II». 12465 "Vrijdag 12 October, A". 1900 (Deze 'Courant wordt dagelijks, met uitzondering van (Zon- en feestdagen, uitgegeven. Het Leidsche Rioleerïngsplan. Leiden, 12 October. Femlleton. flet geheim van den verloofde. DAGBLAD V PRIJS DEZEE COURANT: Voor Leiden pér 8 maanden; i i i I i 1.10. Buiten Leiden, per looper en waar agenten gevestigd zUn 1.30. Franco per post •••«••ssssitssre 1.Ö5. PRIJS DER ADVERTENTLËN": Van 1-6 regels 1.05. Iedere regel meer 0.17- Grootero letters naar plaatsruimte. Voor het incasseeren buiten de stad wordt 0.05 berekend. Officieel© Kennisgeying. Burgemeealor on "Wethouders van LeideD; Gezion bot adrea van do Maatschappij tot Detail- Terkoop van petroleum „De Automaat", houdende I-verzoek om vergunniDg tot oprichting van een ■bowcarplaata van petrolsum, in het peroeel Lange- ^racht No. 62, kadaotr-a' bekend 8eotie B No. 2430; Gelet op do artt. 6 en 7 dor Hinderwet; Geven bij doze kennie aan het publiek, dat ge noemd verzoek met de bijlagen op de Secretarie Idozor gemeente ter viaio gelegd ie; aiamode, dat op ■Donderdag 25 Oct. a. e., 'a voormiddage to elf uren, bp hot Baadhma, gelegenheid zal worden gegeven 'om bezwaren tegen dat verzoek in te brongen. Burgeuieeat-er en Wothoadere voornoemd, Leiden, F. WAS, Burgemeester. ,'11 Oot. 1900. YAN HEYSÏ, Seorotaria. IV, Belangryk is het rapport, dat door de heeren G. J. De Jongh te Rotterdam, J. De Koning te Amsterdam en J. W. O. Tellegen te Arnhem, in opdracht van B. en Ws. alhier, is uitgo- bracht omtrent het plan van rioleering, door den directeur der gemeente-werken ontworpen. Het door deze deskundige commissie uit gesproken oordeel betreft drie vragen, welke haar waren gesteld. De eerste vraag luidt: „is het stelsel, waarop het ontwerp-plan van rioleering der gemeente Leiden van den heer Broekman gebaseerd is, M verkiezen boven elk ander stelsel, welk ook En het antwoord hierop luidt aldus: Het stelBel komt op het volgende neer. Faecaliën, huiswater, het schadelijke fabrieks water en eenig regenwater worden opge vangen in cementriolen, die, onder behoorlijk verval gelegd en voorzien van de noodige 'toegangskokers, ten slotte uitmonden in twee overdekte verzamelbassins, hot eene gelegen in het zuidelijk deel der stad, aan don Zoeter- woudschen Singol, en het andore in het noor delijk deel der stad, aan den Maresingel. De In de binnenstad reeds liggende riolen worden met de nieuwe in verbinding gebracht en doze i laatste worden op verschillende punten van nooduitlaten voorzien, waardoor zij bij over- vulling, die slechts by sterkon regenval kan voorkomen, een deel van hun inhoud in de grachten kunnen overstorten Bovendien zyn spoelschuiven aangebracht, waardoor water uit de grachten in do riolen wordt toegelaten, ten oinde deze te reinigen. By het bassin aan den Zoeterwoudschen Singel wordt een stoomgemaal geplaatst, dat het verzamelde water, door een ijzeren persbuis, pompt in een hoofdriool, dat in het bassin aan den Maresingel uitkomt, waarin dus ten slotte al het water van de stad wordt opge nomen. Hierby is een tweede stoomgemaal ontworpen, dat het water door een ijzeren buis naar Katwyk in de Noordzee perst. De leidende gedachte by het ontwerp is om de faecaliön en het huis water met een deel van het regenwater in de riolen te verzamelen en het geheel, voordat het tot rotting kan overgaan, uit de gemeente te verwyderen. By uitvoering van het ontwerp zal dus onrein water niet meer in de grachten komen, tenzy by een enkelen