N\ 12514
Zaterdag 8 December.
A". 1900
(Courant wordt dagelijks, met uitzondering
van (§on- en feestdagen, uitgegeven.
Derde Blad.
Leiden, S Deeember.
IP ©uilleton,
DE STERKTHALS.
LEIDSCH
PRIJS DEZER COURANT:
Voor Lelden per 8 maanden. f 1-10.
BuiteD Leiden, per looper en waar agenten gevestigd zt)n 1.80.
Franco per poet •••ttiëtftt?****
PRIJS DER ADVERTENTIÊN:
Van 1 6 regels ƒ1.05. Iedere regel moer 0.17Grootere
letters naar plaatsruimte. "Voor het incasseeren buiten de stad
wordt ƒ0.05 berekend.
Ofiloleele Kenuiajjeyiag;,
KENNISGEVING.
NATIONALE MILITIE.
Oproeping tot den loerkelyken dienst.
De Burgemeester der gemeente Leiden brengt
bij deze ter kennis van de milicien-verlofgangers
JOHANNES PETRUS MARINUS B1EGELAAR
en
PAULUS KRIEK,
lotelingen van de lichting van 1897, nit deze ge
meente, eerstgenoemde behoorende tot het regi
ment grenadiers en jagers en laatstgenoemde be
hoorende tot het 4de regiment infanterie, dat zij,
wegens overtreding van art. 183 der Militiewet,
ingevolge de uit kracht van art. 137 dier wet
gegeven bevelen van het Departement van Oorlog,
op Maandag 2 4 December aanstaande
onder de wapenen moeten komen, ten einde ge
durende den tijd van één maand in werkelijken
dienst te worden gehouden, en roept hen mitsdien
op om op gemelden dag, des namiddags vóór
vier uren, in uniform gekleed en voorzien van
liun zakboekje met verlofpas, alsmede van al de
door hen bij hun vertrek met groot verlof mede-
fenomen voorwerpen van kleeding en uitrusting,
y hun korps, respectievelijk in garnizoen te
's-Gravenhage en te Leiden, tegenwoordig te zijn.
De bedoelde verlofgangers worden er met nadruk
op gewezen, dat deze openbare kennisgeving
/echtens voldoende is en hen derhalve, bn niet-
Dpkomst onder de wapenen, in verzuim stelt.
De Burgemeester voornoemd,
F. WAS.
Leiden, 7 December 1900.
Aan het jongste jaarverslag omtrent het
Ryks-Museum van Natuurlijke Historie alhier
is nog het volgende ontleend:
Den öden Dec. jl. werd bericht ontvangen
van het stranden te Loosduinen van een
groot walvi8chachtig dier. Do directeur begaf
zich den volgenden dag daar heen, maar kon
onverrichterzake terugkeeren, aangezien het
dier reeds werd ontdaan van do speklaag,
daar het skelet verkocht was aan prof.
Hubrecht, te Utrecht.
Evenals vorige jaren is menig interessant
dier te danken aan de vrijgevigheid der heeren
F. E. Blaauw te 's-Gravenland, W. J. Heiligers
te Schiedam en G. S. v. d. Spruyt te Leiden.
Van den heer Blaauw werd ontvangen een
bij dezen gestorven manlijk exemplaar van
den Noord-Amenkaanschen Bison. Deze feitelijk
thans op enkele individuen na uitgeroeide
diersoort was in het museum door geon huid
gerepresenteerd I Het dier is onberispelijk fraai
in het laboratorium opgezet en zal weldra
op de bovengalerij worden tentoongesteld. Een
andere bijzonder interessante Rundereoort,
die het lot van den Noord-Amerikaanschen
Bison deelt, te weten Ovibos moschatus, is
eenige jaren geleden gevonden, in Groenland
nog in enkele kudden levende. De Noord-
Amerikaansche Muskusos is in het museum
vertegenwoordigd door een uitmuntend ge
conserveerd oud exemplaar, daar in het wild
geschoten, benovens twee volledige skeletten
van eveneens aldaar geschoten dieren. Van
een aantal Muskusossen, te Tromso aange
bracht uit N.-O. Groenland, werd een achttal
aangekocht.
