IN*. 12518
Donderdag 13 December.
A*. 1300
§eze (Courant wordt dagelijks, met uitzondering
van (Zon- en feestdagen, uitgegeven.
Leiden, 13 December.
feuilleton.
DE SCHAT.
PRIJS DEZER COURANT:
Voor Lolden per 8 maanden; 1* r'TifïSOi
Buiten Leiden, per looper en waar «genten gevestigd rtJn 1.80.
Franco per poet j i j t i i t i i i ii 1.65.
PBIJS DEB ADVERTENTIE!!:
Van 1 6 regels 1.05. Iedere regel meer 0.17^. Qrootere
letters naar plaatsruimte. Voor het incasseoron buiten de stad
wordt f 0.05 berekend.
|Voor de krijgsgevangen Boeren en
bun vronwcn en kinderen.
Het Leidsche sub-comité bericht, in aan-
Islmting aan het verslag van het Middelburgsch
•comité, gisteravond in het Leidsch Dagblad
•gepubliceerd, dat het bereid is alle goederen,
I daarin vermeld, of gelden, tot dat doeleinde
I afgezonderd, in ontvangst te nemen en voor
|de verzending te zorgen:
Mev. Schouwenburg, N. Rijn.
Muller—Heynsius, Hoogl.-Kerkgr.
Mej. Byleveld, Witte Singel.
Briêt, Breestra&t.
Coebergh, Breestraah
.v. Dorp, N. Ryn.
m Kutsck Lojenga, Zoeterw. Singel.
Verdam, Hooigracht
Zelden voorzeker gingen zoo ontzaglik
velen op naar een bijeenkomst in de Pieters
kerk als gisteravond. Gansche drommen van
menschen, van allen rang en stand, uit Leiden
en de omstreken, stroomden van even half
zeven tot halfacht naar hot groote kerkgebouw,
■waar veel beschikbare plaatsen gratis mochten
worden ingenomen. Reeds spoedig waren dan
ook al de zitplaatsen bezet en werden tevens
plaatsen, met daarvoor bestemd, als zitplaatsen
gebruikt.
Velen ongetwijfeld waren enkel gekomen
om ds. H. D. Van Broekhuizen, die zou
voorgaan, te zien, en verwijderden zich dan
ook na hun doel bereikt te hebbenhet
meerendeel echter was en bleef ter kerke,
om met belangstelling te luisteren naar
hetgeen deze predikant, verbannen uit Trans
vaal, uit Pretoria, die negen maanden lang
den oorlog heeft meegemaakt, die vertoefde in
de laagers van De Wet on Cronjó, te zeggen had.
Gedurende zjjn lezing stonden dan ook nog
de gangpaden vol hoorderessen en hoorders.
Onder het zingen van Psalm 68 vs. 11 en
14 beklom ds. Van Broekhuizen don kansel en
deelde, na een vurig smeekgebed, mede, dat,
hoewel hij thans mededeelingen wensjchto te
doen over Transvaal en den ottPiQgrL.i) :toch
der schare een tekst onder de aandacht wilde
brongen en wel deze„Wee u, gij verwoester,
die niet verwoest zyt l en gij, die trouweloosiyk
handelt, waar men niet trouweloos^k tegen
u gehandeld heeft l Als gij het verwoesten
zult volbracht hebben, zult g(J verwoest
worden; als gij het trouweloos handelen zult
voleind hebben, zal men trouwelooslyk tegen u
handelen" (Jesaja 33, ver3 1).
Ds. v. Broekhuizen sprak alsnu woordon van
jroote waardeering jegens president Kruger,
'die „alles legt aan de voeten van God, op Wien
'hij blijft vertrouwen, van Wien h(j ztJn heil
en hulp verwacht, en die den Heere smeekt
de harten van vorsten en prinsen te willen
leiden als waterbeken." Dit had de President
4en spr. zoo gezegd.
