N*. 12511
Woensdag 5 December,
A*. 1900
<§eze (Courant wordt dagelijks, met uitzondering
van (§on- en feestdagen, uitgegeven.
Dit nommer bestaat uit TWEE
Bladen.
Eerste Blad.
Hulde aan President Eniger.
SIMT-ftSiCQLAAS.
Leideu, 5 Deeember.
Hagenaars over Leienaars
LEIDSC
PRIJS DEZER COUR ART:
Voor Lelden per 8 maanden: i i i i I I i i l.KL
Buiten Lelden, per looper en waar agenten gevestigd ztfn 1.30.
Franco per post
i i 8
1.65.
PRIJS DER AD VERTENTIËN
Van 1 6 rogels f 1.05. Iedore rogel meer f 0.17}. Grootere
letters naar plaatsruimte. Voor het incasseeren buiten do stad
wordt f 0.05 berekend.
Nederland zal morgen het voorrecht hebben
den even kloeken als eerbiedwaardigen Presi
dent der Zuidafrikaansche Republiek, den
heer PAUL I -1IGER, in zyn midden te
hebben. De reis gaat voorloopig naar Den
Haag doch daarna zal Amsterdam waarschijnlijk
met een bezoek worden vereerd. In dat geval
moet Lelden gereed zyn om den President
op zijn doorreis aan liet Station een
liulde te brengen.
Het Bestuur van de afdeeling Leiden en
Omstreken en de studenten-afdeeling dor
Zuidafrikaansche Vereeniging noödigon daartoe
Vereenigingcn en Lorporatiën uit, zich
by dit huldebetoon to doen vertegenwoordigen
op het Stationsperron, waartoe inmiddels
by de betrokken autoriteiten de noodige
stappen worden gedaan.
Opgaaf van het getal vertegenwoordigers
met hun vaandels en banieren wordt
vóór Vrydag aanstaande ingewacht by het
Bestuurslid den Heer O. J. LELNDERTZ,
Morsehsiugel 3.
Bet Bestuur der Ned. Z.-Afr. Vereeniging
v/d. Afd. Leiden en Omstreken.
Prop. Dr. M. J. de Goeje, Voorzitter.
Dr. J. W. Muller, Secretaris.
- Mb. Ch. M. Dozy, Penningmeester.
Prof. P. J. Blok.
U V Ds. W. BRIËT.
H.V J. H. Donnkr.
Felix Driksskn,
Dr. d. C. hessblma.'
vo. J. Leehdebtz,
G. Henri Sijthoff.
Jhb. Mr. J. H. J. Qoarles van Ufford,
i NoordwUk.
Prof. A. H. L. Hensen, Warmond.
D. W. Molhitysen, Secret-Penningm.
der Stud.-Afd. Leidon.
Luiden, 5 December 1900.
Het schemergrauw van de laatste maand des
Jaars is over ons nedergedaald, en wy naderen
het tydstlp van den winterzonnestilstand. Dat is
een tyd van sombere stemmingen en van
weemoedige gedachten. Wy geraken onder
den indruk van do vergankeiykheidsbeelden,
die zoowel op den kaal geworden akker en
in het ontbladerd geboomte ais in do weg-
üikkerende vlammen van het haardvuur ons
voor den geest ryzen.
In dezen tyd, naar oud-vaderlandsche zede,
verdry ven wy de neerdrukkende voorstellingen
door feestviering. Dat is het voor de hand
liggend middel, men plaatst stemming tegen
over stemming. Zegt niet, dat wy op die wyze
wezeniyke smart trachten te verdooven, dat
wy een afgrond van leed pogen te verbergen
door den rand met kunstbloemen te tooien,
want dat is geenszins het dool. Maar ook de
gelukkige kent die oogenblikken, die uren
zelfs van verslapte opgewektheid, die hem
vor'al overvallen in tyden dat hy niet in
veelvuldige aanraking met de natuur kan
komen, of waaraan hy het meest blootstaat
wanneer niet de drang der gewone werk-
zaamhedon hem geheel in beslag neemt. Dan
moet er eens wat anders zyn om de gedachten
af te leiden.
