N* TZ47ÏÏ JJoncTerdag IS October. A®. 190Ö (Deze (Courant wordt dagelijks, met uitzondering van @pn- en feestdagen, uitgegeven. F1 euilleton. Det geheim van den verloofde. DA&BLA Voor lolden per 8 maanden V - t.ir.-J-. r PRIJS DEZER COURANT: i i i i i s i w; Buiten Leiden, per looper en waar agenten gevestigd zfln B 1.80. Franco per post ••••fe3e*e«£ts*» 1*65. -■ -:M PRUS DER ADVERTENTTËN: Van 1-6 regels f 1.05. Iedere regel meer f 0.17£. Grootere letters naar plaatsruimte. Voor het incasseeron buiten de stad wordt f 0.05 berekend. Officïeelo Kenuïsgeying, Burgemeester en Wethouders van Leiden; Gezien art. 8, lete alinea, dor Hinderwet; Brengen bij deze ter algemoene kennie, dat door .ben vergunning is verleend aan de firma TIELEMAN 'Si DROS en rechtverkrijgenden tot het uitbroiden van haar fabriek van verduurzaamde levensmiddelen 'aan do Middel:tegracht Sectie I No. 2317door •plaatsing en in-werkiug-stolling van een etoomkotol van 1 atmoefereD. Burgemeester en Wethouders voornoemd, Leidon, F. WAS, Burgemoester. 17 Oot. 1900. VAN HEYST, Socretaria. Leiden, 18 October. Naar wy vernemen, is door Burgemeester en "Wethouders dezer gemeente, mede namens :den Gemeenteraad, een adres van geluk- iwensching gezonden aan Hare Majesteit de Koningin, by gelegenheid van Harer Majes- iteits verloving met Zyne Hoogheid Hertog 'Hendrik van Mecklemburg-Schwerin. In de goed bezette kleine Nutszaal had gisteravond de eerste der zes Winterlezingen •'plaats. Als 6preker trad op dr. J. A. Cramer, predikant te 's-Gravenhage, die tot onderwerp zyner voordracht had gekozen: „Abaelard, een •beeld uit de Middeleeuwen". i Spr. 6chotste Abaelard als een man met 'een helder verstand, vol kracht van logica en vriendeiykheid van omgang, die leefde tusschen 1079 en 1142, te Parys en in andere deelen van Frankryk; wiens leven, blykens zyn „Historia calamitatum mearum" of „Ge schiedenis van myn ïyden", een aaneen schakeling was van ïyden; een ïyden, naar ispr. opmerkte, veroorzaakt door smart over gekrenkte ydelheid en geknakte eerzucht. Hot was sprekers hoofddoel Abaelard te .echetsen als een beeld uit de Middeleeuwen; :dat tydperk, waaraan wy zooveel te danken hebben en dat ons op meer, veel meer en beters en hoogors wyst dan enkel en alleen op ge schaakte burchtvrouwen, waartoe veler be schouwing der Middeleeuwen zich helaas be- perkt, Abaelard, geboren by Nantes uit een edelen stam, werd opgevoed in de wetenschap en ontving les van don beroemden Guillaume de Champeaux, wiens meerdere by later werd, en bleef een man der wetenschap. Hy, de groote dialecticus, wekte de hooge bewonde ring zyner talrijke toehoorders, maar ook do bittere vyandschap zyner tegenstanders. De 'strijd tusschen nominalisten en realisten wier voormannen waren Roscelin en< Guillaume de Champeaux droeg tot die bewondering en tot die vyandschap het zijne by, en zooals 'do philosophische grondrichtiDgen, het nomi- nalisme en het realisme, bewogen diepgaande quaesties de gemoederen der menschen in die d3gen en gingen de wijsgeerige quaesties nauw 6amen met de godgeleerdheid, welke eerst :later door Abaelard werd bestudeerd. Ondanks den roem, dien de groote geleerde bij verschillende gelegenhedenmochtinoogsten, veel roem ook als verklaarder der H. Schrift, k toen hy te Parys vertoefde, kon hy volstrekt •'niet op algemeene waardeering aanspraak maken, vooral ook een gevolg hiervan, dat waardeering nu eenmaal geen zwak is van jcritische geesten zooals bjj er een was, die vaak, zooals dien geesten eigen is, met