N«, 12468 Dinsdag 16 October. A*. 1900 (Beze (Courant wordt dagelijks, met uitzondering van (Zon- en feestdagen, uitgegeven. Tweede Blad. ïïat nioetcu wij, Hollanders, nu doen? Feuilleton. Het geheim Tan den verloofde. LEIDSCH DAGBLAD. PRIJS DEZER COURANT: Voor Leidon per 8 maanden. 1.10.' Buiten Leidon, per looper eo waar agenten gevestigd ztJn 1.80. Franco per post s 1»65. PRIJS DER AD VERTEN TIEN Van 1 6 regels 1.05. Iedere regel meer 0.17 J. Grootere letters naar plaatsruimte. Voor het incasseeren buiten de stad wordt ƒ0.05 berekend. Wy staan voor een nieuwe phase, welke de oorlog is ingetreden. Oranje-Yïy staat en een deel van Transvaal zyn thans in Engelsche handen. Of zy dit blijven zullen, zal de toekomst leeren. Met volkomen vertrouwen zie ik die toe komst in en geloof even vast als ik vóór den oorlog deed in de toekomst van de „Vrye Vereenigde Staten van Zuid-Afrika". Laat Roberts hot devies van den Oranje- Vrijstaat: „Alles zal rechtkom" veranderen in: „All is come right": onverzwakt staat ,het vertrouwen, dat het recht zal zegevieren en de Afrikaners van hun kant eenmaal met meerder recht kunnen zeggen: „Alles is recht gekomen". Maar voor het huidige oogenblik staan wy voor het feit, dat Bloemfontein en Pretoria door de Engelschen genomen zijn, en Enge land zal pogen de Regeering in handen te nemen. Gebiedend noodzakelijk is dus: dat wjj Hollanders onze positie recht verstaan en begrijpen wolke taak ons nu opgelegd is. Laat ons de consequenties indenken van wat er geschied is. En voornamelijk met het oog op het onderwijs. Het stelsel van onderwijs, dat nu in Transvaal bestaat, zal natuurlijk niet gehandhaafd worden. Hoogstwaarschijnlijk zal do Engelsche Regeering gelijkstelling van do Engelsche en de Hollandsche talen gebieden en wordt het Engelsch zoowel als het Hollandsch het medium In het ongunstigste geval wordt aan het onderricht in het Hollandsch een maximum uren gegeven. Wat is nu de taak der Nederlanders? Deze: Dat zij hun broeders in Transvaal on den Vrijstaat niet vergoten en niet meenen, dat hun werk nu godaan is. Uit de voorgaande statistiek van onder wijzers en onderwijzeressen, werkzaam iu do Transvaal, is gebleken, dat 323 uit Europa afkomstig zijn. Op enkele uitzonderingen na zijn deze allen van Hollandsche geboorte. Men behoeft niet al to pessimistisch go- etemd te zijn, om te verwachten, dat de 'Engelsche Regeering allo Hollandsche onder wijzers en onderwijzeressen, aan Staatsscholen werkzaam zijnde, zal ontslaan en hoogstwaar schijnlijk geen subsidiën zal geven aan scholen, die alléén het Hollandsche als medium wen- Bchen te behouden. Daar het onderwijs uitgaat van particulier initiatief, zoo hebben do schoolcommissiën, die uit de belanghebbende ouders bestaan, te beslissen of zij voldoen zullen aan de eisclien, die gesteld zullen worden, om sub sidie te verkregen. Hoogstwaarschijnlijk zullen zy in de meeste .gevallen hiertoe wel gedwongen zijn, daar zij verwond zijn geworden door de vrygevige subsidie van circa 7 pond st. f 8i por kind. Indien men mij dan zou vragen: Welke is de taak, dio ons, Nederlanders, is voorge schreven door de tegenwoordige omstandig, heden, dan zou ik willen antwoorden: Deze: dat wij moreel en voornamelijk materieel iedere poging steunen, die de bevordering ivan kennis van de Hollandsche taal ten doel heeft, en mede kan werken, om den invloed van de Engelsche taal en zeden te weren. Holland heeft meer dan één millioen gulden opgebracht, om de beide Republieken te helpen in den kamp voor haar onafhankelijkheid. De Nederlandsche Zuid-Afrikaansche Vereeniging heeft een bepaling in haar reglement, dat de gelden, die verzameld zijn geworden, alléén op vredelievende wijze mogen besteed worden. Ik zou willen vragen: „Is hier geen aan gewezen weg, om die gelden nuttig