Aan dergeiyk besef van oen noodzakelyko
afwisseling hebben wy het voornameiyk toe
te schryven, dat in het Noordeiyk halfrond
sinds overoude tyden de meeste feesten zich
als het ware groepeerden rondom do ver
schuiling van den langsten nacht. Do land
bouwer en de veehouder hadden buiten niets
meer te doen, en de guurheid des wegers
maakte het onraadzaam daar langer te toeven.
In het bosch was het nog onherbergzamor
vooral wanneer de avond viel, vormden daar
de grillige gestalten der kale woudreuzen
huiveringwekkende groepen, als waren zy
plotseling bezield geworden door de minder
welwillende, bovenaardsche wezens, die in den
omtrek verbiyf hielden, en de eenzaam
ronddwalende jager, hoe onverschrokken ook
als hy stond tegenover een tastbaar gevaar,
haastte zich de woniDg te bereiken, binnen
welker wanden de geest der gezelligheid hem
een gevoel van veiligheid gaf. Ja, in dien tyd,
als er niet te werkon viel aan mannentaak,
en men eigenlyk geen dringender bezigheid
kon vinden dan te zitten kyken naar moeders
snorrend spinnewiel en nu en dan een houts
blok werpen op het verflauwond haardvuur,
moest men zorgen er de levendigheid in te
houden. Dan kwamen de lieden dor buurt
schap of de verspreide leden der familiegroep
by'een, dagen achtereon en by herhaling, en
zoo werd aan verveling en aan zwaarmoedig
heid het hoofd geboden.
De intrede der feestmaand werd afgekondigd,
hoog in de lucht. Als op eenmaal het eentonig
gesuis in de boomkruinen een afwisseling kreeg
door de luide stemmen van den rondwarenden
storm, dan was daar de Wilde Jager aange
komen met zyn stoet. Niet raadzaam was het,
hem te ontmoeten; op zyn terrein wil hy
heer en meester zyn, in de wouden duldt
hy geen mededinger. Maar hy is, terwyi hy
voortylt in het mateloos verschiet, over de
stroodaken dor gehuchten heen, een weldoener
van de naar zyn stem luisterende menschen,
want booze geesten, die de landen onvrucht
baar, het vee ongezond maken en den kinderen
don blos van de waDgen stelen, die vluchten
weg op zy'n nadering en vergeten dan weieens
terug te komen.
Als hy met .zyn ruwe stem verlof heeft
gegeven om het feest te openen, dan wordt
het geopend. De leden des gezins, de vrienden
zyn by elkander; de Wilde Jager stoot in
zyn dartelheid weieens een deur open om zyn
nabyheid te doen opmerken, en van die ge
legenheid is gebruik gomaakt om een bydrage
tot de stoffelyke benoodigdheden eener feest
viering naar binnen te doen geraken. Do
materiëele zyde van het gezellig sainenzyn
treedt nameiyk zeer sterk op den voorgrond;
in die oude tyden beschouwden de menschen
het eten en drinken als heerlyke uitvindingen.
Het ligt voor de hand, dat bydragen voor
tafelgenot nooit onwelkom waren.
Laten we het nu als iets heel waardeerbaars
aanmerken, dat door gansche reeksen van
geslachten heen, te midden van allerlei wis
selingen en ondanks den drang van de meest
overweldigende gebeurtenissen, onze volks
aard nog zooveel van het oorspronkelijke hoeft
bewaard, dat ook de leesten in stand zyn
gebleven, want achter die feesten schuilt moor
dan de eenvoudigo begeerte om pret te maken.