zwaren regen, in welk geval de nooduitlaten werken. Dan zal echter het rioolwater in de grachten komen in zoodanig .verdunden toestand, dat van merkbare ver ontreiniging der grachten geen sprake zal zyn. Volgens het bovenstaande bestaat het ont werp uit twee van elkander schorp onder- scheiden deelende inrichting tot verzamelen van het water (het eigeniyke rioolstelsel) en de inrichting tot vorwydenng van hot water naar zee. Deze laatsto inrichting geeft het antwoord op de vraag, die de deskundige commissie in de eerste plaats moet bezig houden: wat to doen met het verzamelde rioolwater Zy deelt geheel de meening, door don directeur in zyn rapport ontwikkeld, dat de elders opgedane ervaring geen vryheid geeft de gemeente Leiden te adviseeren tot de toepassing van eenig stelsel van mechanische of chemische reiniging van zoo ingrypenden aard, dat het water daarna zondor vrees voor verontreiniging kan worden toegelaten in de niet of weinig stroomende openbare wateren, die daarvoor in aanmerking komen. Evonzoo moet het denkbeeld worden ter zyde gesteld, om uit den rioolinhoud verkoop bare meststoffen af te scheiden, of wel deze direct aan den landbouw ten nutte te brengen door gronden er mede te bevloeien. Ook verdient het voorgestelde systeem aanbeveling boven het denkbeeld om het water te reinigen met behulp van bezinking en filtratie door den bodem. Ook hiervoor ls, hoowel in mindere mate dan by bevloeiing, oen vry uitgebreid terrein noodig, dat slechts op zekeren afstand van de stad te verkrygen is. Een kostbare persleiding en bemalings inrichting wordt er niet door overbodig ge maakt, en bovendien zyn moeilykheden te voorzien by den afvoer van het gefiltreerde water. Het voorstel van den Directeur, om het water in zee te persen voordat de organisch© bestanddeolen tyd gehad hebben, om tot rotting over te gaan, lost het vraagstuk volledig op en sluit alle mogelykheid uit tot veront reiniging der openbare wateren in de gemeente. Daarmede is echter niet beweerd, dat elke andere bevredigende oplossing van het vraag stuk is uitgesloten. De deskundige commissie meent hier de aandacht te moeten vestigen op do zooge naamde, ook door den directeur der gemeente werken in zyn rapport aangehaalde biologische reinigingsstelsels, waarby van de werking der bacteriën wordt gebruik gemaakt, om het wator te reinigen, nadat het grove vuil in een zlnkbak door een rooster is terugge houden. Hot water wordt dan geleid op een filter, gevuld met puin, grove grind, cokes of dorgelyko bestanddeelen, die een uitgebreid aanrakingsvlak met het water aanbieden; na eenige uren wordt het water weder afgelaten en heeft het een zoodanige reiniging onder gaan, dat het in vele gevallen zonder be zwaar in de openbare wateren kan afvloeien. De werking van deze filters wordt in vele gevallen ondersteund, dikwyis gedeeltelyk vervangen door het aanbrengen van verrot- tingsbassins (septic tanks), waarin het riool water oveneens door de inwerkiDg van do zich daarin vermenigvuldigende bacteriën zoo danig gereinigd wordt, dat het, zy het ook na nog een ruwe filtratie te hebben onder gaan, in de openbare wateren kan worden afgeleid. De commissie meent zich hier te kunnen onthouden van uitvoerige technische byzonder- heden aangaande deze stelsels, daartoe ver- wyzende naar de uitgebreide vakliteratuur omtrent dit onderworp, en zich te kunnen bo- palen tot con beschouwing omtrent de waarde, die aan deze stelsels voor het onderhavige onderwerp moet