Ifc 12461
Maandag 8 October.
A#. 1900
feze (Courant wordt dagelijks, met uitzondering
^van (§on- en feestdagen, uitgegeven.
Feuilleton.
Adellijk en burgerlijk bloei
BAG-BLAD.
paus DEZER COURANTt
Voor Lolden per 8 maanden j s "k 1.101
"Buiten Leiden, per looper en waar agenten gevestigd zyn 1.80.
r ifranco per post i j i I i i I i i I t ti 1.65.
PRIJS DER AD VERTEN TIEN:
Van 1 6 regels 1.05. Iedere rogol meer 0.17 J. Qrootere
lettors naar plaatsruimte. Voor het incasseeren buiten de stel
wordt 0.05 berekend.
Leiden, 8 October.
In het „Hötol du Nord" alhier heeft de
laari y kscbe algemeene vergadering plaats gehad
(an het „Voefonds Leiden".
De president, de heer Jbs. De Graaf, te
Leiderdorp, opende de vergadering met een
Woord van welkom aan de aanwezige leden
en sprak zijn spijt er over uit, dat slechts
een SD-tal, het bostuur medegerekend, aanwezig
waren.
Daarna werden door den secretaris, den
3. 13. Wesselingh, van Hazerewoude, de notulen
der vorige vergadering voorgelezen en onver
anderd goedgekeurd met dank van de ver-
'gadering.
Vervolgens werd verslag uitgebracht over
de lotgevallen van de vereeniging gedurende
'het afgeloopen jaar.
De vereeniging had te botreuren het verlies
'van een bestuurslid, dat steeds met woord
en daad de belangen van het Veefonds be
hartigde; aan wjjlen het bestuurslid Veelenturf
jwerd een stille hulde getracht,
t' Overigens had de lieer Klaus, van Alfen,
wis bestuurslid zijn mandaat neorgelegd en
Waren er alzoo twee vacaturen.
Ook dit jaar ging de vereeniging vooruit
'zoowel wat betrof het aantal leden als den
'flnancieelen toestand; 86 nieuwe leden traden
■toe en f 1574.59' was het batig saldo in het
«fgeloopen jaar. r v
Ontvangsten:
geassureerd werden 6045 rundoren
a ƒ1.50f 9067.50
£6 nieuwe leden a ƒ5 tradon toe 430.00
aan vleesch en vet van afgekeurde
runderen werd ontvangen 1122.76
'aan rente Tan het reserve kapitaal 68.57
diverse kleine ontvangston 10.13
totaal ontvangsten. 10088.95
Uitgaven:
aan schade door afgekeurd vleesch
le kwartaal2731.00
Idem 2e 1272.00
3e 1488.70
4e 2419.00
wan salaris werd betaald 400.80
'aan reiskosten werd betaald 568.07
aan diversen werd betaald. 234.78'
totaal der uitgaven 9114.35s
totaal der ontvangsten, 10688.96
batig saldo1574.59'
In 1896 '97 was het aantal loden 296.
1897-'98 381.
1898 '99 485.
1899 '00 671.
'In '96 '97 werden geassureerd 3448 runderen.
In'97-'984288
In'98-'996693
In'99-'006045
In '00—'07 was do schado ƒ3388.44» en hot batig saldo 538.41
In'Ö7—1'08,6427.78 1288.29»
In *98—'90 0009.07 2061.23
In'90-'00 7910.70 4236.72»
'zoodat de Vereeniging ,het Veefonds Leiden'
op dit tijdstip 671 leden telt en een kapitaal
bezit van 4235.72', en^de toestand derhalve
wlleszins bevredigend is.
I Van vermindering der premie kan nog niets
■komen, daar, als er ƒ1.25 per rund zou be-
l'taald zijn, de financieels toestand achteruit
g zou zUn gegaan.
I' Nog werden medegedeeld twee besluiten
.van het bestuur t. w.
lo. zullen steeds fctf aangifte van run
deren by een der bestuursleden do 1.50
!dadeiyk moeten worden voldaan.
2o. by het assureeren van koppels slacht
vee moet de waarde en het Blgnalement van
elk rund afzonderiyk worden aangegeven.
