N*. 12511 Woensdag 5 December, A*. 1900 <§eze (Courant wordt dagelijks, met uitzondering van (§on- en feestdagen, uitgegeven. Dit nommer bestaat uit TWEE Bladen. Eerste Blad. Hulde aan President Eniger. SIMT-ftSiCQLAAS. Leideu, 5 Deeember. Hagenaars over Leienaars LEIDSC PRIJS DEZER COUR ART: Voor Lelden per 8 maanden: i i i i I I i i l.KL Buiten Lelden, per looper en waar agenten gevestigd ztfn 1.30. Franco per post i i 8 1.65. PRIJS DER AD VERTENTIËN Van 1 6 rogels f 1.05. Iedore rogel meer f 0.17}. Grootere letters naar plaatsruimte. Voor het incasseeren buiten do stad wordt f 0.05 berekend. Nederland zal morgen het voorrecht hebben den even kloeken als eerbiedwaardigen Presi dent der Zuidafrikaansche Republiek, den heer PAUL I -1IGER, in zyn midden te hebben. De reis gaat voorloopig naar Den Haag doch daarna zal Amsterdam waarschijnlijk met een bezoek worden vereerd. In dat geval moet Lelden gereed zyn om den President op zijn doorreis aan liet Station een liulde te brengen. Het Bestuur van de afdeeling Leiden en Omstreken en de studenten-afdeeling dor Zuidafrikaansche Vereeniging noödigon daartoe Vereenigingcn en Lorporatiën uit, zich by dit huldebetoon to doen vertegenwoordigen op het Stationsperron, waartoe inmiddels by de betrokken autoriteiten de noodige stappen worden gedaan. Opgaaf van het getal vertegenwoordigers met hun vaandels en banieren wordt vóór Vrydag aanstaande ingewacht by het Bestuurslid den Heer O. J. LELNDERTZ, Morsehsiugel 3. Bet Bestuur der Ned. Z.-Afr. Vereeniging v/d. Afd. Leiden en Omstreken. Prop. Dr. M. J. de Goeje, Voorzitter. Dr. J. W. Muller, Secretaris. - Mb. Ch. M. Dozy, Penningmeester. Prof. P. J. Blok. U V Ds. W. BRIËT. H.V J. H. Donnkr. Felix Driksskn, Dr. d. C. hessblma.' vo. J. Leehdebtz, G. Henri Sijthoff. Jhb. Mr. J. H. J. Qoarles van Ufford, i NoordwUk. Prof. A. H. L. Hensen, Warmond. D. W. Molhitysen, Secret-Penningm. der Stud.-Afd. Leidon. Luiden, 5 December 1900. Het schemergrauw van de laatste maand des Jaars is over ons nedergedaald, en wy naderen het tydstlp van den winterzonnestilstand. Dat is een tyd van sombere stemmingen en van weemoedige gedachten. Wy geraken onder den indruk van do vergankeiykheidsbeelden, die zoowel op den kaal geworden akker en in het ontbladerd geboomte ais in do weg- üikkerende vlammen van het haardvuur ons voor den geest ryzen. In dezen tyd, naar oud-vaderlandsche zede, verdry ven wy de neerdrukkende voorstellingen door feestviering. Dat is het voor de hand liggend middel, men plaatst stemming tegen over stemming. Zegt niet, dat wy op die wyze wezeniyke smart trachten te verdooven, dat wy een afgrond van leed pogen te verbergen door den rand met kunstbloemen te tooien, want dat is geenszins het dool. Maar ook de gelukkige kent die oogenblikken, die uren zelfs van verslapte opgewektheid, die hem vor'al overvallen in tyden dat hy niet in veelvuldige aanraking met de natuur kan komen, of waaraan hy het meest blootstaat wanneer niet de drang der gewone werk- zaamhedon hem geheel in beslag neemt. Dan moet er eens wat anders zyn om de gedachten af te leiden. Aan dergeiyk besef van oen noodzakelyko afwisseling hebben wy het voornameiyk toe te schryven, dat in het Noordeiyk halfrond sinds overoude tyden de meeste feesten zich als het ware groepeerden rondom do ver schuiling van den langsten nacht. Do land bouwer en de veehouder hadden