OPRUIMING DE VRIES STEVENS. lu de Kofflebaal Denkt aan i Reisbelasting. tegen lage prijzen. BEUZEMAKER Co., ca Ondergoederen ZONDAGSRUST. Uit de hand te koop: DEKT UW KIPPENRENNEN MENGELWERK. Natuurwollen Ondergoederen. JANSEN TILANUS, Friezenveen. zuivere Preanger-Koffie, angstig poginkjo der Yereenigde Staten daar gelaten. De reden van die aarzeling is hoe vreemd het ook moge klinken juist het streven naar vrede, het ongezond streven naar vrede. En van dat ongezond streven naar vrede was de z. g. Vredesconforentie een uiting. "Wat dienen we onder dat ongezond streven naar vrede te verstaan? Niets anders dan hot stellen van den uitor- lykcn vrede boven het recht, dat alleen den stabielen grondslag vormt voor den wereld vrede. En dit is het, wat tegenwoordig geschiedt. Alle volkeren zijn overtuigd van het goed recht der Bóeren-republieken. Geen enkele regeering wilde tot dusverre metterdaad dat recht verdedigen, vreezende het gat in den dekmantel des vredes nog te vergrooten. Dus stellen zy den vrede hoven het recht en vergeten, dat juist de handhaving van het recht het wezen, het beginsel des vredes is. Het is intusschen nog mo gelijk, zij het ook onwaarschijn lijk, dat do regeeringen het ge voel van recht by de volkeren zullen omzetten in een daad van recht. Dit is hun plicht en het eenige middel om een duurzamon vrede, die, het valt niet te ontkennen, door alle natiën verlangd wordt, te vestigen. De vrees, dat door die daad de wereldvrede zal verbroken worden, is o. i. sterk over dreven; doch al ware het nood zakelijk die daad een daad van geweld te doen zijn, de vrede zou er slechts een korte poozo door verstoord wezen, om spoe dig op een hochton grondslag hersteld te wordenop den grondslag dos „rechts", terwijl nu hot vredesgebouw, op het broze fundament van vermeend eigenbelang opgetrokken, ieder oogenblik dreigt in te storten. Het is een bange vraag, of de regeeringen haar plicht zullen vervullen, haar welbegrepen eigenbelang, dat niet anders kan zijn dan do zegepraal des rechts, zullen behartigen? Doen ze hot niet: de straf zal vroeg of laat volgen. Onrecht wordt steeds gewroken. Welnu, zou het niet, waar het rechtsgevoel van ons volk meer dan by eenig ander is wakker geschud, de taak zijn onzer regeering dat gevoel in een daad om te zetten? En zou het niet een schoone daad, een daad van recht, een daad ook van eigen belang zijn, wanneer onze regeering de andere regeeringen opriep tot verdediging van het recht? Een oproep, als hier bedoeld, zou niot als een bazuingeschal over de wereld behoovon te weergalmen, doch zou in stilto kunnen geschieden, al spreekt hij dan wellicht niet zoo luid tot de harton der volkoren. W\j zullen dan in ieder geval het bewust zijn hebben, alle redelijke pogingen te hebben aangewend tot handhaving van hot recht en den waren vrede, getrouw aan het fiero devies van ons wapen: Je maintiendrai." In zijn laatsten Staatkundigen Briefwaar van wy reeds gewag maakten, behandelt mr. Van Houten ook nog de nieuwe drankwet. Wat aangaat deze wet, bepaalt mr. Van Houten zich by zijn meening, uitgesproken in een door de Vereeniging van Handelaren te Groningen belegde oponbare vergadering, maar kemt nog op een paar punten terug. Z. i. wordt niot genoeg ingezien, dat de hoofdbron der zwarigheden ligt in de bepa ling door de wet van het maximum der ver gunningen naar een enkel op de bevolking der gemeente steunenden arithmetischen regel. Artikel 2 der drankwet is een waar Pro- cru s t o 8-bod. Het is het uitvloeisel van zuivere willekeur. En juist dit artikel schijnt, oordeelt hij, door de voorstanders van de drankwet als het heilig huisje