N8. 12434 Donderdag 6 September. A0. 1900 feze jouraat wordt dagelijks, met uitzondering van (Zon- en feestdagen, uitgegeven. Leiden, 6 September. Feuilleton. Adellijk en burgerlijk bloed. DAG-BLAD. V PRUS DEZER COURANT: Voor Leiden per 8 maanden; at» t i 3 f 1.10. f Buiten Leiden, per looper en waar agenten gevestigd zijn 1.30. Franco per post J J S 1.65. PRUS DER ADVERTENTIE]*: Van 1 6 regels f 1.05. Iedere regel meer f 0.17}. Grootere letters naar plaatsruimte. Voor het incasseeren buiten de stad wordt f 0.05 berekend. De nieuwe cursus der Hoogere Burgerschool voor Meisjes alhier is geopend met 110 leer lingen, nl. lste klasse 28, 2de klasse 27, 3de klasse 25, 4de klasse 17 en 5de klasse 13 leerlingen. -De derde lyst van do 22ste jaarcollecte voor de Scholen met den Bfibel in „De Standaard" bevat o. a."Wilnis met Oudhuizen en West veen, met 71.36s; Amsterdam II (Utr.- en Weesperzyde) met f 58.50; Sassenheim mot Voorhout, met f 126.29s; Warmond (Horv. Kerk), met ƒ21.18. Van de adressen in zake de Ongevallenwet en de Wet op Arbeids- en Rusttyden, onlangs by de Tweede Kamer door het bestuur der Vereeniging van Ned. Werkgevers ingediend, beeft dat bestuur afdrukken doen toekomen aan de voornaamste Kamers van Koophandel en verschillende werkgevers, met verzoek om adhaesie. By de adressen is gevoegd de nota omtrent de regeling der arbeids- en rusttyden. Tevens heeft het bestuur zich gewend tot hot hoofdbestuur der Ned. My. tot Bevorde ring der Geneeskunst, met de yraag of van harentwege niet eveneens in een adres aan do Tweede Kamer kan worden betoogd, dat de observatietyd van drie weken, voorgesteld in de nieuwe Ongevallenwet, ook van medisch standpunt te kort is. De Groothertog van Saksen gaf gisteren op het Kurhaus te Scheveningen een déjeuner, waartoe waren uitgenoodigd de heeren W. Graaf Van Bylandt, buitengewoon gezant en gevolmachtigd minister in disponibiliteit; Graaf R. Bentinck van Amerongonmr. J. G. Patyn, Commissaris der Koninginde gepens. kolonel F. Do Bas, directeur van het krfigs- geschiedkundig archief; J. D. Ruys Th. Az., gedelegeerd commissaris van het Zeebad Scheveningen; A. W. Vinkhuyzen, intendant van Zorgvliet; W. J. Couturier, thésaurier van de Hooge Erfgenamen van wyien H. K. H. de Groothertogin van Saksen, en ds. J. P. Quandt, predikant by de Duitsch-Evangelische Gemeente te 's-Gravenhage. Do Groothertog is voornemens tegen de helft dezer maand van Scheveningen naar Weimar terug te koeren. De heer Conrad, president der commissie uit de Prov. Staten van Zuid-Holland, belast met het onderzoek der voorstellen betreffende de waterverversching van Delfland en Don Haag, was, met het oog op deze aangelegen heid en tot het doen eener opname in loco, dezer dagen te Schiedam en Rotterdam. Door de arrondissements-rechtbank te Leeuwarden is, ter vervulling der vacature van kantonrechter te Dokkum, opgemaakt de navolgende alphabetische lijst van aanbeveling: mr. F. D. De Boer, mr. J. A. Schaaff en mr. F. W. Ter Spill, griffiers by de kantongerechten te Bols ward, Den Helder en Woerden. De 2de luit. jhr. J. C. A. Van Haeften, van het 4de reg. inf. te Haarlem, is benoemd tot adjudant by het 3de bataljon van het korps aldaar. In de gisteren gehouden vergadering van den gemeenteraad te Delft werd benoemd tot hoofd der gemeente-bewaarschool No. 2 mej. H. H. Norenburg, te Tiel. Het voorstel