buiten niets meer te doen, en de guurheid des wegers maakte het onraadzaam daar langer te toeven. In het bosch was het nog onherbergzamor vooral wanneer de avond viel, vormden daar de grillige gestalten der kale woudreuzen huiveringwekkende groepen, als waren zy plotseling bezield geworden door de minder welwillende, bovenaardsche wezens, die in den omtrek verbiyf hielden, en de eenzaam ronddwalende jager, hoe onverschrokken ook als hy stond tegenover een tastbaar gevaar, haastte zich de woniDg te bereiken, binnen welker wanden de geest der gezelligheid hem een gevoel van veiligheid gaf. Ja, in dien tyd, als er niet te werkon viel aan mannentaak, en men eigenlyk geen dringender bezigheid kon vinden dan te zitten kyken naar moeders snorrend spinnewiel en nu en dan een houts blok werpen op het verflauwond haardvuur, moest men zorgen er de levendigheid in te houden. Dan kwamen de lieden dor buurt schap of de verspreide leden der familiegroep by'een, dagen achtereon en by herhaling, en zoo werd aan verveling en aan zwaarmoedig heid het hoofd geboden. De intrede der feestmaand werd afgekondigd, hoog in de lucht. Als op eenmaal het eentonig gesuis in de boomkruinen een afwisseling kreeg door de luide stemmen van den rondwarenden storm, dan was daar de Wilde Jager aange komen met zyn stoet. Niet raadzaam was het, hem te ontmoeten; op zyn terrein wil hy heer en meester zyn, in de wouden duldt hy geen mededinger. Maar hy is, terwyi hy voortylt in het mateloos verschiet, over de stroodaken dor gehuchten heen, een weldoener van de naar zyn stem luisterende menschen, want booze geesten, die de landen onvrucht baar, het vee ongezond maken en den kinderen don blos van de waDgen stelen, die vluchten weg op zy'n nadering en vergeten dan weieens terug te komen. Als hy met .zyn ruwe stem verlof heeft gegeven om het feest te openen, dan wordt het geopend. De leden des gezins, de vrienden zyn by elkander; de Wilde Jager stoot in zyn dartelheid weieens een deur open om zyn nabyheid te doen opmerken, en van die ge legenheid is gebruik gomaakt om een bydrage tot de stoffelyke benoodigdheden eener feest viering naar binnen te doen geraken. Do materiëele zyde van het gezellig sainenzyn treedt nameiyk zeer sterk op den voorgrond; in die oude tyden beschouwden de menschen het eten en drinken als heerlyke uitvindingen. Het ligt voor de hand, dat bydragen voor tafelgenot nooit onwelkom waren. Laten we het nu als iets heel waardeerbaars aanmerken, dat door gansche reeksen van geslachten heen, te midden van allerlei wis selingen en ondanks den drang van de meest overweldigende gebeurtenissen, onze volks aard nog zooveel van het oorspronkelijke hoeft bewaard, dat ook de leesten in stand zyn gebleven, want achter die feesten schuilt moor dan de eenvoudigo begeerte om pret te maken. Natuurlyk hebben de groote veranderingen van begrippen op godsdienstig en zedeiyk gebied baar invloed doen gelden, maar het eigenaardig karakter vooral van het eerste dor midwinterfeesten is nog - zeer duidelijk zichtbaar gebleven. De Wilde Jager op zyn schimmel was minder vriendelijk dan zyn opvolger Sint-Nicolaas, maar die veelgezegendo opvolger doet nog denzelfden gewaagdon rit en biedt op even geheimzinnige wyzo zijn verrassingen; alleen heeft hy zyn werkkring uitgebreid, door ook nu en dan eens te informeeren naar de gedragingen van liet opkomend geslacht, wel