Daarna had de verkiezing plaats van twee
nieuwe bestuursleden (vacature Veelenturf en
Klant). Gekozen werden de heeren A. Kyns-
burgor, van Zooterwoudo en A, Verkley, van
Leiderdorp.
Twee leden van het bestuur, die moesten
aftreden, werden herkozen.
De lreer D. Van Gruting, ryksveearts en
deskundige der Vereeniging, verzooht het
woord, om namens de leden het bestuur en
daarvan voornameiyk het uitvoerend comité,
nl. de hoeren De Graaf, Buis en Key, en den
secretaris, den heer 'Wesselingh, hulde te brengen
voor de moeite en opofferingen, die zy zich
geheel belangeloos voor de vereeniging ge
troosten.
„Het is bedroevend, M. do Pres.", zeide epr.,
„dat van een vereeniging van 571 leden er slechts
35, het bostuur nog medegerekend, aanwezig
zyn, doch dit moot niet beschouwd worden
alsof de arbeid, dien u en uw mede-bestuurders
verrichten, niet gewaardeerd wordt. Het tegen
deel is waar. Ontvang u, geachte Voorzitter,
dezen presidentshamer als blyk van dank
baarheid en hulde door de leden aan uw
persoon en als vertegenwoordiger van het
bestuur. Voer dezen hamer nog tal van jaren,
hy is aan uw handen het beste toevertrouwd."
Daverende toejuichingen I
Niets meer aan de orde zijnde, sloot de
president do vergadering, met een dank
betuiging aan de leden voor de opkomst.
De uitslag der door den architect D. Veil-
brief gehouden aanbesteding, voor het bouwen
van 2 heerenhuizen aan den Vinkweg (gemeente
Zoeterwoude) naby Leiden is als volgt:
Metselwerk: B. M. H. Keiler ƒ2656, Joh.
Van Vliet 3439, W. v. d. Hoogt 3649,
H. Sloos 3681, P. L. Neuteboom 3736,
H. De Bes f 3750 en B. J. Huurman Dz. 4042.
Timmerwerk: J. W. Vreeswyk ƒ3443, J.
B. Hoogoveen 8960, J. Th. Breedeveld 3994,
N. KIoos 4009, Hendr. Verhaaff 4264, J.
Zitman 4278, P. J. Hartovelt 4300, A. B.
v. d. Boon 4390, C. v. Brakel 4419, J. F.
De Bes 4446.10, C. Ch. VanEgmond 4474,
H. P. L. Vorst ƒ4500, H. Den Ouden 4530,
Jac. Bink 4639 en J. Van Kiet ƒ6860.
Hardsteon en Marmer: Jac. Ossevoort 734,
P. J. Van Venetie 760 en Soupart Stra-
ver 850.
Stucadoor- en Cementwerk: A. Boekwyt
560, Fred. A. Wempe 570, 0. J. Blank-
waard 579 en J. Casteloin 694.
Lood- en Zinkwerk: P. IJeselmuiden 299,
A. Rietmeyer 322, P. F. L. Beenakker 335,
L. P. v. d. Drift 338 en A. Bernard 845.
Smidswerk: P. H. Van Eek 274, J. Mooton
ƒ294, Janssen ƒ298, M. H. Verhulst ƒ300
en M. Langezaal Zn. (met gas- en water
leiding) 335.33.
Gas- en Waterleiding: L. P. v. d. Drift 260.
Glas- en Verfwerk: W. T. v. d. Wyngaard
670, W. H. Bey 609, L. J. Bey 650,
J. H. De Jong 732 en F. J. Bleys 1270.
Behangerswerk: J. Franken 70, W. 0,
v. d. Wilk ƒ89.60, N. L. Van Abswoude
95.45 en N. Van Bemmel 99.
By de heden alhier gehouden openbare
verkooping van cozos in partyen van 10 en
5 H.L. waren de pryzen ƒ8.30 en 4.05.
De minister van Binnenlandsche Zaken
brengt ter algemeens kennis, dat in de maand
December en, zoo noodig Januari a. s., te
Leiden, te Utrecht, te Groningen en te Amster
dam gelegenheid zal worden gegeven tot hot
afleggen van de practische examens van
apotheker, vermeld in art. 11 der wet van 25
December 1878. Nadere byzonderhedon In
„Staats-Oourant" No. 285.
