N*. 12466
Zaterdag 13 OctoTfrer.
A0. 1900
feze <§ouiant wordt dagelijks, met uitzondering
van (gon- en feestdagen, uitgegeven.
Derde Blad.
Het Leidsche Rioleerinpplan
feuilleton.
Det geheim van den verloofde.
PRIJS DEZER COUBABTt
Voor Leiden pér 8 maanden; i t i I I I i f 1.M!
Buiten Leiden, per looper en waar agenten gevestigd rijn 1.80.'
Franco per poet «Site
1.66.'
PRIJS DER ADVERTENTEËN:
Van 1—6 regels 1.05. Iedere regel meer 0.17}. Grootere
letters naar plaatsruimte. Voor het incassoeren buiten de stad
wordt 0.05 berekend.
V.
Indien de Gemeenteraad mocht besluiten
tot de uitvoering van een rioolstelsel hetzy
volgens het ontwerp van den heer Broekman,
'hetzy met de beperking, door den heer Dek-
'huyzen voorgesteld, dan zou volgens do des
kundige commissie niets beletten om, alvorens
tot den aanleg van pompstation en persbuis
wordt overgegaan, een enkele afdeeling der
gemeente te rioleeren en het water op een
biologisch filter te behandelen. De kosten van
zulk een proef zouden gering zyn, daar toch
,de kosten van de rioleering der afdeeling in
elk geval zouden moeten gemaakt worden,
het filter op de eenvoudigste wyze kan worden
i ingericht en aan de bemaling een tydelyk
karakter kan worden gegeven door het ge
bruik eoner locomobiel. Het resultaat zou
'zeker wezen, dat men bekend werd met
de eischen, aan bet filter te stellen in verband
imet de samenstelling van het Leidsche riool
water, en dat men zekerheid verkreeg omtrent
de vraag of het water voldoende gereinigd
werd, om het zonder bezwaar in de grachten
j toe te laten. Het resultaat zou bovendien
Ikunnen zyn, dat men tot het besluit kwam,
dat men met voordeel de persbuis en een deel
1 der bemalingsinrichtingen kan achterwege laten
;en dus een bevredigende uitkomst verkrijgen
voor een bedrag, minder dan waarop men
aanvankelijk had gerekend.
De heer De Jongh, lid der commissie, stelt
;zich van het nemen eener dergelijke proef
voor Leiden, met het oog op de ligging der
j gemeente, geenerlei resultaat voor. Hy meent,
dat de kosten van de biologische inrichting
een eventueele besparing op de aanlegkosten
j geheel zullen verslinden, dat do persbuis in
;geen geval geheel kan wegblijven, omdat de
j inrichting buiten de bebouwde kom moet
worden aangelegd, en dat in ons klimaat des
winters van bevriezing der intermitteerende
filters groote moeilykheden te verwachten zyn.
By den tegenwoordigen stand dor techniek
en der wetenschap meent de commissie echter
eenstemmig te moeten adviseeren dat do
eekerste wyze, om den rioolinhoud voor de
gemeente Leiden onschadeiyk te maken, die
is, welke door den directeur der gemeente
werken wordt aangegeven, namelyk het persen
van den rioolinhoud door een buis naar zee.
De dispositie der ontworpen pompstations
schynt haar juist gokozen. Zoowel de aanleg
ivan een enkel pompstation als de verdeeling
.van het rioolwater over meer dan de ont-
worpene komt haar voor tot grootere kosten
aanleiding te zullen geven. Hetzelfde geldt
van een oplossing, waarby een aantal kleine
pompstations zouden kunnen worden aan
gelegd, die met behulp van electriciteit uit
,een centrale inrichting worden gedreven. De
ligging der beide ontworpen stations is terecht
zoodanig geprojecteerd, dat zy, als mettertyd
:de stad zich naar het noorden en naar het
zuiden zal hebben uitgebreid, elk vrywel in
het midden van een stadshelft zal liggen.