tot ingebruikneming ten be hoeve van het gemeente-archief, van het archief, het vaandel, enz. van hot opgeheven Indologisch Studentencorps, evenals het voor stel op het verzoek van den oud-hoogleeraar by de Indische Instelling mr. J. G. Heeres, om het hem by Raadsbesluit toegekende wacht geld van f 1200 terug te brengen op f 1000, werd goedgekeurd. Met 10 tegen 7 stemmen werd verworpen het voorstel van den heer Lans om den afgetreden hoogleeraar Gongryp by zyn pensioen gedurende drie jaren een toelage te geven van f 300. Naar aan het „HaarJ. Advertentieblad." wordt medegedeeld, is door dr. E. Van der Ven eervol ontslag aangevraagd als school opziener in het arrondissement Haarlem. Naar men verneemt zyn, behalve de reeds vroeger vermelde, tot dusver do vol gende benoemingen bekend geworden, door den Schah gedaan in de Keizerlijke orde van den Leeuw en de Zon van Perziö, t. w: tot Grootkruisenluit.-gen. K. Eland, minis ter van oorlogmr. L. H. Ruyssenaers, gezant en secretaris-generaal by het ministerie van buitenlandsche zaken; generaal-majoor C. P. Van Pommeren, gouverneur der residentie; tot Groot-Officieren: jhr. mr. P. J. Van Beyma, secretaris-generaal by het departement van justitie; mr. J. A. Kramer, idem van oorlog tot Commandeurs: dr. J. Loudon, chef van het kabinet van den minister van buiten landsche zakenmr. T. G. H. Reitsma, advo caat-generaal by het Gerechtshof te's-Graven hage; luit.-kolonel J. A. Van Eybergen, van den generalen staf, hoofd der Hde afd. v. O.; kolonel J. L^ De Bock, commandant; de luit.-kolonols G. A. De Bruyn, jhr. L. F. A. Van der Goes, K. F. A. Van de Wall, allen van het regiment grenadiers en jagers; majoor H. A. Le Bron de Vexela, van het 5de reg. inf., luit.:kolonel E. J. H, Ringeling, com mandant van het 3de reg. huzaren; tot Officieren: H. J. Versteeg, hoofdcom missaris van politie te's-Gravenhage; de kapi teins P. T. Lambert, G. A. Bahlmann, E. Tonnet, P. A. H. F. Tergan, allen van het regiment grenadiers en jagers; W. A. Soden- kamp, van het 2de regiment veldartillerie; de ritmeesters J. C. Camerling Helmolt, van het 3de reg. huzaren, en H. L. A. Mathon, idem; voorts do heeren J. L. Huysinga, inspecteur der Exploitatie van de Staatsspoorwegen te Utrecht, en J. W. Verloop, ingenieur-werk tuigkundige by de Ned. Centraal-Spoorweg- maatschappy tot Ridders: jhr. mr. A. Van der Goes, gezantschapsattachó, werkzaam by het kabinet van den Minister van Buitenlandsche Zaken; mr. P. A. V. baron Van Harinxma thoe Slooten, adjunct-commies aan het departement van justitie; de lste luitenants H. P. J. M. Rakker, van het regiment grenadiers en jagers O. Sandt van Nooten, van hot 3de regiment huzaren, en H. J. N. Kat, van het 3de regiment vesting-artillerie. De „Nederlandsche Onderwtfzers-Propa- ganda-Club" verzond haar maandblad „Het Cluborgaan" aan alle ministers, kamerleden, leden van 's rfiks schooltoezicht en voorts aan allen, die in Nederland met het geven van eenig onderwys belast zyn (professoren, leeraren en lagere onderwijzers, zoo van het bijzonder als van het openbaar onderwys), ten einde» daardoor meer algemeen de aan dacht op haar werk te vestigen. In het hoofdartikel „Aan alle opvoeders in Neder land" wordt het doel der Club uiteengezet, en worden de onderwijzers opgewekt, vooral ook in dezen tijd van drankwetagitatie, zich aan haar zydo te scharen, ten einde te ver krijgen, dat in de Drankwet bepalingen zullen worden opgenomen ter bescherming der jeugd tegen de drankverleiding. In het By blad van „Het Cluborgaan" is opgenomen het aan do Regeering gezonden adres met de daarbij behoorende memorie van toelichting, waarin gevraagd wordt de bescherming van de jeugd tegen de drank verleiding. Onvoorziene omstandigheden voorbehou den, wordt de vesting-artillerie nog voor liet begin van 1901 uitgerust met karabyn, in vervanging van het g6weer M. 