N\ 12514 Zaterdag 8 December. A". 1900 (Courant wordt dagelijks, met uitzondering van (§on- en feestdagen, uitgegeven. Derde Blad. Leiden, S Deeember. IP ©uilleton, DE STERKTHALS. LEIDSCH PRIJS DEZER COURANT: Voor Lelden per 8 maanden. f 1-10. BuiteD Leiden, per looper en waar agenten gevestigd zt)n 1.80. Franco per poet •••ttiëtftt?**** PRIJS DER ADVERTENTIÊN: Van 1 6 regels ƒ1.05. Iedere regel moer 0.17Grootere letters naar plaatsruimte. "Voor het incasseeren buiten de stad wordt ƒ0.05 berekend. Ofiloleele Kenuiajjeyiag;, KENNISGEVING. NATIONALE MILITIE. Oproeping tot den loerkelyken dienst. De Burgemeester der gemeente Leiden brengt bij deze ter kennis van de milicien-verlofgangers JOHANNES PETRUS MARINUS B1EGELAAR en PAULUS KRIEK, lotelingen van de lichting van 1897, nit deze ge meente, eerstgenoemde behoorende tot het regi ment grenadiers en jagers en laatstgenoemde be hoorende tot het 4de regiment infanterie, dat zij, wegens overtreding van art. 183 der Militiewet, ingevolge de uit kracht van art. 137 dier wet gegeven bevelen van het Departement van Oorlog, op Maandag 2 4 December aanstaande onder de wapenen moeten komen, ten einde ge durende den tijd van één maand in werkelijken dienst te worden gehouden, en roept hen mitsdien op om op gemelden dag, des namiddags vóór vier uren, in uniform gekleed en voorzien van liun zakboekje met verlofpas, alsmede van al de door hen bij hun vertrek met groot verlof mede- fenomen voorwerpen van kleeding en uitrusting, y hun korps, respectievelijk in garnizoen te 's-Gravenhage en te Leiden, tegenwoordig te zijn. De bedoelde verlofgangers worden er met nadruk op gewezen, dat deze openbare kennisgeving /echtens voldoende is en hen derhalve, bn niet- Dpkomst onder de wapenen, in verzuim stelt. De Burgemeester voornoemd, F. WAS. Leiden, 7 December 1900. Aan het jongste jaarverslag omtrent het Ryks-Museum van Natuurlijke Historie alhier is nog het volgende ontleend: Den öden Dec. jl. werd bericht ontvangen van het stranden te Loosduinen van een groot walvi8chachtig dier. Do directeur begaf zich den volgenden dag daar heen, maar kon onverrichterzake terugkeeren, aangezien het dier reeds werd ontdaan van do speklaag, daar het skelet verkocht was aan prof. Hubrecht, te Utrecht. Evenals vorige jaren is menig interessant dier te danken aan de vrijgevigheid der heeren F. E. Blaauw te 's-Gravenland, W. J. Heiligers te Schiedam en G. S. v. d. Spruyt te Leiden. Van den heer Blaauw werd ontvangen een bij dezen gestorven manlijk exemplaar van den Noord-Amenkaanschen Bison. Deze feitelijk thans op enkele individuen na uitgeroeide diersoort was in het museum door geon huid gerepresenteerd I Het dier is onberispelijk fraai in het laboratorium opgezet en zal weldra op de bovengalerij worden tentoongesteld. Een andere bijzonder interessante Rundereoort, die het lot van den Noord-Amerikaanschen Bison deelt, te weten Ovibos moschatus, is eenige jaren geleden gevonden, in Groenland nog in enkele kudden levende. De Noord- Amerikaansche Muskusos is in het museum vertegenwoordigd door een uitmuntend ge conserveerd oud exemplaar, daar in het wild geschoten, benovens twee volledige skeletten van eveneens aldaar geschoten dieren. Van een aantal Muskusossen, te Tromso aange bracht uit N.