E.Br^ndsm^
Gslitnïsifl tot InwoDii
1 Albmosurtrettsn a 1.-.
2 Gamut a/1.-.
TRICHOSANTHE.
A. LEWENSTE1H,
Souchon A f 1.30 per 'L K.G.
STOOMTRAM
Fotografie „Studio",
LC1DSCH DAGBLAD, WOENSDAG 29 AUGUSTUS. - TWEEDE BLAD.
PERSOVERZICHT.
Indisch, plantaardig Haarmiddel.
Haarlemmerstraat 147,
levert de beste en goedkoopste NAAIMACHINES op afbetaling en
k Contant, met flinke korting. &is3 34
01STUmitEtlCIAT GEATIS.
Vertegenwoordiger A. DE JONG.
AMSTERDAM.
Verkrijgbaar in alle buurten
der stad.
Noord-flsderlandsche Hypotheekbank.
Reubelen, Bedden,
Matrassen, Ledikanten,
Leiden, De Vink, Voorschoten, Veur (Leid-
schendam), Wijkerbrug, Voorburg, 's-Gravenhage.
Vertrek van Leiden naar de Vink en Voorschoten:
7.55, 9.—, 10.—, 11—, 12.-, 1.-, 1.56, 3.-, 4.10, 5.-, 6.—
7.—, 8.—, 9.- en 9.55. 4567 38
Naar Venr (Leidsehendam), Wijkerbrug, Voorburg en 's-Gravenhage:
Bij mooi weder open Tramrijtaigen.
Anno 1900.
In Bet Nieuws van den Lag trok onze aan
dacht een eerste artikel over huiswerk
fin de lagere school (een woord ter
overweging aan ouders en onderwijzers).
De schrijver zegt daarin:
Dit onderwerp is, als ik my niet bedrieg,
in den laatsten tyd niet dikwijls ter sprake
gebracht, on ik moet bekennen, dat ik niet
'meende, ooit dat onderwerp zelf ter sprake
te moeien brengen. Ik beschouwde huiswerk
in de lagere school als iets verouderds; ik
dacht, dat men het er al lang over eens was,
dat het daar niet thuisbehoordeik geloofde,
dat opvoeders en doctoren daarover reeds lang
.liet laatste woord gesproken hadden. Het
nadeejige van huiswerk aan te toonen was,
meende ik, enfoncer une porte ouverte.
\£)och klaarblijkelijk heb ik my bedrogen;
immers, in steden, waar het onderwys hoog
staat aangeschreven, is huiswerk schering en
'inslag; reeds achtjarige kinderen worden
er dagelijks op onthaald, laat ik liever zeggen
W m e e g e k w e 1 d. En wanneer ik nu de
'pen opneem, is het om te wyzon op de ge-
f'varen van overlading, die reods zóó vroeg
leen aanvang neemt. Er wordt zoo vaak mede-
jlydend gesproken over les victimes du
idevoir, de slachtoffers van den plicht; laat
ik ook eens een lans mogen breken voor
(les victimes des devoirs, de slacht
offers van het huiswerk.
Zoolang huiswerk een nieuwtje is, zyn de
kleinen opgetogen. Verrukt komen zy thuis
met de blyde boodschap: „Wy mogen huiswerk
maken 1" Zy zyn gevleid, vereerd, omdat zy
nu groote jongens zyn gewordenI
Arme kleinen I Hoe kort duurt die biyd-
schap l Gy hebt uzelven bedrogen en, met u,
©nderwyzers en ouders, die met voldoening
uw leerlust aanschouwden. Wat eerst oen
genot voor u was, is weldra een kwelling
geworden, en het is er verre van af, dat uw
leeron spelen is. En het bedroevendste is,
dat de vreugde, door u aan den dag gelegd,
hoe kortstondig ook, later een wapen in de
hand is van hen, die het huiswerk verdedigen.
Men zal my misschien tegenwerpen, dat de
kinderen aan huiswerk wennen, dat velen hot
maken zonder morren, doch ik zeg: „Zy
wennen aan huiswerk, ja, zooals een slaaf
aan zyn ketenen, een gevangene aan zyn cel
went." Al hoort gy misschien geen klachten,
geloof toch niet, dat het kind genot vindt in
dat werk. Hoe dikwyls heb ik als argument
voor het opgeven van huiswerk hooren aan
voeren, dat het kind het o, zoo gaarne maakt.