zekore .onhandigheid optrad, nooit zweeg als hy 'zwijgen moest, niet altyd ernstig genoeg was en iets stekeligs, iet6 plagerigs, iets ironisch 'en sarcastisch over zich had, dat hem meer vijandschap dan vriendschap bezorgde, ware 'hot dan ook, dat hy der waarheid getrouw bleef in zyn bewijzen en ontdekkingen, en niet |te weerleggen argumenten kon aanvoeren. De historie zyner calamiteiten begint even wel, al geeft hy dat zelf niet aan, sedert zyn ongeoorloofde betrekking met Hólolse, met wie hy in hot geheim huwde, die later in het klooster va.i Argenteuil, ten slotte in zyn klooster, de Paracleet, met haar zusteren ging en met wie hy later volstrekt geen omgang meer had en omtrent wier brieven aan Abaelard spr. het een en ander op boeiende wyze mededeelde, aantoonende, dat -daarin meer zedeiykheid vervat was dan men thans geneigd zou zyn er in te erkennen. Zyn leven was een zwervend leven. Nu eens bevond Abaelard zich hier, dan daar (Melun, Corbeil, Parys, in de abdy van St.- Denis, St.-Gildas, Cluny); telkens een tydlang tal van hoorders om zich verzamelend, maar dan zich weer moetende verwyderen, altyd door tegenkanting daartoe genoodzaakt. In de kloosters, waar hy verblyf hield, maakte hy ernst met de kloosterregels, wat hem ook veel vyandschap bezorgde. Zyn leer der eenheid en drieëenheid, door hem te boek gesteld, moest hy door veroordeeling van het concilie te Soissons, in 1122, aan de vlammen prys- geven; in tegenstelling van weleer, in de dagen zyner kracht en grootheid, durfde men toen den boetedoenden monnik aan, evenwel niet op het terrein van redeneering, en ver oordeelde men horu daarom onverhoord. Zyn studentenkolonie te Nogent-sur-Seine, waar hy zich later terugtrok, vertoonde hem nog eens in zyn kracht, ook in zyn aantrek kingskracht. Daar, in het woud, waar hy de Paracleet stichtte, voegden zich tal van studenten by hem, begeerig den grooten meester te hooren, hoeveel opofferingen zy zich hiervoor ook hadden to getroosten. Zulk een verschynsei zou zich, naar spr. opmerkte, thans niet meer, voordoen. Een groot meester zou op de Veluwe niet zoo veel toehoorders voor geruimen tyd om zich heen verzamelen. Op zulk oen ernst voor de studie, toegegeven zeker, dat velen zich in onze dagen ook nog, ernstig wyden aan de beoefening dor weten schap, kan men niet meer bogen. Vier-on- twintig-uren-fietswedstryden en cafó's trekken meer. Een vergolykiDg, welke spr. in verband met dit gedeelte zyner keurige voordracht maakte tusschen het studentencollege van Nogent-sur-Seine in de Middeleeuwen, en de kolonie te Laren in onze dagen, viel in het voordeel der eerste uit. De straks genoemde „Historia" zelve nader beschouwende, stelde spr. In het licht, dat dit boek van Abaelard spreekt van zonde en schuld en het eerlyk doet, en toch klinkt er geen stille berusting in door, Paulus kon roemen in de verdrukking, Abaelard kon dat niet, en dat wyl hy meer de eer van zich- zelven dan die van Christus zocht. In het slot zyner voordracht vond spr. nog gelegenheid tegenover elkander te stellen den ernst der Middeleeuwen, door hem aangetoond, en de frivoliteit van het heden, waarby werken als van freule Anna De Savornin Lohman en van Louis Couperus, met graagte door jeugdigen van jaren gelezen, alsmede veel tooneelstukkon, die in onze schouwburgen worden ten tooneele gevoerd en om welke gelachen wordt, ten sterkste worden afgekeurd. By koninkiyk besluit is herbenoemd tot burgemeester van Zoeterwoude de heer J. H. Slicher. Z. D. H. de Bisschop van Haarlem heeft