N*. 12510
A#. 1900
i§eze (Courant wordt dagelijks, met uitzondering
4; van fon- en feestdagen, uitgegeven.
Leiden, i Deeember.
feuilleton.
DE STERNTHALS.
PKIJS DEZER COUHAUT:
Voor Leiden per 8 maanden, ••«•ties r"e f 1.10]
Buiten Leiden, por looper en waar agenten gevestigd zjjn 1.80.
Franco per post t t i S
II!!!
1.65.
PRLJS DER AD VERTEN T1ËN
Van 1 6 regels ƒ1.05. Iedere regel meer f 0.17£. Grootere
letters naar plaatsruimte. Voor het incasseoren buiten de stad
wordt f 0.05 berekend.
Ofüoióele Kennlsgeylngen
Yorgatlerln^ran den Gemeenteraad raa Lelden,
ep Donderdag den 6den December 1900,
ties namiddags te twee oren.
Funien van behandeling:
lo. Benoeming van een Hoofdopzichter bij de
Goineentewerken. 1*275)
2o. Benoeming vau een tijdelijk IngeDieur by
de Gemeentewei ken. (.274)
3o. Verzoek van J. Francken, om eervol ont-
elag als 3do onderwijzer aan de openbare school
der 4de klasse No. 1. (281)
4o. Verzoek van mej. J. M. Van der Harst, om
eervol ontslag als 3de onderwijzeres aan do open
bare schooi der 3de klasse No. 2. (282)
5o. Verzoek van H. Ureeven, om terugbetaling
van schoolgeld, Lager Ouderwijs. (268)
6o. Verzoek van D. Komen, om terugbetaling
van schoolgeld, L. O. (268)
7o. Verzoek van J. Frmn, om terugbetaling
van schoolgeld, L. O. (268)
fco. Verzoek vau M. J. Van Laren, om terugbe
taling van schoolgeld, L. O. (z6ö)
Do. Verzoek van LL Vreke, om terugbetaling
vau schoolgeld, L. O. (273)
19o. Verzoek van J. Th. Van der Plas, om terug
betaling van schoolgeld, L. O. lz76)
llo. Verzoek van mevr. de wed. Aera. W.
WybrandsFont, om vrijstelling van do betaling
vau schoolgeld, Middelbaar Ouderwijs. (277)
12o. Verzoek van O. Hemmes, om vrijstelling
van de betaling van schoolgeld, Middelbaar
Ouderwijs (z83)
loo. Suppletoir© staat van begrooting, dienst
1900, vau het Heilige Geest- ol Arme Wees- en
Kinderhuis. (270)
14o. Suppletoir© staat van begrooting, dienst
1901, van het Heilige Geest- of Arme Wees- en
Kinderhuis. (278)
15o. Begrooting, dieDst 1901, van het Roomsch-
Katholiek Wees- eu Oudeliedenhuis. (272)
16o. Begiooting, dienst 1901, van het Koomsch-
Katholiek Armbestuur. (272)
17o. Begiooting, dienst 1901, van bet Gerefor
meerd Miuue- of Arme Oude Mannen-en Vrouwen
huis. (272)
18o. Voorstel tot beschikbaarstelling van gelden
voor de verbouwing van de woning van den cluviger
van hot Gymnasium. (271 en 287)
19o. Voorstel tot beschikbaarstelling van gelden
voor do inricntiug van het benedenhuis vau per
ceel ;Bree3lraüt No. 119 tot buieuu der Schut
terij. *(27 9)
21)0. Voorstel om in beginsel te besluiten tot de
verplaatsing der tapijtkloppenj naar een terrein
bij de Haarlemmerirekvaarc. (280)
'21 o. Voorstel tot onderhandscbo verhuring van
het weiland in den Pesthuispolder aan L. Van
Santen (259)
22o. Voorstel tot continuatie der opdracht aan
C. Schrama en H. W. Straathof in zake het op
halen van asch en vuilnis en het reiniiouden der
gemeente in die gedeelten der gemeente, welke
vroeger tot Gegstgeest eu tot Leiderdorp eu Zoeter-
woudo behoorden. (285)
23o. Verzoek van H. Van Oosterum Jr. c.s., om
goedkeuring van een stratenplan voor het terrein
achter de liaarleimnortrekvaart, kadastraal bekeod
onder Sectie K. Nos. 28—32, 39 en 49, overname
der aangelegde staten door de gemeente en ver-
guDDing tot demping dei aangrenzende sloot. (284)
24o. Voorstel tot het verleenen van afschrijving
▼au plaatselijke directe belasting, dienst 1999. (286)
25o. Bezwaarschriften tegen het kohier der
Plaatselijke directe belasting dienst 1990 (tweede
gedeelte). (269)
DRANKWET,
Burgcmeeetc-r en Wethouders van Leiden brengen ter
algemeens kennie, dat door LAUltENTIU3 cOONIOÖ,
alhier woonrohtig, een verzoekeoi rifi is ingediend
om vergunuiog voor den kloinuandel in eterkon
draak in het perceel iïija- en fichiekade No. 54.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
Leiden, F. WA8, Burgemeester.
