N«. 1244? Vrijdag 14 Septemben A0. 1900 Feuilleton. Adellijk en burgerlijk bloed. PRIJS DEZES COURANT! Voor Leiden per 8 maanden; a a a a a'ï'a r I f 1.1 Oi Bniten Leiden, per looper en waar agenten gevestigd zyn 1.30. .Franco per post 1 I j J I S J i 1.65. <§ourant wordt dagelijks, met uitzondering van <§on- en feestdagen, uitgegeven. PRIJS DEE. AD VERTEN TIEN Van 1-6 regels f 1.05. Iedere regel meer f 0.17Grootere letters naar plaatsruimte. Voor het incasseeren buiton de stad wordt f 0.05 berekend. Officieel© Kennisgeving;, IIerlialingsondervrtj s. Burgemeester en Wethouders van Leiden; Gezien art. 3 der Verordening van don 12den Januari |2882, tot regeling van het Herhahngeonderwijain de gemeente Leiden, gewijzigd bij Raadsbesluit van den .aden Deoember 1886 (Gemeenteblad No. 11 van 'X8B7); Brengen tor kennis van belanghebbonden, dat do inschrijving van leerlingen voor bet Herhaling s- onderwijs zal plaats hebben van den 17den tot !en met den 22sten Sept. a. a., voor meisjes in het (schoollokaal in do Yan-der-Werf-straat, voor jongens in dat aan de Korte Mare, telken dage des namiddags van zeven tot acht ureD. Tot bet Herhalingeonderwij8 kunnen worden toe gelaten 1°. de leerlingen van de scholen dor 3 de on 1de klasse, dievorkxegen hebben het getuigschrift, bedoeld bij art. 18 8 der Verordening van 25 Januari 2894 (Gemoenteblad. No. 5 van 1894); 2°. zij, die bij een af te leggen examen blijken geven aan de daarvoor gestelde versisebten te voldoon. Burgemeester en Wethouders voornoemd. Leiden, F. WAS, Burgemceeter. 13 Sopt. 1900. VAN HEÏST, Seoretaris, Leiden, 14 September. Den gemeenteraad leggen B. en Ws. over een door hen, Da raadpleging van het College van 'Stadsgeneesheeren, ontworpen .Verordening, betreffende het verleenen van kostelooze genoes- en heelkundige hulp aan onvermogenden, den dienst der Stadsgeneesheeren en den werk kring van het Colloge van Stadsgeneesheeren te Leiden," benevens de bemerkingen, waartoe 'dat ontwerp aan de Commissie voor de Huis houdelijke Verordeningen heeft aanleiding gegeven. De Commissie tot het ontwerpen en herzien ;der huishoudelijke verordeningen kan zich zeer igoed vereenigen met de algemeene strekking dezer ontworpen Verordening en met de moeste artikelen van dit ontwerp. Z\j veroorlooft zich echter eenige bezwaren, by haar tegen enkele artikelen gerezen, onder i'sRaads aandacht te brengen. Het schijnt haar o. a. noodeloos en daarom ODgewenscbt, van de stadsgeneesheeren een i eed te vorderen. De nauwgezetten zullen hun plicht doen, ook zonder beëediging, en mocht ooit een minder nauwgezet man onverhoopt tot stadsgeneesheer worden benoemd, dan zal beëediging hem niet tot zorgvuldiger plichts betrachting nopen. Met het oog op don spoed, die vaak noodig zal zyn, indien onvermogenden het bedoelde "hewys aanvragen nadat zy reeds door een ziekte zyn aangetast, zou het naar het oordeel der Commissie practischer zyn, dat de burge meester dit afgaf. De commissie meent, dat do woorden „zoo <ioodig" liever moeten worden weggelaten. Het komt haar voor, dat de stadsgeneesheeren zich altijd door inzage van het bewijs moeten overtuigen, dat de patiënt recht hoeft op hun kostelooze hulp. Eischt de toestand van den zieke verzorging door een verpleegster, terwijl zyn overbrenging naar het Ziekenhuis niet kan plaats hebben, dan wordt van gemeentewege zoo mogelijk in die behoofte voorzien. Deze bepaling