worden gehecht. Ware het, dat de gemeente Leiden gelegen was aan een snelstroomende rivier of wel in do onmiddeliyke nabyheid der zee, zy zou meenen zich ook van deze beschou wing te kunnen onthouden. Immers, dan zou een groot deel der kosten van persbuis en pompstations van de begrooting kunnen vervallen en zou er geen aanleiding bestaan, om ter verkrijging van mindere aanlegkosten het maken der biologische filters te overwegen. Daar de behoefte aan verbeterden afvoer van faecaliön en huiswater zich allerwegen doet gevoelen, en daar tal van steden niet in de gunatige omstandigheden van Leidon vor keeren, dat zy, al is het met nietonbelangryko kosten, hun water naar zee of naar een stroomende rivier kunnen stuwen, is het niet te verwonderen, dat de quaestiedertoepasseiyk- hoid van biologische filters in een aantal gemeenten op don voorgrond treedt. Na een vry langdurige periode van proefneming, voor- namelyk in Engeland en Noord-Amerika, is hot stelsel in eenige op zich zelf staande gevallen met goed resultaat aangewend, nl. by hospitalen, enkele huizengroepen, enz. Voor zoover dor commissie bekend is, heeft echter nog geen gemeente het stelsel in het groot toegepast, zy het ook dat naar een mede- deeling van dr. JenDy Weyerman in de .Hygiënische Blader.", de stad Manchester heeft besloten voor het ook door fabriekwater zeer sterk verontreinigde rioolwater harer bevolking van 650,000 zielen, biologische filters aan te leggen tot een oppervlak vsn 24 Hectaren. De stad Sheffield verkeert in ongeveer het zelfde geval: men heeft aldaar in 1886 een klaarinrichting gemaakt, waarby men echter de slib, die achterbleef, niet kon kwytraken. Men is toen overgegaan tot don aanleg eener biologische inrichting berekend op 3000 M3. per dag als proef, en heeft thans besloten tot een aanleg voor 78000 M3 per dag. In een rapport aangaande dergelyke inrich tingen van dit jaar deelt prof. Bakhuis Rooze- boom mede, dat thans te Barrhead het riool water van 10000 personen biologisch gereinigd wordt en dat men voornemens is, hot stelsel te Exeter in te voeren voor 40000 zielen. De commissie bepaalt zich tot deze enkele mededeelingen, die uit de technische literatuur van den dag met een aantal zouden te ver meerderen zyn. De omstandigheid, dat de biologische filters 'tot dusver nog 6lechts op kleine schaal en by wyzo van proefneming werden toogepast, maakt haar huiverig de gemeente Leiden aan to bevelen een zoodanige inrichting voor haar rioolwater aan te leggen. Daarby komt nog de moeiiykheid om do kosten van zulk een inrichting ook slechts by benadering te be groeten, zoolang niet het verband vaststaat tusschen den aard van het Leidsche riool water en het benoodigde nppervlak en de samenstelling van het filter. De meerderheid der commissie acht hot van groot belang voor de gemeente Leiden om door middel van een proefneming te trachten tot de kennis van dit verband te geraken. De ter-aarde-bestelling van het stoffoiyk overschot van prof. dr. D. E. Siegenbeek van Heukelom is bepaald op Zaterdag, tegen half- öén, op de begraafplaats aan de Groenesteeg. Naar wy van bevoegde zyde vernemen, is het 't verlangen der familie, dat aldaar alleen door den rector-magnificus der univor- siteit het woord zal worden gevoerd. Blykens achterstaande advertentie zal op Maandag 22 October, 's avonds te acht uren, een orgelbespeling worden gegeven in de Pieterskerk door den heer C. B. Duyster, organist van genoemde kerk, met medewerking van