te be steden?" Wanneer een subsidiefonds gesticht werd, dat het onderwijs in de Zuid-Afrikaansche Republiek wil steunen, zoo zouden die circa 320 Hollandsche onderwijzers en onderwijze ressen werkzaam kunnen blijven en zou van hen oen enorme kracht blijven uitgaan. Er zijn veel dorpsscholen nameiyk, die buiten de subsidie van regeeringswege vol strekt niet kunnen bestaan. Welnu, laat ons die helpen en zoo ver hoeden, dat de jeugd de oude Hollandsche taal niet zou blijven spreken en verstaan. „De taal is gansch het volk," zegt eon Afri- kaansch spreekwoord. Helpt verhoeden, dat Engeland den Afri kaners bij hun vrijheid ook hun taal zou rooven. Mannen van Nederland, wij zijn zonen der Geuzen en geen tachtigjarige strjjd kon hen overwinnen. Nog leeft de Hollandsche natie en nog spreken millioen en de oude Holland sche taal. En zoo ook zal in Afrika geen tachtigjarige strijd don Hollandschen stam dooden. Laat de takkon allo afgekapt, de stam tot den bodem afgehouwen worden, de wortels leven En wat meer zegt, God leeftI Het zaad, dat weenende gestrooid is, zal ontkiemen. Het bloed en de tranen, waarmede de bodem van Zuid-Afnka is gedrenkt geworden, zijn niet verloren. Een eeuw van onrecht is over Zuid-Afrika's zonen heengegaan; maar houdt moed, geen dwingelandij, geen roofzucht zal op den duur bestaan tegenover hot recht. Zuid Afrika wordt vrij.2) Daarom laat onze handen niet verslappen en laat ons niet zoggen: „Onze taak is afge daan, Afrika is verloren gegaan I" Onze taak vangt aan. Geen patriot zal zjjn kinderen op scholen zenden, waar een andere taal geleerd wordt dan de zijne en die zijner vaderen. Geen ware Afrikaner zal zijn zonen en dockteren een anderen godsdienst en andere zeden doen leeron dan de zijne en die zijner vaderen. Laat ons die mannen helpen in hun pogingen, in hun heilig streven om hun kinderen te blijven opvoeden in don ouden beproefden weg en in de moedertaal, opdat die kinderen hun geschiodenis niet vorg9ten. Laat ons die mannen en vrouwen, die uit Holland zyn gegaan en zich aan de taak der opvoeding in Zuid-Afrika met hart en ziel gewyd hebben, en nu door Engelsch geweld wellicht van hun have beroofd worden en hun betrokkingen verliezen, laat ons die mannen en vrouwen steunen, krachtdadig ter zy'de staan. De Afrikaners zijn verarmd door den krijg en zullen jarenlang gebukt gaan onder de schrikkelijke gevolgen, die deze oorlog na zich sleepen zal. Hun plaatsen zijn veelal vernield, hun oogst is verwoest geworden. De Afrikaners zullen geen geld hebben, om hun eigen scholen te onderhouden en het personeel te bezoldigen. Laat ons Hollanders dus door materieele hulp hen in staat stellen hun scholen te be houden en laat ons onze landgenooten, die in Afrika het onderwijs dienden, helpen aldaar werkzaam te blyven. Wie de rijke vruchten gezien heeft, die het Gymnasium te Pretoria heeft afgeworpen in de weinige jaren dat het bestond, leert ver staan welk een kracht er voor een volk van goed nationaal onderwijs uitgaat. Zoo de middelen konden gevonden worden uit de reeds opgobrachte geiden of wellicht nieuwe bijdragen, om een subsidiefonds te vormen voor die scholen in Zuid-Afrika, die vrij willen blijven van de hinderlijke bepa lingen, welke gesteld zullen worden, om staats subsidie te krijgen, ergo om het nationale Hollandsche onderwijs te steunen in den strijd tegen het uitheemsche, dat den Afrika ners zal opgedrongen worden, en de Hol landsche onderwijzers en onderwijzeressen, nu werkzaam aan de scholen in Zuid-Afrika, by te staan, zoodat zij in Zuid-Afrika kunnen werkzaam biyven, dan zou Nederland een steun van niet te overschatten zedelyke waarde bieden aan de om vryheid worste lende stamverwanten. En het zou tevens verhoeden, dat een nuttig en krachtig element, als de Holland sche onderwyzers en onderwijzeressen vor men, voor Zuid-Afrika zou verloren gaan. Bovenstaand werd overgenomen uit een werkje, verschenen by de uitgevers Höveker en Wormsor en geschreven door J. A. Worm- ser Jr. Dit gedeelte uit het boeksko kwam ons belangwekkend genoeg voor, om in zyn ge heel over te nomen en daardoor mode te werken tot do uitvoering van hetgeen de schryver wenscht In do Kaajikolonie is onderricht in het Engelsch verplichtend en wordt het Llollandscli vrijgelaten. Vrije scholen bestaan daar op veel plaatsen. 