De directeur der gemeente-werken neemt
als pomp werktuig een centrifugaalpomp aan:
ide deskundige commissie zou de voorkeur
geven aan een zuig- en perspomp en uit hot
ontwerp blykt, dat de directeur de centrifu
gaalpomp slechts voorslaat tot besparing van
kosten. Inderdaad zal de aanleg van zuig- en
perspomp met meer kosten gepaard gaan, en
het verdient aanbeveling, om, wanneer tot de
'uitvoering wordt besloten, door het opmaken
van een gedetailleerd plan van beide systemen,
uit te maken welk de voorkeur verdient in
aanleg en exploitatie.
In de begrooting zfin geen reservemachines
opgenomen. Dit is geen overwegend bezwaar
machines al9 de hier beoogde, moeten zoo
danig gebouwd worden, dat zy zelden of nooit
defect worden. Moot ten gevolge van reparatie
de machine eenige uren of zelfs een paar
dagen stilstaan, dan kan de rioolinhoud ge
durende dien korten tyd zonder groot bezwaar
in het openbare water afstroomen. Toch ver
dient de aanleg eener reservemachine by olk
pompstation aanbeveling, omdat men daardoor
voor beter onderhoud kan zorg dragen en
het overmatig inspannen der machine-inrichting
vermydt.
De commissie maakt een opmerking omtrent
het door de riolen af te voeren fabriekswater.
In het ontwerp-Broekman, zoowel als in de
nota-Dekhuyzen, wordt eenvoudig gesproken
van fabriekswater, zonder nadere omschryving
welk fabriekswater bedoeld wordt, zoodat
dezerzyds ondersteld werd, dat al dit water
door de riolen zou worden afgevoerd.
Uit mondelinge toelichting van den heer
Broekman is der commissie gebleken, dat
alleen het schadelijke fabriekswater bestemd
is opgenomen te worden. Dit acht de com
missie ook geheel voldoende. Opneming van
al het fabriekswater acht zy bezwaarlyk en
onnoodig, daar een deel van dit water geheel
onschadeiyk is en dus op de openbare wateren
kan worden afgelaten. Bovendien zyn deze
hoeveelheden zoo aanzieniyk (een enkel fabri
kant verbruikt, naar de commissie werd ver
zekerd, 5- a 6000 kubieko meters per dag),
dat de eisch om al dit water op te nemen,
tot buitensporige uitgaven zoowel voor aanleg-
als voor onderhoudskosten zou aanleiding
geven.
Deze opmerking in verband brengende met
de in het rapport voorkomende berekening
der waterhoeveelheden, komt het der com
missie voor, dat ook met liet oog op de te
verwachten uitbreiding der stad, het vermogen
der ontworpen inrichting (pompstation en
persbuis) voldoende is. Bovendien zy opgemerkt,
dat in het ontwerp gerekend is, dat de ge-
heele hoeveelheid in 16 uren per etmaal moet
kunnen afgevoerd worden. Mocht dus onver
wacht deze hoeveelheid eenigszins toenemen,
dan kan men zich helpen door een paar uren
laDger per dag te pompen. 13 er een reserve-
machine, dan bestaat er zelfs geen bezwaar
om de persbuis gedurende het geheele etmaal
in werking te houden.
Wat betreft de uitmonding der persbuis in
zee, acht de commissie het raadzaam om ter
voorkoming van misverstand aan te teekenen,
dat de bedoeling van het ontwerp inderdaad
is de persbuis te doen uitmonden by het
buitensluishoofd, wat ook rationeel schynt.
Werd tot dusver slechts gehandeld over de
inrichting tot verwydering van het rioolwater,
zoo behoort thans het eigenlyke rioobzei te
worden beschouwd.
Dit rioolnet bestaat uit eivormige cementen
buizen, onder behooriyke helling aangelegd,
In de straten, waar reeds riolen liggen, wor
den geen nieuw#* buizen gelegd, maar de
bestaande worden met het nieuwe net in ver
binding gebracht.
Evenzoo worden de buizen, die thans van
de huizen direct naar de grachten leiden, in
het nieuwe rioolnet opgevangen. Dit net ls
voorzien van de noodige toegangskokers, om
de reiniging te bezorgen, en van een aantal
nooduitlaten op de grachten.