mej. Jeannette Weys, sopraan-zangeres, ten bate van het .Liefdefonds". Het programma bevat werken van Bach, Handel, Eberlin, Mendelssohn, Rheinberger, Van Beethoven on Valerius. Kan de uitvoering reeds hierom worden aanbevolen, ook met het oog op het doel vestigen wy er de aandacht op. De winterlezingen, welke reeds tal van jaren in het Nutsgebouw alhier werden ge houden, zullen ook nu weldra weer een aan vang nemen. Andermaal zullen er in zes lezingen sprekers van naam, in Christel yke kringen hoog aangeschreven, optreden. Velen voorzeker zal dit bericht aangenaam zyn. Voor nadero byzonderheden omtrent deze tot nu toe steeds goed bezochte byeenkomsten verwyzen we (inzonderheid heeren studenten en onder- wyzers, voor wie deze lezingen hoogst leerryk kunnen zyn) naar een in dit blad voorkomende advertentie. De 1st© luit. A. L. Van Harpen Kuypor, van het 3de reg. huz. te Amsterdam, wordt 1 Nov. overgeplaatst by het depot-escadron van hot korps te Leiden. In de te Maastricht gehouden algemeene vergadering der Ned. Gustaaf-Adolf-Vereeniging bleek, dat het ledental ongeveer stationnair gebleven was, maar dat de inkomsten door verschillende giften en legaten een belangryk hooger oyfer aanwezen dan vorige Jaren. De heer Van Ketwich, van Leiden, deelde mede, dat hy wogens zyn hoogen leeftyd zyn ontslag had genomen als secretaris en de taak nederlegde, die hy 20 jaren lang mot groote opgewektheid en toewyding had volbracht, doch dat hy op verzoek van zyn mede-hoofd bestuurders nog eenigon tyd die betrekking zou blyven waarnemen met den 6teun van den hem toegevoegden tweeden secretaris, den heer v. d. Loeff. De ontvangsten hadden bedragen In het met 1 Augustus l.L afgesloten dienstjaar 33,354; de uitgaven ƒ19,281, zoodat de nieuwe rekening opende met een batig saldo van 14,073. In hoofdzaak word het ondersteuningsplan door de vergadering bekrachtigd. Dienvolgens zullen aan 30 gemeenten in Nederland voor schulddelging, ondersteuning of stichting van scholen, Prot. ziekenhuizen of tot onderstand dor korkolyke administratie bfidragen worden uitgekeerd van 60—250, tot een gezamen- ïyk bedrag van 4250, aan de kost- en dag school in de Minahassa (Oost-Indië) 800, aan 20 gemeenten van Rynpruisen, by dragen van 50 tot 120 Mk., 2100 Mark, aau 23 gemeenten in "Westfalen 2800 Mark, aan 84 gemeenten in Hongarye, Bohemen, Moravië, Silezië, Karinthiö, Stiermarken, Galicië, Zevenbergen en Beieren, Baden en andere deelen van Duitscbland, 8560 Mk., aan drie in Aziatisch Turkye 800 Mk., aan zeven in België 700, aan twee in Spanje elk 250 Mk. en eon in Frankryk van 200 fr. Aan den Central- vorstand to Leipzig zal 400 Mk. worden gezon den, terwyi de feestgave ad 270, door de afdeolingon byeengebracht uit de kas, met 90 verhoogd werd en nu gebracht op 360. Uit het tot het ontvangen dier feestgaven door hot hoofdbestuur aangeboden drietal Klein-Broseel (Oost Silezië), Kölckse (Hongarye) en Murzzuschlak (Stiermaken), die elk een derde der uitgebrachte stemmen op zich vereenigden, werd by het lot de eerstgonoemde aangewezen. De aan deze reeds toegekende bydrage zal mitsdien tusschen de beide andere verdeeld worden. De volgende vergadering zal te Leiden worden gehouden. De heer Lohman is door de Gemengde Commissie voor de Stenographie uit de Staten- Generaal tot Voorzitter herbenoemd. Tot leden der commissie voor de verzoek- schriften aan de Tweede Kamer zyn benoemd j do heeren Smeenge, Geertsema, De Bieber- stein, Van Heemstra en Verhey. Ten