Daarna sloeg de voorganger een blik in don
'toestand van Transvaal en den Vrijstaat voor
'het uitbreken van den oorlog on verheelde
niet, dat er veel partyschap heerschte, welke
echter week en zich oploste in eensgezind
;en aaneengeschouderd optrekken tegen den
vijand, toen deze het recht en de vrijheid dor
vrije landen bedreigen kwam. Hy stond stil by
de aanleiding tot den oorlog, er met nadruk op
Iwijzende, dat Engeland den oorlog wilde, en
veroordeelde de handelwijze van Cecil Rhodes,
,'Milner, Schreiner en Chamberlain; daartegen
over stellende de vaderlandsliefde der verbonden
Republikeinen en de heldhaftigheid van mannen
als Steyn, De la Rey, Joubert, Botha e. a.
Yooral de mededeeling van zyn persooniyke
ervaringen maakte zyn rede hoogst interessant.
Is God niet met ons? vroeg spr. in den
loop zyner rede. Hebben daar Diet do
overtuigende bewyzen van, zoo we slechts
onze verliezen vergeiyken met die der En-
gelschen
Hy deed ook verschillende mededeelingen
over de zending onder de Kaffers, waaruit
bleek, dat het een gruwelijke leugen van
Engeland is, dat hieraan niet genoeg zorg
besteed wordt.
De Wet werd door spr. gekarakteriseerd
als oen „typische Boer", die zeker nooit den
nek zal buigen voor Engelands dwingelandy.
Niet ongeruster zpn de Engelschen dan wan
neer zy hom omsingeld hebben, daar ze dan
vooruit weten, dat er weer eenige spoortreinen
gesprongen zyn.
Yooral schetste spr. generaal Joubert als
een edel man, die zyn leven gegeven hoeft
voor vaderland en volk en nooit eenige hande
ling gepleegd heeft, in stryd met de belangen
van zyn land en volk.
Ook schetste ds. Van B. generaal Cronjó
en stelde hem voor als een dapper man, wars
van allo verraad. Hy was echter zeer koppig
en minachtte zyn vyanden. Zyn gewone ant
woord aan iemand, die hem raad geeft, is
altyd: „Vóór jy geboren was, was ik al
krygsman".
Daarna werden door spr. verschillende
zaken medegedeeld, welke hy ondervonden
had gedurende zyn gevangenschap; zaken,
die alle een hoogst ongunstig denkbeeld geven
van de handelingen der Engelschen en hen
doen konnon als barbaren.
Ds. Van B. sprak ten slotte als zyn mooning
uit, dat de Boeren het niet verliezen zullen
en wekte op om voor hen to bidden.
Voor hen, die er belang in stellen, wyzen
we er bior op, dat de rede in druk verschenen is
en dat do opbrengst er van bestemd is voor
het fonds tot ondersteuning van Boeren
vrouwen en kindoren dor beide Republieken.
De indrukwekkende en bemoedigende woorden,
waarin ds. Van B. zyn onderwerp „Zuid-
Afrika's vertrouwen." heeft behandeld, ver
dienen de aandacht in breoden kring.
Achtereenvolgens werden nog do schare
gezongen: Ps. I8S vs. 4; Gezang 160 vs. 5;
Gezang 156 vs. 4.
Do menigte zong den predikant na het
uitspreken van den zegen toe het bekende
„Dat 's Heeren zegen op u daal' 1" Daarop
weerklonk krachtig, met orgelbegeloiding (het
orgel werd bespeeld door den heer Mens), het
Transvaalsche volkslied door de kerkge ./elven,
een plechtig slot van dezen avond.
Er werd in de kerk voor Transvaal gecol
lecteerd.
De' in ons vorig nommer vermelde ver
zameling van aan prof. dr. H. A. Lorontz
opgedragen wotenschappeiyke verhandelingen
werd den jubilaris namens een commissie van
Nederlandsche geleerden overhandigd door
prof. dr. H. Haga, die vóór 25 jaren eerste
paranymph by de promotie van den jubilaris
was en die ook het initiatief tot het herden
ken van die plechtigheid had genomen.
Vanwege de Chr. Jongehngsveroeniging
„Uw Bewaarder zal niet sluimeren", alhier,
zullen ook dezen winter weer bijeenkomsten
in „Pniël" gehouden worden. Vorige winters
vielen die zeer in den smaak en was het
aantal bezoekers steeds groot. Moge een en
ander ook nu weer zoo zyn! Zooals reeds in
dit blad werd bekend gemaakt, heeft de eerste
byeenkomst plaats op 18 December.
Naar aanleiding der verloving van H. M.