benoemd tot pastoor te Westerblokker, den weleerw. heer A. B. Trautwein; tot pastoor te Haarlemmermeer (H. Joannes de Dooper) den weleerw. heer J. F. M. Lagerwey, die kapelaan was te 's-Gravenhage (H. Josof), en tot kapelaan te Amsterdam (H. Antoniusvan Padua), den weleerw. pater H. L. A. Yan der Drift. •- H. M. do Koningin heeft persooniyk van Haar verloving aan de verschillende Souvereinen en Staatshoofden kennis gegeven. Te 's-Gravenhag6 wordt verwacht de Nederlandsche consul-generaal te Londen. De opzichter van fortificatie 2de klasse N. G. Van der Heyde wordt met ingang van 3 November a. s. overgeplaatst van Temeuzen naar Zutfen. De vice-consul der Zuid-Afrikaansche Republiek te 's-Gravenhage heeft heden ten Paleize, in hot felicitatie-register, inschryving 'gedaan namens het Transvaalsche gezantschap. Nu is ook een boek neergelegd, bestemd voor Z. H. den Hertog van Mecklemburg. Do meesten der leden van de Tweede Kamer hebben de registers geteekend. Gisteren zyn de werkzaamheden aan den buitengevel van het Paleis in het Noordeinde te 's-Gravenhage gestaakt. Men brengt dit in verband met een aanstaand, zy het ook zeer kortstondig verblyf van het Hof in de residentie. De leden der Zuid-Afrikaansche deputatie kwamen gistermiddag te Leeuwarden aan en -namen hun intrek in het Hotel „Phoenix". Er waren niet veel menschen aan den trein. Heden vertrekken zy naar Groningen. De gemeenteraad van Den Haag heeft vastgesteld het navolgende adres van hulde aan H. M. de Koningin: Mevrouw I De gemeenteraad van 's-Graven hage kwyt zich van een even vereerende als aangename taak aan Uwe Majesteit, by ge legenheid van HoogstDerzelver verloving met Zijne Hoogheid den Hertog Hendrik von Mecklemburg-Schwerin, zyn oprechte geluk- wenschen namens de ingezetenen der Konlnk- t lyke residentie te mogen aanbieden. Met groote ingenomenheid wordt die blyde tyding door de 's-Gravenhaag6che burgery vernomen, en de gemeenteraad, terugdenkende aan de by verschillende gelegenheden, zoowel in dagen van vreugde als in dagen van rouw, geblekon gehechtheid aan het aloude Stamhuis van- Oranje, mag dan ook Uwe Majesteit de verzekering geven, dat de aanstaande Prins- Gemaal met h3rte)yke liefde binnen het vorste- lyk 's-Gravenhage zal worden ontvangen. Moge deze heuglyke gebeurtenis ten zegen strekken voor Uwe Majesteit,-voor Hoogst Derzelver Huis en voor het geheele Noder- landsche volkl De Nod.-Herv. Gemeente te Kago en Abbenes heeft oen beroep uitgebracht op den heer J. Van Duyvenbooden, theol. cand. te Katwyk-aan-Zee. In de jaarlyksche algomeene vergadering van den Nederlandschen Cricket-Bond, te Leiden gehouden, zyn tot bestuursleden ge kozen de heeren H. S. Isbrücker, voorzitter; L. H. Koolhoven, vica-voorzitter; A. Zellekens, eerste secretarisS. J. R. De Monchy, penning meester; J. G. Fischer, tweede secretarisdr. W. F. Proost en A. Kool, commissarissen. To Amsterdam is benoemd aan de gemeente-univer6iteit tot gewoon hoogleeraar in de plantkunde, enz., dr. E. Verschaffeit, thans buitengewoon hoogleeraar. Tob onderwijzeres aan de openbare lagere scholen: mejuf. F. Van der Lugt, te Haar lemmermeer, en tot onderwyzer do heer J. G. Van Wagonsvold, te Lopik. De kerkvoogdy der Ned.