2) President Kniger uitte enkele dagen vóór de occupatie van Johannesburg do gedenkwaardige woorden: Al zouden de Engelschen mij gevangen- nomen en naar St.-Helena brengen, ook dan nog geloof ik vast, dat Afrika voor de Al'nkaoers en aan hen de toekomst is. Gemengd Nieuw»» Welk uurwerk gat nu in den nac* ht van 31 Augustus op 1 beptcmber jl. den juisten tyd te Rynsburg aan: do torenklok, de daarmede geregelde horloges van do politie, of de klok van den kastelein? Voor deze vraag stond gisteren do Haagscho rechtbank in een overigens weinig beduidend zaakje. In den bewusten nacht was er, gelijk byna overal in den lande, feest ter eere van Koningins verjaardag te Rynsburg, en de heibergen mochten tot 12 uur open blijven. Hot sluitings uur was daar en de politie ging, in overleg met den waarn. burgemeester, „zoetjes aan" de koffiehuizen ontruimen. Volgens de horloges van de politieambte naren kwamen zy in een koffiehuis oin vyf minuten voor haüèón en bevalen den kastelein om niet meer to tappen. By de ontruiming van de herberg volgens de politie dus recht matig, omdat het na 12 uren was zou een bezoeker, een lid van do feestcommissie, die nog een glas wyn wilde drinken, een politie beambte een stomp voor de borst hebben ge geven, zoodat de man, volgens zyn getuigenis „de asem verloor", echter slechts tydeiyk, want vandaag was hy weer op de terecht zitting. Volgens een vyftal getuigen a decharge, mensehen van onbesproken gedrag, geloof waardig en te goeder naam in het dorp bekend, zou de politie, volgens de klok van den kastelein m casu het minst vertrouwbaar waarschyniyk met de ontruiming om kwar tier over elven zyn begonnen. Volgens de uurwerken van de politie deugde de klok in het café niet, maar de getuigen a décharge hadden, thuis komende, na de ontruiming hun klokken weer geraadpleegd en bevonden, dat het toen nog geen 12 uren was en hierin waren zy bevestigd door de dorpsklok, die later pas het middernachteiyk uur had aan gegeven. Het O. M. nam aan, dat de horloges van de politie het meest te vertrouwen waren en vorderde voor den man, die den klap of duw zou hebben gegeven, lietzy dan vóór of nè bezetten tyd, 75 of 20 dagen. De ver dediger mr. S. K. D. M. Van Lier meende meer vertrouwen te mogen stellen in de klok van den kastelein, die blykbaar geklopt had met den tyd, door de 5 getuigen decharge opgenomen. De president opperde de mogeiykkeid of er aan de klok van het café ook soms gepeuterd was en de rechtbank zal Maandag a. s. haar, zienswyze uitspreken. In de zeo-pr ovinciön van Canada heeft een zware storm gewoed, gepaard met hevige regens, die zestig uren aanhielden. Op tal van plaatsen zyn de spoorlynen vernield en is het verkeer gestremd. Groote uitge strektheden land staan onder water en vele schepen zyn op de kust geworpen. In de woning van den heorAsquith, te Londen, zyn twee vertrekken verbrand, waarby kostbare schilderyen verloren zyn gegaan. Aan don boulevard Garibaldi te Parys is een tramwagen door een bende van tien man aangevallen met het doel de reizigers te plunderen. De dieven werden op de vlucht gejaagd, waarby de koetsier en de conducteur werden gewond. Een prentbriefkaart uit Ceylon. Het dames-comité te Middelburg voor de ondersteuning van de krygsgovangeuen te St.