Ifc 12461 Maandag 8 October. A#. 1900 feze (Courant wordt dagelijks, met uitzondering ^van (§on- en feestdagen, uitgegeven. Feuilleton. Adellijk en burgerlijk bloei BAG-BLAD. paus DEZER COURANTt Voor Lolden per 8 maanden j s "k 1.101 "Buiten Leiden, per looper en waar agenten gevestigd zyn 1.80. r ifranco per post i j i I i i I i i I t ti 1.65. PRIJS DER AD VERTEN TIEN: Van 1 6 regels 1.05. Iedere rogol meer 0.17 J. Qrootere lettors naar plaatsruimte. Voor het incasseeren buiten de stel wordt 0.05 berekend. Leiden, 8 October. In het „Hötol du Nord" alhier heeft de laari y kscbe algemeene vergadering plaats gehad (an het „Voefonds Leiden". De president, de heer Jbs. De Graaf, te Leiderdorp, opende de vergadering met een Woord van welkom aan de aanwezige leden en sprak zijn spijt er over uit, dat slechts een SD-tal, het bostuur medegerekend, aanwezig waren. Daarna werden door den secretaris, den 3. 13. Wesselingh, van Hazerewoude, de notulen der vorige vergadering voorgelezen en onver anderd goedgekeurd met dank van de ver- 'gadering. Vervolgens werd verslag uitgebracht over de lotgevallen van de vereeniging gedurende 'het afgeloopen jaar. De vereeniging had te botreuren het verlies 'van een bestuurslid, dat steeds met woord en daad de belangen van het Veefonds be hartigde; aan wjjlen het bestuurslid Veelenturf jwerd een stille hulde getracht, t' Overigens had de lieer Klaus, van Alfen, wis bestuurslid zijn mandaat neorgelegd en Waren er alzoo twee vacaturen. Ook dit jaar ging de vereeniging vooruit 'zoowel wat betrof het aantal leden als den 'flnancieelen toestand; 86 nieuwe leden traden ■toe en f 1574.59' was het batig saldo in het «fgeloopen jaar. r v Ontvangsten: geassureerd werden 6045 rundoren a ƒ1.50f 9067.50 £6 nieuwe leden a ƒ5 tradon toe 430.00 aan vleesch en vet van afgekeurde runderen werd ontvangen 1122.76 'aan rente Tan het reserve kapitaal 68.57 diverse kleine ontvangston 10.13 totaal ontvangsten. 10088.95 Uitgaven: aan schade door afgekeurd vleesch le kwartaal2731.00 Idem 2e 1272.00 3e 1488.70 4e 2419.00 wan salaris werd betaald 400.80 'aan reiskosten werd betaald 568.07 aan diversen werd betaald. 234.78' totaal der uitgaven 9114.35s totaal der ontvangsten, 10688.96 batig saldo1574.59' In 1896 '97 was het aantal loden 296. 1897-'98 381. 1898 '99 485. 1899 '00 671. 'In '96 '97 werden geassureerd 3448 runderen. In'97-'984288 In'98-'996693 In'99-'006045 In '00—'07 was do schado ƒ3388.44» en hot batig saldo 538.41 In'Ö7—1'08,6427.78 1288.29» In *98—'90 0009.07 2061.23 In'90-'00 7910.70 4236.72» 'zoodat de Vereeniging ,het Veefonds Leiden' op dit tijdstip 671 leden telt en een kapitaal bezit van 4235.72', en^de toestand derhalve wlleszins bevredigend is. I Van vermindering der premie kan nog niets ■komen, daar, als er ƒ1.25 per rund zou be- l'taald zijn, de financieels toestand achteruit g zou zUn gegaan. I' Nog werden medegedeeld twee besluiten .van het bestuur t. w. lo. zullen steeds fctf aangifte van run deren by een der bestuursleden do 1.50 !dadeiyk moeten worden voldaan. 