te worden beschouwd, waaraan niot mag worden getornd, ofschoon de wer kelijke cijfers der tegenwoordig bestaande vergunningen een veel beter, al zjj het ook. geen volkomen zuiver beeld geven van de normale behoefte aan vergunning, dan do regel van artikel 2. In 1881, dus betoogt hy, maakte de wet gever zich van de zwarigheid af door twintig jarige handhaving der destyds bestaande ge legenheid tot drankverkoop. En nu schynt mon weder op gelijke wijze te willen hande len, doch, heel sluw, het tweede lid van artikel 7 tegelykertyd te willen opheffen, hetwelk thans het rechtmatig belang van den drank- handelaar tegen het fanatisme en de bemoei zucht van mr. Borgesius c. s. beschermt. Daartegen dient gewaarschuwd te worden. nietige gestalte van Wimple! Hy hield zoo veel van zyn kleinen Wim. Zyn Wim. Ja, 't was de zijne. Wimpie was het eenige, wat Anne, zun vrouw, zyn gestorven vrouw, hem nagelaten had. Zy lag nu op het kerkhof, de goede, bravo ziel, die zooveel van Wimpie en hem gehouden had, dacht hy, en Wimpie, zal die ook gauw van hom weggaan ?'t Was zoo'n teer ventje voor zyn byna zes jaren. Hy hield zooveel van hem, en hij was het eenige, - dat hem overbleef, nu vader en moeder ook al daar lagen. En hy dacht weer aan den tuin met de hooge boomon er om, buiten het dorpje, om het kerkje. wel gelukkig zijn. En dan, zusje was immers by haar? Ja, als vader mee wilde gaan, wilde hy ook wel naar onzen Lieven Heer, maar van vader weg, dat wilde hy niet Toen dacht hyIn den Hemel, zouden daar wel bosschon en groene weiden en lieve vogeltjes en een mooie, belder-blauwe lucht zyn en zandhoopen om op te spelen en te ravotten, en jongens om meo te knikkeron, en krygertje en haasje-over meo te spelen, en giybaantjes, om je warm te giyden, en sneeuwballen, om de meisjes meo te gooien, en zooveel andere dingen, zouden die wel in den Hemel zyn? Hy dacht van niet, naar hetgeen hy van vader en anderen van den wAolr.. fco 3-October-schets. II. Als men de zaak niet grondig kan afdoen, moet eenvoudig het s t a t i s quo met een be kwamen termijn verlengd worden, om gelegen heid te geven de gelieclo zaak opnieuw te regelen. Een tweede opmerking geldt de meening, dat do drankwet invloed heeft gehad ter ver mindering van hot drankverbruik. Wie enkel lot op de opbrengst dor belasting in verband mot de bevolkingscyfers, kan tot dio meening komen, maar hot jaar 1900 spot woder met alle verwachting, dat er eenig duurzame oor zaak, welko dan ook, werkzaam was tot ver mindering van het drankverbruik. In de acht maanden Jan. Aug. was de opbrengst der belasting f 17,240,000, tegon f 16,646,000 in 1899 of byna f 600,000 meer, terwyl do opbrengt der belasting op bieren en azynen slechts f 15,000 minder is. Er is geen andere reden voor verhoogde opbrengst, dan do opheffing van do regeling der belasting by kleine branderyen in Limburg. Rekent men daarvoor een paar ton voor dezo acht maanden, dan biyft nog, naar hij becyfert, vier ton vermeerdering over, welke het go- volg moet zyn van vergroot verbruiksver- mogen bp de arbeidende klasse. Het IPleizierreisje. Doob H. v. H. De „rooie" was oen uitstekende vent, een door en door goede kerel. Dat zeiden ze allemaal by hem op het dorp; en ze hadden geiyk: het was een dood-goede vent. Je moest hem maar 's Zondags in zyn beste spulion naar do kerk zien gaan, met den kleinen Willem aan do hand, om het er geheel en al eens mee te zyn. Wat hielden ze veel van elkaar, kleine Willem en hyi Wat drukte zyn gTOote, grove, vereelte hand teer, byna vrouweiyk-toer, het kleine, zooveel fynere handje van Willem! Wat lag er een zee van liefde, doch ook van grooten