wetende, dat daarvan ontzagiyk veel afhangt voor de toekomst van het volk. Vooral is hy gotrouw gebleven aan een belangryk deel van zijn roeping; ook in het nieuw gewaad, door do overlevering hem om do leden gehangen, en in zyn hooge waardigheid, is do groote heer van het feest de menschen blyven dringen naar den huise- ïyken haard en naar de plok waar met de meeste opgewektheid feestvieringen gehouden kunnen worden. Hy is het, die den gryzen voortyd in verbinding brengt met het heden, en niet alleen in historischen zin, hy doet het ook met betrekking tot hot eigen, indivi- dueele leven van het legioen zyner aanhangers. Want terwyi do grootvader zich kinderiyk zit te verkneuteren in het listig overleg, waar mede hy voor etJn kleinkind don strik eener aangename verrassing heeft gespannon, ziet hy zichzolven weder, ook in de lichaamsvor men van een klein knaapje, wachtende met zoet verlangen en met heimeiyke vrees, bekropen door twyfel aaugaande de wezen iyke werkeiykheld van hetgeen hem aangaande den „goedheiligman" was medegedeeld, en toch den moed missende, om voor de evidentie der feiten een andere verklaring te aan vaarden. En nu het weer daar is, het „heeriyk avondje" van onze kinderen, w(j willen hopen ook van vele grooten, nu voelen wy levendig zyn onmisbaarheid. Het jaar zou dor zyn, als het er uit werd gelaten; het zou in onze herinnering voortleven als het treu rig beeld van eon verminkte. Maar die weg lating is eenvoudig iets ondenkbaars; daar zyn zooveel menschen, die voor do handha ving zorg dragen, dat de goede bisschop overal zyn pad bereid vindt. Dit by uitne mendheid Hollandsch feest zal leven, zoolang de Hollandsohe stam frissche loten draagt; het zal de kinderen met biydschap vorvullen, zoolang zy nog pleizier hebben In 'protmaken en niet ongevoelig zyn geworden voor de ver rassingen van een geschenk; het zal een belangryke plaats in ons jaarleven blijven innemen, zoolang de gehechtheid aan het ge noegen van huiselyk samenzyn niet in ons volk is uitgebluscht. Dat is het ware van dit feest; het geeft als uitgangspunt van hetgeen verder gevierd zal worden het begrip van het huisgozin aan. Hoe uitgebreid ook het gebied wordt van onze werkzaamheden en hoe groot de omvang van onze maatschappelyke verplichtingen, daar is de kern van alles. De gloed, die van het licht in de woonkamer straalt, is be stemd om alles te beschynen, alles te ver helderen. Hervorm wat gy wilt, wyzig allerlei gebruiken, pas nieuwe stelsels toe, tracht zelfs van de maatschappy de grondslagen te wyzigen, zoo gy meent dat zy niet goed meer zyn, dat ééne, daar zal men nooit aan raken mogen in ons eigen Nederland, niet aan het huisgezin als middelpunt van alle gemeen schapsleven. En zoo dikwyis Sint-Nicolaas weer met zyn bosten tabbaard zich tooit om het' bezoek aan zyn trouwe vereerders te ver nieuwen, zal hy ons vinden, daar waar hy ons en onze voorouders al voor honderden en honderden jaren heeft aangetroffen, in vroolyke stemming met de kinderen in de gezellige woonkamer. - Moge voor ieder onzer de feestavond daar opnieuw een bron zyn van veel genot. Wy vestigen de aandacht op achterstaande advertentie over het aan President Kruger toegedachte huldebetoon. Het initiatief daar toe is uitgegaan van do beide afdeelingen der Nederlandsch-Zuidafrikaansche Vereeniging doch de bedoeling en de verwachting is, dat do gansche