2o. by het assureeren van koppels slacht vee moet de waarde en het Blgnalement van elk rund afzonderiyk worden aangegeven. Daarna had de verkiezing plaats van twee nieuwe bestuursleden (vacature Veelenturf en Klant). Gekozen werden de heeren A. Kyns- burgor, van Zooterwoudo en A, Verkley, van Leiderdorp. Twee leden van het bestuur, die moesten aftreden, werden herkozen. De lreer D. Van Gruting, ryksveearts en deskundige der Vereeniging, verzooht het woord, om namens de leden het bestuur en daarvan voornameiyk het uitvoerend comité, nl. de hoeren De Graaf, Buis en Key, en den secretaris, den heer 'Wesselingh, hulde te brengen voor de moeite en opofferingen, die zy zich geheel belangeloos voor de vereeniging ge troosten. „Het is bedroevend, M. do Pres.", zeide epr., „dat van een vereeniging van 571 leden er slechts 35, het bostuur nog medegerekend, aanwezig zyn, doch dit moot niet beschouwd worden alsof de arbeid, dien u en uw mede-bestuurders verrichten, niet gewaardeerd wordt. Het tegen deel is waar. Ontvang u, geachte Voorzitter, dezen presidentshamer als blyk van dank baarheid en hulde door de leden aan uw persoon en als vertegenwoordiger van het bestuur. Voer dezen hamer nog tal van jaren, hy is aan uw handen het beste toevertrouwd." Daverende toejuichingen I Niets meer aan de orde zijnde, sloot de president do vergadering, met een dank betuiging aan de leden voor de opkomst. De uitslag der door den architect D. Veil- brief gehouden aanbesteding, voor het bouwen van 2 heerenhuizen aan den Vinkweg (gemeente Zoeterwoude) naby Leiden is als volgt: Metselwerk: B. M. H. Keiler ƒ2656, Joh. Van Vliet 3439, W. v. d. Hoogt 3649, H. Sloos 3681, P. L. Neuteboom 3736, H. De Bes f 3750 en B. J. Huurman Dz. 4042. Timmerwerk: J. W. Vreeswyk ƒ3443, J. B. Hoogoveen 8960, J. Th. Breedeveld 3994, N. KIoos 4009, Hendr. Verhaaff 4264, J. Zitman 4278, P. J. Hartovelt 4300, A. B. v. d. Boon 4390, C. v. Brakel 4419, J. F. De Bes 4446.10, C. Ch. VanEgmond 4474, H. P. L. Vorst ƒ4500, H. Den Ouden 4530, Jac. Bink 4639 en J. Van Kiet ƒ6860. Hardsteon en Marmer: Jac. Ossevoort 734, P. J. Van Venetie 760 en Soupart Stra- ver 850. Stucadoor- en Cementwerk: A. Boekwyt 560, Fred. A. Wempe 570, 0. J. Blank- waard 579 en J. Casteloin 694. Lood- en Zinkwerk: P. IJeselmuiden 299, A. Rietmeyer 322, P. F. L. Beenakker 335, L. P. v. d. Drift 338 en A. Bernard 845. Smidswerk: P. H. Van Eek 274, J. Mooton ƒ294, Janssen ƒ298, M. H. Verhulst ƒ300 en M. Langezaal Zn. (met gas- en water leiding) 335.33. Gas- en Waterleiding: L. P. v. d. Drift 260. Glas- en Verfwerk: W. T. v. d. Wyngaard 670, W. H. Bey 609, L. J. Bey 650, J. H. De Jong 732 en F. J. Bleys 1270. Behangerswerk: J. Franken 70, W. 0, v. d. Wilk ƒ89.60, N. L. Van Abswoude 95.45 en N. Van Bemmel 99. By de heden alhier gehouden openbare verkooping van cozos in partyen van 10 en 5 H.L. waren de pryzen ƒ8.30 en 4.05. De minister van Binnenlandsche Zaken brengt ter algemeens kennis, dat in de maand December en, zoo noodig Januari a. s., te Leiden, te Utrecht, te Groningen en te Amster dam gelegenheid zal worden gegeven tot hot afleggen van de practische examens van apotheker, vermeld in art. 11 der wet van 25 December 1878. Nadere byzonderhedon In „Staats-Oourant" No. 285. De „Pr. Gr. Crt." kan thans met zeker heid mededeelen, dat prof. dr. H. A. Kooyker te Groningen tegen 1 November zyn eervol ontslag heeft aangevraagd. Het Kamerlid Van der Zwaag lydt aan een zenuw-ongesteldheid. Het la hem verboden spreekbeurten te vervullen. Ds. G. Klumper, te Aarlanderveen, heeft voor het beroep naar de Chr.-Ger. Kerk te 's-Gravendeel bedankt. Drietal Ned.