n#. 12471
Vrijdag 10 October.
a*, mo
I§eze (Courant wordt dagelijks, met uitzondering
van <§on- en feestdagen, uitgegeven.
Feuilleton.
liet geheim van den verloofde.
LEIDSCH
PRIJS DEZER COURANT:
Voor Leiden per 8 maanden, i i s i 1.10.
Buiten Leiden, per looper en waar «genten gevestigd z()n 1.80.
Franco per post •••«••séiétttrr*
PRIJS DER AD VERTEN TLfcTN"
Van 1 6 regels f 1.05. Iedere regel moer f 0.17J. Groofcer©
letters naar plaatsruimte. Voor het incasseeren buiten do stad
wordt f 0.05 berekend.
Ofllolëele Kennisgevingen.
Burgemeester en Wethouders der gemeente
Leiden brengen ter algetneene kennis, dat inge
volge art. 10 van het Koninklijk Besluit van
4 Mei 1896, tot vaststelling van een algemeen
reglement voor de Kamers van Koophandel en
Fabrieken (Staatsblad No. 76), op Vrijdag den
23 sten November 190 0, des namiddags
van twee tot vier uren, ten Raadhuize een
verkiezing zal plaats hebben van 5 loden van de
Kamer van Koophandel en Fabrieken in deze
gemeente, ter vervulling van de vacatures, die op
1 Januari I9ul zullen ontstaan door du periodieke
aftreding van de Heeren:
C. GOEKOOP,
H. C. JUTA,
A. DE KOSTER,
W. F. VERUEIJ VAN WIJK, en
H. J. VAN NOUHÜYS,
die echter ingevolge art. 5, alinea 3, vau boven
vermeld besluit, weder herkiesbaar zijn.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
F. WAS, Burgemeester.
VAN HÉYST, Secretaris.
Leiden, 18 October 1900.
De Burgemeester on Wethouders van Leiden
i doen te weten, dat door den Raad dier gemeente
in zijn vergadering van den 4den October 1900
is vastgesteld de volgende verordening:
VERORDENING- op het vervoer van lijders
can een besmettelijke ziekte.
Artikel 1.
Onverminderd het bepaalde bij do artt. 8 en 9
der Wet, .houdende voorzieningen tegen besmet
telijke ziekten", is het verboden, lydera aan een
der in art. 1 dier wet ol in een krachtens die
wet uitgevaardigden algemeenen maatregel van be
stuur genoemde ziekten, op andere wijze naar het
ziekenhuis ot naar hun woning te vervoeren, dan
,in daartoe bestemde vervoermiddelen, voorzien van
een van buiten duidelijk zichtbaar, door Burge
meester en Wethoudeis te bepalen, kenteeken.
Artikel 2.
De dienaren der gemeente-politie zjjn belast
mot het opsporen der overtredingen van deze
i verordening.
Artikel 3.
De overtreding van art. 1 wordt gestraft mot
hechtenis van ten hoogste 6 dagen ot een geld
boete van ten hoogste z5 gulden.
Vastgesteld door den Raad der gemeente Leiden
in zijn openbare vergadering van den 4den October
1900.
De Burgemeester,
F. WAS.
De Secretaris.
VAN HEYST.
Zyndo dozo verordening aan de Gedeputeerde
6tatcn van Zuid-Holland volgens hun bericht vau
9/13 October 1900 B No. <56 (2de afd.) G. S.
Llo. 94, in afschrift medegedeeld.
Er is hiervan afkondiging geschied, waar het
behoort, den 18den October 1900.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
F. WAS, Burgemeester.
VAN HEYST, Secretaris.
Leideu, 19 October.
De Leidsche Schouwburg-Vereeniging
opent Maandag 29 October, voor het eerst
in dit seizoen, de deuren van haar huis voor
Leiden's ingezetenen. Vroeg is dit nu bepaald
niet, doch wy hebben vernomen, dat het aan
het bestuur niet is mogen gelukken een of
ander tooneelgezelschap, door andere ver
bintenissen reeds alle verhinderd, eerder hier
te doen optreden. Maar het optreden van het
Rotterdamsch Tooneelgezelschap onder directie
van den heer Van Eysden met het stuk
„Zooals de bladeren...." is dan ook een
goed begin en we zullen hopen, dat goed
voorgaan goed doet volgen door de overige
gezelschappen.