De „Pr. Gr. Crt." kan thans met zeker
heid mededeelen, dat prof. dr. H. A. Kooyker
te Groningen tegen 1 November zyn eervol
ontslag heeft aangevraagd.
Het Kamerlid Van der Zwaag lydt aan
een zenuw-ongesteldheid. Het la hem verboden
spreekbeurten te vervullen.
Ds. G. Klumper, te Aarlanderveen, heeft
voor het beroep naar de Chr.-Ger. Kerk te
's-Gravendeel bedankt.
Drietal Ned.-Herv. Kerk te Tiel: J. 0.
Benit, te TerborgL. Knappert, te Asson, en
H. R. Offerhaus, te Veenhuizen.
Onder voorzitterschap van den heer Post
werd Zaterdagavond in hot Zuid-Hollandsch
Koffiehuis te 's-Gravenhage wederom een
vergadorlng gehouden van de Vereeniging
van uit Zuld-Afrika verdreven personeel der
Zuid-Afrlkaansche Spoorwegmaatschappy.
Uit de mededeelingen van den voorzitter
bleek, dat de Noord-Brabant-Duitsche Spoor
wegmaatschappy vry vervoer heeft toegestaan
op haar lynen voor het Bestuur der ver
eeniging; voorts dat afdeelingen zyn opgericht
te Amsterdam en voor Noord-Brabant met
's-Hertogenbosch als zetel. Aanvragen om
afdeelingen te stichten, waren ingekomen uit
Utrecht, Arnhem en omstreken, Rotterdam
en Meppel met omstreken. Den aanvragers
zullen inlichtingen worden verschaft en zy
zullen aangespoord worden, afdeelingen te
stichten. Het voornemen bestaat alle in Neder
land aanwezige verdreven ambtenaren der
Zuid-Afrikaansche Spoorweg-Maatschappy per
circulairs op te roepen tot een vergadering
te Amsterdam, Utrecht of Don Haag, om te
geraken tot oprichting van een Bond, waarby
de reeds bestaande en nog te vormen afdeelingen
zich alsdan kunnen aansluiton.
Naar aanleiding van het bezoek van den
voorzittor en secretaris der Yereoniging aan
do directie dor Z.-A. Sp.-My. te Amsterdam,
werd van bestuurszyde breedvoerig verslag
gedaan. Do directie heeft geen rechtskundig
adviseur aangesteld, doch alleen aan mr. Ka-
kebeeke een lokaal afgestaan der Maatschappy,
om den ambtenaren van dienst te zyn.
Op het verzeek aan mr. Kakebeeke om
uit sympathie voor de zaak der ambtenaren
en voor de Boerenzaak in het algemeen gratis
advies te geven, werd medegedeeld, dat mr.
Kakebeeke tegen vergoeding daartoe bereid
bleek.
Mr. De Vries, advocaat te Amsterdam, had
zich by een onderhoud met een dor bestuurs
leden bereid verklaard, do Vereeniging vry-
wel belangloos by te 6taan.
Deskundigen hadden don bestuursleden ver
zekerd, dat alleen eischen om schadevergoe
ding voor de geleden matorlfiele schade,
kans van slagen zouden hebben, terwyi mr.
Kakebeeke van oordoel was, dat zy (de amb
tenaren), die de wapens tegen de Engelschen
hadden opgovat, geen onkel recht op schade-
vergooding konden doen gelden.
Naar aanleiding van de dlscussiên, ovor
deze punten gevoerd, werd besloten liet be
stuur uit te noodigen, mr. De Vries voornoemd,
te verzoeken als rechtskundig adviseur der
Vereeniging te willen optreden.
By den secretaris zal dageiyks de gelegen
heid opengosteld worden inlichtingen te ont
vangen en schadeBtaten in te leveren.
Besloten werd nog aan de directie te vragen,
wat er geworden is van het ziekte- en onder
steuningsfonds, dat voor het personeel in
Zuid-AI'rika bestond, en of de directie bereid
is, de uitgeweken ambtenaren, in geval dit
noodig mocht zyn, gratis geneeskundige hulp
te doen verstrekken.