raadhuize te 's-Gravenhage is aan- besteedhet maken van de binnenhaven en binnenvoorhaven, mot daarby behoorende kaai- muren, steenglooiingen, loswallen en verdere werken, het ophoogen en afgraven van het omliggonde terrein en het maken van een gedeelte zeewering, oen en ander in de West- duinen, ten behoeve van de visschershaven to Scheveningen. Minste inschryvers: C. De Groot on C. L. Kalis, te Sliedrecht, voor f 1,517,000. Een byzondore plechtigheid vond gister-, avond plaats in do Koepelkerk der Ned -llerv. Gemeente to Amsterdam. Daar werd de heer H. J. Eggink, bestemd om under do Battaks op Sumatra het Evan- gelie te verkondigen, als zendeling ingezegend. De feestredenaar, ds. A. Voorhoeve, sprak naar aanleiding van Lukas 10 vers 3: „Gaatj henen; zie, ik zend u als lammeren in het midden der wolven." Waar de Tedenaar de roeping en de ver- plichtingen van den zendeling besprak, zeide hy, dat het zeker de roeping van den ver- kondiger van het Evangelie, die als lam onder de wolven was gegaan, niet is den steun in te roepen van kanonnen en bajonetten, en dat het niet lag op don weg der regeeringen voor het leven van éón zendeling te vragen 1 dat van duizenden, of om in ruil daarvoor havensteden te bezetten. Den heer Eggink hield hfi voor het gewicht j zyner zending, waarin hem reeds in 1856 ds. Witteveen was voorgegaan. Toch waren nog slechts weinigon der Battaks op Sumatra tot het Christendom bekeerd. Ds. P. E. Barbas, uit Haarlem, alvorens tot de plechtige inzegening tot het ambt over te gaan, wees er onder meer op, dat de gezondene geen staatkundige, doch uitsluitend een godsdienstige zending heeft te vervullen. 1 De heer Eggink, een jong en krachtig man, die, afgevaardigd door het Java-comitó, na volbrachten studietyd naar Indië vertrekt, vergezeld van zyn echtgenoote, sprak daarna van den kansel woorden van dank en afscheid, ook tot zyn ouders. Tot slot der samenkomst word het woord gevoerd door ds. M. A. Adriani, zendings- director te Utrecht, van wien de heer Eggink, Leidenaar van gobooite, een leerling is. Jhr. mr. J. H. Van Haersma do With, jagermee8tor van H. M. de Koningin sedert 7 April 1892, is te Apeldoorn overleden. Op 17 November vertrekt een detache ment der koloniale reserve, sterk 100 man, naar Indiö. Mr. R. Melvil baron Van Lyndon heeft, naar men in Den Haag verneemt, verlof aan gevraagd tot het aannemen zyner benoeming tot secretaris-generaal vair het bureau van het Internationaal Hof van Arbitrage, en tevens zyn ontslag ingediend als rechter te Utrecht. De heeren mrs. Asser, lid van den Raad van State; Coninck Liefsting, presiJent van den Hoogon Raad; jhr. Ruys deBeeronbrouck, Commissaris der Koningin in Limburg; en jhr. Do Savornin Lohman, lid van de Tweede Kamer, zyn, naar men meldt, uitgenoodigd om als lid zitting te nomen in het Intorn. Hof van Arbitrage te 's-Gravenhage. By aankomst te Künig werden Hare Majesteiten de Koningin en de Koningin-Moeder aan het station afgehaald door den erfgraaf Hot schitterende diner was afgeloopen. Do gaston hadden zich verstrooid in de verschil lende zalen van het slot. De oudere heeren zochten een toevlucht aan de speeltafel en legden bedaard hun goed gevuldo beurzen '.voor zich neder. Anderen verborgen zich achter een courant of verdiepten zich in gewichtige gesprekken over politiek en sociale quaestie. Bejaarde dames bladorden in geïllustreerde tydschriften en albums, die in grooten getale ,voor de gasten gereed lagen. By do piano stond