Wy kunnen teven3 melden en het
echouwburg-bezoekend pubhek zal het zeer
zeker in de eerste plaats genoegen doen dit
te vernemen dat op een door ons daartoo
gedaan verzoek prof. dr. J. Ten Brink zich
bereid heeft verklaard, eventueele te dezer
stede op te voeren stukken te bespreken en
zyn gevoelen over de opvoering mee te deelen.
Zoo iemand, dan is wel prof. Ten Brink de
aangewezen en de meest bevoegde persoon,
om daarover een oordeel te vellen. Zyn aigo-
meen bekende uitgebreide kennis wat betreft
literatuur en zjjn uitnemende stijl zullen on
getwijfeld zyn causerieën over de hier te geven
opvoeringen met genoegen doen lezen.
In den Schouwburg zyn niet vele verande
ringen gebracht; alleen heeft het bestuur be
sloten, om het publiek te ontlasten van het
betalen van vestiaire-geld in den corridor na
afloop der voorstelling, maar dit dubbeltje by
de entréepryzen te doen betalen, zoodat deze
met tien cents worden verhoogd.
Zooals we reeds vry uitvoerig meldden,
werd in den loop der vorige week onze stad
genoot de heer H. J. Eggink op plechtige
wyze to Amsterdam door' het Java-Comitó af
gevaardigd als zendeling naar de Battaklanden.
Thans staat hy met zyn jonge echtgenoote ge
reed den tocht naar de westkust van Sumatra
te ondernemen. Alvorens zich evenwel op reis
te begeven en zich veel jaren te verwyderen
van allen, die hem kennen, hetzy in meerdere,
hetzy in mindere mate, gevoelde hy er be
hoefte aan in het openbaar nog een enkel
woord te spreken over de Zending en tevens
voor onbepaalden tyd afscheid te nemen.
Daartoe, om aan dien drang zyns harten te
kunnen voldoen, stelde ds. S. H. J. De Wolff
hem gaarne in de gelegenheid, en zoo trad
de toekomstige zendeling, een gezond en
krachtig man, vol goeden moed en vertrouwen
op zyn God, dan gisteravond op in het gö-
bouw der Cbristeiyke Wykvereeniging aan het
Levendaal, alhier, waar velen waren opgeko
men om van deze plechtige ure getuige te zyn.
Want een plechtigo ure was het.
Als zendeling van het Java-Comitó, als zyn
eerste uit Leiden, werd broeder Eggink door
een der bestuursleden van dat Comité by de
aanwezigen ingeleid. De inleider stond tevens
eenige oogenblikken stil by de Zending in
het algemeen, by de werkzaamheid van eenige
Zendingsgenootschappen, natuurlyk ook by
die van het Java-Comitó, en by de Zending
onder do Battaks in het byzonder, waaruit
bleek welk een moeiiyke taak den jongen
zendeling, die het voorbeeld hoopt te volgen van
de zendelingen Dammerboer en Van Hasselt,
wacht; hem, die niet zal arbeiden onder de
Heidenen, maar, wat nog meer gevaren en be
zwaren met zich brengt, onder de Mahomedanen.
Hy bond het der Gemeente als zoodanig,
der Gemeente in deze groote stad, op het hart
met gebed en geldelyken steun het Java-Comitó
en daardoor broeder Eggink, uit haar voort
gekomen, te helpen en aldus dat Comité in
staat te stellen zyn belofte jegens dezen zyn
zendeling gestand te kunnen doen. Hy beval
daarom de. collecte, die in de zaal stond go-
houden te worden, reeds warm aan.
Daarna werd het woord genomen door den
aanstaanden zendeling zelf, die naar aan
leiding van Psalm 67 een en ander over de?
Zending sprak en er daarna den nadruk
op legde, dat hy zich de moeilykheden niet
ontveinsde, aan zyn arbeid op Sumatra, niet
ver van zyn vriend Van Hasselt, die hem drie
jaren geleden voorging, verbonden. Daarom
dan ook verzocht hy der Gemeente, óón en
onverdeeld, zich zyner en zyner echtgenoote
by voortduring in den gebede te blyven ge
denken. Had hy de belofte daarvan, dan kon
hy, met het oog vooral op zyn Zender, vol
vertrouwen dë toekomst tegengaan en onder
de Mahomedanen werkzaam zyn.