3 Beo. ltfOO. VAN HEIJBT, Sooretaria.
Zooals onzen lezers bekend is zal de inza
meling der giften voor de aanbieding van een
nationaal geschenk aan Koningin "Wilhelmina,
b(j gelegenheid van Haar huweiyk, hier ter
stede plaats hebben op Maandag 10 Decem
ber a. s.
Daartoe zal aan het eind dezer week door
de hier gevormde sub-commissie een circulaire
met aangehecht inschryvingsbiljet op ruime
schaal onder de ingezetenen worden verspreid,
waarin tot het geven van milde by dragen
wordt aangespoord.
Deze circulaire, die aan het hoofd versierd
is met de portretten van de Koningin en
Hertog Hendrik, is van den volgenden inhoud;
„Met rassche schreden nadert de dag, waarop
H. M. Koningin "Wilhelmina in het huweiyk
zal treden met Z. H. Hertog Hendrik van
Mecklenburg-Schwerin.
„De geliefde Vorstin, die als „Koninginnetje"
door gansch het Nodorlandsche Volk op de
handen werd gedragen; die by Haar inhuldi
ging dat gansche volk in biyde eendracht,
dankbaar jubelend, om Haar troon geschaard
zag staan; die, sedert Zy de Regeering heeft
aanvaard, door den ernst en de toewyding
waarmede Zy Haar moeiiyke taak heeft ver
vuld, de gehechtheid en vereering van Haar
volk voor het Huis van Oranje nog wist te
bevestigen en te versterken staat op het
punt in don echt te treden met den man
Harer keuze.
„Is het dan wonder, dat de ondergeteekenden
met biyde ingenomenheid gehoor gaven aan
de roepstem, door hun Burgemeester tot hen
gericht, om hun medewerking te verleenen
tot het welslagen van het denkbeeld, om
Koningin Wilhelmina by gelegenheid van Haar
huweiyk een geschenk aan te bieden uit naam
van heel Haar Volk? En mogen zy niet
met gerustheid vertrouwen, dat alle burgers,
zonder onderscheid, gaarne hun penninksko
zullen by dragen in dit geschenk, dat, aange
boden op wollicht don gewichtigsten dag van
heel Haar leven, beter dan ooit zal kunnen
getuigen van hun liefde voor hun Koningin,
van hun aanhankelijkheid aan Haar Huis?
„Welnu, op Maandag 10 December zal U
de gelegenheid daartoe worden geboden. Op
dien dag zullen de ondergeteekenden persoon-
lyk tot U komen, om het hier aangehechte in-
teekenbiljet benevens Uw bydrage in ont
vangst te nemen. Legt dus tydig die bydrage
gereed. Groot behoeft zy niette zyn; een ieder
geve naar vermogen l Maar geeft Gy allen,
die Uw Koningin lief hebt. Dan, wy twy felon
niet, zal Leiden de plaats innemen, die het
toekomt, waar het geldt biyk te geven van
zyn gehechtheid aan hot Huis van Oranje,
uiting to geven aan zyn liefde voor Koningin
Wilhelmina 1"
(Volgen de reeda door ons vermelde namen
van het Comité).
De Afdeeling Leiden van den Ned. R.-K.