Natuurlyk hebben de groote veranderingen
van begrippen op godsdienstig en zedeiyk
gebied baar invloed doen gelden, maar het
eigenaardig karakter vooral van het eerste
dor midwinterfeesten is nog - zeer duidelijk
zichtbaar gebleven. De Wilde Jager op zyn
schimmel was minder vriendelijk dan zyn
opvolger Sint-Nicolaas, maar die veelgezegendo
opvolger doet nog denzelfden gewaagdon rit
en biedt op even geheimzinnige wyzo zijn
verrassingen; alleen heeft hy zyn werkkring
uitgebreid, door ook nu en dan eens te
informeeren naar de gedragingen van liet
opkomend geslacht, wel wetende, dat daarvan
ontzagiyk veel afhangt voor de toekomst van
het volk. Vooral is hy gotrouw gebleven aan
een belangryk deel van zijn roeping; ook in
het nieuw gewaad, door do overlevering hem
om do leden gehangen, en in zyn hooge
waardigheid, is do groote heer van het feest
de menschen blyven dringen naar den huise-
ïyken haard en naar de plok waar met de
meeste opgewektheid feestvieringen gehouden
kunnen worden. Hy is het, die den gryzen
voortyd in verbinding brengt met het heden,
en niet alleen in historischen zin, hy doet
het ook met betrekking tot hot eigen, indivi-
dueele leven van het legioen zyner aanhangers.
Want terwyi do grootvader zich kinderiyk
zit te verkneuteren in het listig overleg, waar
mede hy voor etJn kleinkind don strik eener
aangename verrassing heeft gespannon, ziet
hy zichzolven weder, ook in de lichaamsvor
men van een klein knaapje, wachtende met
zoet verlangen en met heimeiyke vrees,
bekropen door twyfel aaugaande de wezen
iyke werkeiykheld van hetgeen hem aangaande
den „goedheiligman" was medegedeeld, en
toch den moed missende, om voor de evidentie
der feiten een andere verklaring te aan
vaarden.
En nu het weer daar is, het „heeriyk
avondje" van onze kinderen, w(j willen
hopen ook van vele grooten, nu voelen
wy levendig zyn onmisbaarheid. Het jaar zou
dor zyn, als het er uit werd gelaten; het zou
in onze herinnering voortleven als het treu
rig beeld van eon verminkte. Maar die weg
lating is eenvoudig iets ondenkbaars; daar
zyn zooveel menschen, die voor do handha
ving zorg dragen, dat de goede bisschop
overal zyn pad bereid vindt. Dit by uitne
mendheid Hollandsch feest zal leven, zoolang
de Hollandsohe stam frissche loten draagt;
het zal de kinderen met biydschap vorvullen,
zoolang zy nog pleizier hebben In 'protmaken
en niet ongevoelig zyn geworden voor de ver
rassingen van een geschenk; het zal een
belangryke plaats in ons jaarleven blijven
innemen, zoolang de gehechtheid aan het ge
noegen van huiselyk samenzyn niet in ons
volk is uitgebluscht.
Dat is het ware van dit feest; het geeft
als uitgangspunt van hetgeen verder gevierd
zal worden het begrip van het huisgozin aan.
Hoe uitgebreid ook het gebied wordt van
onze werkzaamheden en hoe groot de omvang
van onze maatschappelyke verplichtingen,
daar is de kern van alles. De gloed, die van
het licht in de woonkamer straalt, is be
stemd om alles te beschynen, alles te ver
helderen. Hervorm wat gy wilt, wyzig allerlei
gebruiken, pas nieuwe stelsels toe, tracht
zelfs van de maatschappy de grondslagen te
wyzigen, zoo gy meent dat zy niet goed meer
zyn, dat ééne, daar zal men nooit aan raken
mogen in ons eigen Nederland, niet aan het
huisgezin als middelpunt van alle gemeen
schapsleven. En zoo dikwyis Sint-Nicolaas
weer met zyn bosten tabbaard zich tooit om
het' bezoek aan zyn trouwe vereerders te ver
nieuwen, zal hy ons vinden, daar waar hy
ons en onze voorouders al voor honderden
en honderden jaren heeft aangetroffen, in
vroolyke stemming met de kinderen in de
gezellige woonkamer.
- Moge voor ieder onzer de feestavond daar
opnieuw een bron zyn van veel genot.
Wy vestigen de aandacht op achterstaande
advertentie over het aan President Kruger
toegedachte huldebetoon. Het initiatief daar
toe is uitgegaan van do beide afdeelingen der
Nederlandsch-Zuidafrikaansche Vereeniging
doch de bedoeling en de verwachting is, dat
do gansche burgery zooveel mogeiyic door
haar vertegenwoordigers er aan zal deelnemen.
