N°, 1247?
Maandag SO October,
A0. 1900
(Beze (Courant wordt dagelijks, met uitzondering
van (Zon- en feestdagen, uitgegeven.
Feuilleton.
Schoenmaker, houd je hij je leest 1
IEIDSCH
DAGB
PRIJS DEZER COURANT;
Voor Leiden per 8 maanden; i i 9 s s «f 1.10.
Buiten Leiden, per looper en waar agenten gevestigd zyn 1.30.
Franco per post j t t i
PRIJS DER ADVERTENTIËN;
Van 1 6 regels 1.05. Iedere regel meer 0.17Grootere
letters naar plaatsruimte. Voor het incasseeren buiten do stad
wordt f 0.05 berekend.
Oülolëele Kennisgevingen.
Inkomstenbelasting.
Burgemeester eo Wethouders van Leiden brengen
in herinnering, dat mot 31 October a. e. do vierdo
termijn vervalt van de InkomBtenbelaating,
'dienst 1900, en dat alzoo op den laten November
a. e. minatene vier zeBdo gedeelten van den aanslag
moeten zijn voldaan.
Zij noodigen mitsdien belanghebbenden uit, om, ter
Voorkoming van vervolgingskoBton, tot do betaling
van het verschnldigde ten kantore van den Gemeente
ontvanger over te Raan.
Burgemeester en Wethoudors voornoemd,
LoideD, F. WAS, Burgemeester.
27 Oot. 1900. VAN HEYST, Secretaris.
Leiden, 29 October.
Ondanks het gure weer was de opkomst
by de eersce conférence van do Alliance
Fran^aise" zeer goed te noemen. Niemand
der aanwezigen zal het betreurd hebben, dat
hy weer en wind had getrotseerd om naar
de Kleine Gehoorzaal op te trekkende
degeiyke voordracht van Mile Coppin beloonde
voor de genomen moeite. Wat zy over de
rol van de vrouw in de verschillende phasen
van de Fransche Revolutie meedeelde en over
haar grooten invloed op de hoofdpersonen,
gaf biyk van grondige studie en verdiende
aller belangstelling, hoewel er zullen zyn, die
niet in alles de persoonlyke opvatting van
de begaafde spreekster deelen.
De voordracht van enkele harer gedichten
leerde haar als een niet onverdiensteiyke
dichteres kennen.
Voor het examen van het Nederlandsch
Instituut van Accountants zyn geslaagd do
volgende stadgenooten voor do vakken:
handelsaardi-ykskunde en geschiedenis, recht,
notariaat en Engelsch, mejuffrouw A. E. Groll;
voor handelsaardrykskunde en geschiedenis,
recht en notariaat, mejuffr. O. F. Parmentier
voor handelsaardrykskunde en geschiedenis,
notariaat, Fransch en Engelsch, de heer J. W.
De Tombe Jr.
Voor den dienst van het bly vend gedeelte
der militie van de lichting 1900 zullen weder
twee ploegen by de bataljons infanterie wor
den geformeerd. Do 1ste ploeg zal onder de
wapenen moeten blijven van 15 November a. s.
tot en met 30 Maart c. q. 1 April 1901do
2de ploeg van 30 Maart 1901 tot en met 14
Augustus d. a. v. By elk der bataljons infan
terie alhier zullen 67 miliciens tot de 1ste
ploeg en 67 miliciens tot de 2de ploeg be-
hooren. Aan de niet tot de 1ste ploeg be-
hoorende miliciens zal den 15den November
klein verlof worden verleend, terwyi den
14den Augustus den miliciens der lichting 1900
het groot verlof zal worden toegekend.
Voor het examen van vrye- en orde
oefeningen der gymnastiek zyn geslaagd de
dames: A. E. v. d. Kloes en M. J. G. Riu-
kema, beiden te Leiden.
Door don minister van oorlog is bepaald,
dat in den a. s. winter by het wapen der
infanterie de navolgende tactische oefeningen
op de kaart zullen moeten gehouden worden.