Ds. De Wolff sprak daarna nog een kort
woord, allereerst om den inleider, be
stuurder van het Java-Comitó, te danken voor
het door hem alhier gesprokene. Een woord
als het zyne Is te achten in het belang der
Zending; het frischt eens op en doet de aan
dacht vestigen op iets, dat wel eens wat te
veel vergeten wordt. Ook Zyneerw. wees op
de zware taak van hem, die, hoewel niet zyn
leerling in den gewonen zin, al zyn sympathie
bezat. Het gebed der Gemeente achtte ook
hy onmisbaar en hy gaf broeder Eggink en
diens echtgenoote op hun reis mede het be
kende Schriftwoord„Myne genade is u genoeg
en myne kracht wordt in zwakheid volbracht."
God zal Zyn belofte aan hen gestand doen.
Ten slotte wees ds. De Wolff er op, dat
nog een moeiiyke ure wachtte den ouders
van den jongen zendeling en de moeder van
diens echtgenootede ure des afscheids. Zyn
eerw. bracht evenwel in herinnering het woord
van da. Joh. Drost, die, hoewel diep geroerd by
het afscheid, toen zyn jongste zoon Herman
de reis naar Gombong ging aanvaarden, o. m.
zeide: „Het is my een groote oerl"
De aanwezigen zongen den weldra vertrek-
kenden toe het dorde vers van den 121sten
Psalm, én dit niet als een formaliteit, maar
oprecht gemeend.
Velen namen toen met een harteiyken
handdruk afscheid van don jongen zendoling
en zyn gade, wien voorzeker tal van wenschen
en zegenbeden zullen vergezellen by hun reis
over den Oceaan naar het hun nog onbekende
Sumatra, waar hun toekomst ligt.
Op Woensdag 14 November a. 8. zal
door het orkest van het Concertgebouw onder
leiding van den heer W. Mengelberg voor de
leden der Maatschappy voor Toonkunst alhier
een concert worden gegeven.
Voor het examen in de vrye- en orde
oefeningen der gymnastiek is geslaagd de heer
A. W. J. Korswagen, van Leiden.
Op verzoek is eervol ontslagen de rijks
veldwachter J. Spuyman, brigadier-majoor
alhier.
Aan den van Brielle naar Noordwyk ver
plaatsten ryks veld wachter (brigadier) P. Vet is
nader als standplaats aangewezen Leiden.
Heden dineeren by Hare Majesteiten
ter paleize Het Loo, graaf De Pourtalès, gezant
van Duit8chland by ons Hof, en gravin De
Pourtalès, zyn echtgenoote.
De majoor Boogaert, van het 2de regiment
huzaren, die de groote legermanoeuvros in
Frankryk medemaakte, is benoemd tot officier
van het Legioen van Eer.
In een bestuursvergadering van de Libe
rale Unio zyn benoemd: tot secretaris de heer
0. A. Zelvelder en tot penningmeester mr. J,
Kruseman.
H. M. de Koningin heeft Haar ver
loofde, Z. H. Hertog Hendrik van Mecklem-
burg-Schwerin, het grootkruis der Orde van
den Nederlandschen Leeuw geschonken.
HH. MM. de Koninginnen en Z. H. de
Hertog vertrekken Zaterdagmorgen van Het
Loo naar Den Haag; daar heeft een gala-diner
van 80 couverts plaats en cour ter iu-ont-
vangst-neming der gelukwenschen. De trein
zal om 12 u. 10 m. aan het Staatsspoor station
aankomen. Men keert 's avonds om 9 u. 10 m.
weer naar Apeldoorn terug. De Hertog ver-
trekt Dinsdag.
De verhouding van de Koninkiyke familie
tot de Apeldoorners is steeds een meer intieme
geweest, een verhouding als die van den
landheer tot de bevolking van zyn goed. De
eerste feesteiyke betooging, die gisteravond na
Haar verloving aan Koningin Wilhelmlna en
Haar aanstaanden gemaal in het openbaar
werd aangeboden, had dan ook een huiseiyk
karakter. Het was een serenade van het Apel-
doornsoh muziekgezelschap „Harmonie".