-Herv. Kerk te Tiel: J. 0. Benit, te TerborgL. Knappert, te Asson, en H. R. Offerhaus, te Veenhuizen. Onder voorzitterschap van den heer Post werd Zaterdagavond in hot Zuid-Hollandsch Koffiehuis te 's-Gravenhage wederom een vergadorlng gehouden van de Vereeniging van uit Zuld-Afrika verdreven personeel der Zuid-Afrlkaansche Spoorwegmaatschappy. Uit de mededeelingen van den voorzitter bleek, dat de Noord-Brabant-Duitsche Spoor wegmaatschappy vry vervoer heeft toegestaan op haar lynen voor het Bestuur der ver eeniging; voorts dat afdeelingen zyn opgericht te Amsterdam en voor Noord-Brabant met 's-Hertogenbosch als zetel. Aanvragen om afdeelingen te stichten, waren ingekomen uit Utrecht, Arnhem en omstreken, Rotterdam en Meppel met omstreken. Den aanvragers zullen inlichtingen worden verschaft en zy zullen aangespoord worden, afdeelingen te stichten. Het voornemen bestaat alle in Neder land aanwezige verdreven ambtenaren der Zuid-Afrikaansche Spoorweg-Maatschappy per circulairs op te roepen tot een vergadering te Amsterdam, Utrecht of Don Haag, om te geraken tot oprichting van een Bond, waarby de reeds bestaande en nog te vormen afdeelingen zich alsdan kunnen aansluiton. Naar aanleiding van het bezoek van den voorzittor en secretaris der Yereoniging aan do directie dor Z.-A. Sp.-My. te Amsterdam, werd van bestuurszyde breedvoerig verslag gedaan. Do directie heeft geen rechtskundig adviseur aangesteld, doch alleen aan mr. Ka- kebeeke een lokaal afgestaan der Maatschappy, om den ambtenaren van dienst te zyn. Op het verzeek aan mr. Kakebeeke om uit sympathie voor de zaak der ambtenaren en voor de Boerenzaak in het algemeen gratis advies te geven, werd medegedeeld, dat mr. Kakebeeke tegen vergoeding daartoe bereid bleek. Mr. De Vries, advocaat te Amsterdam, had zich by een onderhoud met een dor bestuurs leden bereid verklaard, do Vereeniging vry- wel belangloos by te 6taan. Deskundigen hadden don bestuursleden ver zekerd, dat alleen eischen om schadevergoe ding voor de geleden matorlfiele schade, kans van slagen zouden hebben, terwyi mr. Kakebeeke van oordoel was, dat zy (de amb tenaren), die de wapens tegen de Engelschen hadden opgovat, geen onkel recht op schade- vergooding konden doen gelden. Naar aanleiding van de dlscussiên, ovor deze punten gevoerd, werd besloten liet be stuur uit te noodigen, mr. De Vries voornoemd, te verzoeken als rechtskundig adviseur der Vereeniging te willen optreden. By den secretaris zal dageiyks de gelegen heid opengosteld worden inlichtingen te ont vangen en schadeBtaten in te leveren. Besloten werd nog aan de directie te vragen, wat er geworden is van het ziekte- en onder steuningsfonds, dat voor het personeel in Zuid-AI'rika bestond, en of de directie bereid is, de uitgeweken ambtenaren, in geval dit noodig mocht zyn, gratis geneeskundige hulp te doen verstrekken. Een voorstel om den verjaardag van Presi dent Kruger op 10 October feosteiyk te her denken, werd na de opmerking van den voorzitter, dat in de omstandigheden, waarin de President en de Republieken op ditoogen blik verkeeren, tot feestvieren allerminst aan leiding was niet voldoende ondersteund en van de agenda afgevoerd. Tot de nog steeds aanhangige werken der gemeente Rotterdam behoort de uitvoering der overeenkomst met de Holl. IJzeren-Spoorweg- maatschappy tot aanleg van spoorwegwerken