Één in de maand December 1900 in de
standplaats en onder de persoonlyke leiding
van elk der generaal-majoors, divisie-comman
danten, gedurende twee achtereenvolgende
dagen. Aan deze oefeningen wordt deelge
nomen door de regiments-commandanten en
hoogstens 6 der overige hoofdofficieren van
de divisie, zoo mogelyk uit de standplaats van
den divisie-commandant.
Eén in de maand Januari 1901 in de stand
plaats en onder de persoonlyke leiding van
elk der regiments-commandanten gedurende
twee achtereenvolgende dagen. Hieraan zullen
deelnemen de hoofdofficieren en 2 a 4 kapiteins,
die spoedig voor bevordering in aanmerking
kunnen komen, van het regiment.
Voorts in de maanden November, Decombor
en Januari eenmaal in de veertien dagen onder
de persoonlyke leiding van de bataljons-com
mandanten. Hieraan wordt door alle officieren
deelgenomen.
De vakafdeeling voor electrotechniek van
het Koninkiyk Instituut van Ingenieurs zal
op 3 November te Leiden vergaderen. In die
vergadering zal professor dr. H. Kamerlingh
Onnes spreken: „Over de ervaring, verkregen
by de volgens het verslag der commissie voor
de opleiding van electrotechnische werklieden
ingerichte examens".
'-^Dr. E. Cohen zal een voordracht houden
over: „De onbruikbaarheid van het Kadmium-
element van Weston als standaard der olectro-
motorisclie kracht".
Het minst ingeschreven is voor de aan
besteding voor het verrichten van eenigbag-
gerwerk in den Ryn onder Leiderdorp door
den heer C. De Ruiter, te Leiden, voor
2979.
Het personeel van het stoomgemaal
„Leeghwater" (Haarlemmermeer) is met twee
machinisten en twee stokers verminderd, die
voortaan zullen werkzaam zyn aan de „Cru-
cqius," waar sedert langen tyd geen of weinig
personeel was.
Alleen de heer A. Bakker, opzichter, en een
ondergeschikte biyven aan de „Leeghwater"
verbonden.
Dr. Langfeld, voorzitter van hot Mecklem-
burgsche „Landesgericht", die hedenavond van
Den Haag naar het Hertogdom terugkeert,
zal tegenwoordig zyn op 't slot van de Vorste-
ïyke Oldenburgsche familie, waarhoen H. M.
en Hertog Hendrik zich dezer dagen zullen
begeven.
De hoeren Fischer, Wolmarans en De
Bruyn bevinden zich te Rome en worden met
de Transvaalsche hoofdambtenaren in Den Haag
verwacht in het midden dezer week.
In het lokaal van de Eerste Kamer ver
gadert heden de commissie voor de consulaire
examens.
Er zyn 2 candidaten voor het overgangs
examen voor vice-consul en 14 adspiianton
voor het bekomen van een bowys van be
kwaamheid als leerling-consul.
Het examen loopt niet vóór de volgende
week af.
De gezantschapsattaché jhr. mr. A. Van
der Goes is tydeiyk geplaatst by Hr. Ms.
gezantschap te Londen.
De overplaatsing van graaf Do Montzelas,
nieuwbenoemd secretaris by do Duitsche legatie
naar Washington, is van tydelyken aard.
Later zal hy weer in Den Haag werkzaam
gesteld worden.
De ministers van justitie en van koloniön
zyn heden ter audiëntie by H. M. op Het Loo.
Do „Zuid-Hollandsche IJsvereeniging"
hield Zaterdagmiddag in het gebouw van den
Haagschen Kunstkring een vergadering van
vertegenwoordigers van aangesloten afdee-
lingen.
Behalve op de banen in eigen beheer kunnen
de leden zich vry en kosteloos bewegen op
de niet afgesloten banen der volgende afdee-
lingen: Bei kei, Delft, 's-Gravenhage, 's-Gra-
venzande, Kethel, Kwintsheul, Leiden, Leid-
schendam, De Lier, Lisse, Loosduinen, Maas
sluis, Monster, Naaldwyk, Noordwyk, Nootdorp,
Poeldyk, Pynackor, Rotterdam, Sassenheim,
Schipluiden, Stompwyk, Veenweg, Voorburg,
Voorschoten, Vryenban, Warmond, Wateringen
en Zootermeer.