-O. Groenland, werd een achttal aangekocht. Een bijzonder merkwaardige Antilopen- soort, Cephalophus silvicultor, leeft langs de westkust van Afrika, van Liberia tot den Congo. In de Europeesche musea vindt men deze soort slechts te Londen, Berlijn en Leiden vertegenwoordigd; een versch exemplaar had niemand kunnen bestudeeren. Welnu, een fraai mannetje, tot deze soort behoorende en sedert een negental jaren in den Rotterdammer Dierentuin levende, is gestorven en maakt thans deel van de Leidsche collectie uit. Het heeft dezer dagen het laboratorium verlaten en zal weldra als groot sieraad in de Runderen- galerij prijken. Met het oog op het nabijzijnde uitsterven, werden zeldzaam geworden N.-Zeeland-vogels aangekocht, ook van omliggende eilanden, met name Nestor- en Apteryx-soorten. Welke waarde uitgestorven dieren krijgen, moge blijken uit het volgende: van den Nestor productus, een papegaal van Philipseiland, thans uitgeroeid, zijn in de verschillende musea slechts acht exemplaren aanwezig in een Engelsch tijdschrift taxeerde iemand onlangs de waarde van zoo'n vogel op 1000 guinjesl En het Leidsche museum bezit twee prachtige exemplaren derhalve25000 gulden voor twee vogels 1 De 846 vogelhuiden, door dr. Nieuwenhuis verzameld op zijn tocht door Centraal-Borneo, behooren wel is waar allen tot bekende en in het museum vertegenwoordigde soorten, doch interessant, is, dat er 292 exemplaren by zijn, die nog niet voorhanden leeftijden en kleurverschillen representoeren. Nog wordt gewezen op Molge alpestris, een Hagedissoort, tot nu niet in Nederland gevonden: het geschenk des heeren A. Horst is een interessante toevoeging aan de inland- sche Fauna. Aan dr. Van Capellen zijn een drietal ver- zamelki8ten medegegeven op zijn reis naar Suriname's binnenlanden. Een volgend verslag moge gewagen van interessante collecties, door hem op dien tocht voor het museum bijeengebracht. Het museum werd bezocht door 7025 personen. Met een wetenschappelijk doel werd het museum bezocht door een groot aantal go- leerden. Bezoeken van scholen onder geleide van onderwijzers komen meer en meer voor. Wegens de groote reparaties was de be- nedengalerij bijna een. jaar voor het publiek gesloten en kon eerst op 12 Aug. weder toegankelijk gesteld _worden. In den loop van het jaar verscheen deel XXI van het tijdschrift van het museum „the Notes from the Loyden Museum", door ambtenaren, aan het museum verbonden. Dr. Horst en de heer Schepman complo teerden het tweede deel van den „Catalogue systématique dos mollusques". Het Dagelijksch Bestuur van het Ned. Landbouw-coraitó ontving van een zijner leden een uitvoerig stuk omtrent de beteugeling van bedrog in den boterhandel. Met den schrijver van dit stuk, dat in het Landbouw-Weekblad van heden is opgenomen, meent het Dage lijksch Bestuur, dat periculum in mora beslaat en dat het merken van alle margarine met de onschadelijke sesamolie het eenige middel is om voor de Nederlandsche zuivere natuur boter een plaats te heroveren op de buiten- landsche markten. Het Dagelijksch Bestuur heeft gemeend een verzoekschrift aan de Regeering te moeten zenden om voorstellen tot wijziging in te dienen, en heeft alle landbouwvereenigingen, eerlijke boterhandelaars en verdere belang stellenden dringend uitgenoodigd hpt bestuur te steunen door het zenden van adhaesie- adre8sen. Het stoomschip „Herzog" (uitreis) arri veerde 5 Dec. te Napels; do „Merapi", van Rotterdam naar Java, passeerde 6 Dec. Ouessanti. Abbenos (gom. Haarlemmermeer). Denkende aan het spreekwoordelijk gezegde „Rust roest" vergaderde de hengsten-associatie Haarlem mermeer afdeeling „Nieuw-Vennep" bij