burgery zooveel mogeiyic door haar vertegenwoordigers er aan zal deelnemen. Naar wy vernemen, bestaat er gegronde hoop, dat verschillende autoriteiten mede aan het station aanwezig zullen zyn. Een opwekking tot de vereeniglngon en corporation om afge vaardigden te zenden, zal wel overbodig zyn; eveneens de herinnering dat deze hulde in de tegenwoordige omstandigheden niet mag be staan uit wild gejubel en geschreeuw, maar. een ernstig, waardig karakter moot behouden. Omtrent den dag, het uur, den duur en de; wyze van het huldebetoon is nog niets bekend. Aan het jongste jaarverslag omtrent het Ryks Museum van Natuurlyke Historie wordt het volgende ontleend: Op 1 November 1899 werd op zyn verzoek eervol ontslagen de heer F. H. Ter Meer,; sedert 1859 aan het Museum werkzaam, oer3t,. als assistent-preparateur, na 1 Juni 1878 als preparateur. Don lsten Januari d. a. v. volgde do heer H. H. Ter Meer Sr. diens voorbeold en verliet met eervol ontslag 'slands dienst; den lsten Januari 1854 als assistent-preparateur aangesteld, werd hy in 1859 tot preparateur bevorderd. Hun plaatsen werden vervuld door den heer H. H. Ter Meer Jr. als chef van het laboratorium, en door de hoeren^ J. 0. W&korlin en F. Elmers. Den lsten Maart 1900 overleed na een langdurig lyden J. Kohlbeck, sedert 1887 bediende aan het museum. De hoer F. A. Yerster van Wulverhorst herdacht in huiselyken kring het feit, dat hy met 1 Januari jl. zyn 40-jarigeu dienst- tyd aan het museum mocht beleven. Dr. F. A. Jentink herdacht 1 Juli jl., den datum, waarop hy vóór 95 jaar aan het Museum was aangesteld. In het vorige jaarverslag word melding gemaakt van het invallen van een deel van den houten vloer, waarop de grootste zoogdieren staan; tevens werd gewezen op den bouw- valligen toestand van den vloer in de kamera van den directeur en den administrateur. Thans is een groote verbetering, in dezen toestand gekomen. De bodem in de galery is uit gegraven en op eon wyze vernieuwd, die ge vaar vóór instorten daar ter plaatse zeer zeker uitsluit, terwyl de bedreigde groote dieren nU in goed gosJoten vitrines geborgen staan en er een inrichting getroffen is, waarby door warmwaterbuizon deze vitrines op vochtige o( koude dagen kunnen verwarmd worden. Ook do kamers vau den directeur en van den administrateur hebben grooto verbeteringen' ondergaan. Mot vreugde wordt gewezen op het belang ryk feit dat den 12den December 1899 doof^ de Tweede Kamer het voorstel des ministers 1 van buitenlandeche zaken, mr. Goeman Bof» ge8ius, aangenomen is om met den gedeelte- ïykon bouw van een nieuw museum oen aanvang te maken, beginnende met het< spiritu8-magazyn, met daarby behoorendq werkkamers en verwarmingstoestellen, be nevens een gedeelte magazyn. Een en ander zal dienen om alle spiritualiën uit het oude gebouw te verwyderen en daarmede brand gevaar te verminderen. In het magazyn zullen alle kleine en groote dieren bewaard worden, die tot uitgestorven en typische vormen ge rekend moeten worden te behooren. Eero den Loidschon afgovaardigde, den heer A. E. Van Kempen, die niet gerust hoeft alvorens dit belangryk besluit genomen was. Zyn naam evenals die des heeron Goeman Borgesius door OOM TOJMJu XXIV. Mevrouw Olmberg verneemt allerlei nieuwst Den Haag, 1 December 1900. Mevrouw Annie van den Brande—Olmberg aan Mevrouw Olmberg te 1 Leiden, Rapenburg. Iemand, die gelukkig is, lieve