N8. 12434
Donderdag 6 September.
A0. 1900
feze jouraat wordt dagelijks, met uitzondering
van (Zon- en feestdagen, uitgegeven.
Leiden, 6 September.
Feuilleton.
Adellijk en burgerlijk bloed.
DAG-BLAD.
V PRUS DEZER COURANT:
Voor Leiden per 8 maanden; at» t i 3 f 1.10.
f Buiten Leiden, per looper en waar agenten gevestigd zijn 1.30.
Franco per post J J
S
1.65.
PRUS DER ADVERTENTIE]*:
Van 1 6 regels f 1.05. Iedere regel meer f 0.17}. Grootere
letters naar plaatsruimte. Voor het incasseeren buiten de stad
wordt f 0.05 berekend.
De nieuwe cursus der Hoogere Burgerschool
voor Meisjes alhier is geopend met 110 leer
lingen, nl. lste klasse 28, 2de klasse 27, 3de
klasse 25, 4de klasse 17 en 5de klasse 13
leerlingen.
-De derde lyst van do 22ste jaarcollecte voor
de Scholen met den Bfibel in „De Standaard"
bevat o. a."Wilnis met Oudhuizen en West
veen, met 71.36s; Amsterdam II (Utr.- en
Weesperzyde) met f 58.50; Sassenheim mot
Voorhout, met f 126.29s; Warmond (Horv.
Kerk), met ƒ21.18.
Van de adressen in zake de Ongevallenwet
en de Wet op Arbeids- en Rusttyden, onlangs
by de Tweede Kamer door het bestuur der
Vereeniging van Ned. Werkgevers ingediend,
beeft dat bestuur afdrukken doen toekomen
aan de voornaamste Kamers van Koophandel
en verschillende werkgevers, met verzoek om
adhaesie. By de adressen is gevoegd de nota
omtrent de regeling der arbeids- en rusttyden.
Tevens heeft het bestuur zich gewend tot
hot hoofdbestuur der Ned. My. tot Bevorde
ring der Geneeskunst, met de yraag of van
harentwege niet eveneens in een adres aan
do Tweede Kamer kan worden betoogd, dat
de observatietyd van drie weken, voorgesteld
in de nieuwe Ongevallenwet, ook van medisch
standpunt te kort is.
De Groothertog van Saksen gaf gisteren
op het Kurhaus te Scheveningen een déjeuner,
waartoe waren uitgenoodigd de heeren W.
Graaf Van Bylandt, buitengewoon gezant en
gevolmachtigd minister in disponibiliteit;
Graaf R. Bentinck van Amerongonmr. J. G.
Patyn, Commissaris der Koninginde gepens.
kolonel F. Do Bas, directeur van het krfigs-
geschiedkundig archief; J. D. Ruys Th. Az.,
gedelegeerd commissaris van het Zeebad
Scheveningen; A. W. Vinkhuyzen, intendant
van Zorgvliet; W. J. Couturier, thésaurier
van de Hooge Erfgenamen van wyien H. K.
H. de Groothertogin van Saksen, en ds. J. P.
Quandt, predikant by de Duitsch-Evangelische
Gemeente te 's-Gravenhage.
Do Groothertog is voornemens tegen de
helft dezer maand van Scheveningen naar
Weimar terug te koeren.
De heer Conrad, president der commissie
uit de Prov. Staten van Zuid-Holland, belast
met het onderzoek der voorstellen betreffende
de waterverversching van Delfland en Don
Haag, was, met het oog op deze aangelegen
heid en tot het doen eener opname in loco,
dezer dagen te Schiedam en Rotterdam.
Door de arrondissements-rechtbank te
Leeuwarden is, ter vervulling der vacature
van kantonrechter te Dokkum, opgemaakt de
navolgende alphabetische lijst van aanbeveling:
mr. F. D. De Boer, mr. J. A. Schaaff en mr.
F. W. Ter Spill, griffiers by de kantongerechten
te Bols ward, Den Helder en Woerden.
De 2de luit. jhr. J. C. A. Van Haeften,
van het 4de reg. inf. te Haarlem, is benoemd
tot adjudant by het 3de bataljon van het
korps aldaar.