Een voorstel om den verjaardag van Presi
dent Kruger op 10 October feosteiyk te her
denken, werd na de opmerking van den
voorzitter, dat in de omstandigheden, waarin
de President en de Republieken op ditoogen
blik verkeeren, tot feestvieren allerminst aan
leiding was niet voldoende ondersteund en
van de agenda afgevoerd.
Tot de nog steeds aanhangige werken der
gemeente Rotterdam behoort de uitvoering der
overeenkomst met de Holl. IJzeren-Spoorweg-
maatschappy tot aanleg van spoorwegwerken
aan den rechter Maasoever in verbinding met
den spoorweg RotterdamSchiedam.
Do Spoorwegmaatschappy, welke de plannen
daartoe aan de goedkeuring van den minister
onderwierp, ontving ten antwoord, dat daartoe
in de eerste plaats concossio behoorde te wor
den aangevraagd.
Ofschoon B. en We. niet kunnen begrypen
op welke weltelyke bepaling de eisch steunt,
dat voor deze verbindingbaan concessie moet
worden aangevraagd, achten zy het toch ver-
geefsche moeite en zonder belang daartegen
op te komen.
Zy stellen mitsdien aan den Raad voor, aan
het Hooger Bestuur een concessie aan te vra
gen en tevens een wet, verklarende het alge
meen nut der onteigening van de in de stukken
ten behoeve der verbindingsbaan nader aan
geduide gronden onder de gemeenten Overschie,
Schiedam en Delftshaven tot een gezamenlyke
oppervlakte van ongeveer 54 hectaren, 98 aren
en 69 centiaren.
De commissie van voorbereiding voor de
oprichting van een Abattoir te Haarlem stelt
aan den Raad voor, met ingang van 1 Nov.
1900 te benoemen tot directeur van het Abat
toir den heer J. H. Van Oyen, veearts, keur-
meoster van het slachtvee te Haarlem, op
een jaarwedde van 8000, benevens genot
van vrfie woning, met dien verstande dat de
jaarwedde tot het tydstip, waarop het Abat
toir ln werking treedt, f 1400 zal bedragen.
Burgemeestor en Wethouders stellen aan
den Raad voor, vier bepaalde terreinen aan
te wyzen voor openbare speelplaatsen, en het
hoofd der politie uit te noodigen de uitoefening
van spelen op andere plaatsen in de gemeente
en in don Haarlemmerhout voortaan te ver
bieden.
B. en Ws. stellen voor, aan dr. B. W.
Hoffmann met ingang van 1 Januari 1901
eervol ontslag te verleenen op verzoek als
rector van hot gymnasium, onder dankbetui
ging voor de vele en goode diensten gedurende
byna 85 jaren aan de gemeente bewezen;
voorts om het pensioen op 1681 te bepalen
en daaraan te verbinden eon jaarlyksche toe
lage van 869.
De Raad der gemeente Snoek benoemde
tot directeur-boekhouder der gasfabriek den
heer N. Do Boer, directeur dor gasfabriek te
Snoek.
Het totaal der thans by de Ned. Zuid-
Atrlkaansche Vereeniging ingeschrovon of in
gekomen giften bedroeg op Zaterdag 6 Oct. jl
ƒ1,228,680.71.
Op 8 October heeft aan het departement
van buitenlandsche zaken do nederlegging
plaats gehad der akte van bekrachtiging van
Japan, van zes ter Internationale Vredes
conferentie te 'B-Gravenhage onderteekende
verdragen en verklaringen.
Wegens overbevolking op de openbare
school te Schellingwoude (over het IJ) zyn
alle kinderen, die op het grondgebied van
Amsterdam wonen, van die Inrichting van
onderwys verwyderd. Daar de afstand naar
een der stadsscholen te Amsterdam voor die
kleinen véél te groot is, zyn ze thans geheel
van onderwys verstoken.
Door B. en Ws. van Haarlem wordt
mejuffrouw C. M. P. A. Fleck te Arnhem,
voorgedragen ter benoeming tot leerares in
de Hoogduitsche taal aan de meisjesschool
voor middelbaar onderwys te Haarlem.
Tot directeur-leeraar aan de hoogsre
burgerschool te Sneek, is bonoemd dr. Z. Th.
Diel, directeur der H. B.-S. te Bridle.