-Helena en Ceylon ontving uit het kamp te Dlyatalawa (Ceylon) een briefkaart met een groet uit het kamp en een hulde uit naam van de daar vertoevende Nederlanders. Do kaart wa3 een prentbriefkaart, met een mooie photograpkie van bet kamp, in een kader van lichte kleuren. Op de achtorzydo een groot stempel van don censor. Het archief van het comité is door deze kaart verrykt met een herinnering, die alle verzamelaars van merkwaardigheden zou doen watertanden. Naar van de Admiraliteit s- eilanden uit authentieke bron verluidt, deed daar voor ongeveer twee maanden een der inboorlingen-stammen den anderen den oorlog aan, overwon en at alle tot dien stam be hoorenden, ruim 200 in getal, heerlyk op. Een ve r makel ij ke „prentbriof- kaart". De Clouröve van de exposition heet hot plaatje. Men ziet er een met bloemen versierden automobiel-omnibus, waarop alle vorsten van Europa broederlyk byeen zitten. Levo de vrede l Koningin Wilhelmina rydt op een motor driewieler er naast. Wel een rèvel Want de waarheid is net andersom: Koningin Wilhelmina alleen op den vredes-ommbu8 en de anderen op eigen gelegenheid aan hot moorden, rooven, enz. Fonds Ned. Zuid-Afrik. Vereeniging. Volgens mededeeling van het bestuur der Ned. Zuid-Afrikaansche Vereeniging was de stand der rekening van het Fonds tot onder« steuning der nagelaten betrekkingen van strydenden in de Zuid-Afrikaansche Repu blieken, enz., op dit oogenblik als volgt: Inkomsten. Ontvangen giften f 1,228,610.89 Gekweekte rente22,479.33 1,251,090.22 Uitgaven. Bijdrage lsto ambu lance 82,465.57 Ondersteuning gevangenen Kaapstad18,384.14 Ceylon6,090.30 Bystandsfonds Zuid-Afrika. 122.614.— Ondersteuning in Nederland verleend4,669.27 Voorschotten in Nederland verleend 4,979.52 Diverse onkosten, incasseering, telegrammen, enz2,678.96 Commissie op prolongatie 7,290.— f 249,171.70 Op prolongatie uitgezet ƒ990,100.— Saldo in kas 11,818.46 1,001,918.46 1,251,090.22 Burgerlijke Stand. ALKEMADE. Geboren: Petrus Jacobus, Z. van C. Heemskerk en M. Van der Meer. G(js- berta Maria, D. van H. Bouwmeester en G. Wol vers. Hendrik Cornelia, Z. van C. Straathof en G. J. Verdegaal. Overleden: Francisca Maria 27 d., D. van P. J. B. Cozijn en A. C. Voorhuijzen.M.Snoejj 72 j., echtgenoote van J. Seip. Gehuwd: J. Van Klink, wedr. van C.tVan der Meer 59 j. en P. Turk, wed. van J. De Groninger 50 j. Ondertrouwd: L. Uoebèl, wed. van G. Eggink 64 j. van Haarlemmermeer, en J. C. Kats, wed. van L. Uarlog 64 j HAZEltS WOU DE. Bevallen: J. Harkos geb. Van don Toorn Z. Overleden: C. De Booy, wedr. van N. Scholten 78 j. Gohuwd: M. P. Den Hollandor 23 j. van Koudekerk eu M. De Kort 21 j. van Hazerswoudc. H1LLEGOM. Ondertrouwd: C. Van Stijn en M. Lammere. Bevallen: A. L. L. Van Waveren geb» Hahn Z. E. M. Blom geb. Sluijter D. Overleden: E. Bakker 45 j. KATWIJK. Geboren: Teunia, Z. van J. Van Duijvenbode en J. Krol. Elisabeth, D. van G. Van Duyn en M. Klok. Nicolaas Hendrik, Z. van C. Van Tilburg en L Tibout. Cornells, Z. van C. Haasnoot en J. Guyt. Pieter, Z. van J. Aandowiel on K. Krijgsman. Cornelia, Z. van C. Van Beelen on J. Houwaard. Maria, D. van J. Van Beelen en G. Van der Plas. Gehuwd: A. Van Klaveren jm. en G. Haas broek jd. LEIDERDORP. Overleden: A. J. Den Bra ver 17 m. Ondertrouwd: H. Meyer en M. M. Haar- schalkerweerd. L1SSE. Geboren: Johauues Gerardus, Z. van J. Bergman en C. Van der Voort. Maria, D. van J. Wassenaar en M. C. Jansen. Overleden: Jeroen Van der Hulst, 8 d. NOORD W IJ KERHOUT. Geboren: Gerard Elise, Z. van F. Van Roode en G. Giosbergen. Martinus, Z. van J. Van der Voort en O. Van don Burg. Marlitberlohteu. Schiedam. 15 October. Noteoring van de Beurs- commissie. Moutwijn ƒ10.50 per HL. Zondor lust en zonder belasting. Spoeling ƒ1. Notoering van de Makelaars. Moutwijn 11. Jenover 16.idem Araaterd. proef f 16.50. Noteering van den Distillatoursbond. Moutwg'n ƒ11.Jenever ƒ16.Amst. Proef 16.60. 