Ik durf verzekeren, dat dit een dwaling is,
en het bewys is niet moeilyk te leveren. Om
•de biydschap, de verrukking op het kiuder-
gelaat te zien wederkeeren, is het voldoende
den kleinen aan te kondigen: „Heden geen
huiswerk 1" Is het niet alsof men hun een
dag vacantie schenkt? Ziet gy niet, wat druk-
kende last van hen wordt afgewenteld? En
als men hot huiswerk eens. niet verplichtend
stelde, zoudt gy denken, dat velen het een
maand later nog zouden medebrengen? Men
zegt wel, wat beteekent drie kwartier huiswerk
maken voor een kind, doch ook dat vind ik
te veel voor kinderen van acht tot tien jaar,
vooral daar die drie kwartier voor minder
vlugge vaak anderhalf uur worden.
Het doet zich toch ook voor, zegt men, dat
het kind zelf om huiswerk vraagt, maar dan
weet het niet, dat het het Trojaanscho paard
binnenhaalt. Omdat het op zeker oogenblik,
onder zekere omstandigheden, gaarne dit of
dat werk verricht, moet men het daarom
dwingen ten allen tyde, mooi of slecht weer,
feest of geen feest, lust of geen lust; moet
men het dwingen tot arbeid, ook dan, wanneer
de opwelling van yver niet meer bestaat, niet
meer bestaan kan? Ik heb wei eens den
verfkwast ter hand genomen en vond het
wel aardig een kast op te schilderen, en ik
'riep er anderen by, om te vragon of zy het
niet heel mooi vonden. Is dat een reden om
my eiken dag een paar uur don verfkwast
in de hand te stoppen? Als het verzoeken
'om huiswerk door het kind zelf eon argument
mag heeten, dan is het huiswerk onher
roepelijk veroordeeld, want hoeveel kinderen
•zouden o zoo gaarne van dien dwang bevryd
willen zynl
„Ochl" zegt een ander, „ik heb in myn
jeugd ook huiswerk moeten maken, en mis
schien meer nog dan tegenwoordig de kinderen,
en het heeft myi nooit geschaad l" Het dwaze
van zulk een ïedeneering behoeft nauwelyks
betoogd, en ik geloof, dat, als dergeiyko
menschen minder huiswerk gemaakt hadden,
zy nu verstandiger zouden redeneeren. Zy
zullen ook zeggen: „Ik gebruik alle dagen
myn bittertjes; ik leg don geheelen dag myn
pyp niet uit den mond en ik bevind my er
wèl by." Conclusie: Drink en rook maar.
Een vader verzekerde my, dat hy het huis
werk dtó&rom alleen al zoo uitstekend vond,
omdat hy daardoor op de hoogte kon biyven
van de vorderingen zyner kinderen en tevens
het onderwys kon controleeren. Maar als
ouders deskundigen zyn, hebben zy dan niet
elk oogenblik gelegenheid die controle uit te
oefenen en kunnen zy dan ook geen inzage
nemen van het schoolwerk, moet daarom
het kind alle dagen met huiswerk bezig
zyn? Een onderwyzer beweerde, dat er een
zekere categorie werk zou bestaan, dat do
kinderen volstrekt zelfstandig moeten
maken, waarby de onderwyzer geheel neutraal
moet biyven. Dat werk, absoluut noodzakeiyk,
wil de onderwyzer de ontwikkeling en de
konnis zyner leerlingen leeren beoordeelen,
moest daarom thuis gemaakt worden 1
Alsof juist niet by huiswerk ouders, broers
of zusters vaak de behulpzame hand bieden I
Zou niet ieder met my meenen, dat zulk
werk in de eerste plaats op school
behoort gemaakt te worden onder toezicht
van den onderwyzer? Och, die zelfstandige
arbeid is zoo schoon in de theorie, maar wat
komt er van in de practyk? Yeel ouders
vinden het een genot, dat de kinderen huis
werk hebben. Dezen zyn dan zoo rustig; men
hoort ze niet. Hoe zouden zy de lange winter
avonden doorkomen? Zy vragen reeds huis
werk voor hun zevenjarige kinderen.
Maar, helaas 1 de winteravonden gaan voorby
en het huiswerk blyft. Ouders, die stille,
rustige kinderen verlangen, zullen misschien
ook toejuichen, dat baker bier in de zuigflesch
doet of dat moeder 's avonds spiritualiën drinkt,
om het kind rustiger te doen slapen. Omdat
sommige ouders is het niet te betreuren?
geen raad weten met hun kinderen, moeten
daarom alle kinderen met huiswerk gekweld
worden? En zyn er dan ook geen ouders,
die van het huiswerk hunner kinderen minstens
evenveel last hebben als de kinderen zeiven
Menig vader, die zelf in staat zou zyn den
geest van zyn kind te ontwikkelen, die het
zoo gaarne zou voorthelpen, wanneer hot
achterlyk is, daarvoor de gunstigste om
standigheden kiezende, acht het nu een
wreedheid nog iets van zyn kind te vergen,
wanneer het reeds zooveel te doen heeft; hy
moet het lydelyk aanzien, dat door inspanning
de geest nog meer verstompt. Hoe vaak toch
mist het kind, zonder bepaald ongesteld te
zyn, de physieke geschiktheid tot hot maken
van zyn werk.