Volksbond hield Zondag een buitengewone
vergadering in het gebouw der Afd. aan het
Rapenburg 10, welke werd bijgewoond door
den eerw. adviseur H. A. v. Kessel, frater
A. Van Kerkhoff en den zeereerw. pater
R. A. Neefjes, die des avonds als spreker
optrad. Als gewoon werd deze vergadering
met gebed geopend door den Voorzitter, die
het welkom aan hierbovengenoemde hoeren,
donateurs en leden toeriep. Na eenige huis-
lioudeiyke zaken bekendgemaakt te hebben,
stelde hy voor, een adres aan H. M. de Koningin
te richten van den volgenden inhoud, welke
de goedkeuring aller aanwezigen wegdroeg;
„Aan H. M. de Koningin.
Mevrouw l
Geven eerbiedig te kennen G. J. Bik, B.
Resink, H. J. Van Kerkhoff, P. Verschragen,
J. A. Gourtson, H. S. Fles, G. Borrani, B.
Versteeg en J. J. Van Egmond, allen bestuurs
leden van do Afd. Leiden van den Ned. R.-K.
Volksbond, tellende 460 iedon, byna allen
werklieden
„dat zy Uwer Majesteits aandacht zouden
willen vestigen op den grooten omvang, dien
de werkeloosheid onder de Nederlandsche
werklieden heeft aangenomen); dat zy van
meening zyn, dat dit onder meer ook is toe
te 8chryven aan het feit, dat by aanbestedin
gen door het Ryk en ook ondershands veel
werk, dat zeer goed in ons land vervaardigd
kon worden, geheel of grootendeels gereed
gemaakt uit het buitenland wordt aangevoerd.
^Redenen waarom zy zich wenden tot Uwe
Majesteit met eerbiedig verzoek, dat het Uwer
Majesteit moge behagen, Hoogstderzelver
invloed en gezag te willen aanwenden, opdat
voortaan in de bestekken voor Rykswerken
de bepaling worde opgenomen, dat alle onder-
deelen, tenzy by klaarbiykeiyke]onmogeiykheid.
binnen het Ryk vervaardigd moeten worden.
*t Welk doende enz.
Van Uw Majesteit de onderdanige dienaren
J. G. J. Bik, voorzitter.
B. Resink, vice-voorzitter.
F. Verschragen, 2de secretaris.
J* Geurtsen, penningmeester.
H. S. Fles, 2de penningmeester,
v -\£ G. Borrani, lste commissaris.
B. Versteeg, 2de commissaris.
J. J. Van Egmond, 3de commissaris.
H. J. Van Kerkhoff, lste secretaris."
Daarna werd het woord gegeven aan den
spreker van den avond, pater R. A. Neefjes,
van Haarlem, .die breedvoerig de vraag behan
delde of arbeid noodig is, haar ook van toe
passing brengende op de Heilige Familie, waar
van de EL Jozef een werkman was.
Aan het einde zyner rede wees spr. er op
dat, komt de werkman zyn verplichtingen na,
hy dan waariyk groot is onder de grooten,
vermits hy de voetstappen drukt van Hem, die
in zyn verborgen leyin te Nazareth allen
toeroept: „Een toonbeeld heb lk u gegeven,
opdat geiyk Ik gedaan heb, ook gy zoudet
doen."
Daverend was het applaus, dat volgde.
De eerw. adviseur H. A. v, Kessel er
kende dat het hem een groot genoegen deed
dat pater Neefjes zulk eeu lezing had ge
houden, omdat er meermalen over de rechten
d«r werklieden gesproken is wat in de
Encycliek Rorum Novarum wordt aangetoond,
maar dat ook niet vergeten is om over de
plichten te spieken, waarop het vooral aan
komt, want hy, die zyn rechten wil laten
gelden, moet eerst zyn verplichtingen nakomen.
Do wensch, dat men den spreker meermalen
hier moge terugzien, was de wensch der
leden, wier tolk was de voorzitter. Eveneens
droeg het verzoek door den eerw. adviseur
tot frater A. v. Kerkhoff gericht om op een
vergadering der Afd. te komen spreken, de
goedkeuring weg der aanwezigen, welke uit-
noodiging onder voorbehoud werd aangenomen.
Daarna werd de vergadering met gebed ge*
sloten.