—De heer L. F. Tuyl Schuitomaker, directeur
der kweekschool voor inlandsche onderwyzers
te Probolinggo, is, blykens een te 's Gravonhaga
ontvangen bericht, in den ouderdom van 63
jaren overleden.
Te Roermond is overleden dr. mr. J. H.
Tasset, leeraar in de staathuishoudkunde aan I
de N. H. B.-S., aldaar.
Reeds geruimen tyd is te Rotterdam da
vraag aanhangig of het wenscheiyk moet)
geacht worden het in het Yachtclubgebouw.'
gevestigde museum voor land- en volkenkunde
en het daaraan verbonden Maritiem Museum
te laten voortbestaan.
Aanvankeiyk was het de gevoelde behoefte
aan een geschikt gebouw voor officieels recep-
ties, welke de aandacht op het Yachtclub-
gebouw deed vestigen. Later rees twyfel
omtrent de beteekenis en het nut der bestaande
verzameling, zoodat hot alternatief word gag
steld van geheele opheffing dan wel van
uitbreiding en zoo noodig verplaatsing, terwyl
eindeiyk ook, in verband met geruchten om
trent een beoogde verhuizing naar het thans
vrygokomon gerechtsgebouw aan het Haagse lie''
veer, een meer principieels behandeling werd
verlangd, alvorens tot het benoemen van een
nieuwen directeur stappen te doen.
Waar de commissie op het behoud de_
musea aandringt en wenscht, dat zy zoo.
spoedig mogeiyk onder beheer van deskun-
dige hand worden gesteld, achten B. en W.'.
het niet zoo overwegend noodzakelyk het
Yachtclubgebouw voor officieels recepties Uu
bestemmen en het vroegere gerechtsgebouw
waar8chynlyk tot politiebureau zal moeten
worden ingerioht in verband met andere plan-
nen tot uitbreiding van localitelten in het'
stadhuis, stellen B. en W. voor, die musea';)
in het Yachtclubgebouw te laten en hen ta;
machtigen, het noodige te doen voor de ver»
vulling van het directeurschap en daartod'
sollicitanten op te roepen.
Naar aanleiding van een hoofdartikel,
waarin de meening werd uitgesproken, dat dé
uitzending der „Friesland" door da Neder-
landsche Regeering naar do DelagoabsM,
niemand baat had verschaft, ontvangt h^\
weekblad „De Amsterdammer" een brief va^
den heer N. Van Zeeburgh, te Groningen,
dlo o. a. schryft:
„Het verwondert my, dat u biykbaar onbe,
kond zyt gebleven met het feit, dat, kort na
do occupatie van Pretoria door de Edgelachen,
eenige Hollandsche mannen en vrouwen mot
kinderen een zeer gastvry tehuis hobben
gevonden, gedurendo eenige weken, aan boord
van het pantserdekschip „Friesland", toentor-
tyde liggende ln de Delagoabaai.
„In stryd met uw meening, dat niet eenig» j
landgenoot gebaat is kunnen worden, peoflt
u, uit eigen ondervinding, de verzekering, dat
wy uit zeer groote moeilijkheden zyn gei aakt
door de opname aan boord van de „Friesland".,
De commandant van het Duitsche oorlogs
schip do „Schwalbe", ook in Portugeesche
wateren liggende by- Lorenpo-Marquez, scheen
geen orders van zyn regeering uit Beriyn te
„Goddank, dat gy op uw dwaling terugi.
gekomen z(jt, vader 1" sprak Hans met een j
zucht van verlichting. „Gy hebt het my moeiiyfc
genoeg gemaakt met uw zorg voor het toe
komstig goBlacht, dat nog niet bestaat."
Dat was myn plicht. Maar, zooals ik zeide,'
lk ben nu ovor het iot uwer nakomeling
schap gerustgesteld. Zie nu maar hoe gy met
den oude en zyn stamboom klaar komt."
„Dien neem ik beiden stormenderhand I",
riep do jonge kunstenaar zegevierend. „Ik
verover ondanks allen tegenstand myn Doorn-^
roosje 1"
Hertha had intusschen dozen storm voor
bereid; zy had het gesrrek op haar eigen j
verloving geleid, en den vryheer onder hot
oog gebracht, dat zy ook de laatste spruit;
van een oud-adeliyk geslacht was, evenals'
Gerlindo, en dat ook haar naam in oen,
anderen zou ondergaan, die geen adollykj
wapen droeg; maar Eberstein sprak haar op
heftigen toon tegen.
