Dekker by de zeventiende comp., zesde comp. vest. art. to SaluLg*. Overgeplaatst: Do eeri e luit. der art. A. J. Loekemeijer van de zev entiende comp. Faevonde comp. vestiug] art. ie .Solatia*, naar de tionde comp. art. [derde veld batterij] te WiHwni J; de eerste luitenant der art. J. U. H. Foikomavaude tweede comp. art. [tweede veldbatterijl te Ëanjoe Biroe, naar de zevende comp. [zevende comp. vesting] art. te Salatiga. In verband met de tijdelijke verplaatsing van de standplaats van den eerstaanwezend genie- officier ter Sumatra's Oostkust, is overgeplaatst van Medan naar Kwaia-Simpang de kapitein der genie J. D. Berkbout. Ingetrokken: Op verzoek het aan den eersten luitenant der infanterie H. A. Gnsdorf wegens langdurigen dienst verleend eenjarig verlof naar Enropa. Ontslagen: Wegens overgang in 'sLands burgerlijken dienst op verzoek eervol uit Hr. Ms. militairen dienst, de oificier van gezeadkeid 2de klasse dr. G. Grijns. Met ingang respectievelijk van 2 Januari cn 2 Februari 1901, op verzoek wegens volbrachten diensttijd, eervol en met behoud van recht op pensioen uit Hr. Ms militairen dienst, de kapi teins der infanterie Al. K. Yf. P. Schemer en J, L. F. Sanders. DEPARTEMENT VAN MARINE. Ontsla gen: Op verzoek eervol uit 'e lands dienst, de derde machinist bij de gouvernements-xnarino D. E. Vogelsang, met bepaling, dat dit ontslag wordt gerekend te zyn ingegaan op 12 September 1900. INGEZONDEN. Mijnheer de Redacteur Veroorloof my het volgende, in verband met het ingezondon stukje, voorkomende in Uw blad van 9 Januari jl.„ te mogen vragen. Is de nieuwbenoemde organist der Hoogh Kerk niet bekwaam voor zyn werk Zoo niet, waarom heeft men hem dan benoemd? My dunkt, zulks is immers door een examen beslist. Waren zy, die dat examen hebben afge nomen, dan wel bekwaam genoeg om daarover te oordeeloa? Zoo niet, heo zou net Ned.- Herv. Kerkgenootschap zoo iets kunnen toe staan? Wanneer een musicus bekwaraor is dan een dilettant, waren dan alle andere sollici tanten ook dilettanten? Zoo niet, dan waa toch zeker zoo'n musicus benoemd. Had men ter wille van den heer E. een geheel© bepaling van het reglement moeten veranderen? Ziehier eenige vragen, gotrouwe kerk ganger! waarmede ge 1*8 zoer zult ver plichten, hierop te willen antwoorden. Mynheer de Redacteur, entvang myn be leefden dank voor de plaatsing hiorvan. Een niet gttrvuw kerkganger, Gemeente-belasting te SasMnhelni* Met 1 Januari jl. is in onzo gemeente de wyze van heffing der gemeen te-bel aatiag ver anderd In een met eigen aangifte van inkom sten. Het rondzenden der beeehi-y vingebtljetten maakte dit feit meer algemeen bekend: voor de meesten onzer gemeentenaren, die over het algemeen op de handelingen hunner vertegen- woordigera weinig controle uitoefenen, was hot een verrassing. Het is jammer, dat destyds zoo weinig publiciteit aan het te nemen besluit werd gegeven; de gemeentenaren hadden dan hun bezwaren kannen kenbaar maken, en twyfel, of het hefffngovoorstel dan wei zou zyn aan genomen gewerden, is steihg niet gewaagd. Ons tot heden gevolgd systeem werkte goed, de benoodigde f 3000 kwamen gemakkelijk, en zonder veel reclames op de aanslagen, binnen. Waarom dan verandering, waar geen rykswet den Raad r verplichtte? Wien men ook is van oerdeel, dat, hoewel het nieuw n,t<eerde stelsel m prin-' cipe goed is, de toepassing daarvan w-.i in een groote stad kan doorgevoerd worden, doch niet m een kleine plaats als de onze, waar de R&adeloden, allen zonder uitnaai*/ ing, zyn óf bekenden, familieleden of burt®, kortom behoorende tot categorieöa van C-eo, wien men een blik in zyn financieel© aanjoegen heden juist het minst gaarne toestaat, 01 wel concurrenten, wier blikken m onze aeken zelfs een gevaar oplevert. By de tegenwoordige samenstelling vnn den Raad is byv. het benoe men ln een reclame-commieaie van een bloem bol lenkweeker niet te ontgaan. Aan deze heerea moet in geval van reclame dee verlangd inzage van boeken en daarmede in zyn meor of min intime aangelegenheden verleend worden. Van versehillende kanten hoort men hot voornemen te kennen geven, gebruik to maken van de bevoegdheid tot niet-invullen van het inkomenbedrag en de schatting duo aan den Raad over te lateB, hoewel men zyn goed recht ln geval van reclame daarmedo eenigermato in de waagschaal scelt. In de gegeven omstandigheden la dit laatsto, echter het oonlgste middel om aan de hier boven goopperde bezwaren te ontkomen; de Raad moet dan wel blyven «statten als voor-' heen en vindt wellicht daar» juist oen reden om te voldoen aan den weneeh van de meeste bolastingbefcalenden, nam. het intrekken van do gewraakte verordening. Z. AARLAN DER VEEN. Beyaliea: F. v. Vliet geb. v. d. Byl D. J. A. Van Gogli D. aLFEN- Bevallen; A Donkor geb. Van Nood 'L K. De Vogel geb. Vier bergen Z. A. O. Krjjger geb. Verdook 'L E. Oasaiec geW De Leeuw Z. W. D. Ai. Sohreuder geb. Lo#4 levtnL D.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1901 | | pagina 6