In het „Volkshuis" sprak gisteravond
dr. D. C. Hesseling over „Griekenland". De
spreker splitste zyu voordracht in twee deelen
hy begon met een schets van het tegen
woordige Griekenland, zooals het zich, na
vier en een halve eeuw onder Turksche heer
schappij te hebben gezucht, ontwikkeld heeft
tot een beschaafden staat met ryke hulp
bronnen en uitzicht op een schoone toekomst.
Hy zette uiteen, hoe Europa in het begin
dezer eeuw de Grieken in hun vryheidsoorlog
had geholpen,- voor een groot deel gedreven
door sympathie voor hun voorouders, de eigen-
ïyke grondleggers onzer beschaving. By het
besproken van die Oudgriekache maatschappy,
kwam hy meer in het byzonder op tegen de
zeer verbreide dwaling, dat aan de instelling
der slaverny de mogeiykheid van zoo grooten
bloei op geesteiyk gebied waa te danken.
Veeleer valt de buitengewone uitbreiding der
slaverny samen met den achteruitgang van
het volk op elk gebied.
Het tweede gedeelte der voordracht was
gewyd aan het vertoonen en vorklaren van
ruim 20 lichtbeelden, die gezichten uit (Jrie-
kenland en afbeeldingen van de voornaamste
overbiyfselen der oudheid weergaven.
Do zeer belangwekkende voordracht werd
met aandacht gevolgd.
Hedenmiddag ontvingen wy per Neder
landsche mail do Bataviasche bladen van
3 6 November.
Gisteren werd feesteiyk gevierd de dag,
waarop dr. Balen Blanke te Benningbroek
50 jaren als doctor werkzaam is geweest.
Burgemeester en Wethouders, vertegen
woordigende het gemeentebestuur van Sybe-
karspel, kwamen hem geluk wenschen en
ovorhandigden hem met een harteiyke toe
spraak een pra^tig geschenk. Een deputatie
uit de burgers bood een fraai album met de
handteekeningen van allen, en daarby was
ook een souvenir gevoegd.
De zangvereeniging „Crescendo", van Sybe-
karspel, wier leden des nachts in allo stilte
een eerepoort voor de woning van den jubi
laris opgericht hadden, zong eenige toepas-
seiyke liederen.
Talrijke bezoeken wisselden elkander af,
biyk gevende van de belangstelling en hoog
achting, welke men hier voor den ouden,
doch nog levenslustigen doctor gevoelt.
Des middags werd het familiefeest in het
lokaal „De Witte Engel" te Hoorn gevierd.
Volgens den Haagschen correspondent
van de „N. Grun. Ct." zal Hertog Hendrik
van Mecklenburg, die 15 dezer in Don Haag
terugkeert, zyn intrek nemen in de woning
naa6t het paleis van H. Meertyds door mr.
Heemskerk bewoond.
De ministers van justitie, financiën, buiten-
landsche zaken, oorlog en waterstaat verleenen
deze week geen audiëntie.
Ter voorkoming van eventueele misvatting
maakt de opperceromoniemeestor bekend, dat
de bedoeling der in de „Staatscourant" van
2 Dec. opgenomen kennisgeving omtrent de
voor dames plaats te hebben Cour isdat zeer
bepaaldeiyk afzonderiyke daartoe strekkende
aanmeldingen by Harer Majesteits Groot
meesteres, mevrouw de barones VanHarden-
broek van 's-Heeraartsberg en Bergambacht,
worden ingewacht en dat de meer gewone
vroeger gedane aanvragen om eerbiedige op
wachting by Hare Majesteit te maken, niet
zullen worden gerekend betrekking te hebben
op die Cour, (Sts.-Grt.)
De Eerste Kamer is gisteravond b(jeen-
gekomen tot hervatting harer werkzaamheden.
Mededeeling word gedaan van ingekomen
stukken en de laatsteiyk door de Tweede
Kamer aangenomen en ingezonden wetsont
werpen.
Besloten is morgen, Woensdag, 's namiddags
te twee uren, in openbare behandeling te nemen
de Ongevallenwet.
De Eerste Kamer zal Donderdag-voormiddag
de Kieswet in openbare behandeling nemen
en daarna tot na Kerstmis uiteengaan. Hot
afdeelingsonderzoek der Indische begrooting
ving heden aan.