aan den rechter Maasoever in verbinding met den spoorweg RotterdamSchiedam. Do Spoorwegmaatschappy, welke de plannen daartoe aan de goedkeuring van den minister onderwierp, ontving ten antwoord, dat daartoe in de eerste plaats concossio behoorde te wor den aangevraagd. Ofschoon B. en We. niet kunnen begrypen op welke weltelyke bepaling de eisch steunt, dat voor deze verbindingbaan concessie moet worden aangevraagd, achten zy het toch ver- geefsche moeite en zonder belang daartegen op te komen. Zy stellen mitsdien aan den Raad voor, aan het Hooger Bestuur een concessie aan te vra gen en tevens een wet, verklarende het alge meen nut der onteigening van de in de stukken ten behoeve der verbindingsbaan nader aan geduide gronden onder de gemeenten Overschie, Schiedam en Delftshaven tot een gezamenlyke oppervlakte van ongeveer 54 hectaren, 98 aren en 69 centiaren. De commissie van voorbereiding voor de oprichting van een Abattoir te Haarlem stelt aan den Raad voor, met ingang van 1 Nov. 1900 te benoemen tot directeur van het Abat toir den heer J. H. Van Oyen, veearts, keur- meoster van het slachtvee te Haarlem, op een jaarwedde van 8000, benevens genot van vrfie woning, met dien verstande dat de jaarwedde tot het tydstip, waarop het Abat toir ln werking treedt, f 1400 zal bedragen. Burgemeestor en Wethouders stellen aan den Raad voor, vier bepaalde terreinen aan te wyzen voor openbare speelplaatsen, en het hoofd der politie uit te noodigen de uitoefening van spelen op andere plaatsen in de gemeente en in don Haarlemmerhout voortaan te ver bieden. B. en Ws. stellen voor, aan dr. B. W. Hoffmann met ingang van 1 Januari 1901 eervol ontslag te verleenen op verzoek als rector van hot gymnasium, onder dankbetui ging voor de vele en goode diensten gedurende byna 85 jaren aan de gemeente bewezen; voorts om het pensioen op 1681 te bepalen en daaraan te verbinden eon jaarlyksche toe lage van 869. De Raad der gemeente Snoek benoemde tot directeur-boekhouder der gasfabriek den heer N. Do Boer, directeur dor gasfabriek te Snoek. Het totaal der thans by de Ned. Zuid- Atrlkaansche Vereeniging ingeschrovon of in gekomen giften bedroeg op Zaterdag 6 Oct. jl ƒ1,228,680.71. Op 8 October heeft aan het departement van buitenlandsche zaken do nederlegging plaats gehad der akte van bekrachtiging van Japan, van zes ter Internationale Vredes conferentie te 'B-Gravenhage onderteekende verdragen en verklaringen. Wegens overbevolking op de openbare school te Schellingwoude (over het IJ) zyn alle kinderen, die op het grondgebied van Amsterdam wonen, van die Inrichting van onderwys verwyderd. Daar de afstand naar een der stadsscholen te Amsterdam voor die kleinen véél te groot is, zyn ze thans geheel van onderwys verstoken. Door B. en Ws. van Haarlem wordt mejuffrouw C. M. P. A. Fleck te Arnhem, voorgedragen ter benoeming tot leerares in de Hoogduitsche taal aan de meisjesschool voor middelbaar onderwys te Haarlem. Tot directeur-leeraar aan de hoogsre burgerschool te Sneek, is bonoemd dr. Z. Th. Diel, directeur der H. B.-S. te Bridle. —De heer L. F. Tuyl Schuitomaker, directeur der kweekschool voor inlandsche onderwyzers te Probolinggo, is, blykens een te 's Gravonhaga ontvangen bericht, in den ouderdom van 63 jaren overleden. Te Roermond is overleden dr. mr. J. H. Tasset, leeraar in de staathuishoudkunde aan I de N. H. B.