Koningin Wilhelmina met Z. H. Hertog
Hendrik van Mecklenburg-Schwerin heeft de
firma J. M. Van Kempen en Zonen in haar
Koninklyke Nederlandsche Fabriek van gouden
en zilveren werken te Voorschoten een herinne-
ringsmedaiUo ontworpen en vervaardigd, welke
door haar in den handel wordt gebracht in
zilver en brons.
Die medaille mag xeer zeker een fraai
kunstwerk worden genoemd. Aan de eene
zyde vertoonen zich de busten van de Vor-
steiyke verloofden met een omschrift in scherpe
letters beider namen vermeldende, terwyl aan
de andere zyde bovenaan zyn aangebracht
beider wapens met de daar by behoorende
spreuken en daaronder eveneens in duideiyke
letters deze woorden: „Moge deze gebeurtenis,
onder Gods zegen, bevorderiyk zyn aan het
welzyn van ons land en van zyne bezittingen
en koloniën in Oost en West." Daaronder
verspreidt een zon allerwegen haar stralen
en er om heen bevindt zich een krans, met
een herinnering aan de verlovlngs-proclamatie
van 16 Oct. 1900, welke bovenstaanden wensch
bevatte.
Het geheel getuigt van artistieke opvatting
en bewerking, en het kan niet anders of velen
zal met de vervaardiging er van zeer veel
genoegen zyn gedaan.
Het bestuur der Broederschap van com
miezen der posteryen heeft een adres inge
diend by de Tweede Kamer der Staten-Generaal,
waarby andermaal wordt opgekomen tegen de
door enkele leden geuite wenschen betreffende
verbetering van de positie dor klerken by
posteryen en telegraphie, in zooverre deze de
verkregen aanspraken van andere ambtenaren
aantasten.
In de gistoren gehouden algemeene ver
gaderingvan aandeelliouders der Noord wyksche
Stoomtram-Maatschapyij werd uitgebracht de
balans en winst- en verliesrekening over het
afgeloopen boekjaar. Als bestuutslid werd her
kozen jhr. G. J. Van Tets, te *6-Gravenhage.
Door eenige der aanwezigen word gewezen
op het feit, dat deHoliandsciie IJzeron-Spoor-
weg-Maatschappy, die de lynen der Stoomtram-
maatschappy exploiteert, door oen betere
regeling dier exploitatie vek zou kunnen
bydragen tot den bloei der vennootschap,
aangezien do wyze, waarop thans die exploi
tatie geschiedt, met anders dan financieel
slechte resultaten kan opleveron.
De Duitsche consul te Loremjo-Marquez
is door zyn regeering gemachtigd geworden
do Nederlandsche belangen aldaar waar te
nemen. (S<s-C<.)
Het flottielje-vaartuig „Assahan" onder
bevel van den luitenant ter zee Isto klasse
F. E. baron Mulert, is 12 dezer te Port-Saïd
aangekomen.
De toestand van mevr. Holtrop Van
Gelder blyft stationair, d. w. z. bevredigend.
De „N. R. Ct." bericht, dat de plaats
van dr. J. H. Kern Hz., die, ten gevolge van
zyn benoemiDg tot hoogleeraar te Groningen,
haar redactie mot 1 Januari verlaat, zal worden
ingenomen door den heer Chr. F. Haje, docto
randus in de letteren te Amsterdam.
Naar „De Tyd" uit zeor goede bron ver
neemt, zal ter gelegenheid van haarhuweiyk
door H. M. de Koningin aan een aantal
gevangenen en veroordeelden geheele of ge-
deelteiyke kwytschelding van straf worden
verleend.
Reeds is bevel gegeven om lysten op te
maken van veroordeelden en gevangenen,
die voor gratie in aanmerking kunnen komen.
Aan de Verkiezing van drie leden van
het hoofdbostuur der Maatschappij tot Nut van
't Algemeen is deelgenomen door 153 depar
tementen, te zamen uitbrengende 491 stemmen.
Gekozen werden: d^. M. Straub met 475
stemmen, tegen 16 op dr. N. M. Josephus
Jitta; mevrouw M. G. Muller Lulofs met
818 stommen, tegen 173 op den heer Herman
Snyders, en dr. D. Bos met 440 stemmen,
tegen 51 op den heer J. H. A. A. Kalff.