7) „Laten wy maar goeden moed houden, lieve moedert Ik geloof, dat het einde onzer ellende niet ver af is. Het zou wreed zyn, in dit geval iets anders te verlangen dan den dood. Sedert myn bezoek in de stad ben ik veel kalmer. Myn angst wegens Natalie is ver minderd. Binnen een paar dagen keert zy naar haar vader terug met onveranderde :liefde en onverzwakt vertrouwen, zonder iets te vermoeden van al onze zorgen en ons ver driet. Als het God behaagt en mynheer Nelson gelijk heeft, kan ik Natalie binnen een half jaar zonder gewetenswroeging als myn ge malin op Dentry welkom heeten. Goeden moed dus, geliefde moeder, moed en ver trouwen 1" Hy droogde haar tranen af en kuste haar bleek en edel gelaat met liartelyke liefde. „Myn Alfred 1 Myn troost en myn glorie l ,Wat zou ik beginnen zondor u? Met u te 'zamen kan ik alles verdragen. Het valt my .onuitsprekelyk moeiiyk, om tegenover Natalie te zwygen. Als zy toevallig eens iets be merkte als zy eens vermoedde „Hoe zou dat mogolyk zyn? Marietta weet 'van niets en al de anderen zyn gewaarschuwd." „En ongelukkig genoeg, van nacht is •Martha weer in den tuin geweest, heel 'laat, na twaalven. Als Natalie haar eens gezien hadl" „Stel u gerust, moederlief; zy heeft Martha niet gezien, daar kunt gy zeker van zyn. En eigeniyk Hy had nog niet uitgesproken, toen de deur openging en Natalie stralend van schoonheid en levenslust binnentrad. Zy droeg perzik bloesems in het haar, die allerliefst afstaken by haar hemelsblauwe japon. Rosina ver gezelde haar; nichtje had zich opgesierd met een zilvergryze japon, door kersroode linten en strikken afgezet. Een roode ver bena in haar donkere lokken voltooide haar toilet. Donkere klingen om Rosina's oogen verraadden, dat zy slecht geslapen had zij zag bleek. Maar er was op het oogenblik niemand, die er acht op sloeg. By de jonge verloofde had een gezonde, weldoende slaap al de pyniyke indrukken van den vorigen dag uitgewischt. De tegen woordigheid van Alfred maakte haar onuit sprekelijk gelukkig. Zy zag er waarlyk onweer staanbaar uit, toen zy hem met haar sprekende oogen vriendelyk toelachte en zyn hartelyken morgengroet beantwoordde. „Ik wilde gisteravond op u wachten, Freddy," zeide zy, terwyi zy haar hand op zyn arm legde; „maar mama wilde het niet hebben." „Dat was heel verstandig van haar, lieve ling; gy hadt rust noodig en ik kwam pas heel laat thuis." „Ik Reb den dolenden ridder thuis hooren komenhij was wel bezorgd voor onze nacht rust en leidde zyn paard voorzichtig aan den teugel, om onbemerkt in huis te kunnen sluipen," zeide Rosina spottend. „Het daglicht begon al te schemeren, toen men van den geheimzinnigen rit terugkeerde." Lady Clara verbleekte; Alfred keek de schoone spreekster verschrikt aan. „Hebt gy my thuis hooren komen, freule Rosina?" vroeg hy op angstigen toon. ,0 zeker l En ik geloof, dat gy toen nog veel te doen hadt, want de deuren gingen open on dicht, alsof het op klaarlichten dag was. Ik kon niet slapen, en dat nachtelyk rumoer verschafte my afleiding; maar ofschoon- ik wakker wilde biyven, viel ik later toch in slaap. Toen hadt gy met uw vlugge Cora tot voor myn kamerdeur kunnen draven, zonder my te wokken." Alfred keerde zich nu weer naar zyn bruid en schonk haar oon prachtig medaillon, omzet met diamanten. Het bevatte zyn goed- gelykend portret. Hy had dit als geschenk voor Natalie uit de stad meegebracht. Zy was er zeer gelukkig mee. Ofschoon Natalie in rykdom en overvloed was opge groeid, was zy volstrekt niet' verwend en zeer in haar schik, als haar dierbaren haar met een geschenk verrasten, niet zoozeer om de waarde van hetgeen men haar gaf als om de liefde der gevers. Alles, wat van Alfred kwam, was haar dus dierbaar; nu gloeide haar