Een bijzonder merkwaardige Antilopen-
soort, Cephalophus silvicultor, leeft langs de
westkust van Afrika, van Liberia tot den
Congo. In de Europeesche musea vindt men
deze soort slechts te Londen, Berlijn en Leiden
vertegenwoordigd; een versch exemplaar had
niemand kunnen bestudeeren. Welnu, een
fraai mannetje, tot deze soort behoorende en
sedert een negental jaren in den Rotterdammer
Dierentuin levende, is gestorven en maakt
thans deel van de Leidsche collectie uit. Het
heeft dezer dagen het laboratorium verlaten
en zal weldra als groot sieraad in de Runderen-
galerij prijken.
Met het oog op het nabijzijnde uitsterven,
werden zeldzaam geworden N.-Zeeland-vogels
aangekocht, ook van omliggende eilanden,
met name Nestor- en Apteryx-soorten.
Welke waarde uitgestorven dieren krijgen,
moge blijken uit het volgende: van den Nestor
productus, een papegaal van Philipseiland,
thans uitgeroeid, zijn in de verschillende
musea slechts acht exemplaren aanwezig
in een Engelsch tijdschrift taxeerde iemand
onlangs de waarde van zoo'n vogel op 1000
guinjesl En het Leidsche museum bezit twee
prachtige exemplaren derhalve25000
gulden voor twee vogels 1
De 846 vogelhuiden, door dr. Nieuwenhuis
verzameld op zijn tocht door Centraal-Borneo,
behooren wel is waar allen tot bekende en
in het museum vertegenwoordigde soorten,
doch interessant, is, dat er 292 exemplaren
by zijn, die nog niet voorhanden leeftijden
en kleurverschillen representoeren.
Nog wordt gewezen op Molge alpestris,
een Hagedissoort, tot nu niet in Nederland
gevonden: het geschenk des heeren A. Horst
is een interessante toevoeging aan de inland-
sche Fauna.
Aan dr. Van Capellen zijn een drietal ver-
zamelki8ten medegegeven op zijn reis naar
Suriname's binnenlanden. Een volgend verslag
moge gewagen van interessante collecties,
door hem op dien tocht voor het museum
bijeengebracht.
Het museum werd bezocht door 7025
personen.
Met een wetenschappelijk doel werd het
museum bezocht door een groot aantal go-
leerden. Bezoeken van scholen onder geleide
van onderwijzers komen meer en meer voor.
Wegens de groote reparaties was de be-
nedengalerij bijna een. jaar voor het publiek
gesloten en kon eerst op 12 Aug. weder
toegankelijk gesteld _worden.
In den loop van het jaar verscheen deel
XXI van het tijdschrift van het museum
„the Notes from the Loyden Museum", door
ambtenaren, aan het museum verbonden.
Dr. Horst en de heer Schepman complo
teerden het tweede deel van den „Catalogue
systématique dos mollusques".
Het Dagelijksch Bestuur van het Ned.
Landbouw-coraitó ontving van een zijner leden
een uitvoerig stuk omtrent de beteugeling van
bedrog in den boterhandel. Met den schrijver
van dit stuk, dat in het Landbouw-Weekblad
van heden is opgenomen, meent het Dage
lijksch Bestuur, dat periculum in mora beslaat
en dat het merken van alle margarine met
de onschadelijke sesamolie het eenige middel
is om voor de Nederlandsche zuivere natuur
boter een plaats te heroveren op de buiten-
landsche markten.
Het Dagelijksch Bestuur heeft gemeend een
verzoekschrift aan de Regeering te moeten
zenden om voorstellen tot wijziging in te
dienen, en heeft alle landbouwvereenigingen,
eerlijke boterhandelaars en verdere belang
stellenden dringend uitgenoodigd hpt bestuur
te steunen door het zenden van adhaesie-
adre8sen.
Het stoomschip „Herzog" (uitreis) arri
veerde 5 Dec. te Napels; do „Merapi", van
Rotterdam naar Java, passeerde 6 Dec.
Ouessanti.
Abbenos (gom. Haarlemmermeer). Denkende
aan het spreekwoordelijk gezegde „Rust roest"
vergaderde de hengsten-associatie Haarlem
mermeer afdeeling „Nieuw-Vennep" bij de
wed. Stapel aldaar.