Dr. D. Bos, te Winschoten, heeft de benoe
ming aangenomen, dr. Straub, te Amsterdam,
en mevrouw Muller—Lulofs, te Utrecht, hebben
er voor bedankt.
Van de kleine populaire brochures, die de
Maatschappy tot Nut van 't Algemeen uit
geeft, is er weer een verschenen„De oorlog
on het scheidsgericht", door mr. J. M. Van
Stipriaan Lulscius.
Gistermiddag is te Amsterdam overleden
do boekhandelaar en antiquair H. G. Bom.
Eenigen tyd geleden vierde hy zyn tachtig
sten verjaardag.
Nog op 5, 6 en 7 Dec. had de heer Bom
de leiding van een zeer uitgebreide veiling
van instrumenten, enz. en gedroeg zich, trots
zyn hoogen leeftyd, zoo flink, dat het publiek
hem na afloop feitelyk een ovatie bracht.
Zaterdag 11. voelde hy zich tydens de werk
zaamheden niet wel en begaf zich uit het
verkooplokaal naar huis en gistermiddag
maakte de dood vry plotseling oen eind aan
zyn werkzaam en welbesteed leven.
By beschikking van den minister van
binnenlandsche zaken is, met ingang van 1
Jan. 1901, aan J. J. Vermeulen, op zyn ver
zoek, eervol, ontslag verleend als assistent
voor de waterbouwkunde aan de polytechni
sche school te Delft, en is voor het tydvak
van 1 Januari 1901 tot en 'met 31 Januari
d.a.v. als zoodanig benoemd W. K. Van Oort,
civiel-ingenieur te 's-Gravenhage.
Te Amsterdam zya benoemd tot hoofd
eoner openbare school: I. Van Wyk, zich ook
noemende J. Schinkel <van Dyk, lsto onder
wijzer aldaar; tot onderwyzers: H. Kleyn, te
Haarlemmermeer, E. Smit, te 's-Hortogon-
bosch, en L I. Lamers, te Bussum.
Te Amsterdam is overleden in 58-jarigen
ouderdom de heer A. Myer, oud-lid van de
Rekenkamer van Ned.-Indié.
Dagelyks bevat de „Petit bleu" inschry-
vingen van het huwelijksgeschenk, uit België
H. M. Koningin Wilhelmina aan te bieden.
Onder die van heden is er een van 5 £r.
uit Lissaoon, van iemand die zegt het gevoelen
te vertolken van het „verdrukte Portugeesche
volk", door te roepen: „Leve Kruger! Leven
de moedige Boeren!"
Het blad heeft reeds allerlei ontwerpen
voor het beoogde kunsfwerk ontvangen en
verklaart zich voorshands van een Oedipus
en Antigone", by wie Kruger en de Koningin
worden vergeleken, waardoor aldus het
echoone beeld der oudheid wordt voorgesteld
„de blinde phllosoof Oedipus door de jeugdige
Antigone geleid."
Uit Haarlem meldt men, dat daar voor een
overtalryk publiek in het „Brongebouw"' als
spreker optrad ds. H. D. v. Broekhuizen uit
Pretoria. Een collecte voor de vrouwen en
kinderen der Boeren bracht f 296.95 op.
Bovendien werd aan gifton ontvangen f 286.
Alfon. Nader meldt men ons: Aan het
einde der Dinsdag gehouden Raadsvergadering
deelde de Voorzitter den Raad mode zyn be
sluit om, wegens geheel particuliere
redenen, eervol ontslag uit zyn ambt aan
te vragen, met Ingang yan 1 Maart 1901 on
dat hy het daartoe strekkend verzoekschrift
binnen enkele dagen aan H. M. de Koningin
hoopte in te zenden, het van zyn plicht achtende
uit reverentie allereerst, dat college vaD dit zyn
besluit officiéél kennis te geven, alvorens het
op ©enigerlei wyze bekend te maken.
Zegwaard-Zoetermoer. Het contingent
van de militie bedraagt te Zegwaard van de
24 loteiingen 6, zoodac de nummers 3, 4, 6,
7, 8 en 9 zullen worden opgeroepen, en te
Zoetermeer van de 13 loteiingen 3, zoodat
aldaar de nummers 2, 5 en 6 zullen worden 1
ingeiyfd, mits de houders van bedoelde nummers j
voor den dienst worden goedgekeurd.