Indien by zeer sterken regenval de riolen
geheel gevuld zyn, zoodat zy niets moer kun
nen opnemen, dan vloeit, zoo de aanvoer van
water doorgaat, een deel van den rioolinhoud
door de nooduitlaten In de grachten. Hiervan
ls geen bedenkelyke verontreiniging van do
grachten te vreezen: elders wordt by het
geven van vergunningen voor nooduitlaten
met een veel minderen graad van verdunning
genoegen genomen.
De wydte der riolen wordt bepaald door de
hoeveelheid water, dio er moet worden afge
voerd in verband met de helling, waaronder
zy gelegd zyn. Geiyk in het ontwerp van den
directeur wordt ontwikkeld, bestaat deze hoe
veelheid uit alle faecaliön, al het huis water
en een deel van het regenwater en van het
fabriekswater. Yan het regenwater slechts een
betrekkeiyk gering deel.
In een aantal steden moet het rioolnet
worden aangelegd op den afvoer van al hot
regenwater, waarvoor groote en kostbare riolen
noodig zyn. Doet men zulks niet, dan kan by
zwaren regenval het rioolnet niet al het water
opnemendit zoekt zioh een uitweg en over
stroomt de Bousterrains en de benedenverdie
pingen.
Leiden ls in dit opzicht ln gunstiger con
ditie, eensdeels daar er geen sousterrains voor
komen, naar het schynt, en anderdeels omdat
men het water, dat niet door het riool wordt
afgevoerd, op de grachten kan loozen. Door
deze gunstige omstandigheid is do methode,
waarnaar door den directeur de af te voeren
waterhoeveelheid werd berekend, aan geen
bedenking onderhevig.
Gemengd Nleaw»
In het „Tydschrlft voor Armen
zorg" komen van de hand van den heer
J. F. L. Blankenberg eenige onthullingen voor
over een failliet verklaarde vereeniging„Hulp
en Steun voor Blinden en byna Blinden".
Uit die onthullingen blykt, dat de inkomsten
voor die vereenigmg voornameiyk werden
verkregen op drie wyzenlo. door het werven
van deelnemers, die iedere week 6 centen
moesten betalen; dus 8.20 per jaar; 2o.
door het doen ryden door de stad van twee
karren, waarop allerlei artikelen waren ge
laden, ten verkoop bestemden 80. door
het plaatsen van bnsjea, by voorkeur ln
kroegen. De „deelnemers" behoefden deze
6 centen per week niet om niet te geven;
zy verkregen daarvoor een recht, nl. als zy
5il betalingen hadden gedaan, ontvingen zy
10 voorwerpen, door blinden vervaardigd.
Iedere deelnemer ontving een boekje, waarin
zyn naam werd genoteerd en door middel van
een plakzegel wekeiyks voor de ontvangst
gequiteerd, op de wyze der begrafenisfondsen.
Ter meerdere uitbreiding van den werk
kring der vereeniging, werden buiten Amster
dam „depots" opgericht. In deze depots
werden de goederen opgestapeld ten verkoop
bestemd in de betrokken gemeente, maar de
depothouders moesten vooraf een som storten
van 500 als waarborg voor hun beheer.
Desnoods werd ook met minder dan 600
genoegen genomen I
Welke waren de resultaten van deze
inrichting?
Dat plm. 8000 deelnemers toetraden, zich
samen verbindende voor een jaarlyksche stor
ting van plm. 9600 en dat iedere kar ge
middeld per dag 2.50, dus twee karren ge
middeld 5 per dag ophaalden, makende over
een jaar plm. 1600.