Besloten werd, dat de Bond zich tot de
waterschappen van Delft- en Rynland zal
wenden met verzoek zoo mogelyk tydig te
waarschuwen wanneer er met spuien wordt
aangevangen, en zulks in het belang van de
veiligheid van de schaatsenryders. Vanwege
do afdeelingen zeiven zal bovendien, wellicht
in overleg met de burgemeesters van de ver
schillende gemeenten, aan bedoelde water
schappen worden verzocht, by goed ys, zoo
mogelyk in het geheel niet te spuien.
Door den Bond is een algemeen corres
pondent aangesteld, die by vriezend weer
iederen dag 's middags 5 uren van Den Haag
uit aan alle afdeelingen bulletins zal zenden,
meldende den toestand van de ysbanen in
de provincie.
Getracht zal worden een goede aansluiting
te krygen van Rotterdam met Gouda, waar
van de wenscheiykheid werd aangevoerd.
De hoeren Margadant, Van Duyvondyk, Hayer
en De Jong werden by acclamatie herkozen
respectieveiyk als voorzitter, onder-voorzitter,
secretaris en penningmeester van den Bond.
De commissie tot de verleden jaar her
dachte vyf-en-twintigjarige tooneelloopbaan
van mevrouw MannBouwmeester had tegen
Zaterdag-middag haar uitnoodigingen rondge
zonden tot bywoning der officieele overdracht
aan de gemeente Amsterdam van het door
den heer P. De Josselin de Jong geschilderd
portret, in den foyer van den Stadsschouwburg.
Onder hen, die door hun komst biyk gaven
van hun belangstelling, werden opgemerkt
eenige leden van den Raad van Beheer, veel
acteurs, actricos, musici, de oud-acteurs de
heeren Judols en Veltman en de schilder De
Josselin de Jong.
De heer A. N. J. Fabius, voorzitter der
commissie, droeg het geschenk met een toe-
passeiyk woord over. D^ze plechtigheid, zei
hy, gaf een waardig slot aan het vroeger
gegeven feost. Spr. bracht-een Woord van dank
aan den schilder. Tot mevrouw Mann het
woord richtende, zei hy zeer goed te kunnen
begrypen, dat zy geaarzeld had deze hulde te
aanvaarden. Deze hulde toch bracht mee den
plicht 6toed8 to zyn er. to biyven de eerste
der actrices. „Maar uw liefde voor de kunst
wordt geèvonaard door uw werk en gy zult
blijven dienen do kunst, dio gy bovenal lief-
hebt." (Applaus.)
Intusschen had de heer De Josselin de Jong
het doek van de schildery weggetrokken en
vertoonde zich de beeltenis van mevrouw
Mann, in lichtgeel toilet, ten voeten uit.
De heer J. H. Vrancken, secretaris van de
Stadsschouwburgmaatschappy, zei, dat burge
meester en wethouders tot hun spyt niet
tegenwoordig konden zyn en aanvaardde
namens do gomeente het geschenk.
„Doze schi.dery is de eerste voor een galery
van lovende altisten. Mogen er nog tal van
jaren verloopen vóór deze overgaat naar de
historische galery."
De heer Gottfried Mann bracht namens zyn
echtgenóoto den dank over aan de commissie
en aan den schildor.
Hiermee was de officieele plechtigheid afge-
loopen.
De Spaansche gezant by ons Hof, de
heer Arturo de Baguer, is met verlof naar
Weehen vertrokken.
Bly kens bericht van Hr. Ms. gezant te
Brussel is sedert 27 dezer de invoer van
Noderlandsch molkvee langs de Clinge (station)
wedor geoorloold.
Een nieuwe telegraafkabel tusschen de
Nedorlandsche kust by Zandvoort en de
Engelsche kust by Lowestoft is thans in
dienst gesteld. De kabel bevat vier geleidingen,
welke in Nederland met 3 draden naar het
Rykstelegraafkantoor te Amsterdam, en ma.
1 draad naar dat te Rotterdam zyn verbonden.