In de gisteren gehouden vergadering van
den gemeenteraad te Delft werd benoemd
tot hoofd der gemeente-bewaarschool No. 2
mej. H. H. Norenburg, te Tiel.
Het voorstel tot ingebruikneming ten be
hoeve van het gemeente-archief, van het
archief, het vaandel, enz. van hot opgeheven
Indologisch Studentencorps, evenals het voor
stel op het verzoek van den oud-hoogleeraar
by de Indische Instelling mr. J. G. Heeres,
om het hem by Raadsbesluit toegekende wacht
geld van f 1200 terug te brengen op f 1000,
werd goedgekeurd. Met 10 tegen 7 stemmen
werd verworpen het voorstel van den heer
Lans om den afgetreden hoogleeraar Gongryp
by zyn pensioen gedurende drie jaren een
toelage te geven van f 300.
Naar aan het „HaarJ. Advertentieblad."
wordt medegedeeld, is door dr. E. Van der
Ven eervol ontslag aangevraagd als school
opziener in het arrondissement Haarlem.
Naar men verneemt zyn, behalve de
reeds vroeger vermelde, tot dusver do vol
gende benoemingen bekend geworden, door
den Schah gedaan in de Keizerlijke orde van
den Leeuw en de Zon van Perziö, t. w:
tot Grootkruisenluit.-gen. K. Eland, minis
ter van oorlogmr. L. H. Ruyssenaers, gezant
en secretaris-generaal by het ministerie van
buitenlandsche zaken; generaal-majoor C. P.
Van Pommeren, gouverneur der residentie;
tot Groot-Officieren: jhr. mr. P. J. Van
Beyma, secretaris-generaal by het departement
van justitie; mr. J. A. Kramer, idem van
oorlog
tot Commandeurs: dr. J. Loudon, chef van
het kabinet van den minister van buiten
landsche zakenmr. T. G. H. Reitsma, advo
caat-generaal by het Gerechtshof te's-Graven
hage; luit.-kolonel J. A. Van Eybergen, van
den generalen staf, hoofd der Hde afd. v.
O.; kolonel J. L^ De Bock, commandant; de
luit.-kolonols G. A. De Bruyn, jhr. L. F. A.
Van der Goes, K. F. A. Van de Wall, allen
van het regiment grenadiers en jagers; majoor
H. A. Le Bron de Vexela, van het 5de reg.
inf., luit.:kolonel E. J. H, Ringeling, com
mandant van het 3de reg. huzaren;
tot Officieren: H. J. Versteeg, hoofdcom
missaris van politie te's-Gravenhage; de kapi
teins P. T. Lambert, G. A. Bahlmann, E.
Tonnet, P. A. H. F. Tergan, allen van het
regiment grenadiers en jagers; W. A. Soden-
kamp, van het 2de regiment veldartillerie; de
ritmeesters J. C. Camerling Helmolt, van het
3de reg. huzaren, en H. L. A. Mathon, idem;
voorts do heeren J. L. Huysinga, inspecteur
der Exploitatie van de Staatsspoorwegen te
Utrecht, en J. W. Verloop, ingenieur-werk
tuigkundige by de Ned. Centraal-Spoorweg-
maatschappy
tot Ridders: jhr. mr. A. Van der Goes,
gezantschapsattachó, werkzaam by het kabinet
van den Minister van Buitenlandsche Zaken;
mr. P. A. V. baron Van Harinxma thoe
Slooten, adjunct-commies aan het departement
van justitie; de lste luitenants H. P. J. M.
Rakker, van het regiment grenadiers en jagers
O. Sandt van Nooten, van hot 3de regiment
huzaren, en H. J. N. Kat, van het 3de regiment
vesting-artillerie.
De „Nederlandsche Onderwtfzers-Propa-
ganda-Club" verzond haar maandblad „Het
Cluborgaan" aan alle ministers, kamerleden,
leden van 's rfiks schooltoezicht en voorts aan
allen, die in Nederland met het geven van
eenig onderwys belast zyn (professoren,
leeraren en lagere onderwijzers, zoo van het
bijzonder als van het openbaar onderwys),
ten einde» daardoor meer algemeen de aan
dacht op haar werk te vestigen. In het
hoofdartikel „Aan alle opvoeders in Neder
land" wordt het doel der Club uiteengezet,
en worden de onderwijzers opgewekt, vooral
ook in dezen tijd van drankwetagitatie, zich
aan haar zydo te scharen, ten einde te ver
krijgen, dat in de Drankwet bepalingen zullen
worden opgenomen ter bescherming der jeugd
tegen de drankverleiding.
