N«, 12468
Dinsdag 16 October.
A*. 1900
(Beze (Courant wordt dagelijks, met uitzondering
van (Zon- en feestdagen, uitgegeven.
Tweede Blad.
ïïat nioetcu wij, Hollanders, nu doen?
Feuilleton.
Het geheim Tan den verloofde.
LEIDSCH
DAGBLAD.
PRIJS DEZER COURANT:
Voor Leidon per 8 maanden. 1.10.'
Buiten Leidon, per looper eo waar agenten gevestigd ztJn 1.80.
Franco per post s 1»65.
PRIJS DER AD VERTEN TIEN
Van 1 6 regels 1.05. Iedere regel meer 0.17 J. Grootere
letters naar plaatsruimte. Voor het incasseeren buiten de stad
wordt ƒ0.05 berekend.
Wy staan voor een nieuwe phase, welke
de oorlog is ingetreden. Oranje-Yïy staat en
een deel van Transvaal zyn thans in Engelsche
handen. Of zy dit blijven zullen, zal de
toekomst leeren.
Met volkomen vertrouwen zie ik die toe
komst in en geloof even vast als ik vóór den
oorlog deed in de toekomst van de „Vrye
Vereenigde Staten van Zuid-Afrika".
Laat Roberts hot devies van den Oranje-
Vrijstaat: „Alles zal rechtkom" veranderen
in: „All is come right": onverzwakt staat
,het vertrouwen, dat het recht zal zegevieren
en de Afrikaners van hun kant eenmaal met
meerder recht kunnen zeggen: „Alles is recht
gekomen".
Maar voor het huidige oogenblik staan wy
voor het feit, dat Bloemfontein en Pretoria
door de Engelschen genomen zijn, en Enge
land zal pogen de Regeering in handen te
nemen.
Gebiedend noodzakelijk is dus: dat wjj
Hollanders onze positie recht verstaan en
begrijpen wolke taak ons nu opgelegd is.
Laat ons de consequenties indenken van
wat er geschied is. En voornamelijk met het
oog op het onderwijs. Het stelsel van onderwijs,
dat nu in Transvaal bestaat, zal natuurlijk
niet gehandhaafd worden.
Hoogstwaarschijnlijk zal do Engelsche
Regeering gelijkstelling van do Engelsche en
de Hollandsche talen gebieden en wordt het
Engelsch zoowel als het Hollandsch het
medium
In het ongunstigste geval wordt aan het
onderricht in het Hollandsch een maximum
uren gegeven.
Wat is nu de taak der Nederlanders?
Deze: Dat zij hun broeders in Transvaal
on den Vrijstaat niet vergoten en niet meenen,
dat hun werk nu godaan is.
Uit de voorgaande statistiek van onder
wijzers en onderwijzeressen, werkzaam iu do
Transvaal, is gebleken, dat 323 uit Europa
afkomstig zijn. Op enkele uitzonderingen na
zijn deze allen van Hollandsche geboorte.
Men behoeft niet al to pessimistisch go-
etemd te zijn, om te verwachten, dat de
'Engelsche Regeering allo Hollandsche onder
wijzers en onderwijzeressen, aan Staatsscholen
werkzaam zijnde, zal ontslaan en hoogstwaar
schijnlijk geen subsidiën zal geven aan scholen,
die alléén het Hollandsche als medium wen-
Bchen te behouden.
Daar het onderwijs uitgaat van particulier
initiatief, zoo hebben do schoolcommissiën,
die uit de belanghebbende ouders bestaan,
te beslissen of zij voldoen zullen aan de
eisclien, die gesteld zullen worden, om sub
sidie te verkregen.
Hoogstwaarschijnlijk zullen zy in de meeste
.gevallen hiertoe wel gedwongen zijn, daar
zij verwond zijn geworden door de vrygevige
subsidie van circa 7 pond st. f 8i por kind.