Nader verneemt het „Hbl." nog tot
aanvulling van het bericht omtrent de onder-
wyzerspensioenen, dat bereids in de maand
Mei jl. door de ministers van binnenlandsche
zaken en van financiën een commissie is be
noemd, bestaande uit de heeren prof. Van
Geer, te Leiden; prof. Van Pesch, to Amster
dam; A. E. Rahusen, oud-hoogleeraar aan de
Polytechnische Schoolen J. C. Mulder, direc
teur van het Rykspensioenfonds, tot het in
stellen van een onderzoek naar de financieele
gevolgen voor den Staat en het Ryks-pensioen-
fonds, welke de invoering ten gevolge zou
hebben der wetsontwerpen tot regeling van
de pensioenen en die hunner weduwen en
weezen van de onderwyzers en onderwyze-
ressen, verbonden aan openbare en byzondere
scholen, van het personeel, verbonden aan de
gemeente hoogere burgerscholen, onverplichte
gemeente burgerscholen en gymnasia, gemeen
telijke middelbare scholen voor meisjes en
gemeenteiyke kweekscholen voor onderwyzers
en onderwyzeressen. Deze omvangryke arbeid
zal geruimen tyd in beslag nemen.
Van het aan vraagkantoor, verbonden aan
het secretariaat van den Bond van uit Zuid-
Afrika verdreven personeel der Ned. Zuid-Afr.
Spoorweg-My., Nieuwe Uitleg 17, te 's-Gra
venhage, word reeds door eenige patroons
gebruik gemaakt.
Het hoofdbestuur van den Bond wacht nu
van do ambtenaren en beambten, leden van
den Bond in den lande, volledige lysten in
met opgave van den aard der betrekking, die
zy wenschen, en met byvoeging hunner bo-
kwaamheden.
By besluit van Ged. Staten van Noord-
Holland is verklaard, dat Henri Faddegon,
niet eervol ontslagen eerste onderwijzer aan
do openbare lagere school No. 89 te Amster
dam, z(jn bovoegdheid tot het geven van
onderwys heeft verloren.
By het wapen der cavalerie en by de
korpsen der bereden artillerie kunnen jonge
lieden, die ten volle 17 jaren oud zyn, alsmede
18-jarige en oudere jongelieden, die niet voor
de nationale militie worden ingeschreven,
zonder nadere machtiging van den minister
van oorlog worden aangenomen met een
vrywillige verbintenis voor drie jaren.
De Staatscommissie voor hot Internatio
naal Privaatrecht vergaderde Zaterdag te
's-Gravenhage onder voorzitterschap van mr.
T. M. C. Assor, die zijn leedwezen uitte over
het besluit van jhr. mr. J. J. Rochussen om
als secretaris der Staatscommissie af te treden
wegens den omvang van diens werkzaamheden
aan het ministerie van buitenlandscho zaken.
De Staatscommissie heeft oen aanvang
gemaakt met do voorbereiding van het program
voor de vierde Haagsche conferentie.
De „Nationale Vereeniging voor Handels-
oixlerwys", die ten vorigen jaro is opgericht,
heeft haar nu en dan uitgegeven bulletins
thans vervangen door een „Maandblad voor
Handelsondorwy8 en Handelswetenschappen".
Het eerste nummer van dit Maandblad, dat
onder redactie staat van dr. H. Blink, dr. D.
Bos en mr. P. Tjeenk Willink, is thans ver
schenen. Daarin wordt o. a. een beroep gedaan
op de medewerking van velen, vooral van
bekwame handelaren, om voor goed handels-
ondorwys „de gegevens te verschaffen, welke
hun uit de ervaring toevloeien". Do verbreiding
van voor den handel nuttige kennis staat ook
op het programma der redactie.
In dit eerste nummer zyn o. a. opgenomen
het eerste jaarverslag der Voreeniging en de
voordracht, door don heer Rozenraad gehouden
over „Nederland als handelsnatie".
Aan 't Britsche gezantschap te 's-Graven
hage is verbonden commandant Wartensleben
Ewart, als koninkiyk maritiem attaché.
Aan de Industrieschool voor meisjes te
Arnhem is, naar men aan de „N. R. C." van
daar meldt, opdracht gegeven tot het ver
vaardigen van een gedeelte van het uitzet van
H. M. de Koningin.
De 2de luitenant-kwartiermeester J.