'fiö. (Pad.) Gedurende de maand Augustus jL zyn by het koloniaal werfdepot aangenomen 64 personen, als48 Nederlanders, 6 Dnitschers, 8 Belgen, 1 Zwitser en 1 Luxemburger, en werden 11 onderofficieren en minderen van de verschillende korpsen overgenomen. Het totaal der werving bedroeg aldus 75 man, aan wie aan handgelden ƒ13,270 werd uitbetaald. Te Nymegen is overleden de oud-kolonel der infanterie G. A. De Gelder. De „Sts.-Ct." bevat het verslag omtrent het in 1900 te Kampen afgelegd eindexamen door de onderofficieren van het 2de studiejaar van den hoofdcursus. Blijkens van Lloyd's te Londen ontvangen bericht is Hr. Ms. pantserdekschip Noord brabant", onder bevel van den kapitein-ter-zee A. W. F. 0. Van Woerden, 5 dezer Wight gepasseerd, van Brest komende. Uit Arcachon kwam gisteren het bericht, dat de heer J. G. W. Fynje, raad-adviseur by het Departement van Waterstaat, Handel en Nyverheid, die jaren 'achtereen in dat oord tot herstel van zyn gezondheid ver toefde, aldaar o verloden is. Hier te lande was de heer Fynje, die aan- vankeiyk ingenieur van 's Rijks waterstaat was, bekend als hoogst bekwaam spoorweg ingenieur, als hoedanig hy aan den aanleg van het grootste gedeelte van den spoorweg- Antwerpen—Moerdyk heeft medegewerkt. Yan zyn hand zyn tal van brochures en artikelen verschenen over spoorwegwezen en andero technisch-wetenschappelyke onderwerpen. Van 18711877 was hy lid van den ge meenteraad van 's-Gravenhage. Hy was destijds ook lid der plaatselyke commissie van toezicht voor het middelbaar onderwys. Behalve ridder der orde van den Ned. Leeuw, was de heer Fynje met eenige buitenlandsche orden gedecoreerd in verband met zyn deel noming als gedelegeerde der Ned. Regeering aan internationale spoorweg-conferentién. Het stoomschip „Prins Hendrik" ver trok 5 Sept. van Batavia naar Amsterdam; de „Herzog" (uitreis) arriveerde 4 Sopt. te Tanga; de „Prinses Amalia", van Amsterdam naar Batavia, passeerde 5 Sept. Point do Galle. Haze rs woud e. Op de gisteren ten huize van den heer J. Rodenburg gehouden ver gadering van den Rietveldschen polder wer- don ter verkiezing van een voorzitter, in plaats van wijlen den heer J. F. Yeelenturf, uitge bracht 363 geldige stemmen, waarvan 206 op den heer T. Zekveld en 157 op den heer P. F. Yeelenturf, zoodat eerstgenoemde ge kozen is. Yoor gecommitteerde werden uitgebracht 267 stemmen op den heer K. Van der Torren, van Waddings veen, 54 op den heer A. Panne bakker, te Hazerswoude, en 42 op don heer Piek, van Oudshoorn, zoodat de heer K. Yan der Torren tot gecommitteerde benoemd is. Hillegom. Door don minister van oorlog is aan don verlofganger J. J. Yan Werkhoven, van de üchting 1897, alhier, die met ingang van 3 Sept. Jl. in werkeiyken dionst was opge roepen, hiervan uitstel verleend tot 10 Dec. a. s. Ónder het vee van den veehouder L. Witteman, alhier, is het mond- en