schynt der Commissie niet zonder bedenking. Zy neemt aan, dat enkele malen, waar de toestand van den zieke en de omstandigheden van het gezin dit vorderen, rvan gemeentewege in de verpleging zal moeten worden voorzien. Burgemeester en "Wethouders kunnen in die gevallen maatregelen nemen, ook al komt deze zinsnede niet in de veror dening voor. Wordt zy hierin opgenomen, dan zal zy, naar de Commissie vreest, weldra leiden tot de noodzakeiykheld van inrichting van een gemeentelijken verplegingsdienst. Men moet zich haars inziens van dit waar schijnlijk gevolg, en van de kosten, die het zou medebrengen, wel rekenschap geven, alvorens tot de opneming dezer zinsnede in de verordening te besluiten. Voor zoover de vaccinatie niet aan de woning van den patiënt behoort te geschieden, regelt het College van Stadsgeneesheeren de ver deeling dezer taak tusschen de verschillende Stadsgeneesheeren. De Commissie zou voor „behoort te ge schieden" liever lezen „geschiedt." By de voorgestelde redactie zou de meening kunnen ryzen, dat het college en niet de behandelende geneesheer had te beslissen, of de vaccinatie aan de woning van den patiënt moest ge schieden. Het schynt noodig, dat de Commissie voor het onderzoek van Schutteryplichtigen wete, welke Stadsgeneesheer telkens voor bijstand is aangewezen. Daartoe verdient het aanbe veling, in dit artikel een zinsnede op te nemen, waarby aan den secretaris van het College van Stadsgeneesheeren wordt voorgeschreven van die aanwijzing tydig kennis te geven aan Burgemeester en Wethouders. Benoemd is tot secretaris van den mili tieraad in het 3de district van Zuid-Holland, hoofdplaats Leiden, voor de lichting van 1901, de hoor A. J. J. S. De Rochemont, ambtenaar ter gemeente-secretarie te Leiden, Wy vestigen de aandacht op een in dit nummer voorkomende advertentie, die lezingen aankondigt over „De Criminaliteit der Jeugd", te houden door mr. M. J. G. Bossovain, van Amsterdam. De aanhangige wetsontwerpen betreffende verwaarloosde en misdadige kinderen, de op richting van een vereeniging als „Pro Juven- tute", de klachten over toenemende verwilde ring der straatjeugd, maken dit onderwerp actueel. Op zichzelf echter is het ook zoo be langrijk, dat gewis velen wenschen zullen, zich te laten in- en voorlichten door den zaakkundigen inleider. Als leerling van den provincialen hoefsmid cursus der Hollandsche Landbouwmaatschappy is toegelaten D. Van Es, te Zoetermeor. De classis 's-Gravenhage, daartoe aange wezen door de Generale Synode, heeft voor de Geref. kerken wederom een Gebedsure uitge schreven voor Zuid-Afrika op Zondag 23 Sept. a. s. De afgetreden schoolopziener mr. W. J. Snouck Hurgronje heeft in een brief met een sympathiek woord afscheid genomen van het onderwijspersoneel te 's-Gravenhage. Een door veel onderwyzers en onderwjjze- ressen ondertoekend schrijven is aan den heer Snouck gericht, waarin aan den voormallgen schoolopziener hulde en dank gebracht wordt voor hetgeen hy gedurende veel jaren voor hot onderwijs en voor hen gedaan heeft. Een eigenaardige hulde viel gisteren den zes-en-tachtigjarigen dichter Nicolaas Beets te Utrecht ten deel. Drie jongedames, leer lingen der meisjes hoogere burgerschool te Arnhem, kwamen hem uit naam van haar medeleerlingen een prachtig bloemengeschenk overhandigen als hulde van Arnhems jeugd. Zeer geroerd dankte de heer Beets voor deze spontane hulde. De luit.