„Dat is iets heel anders 1 Uw verloofde is'
toch do kleinzoon van den graaf, do zoon
van een Stolmffck; van moederszyde^ behoort^
hy toch tot uw geslacht. Bovendien," en mij
wendde hy zich tot Michael, wiens krygs-,
haftig voorkomen geheel ln zyn smaak viel,'
„bovendien heeft kapitein Rodenborg zich int
den oorlog onderscheiden. Reeds in den tyd
onzer voorvaderen golden dappere daden
een adelbrief, en verwierf men er den rid-
derslag door. Maar oen schoonzoon. wlon®,
wapen een penseel en wiens scl i c pale#
is, df
CO)
„Myn vader, overste Kuno van Eberstein-
Ortenau, viel in den slag by Leipzig, aan het
hoofd van zyn regiment," luidde het met
Tj'.waardtgheid gegeven antwoord.
Wehlau keek wol wat verbaasd op; hy
jjj. scheen een ander antwoord verwacht te
l hebben en begon nu een regelmatig verhoor.
Hy vroeg naar den grootvader en den over
al grootvader, naar zyn eerste en tweede vrouw,
naar alle neven en nichten, zelfs naar verre
bloedverwanten. Een ander ware daarby waar-
Jiehyniyk ongeduldig geworden, maar Eberstein
vond, dat de professor veel in zyn voordeel
(Veranderd was; het deed hem goed, dat deze
|nu zoo vol deelneming naar al de Udo's en
Kuno's en Koenraads vroeg, die hy eens met
j zooveel verachting genoemd had. Hy liet zyn
I stamboom in alle richtingen schitteren en gaf
B bereidwillig verslag over elk familielid.
„Morkwaardigl" sprak Wehlau eindeiyk
B hoofdschuddend. „In heel uw familie is dus
geen enkel geval van krankzinnigheid voor-
b; Jjekomen?"
„Krankzinnigheid?" herhaaldo Eberstein ver
ontwaardigd. „Wat valt u toch in? Het is
I zeker uw speciaal vak, dat gy daar onderzoek
naar doet? Neen, de Eberstelns zyn aan alle
mogelyke ziekten gestorven, maar krankzinnig
I is er nooit een geweest."
„Dat schynt werkeiyk zoo. Zou ik my
I -per slot van rekening dan toch nog vergist
I eprak de professor in zichzelven.
Hy bracht nu het gesprek op de familie
kroniek, op do afstamming der Eberstelns
uit de tiende eeuw; maar tevergeefs, do
vryhoer antwoordde zeer verstandig en ton
laatste vouwde hy de handen en sprak op
bewogen toon:
„Jawel, myn oud, edel geslacht, dat negen
honderd jaar lang in de geschiedenis genoemd
is, en mot eere, gaat met my ten grave I Of Ger
lindo ongehuwd blyft dan wol een man volgt,
met my sterft de naam uit, en het zal niet
lang meer duren, en dan ook valt myn oude
„Ebersburg" in puin. Het tegenwoordig geslacht
woet niets meer, wil niets meer weten, van
den roem en glans der oude tyden, en ik
heb geen zoon, die de herinnering daaraan
bewaren kan. Boven myn graf zal hot wapen
van myn huis verbroken worden en my in
het graf volgen met den somberen roep
„Vryheer van Ebersteln-Ortenau heden nog
en dan nooit meeri""
Er sprak zoo'n diepe smart uit deze
woorden, dat Wehlau plotseling ernstig werd
en met een gevoel, dat hy niet beheerschen
kon, op den grysaard neerzag, wien een paar
tranen over de ingevallen wangen rolden.
De man der wetonschap van den togenwoor-
digen tyd had den trots van den edelman
op zyn voorvaderen nooit begrepen en nooit
in aanmerking genomen, maar hy verstond
de smart van den ouden man, die over den
ondergang van zyn geslacht klaagde, die
voelde welke schrede de nieuwe tyd gedaan
had, die sporen van hondorden jaren oud
met voeten trad en uitwischte. Op ditoogen
blik was Udo van Eberstein niot langer een
belachelyk man, maar iemand, die met de
laatste levenskraoht aan een voor hem onver-
getelyke traditie hing.