klauwzeer uitgebroken. Noordwij k. Het getal ingeschrevenen der nationale militie voor de lichting 1900 en die aan de loting in de maand October moeten deelnemen bedraagt 52. Uit Ho „Staatscourant". Kon. besluiten: Aan J. J. Wiertz, op zijn verzoek, met ingang van 1 October e. k., eervol ontslag verleend ala griffier bij het kantongerecht te Weert. Aan G. T. K. Van Meijel, Roomsch-Katholiek priester te Heerlen,, verlof verleend tot het aan nemen van den titel van geheim kamerheer en huisprelaat van Z. H. den Paos. Aan de na te noemen personen vergunning ver leend tot het aannemen der onderscheidingen achter hun namen vermeld, te weten: mr. A. M. D. baron Sweerts de Landas Wyborgh, minister-resident van 11. M. de Koningin der Nederlanden by de lloven van Rumenië en Servië, ridder 3de klasse der orde van den Rooden Ade laar en ridder 2de klasse der orde van de Kroon van Pruisen. E. L. L. baron Van Tuyll van Serooskerken, ridder 4do klasse dor orde van de Kroon van Pruisen; J. H. W. Koster, adjunct-commies bij het Depar tement van buitenlandsche zaken, het kruis „Pro Ecclesia et Pontifice"; Min. beschikkingen. Voor het tijdvak van 16 September 1900 tot en met 15 September 1901 benoemd tot hoofdverpleegster aan 's Rijks kweek school voor vroedvrouwen te Amsterdam, mejuf frouw P. A. Rom, vroedvrouw te Amsterdam. Met ingang van 1 Januari aau H. Nykainp, op zijn verzoek, eervol ontslag verleend als ama nuensis aan do Ryks hoogere burgerschool te Leeuwarden. Gemengd Nieuws. Heden herdenkt A. Oudshoorn den dag, waarop hy vóór vyf en twintig jaar in dienst trad by den heer C. A. Simonis, meubelmaker aan de Hoogewoerd alhier. Door zyn patroon werd hem een zilveren remontoir- horloge met inscriptie aangeboden en door de gezellen een zilveren ketting. By de gisteren gehouden hard- dravery te Rotterdam behaalde de hit „Trui II", eigenaar de heer M. Yan Blankenstein, alhier, beryder K. Westmaas, op de lange baan, afstand ongeveer 2100 meter, ingespan nen, den tweeden prys. lste prys D. Yan Steenhoven, te Rotterdam, "3de prys Van der Jacht, te IJselmondet Het aantal deelnemers was 14. Harddravery voor paarden op de korte baan, die nooit prys of premie hebben gewonnen op korto of lange baan. Afstand pl.m. 300 meter, te rijden onder den man. Aantal deelnemers zes; lste prys J. Geersen, to Woerden, 2de prys Stal Voorwaarts te Alfen a/R., 3de'prys Yan Zuilekom, te Rot terdam. De Krygsraad te 's-Gravenhage veroordeelde C. L., sergeant by de Koloniale Reserve, gedetacheerd by de Normaal-Schiet school, die zich ten nadeele van verschillende onderofficieren o. m. had toegeëigend een zilveren remontoir-horloge, een portemonnaie met geldswaardigen inhoud, een paar man- chetten met gouden knoopen, enz., ter zake van het voortgezet misdrijf van diefstal, tot zes maanden gevangenisstraf met degradatie door terugbrenging tot den stand van soldaat. De man, die Zondag jl. bekneld geraakte tusschen het perron en de loopplank van oen der wagens aan het station Delft, is, ten gevolge van inwendige kneuzingen, in het gasthuis aldaar overleden. De machine van trein 2 0, van Utrecht naar Rotterdam, is gisteren tusschen Oudewater en Gouda ontspoord. Er vielen geen ongelukken voor, alleen ontstond er een oponthoud van anderhalf uur. Het Haarlemsche rolletje. Naar men verneemt hebben de gebroeders Snydera de woning in deHagestraat, waar