Do curator ontving noch vond een voldoende
verantwoording van de golden, maar kwam
tot de volgende ontdokkingen:
dat de drie bestuurders (voorzitter, secre
taris en penningmeester) zich een weekgeld
uitbetaalden van 12 ieder;
dat aan leder der depothouders was toe
gezegd een weekgeld van 5, vry wonen en
verlichting van den winkel, plus 3 pCt. van
alle gelden, die in hun woonplaats voor de
vereeniging inkwamen;
dat Iedere bode pér week 1 cent ontving
van iedere opgehaalde 6 centen;
dat een bedrag van f 2600 was ontvangen
voor door de depothouders gestorte borg
tochten
dat korten tyd vóór het faillissement, van
een eenvoudig man, is geleend de som van
ƒ1000 voor een onbekend doel;
dat slechts hoogstens een derde van de
goederen, werkeiyk door blinden of by na-
blinden is gemaakt en de rest, noodig voor
verkoop, depots en uitkeenng aan do deel
nemers, werd verkregen door gewonen inkoop
ln winkels;
dat uit dien hoofde aan drie leveranciers
een bedrag van ƒ718,35 nog schuldig is;
dat de 8000 deelnemers zeker minstens
3750 gezameniyk hebben gestort;
dat er by de inventarisatie geen enkele
cent in kas aanwezig was emslechts een onbe
duidend voorraadje goederen, van inferieure
qualiteit, die de curator voor nog geen 400
kon verkoopen; en ten slotte, dat aan blinden,
dat wil zeggen aan de ongelukkigen, ten wier
behoeve deze vereenigmg gezegd werd te
zyn opgericht, gedurende haar bestaan werd
betaaldaan 4 hunner 8 per week, aan
1 hunner 3.25 per week, aan 1 hunner
6 per week en aan 1 hunner 6 per week,
totaal 7 blinden, die samen 17.26 per week
uit deze „philantropische" vereeniging ont
vingen, in ruil voor hun arbeid I
Deze vereeniging was koninkiyk goed
gekeurd t
Hieruit blykt 0. L, dat, al moeten de goeden
hier door de kwaden ïyden, men terdege moet
toezien aan wie men geeft, vooral met het
oog op het tegenwoordig zoo veelvuldig voor
komen van collecten van vereenigingen, buiten
Leiden gevestigd.
Aan het telephoonnet alhier is
aangesloten onder No. 416 de heer L. Yan
der Laan, architect, Hoogewoerd 186.
Wy ontvingen het volgende land-
bouwbericht uit Haarlemmermeer:
By het buitengewoon schoone herfstweder,
dat tot heden, op een weinig regen na, ons
deel was, zyn de landbouwwerkzaamheden flink
gevorderd. Yeel akkers zyn herhaaldelyk ge
ploegd; de mest is ter bestemder plaatse ge
bracht en de wintergranenrogge, wintergerst
en tarwe, zyn of worden weder aan don
grond toevertrouwd.
De oogst is, voor zoover daarover nu reeds
uit de opbrengsten valt te oordeelen, vry goe4
doch over het geheel minder ruim dan
jaar eerder. Ook is de qualiteit van de gr..
en zaden minder mooi dan toen.
Op dit oogenblik is men met alle kraoht
in de weer om de suikerbieten van het land
naar de schepen to vervoeren. De fabrieken
te Halfweg, in Noord-Brabant en elders zyn
nu reeds voortdurend bezig, om het zoete sap
uit de wortels tot suiker te bereiden. Aan de
aanlegplaatsen in de Ringvaart en op sommige
geschikte punten aan het Geniekanaal is het
zoo druk als in sommige havenplaatsen.
De oogst der bieten valt over 't geheel,
wat het gewicht per hectare betreft, niet mede
de cyfers, die wy hoorden voor het suiker
gehalte, zyn buitengewoon goed.
Toch heeft de bouwboer niet zulk een goede
campagne als de veeboer in de zuivelstreken.
De weersgesteldheid hield over 't geheel den
grond nogal vochtig en matig warm, wat op
den grasgroei uitstekend werkte, t#.«rwyl de
pry zen van boter en vooral van kaas aan-
merkelyk hooger waron dan oen jiar eerder.
Het vee wordt ook duurder verkocht en vooral
da varkens zyn meer waard dan verleden herfst.
Yan de gewassen is er echter geen, dat
meer tegenvalt dan de aardappelen in de lage
streken. De opbrengst, die door de gevreesde
ziekte zeer klein is ge worden, valt ook tegen
wat den smaak betreft.