In het By blad van „Het Cluborgaan" is
opgenomen het aan do Regeering gezonden
adres met de daarbij behoorende memorie
van toelichting, waarin gevraagd wordt de
bescherming van de jeugd tegen de drank
verleiding.
Onvoorziene omstandigheden voorbehou
den, wordt de vesting-artillerie nog voor liet
begin van 1901 uitgerust met karabyn, in
vervanging van het g6weer M. 'fiö. (Pad.)
Gedurende de maand Augustus jL zyn
by het koloniaal werfdepot aangenomen 64
personen, als48 Nederlanders, 6 Dnitschers,
8 Belgen, 1 Zwitser en 1 Luxemburger, en
werden 11 onderofficieren en minderen van
de verschillende korpsen overgenomen. Het
totaal der werving bedroeg aldus 75 man, aan
wie aan handgelden ƒ13,270 werd uitbetaald.
Te Nymegen is overleden de oud-kolonel
der infanterie G. A. De Gelder.
De „Sts.-Ct." bevat het verslag omtrent
het in 1900 te Kampen afgelegd eindexamen
door de onderofficieren van het 2de studiejaar
van den hoofdcursus.
Blijkens van Lloyd's te Londen ontvangen
bericht is Hr. Ms. pantserdekschip Noord
brabant", onder bevel van den kapitein-ter-zee
A. W. F. 0. Van Woerden, 5 dezer Wight
gepasseerd, van Brest komende.
Uit Arcachon kwam gisteren het bericht,
dat de heer J. G. W. Fynje, raad-adviseur
by het Departement van Waterstaat, Handel
en Nyverheid, die jaren 'achtereen in dat
oord tot herstel van zyn gezondheid ver
toefde, aldaar o verloden is.
Hier te lande was de heer Fynje, die aan-
vankeiyk ingenieur van 's Rijks waterstaat
was, bekend als hoogst bekwaam spoorweg
ingenieur, als hoedanig hy aan den aanleg
van het grootste gedeelte van den spoorweg-
Antwerpen—Moerdyk heeft medegewerkt. Yan
zyn hand zyn tal van brochures en artikelen
verschenen over spoorwegwezen en andero
technisch-wetenschappelyke onderwerpen.
Van 18711877 was hy lid van den ge
meenteraad van 's-Gravenhage.
Hy was destijds ook lid der plaatselyke
commissie van toezicht voor het middelbaar
onderwys.
Behalve ridder der orde van den Ned. Leeuw,
was de heer Fynje met eenige buitenlandsche
orden gedecoreerd in verband met zyn deel
noming als gedelegeerde der Ned. Regeering
aan internationale spoorweg-conferentién.
Het stoomschip „Prins Hendrik" ver
trok 5 Sept. van Batavia naar Amsterdam;
de „Herzog" (uitreis) arriveerde 4 Sopt. te
Tanga; de „Prinses Amalia", van Amsterdam
naar Batavia, passeerde 5 Sept. Point do Galle.
Haze rs woud e. Op de gisteren ten huize
van den heer J. Rodenburg gehouden ver
gadering van den Rietveldschen polder wer-
don ter verkiezing van een voorzitter, in plaats
van wijlen den heer J. F. Yeelenturf, uitge
bracht 363 geldige stemmen, waarvan 206
op den heer T. Zekveld en 157 op den heer
P. F. Yeelenturf, zoodat eerstgenoemde ge
kozen is.
Yoor gecommitteerde werden uitgebracht
267 stemmen op den heer K. Van der Torren,
van Waddings veen, 54 op den heer A. Panne
bakker, te Hazerswoude, en 42 op don heer
Piek, van Oudshoorn, zoodat de heer K. Yan
der Torren tot gecommitteerde benoemd is.
Hillegom. Door don minister van oorlog
is aan don verlofganger J. J. Yan Werkhoven,
van de üchting 1897, alhier, die met ingang van
3 Sept. Jl. in werkeiyken dionst was opge
roepen, hiervan uitstel verleend tot 10 Dec. a. s.