zy een kroeg hadden, verlaten, zoodat het verder rustig Is gebleven. Tegen hen is proces-verbaal opgemaakt wegens mishandeling, verzet tegen de politie, vernieling en dierenmishandeling. De klacht van den heer Van Schermbeek. Het bericht van de indiening van een gerechtelijke aanklacht van den or 4- hoofdcommissaris van politie te 's-Gravenhage, den heer Van Schermbeek, tegen den bur gemeester aldaar, baron Van Harinxma thoe Slooten, geeft het „Dagblad" aanleiding om mede te deelen, wat tot de botsing tusschen deze beide autoriteiten hooft aanleiding ge geven. Ziehier het relaas van het blad Het feit, waaruit alle verdere onaangenaam heden (voor den heer Van Schermbeek met zulke vèr strekkende gevolgen) zyn voortge komen, geschiedde op den dag van den intocht in de residentie van H. M. do Koningin na haar inhuldiging te Amsterdam op 9 September 1893. De burgemeester had in de door hem gegeven orders voor dezen dag ook voorgeschreven, dat de hoofdcommissaris den Koninkiyken stoot zou voorafgaan op een afstand van 50 100 H., met de bedoeling, dat niet de indruk zou ontstaan, als zou deze hoofd ambtenaar by den stoet behooren. Do burgemeester, die dadeiyk na de ver welkoming van H. M. aan het station, achter het afgezette stadsgedeelte om, don langzaam voortgaanden stoet weer was tegemoet ge reden, kreeg defcen in de Parkstraat by de R.-K. ke?k in het gezicht. Plotseling hield hy daar het rytuig, waarin de voorafrydonde li jofdcommissaris, aan, en verweet den heer Van Schermbeek op luiden, driftigen toon, dat deze het verbod, om op zoo korten afstand van den stoet to ryden, had overtreden, en beval den hoofdcommissaris onmiddellijk naar het paleis te ryden, Waaraan deze govolg gaf. Aan het paleis herhaalde de burgemeester zyn verwijten, bewerende, dat do heer Van Schermbeek op 7 M. afstand van den stoet had gereden, en bejegende den hoofdcommissaris weer cp driftigen, drei genden toon. Deze, gegriefd door j harde en naar zyn overtuiging onverdiende bejegeningen ten aanhoore van het overtalryke pubhek, hield zich toen kalm, maar richtte zich den volgenden dag schrifteiyk tot den burgemeester, dezen er op wyzende, dat hy zich niet aan eenige overtreding had schuldig gemaakt, op het bewuste oogenblik op 50 80 meter van den stoet vooraf reed, en er dus een dwaling by den burgemeester had moeten bestaan. Dit schryven had een week later het ont? bieden van den heer Van Schermbeek by den burgemeester ten gevolge, in welk onder* houd deze verzekerde, zelf gezien te hebbenv dat eerstgenoemde zich op 10 meter afst*j^> van den stoet bevond. De burgemeester noemdT, de beweringen van den hoofdcommissaris. tots twee malen toe „grove leugen" en wenscb' verder de zaak als afgedaan te beschouwen. Het is nu voornamelijk deze beschuldiging^ waarop de heer Van Schermbeek zyn aanklacit van beleediging grondt. Na dit gesprek wendde de hoofdcommissif*. zich opnieuw schriftelijk tot den burgemoesf^. daarby aandringende op erkenning van diem dwaling en onverdiende beschuldiging vai „grove leugen" beweerd te hebben. Hierbij 60) 2 VIL Hans Wohlau, die op dien avond zoo ver standig was de nabijheid van zijn vader te vermijden, had eindelijk Michael gevonden en luisterde met blijkbare belangstelling naar eon kort bericht van hem. „Gjj hebt haar dus gezien on gesproken?" vroeg hij gespannen. „Gezien, ja, gesproken