Waarschynlyk zullen de meer hooge en
droge streken betere resultaten geven. Toch
zullen de pryzen der goede aardappelen hoog
zyn.
De opbrengsten uit den boomgaard zyn
nogal verschillend naar de streek: terwfll op
de eene plaats van eon tamely kon oogst wordt
gesproken, hoort men van andoio plaatsen
niets dan klaagtonen. De hulsmoedors zullen
dus minder voordeelig den wintervoorraad
opdoen dau het vorige jaar en by de duurte
van aardappelen en ooft, zal de grutter en do
rystwinkel dikwyls te hulp moeten komen.
Wie in den werkmansstand de aardappelen
door erwten en boonen op een gepaste wyze
weet te vervangen zal daarmede goed doen
aan de arbeidende bevolking.
Zondag opent de L. A.-Y. „DeSport-
man" haar reeks van voetbalwedstryden niet
een match tegen het 2de elftal der Haagsche
V.-V. „Quick."
De match wordt gespeeld op haar nieuw ter
rein aan den Rynsburgerweg tegenover den tol.
Wy vestigen tevens de aandacht op de
advertentie, voorkomende in dit nummer,
waarin wordt medegedeeld, dat aan de ver
eeniging verbonden is een juniores-afdeeling
voor jongens beneden 16 jaren.
Steenkolen. Zeer verrassend
is, by de nog altyd aanhoudende klachten over
kolen..uod, hot bericht in de „Rh.-Westf. Z.",
dat het kolensyndicaat eerlang wellicht de
productie zal moeten verminderen. Wol zal in
den naderenden winter de vraag nog sterk
zyn, maar als de steenkolenhandel genoog
voorraad heeft, kan de tyd aanbreken, dat er
overproductie komt, in verband met de
depressie in de yzerfabrieken. Zoo kan het
gebeuren, dat nog vóór April 1901 demynen
haar productie moeten inkrimpen. Het „Berl.
T." is over deze voorspelüng hoogst verbaasd.
Het vraagt of de depressie by de yzerindustrie
niet juist het gevolg is van de hooge kolen-
pryzen en hoe men dan durft beweren, dat in
die depressie een reden kan liggen om de
productie in te krimpen, dat wil zeggen de
pryzen hoog te houden. Dat klinkt als spot-
terny en zou in scherpe tegenspraak zyn met
de bewering der myneigenaars, dat zy goen
schuld hebben aan een kolennood.
De Britsche generaal-mayoor Crease beweert,
op grond van een langdurig onderzoek, d it
de steenkolenvoorraad in Groot- Br&sxmiö
binnen een eeuw zal zyn uitgeput. II y
daarby de productie van 1899 als gromfr^g
genomen, toen zy 177 millioen tonnen bed/v.^-,
maar sedert is zy met een kwart gestegen,
zoodat, vooral als zy nog toeneemt, er hfcu_jo
veel korteren tyd oen eind aan den ryiutom
komt. De generaal acht het daarom noodig
den invoer van buitenlandsche kolen to be
vorderen, op den uitvoer een belasting te
leggen en in andere landen met name in.
Marokko mynen te ontginnen.
S)
„Moedertje, wees toch vroolykI Als gy
Natalie kent, zult gy begrypen, dat zy my
myn boeien, myn afhankelykheid, jnyn be-
lofte, alles deed vergeten. Om haar te bezitten,
zou ik oen oorlog met do geheele wereld
hebben aangegaan."
„Wat is haar nichtje voor een meisjeV'
vroeg lady Clara.
„Een Mexicaansche, vurig, levendig, maar
zeer goedhartig; zy houdt hartstochtelijk veel
van Natalie."
„Hebben wy van haar niets te vreezen?
Ik ben er bang voor."
„O neon, Natalie vertrouwt my volkomen.
Do bedienden zyn trouw en onomkoopbaar,
en Marietta is nog te kort hier in huis, om
iets te kunnen verbabbelen."
„Nu, goed; wy zullen het beste maar
hopen."