Nadat voorlezing was gedaan van een
schrijven van den heer W. De Olercq, te H.,
die steeds met zeer veel belangstelling het
6troven der Associatie gevolgd had, en die
bet groote nut van vermeld streven voor de
paardenfokkerij, alzoo dus ook voor den land
bouwer inziende door tusschenkomst der
landheeren zou beproevén, dat de lijst der
aandeelen zoodra mogelijk voltoekend zij en
dat nogmaals in hot bijzonder er op gewezen
werd, dat men by aankoop van den hengst
vooreerst niet over de grenzen des lands zou
gaan, en dat een sterk geklos paard van
eenigszins gekruist Geldersch ras by het be
stuur en de aandeelhouders gewild was, kwam
punt I der agenda aan de orde:
In de commissie tot het aankoopen van
vermelden hengst werden benoemd de heeren
J. Tiemen, P. Verkuyl en O. Van Willingen
en tot leden-plaatsvervangers do lieeren: L.
Van Wyk, Dirk De Vlieger Jr. en L. Van
Andel. Staande de vergadering vermeerderde
het aantal aandeelen ad 26, per aandeel tot
66. Zal het streven der Associatie volkomen
bereikt worden, dan resten er nog 14.
Om vermelde commissie in staat te stellen
by aankoop van een hengst hot voordoeligst
te doen handelen, werd verder besloten door
aandeelhouders convocatie-biljetten toe te zon
den met vermelding dat op de aanstaande
vergadering a. s. Dinsdag, by den heer Duiven
voorde te houden, genummerde bewijzen tegen
storting der aandeelen zouden afgegeven
worden.
Nadat nog eenige ondergeschikte punten
ter sprake waren gebracht, sloot de voorzitter
de vergadering, den leden dankzeggende voor
de flinke en trouwe opkomst.
Te Abbones is het St.-Nicolaaefeest op
school kinderiyk gevierd. Ongeveer halfdrie van
dien dag werden de leerlingen, zich van hot
naderende feest weinig bewust, doorSt-Nicolaas
in persoon verrast. Aan suikergoed en andere
versnaperingen was geon gebrek. Aan het
verzoek van St.-Nicoiaas om voor hom oon
versje op te zeggen, werd door een drietal
kindoren gretig voldaan. Ook ontvingen de
leerlingen der school by het naar huis gaan
elk een boek, de kleinen een prent. Togolyker-
tyd was ook aan de leerlingen der bewaar
school een feestje voorbereid.
De kosten van een en ander werden uit
een schenking bestreden.
Te Hoofddorp is eene vereoniging
„Koningin Wilhelmina" opgericht met onge
veer vyftig leden.
Deze vereeniging stelt zich ten doel den
verjaardag van H. M. de Koningin en andere
nationale gedenkdagen feesteiyk te vieren.
Voor ieder ingezetene van Haarlemmormoer
is de gelegenheid opengesteld ervan lid te
worden, tegen betaling van contributie.
Bodegraven. Donderdag avond hiold de
rederykerskamer „H. K. Poot," alhier, haar
eerste openbare vergadering in dit winter
seizoen. Voor een tamelyk goed opgekomen
publiek werd opgevoerd het blyspel „Janus
Tulp" van Justus van Maurik. Eenige jaren
geleden is dit stuk reeds door „Poot" met
succes opgevoerd. By deze opvoering waren
de rollen echter in geheel andere handen dan
vroegor, maar laten wy er dadeiyk by voegen,
in goede handen. De hoofdrollen vooral, zoo
wel die der dames als der hoeren, worden
uitmuntend gespeeld, waardoor de rederykers-
39)
„Gy zyt nog te jong, te onervaren, om
dien plicht goed te bogrypen en hem te
kunnen nakomenuw vader doet dat nu nog
voor u. Maar ge kunt wel begrypen, dat wy
onze hoogere plaatsing niet mogen misbruiken
om hen, die onder ons staan, te krenken. Gy
waart gisteravond niet vriendelyk tegen het
kindermeisje. Ines, en de arme Marie, die veel
van u houdt, heeft bitter geschreid."