neen. De gravin stoldo mij freule Van Eberstein voor, maar ik kroeg geen antwoord op mijn toespraak, enkel een half geloovig knikjo. Zjj is bijna nog een kind en veel te jong om nu reeds haar intrede in de wereld te doen." „Op zestienjarigen leeftijd is een jong moisje geen kind meer," sprak Hans geërgerd. „Maar hoe is zij u anders bevallen?" „Zy heeft een heel lief gezichtje. Van do oogen heb ik echter niets gezien, die hield zy hardnekkig neergeslagen, en het was ook niot mogelijk oen aDtwoord uit haar te krygen. Het kleine burchtvrouwtje, zooals gij haar noemt, schijnt toch geen ruimen blik te hebben." De jonge kunstenaar zag zyn vriend met een blik vol diepe minachting aan. „Michaêl, a3n uw smaak heb ik altyd getwyfeld; nu twyfel ik ook aan de juistheid van uw oordeel. Ik zeg u, Gerlind» Van Eberstein is verstandiger dan alle anderen samen." „Dat is een wel wat gewaagde bewering," sprak Michaêl droogjes. „Gy noemt het ge weldig kwalijk, al3 men een woord zegt, dat niet ten gunste der jongedame pleit. Hebt gy weer vuur gevat? Voor do hoeveelste maal?" „Daar is dezeu keer volstrekt geen sprake van. Mijn belangstelling in dit mooio kind is in het minst niet zelfzuchtig." „Zoo?" „Michaêl, ik verbied u dit spottend zool" verklaardo Hans ontstemd. „Maar ik vergeet geheel, u aan mevrouw Van Nérao voor te stellen. Clermont heeft hot my uitdrukkelyk verzocht" „Clermont? O, ja, de jonge Franschman, waar gy meermalen aan huis komtl Gy hebt mij immers reeds eenmaal voorgesteld eens mee te gaan." „En gy hebt, als gewooniyk, myn voorstel van do hand gewezen." „Omdat ik tyd noch roeping heb voor zoo'n uitgebreiden kring van kennissen, voornamelyk in dezen winter. Met u is dat wat anders, gy zyt een kunstenaar. Kent gy dezen Clermont reeds lang?" „Neen, ik leerde hem eerst in den loop van den winter kennen en word met de meeste voorkomendheid tot een bezoek uit genoodigd. Hy en zyn zuster hebben my ook reeds eenige malen verzocht, a mede te brengen." Eodenberg keek op by deze laatste woorden. „My? Dat is vreemd; zy kennen my immers niet?" „Om het even, dan zal het uit hoffelykheid geweest zyn. In elk geval zult gy in de jonge weduwe een interessante vrouw leeren kennen, mis schien ook wel een gevaarlijke vrouw." „"Werkelijk?" De vraag klonk vrU ongo- loovig. „Nu, natuurlyk niet voor u," spotte Hans. „Uw ijsnatuur houdt het zelfs tegenover de schoone gravin Steinrück uit, zonder te smel ten, en Heloïse Van Nérac is niet eens zoo schoon; toch zou zy eon verovering kunnen maken, die zelfs de trotsche Hortha gevoelig kwetsen zou. Ik sprak immers vroeger reeds het vermoeden uit, dat graaf Raoul onder een gehoel andero bekoring lag dan die zyner bruid; hy kwam veel by do Clermonts." „En gy denkt, dat mevrouw Van Nérae daar mede schuld aan is?" vroeg Michaêl, plotseling opmerkzaam geworden. „Zeer waarschynlyk. In elk geval komt de graaf meer dan het met zyn plichten als verloofde van gravin Hertha in overeen stemming te brengen ia by hen. Maar stil, daar is hy zelf." Raoul kwam inderdaad langs hen heen: hy kende Hans "Wehiau ylechts oppervlakkig, toch bleef hy staan en begroette hem zeer voorkomend. Het had veel van een vyandige betooging, want terwyl hy minzaam met den jongen kunstenaar sprak en hem zyn com pliment maakte over de zoo uitmuntend ge slaagde voorstelling, nam hy van kapitein Rodenborg, die dicht by