Met de banier voorop, begeleid door fakkel
dragers en gevolgd door een deel der Apel-
doorn8che bevolking, ging het naar Het Loo. De
.Harmonie" werd toegelaten tot voor het paleis.
Aan hefc „Hbld." wordt daaromtrent het
volgende gemeld:
Toen het oude Wilhelmus weerklonk, ver
schenen de voreteiyke verloofden op het bal
kon: H. M. was gekleed in het wit, waarover
een sortie ter beschutting tegen het gure
weder. Het geheel gaf den indruk als ontving
de landvrouwe van Het Loo haar getrouwen.
Gearmd bloven beiden staan tot de „Har
monie" het geheele programma had afgespeeld.
Achtereenvolgens werden ten gehoore gebracht
het Duitsche volkslied „Mein Waldeck",
Kroningamarsch, „Wien Neerlandsch Bloed"
en ten slotte wederom het „Wilhelmus", dat
op verzoek van den Hertog tweemaal werd
herhaald.
Het pubhek, dat buiten het hek stond
geschaard, juichte hartelyk, niet het minst
de dames.
De eenvoudige en daarom Juist zoo harteiyke
betooging was daarmee afgeloopen. Zy maakte
een echt plechtigen indruk op allen, die tegen
woordig waren.
H. M. zeide, ook namens den Hertog, met
enkele hartelijke woorden dank voor de
gebrachte hulde.
Hertog Hendrik zal wellicht by deze een
voudige betooging aan zyn vaderland hebben
teruggedacht, waar, zooals uit den aard dor
zaak alleen in kleinere staten mogelyk is,
een moer intieme verstandhouding tusschen
Vorst en Volk heerscht.
De stroom van telegrammen met geluk
wenschen uit het binnen- en buitenland aan
het telegraafkantoor van Hot Loo biyft nog
steeds aanhouden en geeft het versterkt
personeel voortdurend werk. Alle telegrammen
worden door H. M. de Koningin zelf geopend,
terwyi H. M. persooniyk order geeft tot het
zenden van dankbetuigingen.
Beroepen is by de Ned.-Herv. Gem. te
Steenderen ds. Broers, te Benthuizen.
Door het bestuur van Sectie B., Vor-
eeniging van R.-Kath. Byz. Onderwyzors in
het Bisdom van Haarlem, worden handteeke-
ningen verzameld van belanghebbenden op oon
adres aan Z. D. H. den Bisschop. In dit adros
wordt erkend, dat hot aanvangsalaris van een
ondorwyzer by het R.-K. Byzonder Onderwys
voldoende is, maar geen of woinig rekening
wordt gehouden met verkregen by akten en
dienstjaren. Zy verzoeken mitsdien Z. D. H.
een regeling te doen ontwerpen, bindend voor
alle Byz. Scholen, waarby wordt gezorgd, dat
een onderwyzer te ©eniger tyd, ook met een
gezin, volgens zyn stand kan leven.
De heer Van der Zwaag, die wegens
ongesteldheid verhinderd was de zittingen
van de Kamer nö. het laatste recès by te
wonen, was gisternamiddag, juist by den aan
vang van het algemeen debat over de Kies
wet, weder ter vergadering.
Ten Raadhuize te 's-Gravenhage word
gisteren aanbesteed het rioleeren van straten
ten N.-W. van de Groothertoginnelaan (N.-W.
uitbreiding van „Duinoord") en het bestraten
van twee dier straten.
Minste inschryver: C. v. Stuivenberg, te
Loosduinen, voor f 56,000.
De heer Fischer, hoofd der Bóeren-
deputatie, heeft uit Brussel door tusschen-
komst van onzen minister van buitenlandsche
zaken namens de deputatie aan H. M. do
Koningin oen golukwensch gezonden met
Haar verloving.
De Rotterdamsche gemeenteraad be
noemde gisteren tot directeur der bank-van-
leening, op een jaarwedde van f 3000 met
een borgtocht van f 12,000, den heer F. C.
J. Van Banning, te Maastricht.
Aan den afgetreden directeur, den heor H.