-S., aldaar. Reeds geruimen tyd is te Rotterdam da vraag aanhangig of het wenscheiyk moet) geacht worden het in het Yachtclubgebouw.' gevestigde museum voor land- en volkenkunde en het daaraan verbonden Maritiem Museum te laten voortbestaan. Aanvankeiyk was het de gevoelde behoefte aan een geschikt gebouw voor officieels recep- ties, welke de aandacht op het Yachtclub- gebouw deed vestigen. Later rees twyfel omtrent de beteekenis en het nut der bestaande verzameling, zoodat hot alternatief word gag steld van geheele opheffing dan wel van uitbreiding en zoo noodig verplaatsing, terwyl eindeiyk ook, in verband met geruchten om trent een beoogde verhuizing naar het thans vrygokomon gerechtsgebouw aan het Haagse lie'' veer, een meer principieels behandeling werd verlangd, alvorens tot het benoemen van een nieuwen directeur stappen te doen. Waar de commissie op het behoud de_ musea aandringt en wenscht, dat zy zoo. spoedig mogeiyk onder beheer van deskun- dige hand worden gesteld, achten B. en W.'. het niet zoo overwegend noodzakelyk het Yachtclubgebouw voor officieels recepties Uu bestemmen en het vroegere gerechtsgebouw waar8chynlyk tot politiebureau zal moeten worden ingerioht in verband met andere plan- nen tot uitbreiding van localitelten in het' stadhuis, stellen B. en W. voor, die musea';) in het Yachtclubgebouw te laten en hen ta; machtigen, het noodige te doen voor de ver» vulling van het directeurschap en daartod' sollicitanten op te roepen. Naar aanleiding van een hoofdartikel, waarin de meening werd uitgesproken, dat dé uitzending der „Friesland" door da Neder- landsche Regeering naar do DelagoabsM, niemand baat had verschaft, ontvangt h^\ weekblad „De Amsterdammer" een brief va^ den heer N. Van Zeeburgh, te Groningen, dlo o. a. schryft: „Het verwondert my, dat u biykbaar onbe, kond zyt gebleven met het feit, dat, kort na do occupatie van Pretoria door de Edgelachen, eenige Hollandsche mannen en vrouwen mot kinderen een zeer gastvry tehuis hobben gevonden, gedurendo eenige weken, aan boord van het pantserdekschip „Friesland", toentor- tyde liggende ln de Delagoabaai. „In stryd met uw meening, dat niet eenig» j landgenoot gebaat is kunnen worden, peoflt u, uit eigen ondervinding, de verzekering, dat wy uit zeer groote moeilijkheden zyn gei aakt door de opname aan boord van de „Friesland"., De commandant van het Duitsche oorlogs schip do „Schwalbe", ook in Portugeesche wateren liggende by- Lorenpo-Marquez, scheen geen orders van zyn regeering uit Beriyn te „Goddank, dat gy op uw dwaling terugi. gekomen z(jt, vader 1" sprak Hans met een j zucht van verlichting. „Gy hebt het my moeiiyfc genoeg gemaakt met uw zorg voor het toe komstig goBlacht, dat nog niet bestaat." Dat was myn plicht. Maar, zooals ik zeide,' lk ben nu ovor het iot uwer nakomeling schap gerustgesteld. Zie nu maar hoe gy met den oude en zyn stamboom klaar komt." „Dien neem ik beiden stormenderhand I", riep do jonge kunstenaar zegevierend. „Ik verover ondanks allen tegenstand myn Doorn-^ roosje 1" Hertha had intusschen dozen storm voor bereid; zy had het gesrrek op haar eigen j verloving geleid, en den vryheer onder hot oog gebracht, dat zy ook de laatste spruit; van een oud-adeliyk geslacht was, evenals' Gerlindo, en dat ook haar naam in oen, anderen zou ondergaan, die geen adollykj