de wed. Stapel aldaar. Nadat voorlezing was gedaan van een schrijven van den heer W. De Olercq, te H., die steeds met zeer veel belangstelling het 6troven der Associatie gevolgd had, en die bet groote nut van vermeld streven voor de paardenfokkerij, alzoo dus ook voor den land bouwer inziende door tusschenkomst der landheeren zou beproevén, dat de lijst der aandeelen zoodra mogelijk voltoekend zij en dat nogmaals in hot bijzonder er op gewezen werd, dat men by aankoop van den hengst vooreerst niet over de grenzen des lands zou gaan, en dat een sterk geklos paard van eenigszins gekruist Geldersch ras by het be stuur en de aandeelhouders gewild was, kwam punt I der agenda aan de orde: In de commissie tot het aankoopen van vermelden hengst werden benoemd de heeren J. Tiemen, P. Verkuyl en O. Van Willingen en tot leden-plaatsvervangers do lieeren: L. Van Wyk, Dirk De Vlieger Jr. en L. Van Andel. Staande de vergadering vermeerderde het aantal aandeelen ad 26, per aandeel tot 66. Zal het streven der Associatie volkomen bereikt worden, dan resten er nog 14. Om vermelde commissie in staat te stellen by aankoop van een hengst hot voordoeligst te doen handelen, werd verder besloten door aandeelhouders convocatie-biljetten toe te zon den met vermelding dat op de aanstaande vergadering a. s. Dinsdag, by den heer Duiven voorde te houden, genummerde bewijzen tegen storting der aandeelen zouden afgegeven worden. Nadat nog eenige ondergeschikte punten ter sprake waren gebracht, sloot de voorzitter de vergadering, den leden dankzeggende voor de flinke en trouwe opkomst. Te Abbones is het St.-Nicolaaefeest op school kinderiyk gevierd. Ongeveer halfdrie van dien dag werden de leerlingen, zich van hot naderende feest weinig bewust, doorSt-Nicolaas in persoon verrast. Aan suikergoed en andere versnaperingen was geon gebrek. Aan het verzoek van St.-Nicoiaas om voor hom oon versje op te zeggen, werd door een drietal kindoren gretig voldaan. Ook ontvingen de leerlingen der school by het naar huis gaan elk een boek, de kleinen een prent. Togolyker- tyd was ook aan de leerlingen der bewaar school een feestje voorbereid. De kosten van een en ander werden uit een schenking bestreden. Te Hoofddorp is eene vereoniging „Koningin Wilhelmina" opgericht met onge veer vyftig leden. Deze vereeniging stelt zich ten doel den verjaardag van H. M. de Koningin en andere nationale gedenkdagen feesteiyk te vieren. Voor ieder ingezetene van Haarlemmormoer is de gelegenheid opengesteld ervan lid te worden, tegen betaling van contributie. Bodegraven. Donderdag avond hiold de rederykerskamer „H. K. Poot," alhier, haar eerste openbare vergadering in dit winter seizoen. Voor een tamelyk goed opgekomen publiek werd opgevoerd het blyspel „Janus Tulp" van Justus van Maurik. Eenige jaren geleden is dit stuk reeds door „Poot" met succes opgevoerd. By deze opvoering waren de rollen echter in geheel andere handen dan vroegor, maar laten wy er dadeiyk by voegen, in goede handen. De hoofdrollen vooral, zoo wel die der dames als der hoeren, worden uitmuntend gespeeld, waardoor de rederykers- 39) „Gy zyt nog te jong, te onervaren, om dien plicht goed te bogrypen en hem te kunnen nakomenuw vader doet dat nu nog voor u. Maar ge kunt wel begrypen, dat wy onze hoogere plaatsing niet mogen misbruiken om hen, die onder ons staan, te krenken. Gy waart gisteravond niet vriendelyk tegen het kindermeisje. Ines, en de arme Marie, die veel