Deze woorden waren op goedigen, maar
ernstigen toon gesproken; Ines keek op; haar
groote, donkere bogen stonden vol tranen.
„Ik, ik stamelde zy verlegen, „het
spyt my vergeef my het zal niet meer
gebeuren."
„Dat zal my genoegen doen. Maar woord
houden, kindlief."
Stormachtig kuste Ines de lippen, die zoo
zacht en toch dringend konden berispen. Zy
was innig gehecht aan haar gouvernante en
deze was Roberta Sternthal.
Tien jaar zyn vorloopen sedert zy na
den dood harer moeder Hannover heeft ver
laten. Destijds voelde Roberta, dat zy slechts
by volkomen verandering der omstandigheden
en der omgeving, het leven verder zou
kunnen dragen. Moedig nam zy den stryd om
het bestaan weer op, en haar moed werd
beloond. Door vrienden, die zy zich in Han
dover verworven had, werd zy in Engeland,
ten huize van lord Morton, aanbevolen. Door
haar bekwaamheden en haar beminiyk gedrag
yroa xjj zich spoedig de achting en liefde
harer leerlingen en hunner ouders. Acht jaren
verbleef zy ten huize van den lordtoon was
haar taak daar geëindigd, en zy vertrok van
daar, hoe gaarne lady Morton haar ook by
zich had willon houden. Maar Roberta wilde
in de kracht van haar leven niet de banden
in den schoot leggen en nam op zich het
moederlooze kind van den groothandelaar op
te leiden. Reeds lang weer wenschte zy vurig
het geliefde vaderland terug te zien en op
nieuw den zoeten klank der Duitsche moeder
taal te hooren, al had zy dit gevoel ook steeds
met al haar wilskracht teruggedrongen.
Zy woonde nu sedert twee jaren in Mohrens
huis. Spoedig had zy het hart der kleine Ines
gewonnen; geen lichte taak, want het kind
had het warmbloedige, zuidelyke temperament
der moeder geërfd en verzette zich eerst-
tegen iedere intooming.
Toon Mohren met Ines naar Europa kwam,
zag hy in, dat hy niet verder mocht gaan
met zyn kind te verwennen.
Mevrouw Hansen, de oudere bloedverwante,
die zyn huishouden zou besturen, verklaarde
zich niet in staat, de kleine „wilde" te tem
men, en Mohren was zeer verheugd, toen de
zoo warm aanbevolen juffrouw Sternthal de
moeilyke taak overnam.
Maar Roberta stond er ten zeerste op, dat
het kindermeisje, dat Ines naar Europa ver
gezeld had, zou worden ontslagen, vóór zy
Mohrens huis betrad, en Mohren stemde
hierin, hoewel ongaarne, toe.
Er bleef hem trouwens geen lange bedonk-
tyd over, want zyn zaken eischten dringend
zyn tegenwoordigheid in Brazilië. Hy' vertrok
dus en met hem het vroegere kindermeisje.
Toen hy na eenige maanden terugkeerde, was
hy ten zeerste verwonderd door do gunstige
verandering, die er bjj Ines had plaats gehad.
kamer „Poot" met dit stuk minstens evenveel
succes had als by de eerste opvoering.
De dienstbode van den bakker B., alhier,
verrichtte in den vroegen morgen, by het
licht van een lampje, eenig werk op de vlie
ring. Het lampje ging door den wind uit en
in het donker wilde de dienstbode nu naar
beneden gaan. Zy viel echter met het lampje
in de hand door het open luik en kwam,
zonder de trap te raken, naar beneden, waar
door zy een arm ernstig bezeerde, vooral door
de scherven van de gebroken lamp.
Hazorswoudo. Op uitnoodiging van den
burgemeester had gisteravond de aangekon
digde vergadermg plaats in het lokaal van
den heer J. Rodenburg tot vorming van een
commissie voor het huldebiyk by gelegenheid
van het aanstaande huweiyk van H. M. de
Koningin met Hertog Hendrik van Mecklenburg.