Een luide kreet: „Daar zyn zy I" onderbrak
het gesprek. Met haastige schreden liep graaf
Alfred de trappen af naar het slotplein, om
jhet rytuig op te wachten, dat zyn bruid by
'hem moest brengen.
Sir Everard Noon was onverwacht door
dringende zaken van huis geroepen. Nu meende
hy zyn dochter en haar nicht gedurende
Izyn afwezigheid aan niemand beter te kun-
;nen toevertrouwen dan aan zyn oude, hoog
vereerde vriendin lady Clara, die bovendien
{Natalie's tweede moeder zou worden. Hy had
dus naar slot Dentry geschreven om voor
jfgta dagen belet te vragen voor de beide
meisjes; en met de meest uitgezochte vriende
lijkheid was zyn verzoek ingewilligd.
Het gebeurde uiterst zelden, dat er op
Dentry gasten kwamen. Ondanks de bemin
nenswaardigheid en den rykdom der bewoners;
ondanks de enorme ruimte van het groote
slot, zag men er byna nooit of hoogst zelden
iemand op bezoek.
In vroegere tyden was de familie Dentry
wegens haar gastvryheid beroemd geweest;
in latere jaren hadden zy zich echter van elk
verkeer met de buitenwereld afgesloten.
Sedert den dood van den ouden lord
Edmund was er behalve de familie en de
bedienden niemand anders in- en uitgegaan
dan de oude slotkapelaan. Deze deed dagelijks
de H. Mis in de kapel en bracht verder z(jn
dagen in stille afzondering binnen zyn vier
muren door met gebed en stadie.
Lady Clara verwyderde zich nu van het
raam, om zich naar het midden der kamer
te begeven. Daar wachtte zy haar jeugdige
gasten af. De deur vloog open, en Natalie
snelde met open armen naar binnen om lady
Dentry te omhelzen.
„Myn lieve moeder I Dierbare moeder van
myn Alfred l" riep zy uit eu vriendelyk sloeg
zy de 00gen op naar het moederiyke gelaat
der oude dame. „Mag ik my uw dochter, uw
kind noemen?"
„O zeker, zeker l" antwoordde lady Clara,
terwyi zy de omhelzing van het jonge meisje
beantwoordde en met oprecht welgevallen
Natalie aanzag. Daarna bood zy Rosina de
hand; deze had zich tot nu toe bescheiden
op den achtergrond gehouden en werd nu
ook harteiyk welkom geheeten. Lady Dentry
raadde den beiden meisjes aan om het zich in
haar woning zoo gemakkelyk mogeiyk te
maken
Alfred leidde zyn bruid met groote vreugde
naar het voor haar bestemde vertrek. Dit
was de schoonste kamer van het slot en had
uitzicht op den tuin. Kostbare ivoorkleurige
meubelen en allerlei fraaie kleinigheden, die
trouwe liefde eu fljue smaak maar kunnen
bedenken, waren er aanwezig.
En zoo betrad Natalie het oude slot Dentry,
dat spoedig haar tweede tehuis zou worden.
HL
Yerscheidene dagen waren ln ongestoorde
vrooiykheid voorby ge vlogen. Ofschoon de
weinige bewoners van Dentry geheel aan zich-
zelven waren overgelaten en geen bezoeken
of vermaken van buiten hun afleiding ver
schaften, verveelden zy zich toch geen enkel
oogenblik.
Het slot zelf met zyn prachtige kamers
en vertrekken, met een heeriyke wapenzaal,
een ryke bibliotheek en schoone schilderyen,
bood genoeg bezienswaardigheden. Yeel uren
werden er mee doorgebracht om alles te
bezichtigen. Dan was de tuin er nog met
zyn vyvers en fonteinen en boschjes, met
Chineesche paviljoens, uitlokkende, schaduw-
ryke plekjes, met zyn prachtigen aanleg en
ryke bloembedden, met wonderschoone broei-
kasson. De tuin grensde aan het goedver
zorgde park, waarin prachtige herten graasden.
Rondom lagen de pachthoeven en weiden van
het graafschap.