van u houdt, heeft bitter geschreid." Deze woorden waren op goedigen, maar ernstigen toon gesproken; Ines keek op; haar groote, donkere bogen stonden vol tranen. „Ik, ik stamelde zy verlegen, „het spyt my vergeef my het zal niet meer gebeuren." „Dat zal my genoegen doen. Maar woord houden, kindlief." Stormachtig kuste Ines de lippen, die zoo zacht en toch dringend konden berispen. Zy was innig gehecht aan haar gouvernante en deze was Roberta Sternthal. Tien jaar zyn vorloopen sedert zy na den dood harer moeder Hannover heeft ver laten. Destijds voelde Roberta, dat zy slechts by volkomen verandering der omstandigheden en der omgeving, het leven verder zou kunnen dragen. Moedig nam zy den stryd om het bestaan weer op, en haar moed werd beloond. Door vrienden, die zy zich in Han dover verworven had, werd zy in Engeland, ten huize van lord Morton, aanbevolen. Door haar bekwaamheden en haar beminiyk gedrag yroa xjj zich spoedig de achting en liefde harer leerlingen en hunner ouders. Acht jaren verbleef zy ten huize van den lordtoon was haar taak daar geëindigd, en zy vertrok van daar, hoe gaarne lady Morton haar ook by zich had willon houden. Maar Roberta wilde in de kracht van haar leven niet de banden in den schoot leggen en nam op zich het moederlooze kind van den groothandelaar op te leiden. Reeds lang weer wenschte zy vurig het geliefde vaderland terug te zien en op nieuw den zoeten klank der Duitsche moeder taal te hooren, al had zy dit gevoel ook steeds met al haar wilskracht teruggedrongen. Zy woonde nu sedert twee jaren in Mohrens huis. Spoedig had zy het hart der kleine Ines gewonnen; geen lichte taak, want het kind had het warmbloedige, zuidelyke temperament der moeder geërfd en verzette zich eerst- tegen iedere intooming. Toon Mohren met Ines naar Europa kwam, zag hy in, dat hy niet verder mocht gaan met zyn kind te verwennen. Mevrouw Hansen, de oudere bloedverwante, die zyn huishouden zou besturen, verklaarde zich niet in staat, de kleine „wilde" te tem men, en Mohren was zeer verheugd, toen de zoo warm aanbevolen juffrouw Sternthal de moeilyke taak overnam. Maar Roberta stond er ten zeerste op, dat het kindermeisje, dat Ines naar Europa ver gezeld had, zou worden ontslagen, vóór zy Mohrens huis betrad, en Mohren stemde hierin, hoewel ongaarne, toe. Er bleef hem trouwens geen lange bedonk- tyd over, want zyn zaken eischten dringend zyn tegenwoordigheid in Brazilië. Hy' vertrok dus en met hem het vroegere kindermeisje. Toen hy na eenige maanden terugkeerde, was hy ten zeerste verwonderd door do gunstige verandering, die er bjj Ines had plaats gehad. kamer „Poot" met dit stuk minstens evenveel succes had als by de eerste opvoering. De dienstbode van den bakker B., alhier, verrichtte in den vroegen morgen, by het licht van een lampje, eenig werk op de vlie ring. Het lampje ging door den wind uit en in het donker wilde de dienstbode nu naar beneden gaan. Zy viel echter met het lampje in de hand door het open luik en kwam, zonder de trap te raken, naar beneden, waar door zy een arm ernstig bezeerde, vooral door de scherven van de gebroken lamp. Hazorswoudo. Op uitnoodiging van den burgemeester had gisteravond de aangekon digde vergadermg plaats in het lokaal van den heer J. Rodenburg tot vorming van een commissie voor het huldebiyk by gelegenheid van het aanstaande huweiyk van H. M. de Koningin met Hertog Hendrik van Mecklenburg. Mr. C. S. Van Dobben de Bruyn opende de