Naar wy vernemen, bestaat er gegronde hoop,
dat verschillende autoriteiten mede aan het
station aanwezig zullen zyn. Een opwekking
tot de vereeniglngon en corporation om afge
vaardigden te zenden, zal wel overbodig zyn;
eveneens de herinnering dat deze hulde in de
tegenwoordige omstandigheden niet mag be
staan uit wild gejubel en geschreeuw, maar.
een ernstig, waardig karakter moot behouden.
Omtrent den dag, het uur, den duur en de;
wyze van het huldebetoon is nog niets bekend.
Aan het jongste jaarverslag omtrent het
Ryks Museum van Natuurlyke Historie wordt
het volgende ontleend:
Op 1 November 1899 werd op zyn verzoek
eervol ontslagen de heer F. H. Ter Meer,;
sedert 1859 aan het Museum werkzaam, oer3t,.
als assistent-preparateur, na 1 Juni 1878
als preparateur. Don lsten Januari d. a. v.
volgde do heer H. H. Ter Meer Sr. diens
voorbeold en verliet met eervol ontslag
'slands dienst; den lsten Januari 1854 als
assistent-preparateur aangesteld, werd hy in
1859 tot preparateur bevorderd. Hun plaatsen
werden vervuld door den heer H. H. Ter Meer Jr.
als chef van het laboratorium, en door de hoeren^
J. 0. W&korlin en F. Elmers.
Den lsten Maart 1900 overleed na een
langdurig lyden J. Kohlbeck, sedert 1887
bediende aan het museum.
De hoer F. A. Yerster van Wulverhorst
herdacht in huiselyken kring het feit, dat
hy met 1 Januari jl. zyn 40-jarigeu dienst-
tyd aan het museum mocht beleven. Dr. F.
A. Jentink herdacht 1 Juli jl., den datum,
waarop hy vóór 95 jaar aan het Museum
was aangesteld.
In het vorige jaarverslag word melding
gemaakt van het invallen van een deel van den
houten vloer, waarop de grootste zoogdieren
staan; tevens werd gewezen op den bouw-
valligen toestand van den vloer in de kamera
van den directeur en den administrateur. Thans
is een groote verbetering, in dezen toestand
gekomen. De bodem in de galery is uit
gegraven en op eon wyze vernieuwd, die ge
vaar vóór instorten daar ter plaatse zeer zeker
uitsluit, terwyl de bedreigde groote dieren nU
in goed gosJoten vitrines geborgen staan en
er een inrichting getroffen is, waarby door
warmwaterbuizon deze vitrines op vochtige o(
koude dagen kunnen verwarmd worden. Ook
do kamers vau den directeur en van den
administrateur hebben grooto verbeteringen'
ondergaan.
Mot vreugde wordt gewezen op het belang
ryk feit dat den 12den December 1899 doof^
de Tweede Kamer het voorstel des ministers 1
van buitenlandeche zaken, mr. Goeman Bof»
ge8ius, aangenomen is om met den gedeelte-
ïykon bouw van een nieuw museum oen
aanvang te maken, beginnende met het<
spiritu8-magazyn, met daarby behoorendq
werkkamers en verwarmingstoestellen, be
nevens een gedeelte magazyn. Een en ander
zal dienen om alle spiritualiën uit het oude
gebouw te verwyderen en daarmede brand
gevaar te verminderen. In het magazyn zullen
alle kleine en groote dieren bewaard worden,
die tot uitgestorven en typische vormen ge
rekend moeten worden te behooren. Eero den
Loidschon afgovaardigde, den heer A. E. Van
Kempen, die niet gerust hoeft alvorens dit
belangryk besluit genomen was. Zyn naam
evenals die des heeron Goeman Borgesius
door
OOM TOJMJu
XXIV.
Mevrouw Olmberg verneemt allerlei nieuwst
Den Haag, 1 December 1900.