H. M. de Koningin heeft de serenade,
door de Koninkiyke Zangvereenigingen „Ceci
lia", te 's-Gravenhage, „Zang en Vriendschap"
te Haarlem en „Rotte's Mannenkoor" te
Rotterdam, by gelegenheid van Haar huweiyk
aangeboden, aanvaard.
De serenade zal onder leiding van den heer
Richard Hol worden gegeven op nader vast
te stellen dag on uur in overleg met het
feestcomité voor de volkshulde te 's-Graven
hage.
By. de te 's-Gravenhage achtergebleven
vertegenwoordiging der Zuidafrikaansche depu
tatie ia gisteravond oon telegram uit Keulen
ontvangen, meldende; „Vertrek Donderdag
10 uur".
Do Staatsspoor heeft, op verzoek vim
den Journalistenkring, besloten, voor de pers
een waggon achter het rytuig van den heer
Kruger beschikbaar te 6tellen op de reis van
de Duitsche grens naar Den Haag.
Het „H. Dagblad" verneemt, dat de aan
president Kruger te 's-Gravenhage aan to
bieden bereden oorewacht bestaan zal uit
ongeveer 20 personen, deels uit Zuid-Afrika
afkomstige, deels hier gevestigde Nederlanders.
Het plan is tien man voor en tien achter
het rytuig van den president, als escorte aan
te bieden, terwyi naast beide portieren de
commandant en een veldkornet zullen gaan.
Voorop zal de Transvaalsche vlag gedragen
worden.
Door den minister van waterstaat, handel
en nyverheid is een commissie benoemd ter
zake de haveninrichtingen te Ter Neuzen en
de van die havenstad naar België leidende
spoorwegen.
Tot leden dier commissie zyn benoemd de
heeren J. L. Cluysenaer tevens voorzitter, A.
A. Bekaar hoofdingenieur van 's Ryks water
staat in het 11de district, J. A. P. Geill,
burgemeester van Ter Neuzen, J. Nelemans,
ingenieur van 's Rijks waterstaat aldaar, en
G. Rjjperman, lid van den Raad van Toezicht
op de Spoorwegdiensten, terwyi aan de com
missie als secretaris is toegevoegd jhr. mr,
F. Beelaerts van Blokland, adjunct-commies
by het Hoofdbestuur der Posteryen ©d
Tolegraphie.
By beschikking van den minister van
waterstaat, h. en n. zyn benoemd: J. Van
der Waerden, civiel-ingenieur to Rotterdam,
tot tydelyk adj.-ingenieur by de werken tot
verbetering van het kanaal van Gent naar
Ter Neuzen; K. Weathoeve tot buitengewoon
opzichter by do verlegging van de uitmonding
der Heysche haven onder de gemeenten
Rotterdam en Pernis en A. M. Van Veggel
tot buitengewoon opzichter by de werken tot
verbetering van het kanaal van Gent naar
Ter Neuzen.
By de Ned.-Herv. Gem. te Scheveningen
zal weldra een derde predikant beroepen
worden.
By de Ned.-Indische Spoorweg-maat-
schappy werden de volgende beambten der
N. Z.-A. Spoorweg-maatschappy geplaatstA.
Noordendorp, J. C. Vonk, J. Van der Burg,
J. Wabeke, M. Mellema en P. E. Volker, allen
als commies lste kl. by den stationsdienst,
benevens F. J. De Koster en J. J. W. Avis
als machinist 2de klasse.
Do rechtbank te Amsterdam heeft opge.
maakt de volgende alphabetische aanbevelings.
lyst voor kantonrechter aldaar, (lstekanton);
mrs. H. L. Asser, rechter in de rechtbank tg
84)
Toen mevrouw Sternthal zoo plotseling on
machtig werd, geloofde Roberta, dat het weer
een dier oogonblikken van zwakte was, die
haar dikwerf overvielen. Zy belde om het meisje
en legde met haar hulp mevrouw Sternthal te
bed, om de gewone opwekkingsmiddelen aan te
wenden. Deze bleken echter vruchteloos, en
Wöllern, dien Roberta in haar angst er by
riep, ried haar aan, spoedig een arts te laten
roepen. Hg wilde er zelf naar toe gaan, maar
Roberta verzocht hom, haar niet op dit
hachelyke oogenblik te verlaten.