wapen droeg; maar Eberstein sprak haar op heftigen toon tegen. „Dat is iets heel anders 1 Uw verloofde is' toch do kleinzoon van den graaf, do zoon van een Stolmffck; van moederszyde^ behoort^ hy toch tot uw geslacht. Bovendien," en mij wendde hy zich tot Michael, wiens krygs-, haftig voorkomen geheel ln zyn smaak viel,' „bovendien heeft kapitein Rodenborg zich int den oorlog onderscheiden. Reeds in den tyd onzer voorvaderen golden dappere daden een adelbrief, en verwierf men er den rid- derslag door. Maar oen schoonzoon. wlon®, wapen een penseel en wiens scl i c pale# is, df CO) „Myn vader, overste Kuno van Eberstein- Ortenau, viel in den slag by Leipzig, aan het hoofd van zyn regiment," luidde het met Tj'.waardtgheid gegeven antwoord. Wehlau keek wol wat verbaasd op; hy jjj. scheen een ander antwoord verwacht te l hebben en begon nu een regelmatig verhoor. Hy vroeg naar den grootvader en den over al grootvader, naar zyn eerste en tweede vrouw, naar alle neven en nichten, zelfs naar verre bloedverwanten. Een ander ware daarby waar- Jiehyniyk ongeduldig geworden, maar Eberstein vond, dat de professor veel in zyn voordeel (Veranderd was; het deed hem goed, dat deze |nu zoo vol deelneming naar al de Udo's en Kuno's en Koenraads vroeg, die hy eens met j zooveel verachting genoemd had. Hy liet zyn I stamboom in alle richtingen schitteren en gaf B bereidwillig verslag over elk familielid. „Morkwaardigl" sprak Wehlau eindeiyk B hoofdschuddend. „In heel uw familie is dus geen enkel geval van krankzinnigheid voor- b; Jjekomen?" „Krankzinnigheid?" herhaaldo Eberstein ver ontwaardigd. „Wat valt u toch in? Het is I zeker uw speciaal vak, dat gy daar onderzoek naar doet? Neen, de Eberstelns zyn aan alle mogelyke ziekten gestorven, maar krankzinnig I is er nooit een geweest." „Dat schynt werkeiyk zoo. Zou ik my I -per slot van rekening dan toch nog vergist I eprak de professor in zichzelven. Hy bracht nu het gesprek op de familie kroniek, op do afstamming der Eberstelns uit de tiende eeuw; maar tevergeefs, do vryhoer antwoordde zeer verstandig en ton laatste vouwde hy de handen en sprak op bewogen toon: „Jawel, myn oud, edel geslacht, dat negen honderd jaar lang in de geschiedenis genoemd is, en mot eere, gaat met my ten grave I Of Ger lindo ongehuwd blyft dan wol een man volgt, met my sterft de naam uit, en het zal niet lang meer duren, en dan ook valt myn oude „Ebersburg" in puin. Het tegenwoordig geslacht woet niets meer, wil niets meer weten, van den roem en glans der oude tyden, en ik heb geen zoon, die de herinnering daaraan bewaren kan. Boven myn graf zal hot wapen van myn huis verbroken worden en my in het graf volgen met den somberen roep „Vryheer van Ebersteln-Ortenau heden nog en dan nooit meeri"" Er sprak zoo'n diepe smart uit deze woorden, dat Wehlau plotseling ernstig werd en met een gevoel, dat hy niet beheerschen kon, op den grysaard neerzag, wien een paar tranen over de ingevallen wangen rolden. De man der wetonschap van den togenwoor- digen tyd had den trots van den edelman op zyn voorvaderen nooit begrepen en nooit in aanmerking genomen, maar hy verstond de smart van den ouden man, die over den ondergang van zyn geslacht klaagde, die voelde welke schrede de nieuwe tyd gedaan had, die sporen van hondorden jaren oud met voeten trad en uitwischte. Op ditoogen blik