-Herv. Gemeente van Harmolen werd buitengewoon verrast door uit handen van den notaris Robbemond, aldaar, te ontvangen de echt vorsceiyke gift van f 4000, als bydrago eener dame van buiten de gemeente, voor den wederopbouw van de afgebrande kerk. Tydens afwezigheid uit de residentie van de Zuid-Afrikaansche Deputatie treedt als haar gevolmachtigde op de heer D. N. Renaud van Hoytoma, ambtenaar van burtenlandsche zaken te Pretoria, die bureau houdt in het „HOtel des Indes". By de behandeling der begrooting van Haarlem voor 1899 werd de jaarwedde van den commissaris van politie aldaar van f 2800 gebracht op f 3000 en zulks met het oog op de uitbreiding van zyn werkzaamheden. Dit besluit werd genomen met 15 tegen 14 stom men. Het Raadslid W. A. J. Van de Kamp stelt den Raad voor, nu sinds 1 Januari 1900 aan den commissaris van politie is toegevoegd een hoofdinspecteur, die hem niet alleen kan ter. zyde staan, doch zoo noodig ook geheel en al vervangen, do jaarwedde van den commissaris op f 2800 terug te brengen. Het stoomschip „Koningin Wilhelmina" vertrok 17 Oct. van Batavia naar Amsterdam de „Bromo," van Rotterdam naar Batavia, arriveerde 17 Oct. te Marseille. Leiderdorp. Volgons de uitkomsten dei- laatst gehouden tienjarige volkstelling bedroeg het aantal zielen dezer gemeente op 1 Januari jL 1941, nl. 968 mannen en 973 vrouwen. Ier-Aar. De uitslag der loting voor de nationale militie dezer gemeente is als volgt: 1 C. Versluis, 2 C. J. Bosland (Br.), 3 S. A. Van Zwioten, 4 F. Visser, 5 C. Verlaan (Br.), 6 P. G. Cats, 7 L. Lok, 8 G. Van der Hoorn, 9 0. Dompeling (Br.), 10 W. Pyper (Br.), 11 T. Hoogeboom (Br.), 12 C. Fransen, 13 J. Rolleman, 14 H. Hegeman, 15 M. Jansen, 10 C. Van Dam, 17 W. J. Van der Hoorn (Br.), 18 A. Anibagtsheer, 19 J. Van der Vlugt, 20 A. Egberts, 21 C. J. Kempenaar, 22 F. Van Leeuwen, 23 G. W. Van den Bosch. Daar 2 vrystelhngen z(jn onder het nommer, dat gewoonlyk by oen getal van 23 lotelingen dienstplichtig is, zal vermoedelyk pok No. 7 on 8 worden opgeroepen, indien deze wegens lichaamsgebreken niet worden vrygesteld. Uit do ,t5staat«jci>urant':. Kon. besluiton. Benoemd tot burgemeester van Oirabeek, F. P. Diedereu; tot leeraar aan de lvijks Hoogere Burgerschool te Gouda, dr. N. Quint üz., tijdelyk leeraar aan die school; lot burge meester van Lierop, P. Raaymakersvan Rucpheu, C. J. De Regt. Benoomd bij bet wapen der infanterie, bij den staf van het wapen, tot generaal-majoor, comman dant der 1ste divisie infanterie, de kolouel J. T. T. C. Van Dam van Isselt, van dien staf, gouver neur der Kon. Mil. Academie, die, in verband daarmede, op de meest eervolle wijze wordt ont heven uit zyn tegenwoordige betrekking; by den staf der infanterie, tot gouverneurs der Kon. Mil. Academie, de luitenant-kolonel F. H. A Sabron, van bet 4de regiment infanterie; bijj den staf van het wapen der artillerie, tot directeur der artillerie- inrichtingeD, de luit.-kol. S. A. Bisschop, van dien staf, directeur der artillerie-schietschool. Voor het geval van ontstentenis, ziekte of af wezigheid van den gouverneur der residentie, tot de waarneming van diens betrekking aangewezen de generaal-majoor F. G. A. Van Ermel Scherer, commandant der vesting-artillerie. Met 16 November a. 8. de kapitein ter zeeJ. G. Snotblage, eervol ontheven van het bevel over Ilr. Ms. pantsorschip „Kortenaor" en dit bevel alsdan opgedragen aan den kapitein ter zee W. Allirol; met 1 November a.s. de kapitein tor zee J. C. Jeekol en de kapitein-luitenant ter zee C. A De Brauw eervol ODtheven van hot bevel respectievelijk over Hr. Ms. pantserschip .Evert- seuen Hr. Ms. artillerie-mstructieschip ,Bel- loha" on alsdau hot bevel over eerstgenoemden bodem opgedragen aan den kapt t. z. J. Bollaan en dat over laatstgenoemden bodem aan den kapt.