Hot kind het gezonde kind - is beweeglyk
van natuur; het heeft behoefte aan vryheid,
aan frissche lucht, ook zoo noodig, zal het
lichaam zich normaal ontwikkelen. Daar komt
de 6chool en legt de vryheid van het kind
aan banden, dwingt het tot stilzitten, dwingt
het aandacht te schenken aan dingen,.die hot
zeker minder belangstelling inboezemen dan
zyn speelgoed, en mon klaagt over ver
strooidheid, alsof de loerling niet af en too
verstrooid moet zyn. Is het hier de natuur
zelve niet, die zich openbaart? Verwondering
moest hot wekken, als het tegenovergestelde
het geval was.
Het schoolgaan oefent ontogenzeglyk een
verderflyken invloed op het kind, omdat het
in stryd is met zyn natuur, omdat het de vrjje
ontwikkeling belemmert. Hoeveel kinderen,
die met blozende wangen tor schooi kwamen,
ziet men verbleoken en vervallen. Is bloed
armoede, anómie, niet oen der geesols van
onzen tyd? En toch, wie zal het ontken
nen? de school is een noodzakeiyk kwaad.
Allo verstandige onderwyzers zyn er dan ook
al lang op uit om het kwade tot een minimum
terug to brengen. Er openbaart zich een stroven,
hier en daar reeds met succes bekroond, om
den schooltyd te bekorten. En om den
leerlust op te wekken of gaande te houden,
de verstrooidheid te verminderen, worden leer
vakkon, die veel van den geest vergen, afge
wisseld met minder inspannenden arbeid. In
het algemeen mag men aannemen, dat de
rooster van werkzaamheden met de grootste
zorg is samengesteld; dat uren van inspan
ning steeds worden afgewisseld met spel,
gymnastiek, zang en teekenen, misschien wel
hier en daar met handenarbeiddat ook
schoolwandelingon niet tot de zeldzaamheden
bohooren; dat nooit ofte nimmer leerlingen
van die aangename afwisselingen verstoken
worden wegens wangedrag, onoplet
tendheid of luiheid, daar de onderwyzer
beseft, dat hy daardoor het beoogde doel, de
verbetering van den leerling, niet bereiken
kan, er verder van afdwaalt dan ooit: de
lastigste en woeligste leerlingen toch hebben
juist aan afwisseling de meesto behoefte.
De Zutphensche Courantwaarvan wordt
gezegd of - wil men vermoed, dat zy met
den minister Borgesius in betrekking staat
en die in elk geval steeds zeer warm is voor
dien afgevaardigde van het district Zutphen,
schryft aan hot slot van een beschouwing
over de ontwerp-Drankwet van den
minister Cort van der Linden:
„Mogon wy, na onze groote ingenomen
heid te hebben uitgesproken met de „kleine
maatregelen van drankbestryding", die dit
ontwerp ons brengt, en onze onverdeelde,
volkomen afkeuring van de wyze, waarop
het art. 26b tot uitvoer brengt, mogen
wy een advies geven, dan zou het dit zyn:
Laten de voorstellers zich voldaan achten,
wanneer zy met die zg. „kleine" maatregelen
onze wettelyke wapenen tegen het drank
misbruik hebbon vermeerderd en versterkt.
Laten zy de kroon op dezen arbeid zetten
door een voorschrift van verplichte, koste-
looze licences voor lokalen, waar niet-alkohol-
houdende dranken worden geschonken.
Zy zullen daarmede een nuttigen arbeid
verrichtenons systeem van drankmisbruik-
bestryding zal daardoor van fouten gezuiverd,
zyn leemten aangevuld, zyn werking ver
scherpt, zyn doel zekerder bereikt worden.
Daardoor zullen zy zich de dankbaarheid ver
zekeren van allon, die gaarne aan hun zyde
staan, waar het geldt het misbruik te be
stryden; ook van hen, die daarby niet zoo
ver gaaD, om, zooals de voorstellers doen, de
verkoopers van alkoholische dranken als
rechtloozen te behandelen.