Indien men mij dan zou vragen: Welke is
de taak, dio ons, Nederlanders, is voorge
schreven door de tegenwoordige omstandig,
heden, dan zou ik willen antwoorden: Deze:
dat wij moreel en voornamelijk materieel
iedere poging steunen, die de bevordering
ivan kennis van de Hollandsche taal ten doel
heeft, en mede kan werken, om den invloed
van de Engelsche taal en zeden te weren.
Holland heeft meer dan één millioen gulden
opgebracht, om de beide Republieken te helpen
in den kamp voor haar onafhankelijkheid. De
Nederlandsche Zuid-Afrikaansche Vereeniging
heeft een bepaling in haar reglement, dat de
gelden, die verzameld zijn geworden, alléén
op vredelievende wijze mogen besteed worden.
Ik zou willen vragen: „Is hier geen aan
gewezen weg, om die gelden nuttig te be
steden?"
Wanneer een subsidiefonds gesticht werd,
dat het onderwijs in de Zuid-Afrikaansche
Republiek wil steunen, zoo zouden die circa
320 Hollandsche onderwijzers en onderwijze
ressen werkzaam kunnen blijven en zou van
hen oen enorme kracht blijven uitgaan.
Er zijn veel dorpsscholen nameiyk, die
buiten de subsidie van regeeringswege vol
strekt niet kunnen bestaan.
Welnu, laat ons die helpen en zoo ver
hoeden, dat de jeugd de oude Hollandsche
taal niet zou blijven spreken en verstaan.
„De taal is gansch het volk," zegt eon Afri-
kaansch spreekwoord.
Helpt verhoeden, dat Engeland den Afri
kaners bij hun vrijheid ook hun taal zou
rooven.
Mannen van Nederland, wij zijn zonen der
Geuzen en geen tachtigjarige strjjd kon hen
overwinnen. Nog leeft de Hollandsche natie
en nog spreken millioen en de oude Holland
sche taal.
En zoo ook zal in Afrika geen tachtigjarige
strijd don Hollandschen stam dooden.
Laat de takkon allo afgekapt, de stam tot
den bodem afgehouwen worden, de wortels
leven
En wat meer zegt, God leeftI
Het zaad, dat weenende gestrooid is, zal
ontkiemen.
Het bloed en de tranen, waarmede de
bodem van Zuid-Afnka is gedrenkt geworden,
zijn niet verloren.
Een eeuw van onrecht is over Zuid-Afrika's
zonen heengegaan; maar houdt moed, geen
dwingelandij, geen roofzucht zal op den duur
bestaan tegenover hot recht.
Zuid Afrika wordt vrij.2)
Daarom laat onze handen niet verslappen
en laat ons niet zoggen: „Onze taak is afge
daan, Afrika is verloren gegaan I"
Onze taak vangt aan.
Geen patriot zal zjjn kinderen op scholen
zenden, waar een andere taal geleerd wordt
dan de zijne en die zijner vaderen. Geen
ware Afrikaner zal zijn zonen en dockteren
een anderen godsdienst en andere zeden doen
leeron dan de zijne en die zijner vaderen.
Laat ons die mannen helpen in hun
pogingen, in hun heilig streven om hun
kinderen te blijven opvoeden in don ouden
beproefden weg en in de moedertaal, opdat
die kinderen hun geschiodenis niet vorg9ten.
Laat ons die mannen en vrouwen, die uit
Holland zyn gegaan en zich aan de taak der
opvoeding in Zuid-Afrika met hart en ziel
gewyd hebben, en nu door Engelsch geweld
wellicht van hun have beroofd worden en
hun betrokkingen verliezen, laat ons die
mannen en vrouwen steunen, krachtdadig
ter zy'de staan.
De Afrikaners zijn verarmd door den krijg
en zullen jarenlang gebukt gaan onder de
schrikkelijke gevolgen, die deze oorlog na
zich sleepen zal.
Hun plaatsen zijn veelal vernield, hun oogst
is verwoest geworden. De Afrikaners zullen
geen geld hebben, om hun eigen scholen te
onderhouden en het personeel te bezoldigen.
Laat ons Hollanders dus door materieele
hulp hen in staat stellen hun scholen te be
houden en laat ons onze landgenooten, die in
Afrika het onderwijs dienden, helpen aldaar
werkzaam te blyven.