- luit t. z. H. Backer. Aan H. E. Hale, geboren te Chesterton, in Engeland, vergunning verleend tot het geven van hooger onderwijs aan cone bijzondere inrichting van hooger onderwijs te Voorschoten. Tweede Kamer. 4 Vervolg der zitting van cisternarniddag. Ongevallenwet. By art. 54 lichtte de heer Meesters een amendement toe, o. a. hiertoe strekkende, dat eerst tia machtiging van den Commissaris der Koningin aan burgemeesters of commissa rissen van ryks- of gemeentepolitie opgedragen kan worden het onderzoek na oen ongeval voorgeschreven. Do heer De Waal Malcfijt had het rationeel geoordeeld, wanneer zulk onderzoek alleen aan de Ryksbank werd opgedragen. In dien geest stelde hy een amendement voor. De Minister van Waterstaat daarentegen er op wyzende, dat er zich verschillende onge vallen te geiyk kunnen voordoen on het altyd in het belang van Bank en getroffene zal zyn, zoo spoedig mogelyk oen onderzoek in te stellen verdedigde de bevoegdheid voor de Bank om ook anderen, dan haar ambtenaren f met het onderzoek te belasten. Door aanneming met 50 Legen 24 stemmen van een amendement- C'ydeman werden in de wet waarborgen opgenomen, dat geneesheo.en, -j die als getuigen wenden opgeroepen by een onderzoek naar een ongeval, zich kunnen beroepen op het hun by het Welb. v. Straf-1 recht toegekende verschooningsrecht. De andere amendementen van de heeren' Meesters c. s. en van De Waal Male/ijt werden verworpen met groote meerderhoid. De Minister had overgenomen een amende- ment- Van Gilse, bepalende, dat waar mogelyk (dus in den regel) ambtenaren der Bank het onderzoek inslollen. Een amendement-Lc/imaw, om aan niet» aangesloten werkgevers en risico-overnemer» recht van boroop toe te kennen, werd be streden door den Minister van Justitie, dii echter, om aan des heeien Lohman's bezwaar tegemoet te komen, voorstelde een uitbreiding van de commissie van beroep. Kieswet. De heeren Troelstra, Van Kol en Schaper hebben op de wetsvoordracht tot nadere wyziging van eenige bepalingen dor kieswet als amendementen o. a. :voorgesteldden kies gerechtigden leeftyd te steUen op 23 in plaats van op 25 jaren; te laten vervallen een be drag van ten minsto één gulden als aanslag in de grondbelasting, recht gevende op kies- - recht; alleen te bepalen, dat hot voldoende is, dat de meerderjarige mannelyko ingezetenen op 31 Januari, sedert den lsten Januari van het laatst verloopen jaar een inkomen hebben genoten, als voor de gemeente of hot gedeelte der gemeente, waar zy wonen, is vermeld in de by deze wet gevoegde tabel en derhalve den eisch van dienstbetrekking of inwonenden zoon te doen vervallen. Voorts als voorwaarde ter verkryging van kiesbevoegdheid te stellen, dat zy op den lsten Februari lid eener Kamer van Arbeid ot van het bestuur oener erkende werklieden-vakvereeniging zyn en dat zy min stens 3 achtereenvolgende jaren op de kiezers- lyst hunner gemeente zyn geplaatst geweest. Verder stellen zy in art. 2 een nieuwe alinea voor, luidende: „Indien de aard der werkzaamheden in een bedryf medebrengt, dat zy in een regel slechts een gedeelte van r-1 - 10) Aan den arm van Rosina zocht Natalie haar keurige slaapkamer op. Nog slochts .weinige dagen zou zy de tegenwoordigheid wan Alfred en zyn moeder kunnen genieten. Dan zou zy zoo lang naar haar vader terug- 'keeren, tot zy eindelyk hier haar biyden intocht zou doen als jeugdige meesteres van :Dentry. Zy was zeer aangedaan en overwoog de lotgevallen van de ongelukkige lady Ellen. Hoezeer zou zy altyd Alfred blyvon liefheb ben 1 Hoe gaarne zou zy met hem een terug getrokken