Ónder het vee van den veehouder L.
Witteman, alhier, is het mond- en klauwzeer
uitgebroken.
Noordwij k. Het getal ingeschrevenen der
nationale militie voor de lichting 1900 en die
aan de loting in de maand October moeten
deelnemen bedraagt 52.
Uit Ho „Staatscourant".
Kon. besluiten: Aan J. J. Wiertz, op zijn
verzoek, met ingang van 1 October e. k., eervol
ontslag verleend ala griffier bij het kantongerecht
te Weert.
Aan G. T. K. Van Meijel, Roomsch-Katholiek
priester te Heerlen,, verlof verleend tot het aan
nemen van den titel van geheim kamerheer en
huisprelaat van Z. H. den Paos.
Aan de na te noemen personen vergunning ver
leend tot het aannemen der onderscheidingen achter
hun namen vermeld, te weten:
mr. A. M. D. baron Sweerts de Landas Wyborgh,
minister-resident van 11. M. de Koningin der
Nederlanden by de lloven van Rumenië en Servië,
ridder 3de klasse der orde van den Rooden Ade
laar en ridder 2de klasse der orde van de Kroon
van Pruisen.
E. L. L. baron Van Tuyll van Serooskerken,
ridder 4do klasse dor orde van de Kroon van
Pruisen;
J. H. W. Koster, adjunct-commies bij het Depar
tement van buitenlandsche zaken, het kruis „Pro
Ecclesia et Pontifice";
Min. beschikkingen. Voor het tijdvak van
16 September 1900 tot en met 15 September 1901
benoemd tot hoofdverpleegster aan 's Rijks kweek
school voor vroedvrouwen te Amsterdam, mejuf
frouw P. A. Rom, vroedvrouw te Amsterdam.
Met ingang van 1 Januari aau H. Nykainp, op
zijn verzoek, eervol ontslag verleend als ama
nuensis aan do Ryks hoogere burgerschool te
Leeuwarden.
Gemengd Nieuws.
Heden herdenkt A. Oudshoorn
den dag, waarop hy vóór vyf en twintig jaar
in dienst trad by den heer C. A. Simonis,
meubelmaker aan de Hoogewoerd alhier. Door
zyn patroon werd hem een zilveren remontoir-
horloge met inscriptie aangeboden en door de
gezellen een zilveren ketting.
By de gisteren gehouden hard-
dravery te Rotterdam behaalde de hit „Trui
II", eigenaar de heer M. Yan Blankenstein,
alhier, beryder K. Westmaas, op de lange
baan, afstand ongeveer 2100 meter, ingespan
nen, den tweeden prys.
lste prys D. Yan Steenhoven, te Rotterdam,
"3de prys Van der Jacht, te IJselmondet Het
aantal deelnemers was 14.
Harddravery voor paarden op de korte baan,
die nooit prys of premie hebben gewonnen
op korto of lange baan. Afstand pl.m. 300
meter, te rijden onder den man.
Aantal deelnemers zes; lste prys J. Geersen,
to Woerden, 2de prys Stal Voorwaarts te
Alfen a/R., 3de'prys Yan Zuilekom, te Rot
terdam.
De Krygsraad te 's-Gravenhage
veroordeelde C. L., sergeant by de Koloniale
Reserve, gedetacheerd by de Normaal-Schiet
school, die zich ten nadeele van verschillende
onderofficieren o. m. had toegeëigend een
zilveren remontoir-horloge, een portemonnaie
met geldswaardigen inhoud, een paar man-
chetten met gouden knoopen, enz., ter zake
van het voortgezet misdrijf van diefstal, tot
zes maanden gevangenisstraf met degradatie
door terugbrenging tot den stand van soldaat.
De man, die Zondag jl. bekneld
geraakte tusschen het perron en de loopplank
van oen der wagens aan het station Delft, is,
ten gevolge van inwendige kneuzingen, in
het gasthuis aldaar overleden.
De machine van trein 2 0, van
Utrecht naar Rotterdam, is gisteren tusschen
Oudewater en Gouda ontspoord. Er vielen
geen ongelukken voor, alleen ontstond er een
oponthoud van anderhalf uur.