gezichtje van vreugde, toen zy overgelukkig de hand der oude gravin kuste. „O lieve moeder 1 waarmee heb ik Alfreds liefde toch verdiend? Ik zal myn best doen om. een hefdevolle en goede vrouw voor hem te worden." „Daar twyfel ik niet aan, lieveling 1" ant woordde de matrone getroffen. „Alfred zou gaarne alle schatten der aarde vergaderen om uw schoonheid te verhoogen; zelfs de glans dor diamanten verbleekt," zegt hy, „als men ze vergeiykt by uw aanvalligheid. Ik mag echter ook gerust zeggen, dat hy uw gouden hart volkomen verdient. O, schenk hem toch altyd uw vertrouwen l" Rosina had zich juist een kopje thee inge schonken en keek nu onwillekeurig van het theeblad naar lady Clara, die de laatste woorden op angstig-smeekenden toon had uitgesproken. „Vertrouwenl" herhaalde zy in gedachte by zichzelve en tevens herinnerde zy zich, hoe onaangenaam zooeven moeder en zoon door haar woorden getroffen waren en hoezeer beiden zy had het goed gezien er door verschrikt waren. Natalie lachte kinderiyk vergenoegd. Nu zy haar beminden bruidegom naast zich had, bleef haar op dit oogenblik niets te wen- schen over. Rosina werd daarentegen in haar argwaan versterkt. Zy was ernstig ongerust en nam zich voor om trouw te waken over het geluk van Natalie, die zy als een zuster lief had. Zy wilde haar te rechter tyd waarschu wen, als haar soms eenig gevaar zou dreigen. Do familie beleefde heden een zeer aange- namen en vroolyken dag. Het was prachtig weder; men kon zelfs den avond op het terras doorbrengen. Daar word thee gedronken en men genoot naar hartelust van het schoone uitzicht in de vriendeiyke omgeving van Dentry. De groene weiden werden afgewisseld door bloeiende akkervelden en donkere bosschen. Alles getuigde van welvaart, viyt en zegen. Er was iets vreedzaams in de natuur, dat in overeenstemming kwam met de gevoelens dor personen op het terras: vrede van binnen en vrede van buiten. Zelfs lady Clara had vandaag haar gewone zwaarmoedigheid afgelegd en praatte vrooiyk en opgewekt met de jongelieden. Rosina was plaagzieker dan ooit. De zon was al ondergegaan, en de maan goot haar zilveren stralen over het landschap uit. Duizenden sterren fonkelden aan den hemel, en zacht ruischend bracht het avond koeltje de zyden standaardvlag in beweging, die ter eere van de aanwezige gasten ge- hesohen was. „Op onze wandelingen door uw ridder- en wapenzaal," begon Rosina eensklaps, „hobben wy ook uw overoude vlag bezichtigd, en wy konden niet genoeg het prachtige borduur werk bewonderen, dat er op is aangebracht. Dit bewonderenswaardige borduurwerk is, zoowel als de vlag zelf, voor u een onschat bare reliquie; ieder museum zal u er om benyden. Zelfs de kostbare stof, die zooveel eeuwen getrotseerd heeft en toch over het algemeen zoo onbeschadigd is gebleven, moet alleen reeds een groote waarde bezitten." „Ongetwyfeld,' freule," antwoordde lord Alfred; „de vingeren, die ons wapen op deze banier vereeuwigd hebben, moeten even vaar dig als viytig zyn geweest. Het borduurwerk is zeker al zevenhonderd jaar oud, want deze vlag heeft Richard Leeuwenhart reeds ver gezeld naar het Heilige Land." „Het wapen schynt byna in de stof gewe ven," zeide Natalie. „Evenals alle oude wapens is het zeer eenvoudig." „O ja; behalve de smaakvolle helm versie ring, vertoont het slechts twee blauwe vol den op het eene ziet men twee gouden ster ren en op het andere oen witte roos." „Gy spreekt van een witte roos, Alfred," zoo viel Natalie haar verloofde in de rede; „en ikzelf heb Rosina er op attent gemaakt, dat de roos van de oude banier wit schynt te zyn, terwyi ik toch het wapen uwer familie nooit anders gezien of gekend heb dan met een donkerroode roos op een blauw veld. Hoe komt dat?" Worrli v-"C07cd

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1900 | | pagina 5