leven leiden, verre van het gewoel ©n de vermaken der buitenwereld 1 Hoe ge lukkig zouden zy te zamen zynl 1 „Waarover peinst myn nichtje?" vroeg Rosina schertsend. Nadat zy van Alfred afscheid hadden genomen, was er nog geen woord tusschen de beide meisjes gewisseld. „Zit het wapen u in de maag? Of zyt gy bang voor het rozenspook?" „Neen, volstrekt niet," antwoordde Natalie. „Ik dacht evenmin aan het eene als aan het 'andere. De rampzalige lady Ellen hield myn gedachten bezig, en ik overwoog, hoe ver 'harteloosheid en behaagzucht aan den eenen, ,en jaloezie en drift aan den anderen kant een paar menschen kunnen brengen. Het is een treurige gedachte, dat in dit edel en vlekke loos geslacht zulk een afschuwelyke moord is .gepleegd." Zoo pratende hadden zy haar doel bereikt Met een hartelyke omhelzing wenschten de beide zusterlyke vriendinnen elkander goeden nacht. De hulp van Marietta had Natalie zooals gewoonlyk afgeslagen, en ook Rosina had deze vandaag niet noodig, omdat zy ver moeid was en geen lust had om te praten. Juist bond zy haar schoono, gitzwarte lok ken op het klassiek gevormde hoofd by elkan der, toen de deur werd opengerukt en haar nicht naar binnen vloog. De doodsangst stond op haar gezicht te lezen. „In 's hemels naam, Naty, wat scheelt u? Wat is er gebeurd?" „Iets vreeselyks, Roosje! Ik beef over myn geheele lichaam. Kom eens met my mee; dan kunt gy het zelf zien." „Als ik u aankyk, zou ik haast denken, dat gy een spook hadt gezien, Natyl" „Het scheelt niet veelhet spook wel niet, maar de bewyzen van zyn tegenwoordigheid. O, kom dan toch mee!" En zy trok haar nicht aan den arm mee naar haar kamer. Rosina wierp snel een wyden mantel om en volgde het angstige meisje naai* de kamer, die aan de hare grensde. Toen zy binnentrad, kon zy niet het ge ringste bomerken, dat schrikwekkend of buiten gewoon was. Tafel en stoelen stonden op hun gewone plaats; er was niets omverge gooid of van zyn plaats gerukt. Reeds meende Rosina, dat haar nicht onder den indruk van een zinsbegoocheling had gehandeldmaar nu liet Natalie haar los en snelde naar den schoorsteen. Zy bukte zich en hield haar nichtje een rooskleurige zyden pantoffel voor en een stuk van een fijn linnen zakdoek.. Tegeiykertyd werd het vertrek van een ster ken rozengeur doordrongen. Rosina verbleekte en ging een schrede achteruit» „Ruikt gy het, Roosje?" fluisterde Natalie met ontzetting. „Ruikt bet niet als versch- geplukto rozen? En toch is er hier geen enkele te zienl Wie is er in myn kamer geweest? Van wie is die pantoffel?" „Gy vraagt te veel ineens! Die pantoffel heeft misschien oen van de meiden hier laten liggen." Rosina wilde door deze woorden de ver schrikte Natalie geruststellen, en toch klap perden haar eigen tanden tegen elkander, alsof zy hevig de koorts had. „Dienstmeiden dragen toch geen rooskleu rige zyden pantoffeltjes?" „Dat is zoo; maar deze is niet nieuw. Marietta heeft echter in Frankryk gediend, zooals zy vertelt, en zy heeft zoor kleine voetjes. Misschien heeft zy ze hier of daar cadeau gekregen." „Maar de zakdoek 1" „Een oud vod!" „Met het wapen van Dentry or op gebor duurd en met kostbare kant omzet 1" „Laat my eens kykenl" Natalie gaf het haar bevend in de handen. Het was een stuk zeer fijn linnen, blykbaar een gedeelte van een zakdoek. Het moest met geweld afgescheurd zyn; dit zag men duidelijk aan de vezels en draden, die er by hingen en er uit zagen, alsof zy met do tanden afgebeten waren. In den hoek was het wapen der familie Dentry keurig gebor