Zoetermeer. Enkele ingezetenen hebben
een bedrag van f 45 byeengebracht om dit
ter hand te stellen aan C. De B alhier, zynde
de som, aan dezen man op zoo brutale wyze
ontstolen. Tevens is een som van f 25 uit
geloofd aan hem, die zoodanige aanwijzingen
verschaft, welke veroordeeling van den dief
ten gevolge hebben.
TWEEDE KAMEU.
Hoofdstuk, Binnenlandsche Zaken voor 1901.
By de voortzetting der behanduling van
de afdoeling Lager Onderwijs keurde
de heer Van Asch van Wijck (Ede) af de
vernietiging van een besluit van den gemeente
raad van Ede, regelende do jaarwedden dor
onderwyzers.
De~ heer De Pisser meent, dat door do regolen
voor het subsidie aan scholen voor meer uitge
breid lager onderwys, verschillende vakken j
aan die scholen niet behoorlijk onder wezen
worden. j
De heer Van Kol dringt aan op do maat-
regelen ter genezing van het spraakgebrek
by veel kinderen.
De Minister zal overwegen of het wenscheiyk
is een staatscommissie te benoemen voor een
geheele organisatie van het onderwys.
De samenstelling der examen-commissiën
levert thans weinig reden van bezwaar meer op. i
De examens Ln de fctankleer voor het Fransch
zyn juist in het belang der examinandi.
Waar de keus is tuaschen twee even be-
kwan»e personen, geeft de Minister de voor
keur als examenlid aan een onderwUzer, die
geen candidaten opleidt voor de onderwyzers-
akte.
Wat aangaat de beweerde misbruiken by
examens, de Minister meent te kunnen zeggen,
dat van fraude niet ls geblekeD.
In het algemeen hebben de gemeente
besturen het recht aan openbare onderwyzers
buiten de schooluren werkzaamheden op te
dragen; doch zeker hebben zy het recht niet
om byv. op te dragen het begeleiden der
kinderen naar de Mis.
In het wetsontwerp tot wyziging der school
wet, naar aanleiding der leerplichtwet, zullen
ook bepalingen voorkomen omtrent de maxima
der onderwyzers-traktementen.
Van den Minister ls niet te wachten alge
meene schoolwetwyzlging in den zin der
conclusie van het Unierapport,
De quaostio der vaccinedwang moot geregeld
worden by de wet der besmettelijke ziekten.
Zoo noodig zullen wyzigingen worden ge
bracht in de modellen ter uitvoering der leer
plichtwet. Ten aanzien van het verzuimen op
Zaterdag door Israölietische kindoren worden
reeds maatregelen genomen.
Verder zegt de Minister, dat hy niet voor
nemens is by de herziening der schoolwet
een wyziging te brengen in het schooltoezicht.
De heer Mutsaera beweert, dat de uitslag
van zekere examens wel zeker te wijten is
aan de wyze van samenstelling der examen-
commissiën.
Met eenige zelfbeheersching betrad Emile
hot duffe, kwalyk riekende vortrek en vond
de oude aan een wormstekige tafel zitten,
terwyl zi) behaaglijk uit oen groot glas
brandewijn dronk. „Smaakt het, Katrijn?"
riep hij lachend en sloot voorzichtig de deur.
„Al" grinnikte de vrouw; „zie ik u ook
een3 hier, jongeheer? Ja, ja, nauwelijks
hooft men een meisje, of men wil ook dadelijk
de toekomst weten."
„Houd uw dom gezwets bij u, moeder
Katrijn 1 Ik vraag geen zier naar de toekomst,
die gij me wilt voorspellen. Ik heb een andere,
veel gewichtiger zaak met u te behandelen,
en als gij verstandig en slim zijt en goed
zwijgen kunt, zullen wjj goede zaken met
elkaar doen."
„Komaan I" sprak do vrouw opstaande en
don grendel voor de deur schuivend, „spreek
maar, jongeheer Rinker nietwaar, zoo
is immers uw naam? Bi) den notaris te
logeeren; wij zijn geheel ongestoord."