Mr. C. S. Van Dobben de Bruyn opende de
vergadering met een toespraak, tintelend van
liefde voor ons vorstenhuis en onze lieftallige en
veelbeminde Koningin. „Uit alle rangen en stan
den moet dit huldebiyk voortkomen", zoo
sprak hy, „en onze vorstin heeft, op een tot
haar gerichte vraag, geantwoord, dat Zy ge
negen is, een huldebiyk van de natie met
dankbaarheid te aanvaarden. Dus de dank
baarheid van uw Koningin is uw loon".
Tot voorzitter werd by acclamatie verkozen
mr. 0. S. Van Dobben de Bruyn, tot secretaris
de heer J. M. Kok en tot penningmeester de
de heer C. Korteweg. Voor de inzameling dor
gelden, die de volgende week zal plaats hebben,
werd de gemeente verdeeld in 11 wyken.
Niemand mag worden overgeslagen, daar het
penningske van don arme voor een echt
nationaal huldebiyk evenveel waarde heeft als
de duizend gulden van den milionair. Vóór
15 Dec. moet het geld by het hoofdbestuur
zyn ingekomen.
Tot lid van het bestuur van den Riet-
veldschen polder is benoemd de heer P. F.
Veelenturf.
Katwyk. Maandagavond te 7 uren zal de
ysclub „Voorwaarts" te Katwyk aan denRyn
in het „Hotel de Roskam" aldaar haar jaar-
ïyksche leden-vergadering houden.
Punten van behandeling zyn: Rekening van
den penningmeester over 1900 en benoeming
van bestuursleden ton gevoJgo periodieke
aftreding.
Noordwykorhout. Hoe myn St.-Nicolaas
geweest is? O, dank u voor de belangstelling,
't Gaat nog all
Maar heel zoet ben ik bepaald niet geweest.
Enfin, ik zal er me maar mee troosten, dat
ik biykbaar niet alleen sta. We schynen 't
hier allemaal te hebben verbruid, althans
St.-Nicolaas wilde, dat 'tvoor de cafó's, waar
andere jaren ook na het sluitingsuur nog wat
permissie werd gegeven, 't ditmaal Polizeistunde
zou zyn op het gowono uur. Papa gaf geen
permissie.
Eens had ik een vriend. Wel hebben we
elkaar in lang niet gezien, maar ik weet,
dat hy commissaris van politie is in een onzer
Zuidholland8che steden. H(j ging óp in z'n
vak en ik, die hom zoo goed kende, begreep
eertyds niet, dat het zyn lust en loven kon
zyn, te wroeton in allerlei zaken, die toch
zeker tien tegen óén geen prettige waren.
Eens, dat we weer een vakpraatje hielden,
uitte ik myn bevreemding, dat hy met zoo
veel toewyding zich kon bezighouden mot
allerlei akeligheden want ik wist, dat myn
vriend een zeer humaan mensch was. Och,
antwoordde hy, je oordeel verwondert my
niets; 't is dat van de meeste menschen bulten
het politievak, 'tls niet alleen de taak eer
politie, mi8dryven op te sporen en in het
geheel niet zich in anderer ongeluk te ver
kneuteren. Het is mede en wel het schoonste
gedeelte van die taak: voor struikelen te be
hoeden, misdryven te voorkomen.
Zooals we in een vorig nr. reeds hebben
meegedeeld, werd door een jongmensch een
tuig ontvreemd. Naar men zegt, was de heler,
tevens de verleider, zekere S., een scharrelaar
van hier, die hot des avonds op afgesproken
plaats en teeken in ontvangst zou nemen.
En wat deed S.? Hy waarschuwde eerst de
politie, ging daarna naar de afgesproken plaats,
gaf het teeken en het jonge mensch liep
in de val. Sedert heeft S. gemeend met zyn
gezin naar elders te moeten vertrekken. Hy
rekende zich waarschyniyk hier niet meer
veilig. Het komt niet in me op, om de
afkeurenswaardige daad van het jonge mensch
ook maar eenigszins te willon vergoeiyken
of werkeiyke verdiensten te verkleinen. Maar
op die wyze een dief te snappen is geen
kunst. En het spyt me te moeten zeggen,
dat volgens de opvatting van myn vriend,
de politie biykbaar heeft gemeend, het schoonste
deel van haar taak, d.1. een misdryf te voor
komen, niet te moeten vervullen.