Schemmer Lely velt, werd een pensioen toege
kend van f 2038.
Op de audiëntie van den minister van
marine verschenen lieden de afgetreden com
mandant en directeur van het Kon. Instituut
voor de Marine te Willemsoord kap. ter zee
Stolp on de commandant van de aulilus"
kap. luit. ter zee BruJfaal de la Rivière.
Do luit.-kol. A. Evenwei, van het 3do
reg. inf. te Bergen-op-Zoom, wordt medio
Nov. a. s bonoemd tot kolonel commandant
van het 7de rog. inf. to Amsierdain, ter ver
vanging van don kol. T. W. J. Buys, die
aangewezen is tot commandant van hot reg.
gren. en jagers. {N. H. C.)
De majoor der art. Van Hasselt is bestemd
om modio Novembor op te treden als com
mandant van het korps rydonde art tor
vervanging van den luit.-kol. De With, die
alsdan bevorderd wordt tot kolonel en com
mandant van een rog. veld-art. Vad.)
De Turksche gezant by ons hof, Missak
Effendi, is gisteren van zijn buitenlandsch
verlof in de Residentie teruggekeerd.
Blykons nader ingekomen bericht by
het hoofd comité van het Ned. Roode Kruis,
zyn met de „Bundesrath" In Nedei land terug
gekeerd de dames Geenen en Van Stockuni
van da eerste, en Stoffers van de tweede
ambulance.
Het stoomechip „Java", van Batavia
naar Arasteidam, passeerde 18 Oct.Dungeness;
de „Anchises" vertrok 16 Oct. van Batavia
naar Amsterdam; de „Broino", van Rotterdam
naar Batavia, vertrok 18 Oct. van Marseille;
de „Sumatra" vertrok 17 Oct. van Padang
naar Amsterdam.
Haarlemmermeer. Vergadering van d^n
Gemeenteraad op Donderdag, 25 October aes
voormiddags te 10'/', uur, ten-, Raadhuize.
Te behandelen onderwerpen: 1. Ingekomen
stukken. 2. Bestek voor de aanbesteding van
steenkolen. 8. Idem voor de kantoorbehoeften.
4. Idem voor het onderhoud der dorpswegen.
5. Idom voor het aansteken der lantaarns.
6. Verordening op hot ryden met motorrijtui
gen. 7. Verzoek om ontslag van rnoj. E. J.
Visser als onderwijzeres aan scho"' no. 10.
8. Idem van mej. F. Van dor Lugt, van
school no. 7. 9. Benoeming vau een onder-
wyzeres voor do school no. 10. (Voordracht:
1. mej. A. P. Dijkhuis to Sic inv/ykerwold.
2. mej. A. De Bruyn, te Enklmizen. 3. mej.
B. J. Mulder, te Haarlem.) - 10. Benoeming
van een ondorwyzeres voor do school no. 7.
11. Benoeming van oen vroedvrouw voor
Hoofddorp. (Voordracht: 1. mej. E. Do Lange
te Abenes, 2. mej. D. De Boer, lo lJmuiden,
3. mej. A. Timmerman to Hoofddorp). 12.
Adres van onder wy zeis om verbetering van
jaarwedde. 13. Begrooting voor 1901. 1-1. idem
voor het Burgeriyk Armbestuur. 15. Besluit
tot verstrekking van subsidie aan liet Burger
iyk Armbestuur voor 1901. 16. Adressen in
zake lantaarns te Abenes en Nieuw-Vennep.
17. Bezwaarschriften tegen aanslagen in den
Hoofdeiyken Omslag.
id
„Weet ge, Naty, wat ik hiervan denk?
Overdag hebben uw ramen zeker openge-
staan en toen is de rozengeur uit den tuin
hier binnengedrongen. En toen gy in de kamer
kwaamt, hebt gy de ramen gesloten en den
bloemengeur nog duidelyker bemerkt.
Bovendien die pas gehoorde legende l"
„Zoo zal het wel zyn, lieveling. Ik dank u
voor uw goede zorgen en wensch u verder
i goeden nachtl"
Natalie was spoedig ingeslapen. Haar adem-
1 haling ging kalm en geregeld. Met teedere
liefde rustte het oog van haar vriendin op
,de lieflyko slaapster. Het straks zoo bleeke
gezichtje was nu weer door een blos gekleurd.