-koL. J. M. Buffart, van het Ssto reg. inf. te Utrecht, zal in November den dienst met pensioen verlaten. Vad De onlangs uit West-Indië teruggekeerde luitenant ter zee De Bruyne, die bestemd zou worden als commandant van het Instituut voor de Marine te Willemsoord, was heden op audiëntie by den minister van marine. De directeur-generaal der Posterijen en Telegraphic, de heer Havelaar, brengt tot het einde dezer maand een verloftijd buiten Den Haag door. Morgen komt het regiment grenadiers en jagers uit Laren te 's-Gravenhage terug mot 6 extra-treinen der HolL IJz.-Sp.-My. Ook uit Noord-Brabant keeren morgen troepen terug. Heden zyn voor den Hoogen Raad ingeschreven als advocaat en procureurmra. J. W. H. Rutgers van Rozenburg en G. A. Van Haeften, on als advocaat: mr. L. N. Roodenburg. Mej. M. Boissevain, te Amsterdam, is voor het studiejaar 1900/1901 benoemd tot conservator aan het Zoölogisch Laboratorium aan de universiteit aldaar. By de gisteren gehouden verkiezing voor een lid van de Tweede Kamer der Staten- Generaal in het kiesdistrict Meppel word mr. H. Smeenge gekozen verklaard. Er waren geen tegen-candidaten gesteld. Men deelt aan de „Zwolsche Courant" mede, dat ook de civiel-ingenieur 0. M. Fryiinck, die 16 dezer by de Noordooster-Lokaal-Spoor- wog-Maat8chappy in dienst treedt, tot de uit Zuid-Afrika uitgezette spoorwegambtenaren behoort. De Nederlandsche consul op Ceylon zond gunstige berichten omtrent den toestand der krijgsgevangenen aldaar en belast zich met do ontvangst en doorzending van goederen uit Nederland, per post of met de Noordduitsche Lloyd geëxpedieerd. Het stoomschip „Gedó", van Java naar Rotterdam, vertrok 13 Sept. van Perim; de „Koning Willem H", van Amsterdam naar Batavia, vertrok 13 Sopt. van Genua; de „Madura", van Amsterdam naar Batavia, passeerde 13 Sopt. Ouessant; do „Spaarndam" vertrok 13 Sopt. van Rotterdam naar Niouw- York; de „Titan", van Batavia naar Am sterdam, passeerde 12 Sopt. Pomegues. Alkemade. Tot lid van don Raad dezer gemeente, vacature M. Oosthoek (aftredend 1903), is hier 13 dezer by enkele cSndidaat- stelling benoemd de heer J. Bonda to Oude- Wetering. Hazerswoudo. Een aantal koelen van den heer L. Van Vliet, die door den boerenarbeider naai* een andere weide zouden getransporteerd worden, bevonden zich juist op den Voorweg, toen de scholieren om twaalf uren langs dien weg naar huis gingen. Een algemeen gedrang der viervoeters had ton gevolge, dat een der koebeesten van den vry steilen kant in het water stortte. Aan de behendigheid en de krachtsinspanning van den geleider, met name Straver, was het te danken, dat hier geen kostbaar leven te betreuren was. Natuuriyk waren er spoedig gedienstige monschen, die de behulpzamo hand boden, om de drenkeling te redden. Koudekerk. Mr. Patyn, de Commissaris der Koningin in deze Provincie, bezocht Don derdag onze gemeente. Na geruimen tyd op hot raadhuis te hebben vertoefd, bezocht Z.Exc. o. m., met Burgemeester en Wethou ders, de openbare school en hot kerkgebouw der Ned.