Your—Lcidschendam. Op uitnoodiging van
den heer burgemeester kwamen gisteravond
in het cafó „Het Wapen van Yeur" eenige
ingezetenen byeen tot het vormen van een
commissie om gelden in te zamelen voor het<
nationaal huldobiyk, H. M. de Koningin aan
te bieden by Hoogstderzelver huweiyk.
Benoemd werden de heeren P. Van Duyven-
éyk, burgemeester, voorzitter; T. A. Van
Egmond, secretaris; G. W. Boonokamp,
penningmeester; G. Van Veen, J. J. Balm,
C. Moesman en J. J. Rynaarts.
De commissie heeft het voornemen Dinsdag
11 December met de inzameling te beginnen,
en twyfelt niet of ze zal by de ingezetenon
een harteiyke ontvangst vinden en door milde
bydragen haar niet gemakkelyke taak veraan
genaamd zien.
Voorhout. Tegen drie inwoners van Ryns-
burg is door den aldaar gestationneerden rijks
veldwachter T. Langerak proces-vorbaal op
gemaakt wegens diefstal van zand met kar
en paard van het gedeelte Voorhouterweg
onder deze gemeente van de grens van Ryns-
burg tot de Voorhouterbrug.
De inzameling voor het nationaal ge
schenk aan H. M. de Koningin hoeft met
inbegrip van de gift van het Seminarie Hage-
veld" opgobracht f 101.38, welk bedrag wegens
kosten der circulaires echter nog eenigo ver
mindering zal ondergaan.
Waddingsyeen. De heer Schaper, lid der
Tweede Kamer, trad deze week alhier op
voor een vry talryk publiek, om te spreken
over den klassenstryd in en buiten het Parle
ment. Veel nieuws was niet te hooren; het
waren de bekende grieven dor sociaal-demo
craten tegen de bezittende klasse, die de revuo
moesten passeeren.
De heer Samson trad tegen hem in het
strydperk en diens betoogen waren veel
pakkender en degeiyker. De repliek van den
heer Schaper beteekende niet veel. Alles te
zamen genomen, zyn wy in die drie uurtjes
wel ouder, maar niet wyzer geworden.
De rekening over 1900 van de Dames-
vereeniging „Tabitha" bedraagt in ontvangst
f 214.70 en in uitgaaf f 214.05, zoodat er
een batig saldo is van f 0.65. In het afgeloopon,
jaar werden 178 kleedingstukken rm.ien
en behoeftigen uitgereikt.
Het vroeger toomlooze kind gehoorzaamde
iederen wonsch van Roberta. De hevige vlagen
van drift, die vroeger de geringste tegenspraak
kon veroorzaken, kwamen by na nooit meer
voor, on als het kind zich nog eens oen enkele
maal vergat, was een waarschuwend: „Ines!"
uit don mond dor gouvernante voldoende om
het te bedaren. Ook de gezondheid der kleine
was veel verbeterd on Mohren wist niet, hoe
hy de gouvernante dankbaar genoeg kon zyn.
Do vervlogen jaren hadden niet nagelaten
ook op Roberta's uiteriyk hun stempel to
drukken. De bloei der eerste jeugd was van
haar wangen verdwenen, maar daarvoor had
zy eon kalm optreden en een verstandige wyze
van spreken gekregen, die het ware zegeteekon
zyn van hen, die in vrede met God en do
wereld uit een zwaren stryd zyn getreden.
Nog hield Ines Roberta omvat, toen de
kamerdeur, die op de veranda uitkwam, ge
opend werd, en de lang verwachte binnentrad.
Mohren was een ryzige, knappe man, van
een goede veertig, met oen innemend uiteriyk,
groote bruine oogen en een ietwat spot-
tenden trek om don mond. In haar en baard
vertoonden zich een paar zilveren draden
en zyti donkere tint sprak van oen langdurig
verblijf in warmere strokon.
Met welgevallen bekeek Mohren de aardige
groep; maar zoo gauw had Ines haar vader
niet bemerkt, of zy vloog op hem too.