Haitsma Muiier, van het 4de reg. infanterie,
wordt met ingang van 1 Februari 1901 over
geplaatst 'by het 1ste regiment huzaren te
Deventer.
Men schryft aan het „Hbl." uit Apel
doorn van Zondag:
Met een vertraging van 40 minuten kwam
hedenmorgen do trein aan het station Apel-
doorn, waarin de Prins en Prinses von Wied
in een salon wagen waren mede gekomen. Ter
ontvangst waren aanwezig baron Bentinck,
eerste stalmeester, en freule Rengers, dio de
hooge gasten naar het Paleis brachten. Toen
zy daar aankwamen, stonden H. M. de Koningin,
de Hertog en H. M. de Koningin-Moeder reeds
op het bordes om de bezoekers te verwel
komen.
Hedenmorgen te ongeveer elf uren begaf
zich H. M. de Koningin met Haar verloofde
en gevolg door het park naar de stallen, ozn
aldaar de paarden te bezichtigen. Daarna be
gaven zich de verloofden naar de tegenover
gelegen koetshuizen om de rytuigen in oogen- 1
Bchouw te nemen.
Doordat de Koningin en do Vorst hun
weg door het park haddon genomen, waren
velen, die voor het paleis haddon pose gevat,
teleurgesteld, daar ze nu do vorstelijke personen
slechts uit de verte zion konden.
Des middags om drie uren reden do Koningin j
en Haar verloofde, de Koningm-Mooder en
de Prins en de Prinses von Wied in een brik 1
met vier paarden uit, don A n r.-sloortschen
weg op. Van hier en elders waren wedor een
kleine duizend belangstellondon naar liet paleis
gestroomd.
De Hertog vertrekt Maandag-morgen om
10.8 naar Beriyn om een bezoek te brongen
aan den Duitschen Keizer. By zyn terugkeer
uit Duitschland op Het Loo zal do Hertog
9 paarden medebrengen.
Per „Herzog" is te Napels aangekomon
en aldaar gedebarqueerd mej. G. J. Beynen,
hoofd der pleegzusters van het Roode Kru's, j
die binnen eenige dagen hier te lande wordt
verwacht.
Te Rotterdam wordt den 4den November
de aankomst verwacht van do zusters M. F.
Smit, S. G. Smit en M. W. Schreudera.
Uit *»t verslag der „Vereeniging tot
Christelyke verzorging van krankzinnigen en
zenuwiydera in Nederland" blykt, dat door
deze Vereeniging 1200 patiënten worden ver
pleegd. Zy telt 11,103 leden, 04 afdeelingen,
112 corporatiën en 395 correspondenten.
De contributiën bedroegen ovor het afge-
loopen jaar 12,807.91.
De winst- en verliesrekening van ,Veld-
wyk" bedroeg ƒ270,354.83; van ,Bloemen-l|
daal" f 150,600.41 '/2 en van „Pennenoord"
ƒ81,492.53, of van de goheele Vereeniging
f 104,633.85. f
De bezittingen- en schuldenstaat wyst een
cyfer aan van 2,160,104.71'/a.
Volgens hot verslag worden erfelykheid en
verdriet als voorname oorzaken van krank
zinnigheid beschouwd.
Dirk Scherp heette de man, precies als zyn
overledon vader, wiens eerst- en eeniggeboren
zoon hy was. Dezo naam stond ook buiten
aan zijn laag huisje en wel tweemaal, n.l. aan
beide kanten van oen uithangbord, dat aan
een houten arm boven de kleine steentjes der
straat bengelde. Twee geelkoperen bokkentjes,
welk o de geheele straat door schitterden, hin
gen onder aan liet uithangbord, en meer was
er niet noodig, om dengenen, wien het aan-
.ging, kenbaar te maken, wat in het huis van
Dirk Scherp te doen was. De uitwerking van
dezo gele schoteltjes was rechtuit onweerstaan-
baar en spotte in dit opzicht met elke adver
tentie: het gebeurde zelden, dat een boer in
'het stadje kwam, zonder onwillekeurig naar
zyn gezicht te grypen en er onderzoekend
langs te stryken, zoodra hij maar even de
beide schoteltjes gewaarwerd. Baas Scherp
mocht zich trouwens ook in een zekere ver
maardheid in zyn vak verheugen. Hy had
steeds de beste messen en hanteerde ze met
een waarlijk meesterlyke lichtheid, zoodat
zelfs de meest stoppelige baard als los dons
wegvloog en slechts door het onvermydelyke
krassen verried, hoe hy zich tegen het mes
verzette.