Ongestoord en innig was het verkeer van
het bruidspaar onder het moederiyke toezicht
van lady Dentry. Onschuldig verbabbeldon
zy geheele uren en dagen; altyd hadden zy
elkaar iets nieuws en iets belangryks te
zeggen. Rosina had zich met de haar aan
geboren bemlniykheid in de nieuwe omgeving
geschikt. Zy wist zich by de vrouw des
huizes op velerlei wyze aangenaam te maken,
las haar urenlang voor, schaakte met haar
of zong voor lady Dentry haar schoone lie
deren. Nu en dan bezichtigde zy het huis
of praatte eens met de bedienden; zy had
een warme belangstelling voor al datgene,
wat spoedig aan haar geliefde nicht zou too-
behooren.
Met bevreemding had zy de strenge terug
houding der ondergeschikten opgemerkt.
Dezen waren byna allen in den dienst der
familie Dentry oud geworden, en Rosina
achtte zich dus gerechtigd om met hen over
alles te spreken, wat de familie van graaf
Alfred betrofi Zy ontmoette echter by al
haar vragen zulk een hardnekkig stilzwygen,
men ontweek haar zóó handig en consequent,
dat zy byna wantrouwig werd. Toch behield
zij haar opmerkingen voor zichzelve, zonder
Natalie's kinder! yk gemoed daarmede angst
aan te jagen. Zy was voornemens om op haar
hoede te zyn en goed op te letten. Tevens
zou zy de jonge kamenier Marietta eens
trachten uit te hooren; deze was eerst kort
geleden, in plaats van de onlangs overloden
oude kamenier, op Dentry gekomen, en wol
hoofdzakeiyk wegens het onverhoopto bezoek
der twee jongedames. Marietta was spraak
zaam gonoeg, en Rosina wilde hiervan gebruik
maken, zonder aan haar eigen waardigheid
te kort te doen.
Op zekeren morgen kwamen de twee jonge
dames in de huiskamer van lady Clara om
te ontbyten; zy waren niet weinig verrast, toon
zy de oude dame alleen en daarby buiten
gewoon ernstig vonden. Een uitdrukking van
smarteiyk ïyden lag op haar gelaat; haar
oogen zagen er vermoeid en roodgeweend uit.
Na de eerste begroeting deelde zy haar
gasten mede, dat Alfred onverwacht roor
zaken naar de stad had moeten vertr«-kkoa
en reeds zeer vroeg weggereden waa. Zyn
bruid liet hy hartely'k groeten en hy hoopt©,
dat de dag haar niet al te lang eu eenzaam
zou toeschynen.
De tyding verraste Natalie zoozeer, dnt
zy, blykbaar ontstemd, in de eerste oogen-
blikken geen woord kon spreken.
„Hy heeft er my gisteren toch niets vao
laten bemerken, dat hy vandaag weg moestl
Kwamen die drukke zaken dan zoo onver*
wacht en was er zoo'n groote haast bu?"
„Zoker, myn kind," antwoordde lady Clara;
„andera zou hy toch zeker afscheid van u
genomen hebben. Rosina zal wel zoo lief
willen zyn om met u te gaan wandelen en
u aangenaam bezig te houden, tot Alfred
terugkeert, nietwaar?"
„Gy ziet er slecht uit en schynt ziek te
zyn, lieve moeder," zeide Natalie beschroomd
en zy keek bezorgd naar het ontstelde gelaat
der oude dame. „Laat my een poosje by u
zitten; ik zal uw voorhoofd eens wasschen
met eau de cologne en heel bedaard zyn, om
u niet te hinderen."
„O neon, lieve; het zyn aanvallen van
hoofdpyn, waaraan ik dikwyls lyd. Een paar
uren rust zullen my wol weer opknappen,
en ik hoop u by het middagmaal weer in
den besten welstand te ontvangen.
„God geve hotl" Natalie kuste metkinder-
ïyke teederheld haar hand en verwyderde
zich onmiddeliyk na het ontbyt; zy begreep"
terecht, dat lady Clara wenschte alleen te zyn-
Wordt vervolgd.)