Mevrouw Annie van den
Brande—Olmberg aan
Mevrouw Olmberg te
1 Leiden, Rapenburg.
Iemand, die gelukkig is, lieve moeder I
spreekt gaarne over zyn geluk I Zoo gaat hot
;myi Ik heet nu al vier weken Mevrouw
•Van den Brando en alle3 stemt my tot ern
stige dankbaarheid. De liefde van mijn Karei,
do edelmoedige goedheid van de familie Hope,
;fnyn vroolyk, elegant bovenhuis vlak by het
groen der Scheveningsche Boschjes alles
Btemt me tot groote dankbaarheid, ik moet
:het nog eens zeggen. En nu ik begrypen
kan want ik ontving nog geene tyding.
yan u, uit alles, wat Dora my gezegd
fceeffc, dat u zeer diep getroffen moet zyn,
zend ik u spoedig de beste tyding van my
zelve en de groeten van myn Karei,
i Van Dora gesproken, ik bon over haar
'niet heel gerust. Sedert zy hier met 1 Sep
tember aan de school van Mejuffrouw Bieren-
!broot de geschiedenis onderwyst, is zo zeer
'stil en schuw gewordon. Zo spreekt nooit
meer over hot fameuze historische boek, dat
ze over het Byzantynsche keizerryk zal schry-
jven zo zit byna altyd op haro kamer en
heeft nogal dikwyis laten bedanken, als ik haar
op een gezellig kopje thee vroeg. Het schynt, dat
|de meisjes op de school onaangenaam z\jn.
'Uiterlyk klein en heel onaanzieniyk, niet
'elegant, niet ferm, schynt het, dat Dora niet
'tegen de ondeugende streken der meisjes
leerlingen op kan. Arme Doral U ziet nu
zelve, dat het geen goede speculatie is
.yan een jong meisje een savantetemaken
ijn do hoop, dat ze geheel onafhankeiyk in
i jiaar onderhoud zal kunnen voorzien. Ik hoop
jyan harte, dat dat ellendig gescharrel van
jyrouwen en meisjes voor wat ze „feminisme"
Doemen heel spoedig wat zal bedaren met de
wtfonn-kleedVtg, ea Al deze neus wyze moder-
nigheden, die alleen strekken, om de dames,
die zulke dingen eischen, op den voorgrond
te plaatsen. Er zyn er hier in Den Haag by
benden, maar ik merk meer en meer, dat de
hardste schreeuwsters niet voor hare theorie,
maar eenvoudig voor haar eigen persooniyk
belang zooveel geestdrift koesteren.
Zie het maar aan onze rampzalige Jo! Ik
heb diep medeiyden met u, mama l maar van
haar was toch werkeiyk niet veel te maken!
Wat heeft ze zich in Leiden niet gek gedra
gen omdat ze waande, dat het haar niet gelukt
was te slagen in haar examen door schuld
der examinatoren l „Een lid van een examen
commissie ziet alleen naar de gezichten en
het figuur der dames-candidaten" zei ze.
„Do domste eend komt er door, als ze maar
lief lacht" hield ze vol. En nu zulk een
einde. Dora heeft my een paar brieven van
haar, nog uit Brighton, laten lezen. Ze maakte
het slecht in Ashtonhouse. De Engelsche
meisjes kondon haar niet uitstaan om hare
scherpe tong. Zo beroemt zich er op, dat ze
zoo goed Engelsch spreekt als de beste. Daarna
vertelde ze van een gezelschap toonoelkunste-
naren, dat in Brighton Shakespeare-voorstel-
lingen kwam geven. Ze werd met een deel
der oudste leerlingen door de Misses
Macquiro naar do komedie gestuurd, met het
oog op het leerzame dor Shakespeare drama's.
Uit een brief van eeno der dames Macquire
aan Dora is het duideiyk te verstaan, dat Jo
kennis heeft gemaakt met den eersten komiek
van den troep, een verloopen sujet, puistig en
gerimpeld van uiterlyk; dat ze des Zondags
middags, als ze vry was, met dien komiek,
Augustus Chorley, zich overal in Brighton
vertoonde; dat, toen dit door do Misses
Macquirö werd ontdokt, zy oogenblikkelyk ont
slag uit hare betrokking kreeg, en daarom met
gezegden heer Augustus Chorley naar Exeter
is gegaan, waar zy onder zyno bescherming
kleine rollen speelt, booze keukenmeiden of
spinnige oude tantes. Ze is veel te trotsch,
om hare toevlucht tot hare familie te nemen
en bovendien, ze volgt den gerimpelden
komiek uit „f r e e love", zegt Miss Macquire.