Het Haarlemsche rolletje. Naar
men verneemt hebben de gebroeders Snydera
de woning in deHagestraat, waar zy een
kroeg hadden, verlaten, zoodat het verder
rustig Is gebleven.
Tegen hen is proces-verbaal opgemaakt
wegens mishandeling, verzet tegen de politie,
vernieling en dierenmishandeling.
De klacht van den heer Van
Schermbeek. Het bericht van de indiening
van een gerechtelijke aanklacht van den or 4-
hoofdcommissaris van politie te 's-Gravenhage,
den heer Van Schermbeek, tegen den bur
gemeester aldaar, baron Van Harinxma thoe
Slooten, geeft het „Dagblad" aanleiding om
mede te deelen, wat tot de botsing tusschen
deze beide autoriteiten hooft aanleiding ge
geven. Ziehier het relaas van het blad
Het feit, waaruit alle verdere onaangenaam
heden (voor den heer Van Schermbeek met
zulke vèr strekkende gevolgen) zyn voortge
komen, geschiedde op den dag van den intocht
in de residentie van H. M. do Koningin na
haar inhuldiging te Amsterdam op 9 September
1893.
De burgemeester had in de door hem gegeven
orders voor dezen dag ook voorgeschreven,
dat de hoofdcommissaris den Koninkiyken
stoot zou voorafgaan op een afstand van
50 100 H., met de bedoeling, dat niet de
indruk zou ontstaan, als zou deze hoofd
ambtenaar by den stoet behooren.
Do burgemeester, die dadeiyk na de ver
welkoming van H. M. aan het station, achter
het afgezette stadsgedeelte om, don langzaam
voortgaanden stoet weer was tegemoet ge
reden, kreeg defcen in de Parkstraat by de
R.-K. ke?k in het gezicht.
Plotseling hield hy daar het rytuig, waarin
de voorafrydonde li jofdcommissaris, aan, en
verweet den heer Van Schermbeek op luiden,
driftigen toon, dat deze het verbod, om op
zoo korten afstand van den stoet to ryden,
had overtreden, en beval den hoofdcommissaris
onmiddellijk naar het paleis te ryden, Waaraan
deze govolg gaf. Aan het paleis herhaalde de
burgemeester zyn verwijten, bewerende, dat
do heer Van Schermbeek op 7 M. afstand
van den stoet had gereden, en bejegende den
hoofdcommissaris weer cp driftigen, drei
genden toon.
Deze, gegriefd door j harde en naar
zyn overtuiging onverdiende bejegeningen
ten aanhoore van het overtalryke pubhek,
hield zich toen kalm, maar richtte zich den
volgenden dag schrifteiyk tot den burgemeester,
dezen er op wyzende, dat hy zich niet aan
eenige overtreding had schuldig gemaakt, op
het bewuste oogenblik op 50 80 meter van
den stoet vooraf reed, en er dus een dwaling
by den burgemeester had moeten bestaan.
Dit schryven had een week later het ont?
bieden van den heer Van Schermbeek by
den burgemeester ten gevolge, in welk onder*
houd deze verzekerde, zelf gezien te hebbenv
dat eerstgenoemde zich op 10 meter afst*j^>
van den stoet bevond. De burgemeester noemdT,
de beweringen van den hoofdcommissaris. tots
twee malen toe „grove leugen" en wenscb'
verder de zaak als afgedaan te beschouwen.
Het is nu voornamelijk deze beschuldiging^
waarop de heer Van Schermbeek zyn aanklacit
van beleediging grondt.
Na dit gesprek wendde de hoofdcommissif*.
zich opnieuw schriftelijk tot den burgemoesf^.
daarby aandringende op erkenning van diem
dwaling en onverdiende beschuldiging vai
„grove leugen" beweerd te hebben. Hierbij
60)
2 VIL
Hans Wohlau, die op dien avond zoo ver
standig was de nabijheid van zijn vader te
vermijden, had eindelijk Michael gevonden
en luisterde met blijkbare belangstelling naar
eon kort bericht van hem.
„Gjj hebt haar dus gezien on gesproken?"
vroeg hij gespannen.