„Spreek niet zoo, lieve," hernam Wöllern,
haar teedor omarmend. „Zoolang ik leef,
zult ge nooit verlaten zyn; maar het smart
mg, dit woord uit uw mond te hooren.
Het klinkt mij bijna als een twijfel aan m(jn
liefde."
„Vergeef mi], Alfred. Dat ik vast aan uw
liefde geloof, weet ge immers, maar mama's
toestand maakt mij bezorgd."
„Uw goede moeder heeft immers dikwijls
dergelijke toevallen; waarom zou dit erger
zijn? Toch wil ik onmiddellijk om den dokter
sturen, maar neem het geld weg, dat daar
op de tafel ligthot schijnt een belangrijke
som te zyn."
Haastig nam Roberta den brief van Hüls-
dorf en de banknoten bijeen en wierp ze te
zamen in de schrgftafel, waarvan zg den
sleutel aftrok.
De dokter schudde bedenkelijk het hoofd,
nadat hjj den toestand der zieke nauwkeurig
onderzocht had. Hg vroeg, of er oorzaak was
geweest voor oon grooto opwinding van den
geest, die een verderflyken invloed zou kunnen
hebben op dit zwakke gestel. Dezo vraag
kon Roberta met recht ontkennend beant-
woordon; zg voegde er bg, dat haar moeder
zich in den laatsten tgd byzonder wel had
gevoeld, zoodat nog heden het plan van een
uitstapje naar Wilhelmshöhe gevormd wa3.
De doktor schreef dus een kalmeerend drankje
voor, beval de grootst mogeigke stilte aan
en beloofde den volgenden dag terug te
zullen komen.
Toen mevrouw Sternthal den volgenden
morgen uit een weldoende sluimering ont-
waakto, keek zg in het angstvolle gelaat
harer dochter, die zich over haar heen boog.
„Gy, Ueve, ondeugende mamal" zeide het
meisje half ernstig, half schertsend. „Hoe
bezorgd hebt gg Alfred en mg gemaakt I Maar
nu is alles weer goed, nietwaar, mama?"
„Lief kind," fluisterde haar moeder. Zg
trachtte haar gedachten to verzamelen. Wat
was er eigenigk gebeurd?
,De brief.... de brief 1" riep zg plotse
ling uit.
„Een brief, mama? De brief van Hülsdorf
misschien? Die ligt goed bewaard in uw
schrgftafel."
„Geef mg den brief, Roberta, en Iaat Alfred
hier roepen."
Wöllern kwam.
„Lees eens hardop," zeide mevrouw Stern
thal, hem don brief in handen gevend. Zyn
trokken werden zeer ernstig, terwyl hy las.
Telegraphische berichten hadden de crisis aan
de Berlynsche Beur8 reeds wereldkundig ge
maakt, en den vorigen avond had Wöllern
de tyding in de couranten gelezen.
„Dat is zeker heel treurig, als^de zaak van
Ernst zwak staat!" riep Roberta uit. „Maar, 1
mama, wy beiden kunnon hem helpen; wy
hebben immers geld genoeg. Maar hoe is het
met Hülsdorf? Myu arme Theresia; ik zal
onmiddellyk aan haar schryven."
„Myn kind, ge vergeet, dat ook ons ver
mogen in de zaak steekt," bracht haar moeder
met moeite uit. „Ernst hield het daar voor
geheel veilig."
„Hoe, mama, gelooft ge werkolgk, dat Ernst
zoo dom heeft kunnen zgn, om alles op één
kaart te zetten?" riep Wöllern opgewonden.
„En hoe kon hy dat zonder uw nitdrukkeiyke
toestemming? Gy waart toch zelfstandig;
Roberta is eerst sinds korten tyd mondiggg
beiden moest er toch eerst in bewilligen."
„Uw vragen kan ik niet beantwoorden,
waarde Wöllern. Was ik al sedert jaren
ziekeiyk, na den dood van myn echtgenoot
werd myn gezondheid er niet beter op. Ik
gaf mgn zoon volmacht alles voor mg te
regelon en liet mg later slechts door hom zeg
gen, hoe groot myn jaarlyksch inkomen was."
„Maar Roberta's voogd
„Onze goede Grunertl Ook bg leeft niet
meer. Toen Roberta meerderjarig werd, droeg
zy, zooals vanzelf sprak, het beheer van haar
vermogen aan haar broeder op."