Wie de rijke vruchten gezien heeft, die het
Gymnasium te Pretoria heeft afgeworpen in
de weinige jaren dat het bestond, leert ver
staan welk een kracht er voor een volk van
goed nationaal onderwijs uitgaat.
Zoo de middelen konden gevonden worden
uit de reeds opgobrachte geiden of wellicht
nieuwe bijdragen, om een subsidiefonds te
vormen voor die scholen in Zuid-Afrika, die
vrij willen blijven van de hinderlijke bepa
lingen, welke gesteld zullen worden, om staats
subsidie te krijgen, ergo om het nationale
Hollandsche onderwijs te steunen in den
strijd tegen het uitheemsche, dat den Afrika
ners zal opgedrongen worden, en de Hol
landsche onderwijzers en onderwijzeressen, nu
werkzaam aan de scholen in Zuid-Afrika, by
te staan, zoodat zij in Zuid-Afrika kunnen
werkzaam biyven, dan zou Nederland een
steun van niet te overschatten zedelyke
waarde bieden aan de om vryheid worste
lende stamverwanten.
En het zou tevens verhoeden, dat een
nuttig en krachtig element, als de Holland
sche onderwyzers en onderwijzeressen vor
men, voor Zuid-Afrika zou verloren gaan.
Bovenstaand werd overgenomen uit een
werkje, verschenen by de uitgevers Höveker
en Wormsor en geschreven door J. A. Worm-
ser Jr.
Dit gedeelte uit het boeksko kwam ons
belangwekkend genoeg voor, om in zyn ge
heel over te nomen en daardoor mode te
werken tot do uitvoering van hetgeen de
schryver wenscht
In do Kaajikolonie is onderricht in het Engelsch
verplichtend en wordt het Llollandscli vrijgelaten.
Vrije scholen bestaan daar op veel plaatsen.
2) President Kniger uitte enkele dagen vóór de
occupatie van Johannesburg do gedenkwaardige
woorden: Al zouden de Engelschen mij gevangen-
nomen en naar St.-Helena brengen, ook dan nog
geloof ik vast, dat Afrika voor de Al'nkaoers en
aan hen de toekomst is.
Gemengd Nieuw»»
Welk uurwerk gat nu in den nac* ht
van 31 Augustus op 1 beptcmber jl. den
juisten tyd te Rynsburg aan: do torenklok,
de daarmede geregelde horloges van do politie,
of de klok van den kastelein? Voor deze
vraag stond gisteren do Haagscho rechtbank
in een overigens weinig beduidend zaakje.
In den bewusten nacht was er, gelijk byna
overal in den lande, feest ter eere van Koningins
verjaardag te Rynsburg, en de heibergen
mochten tot 12 uur open blijven. Hot sluitings
uur was daar en de politie ging, in overleg
met den waarn. burgemeester, „zoetjes aan"
de koffiehuizen ontruimen.
Volgens de horloges van de politieambte
naren kwamen zy in een koffiehuis oin vyf
minuten voor haüèón en bevalen den kastelein
om niet meer to tappen. By de ontruiming
van de herberg volgens de politie dus recht
matig, omdat het na 12 uren was zou een
bezoeker, een lid van do feestcommissie, die
nog een glas wyn wilde drinken, een politie
beambte een stomp voor de borst hebben ge
geven, zoodat de man, volgens zyn getuigenis
„de asem verloor", echter slechts tydeiyk,
want vandaag was hy weer op de terecht
zitting. Volgens een vyftal getuigen a decharge,
mensehen van onbesproken gedrag, geloof
waardig en te goeder naam in het dorp bekend,
zou de politie, volgens de klok van den
kastelein m casu het minst vertrouwbaar
waarschyniyk met de ontruiming om kwar
tier over elven zyn begonnen. Volgens de
uurwerken van de politie deugde de klok in
het café niet, maar de getuigen a décharge
hadden, thuis komende, na de ontruiming
hun klokken weer geraadpleegd en bevonden,
dat het toen nog geen 12 uren was en hierin
waren zy bevestigd door de dorpsklok, die
later pas het middernachteiyk uur had aan
gegeven.