Haar lippen waren half geopend, alsof zy in
f.len slaap wilde spreken. De lange, donkere
wimpers hingen als zyden franjes over haar
wangen. Haar schoone blonde lokken lagen
'in twee zware vlechten naast haarde handen
lagen gevouwen op de borst.
„Myn dierbare heveling, God bescherm© u l"
fluisterde Rosina in oprechte bewondering.
l„Als Alfred u eens niet gelukkig maakte?
'Als zy hier eens een valsch spel met u speel-
;den?" Zy keek angstig naar de twee voor-
werpen by den schoorsteen.
„Haar argeloos hartje liet zich dadeiyk
geruststellen," ging zy voort. „Zy slaapt en
is vol goed vertrouwen. Moge dit nooit be
schaamd wordenl Ik vrees er voorl Het is
,my te moede, alsof wy spoedig iets vreese-
ïyks zullen beleven.
Hoe dwaas ben ikzelfl" zeide zy nu afkeu
rend. „Ik preek anderen voor, dat zy moedig
moeten zyn, en ik ben zelf zoo bang als een
haasje. Ik zal maar gaan slapen; de slaap
zal my wel weer op streek brengen en alle
leeiyke hersenschimmen op de vlucht jagen."
Zy wierp nog een kushand naar het bed
van Nataüe en sloop toen zachtjes de kamer
uit om haar eigen legerstede op to zoeken.
VI.
De lieve erfgename van Noon sliep kalm en
ongestoord door tot aan den morgenstond.
Toen scheen de schrik van den vorigen avond
haar verbeelding echter weer bezig te houden.
Ongeregelde en wilde droomen plaagden haar.
Zy droomde, dat zy op haar bed lag. Een
lange gedaante naderde haar, een jongedame
met schitterende oogen en een doodsbleek
gelaat. In haar hand droeg zy een witte roos.
Natalie durfde zich niet verroeren; zy was
bang voor de onbekende. Deze kwam steeds
dichter by. Zonder dat de vreemde iets zeide
en zonder haar ooit gezien te hebben, wist
Natalie, dat het de ongelukkige lady Ellen
was. Zy bemerkte den zoeten geur der roos,
die haar byna bedwelmde en haar ademhaling
belemmerde. Nu weerde zy de verschyning
met beide handen van zich af. Opeens be
merkte zy, dat haar vingers met bloed ge
verfd waren; op de dekens en op haar
sneeuwwit nachtgewaad waren eveneens roode
vlekken zichtbaar. Uit de roos droppelde warm
bloed i
„Het bloed van Theobald 1" wilde de ver
schrikte Natalie uitroepen. Maar de angst
verlamde haar spraakvermogen; slechts een
half verstikte kreet ontsnapte aan haar lippen.
Nu boog het spook zich over haar heen; z#
voelde yskoudo Uppen op haar voorhoofd.
Het angstzweet brak haar uit en een onuit-
sprekelyke angst deed haar byna stikken.
Met een laatste krachtsinspanning riep zy om
hulp en ontwaakte. Lady Clara stond voor
haar en was biykbaar zeer verschrikt door
de angstige uitdrukking, die de vreeselyke
droom op het jeugdige gezichtje had te voor-
schyn geroepen.
„Wat seheelt er aan, kind? Waarover hebt
gy gedroomd? Wat kan u zoo'n angst aan
gejaagd hebben?"
„O, lady Dentry? Niet Ellen? Zyt
gy het, lieve moeder?" stamelde Natalie in
verwarring en wreef zich de oogen uit. Slechts
langzaam keerde zy tot de werkeiykheid terug.
„Wat ziet ge bleek, myn kind, en gy beeft?
Wat vreest gy?"
„Nu vrees ik niets meer. Het is gelukkig
voorby. Maar welk een droom I Lady Ellen
de roos zy droop van het bloed van
zy o, het was zoo verschrikkeiykl" En luid
snikkend wierp Natalie zich in de armen der
oude dame. Zy schreide als een kind; dit
scheen haar te verlichten.