Er heerschte eenige seconden een diep
zwygen; dan reikte de professor plotseling
zyn tegenstander de hand.
Mynheer Van Eberstein, ik heb u onrecht
aangedaan I Ook wy kunnen ons wel eens
vergissen en er lag werkeiyk iets eigen
aardigs in uwMaar genoeg, lk vraag u
wel verschooning l"
De oude heer was er verre van af, te ver
moeden, waarvoor deze verschooning eigenlyk
gevraagd werdhy meende, dat het was voor
de minachting, die hy voor het geslacht der
Ebersteins getoond had, en het deed zyn
hart goed, dat do eigenzinnige geleerde nu
bekeerd scheen. Hy greep daarom de aange
boden hand en drukte ze met warmte.
Daar kwam MichaSl in alle haast aange
sneld, Men was van plan geweest, do belde
oude heeren met de grootste voorzichtigheid
tot elkander te brengen, en nu bevonden zy
zloh alleon in do kamer van den generaal.
Waarschyniyk geraakten zy weer met elkan
der ln twist en kapitein Rodenberg kwam
nu toesnellen, om een ongeluk te voorkomen.
Tot zyn groote verwondering vond hy beiden
zeer vreedzaam en vrlendschappeiyk by elkan
der zitten; do professor hield zelfs de hand
van den vryheer ln de zyne, en deze scheen
den handdruk te beantwoorden.
„Het spyt my, dat lk u stoor," sprak
MichaSl, die zyn oogen niet gelooven kon.
„Hertha laat den heeren verzoeken, binnen
te komen, maar als wy u in een ernstig
gesprek storen
„Neen, wy zyn uitgepraat," verklaarde
Wehlau, terwyl hy den ouden baron, die
met moeite opstond en naar zyn stok greep,
krachtig ondersteunde. Zoo gingen zy de
ontvangkamer binnen, waar Hertha hun te
gemoet kwam; maar naast haar liep noij
een ander, en by diens aanblik veranderd»
het goed humeur van Eberstein plotseling.
„Mynheer Hans Wehlau, lk dacht, dat gy
in Tannberg waart," sprak hy geörgord.
„Ja, toen ik wegreed was hy daar nog,"
antwoordde de professor. „Waar komt gy
toch vandaan, jongen? Zyt gy door de lucht
gevlogen
„Neen, vader, ik ben u onmiddeliyk ach
terop gereden," verklaarde Hans. „Ik moest
mynheer Van Eberstein noodzakelyk spreken
én hem voor een ernstige zaak een oogenbilk
gehoor verzoeken."
„Ik wil niets hoorenl" weerde de oude
heer af. „Ik weet al, waarop de geschiedenis
weer neerkomt; maar ik ben zooeven met
uw vader overeengekomen, dat wy ernstige
maatregelen tegen uw huwelyksplannen
nemen zullen, zeer ernBtlge maatregelen 1"
„Jawel, zeer ernstige maatregelen 1" beves
tigde de professor. „Dat hebben we samen
uitgemaakt, maar waarom wilt gy eigenlyk
uw dochter niet aan myn zoon tot vrouw
geven?"
Eberstein keek hem verbluft aan. Dat was
toch een zonderlinge vraag, nadat men pas
eenige oogenblikken geleden een verbond ge
sloten had tegen dit huweiyk; maar het ant
woord werd hem gespaard, want op dit oogen-
blik nam Hertha hem in beslag en Wehlau
gebruikte die gelegenheid, om zyn zoon ter
zyde te nemen.
„Ik heb my vergist," Bprak hy kort en
bondig. „Dozen keer hadt gy gelyk. De oudo
vryheer is goed by zyn verstand op eenige
abnormale afwykingen der hersenen na, en
die moet men op rekening der tiende eeuw
schryvenzoo'n stamboom ls zelf niet nor-
maall Gevaariyk en erflyk is dat echter niet
daarom, als het niet anders kan, huw uw
Óerlinde.",