„Allereerst een vraag! Behoort juffrouw
Jetje Smit ook tot uw klanten Laat zy zich
ook de kaart leggen?"
„Dat is eigenlijk beroepsgeheim," ant
woordde de oude voorzichtig.
„Als ge niet openhartig jegens mij zijt,
Katrijn, dan kan er van onze zaak niets
komen."
„Nu, nu, zoo slim was het niet gemeend.
iZeker is ds juffrouw eeu klant, en een goede
ook. want zjj bezoekt mjj eiken Zaterdag
avond.'
„En wat verlangt zij te weten?"
„Of ze nog een man krijgt," antwoordde
het wijf na eenig talmen.
„Mooi, moeder Katrijn; dien man moeten
wy de juffrouw, aan wie lk dank vorschuldigd
ben, verschaffen. Zoo ik mjj niet vergis, heeft
zy eens op den ouden heer Schippers haar
hoop gevestigd. Doch daarvoor zal ik zorgen
aan u, Katrijn, wordt een andere taak opge
dragen, en ik reken daarbij op uw slimheid.
Hier hebt ge, op afbetaling, vjjf blanke guldens,
en als ge uw zaakjes goed doet, voeg ik er
nog tien gulden bij."
Bij deze woorden wierp de student v(jf
guldens op de tafel, die het wyf begoerig
opstreek. Zy beloofde haar best to zullen
doen; want zoo'n goed zaakje had zjj in lang
niet gehad.
Emilo vertelde haar nu uitvoerig een ge
schiedenis, waarbij de toehoorster herhaaldelijk
lachte en grijnsde en goedkeurend knikte.
„Ge gaat dus op het plan in?" vroeg de
student ten slotte.
„Dat spreekt I Niets is gemakkelijker dan
dat; ik stel mij heelwat van de grap voor."
„Goed, het zal ook gelukken, maar voor
zichtig, dat de juf niets merkt! De hoofdzaak
kent ge nu, moeder Katrijn; de bijzonderheden
laat ik aan uw Blimheid over."
De oude knikte on wreef zich vergenoegd
do handen; Inmiddels verlist Emile voldaan
het ellondige vertrek.
Frans Schippers, om wien vijf jaar geledon
de presidente van den „Deugdenkring" zich
nog eens zorgvuldigs:' had uitgedost, was een
vrijgezel van vyf en veertig jaren. Hy was,
naar algemeen beweerd werd, een vrouwen
hater; want alle pogingen van trouwlustige
meisjes an weduwen, om hem aan zich te
boeien, en alle moeite van zorgzame moeders,
die volwassen dochters haddon en hem het
eenzame vrygezollenleven uit het hoofd wilden
praten, waren tot dusverre op zyn ongevoelige
borst als op een pantser afgekaatst.
Of mjjnhoer Schippers wbrkeiyk zoozeer
tegen de vrouwen was ingenomen als het
wol scheen, of dat zyn bescheiden salaris als
ambtenaar het hem als oen onmogelykheid
had doen beschouwen oen buwelyk te sluiten,
dat alles laten wy voor hetgeen het is; een
feit wa3 het, dat hy stil en afgezonderd leefde
on thans, sedert hy don rijperen leeftyd bereikt
had, alle godachten aan trouwen uit het hoofd
had gezot, hoe warm misschien zyn hart
twintig jaar geleden ook mocht geklopt hebben.
Of de bescheiden vrijgezel er eenig vermoeden
van had, dat hy hot voorwerp eener stille
genegenheid was, dat om hem juffrouw Jetje
gezucht, gehoopt, zich opgedirkt en uitgedost
had, omdat zy zijn groet voor iets meer dan
een beleefdheidsvorm had opgevat, betwyfelen
wy; mynheer Schippers was niets meor dan
een vry droge ambtenaarsborst, die van
's morgens tot 's avonds aan don lessenaar
zat, in stoffigo papieren snuffeldo en van
dichterlijk denken en voelen evenveel verstond
alB zyn poedel van ds sterrenkunde.
Zyn levenswijze was zeer eenvoudig; zyn
karige bezoldiging veroorloofde hem dan ook
weinig meer dan de noodzakolyksto levens
behoeften. Do boozo wereld wilde zelfs be
weren, dat hy eeu gierigaard was en geld byoen-
schraapte, want onder zyn bodstede zouden
verscheidene kousen met harde blanke ryks-
daalders liggen; doch meer dan een vermoe
den was deze bewering niet.