-Herv. Gemeente. De vlag wapperde van den toren en het raadhuis. Valkenburg. Heerlijk mooi weer beguns tigde de volksspelen, gisteren gehouden. Velen, ook van elders, volgden met belangstelling elk 6pel van het programma; met vroolykheid het hardloopen met hindernissen, met kalmte het bedaard steken naar den ring per fiets, met gullen lach het kuipjesteken, waarby velen een nat pak opdeden, maargeen prijs. De uitslag der spelen was de volgende: I. Hardloopen met hindernissen: Chr. Imthoru, 1ste pr.; L. Rhynsburger, 2de pr. J. Koot, 3de pr. IL Ringsteken per fiets. De uitgeloofde prijs voor het fraaist versierde rijwiel viel ten deel aan J. Van Steyn; de prys, door de jury beschikbaar gesteld, aan G. De Wit. Verder was de uitslag: G. De Wit, late pr.; Gysbertus De Wit, 2de pr.; J. Noten boom, 3de pr. IH. KuipjestekenP. Oudshoom, 1ste pr.; Johs. Binnendijk Hz., 2de pr., en A. Zwaan Pz., 3de pry 8. Onmiddoliyk na afloop deelde de heer W. EL Van Oordt, daartoe uitgenoodigd door de feestcommissie, de prijzen uit onder toepasse lijke woorden, waarna ommegang geschiedde door het dorp met een 8-tal muzikanten, behoorende tot het muziekkorps der Leidsche Schuttery, die ook tydens de 6pelen voor do noodige afwisseling hadden gezorgd. Zoeterwoude. Van den alhier gehouden vogelschietwedstrijd in de Weipoort by L. Dolk was de uitslag als volgt: lste vogel: H. Wezenaar, kop; J. Bakker, lste vleugel; C. Wassenaar, vlag en 2de vleugel; L. v. d. Lans, staart en bout. 2de vogel: J. v. d. Lans, vlag; H. Wezenaar, staart; L. Zuiderduin, lste vleugol; L. v. d. Lans, 2de vleugel; A. v. d. Geest, kop; J. Bakker, bout. Aan den wedstrijd werd door tien personen deelgenomen. TJit <1© „Staatsco urant". Kon. besluiten. Benoemd tot notaris binnen het arrondissement Roermond, ter standplaats de gemeente Horst, L. J. M. C. Essor, candidaat- notaris te Veuloo; met ingang van 1 October, tot notaris binnen het arrondissement Roermond, ter standplaats de gemeente Heythuizen, P. H. A. Rutten, candidaat-notaris aldaar; met ingang van 1 October, tot substituut-griffier bij het ge rechtshof te Amsterdam, mr. M. J. Claasen, thans substituut-griffier bij do arrondissements-rechtbank aldaar-, tot substituut-griffier bij de arrondissements rechtbank te Amsterdam, mr. P. lJssol de Schepper, advocaat en procureur to Delit, tovens waar nemend griffier bij bet kantongerecht aldaar; tot substitnut-griffier bij de arrondissements rechtbank to Groningen, mr. G. M. Doornbos, advocaat en procureur aldaar; tot griffier by het kantongerecht le Hilversum, mr. H. J. Wunder, thans griffier by het kautongereoht te Gouda. Ontheffiog verleend van den werkelijken dienst tot 9 September 1902 aan den loteling Christiaan Meijer, van do lichting 1898 uit de gemeente Haarlem. De gewone audiënties van den minister van binnenlandsche zaken op 15 September en van den minister van waterstaat op 18 September zullen niet plaats hebben. ONGEVALLENWET. Verschenen is de uitvoerige Memorie van Antwoord op het voorloopig verslag der Tweede Kamer. De beschouwingen in den aanhef van dat voorloopig verslag hebben, zeggen de minis ters van waterstaat, van justitie en van financiën, der Regeoring niet de overtuiging gegeven, dat zy, na de verwerping der Onge vallenwet in de Eerste Kamer, een gedrags- ïyn heeft gekozen, strijdig met de belangen des lands en haar eigen waardigheid. Nog altyd is het zeer beslist haar meening, dat elke andere gedragslijn afkeuring zou hebben verdiend. By de Memorie van Antwoord is gevoegd een bylago van den heer A. E. Rahusen, ter beantwoording der vraag, op welk bedrag de! waarde van het pand, bedoeld in het 2de lid' van art. 63 van het ontwerp-Ongevallenwet, is te bepalen, waarby moet worden nagegaan in welke gevallen dit pand zal kunnen worden