duurd en daarboven de letter „E." „Ellen 1" riepen de beide meisjes als uit één mond. „Wat moet dat beteekenen?" Hier het zyden schoentje, ongetwyfeld afkomstig van een kleinen, eleganten voet daar de zakdoek met den beteekenisvollen naam een niet te ontkennen sterke geur van versch geplukte rozen in de kamer! Kon men dit alles op natuurlyke wyze uitleggen? De gevoelige Natolie geloofde spoedig aan iets bovennatuurlyks. Zy was over tuigd, dat er een spook in het spel was. Immers, zy was Alfreds verloofde, een toe komstige Dentry het geheimzinnige spook was in haar kamer gekomen haar leven werd bedreigd. Afred had het dien avond zelf gezegd: „Als iemand in de familie door ongeluk, tegenspoed of den dood wordt be dreigd, werd do kamer van lady Ellen met rozengeur vervuld 1" Haar kamer was naar alle waarschynlykheid die van lady Ellen. Uit allo oorkonden bleek zulks, en Alfred geloofde het ook. Het was het schoonste en vriendeiykste vertrek van het geheele slot; men had er een prachtig vergezicht en van het balkon leidde een trap regelrecht naar den tuin. Daarom had haar verloofde deze kamer voor haar uitgezocht en die met allerlei geschenken zyner liefde op kwistige wijze versierd. En hier was het 6pook vandaag ge weest; dit was duideUjk genoeg. Rosina had intusschen ook eens ernstig nagedacht. Haar gezond en helder verstand verzette zich met geweld togen het geloof aan een spookverschyning. Zy wierp zulke vormoedens verre van zich af. Alles kon immers wol toevaliig daar gekomen zynHet verhaal op het terras in het late avonduur had zeker haar beider zenuwen geschokt. Eerst was zy evenzeer ontdaan geweest als haar nichtje; maar nu keerde haar goede luim terug en trachtte zy allen angst op zy te zetten. Grootendeels gelukte haar dit. „Wees getroost, engell" zeide zy tegen do bevende Natalie, die nog altyd diep bedroefd en zeer verschrikt den zakdoek en het schoentje in de hand hield. „Plaag u zelf niet langer met die oude pantoffel. Zy is bepaald van Marietta of van een ander kamermeisje. Wat aeu lady Ellan ar mee voor hebben, om juist dit verkleurde cluk uit haar garderobe achter te laten? Zoo iets doet eon spook niet!" En zy wierp den zyden schoen weer lachend in den hook by den schoorstoen. „Maar de zakdoek; haar naam!" „Denkt gy dan, dat zy op do lieelo wereld de eenige Ellen is? Byna in ieder huisgezin heet er een van de meisjes „Ellen", en dit vod is een versleten dingl" „Het is moedwillig gescheurd! „Dat kan wel waar zyn, maar beteekenf voor ons niets. Geef op," en zy wierp deii zakdoek de pantoffel achterna. De rozengeur verminderde thans. Ook Natalie scheen kalmer te worden. Zy wilde in moed en vorstand niet voor Rosina onder doen en wenschte niet voor een sentimenteel, kinderachtig meisje door to gaan. Zij wil£3 glimlachen. Dit gelukte haar wel niet vol komen, maar toch klonk haar stom vaster, toen z(j zeide: „Gij hebt geiyk, Roosje. Onze verbeelding heeft ons een poets gespoeld, go- loof ik. Wat zal Alfred lachen, als ik hem morgen alles vertel! Dan zal het raadsel wol heel eenvoudig en natuurlyk opgelost worden Vergeef my, dat ik u zoo bob laten schrikken „Gy weet immers wel, dat myn liefste plaats aan uw zyde is, ondeugd l" zei do trouwe vriendin en teeder kuste zij Natalie op het blanke voorhoofd. „Kom, ga nu gauw naar bed; dan biyf ik by u zitton om u te bewakon, tot gy slaapt." Dit zeggende was zy Natalie behulpzaam by het uitkleeden. „De rozengeur is byna weg." {Wordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1900 | | pagina 1