vergadering met een toespraak, tintelend van liefde voor ons vorstenhuis en onze lieftallige en veelbeminde Koningin. „Uit alle rangen en stan den moet dit huldebiyk voortkomen", zoo sprak hy, „en onze vorstin heeft, op een tot haar gerichte vraag, geantwoord, dat Zy ge negen is, een huldebiyk van de natie met dankbaarheid te aanvaarden. Dus de dank baarheid van uw Koningin is uw loon". Tot voorzitter werd by acclamatie verkozen mr. 0. S. Van Dobben de Bruyn, tot secretaris de heer J. M. Kok en tot penningmeester de de heer C. Korteweg. Voor de inzameling dor gelden, die de volgende week zal plaats hebben, werd de gemeente verdeeld in 11 wyken. Niemand mag worden overgeslagen, daar het penningske van don arme voor een echt nationaal huldebiyk evenveel waarde heeft als de duizend gulden van den milionair. Vóór 15 Dec. moet het geld by het hoofdbestuur zyn ingekomen. Tot lid van het bestuur van den Riet- veldschen polder is benoemd de heer P. F. Veelenturf. Katwyk. Maandagavond te 7 uren zal de ysclub „Voorwaarts" te Katwyk aan denRyn in het „Hotel de Roskam" aldaar haar jaar- ïyksche leden-vergadering houden. Punten van behandeling zyn: Rekening van den penningmeester over 1900 en benoeming van bestuursleden ton gevoJgo periodieke aftreding. Noordwykorhout. Hoe myn St.-Nicolaas geweest is? O, dank u voor de belangstelling, 't Gaat nog all Maar heel zoet ben ik bepaald niet geweest. Enfin, ik zal er me maar mee troosten, dat ik biykbaar niet alleen sta. We schynen 't hier allemaal te hebben verbruid, althans St.-Nicolaas wilde, dat 'tvoor de cafó's, waar andere jaren ook na het sluitingsuur nog wat permissie werd gegeven, 't ditmaal Polizeistunde zou zyn op het gowono uur. Papa gaf geen permissie. Eens had ik een vriend. Wel hebben we elkaar in lang niet gezien, maar ik weet, dat hy commissaris van politie is in een onzer Zuidholland8che steden. H(j ging óp in z'n vak en ik, die hom zoo goed kende, begreep eertyds niet, dat het zyn lust en loven kon zyn, te wroeton in allerlei zaken, die toch zeker tien tegen óén geen prettige waren. Eens, dat we weer een vakpraatje hielden, uitte ik myn bevreemding, dat hy met zoo veel toewyding zich kon bezighouden mot allerlei akeligheden want ik wist, dat myn vriend een zeer humaan mensch was. Och, antwoordde hy, je oordeel verwondert my niets; 't is dat van de meeste menschen bulten het politievak, 'tls niet alleen de taak eer politie, mi8dryven op te sporen en in het geheel niet zich in anderer ongeluk te ver kneuteren. Het is mede en wel het schoonste gedeelte van die taak: voor struikelen te be hoeden, misdryven te voorkomen. Zooals we in een vorig nr. reeds hebben meegedeeld, werd door een jongmensch een tuig ontvreemd. Naar men zegt, was de heler, tevens de verleider, zekere S., een scharrelaar van hier, die hot des avonds op afgesproken plaats en teeken in ontvangst zou nemen. En wat deed S.? Hy waarschuwde eerst de politie, ging daarna naar de afgesproken plaats, gaf het teeken en het jonge mensch liep in de val. Sedert heeft S. gemeend met zyn gezin naar elders te moeten vertrekken. Hy rekende zich waarschyniyk hier niet meer veilig. Het komt niet in me op, om de afkeurenswaardige daad van het jonge mensch ook maar eenigszins te willon vergoeiyken of werkeiyke verdiensten te verkleinen. Maar op die wyze een dief te snappen is geen kunst. En het spyt me te moeten zeggen, dat volgens de opvatting van myn vriend, de politie biykbaar heeft