aangesproken, en welke vorderingfu alsdan uit het pand moeten kunnen worden gedekt. De heer Rahusen komt tot het besluit, dat het pand voldoende moet zyn, om daaruit to dekken lo. de kosten van bet grootste ongeval, dat redelijkerwijze in de onderneming is te verwachten, en 2o. de kosten van de ongevallen, die in do laatste 3 maanden, die aan de intrekking van de bevoegdheid om zelf het risico der verzekering te dragen voorafgaan, kunne^ worden verwacht, waarby het sub 1 bedoelde* ongeval buiten rekening blyfc. Daarbij wordt echter opgemerkt, dat wan neer de waarde van bet pand volgens de hier boven aangegeven regelen wordt bepaald, geen volstrekte zekerheid verkregen is, dat de Bank in alle denkbare gevallen voor schade is ge- vrywaard. Men vergete echter niet, dat by* geen verzekering ooit volstrekte zekerheid kan worden verkregen, dat geen schade zal worden geloopen. Daarom zal nooit de eisch mogen worden gesteld, dat het beloopen van schade geheel onmogelijk wordt gemaakt, maar alleen dat de kans hierop tot zulk een kleine waarde wordt teruggebracht, dat deze kans practisch kan worden verwaarloosd. En aan dezen laatsten eisch wordt, naar de heer R. mesnt, door de boven aangegeven regoling voldaan. E~u tweede byiage deelt nog mede hot aantal aan de inspecties van den arbeid be kende ongevallen van 1890 tot en met 1899; verschillende wijzigingen worden nog voor gesteld. Art. 68, eerste lid, bepaalt nu, dat, indien een naamlooze vennootschap of vereeniging, waarop een risico, als bedoeld in art. 53, is overgedragen, naar het oordeel van den Minister in gebreke i6 haar uit deze wet voort vloeiende verplichting na te komen, op hot door den Minister te bepalen tijdstip vervalt de ingevolge art. 63 verleende bevoegdheid der werkgevers, wien was toegestaan het in genoemd artikel bedoelde risico op de ven nootschap of vereeniging over te dragen. Voorts wordt bepaald: De vorderingen, ingevolge art. 65, alsmede die, welke de Rijks-verzekeringsbank, na toepassing van het bepaalde in het vyfde lid van art 58, nog op een naamlooze vennootschap of ver eeniging mocht hebben, worden voor zoover de Bank die niet mocht hebben kunnen innen, door den Staat aan haar voldaan. Aan den Raad van Toezicht, alsmodo aan een plaatselyke commissie, kan door da Kroon een secretaris, zoo noodig bezoldigd, worden toegevoegd. Voor brieven en xerdere stukken, welko den dienst der Ryksverzekeringsbank betref fen, wordt vrystelling van port verleend. "Wijziging Gemeentewet. De Regeering heeft het afdeelingsverslag der Eerste Kamer beantwoord betreffende het wetsontwerp tot wyziging van art 240 en 243 der Gemeentev,et De vraag, of hrst noodig is, dat de wet, dia in 1897 werd aangenomen en nog niet algo- meen in werking is, nu reeds worde gewyzigd, moet naar het gevoelen van de Reg. stellig bevestigend worden beantwoord. Hot doel van dit wetsontwerp is geen andert 69) .Hans, wat scheelt je? Je zult toch niet ziek gaan worden? Dat is de eenige dwaas heid, die gy tot nu toe nog niet uitgehaald hebt, en ik verbied ze ul Maar spreek dan toch." Hans opende langzaam de oogen en sprak op stamelenden toon: „Zyt gij het, vader? Vergeef mij, dat ik liet roepen ik meende...." „Maar wat scheelt je dan toch eigenlijk?" Da professor wilde in zijn angst den pols van zijn zoon grijpen, maar deze trok toe vallig op hetzelfde oogenblik den arm terug en steunde er zjjn hoofd mee. „Ik