Wöllerns gelaat was betrokken. „Hy kan
dus alleen inlichtingen omtrent den staat
van zaken geven," zeide hy, „en hy is nog
in Engeland."
„Ik zal dadelyk aan Ernst schryven. Hy
moet onverwyld torugkeeren," verzekerde
mevrouw Sternthal met kracht.
„En laten wy ons ondertusschen niet bezorgd
maken I" zeide Roberta. „Zelfs als wy iets
moesten verliezen, zou ons altyd nog genoeg
overblyven. Als wy beiden ons al wat moeten
beperken, wat geeft dat? U, mama, mag
en zal hot aan niets ontbreken; en gy,
Alfred, bemint toch zeker my, en niet mgn
fortuin. Nietwaar?"
„Lief kind, zoudt ge daaraan kunnen
twyfelen? Ge weet, dat myn hart slechts
voor u klopt."
Innig kuste Wöllern de schoone oogen,
die zoo vertrouweiyk tot hem opzagen.
Mevrouw Sternthal schreef onmiddellyk aan
haar zoon, Roberta aan Theresia. Wöllern had
precie3 uitgerekend, wanneer antwoord van
Ernst of dezo zelf komen kon; tot zoolang
moest men afwachten.
Altyd verBchrikkeiyker klonken de tydingen
uit Berlyn, en nog was de geheele omvang
van het ongeluk niette overzien. Ook mevrouw
Sternthal bleven deze jobstydingen niet onbe
kend, zy werd ernstiger en angstiger, terwyl
Wöllerns trekken stroever en stroever werden,
hoeveel moeite hy ook deed om het te ver
bergen. Roberta alleen bleef onbevreesd; on
geduldig wachtte zy op tyding van Theresia.
Na een paar dagen er kon nog geen
tyding van Engeland gekomen zyn kreeg
mevrouw Sternthal twee brieven.
Op den eenen, het schryven van Roberta
aan Theresia, waarop Roberta haar naam met
adres geschreven had, stond:
„Terug. Geadresseerde in het krankzinnigen
gesticht."
De andere brief kwam van Ernst. Deze
schreef; -*
„Waarde Moedert
„Het noodlot heeft ons zwaar getroffen.
Ik, die u ryk en gelukkig wilde zien,
heb u tot bedelares gemaakt. Godweet,
dat ik onschuldig ben. Het geloof aan
Hem, Moeder, door u my eens ingeprent,
verbiedt my een einde aan myn leven
t« maken. Binnen het uur vertrek ik
met „De Ster van het Zuiden" naar
Cuba; daar is my een betrekking beloofd.
Van alles, wat ik verdien, zend ik u de
helft; byna alles, wat ik thans bezit,
zend ik u. Vergeef my. Ebnst."
In den brief waren eenige Engoische bank
noten ingesloten. Mevrouw Sternthal over
handigde het schryven aan Wöllern.
„Het is, zooals ik vreesde," zeide zy gelaten.
„Hoe, mama, gy zoudt alles verloren hebben?
Uw gansche vermogen?" vroeg hy verschrikt.
„Alles, op oen paar duizend thalers na,
die ik in handen heb, slechts een deel van
ons vroegere jaarlyksche inkomen."
„Waarvan moeten wy dan in het vervolg
leven?" Nu eerst begreep Roberta het volle
gewicht vau den toestand.
„Dat weet God alleen. Nog heden zal ik
aan een Beriy'nsch advocaat schryven en hem
onze vorderingen toevertrouwen. Het verdere
moeten wy geduldig afwachten."
„Dus wy zouden arm, straatarm zyn; wat
moet daarvan komen? En Theresia krank-1
zinnig, haar broeder doodVerscbrikkeiyk 1"
„Ja, ons lot is diep treurig. Maar laat ons
God danken, myn kind, dat wy beiden nog!
te zamen zyn."
„Wy beiden, mama? Gy vergeet Alfred.!
Hebt gy niet nog een zoon, die ons overblyft,)
al moet onze arme Ernst ons ook verlaten?;
Op Alfred kunnen wjj immerB stellig rekenen jj
hy bemint my."
„Zeker, lieveling, dat weet go. Q« kunt
ten volle op my vertrouwen."
(Wordt ttrvolgdj