Het O. M. nam aan, dat de horloges van
de politie het meest te vertrouwen waren
en vorderde voor den man, die den klap of
duw zou hebben gegeven, lietzy dan vóór of
nè bezetten tyd, 75 of 20 dagen. De ver
dediger mr. S. K. D. M. Van Lier meende
meer vertrouwen te mogen stellen in de klok
van den kastelein, die blykbaar geklopt had
met den tyd, door de 5 getuigen decharge
opgenomen.
De president opperde de mogeiykkeid of er
aan de klok van het café ook soms gepeuterd
was en de rechtbank zal Maandag a. s. haar,
zienswyze uitspreken.
In de zeo-pr ovinciön van Canada
heeft een zware storm gewoed, gepaard met
hevige regens, die zestig uren aanhielden. Op
tal van plaatsen zyn de spoorlynen vernield
en is het verkeer gestremd. Groote uitge
strektheden land staan onder water en vele
schepen zyn op de kust geworpen.
In de woning van den heorAsquith,
te Londen, zyn twee vertrekken verbrand,
waarby kostbare schilderyen verloren zyn
gegaan.
Aan don boulevard Garibaldi
te Parys is een tramwagen door een bende
van tien man aangevallen met het doel de
reizigers te plunderen. De dieven werden op
de vlucht gejaagd, waarby de koetsier en de
conducteur werden gewond.
Een prentbriefkaart uit Ceylon.
Het dames-comité te Middelburg voor de
ondersteuning van de krygsgovangeuen te
St.-Helena en Ceylon ontving uit het kamp
te Dlyatalawa (Ceylon) een briefkaart met
een groet uit het kamp en een hulde uit
naam van de daar vertoevende Nederlanders.
Do kaart wa3 een prentbriefkaart, met een
mooie photograpkie van bet kamp, in een kader
van lichte kleuren.
Op de achtorzydo een groot stempel van
don censor.
Het archief van het comité is door deze
kaart verrykt met een herinnering, die alle
verzamelaars van merkwaardigheden zou doen
watertanden.
Naar van de Admiraliteit s-
eilanden uit authentieke bron verluidt, deed
daar voor ongeveer twee maanden een der
inboorlingen-stammen den anderen den oorlog
aan, overwon en at alle tot dien stam be
hoorenden, ruim 200 in getal, heerlyk op.
Een ve r makel ij ke „prentbriof-
kaart". De Clouröve van de exposition heet
hot plaatje.
Men ziet er een met bloemen versierden
automobiel-omnibus, waarop alle vorsten van
Europa broederlyk byeen zitten. Levo de vrede l
Koningin Wilhelmina rydt op een motor
driewieler er naast.
Wel een rèvel Want de waarheid is net
andersom: Koningin Wilhelmina alleen op
den vredes-ommbu8 en de anderen op eigen
gelegenheid aan hot moorden, rooven, enz.
Fonds Ned. Zuid-Afrik. Vereeniging.
Volgens mededeeling van het bestuur der
Ned. Zuid-Afrikaansche Vereeniging was de
stand der rekening van het Fonds tot onder«
steuning der nagelaten betrekkingen van
strydenden in de Zuid-Afrikaansche Repu
blieken, enz., op dit oogenblik als volgt:
Inkomsten. Ontvangen giften f 1,228,610.89
Gekweekte rente22,479.33
1,251,090.22
Uitgaven. Bijdrage lsto ambu
lance 82,465.57
Ondersteuning gevangenen
Kaapstad18,384.14
Ceylon6,090.30
Bystandsfonds Zuid-Afrika. 122.614.—
Ondersteuning in Nederland
verleend4,669.27
Voorschotten in Nederland
verleend 4,979.52
Diverse onkosten, incasseering,
telegrammen, enz2,678.96
Commissie op prolongatie 7,290.—
f 249,171.70
Op prolongatie
uitgezet ƒ990,100.—
Saldo in kas 11,818.46
1,001,918.46
1,251,090.22
Burgerlijke Stand.