Knap wa3 mynheer Schippers ook al niet
te noemen; hy was tamelyk lang en mager,
het langwerpige gezicht was glad geschoren,
de donkere, borstelige wenkbrauwen overscha
duwden twee kleine, grauwe oogen, eu hot
vry kort geknipte haar was reeds sterk met
grys doorregen. Met dit wel wat ongunstig
voorkomen was evenwel zyn karaktor en aard
geheel en al in strydhy was n.l. goedaardig
en zacht van inborst. Sommigen meenden
zelfs, dat hy eenlgszins bekrompen van geest
vermogens was en het buskruit uiot had uit
gevonden; vandaar, dat hy ook niet door zyn
examens was gekomen en geon botere carrière
gemaakt had.
Op een der eerstvolgende namiddagen werd
Schippers door hot onverwacht bozook van
den student Rinker verrast.
.Wat verschaft mU hot genoegen u hior
te zien?" vroeg hy, den muzenzoon oen stoei
aanbiodend.
„Een gewichtige zaak, mynhoor Schippers,
dio u van naby betroft en interesseert."
„U maakt mij nieuwsgierig."
„Ik zal zonder omwegen sprekon, met de
deur In huis vallen, zooals men zegt. Uw
overleden moeder had, zoo ik goed ben inge
licht, als familienaam Kalkman?"
„Zeer juist."
„Haar vader, dus uw grootvader van moe-
derszyde, bekleedde in deze stad hot ambt
van schopen en moet in tamolyk welgestelde
omstandigheden geleefd hebben?"
Schippers knikte toostemmond en begon
goed te luisteren, daar bjj achter deze vragen
de een of andere erfeniszaak vermoedde.
De student schoof zyn stoel wat dichterby
en dempte zyn stem tot een geheimzinnig
gefluister. „Dozen morgen," zoo vervolgde hy,
„bladerde ik in oude akten van myn oom,
den notaris. Daaronder vond ik een papier,
inhoudende, dat de schepen Qerbardus Kalk
man zyn zilvergeld, bestaande in driehonderd
rijksdaalders en vyftig o'ukaton, by het nade
ren der Fran8chen in een pot begraven had.
Hoogstwaarschynlyk bevindt zich die pot nog op
dezelfde, nauwkeurig aangodnido plok, daar ik
er niet van gehoord heb, dat uien alhier zulke
vondst ooit gedaan heeft. Gy, mynhoor Schip
pers, zoudt dus ds uaao en ecnigo erfgenaam
zyn, tonzy een verro bloedverwant van u,
een zekoro Kalkman, in S., de zoon van uw
oom van moedorszydo, aanspraak er op maakt;
in dat geval zoudt gy natuurtyk do holft
moeten afstaan."
Schippers was als geélectrisserd opgespron
gen on hart mot open mond naar de belang
wekkende modedcoling geluisterd. Zyn kleine
oogen fonkelden, duim en wysvinger maakten
onwillekeurig de bewoging van geid teilen.
„Driehonderd ryksdaaldors en vyftig dukaten 1"
riep hy verheugd; „welk een schat! O, gy
beste, edolo heer Rinker, waar - waar moet
ik het geld vindon?"
„Zacht, niet zoo luid! Wy moeten v.k
niet aan de grooto klok hangen. De ;>!o. zal
ik u wel wyzen, zoodra wy het oens zyn.
Eerst nog oen andere vraag: Hebt gy lust
het gold met uw bloedverwant, die toch al
zeer ryk is, te doelon?"
„Als bot niet noodig is, zou ik dis ver-
deeling liefst achterwege willen laten."
„Dat hangt enkel on alleen van ons af,
d. w. z. wy moeten zoo voorzichtig te werk
gaan, dat niemand iets ran den schat vor-
neemt."
„Ik kan zwygen als het graf."
„Goed! Uw eigen voordeel schryft dat ook
voor. En ten andoro, gy zult begrijpen, dat
ik myn moeite niet voor niemendal doon kan."
„Dat spreekt I Eisch slechts, beste mynheer
Rinker l"
(Wordi vervolgd