„Gezien, ja, gesproken neen. De gravin
stoldo mij freule Van Eberstein voor, maar
ik kroeg geen antwoord op mijn toespraak,
enkel een half geloovig knikjo. Zjj is bijna
nog een kind en veel te jong om nu reeds
haar intrede in de wereld te doen."
„Op zestienjarigen leeftijd is een jong moisje
geen kind meer," sprak Hans geërgerd. „Maar
hoe is zij u anders bevallen?"
„Zy heeft een heel lief gezichtje. Van do
oogen heb ik echter niets gezien, die hield
zy hardnekkig neergeslagen, en het was ook
niot mogelijk oen aDtwoord uit haar te krygen.
Het kleine burchtvrouwtje, zooals gij haar
noemt, schijnt toch geen ruimen blik te
hebben."
De jonge kunstenaar zag zyn vriend met
een blik vol diepe minachting aan.
„Michaêl, a3n uw smaak heb ik altyd
getwyfeld; nu twyfel ik ook aan de juistheid
van uw oordeel. Ik zeg u, Gerlind» Van
Eberstein is verstandiger dan alle anderen
samen."
„Dat is een wel wat gewaagde bewering,"
sprak Michaêl droogjes. „Gy noemt het ge
weldig kwalijk, al3 men een woord zegt, dat
niet ten gunste der jongedame pleit. Hebt
gy weer vuur gevat? Voor do hoeveelste
maal?"
„Daar is dezeu keer volstrekt geen
sprake van.
Mijn belangstelling in dit mooio kind is in
het minst niet zelfzuchtig."
„Zoo?"
„Michaêl, ik verbied u dit spottend zool"
verklaardo Hans ontstemd. „Maar ik vergeet
geheel, u aan mevrouw Van Nérao voor te
stellen. Clermont heeft hot my uitdrukkelyk
verzocht"
„Clermont? O, ja, de jonge Franschman,
waar gy meermalen aan huis komtl Gy hebt
mij immers reeds eenmaal voorgesteld eens
mee te gaan."
„En gy hebt, als gewooniyk, myn voorstel
van do hand gewezen."
„Omdat ik tyd noch roeping heb voor
zoo'n uitgebreiden kring van kennissen,
voornamelyk in dezen winter. Met u is dat
wat anders, gy zyt een kunstenaar. Kent gy
dezen Clermont reeds lang?"
„Neen, ik leerde hem eerst in den loop
van den winter kennen en word met de
meeste voorkomendheid tot een bezoek uit
genoodigd. Hy en zyn zuster hebben my
ook reeds eenige malen verzocht, a mede te
brengen."
Eodenberg keek op by deze laatste woorden.
„My? Dat is vreemd; zy kennen my
immers niet?"
„Om het even, dan zal het uit hoffelykheid
geweest zyn.
In elk geval zult gy in de jonge weduwe
een interessante vrouw leeren kennen, mis
schien ook wel een gevaarlijke vrouw."
„"Werkelijk?" De vraag klonk vrU ongo-
loovig.
„Nu, natuurlyk niet voor u," spotte Hans.
„Uw ijsnatuur houdt het zelfs tegenover de
schoone gravin Steinrück uit, zonder te smel
ten, en Heloïse Van Nérac is niet eens zoo
schoon; toch zou zy eon verovering kunnen
maken, die zelfs de trotsche Hortha gevoelig
kwetsen zou. Ik sprak immers vroeger reeds
het vermoeden uit, dat graaf Raoul onder een
gehoel andero bekoring lag dan die zyner
bruid; hy kwam veel by do Clermonts."
„En gy denkt, dat mevrouw Van Nérae
daar mede schuld aan is?" vroeg Michaêl,
plotseling opmerkzaam geworden.
„Zeer waarschynlyk. In elk geval komt
de graaf meer dan het met zyn plichten als
verloofde van gravin Hertha in overeen
stemming te brengen ia by hen. Maar
stil, daar is hy zelf."