ALKEMADE. Geboren: Petrus Jacobus, Z.
van C. Heemskerk en M. Van der Meer. G(js-
berta Maria, D. van H. Bouwmeester en G. Wol
vers. Hendrik Cornelia, Z. van C. Straathof en
G. J. Verdegaal.
Overleden: Francisca Maria 27 d., D. van
P. J. B. Cozijn en A. C. Voorhuijzen.M.Snoejj
72 j., echtgenoote van J. Seip.
Gehuwd: J. Van Klink, wedr. van C.tVan der
Meer 59 j. en P. Turk, wed. van J. De Groninger 50 j.
Ondertrouwd: L. Uoebèl, wed. van G.
Eggink 64 j. van Haarlemmermeer, en J. C. Kats,
wed. van L. Uarlog 64 j
HAZEltS WOU DE. Bevallen: J. Harkos geb.
Van don Toorn Z.
Overleden: C. De Booy, wedr. van N.
Scholten 78 j.
Gohuwd: M. P. Den Hollandor 23 j. van
Koudekerk eu M. De Kort 21 j. van Hazerswoudc.
H1LLEGOM. Ondertrouwd: C. Van Stijn
en M. Lammere.
Bevallen: A. L. L. Van Waveren geb»
Hahn Z. E. M. Blom geb. Sluijter D.
Overleden: E. Bakker 45 j.
KATWIJK. Geboren: Teunia, Z. van J. Van
Duijvenbode en J. Krol. Elisabeth, D. van
G. Van Duyn en M. Klok. Nicolaas Hendrik,
Z. van C. Van Tilburg en L Tibout. Cornells,
Z. van C. Haasnoot en J. Guyt. Pieter, Z. van
J. Aandowiel on K. Krijgsman. Cornelia, Z. van
C. Van Beelen on J. Houwaard. Maria, D. van
J. Van Beelen en G. Van der Plas.
Gehuwd: A. Van Klaveren jm. en G. Haas
broek jd.
LEIDERDORP. Overleden: A. J. Den Bra
ver 17 m.
Ondertrouwd: H. Meyer en M. M. Haar-
schalkerweerd.
L1SSE. Geboren: Johauues Gerardus, Z. van
J. Bergman en C. Van der Voort. Maria, D.
van J. Wassenaar en M. C. Jansen.
Overleden: Jeroen Van der Hulst, 8 d.
NOORD W IJ KERHOUT. Geboren: Gerard
Elise, Z. van F. Van Roode en G. Giosbergen.
Martinus, Z. van J. Van der Voort en O. Van
don Burg.
Marlitberlohteu.
Schiedam. 15 October. Noteoring van de Beurs-
commissie. Moutwijn ƒ10.50 per HL. Zondor lust
en zonder belasting. Spoeling ƒ1.
Notoering van de Makelaars. Moutwijn 11.
Jenover 16.idem Araaterd. proef f 16.50.
Noteering van den Distillatoursbond. Moutwg'n
ƒ11.Jenever ƒ16.Amst. Proef 16.60.
7)
„Laten wy maar goeden moed houden, lieve
moedert Ik geloof, dat het einde onzer ellende
niet ver af is. Het zou wreed zyn, in dit
geval iets anders te verlangen dan den dood.
Sedert myn bezoek in de stad ben ik veel
kalmer. Myn angst wegens Natalie is ver
minderd. Binnen een paar dagen keert zy
naar haar vader terug met onveranderde
:liefde en onverzwakt vertrouwen, zonder iets
te vermoeden van al onze zorgen en ons ver
driet. Als het God behaagt en mynheer Nelson
gelijk heeft, kan ik Natalie binnen een half
jaar zonder gewetenswroeging als myn ge
malin op Dentry welkom heeten. Goeden
moed dus, geliefde moeder, moed en ver
trouwen 1"
Hy droogde haar tranen af en kuste haar
bleek en edel gelaat met liartelyke liefde.