Het is maar goed, dat Jeannotte nog bij
u is, om u gezelschap te houden I We hebben
nog een klein logeerkamertje, mama. U is
altijd welkom.
Ik. heb hier in Den Haag al heal wat
akelige geschiedenissen gehoord. Mevrouw en
Mathilde Hope spreken me er herhaaldeiyk
van. De Hope's hebben familie in Den Haag:
Jhr. Charles van Meyningen, heer Van Booms-
bergen en Victorienbroek, zyno vrouw, eene
echte trotsche Hope, en vroeger ook een zoon
van dit tweetal, Jonkheer Gaston, student te
Loiden. U weet, dat Gaston, eene week na
do lustrumfeesten van Leiden, in een duel is
doodgeschoten door zekeren Dr. Julius Paulus,
welke laatste een uur later door een kapitein
der vestingartillerie, Jonkheer van Nieuwvoen,
werd neergelegd. Het was voor ons zeer
treurig, omdat de oneonigheid tusschen die
heeren ontstaan was op de receptie voor onze
verloving by mevrouw Hope. Jhr. van Nieuw-
veen heeft zich aan de govolgen van het
duel onttrokken, door te Brussel te gaan
wonen maar meneer en mevrouw Van
Meyningen zyn er zoo gemakkelijk niet afge
komen. Na den dood van Gaston bleek hot,
dat deze Leidsche student, die geen enkel
academisch examen had afgelegd, zich op het
maken van schulden had toegelegd. Schoon
de in het duel gevallen studeDt al lang
meerderjarig was, wilde Jonkheer Charles zich
niet van dit recht bedienen, om de schulden
van zyn zoon onbetaald te laten. Hy moest
een deel van zyn vermogen afstaan en zich
in alles zeer bekrimpen maar hy gedroeg
zich als een edelman.
Onlangs troffen hem nieuwe rampen. Er
werd hem een schuldbekentenis gepresenteerd
van dertig duizend gulden, waarvoor hy by
een modewinkel borg was gebleven ten be
hoeve van zekere Mile Cora, tout court e,
een danseuse by de Opera, die vroeger
door hem geprotegeerd was. Hy moest zijn
handteekening-oioor echt herkennen en de
gezegde Mile Cora had Den Haag al lang
verlaten om te gaan danson in de schouw
burgen van Moskou of Odessa. Do heer Van
Meyningen heeft het geld betaald en zyn
manier van leven opnieuw vereenvoudigd.
Daar hy al geruimen tyd aan de Beurs had
gespeculeerd, heeft hy getracht door een han-
digen slag al het verlorene te herwinnen.
En ditmaal is hy totaal geruïneerd. Uit Am
sterdam heeft hy aan zyne vrouw deze Jobs-
tyding getelegrapheerd en sedert heeft men
niets van hem vernomen. Voor myne goede
vrienden de Hope's is dit zeer pyniyk, zoo
dat ik in de laatste dagen al den tyd in hun
midden doorbracht, totdat Karei my in zyn
ongeduld kwam halen.
We kregen daar gisteren nog een zonder
ling bezoek. U zal er misschien van gehoord
hebben, dat dezen zomer heel Den Haag sprak
over de belde duels, die twee slachtoffers
maakten, en over het faillissement van
den heer Heshusius van den Abeelo, een
voornaam wynkooper. In het voorbygaan wil
lk even vertellen, dat de noodlottige afloop
der beide tweegevechten te wyten was aan
de hevige verbittering van den genoemden
Dr. Julius Paulus, die op korten afstand met
revolvers tegen zyne party wilde vochten.
Schoon er door de getuigen wel het een en
ander aan deze conditiën is gewyzigd, ver
kreeg de heer Paulus als boleedigde party
toch eenigszins zyn zin, en men weet mot
welk noodlottig gevolg.