Raoul kwam inderdaad langs hen heen:
hy kende Hans "Wehiau ylechts oppervlakkig,
toch bleef hy staan en begroette hem zeer
voorkomend. Het had veel van een vyandige
betooging, want terwyl hy minzaam met den
jongen kunstenaar sprak en hem zyn com
pliment maakte over de zoo uitmuntend ge
slaagde voorstelling, nam hy van kapitein
Rodenborg, die dicht by bem stond, zoo
weinig notitie, dat zyn bedoeling niet te
miskennen vieL Michaêl nam met geen enkel
woord deel aan het gesprek en scheen kalm
toe te luisteren, maar toen de graaf zich
verwyderde, zag by hem na met zulk een
blik, dat Hans, die dit bemerkte, vol bezorgd
heid de hand op zyn arm legde en sprak,
terwyl zy verder gingen:
„Gy zult toch niet veel gewicht hechten
aan deze onbeleefdheid? Tusschen u en de
Steinrücka heerscht nu eenmaal vijandschap."
„Die zich hier op zeer kinderachtige wyze
uitte," antwoordde Michaêl. „Graaf Raoul
moest het nu toch wel weten, dat ik my zoo
niet laat behandelen."
„Wat bedoelt gy daarmee?" vroeg Hans
onrustig, maar hy kreeg geen antwoord, want
zy stonden reeds voor Clermont en zyn zuster,
en hy moest zyn vriend voorstellen.
Beiden begroetten den kapitein op de
minzaamste wyze on Henri stood zelfs zyn
plaats aan hom af, naast Heloise, terwyl hy
zelf Hans in beslag nam. Hy. sprak zyn
moening uit over een schildery, die tegen
over hen aan den wand hing, doch welke
door den jongen kunstenaar met levendig
heid weersproken werd. Clermont bleef echter
hardnekkig aan zyn meening vasthouden en
eindelyk gingen beiden naar de schildery toe,
om daar hun geschil uit te maken. Op deze
wyze verkreeg mevrouw Yan Nérac de vry-
hoid zich geheel met haar buurman bezig te
houden, wat zy dan ook met de moeste voor
komendheid deed.
Het gesprek liep aanvankeiyk over de
gasten, en de jonge vrouw sprak, terwyl zy
op Hertha wees, die weder het middelpunt
van den kring van bewonderaars vormde:
„Gravin Steinrück is werkeiyk een schoon
heid van den eersten rangl "Wel wat heersch-
zuchtig; allo gasten bewyzen haar hulde en
zy neemt die aan met het gelaat eener
vorstin, die de haar verschuldigde schatting
in ontvangst neemt. Ik ben overtuigd, dat
zy ook tegenover haar toekomstigen echt
genoot in al haar heersclizucht zal optre
den."
„Het is do vraag nog, of haar echtgenoot
zich voor deze heerscbzucht zal buigen,"
antwoordde Rodenberg.
„Yoor een schoone vrouw buigt een man
zich altyd, als hy haar liefheeft. Gij Bchynt
een onbuigzaam karakter te hebben."
„Misschien ben ik kalmor en bezadigder
dan anderen, want ik ben gewoon zelfs
tegenover schoone vrouwen myn verstand
te bewaren. Ik weet niet, hoo graaf Stein
rück zich in dit opzicht gedraagt. Gy kent
hem zeker wel beter, mevrouw?"
„Hy is een vriend van myn broeder en
daardoor zie ik hem nogal eens."
Het antwoord klonk even onbevangen als
do vraag; maar daarby keken zy elkander
in hot gelaat, do een koel en opmerkzaam,
de andore met een flikkering in do oogen
alsof er wantrouwen in haar opkwam. Dat_
duurde slechts oen onkol oogenblik, dan;
lachte Heloise en veranderde plotseling van
onderwerp.
Zy sprak veel en op levondigen toon,
terwyl Michaêl, die wel geen sioriyk, maar
toch een vloeiend Fransch sprak, meer als
toehoorder bleef zitten. Hot wa3 een vrooiyk,
innemend gebabbel, dat over alle mogeiyke
onderwerpen liep, by geen enkel lang stil
stond, maar toch wist te boeien. Politiek,
nieuwtjes, kunst en gezelschap, alles werd
slechts vluchtig aangeroerd, maar het waren
zeer origineele gedachten, die daarover uitge
sproken werden, en eigenaardige opmerkingen.
Mevrouw Yan Nérac was blykbaar een
meesteres in de kunst, om haar toehoorders
aangenaam bezig te houden.
(ITerdl vervolgd.)