bem stond, zoo weinig notitie, dat zyn bedoeling niet te miskennen vieL Michaêl nam met geen enkel woord deel aan het gesprek en scheen kalm toe te luisteren, maar toen de graaf zich verwyderde, zag by hem na met zulk een blik, dat Hans, die dit bemerkte, vol bezorgd heid de hand op zyn arm legde en sprak, terwyl zy verder gingen: „Gy zult toch niet veel gewicht hechten aan deze onbeleefdheid? Tusschen u en de Steinrücka heerscht nu eenmaal vijandschap." „Die zich hier op zeer kinderachtige wyze uitte," antwoordde Michaêl. „Graaf Raoul moest het nu toch wel weten, dat ik my zoo niet laat behandelen." „Wat bedoelt gy daarmee?" vroeg Hans onrustig, maar hy kreeg geen antwoord, want zy stonden reeds voor Clermont en zyn zuster, en hy moest zyn vriend voorstellen. Beiden begroetten den kapitein op de minzaamste wyze on Henri stood zelfs zyn plaats aan hom af, naast Heloise, terwyl hy zelf Hans in beslag nam. Hy. sprak zyn moening uit over een schildery, die tegen over hen aan den wand hing, doch welke door den jongen kunstenaar met levendig heid weersproken werd. Clermont bleef echter hardnekkig aan zyn meening vasthouden en eindelyk gingen beiden naar de schildery toe, om daar hun geschil uit te maken. Op deze wyze verkreeg mevrouw Yan Nérac de vry- hoid zich geheel met haar buurman bezig te houden, wat zy dan ook met de moeste voor komendheid deed. Het gesprek liep aanvankeiyk over de gasten, en de jonge vrouw sprak, terwyl zy op Hertha wees, die weder het middelpunt van den kring van bewonderaars vormde: „Gravin Steinrück is werkeiyk een schoon heid van den eersten rangl "Wel wat heersch- zuchtig; allo gasten bewyzen haar hulde en zy neemt die aan met het gelaat eener vorstin, die de haar verschuldigde schatting in ontvangst neemt. Ik ben overtuigd, dat zy ook tegenover haar toekomstigen echt genoot in al haar heersclizucht zal optre den." „Het is do vraag nog, of haar echtgenoot zich voor deze heerscbzucht zal buigen," antwoordde Rodenberg. „Yoor een schoone vrouw buigt een man zich altyd, als hy haar liefheeft. Gij Bchynt een onbuigzaam karakter te hebben." „Misschien ben ik kalmor en bezadigder dan anderen, want ik ben gewoon zelfs tegenover schoone vrouwen myn verstand te bewaren. Ik weet niet, hoo graaf Stein rück zich in dit opzicht gedraagt. Gy kent hem zeker wel beter, mevrouw?" „Hy is een vriend van myn broeder en daardoor zie ik hem nogal eens." Het antwoord klonk even onbevangen als do vraag; maar daarby keken zy elkander in hot gelaat, do een koel en opmerkzaam, de andore met een flikkering in do oogen alsof er wantrouwen in haar opkwam. Dat_ duurde slechts oen onkol oogenblik, dan; lachte Heloise en veranderde plotseling van onderwerp. Zy sprak veel en op levondigen toon, terwyl Michaêl, die wel geen sioriyk, maar toch een vloeiend Fransch sprak, meer als toehoorder bleef zitten. Hot wa3 een vrooiyk, innemend gebabbel, dat over alle mogeiyke onderwerpen liep, by geen enkel lang stil stond, maar toch wist te boeien. Politiek, nieuwtjes, kunst en gezelschap, alles werd slechts vluchtig aangeroerd, maar het waren zeer origineele gedachten, die daarover uitge sproken werden, en eigenaardige opmerkingen. Mevrouw Yan Nérac was blykbaar een meesteres in de kunst, om haar toehoorders aangenaam bezig te houden. (ITerdl vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1900 | | pagina 1