Maar laten de voorstellers hun voorstel
tot doorhakken van den in 1881 gelegden
knoop, „do scherpe resolutie in den dop",
gerust introkken. Niemand zal het hun euvel
duiden, zelfs niet de vergadering van „leiders
der anti-drankbeweging in Nederland", die
op uitnoodiging van do „Ned. Vereoniging
tot Afschaffing van alkohol-houdende dranken"
op 21 Juli te Amsterdam byeenkwam.
Door de kostelooze licence, welke wy hier
boven aanbevalen, in hun ontwerp op te nemen,
zullen do voorstellers slechts arbeiden in do
richting, door die vergadering aangegeven. Zy
toch plaatste do wenscheiykheid daarvan als
eersto nummer onder de maatregelen tegen
wering van den clandestienen drankverkoop,
die zy in haar „loiddraad ter bevordering van
de aanhangige Drankwetsherziening" opnam.
En door de voorgestolde uitvoering van het
voorschrift van art. 27b uit hun ontwerp te
laten vallen, zullen de voorstellers van dit
ontwerp die werkelyk „plus royalistes
que le roi" zyn oveneens slechts handelen
in den geest van1 de bedoelde vergadering,
die in het twoede punt van haar „Leiddraad"
niet alleen terugdeinsde voor het stelsel van
het Regeeringsontwerp, maar een andere,
voel juistere en met do billijkheid rekening
houdende oplossing er voor in de plaats gaf.
Dat punt II luidt als volgt:
„Het is gewenscht, op 1 Mei 1901 het
wettelyk maximum van art. 2 der Drankwet
niet door te voeren, doch het bereiken van
het maximum tot uiteriyk 1 Mei 1905 te
verschuiven, mits thans het stelsel van door
voering worde vastgesteld in den geest als
dat, aangegeven in het wetsontwerp dor Ned.
Ver. (art. 26bis, recht van anciënniteit), des
noods met schadevergoeding uit 'sRykB kas,
en mot de bevoegdheid voor maatschappyen
en voreenigingen, om „vergunningen" op te
koopen en de dranknering dan testaken,met
financ-ieelen steun van den Staat."
Ziedaar een stelsel, dat, mits het des
noods, wat de schadevergoeding aangaat,
regel worde, de billykheid en het recht op
zyn zyde heeft, en dat ook door toepassing
van het denkbeeld, in de laatste zinsnede
omschreven, een nieuw en doeltreffend wapen
tegen do uitspattingen van koning Alkohol
in het veld brengt.
Tot het bevorderen van zulk oen stelsel
willen wy graane meewerken. Wy zyn geens
zins tegenstanders van bestryding van het
drankmisbruik. Integendeel, wy zullen steeds
bereid gevonden worden, daartoe mede te
werken. En ook wy bewonderen den yver en
de voortvarendheid, waarmee die stryd wordt
gevoerd, en verheugen ons in de voortreffe-
ïyke resultaten, die hy reeds bereikt heeft.
Trouwens, de boven aangehaalde meening
van „leiders der anti-drankbeweging in Neder
land" bewyst, dat men oprecht drankmisbruik-
be8tryder kan wezen, en toch tegen de voor
gestelde uitwyzing van de drankverkoopers
zyn.
Wy meenen dan ook, dat deze stryd met
succes kan gestreden worden, zonder 8000
gezinnen van hun broodwinning teberooven;
wy protesteeren tegen de plaatsing van deze
8000 gezinnen buiten het gemeene recht, tegen
de onteigening zonder vergoeding, die het
aangeboden ontwerp ons wil opdringen.
En wy hopen, dat dit protest weerklank
zal vinden by ieder, die met ons gaarne het
misbruik wil bestryden, maar tevens met ons
en met de hierboven aangehaalde „leiders der
anti-drankbeweging in Nederland" van meening
is, dat het in uitzicht gestelde „auto-da-fé"
daarvoor niet noodig is."
De Ingenieur constateert met genoegen, dat
er eenige beweging schynt te komen op het
gebied onzer vaderlandsche kolen
mynen. De belangrykheid van het bezit
van eigen kolenmynen schynt langzamerhand
te gaan doordringen, en als de hooge kolen-
pryzen de oorzaak hiervan zyn, dan zullen de
nadeelen, die onze ny verheid thans van de
dure kolen ondervindt, ten slotte nog ver
anderen in een voordeel.
De vraag of Staatsexploitatie by onze mynen
dient ingevoerd, wil De Ingenieur thans ter
zyde laten, al is hot blad, mits zy krachtig
ter hand genomen wordt, een voorstander er
van, zelfs al ware het eenig voordeel, aan
zulk een wyze van ontginning verbonden,
gelegen in de onmogelykheid, dat „trusts" en
„syndicaten" zich vormen. Doch vóór alles
zyn noodig een spoedige aanvang en een
krachtige exploitatie.