was Udo van Eberstein niot langer een belachelyk man, maar iemand, die met de laatste levenskraoht aan een voor hem onver- getelyke traditie hing. Er heerschte eenige seconden een diep zwygen; dan reikte de professor plotseling zyn tegenstander de hand. Mynheer Van Eberstein, ik heb u onrecht aangedaan I Ook wy kunnen ons wel eens vergissen en er lag werkeiyk iets eigen aardigs in uwMaar genoeg, lk vraag u wel verschooning l" De oude heer was er verre van af, te ver moeden, waarvoor deze verschooning eigenlyk gevraagd werdhy meende, dat het was voor de minachting, die hy voor het geslacht der Ebersteins getoond had, en het deed zyn hart goed, dat do eigenzinnige geleerde nu bekeerd scheen. Hy greep daarom de aange boden hand en drukte ze met warmte. Daar kwam MichaSl in alle haast aange sneld, Men was van plan geweest, do belde oude heeren met de grootste voorzichtigheid tot elkander te brengen, en nu bevonden zy zloh alleon in do kamer van den generaal. Waarschyniyk geraakten zy weer met elkan der ln twist en kapitein Rodenberg kwam nu toesnellen, om een ongeluk te voorkomen. Tot zyn groote verwondering vond hy beiden zeer vreedzaam en vrlendschappeiyk by elkan der zitten; do professor hield zelfs de hand van den vryheer ln de zyne, en deze scheen den handdruk te beantwoorden. „Het spyt my, dat lk u stoor," sprak MichaSl, die zyn oogen niet gelooven kon. „Hertha laat den heeren verzoeken, binnen te komen, maar als wy u in een ernstig gesprek storen „Neen, wy zyn uitgepraat," verklaarde Wehlau, terwyl hy den ouden baron, die met moeite opstond en naar zyn stok greep, krachtig ondersteunde. Zoo gingen zy de ontvangkamer binnen, waar Hertha hun te gemoet kwam; maar naast haar liep noij een ander, en by diens aanblik veranderd» het goed humeur van Eberstein plotseling. „Mynheer Hans Wehlau, lk dacht, dat gy in Tannberg waart," sprak hy geörgord. „Ja, toen ik wegreed was hy daar nog," antwoordde de professor. „Waar komt gy toch vandaan, jongen? Zyt gy door de lucht gevlogen „Neen, vader, ik ben u onmiddeliyk ach terop gereden," verklaarde Hans. „Ik moest mynheer Van Eberstein noodzakelyk spreken én hem voor een ernstige zaak een oogenbilk gehoor verzoeken." „Ik wil niets hoorenl" weerde de oude heer af. „Ik weet al, waarop de geschiedenis weer neerkomt; maar ik ben zooeven met uw vader overeengekomen, dat wy ernstige maatregelen tegen uw huwelyksplannen nemen zullen, zeer ernBtlge maatregelen 1" „Jawel, zeer ernstige maatregelen 1" beves tigde de professor. „Dat hebben we samen uitgemaakt, maar waarom wilt gy eigenlyk uw dochter niet aan myn zoon tot vrouw geven?" Eberstein keek hem verbluft aan. Dat was toch een zonderlinge vraag, nadat men pas eenige oogenblikken geleden een verbond ge sloten had tegen dit huweiyk; maar het ant woord werd hem gespaard, want op dit oogen- blik nam Hertha hem in beslag en Wehlau gebruikte die gelegenheid, om zyn zoon ter zyde te nemen. „Ik heb my vergist," Bprak hy kort en bondig. „Dozen keer hadt gy gelyk. De oudo vryheer is goed by zyn verstand op eenige abnormale afwykingen der hersenen na, en die moet men op rekening der tiende eeuw schryvenzoo'n stamboom ls zelf niet nor- maall Gevaariyk en erflyk is dat echter niet daarom, als het niet anders kan, huw uw Óerlinde.",

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1900 | | pagina 1