een groep jongelieden. Een jonge, blonde heer liet de handen over de toetsen gaan in geduldige afwachting, dat het de jongedame aan zyn zyde mocht behagen om het lied te beginnen, waarop zy hot gezelschap wilde vorgaston. De overige leden van hot gezelschap hadden de eetzaal verlaten, om zich naar den heorlyken tuin te begeven, die prachtig was aangelegd en het gehaele slot omgaf. Op dezen avond bood de tuin waariyk een too verachtig schouwspel aan. Een broede steenen trap leidde van uit de eetzaal naar buiten, waar kleurrijke lampions als reusachtige vlinders en bonte bloemen overal in de takken der boomen hingen. Het zilveren maanlicht herscLiep alles als in een feeënrykde heldere kiezelpaden staken scherp uf by do donkere schaduwen der boomon, waartusschen de maan enkele lichtstrepen wierp. De hemel was geheel onbewolkteon zacht avondkoeltje fluisterde in de boomen. De grooto fontein naast de steonen trap wierp tallooze diamanten stralen omhoog, waarin do gloed der lampions veelkleurig weerkaatste. Van af deze fontein leidde een kleine beukenalleo naar een kunstmatig aan- gelegdon vyver, die heerly'k eenzaam op een verborgen plekje van don tuin lag. In de schaduw der struiken, die den vyver omgaven, stonden een paar banken, die een aangename rustplaats aanboden. Daar zat, in gepeins verzonken, een schoon negentienjarig meisje. Het was Natalie, do beminnenswaardige dochter van den gastheer, sir Everard, den eigenaar van slot Noon. Gedurende een reeks van jaren had sir Everard door zyn iföitongewone geestesgaven in het Parlement geschitterd. Na den dood zyner aangebeden vrouw had hy zich echter aan het openbare leven onttrokken, om zich geheol aan de opvoeding zyner eenige dochter te wyden. Eerst toen deze voltooid was, opende hy weer de gastvrye zalen van zyn slot, om met echten vadertrots zyn dochter aan de familiën van haar stand voor te stellen. Het jonge meisje had stormenderhand aller harten veroverd. Niet slechts haar schoono gestalte, haar lief gezichtje, haar stralende, sprekende oogen hadden iedereen in bewon dering gebracht, vooral haar natuurlyke een voud en haar lieftallige manieren zetten iedereen in verrukking. Natalie hield veel van gezelschappen en feesten. Zy was dan altyd vergenoegd en vroolyk. Haar hart was echter niet verzot op vermaak; zy was degelyk genoeg, om ook smaak te hebben in meer ernstige dingen. Voortreffelyke leermeesters hadden haar aanleg zoo goed mogelyk ontwikkeld, en by de vorming van haar verstand was die van het hart niet vergeten. Natalie was godsdienstig en deugdzaam; ondanks haar jeugd was zy reeds de moeder- lyke troosteres van do armen in den geheelen omtrek en daardoor geëerd en bemind in ge heel Noon. Kort geleden had zy in gezelschap een jongen man ontmoet, die door zyn gansche optreden gunstig afstak by de ovorige jon gelingen, die zy kende. Met zyn indrukwek kende, ridderiyke gestalte en zyn aangename, geestige gesprekken, had hy oen buitenge wonen indruk op do ryke erfgename van Noon gemaakt. Alfred graaf van Dentry bezat niet alleen schoono landgoederen en een groot fortuin, wat meer ishy bezat ook de edele eigen schappon zynor ouders, die altyd alom hoog geëerd waren geweest. Hy was pas een jaar geleden in Engeland teruggekeerdlangdurige reizen hadden zyn verstand gerypt. De dood zyns vaders had hem naar huis geroepen en na dien tyd bestuurde hy per soonlek zyn goederen, tot welzyn zyner onder danen en tot vreugde zynor dierbare moeder, aan wie hy