weet niet ik werd opeens zoo dui zelig een vreeselyke benauwdheid greep mij aan, toen verloor ik het bewustzijn het was een angstige toestand." „Dat komt van dat verwenschte schil deren, van dat verduivelde geklad I" riep Wehlau vol vertwijfeling uit. Anton, haal het gordijn op, zet hot raam open en laat frissche lucht binnenstroomen. Haal water gauw 1" Nu greep hij naar den linkerarm van den zieke, die weder dezelfde beweging wilde uitvoeren. Maar ditmaal voorkwam zijn vader hem, greep den pols en hield dezen vast. „"Wat is dat nu? Je pols is heel normaal," vroeg hij met eenigen argwaan. Juist ging het gordijn nu op en het daglicht stroomde helder naar binnen en viel op het gelaat van den jongen man, dat er even frisch en blozend uitzag als gewoonlijk; do ziekelijke trek en de lijdende houding misleidden den ervaren arts geen enkel oogenblik. „Jongen, dat is weer een van je duivelsche streken 1" barstte hy uit. „De Hemel beware je, als gU comedie gespeeld hebt, om my in jo atelier te krygonl" „Maar gy zyt er nu eenmaal in, vader 1" riep Hans, dio inzag, dat hy de rol van patiënt niet langer kon volhouden en daarom opsprong. „En gy zult zeker niet weer weggaan, zonder eerst een blik op mijn St.-Micha/il geworpen te hebben. Daar staat hy, aan den anderen kant, tegen den muur; gy behoeft u maar om te keeren." Het verzoek klonk zeer dringend, maar Wehlau wendde zich niet om, en liep recht naar de deur toe. „Denkt gy my op zoo"n manier to dwin gen? Over dezen streek spreken wij later nog. Laat er my nu uit!" In plaats van to gehoorzamen wlorp Hans de deur toe voor den nens van den ouden Anton, die met een verbluft gezicht en een kom water binnen wilde komen. Toen draaide hy den sleutel om. „Dat helpt u alles niets, vader; gy komt er niet uit. Hier is myn ryk, ik heb u ge vangengenomen, en laat u niet vry, vdór gy de schildery gezien hebt" Dat was den professor toch wat al te sterk 1 Het onweder, dat in de laatste oogen- blikken reeds opgekomen was, brak nu los, maar Hans bleef er heel kalm by en ont wikkelds gelyktydig een krygskundig talent, dat zyn vriend ilicbaèl tot eer gestrekt zon hebben. Onder aanhoudend getwist drong hy zyn vader zachtjes steeds verder van de deur af en altyd dichter naar den wand van het atelier, waar de schildery hing, tot hy hem in de onmiddellyke nabyheid er van gebracht had. Toen pakte hy hem waarlyk onverwachts by de schouders en draaide hem om. „Hans, ik zog je, als gy je nogmaals ver stoot om Wehlau hield plotseling op, want hy had toch onwillekeurig een blik op de schildery geworpen. Hy keek er nog eens naar, en trad toen langzaam naderby. De jonge kunstenaar keek zegevierend zyn vader aan. Nu was hy zeker van zyn zaak, maar hy plaateto zich toch als een wachtpost achter zyn vader, om dozen een ongewenschten terugtocht af te snydenmaar do professor dacht daar niet aan. Hy kon zyn oogon niet van de schildery afhouden. „Het is myn eerste groot werk, vader," begon Hans thans op zyn zachton, vleienden toon. „Ik kon het toch onmogeiyk do wereld inzenden, zonder het u te toonen. Oy moogt niet boos op my zyn, om deze krygslist, waarmede ik u lokte; het was de eenige mogelijkheid om u in myn atelier to krygen." „Zwyg, en stoor my niet, dat ik het ding in alle rust kan beschouwen," bromde Wehlau toornig en zocht het geschiktste punt om de schildery in oogenschouw te nemen. Zoo verliepen er eenige minuten; dan