angst, in den blik uit zyn recht vooruitziend oog op do Wimpie vermoedde weinig waar vader wel aan dacht, wanneer hy hem zoo aaokeek, op hun tochten 's Zondagsochtends naar het kerkje. Wimpie was wel wat toertjes, doch volstrekt niet ongezond; hy mankeerde „nooit niets," zooals zyn vader zou zeggen. Uren lang kon hy mot zyn makkertjes spelen in do frisscho, heeriyke buitenlucht. Hy was een baas in het klimmen en klauteren, in het knikkeren, in het tollen, in het ravotten, in het sneeuwballen-gooien en schaatsen eden 's winters, zelfs in het meisjeszoonon wat wilde men meer? Werkeiyk, kleine Wim was allesbehalve een stumpertje, een sukkoltje. Hy was vrooiyk genoeg en scheen het met het leven best te kunnen vinden. En waar hy wel het meeste pleizier in had, dat was, dat hy over eenige weken naar de groote school zou gaan. De groote school, welk een paradys, wat een lieorlijkheid I Hy droomde er 's nachts van, on geen gierigaard kan meer naar goud, geon Herostratus meer naar vereeuwiging van zyn naam verlangen dan kleine Wim naar de groote school. Kleine Wim hield heel veel van vader die, dat wist hy heel zeker, heel veel van hem hield en heel veel van zyn lief moeke had gehouden, dat nu by onzen Lieven Heer in den Hemel was, zooals vader zei, en daar heel, heel gelukkig was met zusje, dat ze meegenomen had, toen ze van vader on kleinen Willem wegging. Eiken avond bad by voor zyn bedje tot onzen Lieven Heer, dat Hy moetjo en zusje toch heel gelukkig mocht doen zyn. En dan kwamen de tranen in zyn oogen, wanneer hy zoo dacht en dacht, wat toch wel de reden zou zy*n, dat onze Lieve Heer vader en hem nu al byna twee jaar moetje afgenomen had, en waarom hy zyn zusje toch nooit had mogen zien; waarom zo by haar komst moetje meegenomen had naai den Hemel, waar het zoo heel gelukkig moet zyn en waar alle menschen, die braaf geleefd hebben, en alle zoete kindertjes eens naar toe zullen gaan. En hy dacht: Zou moetje niot liever by ons zyn dan zoo ver weg by al die vreemde menschen? Maar moetje was immers by onzen Lieven Heer; ze moest dus Hemel gehoord had. Neen, dan bleef hy maar liever met vader in hun huisje. En dan de groote school, hoe kon hy die vergeten? Hy herinnerde zich moetje nog heel good. 'i Was immers nog zoo boel lang niet geleden, dat zy alle drlo samen warenvader, moeder en WimpieVader hield heel veel van moeder, al zei hy zelden een woord tegen haar. Vader sprak nooit veel. Hy werkte maar altyd door van Maandagochtend tot Zaterdagavond, 's Zon dags nam hy rust; dan ging hy eerst naar do kerk, dan wat praten in „Het Hert", waar hy weinig dronk, omdat hy er niet tegen kon. „Hy heeft een kwaden dronk over zich," zoi moeder altyd. En verder bracht hy don dag by moeder en Willem door. Hy herinnert zich nog zoo monigen Zondagnamiddag, wan neer ze 's zomers by goed weer buiten op het bankje zaten, of by ongunstig weer of 's winters binnen. Vader kon moeder soms urenlang aan zitten staren, zonder dat oen enkel woord ovor zyn lippen kwam. Waar hy dan over dacht, dat wist kleine Willem niet; misschien wist moetje het; misschien vader alleen. Zoo hadden ze samen gelukkig geleefd, die jaren, waarin moetje by vader en kleinen Willem was. Het was nu al byna twee jaar geledon, dat vader Wimpie by de hand geno men en hem naar moetje gebracht had, naar Wimpies lieve gestorven moetje. Vader had niets, niets gezegd, maar hy had ergvreomd gekeken, dacht Wimpie, toen ze daar zoo met hun beiden voor het sterfbed stonden. Hy had niets gezegd, maar hy had Wimpie naar zich toe getrokken en aan zijn hart gedrukt, alsof hy bang was, dat men hes Wimpie zou afnemen. Wimpie herinnerde