„Lieve, stoute papa!" riep zy, „hoo lang
laat gy ons wachten, en ik ben zoo hongerig 1"
„Dat zal wol zoo erg niet zyn," meende
Mohren, de kleine op Ir c v orhoofd kussond.
Daarop reikte hy Ro do hand. „Veront
schuldig my, als ik. werkelyk te laat bon,
mejuffrouw Sternthal; maar ik had een paar
particuliere brieven te beantwoorden en dat
doe ik liever hier dan in de stad."
„Gy behoeft u niet te verontschuldigen,
mynheer Mohren," zeide Roberta, terwyl zy
schelde. „Het is maar een paar minuten over
den gewonen tyd."
„Gy ontziet anderen altyd," verzekerde
Mohren en nam plaats voor de ontbijttafel,
„ik lioop u daarom eon pleizier te hunnen
doen. Hier is een brief voor u."
„Een brief voor my? Zeker van lady
Morton?"
„Toch niet. Het schryven komt niet uit
Engeland, maar uit Hannover."
„Uit Hannover 1" herhaalde Roberta ver
baasd. Wie kon van daar aan haar schryven?
Wie wist daar, waar zy zich bevond? Een
blik óp het adres van den brief deed haar
een lilling van schrik door de leden gaan.
Vorbleokend legde zy hem neder. Ja, zy kende
deze hand nog altyd; zy riep haar de ge
lukkigste, maar ook de treurigste dagen haars
levens voor den geest; afwisselend blozend
en verbleekend zat zy daar; de hand, waar
mede zy Mohren zyn kop thee aanreikte,
ooefdo zichtbaar. Altyd door keek zy op den
brief.
Mohren bemerkte dit alles zeer goedeven
zeer had hy gezien, dat het adres van den
brief door een mannenhand geschreven was.
Van wien zou dat schryven komen, dat Roberta
zoo bowoog? Gedurende de twee jaren, die
zy in Mohrens huis had doorgebracht, had
zy slechts briefwisseling gehouden met lady
Morton en haar dochters.
Hy wilde juffrouw Sternthal den tyd laten
om zich volkomon te herstellen en begon te
praten met de kleine Ines. Maar deze wendde
zich al spoedig met een vraag aan baar
gouvernante, die in haar verstrooidheid eerst
antwoordde, toen de vraag herhaald werd.
Elndeiyk stond Roberta op; zy greep naaf
het sleutelmandjo, dat op een zy tafeltje stond,
en verzocht Mohron, haar te willen veront
schuldigen, daar zy voor het begin der lessen
nog oemg huiswerk had te regelen.
„Gy behoeft u aan my niet te storen,"
zeide Mohron. „Hot is zeer vriendelyk van u,
dat gy by afwezigheid van mevrouw Hansen
de zorg voor het huishouden op u hebt willen
nemen. Naar ik hoop, zult gy er echter niet
lang mede worden lastig gevallen, want myn
bloedverwante keert binnen acht dagen terug."
„Do taak is overigens niet moeiiyk in oen
huishouden, dat zoo goed is ingericht als hot
uwe," zei'ie Roberta.
Toen Mohren op het gewone late uur voor
het middagmaal terugkeerde, vond by Roberta
kalm en bedaard als al-yd, maar zy was op
vallend bleek, en haar roode oogen verrieden,
dat zy geweend had.
Als voor Ines de bedtyd aangebroken was,
bleef haar gouvernante by afwezigheid van,
mevrouw Hansen op haar kamer, die naast
dio van haar leerlinge gelogen was. Heden
echter keerde zy in do eetzaal terug.
„Hebt gy een paar minuten voor my be
schikbaar, myuheor Mohron?" vroeg zij, „ik
heb u wat te zoggen."
„Beschik over my naar welgevallen, mejuf
frouw," kreeg zy ten antwoord. „Waarmee
kan ik u dienen?"
„Gy zeidet hodonmorgen, dat mevrouw
Hansen binnen enkele dagen zou terugkeeren.
Ik verzoek u, my by haar aankomst to willen
ontslaan."
„U ontslaan 1" riep Mohren ten hoogste
verrast. „Wilt gU wog? Waarom?"
„Ik wil niet - het valt my uiterst zwaar
maar ..-inl or too «edwongen
(Slot vokiJ