met innige liefde gehecht was. Er werd veel gesproken over buitengewone en treurige lotgevallen van de familie Dentry het waren echter onvolledige geruchten, byna romantische verhalen, die zeker van allen grond ontbloot waren. Ook op graaf Alfred Dentry had de eerste ontmoeting met Natalie een zeldzamen indruk gemaakt. Haar liefeiyk beeld zweefde hem steeds voor den geest, en do wonderbare ge voelens eener eerste liefde ontkiemden welig in zyn hart. Vandaag had hy aan tafel zyn plaats naast de beminnelyke Natalie; na af loop van het diner had hy haar achtergelaten in het gezelschap van verschoiden bejaarde dames. Nochtans lette hy in de verte op iedere beweging van Natalie en genoot hy van iedero schittering in haar schoono oogon. Soms dacht hy, dat haar blik zoekend door de zaal dwaalde. Zy sloeg do oogen echter dadelyk beschroomd noer, als zy bomorkto, dat mon haar gadesloeg. Een warme gloed kleurde dan haar lief gelaat. Nu zat Natalie aan den vyver. Zy was nog nooit zoo gestemd geweest als vandaag. Glimlachend keek zy naar beneden in het kristalheldere water; haar eigen beeld lachte haar uit de diepte tegen. Yan verre hoorde men de gesprokken der pratende gasten, die door het park wandelden. Zy was hun stilletjes voorbygesneld, want zy wilde alleen zyn, alleen met haar gedachten en gevoelens. Opeens hoort zy voetstappen in haar naby heid. Zy staat verschrikt op. „Graaf AlfredI" Met dezen uitroep begroet zy blozend den verstoorder harer eenzaamheid. „Verwydert gy u van het gezelschap, freule? Is er iots geweest, dat u hinderde, of verveelt gy u onder de menschen?" „Geen van beide," antwoorddo zy beschei den; „maar de hitte was zoo drukkend, ik verlangde naar de frissche avondlucht. En wio zou my in zoo'n groot gezelschap missen?" „Toch werd de freule zeer gemist," zeide graaf Dentry galant; „veel meer dan u denkt." By deze woorden boog hy zich tot de jonge dame neder en bracht haar hand eerbiedig aan zyn lippen. Eensklaps klonk van de piano in het slot een wonderschoon lied. Een krachtige, sym pathieke altstem zong een der schoono liede ren van Schumann; het gezang werd door do zachte vleugelon van hot avondkoeltje naar den vyver godragen. Alfred en Natalie luisterdon naar de schoono melodie, die met veel gloed en gevoel werd voorgedragen en meesteriyk op do piano word geaccompagneerd. Goedo muziek stemt altyd ernstig, vooral in de eenzaamheid, en nog meer op hot oogenblik, dat twee jongo barton voor elkander kloppen en do bekentenis hunner liefde op beider lippen zweeft. „De zangeres is myn nicht Rosina," zeide Natalie Noon, om oen eind te maken aan do py'nlyke stilto. „Zy heeft eon prachtige altstem. Bovendien is haar voordracht gloeiend; haar geheele vor- schyning is eenigszins buitengewoon, alsof zy j uit het Zuiden komt. Is freule Rosina een Engelscho?" „Maar half. Haar vader is lang admiraal van do vloot goweost on is met een wonder- baar schoono Moxikaansche getrouwd. Rosina moet het sprekend evenbeeld haror overleden moeder zyn. Zy heeft deze helaas reeds al9' klein kind verloren en heeft daardoor eon| buitengewone opvoeding gehad. Haar vader wilde niet van zyn oenig kind scheiden: Rosina ging dus niet naar een pensionaat. Zy word volgens het idee van haar vader voor treffelijk opgevoedieder ander vond het echter excentriek. Zy moest als een jongen loeren paardr'yden, zwemmen, jagen en turnen oir meer van die dingen. (Wordt vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1900 | | pagina 1