moeder I spreekt gaarne over zyn geluk I Zoo gaat hot ;myi Ik heet nu al vier weken Mevrouw •Van den Brando en alle3 stemt my tot ern stige dankbaarheid. De liefde van mijn Karei, do edelmoedige goedheid van de familie Hope, ;fnyn vroolyk, elegant bovenhuis vlak by het groen der Scheveningsche Boschjes alles Btemt me tot groote dankbaarheid, ik moet :het nog eens zeggen. En nu ik begrypen kan want ik ontving nog geene tyding. yan u, uit alles, wat Dora my gezegd fceeffc, dat u zeer diep getroffen moet zyn, zend ik u spoedig de beste tyding van my zelve en de groeten van myn Karei, i Van Dora gesproken, ik bon over haar 'niet heel gerust. Sedert zy hier met 1 Sep tember aan de school van Mejuffrouw Bieren- !broot de geschiedenis onderwyst, is zo zeer 'stil en schuw gewordon. Zo spreekt nooit meer over hot fameuze historische boek, dat ze over het Byzantynsche keizerryk zal schry- jven zo zit byna altyd op haro kamer en heeft nogal dikwyis laten bedanken, als ik haar op een gezellig kopje thee vroeg. Het schynt, dat |de meisjes op de school onaangenaam z\jn. 'Uiterlyk klein en heel onaanzieniyk, niet 'elegant, niet ferm, schynt het, dat Dora niet 'tegen de ondeugende streken der meisjes leerlingen op kan. Arme Doral U ziet nu zelve, dat het geen goede speculatie is .yan een jong meisje een savantetemaken ijn do hoop, dat ze geheel onafhankeiyk in i jiaar onderhoud zal kunnen voorzien. Ik hoop jyan harte, dat dat ellendig gescharrel van jyrouwen en meisjes voor wat ze „feminisme" Doemen heel spoedig wat zal bedaren met de wtfonn-kleedVtg, ea Al deze neus wyze moder- nigheden, die alleen strekken, om de dames, die zulke dingen eischen, op den voorgrond te plaatsen. Er zyn er hier in Den Haag by benden, maar ik merk meer en meer, dat de hardste schreeuwsters niet voor hare theorie, maar eenvoudig voor haar eigen persooniyk belang zooveel geestdrift koesteren. Zie het maar aan onze rampzalige Jo! Ik heb diep medeiyden met u, mama l maar van haar was toch werkeiyk niet veel te maken! Wat heeft ze zich in Leiden niet gek gedra gen omdat ze waande, dat het haar niet gelukt was te slagen in haar examen door schuld der examinatoren l „Een lid van een examen commissie ziet alleen naar de gezichten en het figuur der dames-candidaten" zei ze. „Do domste eend komt er door, als ze maar lief lacht" hield ze vol. En nu zulk een einde. Dora heeft my een paar brieven van haar, nog uit Brighton, laten lezen. Ze maakte het slecht in Ashtonhouse. De Engelsche meisjes kondon haar niet uitstaan om hare scherpe tong. Zo beroemt zich er op, dat ze zoo goed Engelsch spreekt als de beste. Daarna vertelde ze van een gezelschap toonoelkunste- naren, dat in Brighton Shakespeare-voorstel- lingen kwam geven. Ze werd met een deel der oudste leerlingen door de Misses Macquiro naar do komedie gestuurd, met het oog op het leerzame dor Shakespeare drama's. Uit een brief van eeno der dames Macquire aan Dora is het duideiyk te verstaan, dat Jo kennis heeft gemaakt met den eersten komiek van den troep, een verloopen sujet, puistig en gerimpeld van uiterlyk; dat ze des Zondags middags, als ze vry was, met dien komiek, Augustus Chorley, zich overal in Brighton vertoonde; dat, toen dit door do Misses Macquirö werd ontdokt, zy oogenblikkelyk ont slag uit hare betrokking kreeg, en daarom met gezegden heer Augustus Chorley naar Exeter is gegaan, waar zy onder