Teeder streelde lady Clara de zyden lok
ken van het weenende meisje. Zy gebruikte
de meest liefdevolle woorden om haar schoon-
dochtertje te troosten. Eindeiyk gelukte haar
dit; Natalie werd kalm.
„Alfreds verhaal heeft u opgewonden. Hy
had daarvoor een beteren tyd moeten kiezen
en tegen den nacht u niet zulk een tragische
geschiedenis mogen vertellen. In uw droomen
is de vertelling teruggekomen en gy hebt er
grooten angst door uitgestaan, arm kindP'
„Alfred kan het niet helpen, lieve moeder.
Gy moogt hem niet beschuldigen. Ik ben on
verstandig en schrik zoo licht. Bovendien
het kwam niet door.het verhaal alleen
zy keok steelsgewys naar den schoorsteen.
Daar was niets meer te ziener lag niets op
den grond.
Lady Clara was haar blik gevolgdzy keek
het meisje vragend aan.
„Toen ik gisteravond op myn kamer
kwam maar gy zult my uitlachen, mama
gy zult het niet gelooven het is al te
vreemd
„Spreek gerust
„Daar by den schoorsteen lag een zyden
pantoffel, die blykbaar van den sierlyken voet
eener dame afkomstig was. Hoe kwam die in
myn kqmer?"
„Misschien heeft Marietta
Dat dachten wy ook; maar dit is nog niet
alles. Naast het schoentje lag een afgescheurd
stuk van een zakdoek."
„En heeft dat u zoo doen schrikken?"
Lady Clara wilde gümlachen, maaf treurig
heid stond op haar gezicht te lezen.
„Dat niet alleen, nog veel meer, lieve
moeder l Op den zakdoek, die met echte kant
omzet was, stond de letter „E" geborduurd.
Bovendien was de geheele kamer vol van
rozengeur. O, het was vreeselyk! Eerst dat
verhaal van Alfred, en daarna die teekenen."
Natalie hield by de levendige herinnering
van haar vreeselyken angst de handen voor
de oogen.
Daardoor zag zy den indruk niet, dien haar
woorden op de oude dame maakten.
Deze was doodsbleek geworden, zy bracht
de handen naar haar hart, met een uitdruk
king van hevige zielesmart op het gelaat, en
zuchtte diep. Daarna sloeg zy haar betraande
oogen ten hemel, alsof z(J van God hulp en
sterkte afsmeekte. Dit alles gebeurde binnen
een minuut. Lady Clara had spoedig haar
gewon* aalf beheer aching terug en aeide ge
ruststellend tot Natalie: „Word niot boos, lief
kind, maar behoud uw sprookje voor u zelve;
gy zoudt toch niet geloofd wordon. Gister
avond kwaamt gy op uw kamer zenuw
achtig en opgewonden door het verhaal van
Alfred en doodmoe; toen zaagt gy in uw
verbeelding spoken.
De rozengeur laat zich gemakkelyk ver
klaren: uw kamer ligt aan den tuin en de
rozen staan in vollen bloei; al het overige
was verbeelding."
Natalie schudde een beetje ongeloovig hot
hoofd; zy wist, wat zy wist, en Rosina had
immers ook alles gezien l
„Rosina heeft myn angst moe doorleefd
en ook alles gezien."
Dit scheen de oude dame volstrekt niet
aangenaam te zyn; maar zy zeide dadelyk:
„Nu, goed, zy zal alles ook wel natuurlyk
uitleggen."
„Dat doet Roosje altyd; zü is zeer ver
standig."
De pantoffel was echter verdwenen en de
zakdoek ook. "Wie ze weggehaald had of waar
ze gebleven waren, wist Natalie niet en zy
durfde er niet naar vragen. De zaak was nu
voor haar afgehandeld en zy wilde er niet
langer over tobben. Gods hand beschermde
haar immers overal? Aan Zyn hoede wilde
zy zich toevertrouwen, ondanks alle spook-
verschyningen.
Nu pas begon zy zich er over te verwon
deren, dat lady Clara vandaag al zoo vroeg
op haar kamer was gekomen. Dit was nog
nooit gebourd, zoo lang zy op Dentry logeerde»^
Beschroomd on blozond vroeg zy, waaraan
zy het g - had te danken om lady
Clara ro - in den morg&a by zich
te zien.
Wcrdt ©er»