zich dat alles nog zoo goed. Nog ziet hy do strakke gelegenheidsgozichten vóór moeder uitgedra gen wordt; nog hoort hy do door koek, bier en jenever opgewonden familieleden beneden schertsen, lachen, joelen, do doode reeds vergeten en in hun uitgelaten stemming slechts aan het leven, het warme leven om hen heen, denkend, terwyl hy, kleine Wimpie, boven in een hoekje op zolder zyn groot leed uit tracht te weenon, en vador nergens te vinden is. En hy denkt aan het leege in bun leven, dien tyd daarna. En zoo dikwyis hy daaraan denkt weent zyn tcero kinderziel. En vader? Vader zegt niets, en werkt maar steeds door, van den morgen tot don avond; altyd maar do^r. De „rooie was by Teeuwisson, boer Toeuwisson, van „Lindenhof," eersto knecht. De baas mocht hem graag, don „rooie". Goed voor zyn werk, gewillig, bekend als een oppassend, eorlyk-meenenci, braaf man, een goed vader, mocht men hom graag. Toon, zooals men op „Lindenhof' don „rooie" noemde, Toon, rooie Toon, of enkel de rooie, gaf goen reden tot klagon; hy had zo zelf ook niet. Do baas en de vrouw waren altyd heel goed en vriendelyk jegens hom, zyn vrouw zaliger en kleinen Willem geweest; de meiden en knechts hielden van hem en hadden oon zekeren eerbied voor hem. Wat was de vrouw nóg goed voor Wimpie! Ze had altyd veel van den kleinen jongen gehouden; nu, na Anne's dood, schoen ze nog meer van hem te houden. Heel dikwyis kwam Wimpie op do hoeve ruot do kinderen spelen, en vrouw Teeuwisson was dan altijd heel hartelyk jegens het ventje, vooral in het laatste anderhalf jaar na zyn moetjes dood. Nu weer zou Wimpie drie dagen op „Lindenhof' blyven, tot dat vader van zfjn reis terug zou zyn. Want vader ging een reis maken, een heel verre reis, voor zyn pleizier naar Amster dam. Do goede man had zich eindelyk door oom Jan, Anne's eenigen broer, die te Amster dam gehuwd was, laton over halen om ook eens wat van de wereld te gaan zien. De wereld is zoo groot en hy was nooit verder dan het naburig, dorp geweesthy moest toch ook eens iets van de wereldgaan zien; het werd meer dan tyd. Dat had oom Jan ook al gezogd, toen hy voor de begrafenis van zyn zuster overgekomen was; hy moest eens naar hem toe komen, dan zou hy nog eens zien wat er in de wereld te koop was. Daar had de „rooie" toen niet veel op geantwoord. Toon sprak hy nog mindor dan ooit, toen zyn vrouw en zyn dochtertje uitgedragen waren. Maar door den' tyd had zich toch langzamerhand het plan by hem gevormd de wereld eens te gaan zien. Hoe hy er eigenlyk toe gekomen was? Ja, dat wist hy zelf niet, maar het plan had zich nu eenmaal by hem gevormd, en nu zou hy hot. ten uitvoer gaan brengen. Wat hy zich eigenlyk wel van de groote stad Amsterdam, voorstelde? Ja, dat was iets heel neveligs, maar dit stond by hem vastAmsterdam was alles, wat men onder „de wereld" verstaat, goed en kwaad. Hy beefde, wanneer hy aan al de goddeloosheid en misdadighoid dacht,, die het woord „Amsterdam" voor hem in zich sloot. Waarom hy niettegenstaande zyn vrees voor Amsterdams boosheid toch or heet. wilde, daarvan kon hy zichzelf geen roken- schap geven, maar een feit was het, dat hy naar Amsterdam geschreven had, of liover: had laten schryven, want in de schrijfkunst was hy niet een van de sterksten, en dathy een briefkaart van Jan ontvangen had met het bericht, dat by welkom was, en dat hy met zyn vrouw aan het station zou zyn om hem af te halen. Kleine Willem zou niet meegaande „rooie" vond het beter, veiliger eigenlyk, het ventje thuis te laten. Wimpie zou de dagen van vaders reis op „Lindenhof' komen. De vrouwt zou heol goed voor hem zyn, dat wist do „rooio" wel. Mie, die anders