Maar ondanks de groote klandizie in de
stad en van buiten, schraapte Dirk Scherp
geer. schatten by elkaar. De kosten bedroegen
destyds maar drie centen, en dat was weinig
doch die regel was zoo ingeroest, dat aan
opslag vooreerst niet te denken viel. Zy, die
by Ret jaar keten acherea, betaalden
zelfs nog minder, en het was dus een hoogst
bescheiden stukje brood, dat baas Dirk at.
Maar hij was er tevreden mee, en alleen
dfin begon hem het bloed te koken, wanneer
do een of ander het nog goedkooper wilde
hebben. Met den als gierig bekend staanden
boer van „De Berkenhoeve" kreeg hy zelfs
eens ernstigen twist daarover. Doze behoorde
niet eens tot zyn geregelde klanten, daar hy
zich gewooniyk zelf schoor en dan op de
plaatsen, waar hy zich gesneden had, zwam
plakte. Maar toen hy op zekeren dag by een
in het stadje gehouden veetentoonstelling als
jury-lid moest optreden en by het zien van
do gele schoteltjes onderzoekend langs zyn
baard streek, maakte hy de opmerking, dat
een gladgeschoren gezicht toch deftiger stond.
Toch kriebelde het hem, dat hy voor een
baard van kwalyk twee dagen drie een ton
zou moeten betalen, en toen hy by Dirk bin
nentrad, verlangde hy kort en opgeblazen,
voor het halve geld geschoren te worden.
Baas Scherp knipte schelmsch met zyn oogen,
zeepte den Berkenboer, gelyk hy wel eens
kortaf genoemd werd, volgens alle regelen
der kunst in, en toen hy onder een levendig
gesprek hem precies de helft van den baard
had weggenomen, veegde hy hem netjes het
gezicht af, 6treek dankend don anderhalven
cent op en liet den Berkenboer vertrekken,
die met al zyn gedachten dermate in de veeten
toonstelling verdiept was, dat hy de poets,
die Dirk hem gespeeld had, niet eens bemerkte.
Eerst toen hy by zyn „ambtgenooten," de
andere jury leden, in „Den Gulden Os" was
aangekomen, en dezen hem onder algemeen
gelach voor den spiegel brachten, zag hy, wat
er met hem gebeurd was.
„Wacht, ik zal 'ral" riep hy, schuimbek
kend vaa woede, uit en rendeuZÜR knuppel
zwaaiend, de straat door, om op Dirk wraak
to nemen. En toen hy de gele schoteltjes
gewaarwerd, toen bereikte zyn toorn het
toppunt. Doch baas Scherp had misschien zoo
iets vermoed en was nog recht tydig uitge
gaan. Zyn Hanna echter had hy do boodschap
achtergelaten: als de Berkenboer terug mocht
komon en over zyn half geschoren baard
reclameeren, dan moest zy maar zeggen, dat
hjj voor het halve geld geschoren was, precies
volgens bestelling. Het schrandere vrouwtje
bracht dit ook woordelyk over en schrikte
in het geheel niet, toen do Berkenboer van
woode by na door don vloer stampte on met
de oogen rolde, alsof hy Dirk met huid en
haar wilde opeten.
„Maar wat nu te doen?" riep hy, kalmor
wordend, uit, terwijl hy hoofdschuddend en
langs zyn halven baard strykend, in den
spiegel keek.
„Er schiet niets anders over dan u zelf
verder te scheren," meende vrouw Hanna,
„en dan moet gy over die heele geschiedenis
netjes den mond dicht houden, dat de straat
jongens er niet de lucht van krygen on u
uitlachen."
„Hm, hm!" bromde de boer nadenkend
en begaf zich toen in hot voorkamertje, waar
niemand hem zag, om zich in alle gelatenheid
de andere helft van den baard weg te nemen.