liet de professor een gebrom hooren, dat half nydig, half goedkeurend kloDk. Eindeiyk keek hy zyn zoon aan on vreeg met oen ongeloovig gezicht: „En gy. wilt mfl werkeiyk wys maken, dat gy dat ding geheel alleen gemaakt heb?" Zeker, vader." „Dat geloof ik niet!" sprak Wehlau kort en bondig. „Gy zult toch niet willen beweren, dat een ander my geholpen heeft? Hoe bevalt het u?" De professor het wedar zyn gebrom hooren, maar nu klonk het reeds veel vriendelyker. „Hm, dat ding is niet slecht er ligt ten minste kracht en leven in waar hebt gy het onderwerp vandaan gehaald?" „Uit myn hoofd, vader." Wehlau zag eorst de schildery en toen zyn zoon aan, tn wiens hoofd, volgens zyn meening, slechtB plaats was voor dwaze streken, zooals hy er zooeven weder een uitgehaald had. De zaak scheen hem geheel onberrspeiyk. „MichaOl heeft eigeniyk do meeste ver dienste by dit stuk," ging de jonge kunste naar voort. „Hy is my een onschatbaar model geweest. Ik heb er moeite genoeg mee gehad, om hem in de rechte stemming te brengen, maar op zekeren dag gelukte het my toch, hem zóó te ergeren, dat hy woedend werd; toen had ik de uitdrukking en hield ze vast. Maar ik wacht nog altyd op uw oordeel over myn kladmrk." Men kon zion, dat de professor moeite had, om zyn trekken in bedwang te houden; hy scheen grooten lust te hebben, weder op zyn gewonen brommerigen toon te antwoorden, maar het ging niet, en daarom sprak hU dan ook eindelyk op half verzoenenden toon: „Maar voortaan schildert gy geen dergelijke onderwerpen meer, dat verbied lk je l" „Neen, vader, zoo spoedig mogelyk schilder ik de wetenschap In den persoon van onzen beroemden natuurvorscher. Wanneer zullen wy met do eerste zitting beginnen?" „Laat my met rustl" bromde Wehlau. „Dat Is maar een halve belofte, ik verlang een woliAdigo. Zullen w(j morgen maar beginnen?" „In vredesnaam dan, als het niet andera kan." „Hoezeel" riep Hans uit en omarmde zila vader krachtig; de professor verzotte er zich niet tegen, integendeel, hy hiold zyn zoon vast, en In de heldere, zonmgo oogen van dezen blikkend, zeide hy op harteiyken toon: „Jongen, voor geleerde doug jo niet, dat heb ik nu leeren inzien, maar misschien komt er toch nog wol iota goeds van jo, ondanks alios." XX. Te St.-Michaêl werden de toebereidselen gemaakt voor hot feest, dat morgen plaats moest hebben en dat dozen keer door de inwyding van een nieuw altaarstuk nog een byzonderen glans zou krygen. De bedevaarts kerk prykte reeds in vol feestgowaad, en ia het kleine, anders zoo stille bergdorp heerschto een vroolyke, levendige drukte. Het gold immers, die duizenden bedevaartgangers te ontvangen, die morgen uit alle dooien van het gebergte zouden toostroomen, om in het oudo heiligdom van den aartsengel hun godsdienst plichten te verrichten. Men was op den voor avond van hot feest nog niet met allo toe bereidselen gereed gekomen. Deze vooravond had ook don pastoor een even onverwachte als vreugdevolle verrassing gebracht. Zyn voormalige scholier, kapitoin Rodenberg, was plotseling, zoDder eonig be richt gezonden te hebben, gekomen, en de vreugde van den grysaard daarover had Iets roerends. „Dat was een verrassing 1 zeide hy, torwyi hy" do hand van den kapitein nog altyd in d j zyno hield. „Ik had eerder van alles kunn< i droomen ten u om dezen tyd hier te zi (Wordt vervo'j i

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1900 | | pagina 1