gemeend, het schoonste deel van haar taak, d.1. een misdryf te voor komen, niet te moeten vervullen. Your—Lcidschendam. Op uitnoodiging van den heer burgemeester kwamen gisteravond in het cafó „Het Wapen van Yeur" eenige ingezetenen byeen tot het vormen van een commissie om gelden in te zamelen voor het< nationaal huldobiyk, H. M. de Koningin aan te bieden by Hoogstderzelver huweiyk. Benoemd werden de heeren P. Van Duyven- éyk, burgemeester, voorzitter; T. A. Van Egmond, secretaris; G. W. Boonokamp, penningmeester; G. Van Veen, J. J. Balm, C. Moesman en J. J. Rynaarts. De commissie heeft het voornemen Dinsdag 11 December met de inzameling te beginnen, en twyfelt niet of ze zal by de ingezetenon een harteiyke ontvangst vinden en door milde bydragen haar niet gemakkelyke taak veraan genaamd zien. Voorhout. Tegen drie inwoners van Ryns- burg is door den aldaar gestationneerden rijks veldwachter T. Langerak proces-vorbaal op gemaakt wegens diefstal van zand met kar en paard van het gedeelte Voorhouterweg onder deze gemeente van de grens van Ryns- burg tot de Voorhouterbrug. De inzameling voor het nationaal ge schenk aan H. M. de Koningin hoeft met inbegrip van de gift van het Seminarie Hage- veld" opgobracht f 101.38, welk bedrag wegens kosten der circulaires echter nog eenigo ver mindering zal ondergaan. Waddingsyeen. De heer Schaper, lid der Tweede Kamer, trad deze week alhier op voor een vry talryk publiek, om te spreken over den klassenstryd in en buiten het Parle ment. Veel nieuws was niet te hooren; het waren de bekende grieven dor sociaal-demo craten tegen de bezittende klasse, die de revuo moesten passeeren. De heer Samson trad tegen hem in het strydperk en diens betoogen waren veel pakkender en degeiyker. De repliek van den heer Schaper beteekende niet veel. Alles te zamen genomen, zyn wy in die drie uurtjes wel ouder, maar niet wyzer geworden. De rekening over 1900 van de Dames- vereeniging „Tabitha" bedraagt in ontvangst f 214.70 en in uitgaaf f 214.05, zoodat er een batig saldo is van f 0.65. In het afgeloopon, jaar werden 178 kleedingstukken rm.ien en behoeftigen uitgereikt. Het vroeger toomlooze kind gehoorzaamde iederen wonsch van Roberta. De hevige vlagen van drift, die vroeger de geringste tegenspraak kon veroorzaken, kwamen by na nooit meer voor, on als het kind zich nog eens oen enkele maal vergat, was een waarschuwend: „Ines!" uit don mond dor gouvernante voldoende om het te bedaren. Ook de gezondheid der kleine was veel verbeterd on Mohren wist niet, hoe hy de gouvernante dankbaar genoeg kon zyn. Do vervlogen jaren hadden niet nagelaten ook op Roberta's uiteriyk hun stempel to drukken. De bloei der eerste jeugd was van haar wangen verdwenen, maar daarvoor had zy eon kalm optreden en een verstandige wyze van spreken gekregen, die het ware zegeteekon zyn van hen, die in vrede met God en do wereld uit een zwaren stryd zyn getreden. Nog hield Ines Roberta omvat, toen de kamerdeur, die op de veranda uitkwam, ge opend werd, en de lang verwachte binnentrad. Mohren was een ryzige, knappe man, van een goede veertig, met oen innemend uiteriyk, groote bruine oogen en een ietwat spot- tenden trek om don mond. In haar en baard vertoonden zich een paar zilveren draden en zyti donkere tint sprak van oen langdurig verblijf in warmere strokon. Met welgevallen bekeek Mohren de aardige groep; maar zoo gauw had Ines haar vader niet bemerkt, of zy vloog op hem too. „Lieve, stoute