zyno bescherming kleine rollen speelt, booze keukenmeiden of spinnige oude tantes. Ze is veel te trotsch, om hare toevlucht tot hare familie te nemen en bovendien, ze volgt den gerimpelden komiek uit „f r e e love", zegt Miss Macquire. Het is maar goed, dat Jeannotte nog bij u is, om u gezelschap te houden I We hebben nog een klein logeerkamertje, mama. U is altijd welkom. Ik. heb hier in Den Haag al heal wat akelige geschiedenissen gehoord. Mevrouw en Mathilde Hope spreken me er herhaaldeiyk van. De Hope's hebben familie in Den Haag: Jhr. Charles van Meyningen, heer Van Booms- bergen en Victorienbroek, zyno vrouw, eene echte trotsche Hope, en vroeger ook een zoon van dit tweetal, Jonkheer Gaston, student te Loiden. U weet, dat Gaston, eene week na do lustrumfeesten van Leiden, in een duel is doodgeschoten door zekeren Dr. Julius Paulus, welke laatste een uur later door een kapitein der vestingartillerie, Jonkheer van Nieuwvoen, werd neergelegd. Het was voor ons zeer treurig, omdat de oneonigheid tusschen die heeren ontstaan was op de receptie voor onze verloving by mevrouw Hope. Jhr. van Nieuw- veen heeft zich aan de govolgen van het duel onttrokken, door te Brussel te gaan wonen maar meneer en mevrouw Van Meyningen zyn er zoo gemakkelijk niet afge komen. Na den dood van Gaston bleek hot, dat deze Leidsche student, die geen enkel academisch examen had afgelegd, zich op het maken van schulden had toegelegd. Schoon de in het duel gevallen studeDt al lang meerderjarig was, wilde Jonkheer Charles zich niet van dit recht bedienen, om de schulden van zyn zoon onbetaald te laten. Hy moest een deel van zyn vermogen afstaan en zich in alles zeer bekrimpen maar hy gedroeg zich als een edelman. Onlangs troffen hem nieuwe rampen. Er werd hem een schuldbekentenis gepresenteerd van dertig duizend gulden, waarvoor hy by een modewinkel borg was gebleven ten be hoeve van zekere Mile Cora, tout court e, een danseuse by de Opera, die vroeger door hem geprotegeerd was. Hy moest zijn handteekening-oioor echt herkennen en de gezegde Mile Cora had Den Haag al lang verlaten om te gaan danson in de schouw burgen van Moskou of Odessa. Do heer Van Meyningen heeft het geld betaald en zyn manier van leven opnieuw vereenvoudigd. Daar hy al geruimen tyd aan de Beurs had gespeculeerd, heeft hy getracht door een han- digen slag al het verlorene te herwinnen. En ditmaal is hy totaal geruïneerd. Uit Am sterdam heeft hy aan zyne vrouw deze Jobs- tyding getelegrapheerd en sedert heeft men niets van hem vernomen. Voor myne goede vrienden de Hope's is dit zeer pyniyk, zoo dat ik in de laatste dagen al den tyd in hun midden doorbracht, totdat Karei my in zyn ongeduld kwam halen. We kregen daar gisteren nog een zonder ling bezoek. U zal er misschien van gehoord hebben, dat dezen zomer heel Den Haag sprak over de belde duels, die twee slachtoffers maakten, en over het faillissement van den heer Heshusius van den Abeelo, een voornaam wynkooper. In het voorbygaan wil lk even vertellen, dat de noodlottige afloop der beide tweegevechten te wyten was aan de hevige verbittering van den genoemden Dr. Julius Paulus, die op korten afstand met revolvers tegen zyne party wilde vochten. Schoon er door de getuigen wel het een en ander aan deze conditiën is gewyzigd, ver kreeg de heer Paulus als boleedigde party toch eenigszins zyn zin, en men weet mot welk