„Myn Alfred 1 Myn troost en myn glorie l
,Wat zou ik beginnen zondor u? Met u te
'zamen kan ik alles verdragen. Het valt my
.onuitsprekelyk moeiiyk, om tegenover Natalie
te zwygen. Als zy toevallig eens iets be
merkte als zy eens vermoedde
„Hoe zou dat mogolyk zyn? Marietta weet
'van niets en al de anderen zyn gewaarschuwd."
„En ongelukkig genoeg, van nacht is
•Martha weer in den tuin geweest, heel
'laat, na twaalven. Als Natalie haar eens
gezien hadl"
„Stel u gerust, moederlief; zy heeft Martha
niet gezien, daar kunt gy zeker van zyn. En
eigeniyk
Hy had nog niet uitgesproken, toen de deur
openging en Natalie stralend van schoonheid
en levenslust binnentrad. Zy droeg perzik
bloesems in het haar, die allerliefst afstaken
by haar hemelsblauwe japon. Rosina ver
gezelde haar; nichtje had zich opgesierd
met een zilvergryze japon, door kersroode
linten en strikken afgezet. Een roode ver
bena in haar donkere lokken voltooide haar
toilet. Donkere klingen om Rosina's oogen
verraadden, dat zy slecht geslapen had zij
zag bleek. Maar er was op het oogenblik
niemand, die er acht op sloeg.
By de jonge verloofde had een gezonde,
weldoende slaap al de pyniyke indrukken
van den vorigen dag uitgewischt. De tegen
woordigheid van Alfred maakte haar onuit
sprekelijk gelukkig. Zy zag er waarlyk onweer
staanbaar uit, toen zy hem met haar sprekende
oogen vriendelyk toelachte en zyn hartelyken
morgengroet beantwoordde.
„Ik wilde gisteravond op u wachten,
Freddy," zeide zy, terwyi zy haar hand op
zyn arm legde; „maar mama wilde het niet
hebben."
„Dat was heel verstandig van haar, lieve
ling; gy hadt rust noodig en ik kwam pas
heel laat thuis."
„Ik Reb den dolenden ridder thuis hooren
komenhij was wel bezorgd voor onze nacht
rust en leidde zyn paard voorzichtig aan den
teugel, om onbemerkt in huis te kunnen
sluipen," zeide Rosina spottend. „Het daglicht
begon al te schemeren, toen men van den
geheimzinnigen rit terugkeerde."
Lady Clara verbleekte; Alfred keek de
schoone spreekster verschrikt aan.
„Hebt gy my thuis hooren komen, freule
Rosina?" vroeg hy op angstigen toon.
,0 zeker l En ik geloof, dat gy toen nog
veel te doen hadt, want de deuren gingen
open on dicht, alsof het op klaarlichten dag
was. Ik kon niet slapen, en dat nachtelyk
rumoer verschafte my afleiding; maar ofschoon-
ik wakker wilde biyven, viel ik later toch
in slaap. Toen hadt gy met uw vlugge Cora
tot voor myn kamerdeur kunnen draven,
zonder my te wokken."
Alfred keerde zich nu weer naar zyn bruid
en schonk haar oon prachtig medaillon,
omzet met diamanten. Het bevatte zyn goed-
gelykend portret. Hy had dit als geschenk
voor Natalie uit de stad meegebracht.
Zy was er zeer gelukkig mee. Ofschoon
Natalie in rykdom en overvloed was opge
groeid, was zy volstrekt niet' verwend en zeer
in haar schik, als haar dierbaren haar met een
geschenk verrasten, niet zoozeer om de waarde
van hetgeen men haar gaf als om de liefde
der gevers. Alles, wat van Alfred kwam, was
haar dus dierbaar; nu gloeide haar gezichtje
van vreugde, toen zy overgelukkig de hand
der oude gravin kuste. „O lieve moeder 1
waarmee heb ik Alfreds liefde toch verdiend?
Ik zal myn best doen om. een hefdevolle en
goede vrouw voor hem te worden."