Deze duels stonden in verband met
eene dame Mevrouw Heshusius van den
Abeele, de vrouw van den wynkooper,
welke dame zich tydens de lustrumfeesten
met Jhr. Gaston van Meyningon naar Loiden
had begevon en daar door ©enige uitgelaten
reünisten, voornameiyk doorDr. Julius Paulus,
was beleedigd. Nog voor de tweegevechten
schynt mevrouw Van den Abeole heimolyk
uit Den Haag te zyn verdwenen, ten minste
dit vernam men naderhand. Eorst heette het,
dat zy voor haro gezondheid naar een bad
plaats was vertrokken, toen werd er over
gefluisterd, dat zy goederen aan den faillieten
boedel had onttrokken, en naar Amerika was
ontvlucht. Men beklaagde den heer Van den
Aboele; later vernam ik er niets meer van.
Gisteren evenwel, toon ik by de familie
Hope zat te praten over alles, wat or gebeurd
was in de laatste tyden, bracht men hot
kaartje binnen met den naam: Heshusius
van don Abeele. Mevrouw Hope had er niet
tegen hem te ontvangen, daar de families
elkaar vroeger dikwyis zagen. Er was niets
op de eer van den heer Heshusius te zeggen.
Hy had alles verkocht en op een kleinigheid
na alles betaald. Vier maanden na dato was
hy geheel gerehabiliteerd. Hom hielp plotseling
de erfenis van eene zeer ryko tante, zoodat
hy met behoud van zyn volle eer zyne zaak
van nieuws kon voortzetten, zelfs op grooter
voet ü&n te voren, daar eea zyner voor
naamste leveranciers te Bordeaux hom hielp
door hem ruim crediet te geven uit eerbied
voor zyn loyale handelwyzo by zyn faillisse
ment. Daar hy Bpoedig genoeg een compagnon
met een even groot kapitaal had gevonden,
waren al zijne oude klanten, met uitzondering
van do Van Meyningens en Jhr. van Nieuw-
veen, teruggekomen. Zyno positie was na
zyn faillissement aanmerkeiyk verbeterd. Om
al deze redenen werd hy door de Hope's mot
de gewone voorkomendheid behandeld.
Hy kwam zeer open en rond vertellen, dat
hy weer op don ouden voet was hersteld, be
halve het huis in de Javastraat, aan eene
ryke Oostersche familie vorkocht. Hy bewoonde
nu zeer kosteiyk gemeubelde appartementen
in hot Noord-Einde, om niet te ver van zyne
drukke zaak af te zyn. En daaronboven, hy
was nu een vry man daar hy op wettige
wyzo gescheiden was van zyne vrouw, die
hem moedwillig verlaten had.
Hy had groote moeite in het werk gesteld
om haar nog te vinden. Maar telkens, alahy
haar op het spoor was, ontsnapte zy door
van naam te veraaderen en naar de eene of
andore stad te verhuizen. Ten slotte was zy
naar Amerika vortrokken, leefde nu in Texas
in zeer verdachte kringen en had in geen
geval het recht zyn naam te voeren. Zy
was bekend onder den titel: Dona Conchita
Azarro de Pace en maakte grooten opgang
onder do echte Cabalieros. By haar vlucht
uit Den Haag had ze In hoofdzaak alleen
meegenomen wat haar persooniyk eigendom
kon goacht worden: juweelon, goud en eenig
geld, dat zy op behendige manier had weten
ter zyde te leggen. Daar Van den Abeele
zyne zaken volledig had kunnen regelen, was
dit verlies niet groot. Meneer en mevrouw
Hope hebben hom aangemoedigd spoedig terug
te komen en beloofd zyn bezoek te zullen
beantwoorden.
En nu, Mama, daar komt Karei van zyn
stafbureel, on dus kan ik niet meer schryven.
Hy verzoekt my u en Jeannotte te grooten l
Binnenkort schrijf ik u, als ik nieuws ver
noem. Van heeler harte jo gelukkige
aknib.
EINDE.