halve dagen by den „rooie" kwam om het huishouden te doen, kon dan ook eons een paar daagjes uitgaan. Zoo was alles ten beste geschikt. Kleine Willem zag erg op tegen het oogen blik van scheiden. Flauw was zyn voorstelling van de plaats,, waar vader naar toe zou gaan; maar hy wist wel, dat die heol ver af was, wel duizendmaal zoo ver als van het eene eind van het dorp naar het andere minstens,, dacht hij. En ze waren nog nooit van elkaar, af geweest, vader en hy, on nu ging vader- Vervolg der Advertentien. Sociêté Anonyme. Cognac'9 Fins Eoia .f 1.40 dc Liter lin verzegcl- 7 do boinando llcsch van 5 Liter, voor zien van bot attest van Dr.P.F. van HAMEL BOOS. Procffleseh f 1.30. Coppaaa op fles3chou it diverso pryzon. a is diverso pruzon. Uitsluitend verkrijgbaar bij: iUPITER en JUNÖ. Hébó schonk, volgons 'toud vorhaal» Den goden Nektar by hun maal. Dat was in d'ouden, bangen tyd Van bygeloof en van duisterheid. Maar sinds oud Griek'lands godenschaar Verjaagd is, Joost mag weten, waar; Sinds Juno werd gedegradeerd, En Jupiter gepensionneerd; Sinas is de Nektar aan een kant, Maar maakt Hóbó met eigen hand Voor Juno en haar man Jupyn By 't maal eon Pudding, extra fijn. Een THOMSON'S PUDDING [met Citroen bereid, Dit is nu meer van onzen tydl THOMSON's PDDDINGPOE- DEK, in 10 smaken, h 10 cents per pakje; alom verkrygbaar. THOMSON'S VANILLESÜI- EEK ii 5 cents per pakje. Men eische by zynen Winkelier THOMSON! THOMSON 1 TUOM. SON! en weigerede vele waardelooze namaaksels in don handel. 8616 27 van nette Burgerlieden, die een vrye Kamer en een net en degeiyk Iiostbuis verlangen. 6173 6 Adres: Papenstraat 4. Bodeponeerd Fabriekmerk Verkrijgbaar blji 2086 20 15. VISCE1MARKT 15. brandt men dagelijks op Duitsche wijze 389 12 uitmuntende door geur en smaalt Prijs per ff ons Cent VERKOUW&STOKHUYZEN, STEU1VE ItIJLY 17. deïlafu^r-V/oltên J ryr» vck''jjgbaar by 8212 23 KBEDXET. Meubelen, Bedden, Matrassen, Ledikanten, enz., worden op zéér I I gemaldreiyke voor- I I waarden geleverd, I onder de stipiste ge- heimhoudiug. Brieven Bureel van dit [Blad onder No. 8530. I KREDIET. oo yliE 6145 7 RECHTE" Haarlemmer-Olie alleen verkrygbaar by >E KONING TIIXY, 4.c ht er straat 15, Haarlem. Zjjt Gii Doof?? Alle gevallen van DOOFHEID of HARDHOOllIGHEID zyn nu Geneesbaar door onze nieuwe uitvinding, behalve degenen, welko doof geboren zyn. Gegons in de ooren houdt direct op. Be schrijft Uw geval; onderzoeking en raad vry; men kan zich met weinig onkosten te huis genezen. 6164 14 Dr. Dalton's Aural Institute, 590 La Salle Ave., CHICAGO ILL Al wat men koopt op Zon dag, terwijl het even goed een dag vroeger of later gekocht kon worden, koopt men veel te duurt Het wordt namelijk gekocht ten koste van de' Zondags rust der winkeliers en hun bedienden. Rjjnlandscfie Bankvereeniging, f. f. Heintz Si Go., £ijn ft,Leiden. ëfëéttt/ depoötio txxn 4oi(ett tn Sangett tormj'n. 7120 8 vier Muizen, ben.- en bovenw., gunstig gelegen in de gemeente Leiden; wekeiyksche huuropbrengst f 19. Ook in perceelen te koop. Tusschenpersonen komen niet in aanmerking. Brieven aan het Bureel van dit Blad onder No. 8528. 10 met geolied linnen; daar deze stof waterdicht en doorschijnend is, kunnen de hoenders by regenachtig weder in de ren blyven en wordt het donkere daarin vermeden, wat by andere niet doorschynende bedekking niet te voorkomen is; dit linnen i9 beter dan glas of asphalt. Monsters en prijsopgaaf gratis. 8607 22 1. Q. RIEM—VIS, Waterloostraat. Den Raag. Men zie voor Kippenvoeder de advertentie voorkomende in dit blad. VAN 8624 42 Vulkachel

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1900 | | pagina 6