„Daar twyfel ik niet aan, lieveling 1" ant
woordde de matrone getroffen. „Alfred zou
gaarne alle schatten der aarde vergaderen om
uw schoonheid te verhoogen; zelfs de glans
dor diamanten verbleekt," zegt hy, „als men
ze vergeiykt by uw aanvalligheid. Ik mag
echter ook gerust zeggen, dat hy uw gouden
hart volkomen verdient. O, schenk hem toch
altyd uw vertrouwen l"
Rosina had zich juist een kopje thee inge
schonken en keek nu onwillekeurig van het
theeblad naar lady Clara, die de laatste woorden
op angstig-smeekenden toon had uitgesproken.
„Vertrouwenl" herhaalde zy in gedachte by
zichzelve en tevens herinnerde zy zich, hoe
onaangenaam zooeven moeder en zoon door
haar woorden getroffen waren en hoezeer
beiden zy had het goed gezien er door
verschrikt waren.
Natalie lachte kinderiyk vergenoegd. Nu
zy haar beminden bruidegom naast zich had,
bleef haar op dit oogenblik niets te wen-
schen over.
Rosina werd daarentegen in haar argwaan
versterkt. Zy was ernstig ongerust en nam
zich voor om trouw te waken over het
geluk van Natalie, die zy als een zuster lief
had. Zy wilde haar te rechter tyd waarschu
wen, als haar soms eenig gevaar zou dreigen.
Do familie beleefde heden een zeer aange-
namen en vroolyken dag. Het was prachtig
weder; men kon zelfs den avond op het
terras doorbrengen. Daar word thee gedronken
en men genoot naar hartelust van het schoone
uitzicht in de vriendeiyke omgeving van
Dentry.
De groene weiden werden afgewisseld door
bloeiende akkervelden en donkere bosschen.
Alles getuigde van welvaart, viyt en zegen.
Er was iets vreedzaams in de natuur, dat in
overeenstemming kwam met de gevoelens dor
personen op het terras: vrede van binnen en
vrede van buiten.
Zelfs lady Clara had vandaag haar gewone
zwaarmoedigheid afgelegd en praatte vrooiyk
en opgewekt met de jongelieden.
Rosina was plaagzieker dan ooit.
De zon was al ondergegaan, en de maan
goot haar zilveren stralen over het landschap
uit. Duizenden sterren fonkelden aan den
hemel, en zacht ruischend bracht het avond
koeltje de zyden standaardvlag in beweging,
die ter eere van de aanwezige gasten ge-
hesohen was.
„Op onze wandelingen door uw ridder- en
wapenzaal," begon Rosina eensklaps, „hobben
wy ook uw overoude vlag bezichtigd, en wy
konden niet genoeg het prachtige borduur
werk bewonderen, dat er op is aangebracht.
Dit bewonderenswaardige borduurwerk is,
zoowel als de vlag zelf, voor u een onschat
bare reliquie; ieder museum zal u er om
benyden. Zelfs de kostbare stof, die zooveel
eeuwen getrotseerd heeft en toch over het
algemeen zoo onbeschadigd is gebleven, moet
alleen reeds een groote waarde bezitten."
„Ongetwyfeld,' freule," antwoordde lord
Alfred; „de vingeren, die ons wapen op deze
banier vereeuwigd hebben, moeten even vaar
dig als viytig zyn geweest. Het borduurwerk
is zeker al zevenhonderd jaar oud, want deze
vlag heeft Richard Leeuwenhart reeds ver
gezeld naar het Heilige Land."
„Het wapen schynt byna in de stof gewe
ven," zeide Natalie. „Evenals alle oude wapens
is het zeer eenvoudig."
„O ja; behalve de smaakvolle helm versie
ring, vertoont het slechts twee blauwe vol
den op het eene ziet men twee gouden ster
ren en op het andere oen witte roos."
„Gy spreekt van een witte roos, Alfred,"
zoo viel Natalie haar verloofde in de rede;
„en ikzelf heb Rosina er op attent gemaakt,
dat de roos van de oude banier wit schynt
te zyn, terwyi ik toch het wapen uwer
familie nooit anders gezien of gekend heb
dan met een donkerroode roos op een blauw
veld. Hoe komt dat?"
Worrli v-"C07cd