noodlottig gevolg. Deze duels stonden in verband met eene dame Mevrouw Heshusius van den Abeele, de vrouw van den wynkooper, welke dame zich tydens de lustrumfeesten met Jhr. Gaston van Meyningon naar Loiden had begevon en daar door ©enige uitgelaten reünisten, voornameiyk doorDr. Julius Paulus, was beleedigd. Nog voor de tweegevechten schynt mevrouw Van den Abeole heimolyk uit Den Haag te zyn verdwenen, ten minste dit vernam men naderhand. Eorst heette het, dat zy voor haro gezondheid naar een bad plaats was vertrokken, toen werd er over gefluisterd, dat zy goederen aan den faillieten boedel had onttrokken, en naar Amerika was ontvlucht. Men beklaagde den heer Van den Aboele; later vernam ik er niets meer van. Gisteren evenwel, toon ik by de familie Hope zat te praten over alles, wat or gebeurd was in de laatste tyden, bracht men hot kaartje binnen met den naam: Heshusius van don Abeele. Mevrouw Hope had er niet tegen hem te ontvangen, daar de families elkaar vroeger dikwyis zagen. Er was niets op de eer van den heer Heshusius te zeggen. Hy had alles verkocht en op een kleinigheid na alles betaald. Vier maanden na dato was hy geheel gerehabiliteerd. Hom hielp plotseling de erfenis van eene zeer ryko tante, zoodat hy met behoud van zyn volle eer zyne zaak van nieuws kon voortzetten, zelfs op grooter voet ü&n te voren, daar eea zyner voor naamste leveranciers te Bordeaux hom hielp door hem ruim crediet te geven uit eerbied voor zyn loyale handelwyzo by zyn faillisse ment. Daar hy Bpoedig genoeg een compagnon met een even groot kapitaal had gevonden, waren al zijne oude klanten, met uitzondering van do Van Meyningens en Jhr. van Nieuw- veen, teruggekomen. Zyno positie was na zyn faillissement aanmerkeiyk verbeterd. Om al deze redenen werd hy door de Hope's mot de gewone voorkomendheid behandeld. Hy kwam zeer open en rond vertellen, dat hy weer op don ouden voet was hersteld, be halve het huis in de Javastraat, aan eene ryke Oostersche familie vorkocht. Hy bewoonde nu zeer kosteiyk gemeubelde appartementen in hot Noord-Einde, om niet te ver van zyne drukke zaak af te zyn. En daaronboven, hy was nu een vry man daar hy op wettige wyzo gescheiden was van zyne vrouw, die hem moedwillig verlaten had. Hy had groote moeite in het werk gesteld om haar nog te vinden. Maar telkens, alahy haar op het spoor was, ontsnapte zy door van naam te veraaderen en naar de eene of andore stad te verhuizen. Ten slotte was zy naar Amerika vortrokken, leefde nu in Texas in zeer verdachte kringen en had in geen geval het recht zyn naam te voeren. Zy was bekend onder den titel: Dona Conchita Azarro de Pace en maakte grooten opgang onder do echte Cabalieros. By haar vlucht uit Den Haag had ze In hoofdzaak alleen meegenomen wat haar persooniyk eigendom kon goacht worden: juweelon, goud en eenig geld, dat zy op behendige manier had weten ter zyde te leggen. Daar Van den Abeele zyne zaken volledig had kunnen regelen, was dit verlies niet groot. Meneer en mevrouw Hope hebben hom aangemoedigd spoedig terug te komen en beloofd zyn bezoek te zullen beantwoorden. En nu, Mama, daar komt Karei van zyn stafbureel, on dus kan ik niet meer schryven. Hy verzoekt my u en Jeannotte te grooten l Binnenkort schrijf ik u, als ik nieuws ver noem. Van heeler harte jo gelukkige aknib. EINDE.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1900 | | pagina 1