papa!" riep zy, „hoo lang laat gy ons wachten, en ik ben zoo hongerig 1" „Dat zal wol zoo erg niet zyn," meende Mohren, de kleine op Ir c v orhoofd kussond. Daarop reikte hy Ro do hand. „Veront schuldig my, als ik. werkelyk te laat bon, mejuffrouw Sternthal; maar ik had een paar particuliere brieven te beantwoorden en dat doe ik liever hier dan in de stad." „Gy behoeft u niet te verontschuldigen, mynheer Mohren," zeide Roberta, terwyl zy schelde. „Het is maar een paar minuten over den gewonen tyd." „Gy ontziet anderen altyd," verzekerde Mohren en nam plaats voor de ontbijttafel, „ik lioop u daarom eon pleizier te hunnen doen. Hier is een brief voor u." „Een brief voor my? Zeker van lady Morton?" „Toch niet. Het schryven komt niet uit Engeland, maar uit Hannover." „Uit Hannover 1" herhaalde Roberta ver baasd. Wie kon van daar aan haar schryven? Wie wist daar, waar zy zich bevond? Een blik óp het adres van den brief deed haar een lilling van schrik door de leden gaan. Vorbleokend legde zy hem neder. Ja, zy kende deze hand nog altyd; zy riep haar de ge lukkigste, maar ook de treurigste dagen haars levens voor den geest; afwisselend blozend en verbleekend zat zy daar; de hand, waar mede zy Mohren zyn kop thee aanreikte, ooefdo zichtbaar. Altyd door keek zy op den brief. Mohren bemerkte dit alles zeer goedeven zeer had hy gezien, dat het adres van den brief door een mannenhand geschreven was. Van wien zou dat schryven komen, dat Roberta zoo bowoog? Gedurende de twee jaren, die zy in Mohrens huis had doorgebracht, had zy slechts briefwisseling gehouden met lady Morton en haar dochters. Hy wilde juffrouw Sternthal den tyd laten om zich volkomon te herstellen en begon te praten met de kleine Ines. Maar deze wendde zich al spoedig met een vraag aan baar gouvernante, die in haar verstrooidheid eerst antwoordde, toen de vraag herhaald werd. Elndeiyk stond Roberta op; zy greep naaf het sleutelmandjo, dat op een zy tafeltje stond, en verzocht Mohron, haar te willen veront schuldigen, daar zy voor het begin der lessen nog oemg huiswerk had te regelen. „Gy behoeft u aan my niet te storen," zeide Mohron. „Hot is zeer vriendelyk van u, dat gy by afwezigheid van mevrouw Hansen de zorg voor het huishouden op u hebt willen nemen. Naar ik hoop, zult gy er echter niet lang mede worden lastig gevallen, want myn bloedverwante keert binnen acht dagen terug." „Do taak is overigens niet moeiiyk in oen huishouden, dat zoo goed is ingericht als hot uwe," zei'ie Roberta. Toen Mohren op het gewone late uur voor het middagmaal terugkeerde, vond by Roberta kalm en bedaard als al-yd, maar zy was op vallend bleek, en haar roode oogen verrieden, dat zy geweend had. Als voor Ines de bedtyd aangebroken was, bleef haar gouvernante by afwezigheid van, mevrouw Hansen op haar kamer, die naast dio van haar leerlinge gelogen was. Heden echter keerde zy in do eetzaal terug. „Hebt gy een paar minuten voor my be schikbaar, myuheor Mohron?" vroeg zij, „ik heb u wat te zoggen." „Beschik over my naar welgevallen, mejuf frouw," kreeg zy ten antwoord. „Waarmee kan ik u dienen?" „Gy zeidet hodonmorgen, dat mevrouw Hansen binnen enkele dagen zou terugkeeren. Ik verzoek u, my by haar aankomst to willen ontslaan." „U ontslaan 1" riep Mohren ten hoogste verrast. „Wilt gU wog? Waarom?" „Ik wil niet - het valt my uiterst zwaar maar ..-inl or too «edwongen (Slot vokiJ

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1900 | | pagina 9