„Maar Dirk moot ook den mond houden,"
waarschuwde by de vrouw onder het heen
gaan, terwyl hy haar weer anderhalven cent
toeschoof dion zy glimlachond met oen „dankje"
opstreek.
Deze grap had baas Scherp tot een soort
van beroemdheid gemaakt, want in het ge
heele stadje sprak men er over en hield zich
den buik vast vati 't lachen; ook de boeren
der omliggende dorpen gunden kungierigen
colloga deze les van harte. Wel hield Dirk
tegenover do buitenwereld met hand en tand
staande, dat by den Berkenboer niet had
willen foppen, maar dat die heelo geschiodenis
hem slechts in zyn verstrooidheid was over
komen, doch niemand geloofdo dat en boven
dien gaf zyn guitig glimlachje duidelyk ge
noeg do waarheid te kennen. Hy bleef noch
tans by zyn bewering, en dit was vooral den
ouden dokter Wulf aangenaam, dio zeor op
Dirk gesteld was en niet van derguvyko
streken hield.
Men had destijds, nu omstreeks veertig
jaar geleden, nog niet zoo'n ovorvloed van
geneesheeren als tegenwoordig, en in het stadje
D byv. was bovengenoemde dokter Wolf
de eonigo geneeskundige toevlucht. Tot zyn
praktyk behoorden oovondien nog tien of
twaalf dorpen, maar toch sloeg h\j er zich
doorheen. Want do boeren dachten by onbe
duidende gevallon gewoonlijk niet aan den
dokter, doch hadden dan moer dan genoeg
aan don beproefden raad van een gewezen
hoefsmid, die van mensch en vee verstand
had en goedkoop was met zyn kunst. By
meer ernstige gevallen ging men natuurlyk
naar den dokter, beschreef hem de ziekte en
nam uit do apotheek de genezende drankjes,
pillen, zalf en dergelijke, mee naar huis. Alleen
wanneer het om leven of dood ging, of wan
neer een arm, been of een paar ribben ge
broken waren, die men uit de verte niet
genezen kon, reed de dokter met zyn ram
melend voortuig naar de dorpen, en onder
zulke omstandigheden kon hy de uit elkaar
liggende praktyk heel good bedienen.
In de laatste twee jaren had dokter Wolf
don barbier Dirk Scherp meermalen naar
zieken meegenomen, hem de kunst van
koppenzetten en aderlaten geleerd ea hem
ook in het vorbirdon van wondou geoefend,'
zoodat hy in ren barbier een heel bruik
bare goneeskundigo hulp bezat. Op hot zolf-
bewustzyn van Dirk had dit een zichtbaren
invloed; in du dorpen hield men hom roods
voor knapper dan menige dokter was. Do
aldaar zich ine. malen vertoonendo long
ontsteking behandelde dokter Wolf nog
volgons de oude methode door bloedaftappon,
en als hem het optreden van zoodanig
ziektegeval gemold werd, dan zond hy Dirk
gowoonlyk ooruit om koppen te zotten of
ader to laten. Loze zotte daarbij- dan oen
deftig kennersgozicht, voolde den patiënt hooi
geleord don pols of nam do temperatuur op,
en kwam hot or dan toe, dat hij werkolyk
bloed liet vloeien, dan nam het respect voor
dan geleorden barbier onwillekeurig nog cneor
toe. Wanneer na eertigen tyd do dokter kwam
voorrijden, dan ging Dirk hem aan het rytuigi
to geraoet en gal halQuid en oonigszins vor-,
trouweiyk verslag van hetgeen hy gedaan
had. Do goede menschon evenwol, dio mot
eerbiedige nieuwsgierigheid op eenigen afstand
toekeken, dachten er wonderen van, wat voor
gewichtig gesprek dat wel zyn kon, en zeiden
onder elkaar, op Dirk wyzend: „Die heeft er
verstand van." En wanneer dezo ton slotto
naast den doktor in de koets plaats nam en
meereed, dachten velen: „Jammer toch, dat
Dirk Scherp geen middelen had. Daar was een
dokter uit gegroeid, zoo door on door knap,
als er weinig zyn."
m r.'.jcl)