De adressen, in dien gee6t reeds by de
Regeoring ingediend, verdienen allen steun
van onze industrieelen, ingenieurs en technici;
ja, van allen, die belang hebben by den bloei
der Nederlandsche ny verheid.
Immers, geen algemeeno industrie ontwik
kelt zich in een land, dat geen kolenmynen
heeft; yzor- en staalfabrieken of hoogovens
hangen af van cokesfabrieken, die het weer
niet kunnen stellen buiten steenkolen. Hangen
yzer- en staalfabricage af van buitenlandsche
kolenmynen, dan is haar bestaan twyfelachtig.
Konden onze fabrieken en werven haar yzer
en staal in ons eigen land betrekken, dit zou
een groot voordeel zyn; van hetgeeü in ons
land aan materiaal verwerkt wordt, kunnen
belangryko yzer- en staalfabrieken ruimschoots
bestaan, terwyi voor haar ook de buiten
landsche yzermarkten openstaan, vooral in
dio landen, en dat zyn de meesten waar
geen yzer- en staalfabricage gevonden wordt.
Het yzerert8 wordt, zooals bekend is, in
groote hoeveelheden ons land doorgevoerd.
Het verkrygen van yzererts is dus geen be
zwaar, al wordt dit niet in ons land gevonden.
Maar de steenkolentoestanden, waarin wy
thans verkeeren, toonen duidelyk, dat wy
hierin in geen geval afhankeiyk van het
buitenland kunnen biyven. Zyn een voldoend
aantal kolenmynen in exploitatie, dan zullen
vanzelf hoogovens en yzer- en staalwerken
aan do boorden onzer rivieren vorryzen en
zullen wy even good een eigen industrie ver
krygen als byv. België.
De Ingenieur twyfelt er niet aan, dat ons
land een voldoend aantal kolenmynen in
exploitatie kan brengen, om als fundament te
dienen voor een belangryke industrie. Ja, de
bewering, dat ons land ryk aan steenkolen
is, kan niet verbazen, als wy de ligging der
Duitsche en Belgische kolenbekkens in aan
merking nemen.
De Ingenieur hoopt, dat spoedig tot een
krachtige ontginning onzer verborgon kolen
mynen moge worden overgegaan. Om een
begin hiermee te maken behoeft niet op een
nieuwe, nog te behandelen mynwet te worden
gewacht. En een mynwet, die goed is, samen
te stellen, behoeft ook niet voel tijd te kosten,
daar de Duitsche myn wetten, o? eeuwenoude
ondervinding berustende, voor ons een prach
tige leiddraad zyn.
In zyn pas verschenen löden Staatkundigen
Brief voorspelt de oud-minister Van Hou
ten hoe het met de behandeling der K i e s-
w e t in de Tweede Kamer zal gaan, nu mr,
Borgesius reeds onomwonden heeft te kennen
gegeven, dat hy door de meerderheid van den
ministerraad is weerhouden van grootere ver
anderingen.
„Ik zie in gedachten al de Veegensen en
Rmken, Kuypers en Van AJphens, Troelstra's
en Schapers aangemoedigd door een welwil
lende houding van den Minister, met elkander
in overleg, om die groote veranderingen voor
te stellen en door te dry ven en mr. Pierson
dan genoodzaakt om óf zooals hy by de Ge
meentewet schynt te willen doen, zich la'u-
dabiliter te onderwerpen, óf een conflict
met mr. Borgesius en de zynen te acceptee
ren, tot het in-het-leven roepen waarvan hy,
ware hy een goed leider geweest, door c a
andere verdeeling der portefeuilles dezen hoe
ren de gelegenheid had moeten afsnydon.
My dunkt, mr. Pierson moet zelf inzien,
dat hy op de wyze, waarop hy in den laatston
tyd handelt, zichzelf tot een spoelbal verlaagt
voor de sociaal - liberaal-anti-revo
lutionair-democraten en zich daar
door voor do liberalen onmogeiykmaakt.'
En zoo hy zelf hiervoor geen oog heeft, dan
zullen de liberalen in zyn kabinet er toch
niet blind voor zyn. Al zy het ons lot, tyde-
ïyk minderheid te zyn, laat ons het met eere
wezen. Laat ons de nationale politiek in de
groote lynen houden, aangewezen door de
voorname tegenstellingen van onzen' tyd, als
daar zyn: „kiesrecht der economisch
zelfstandigen of kiesrecht van
allen, inclusief armen en bedoelden;
vryhandel of protectie neutra
liteit van den Staat in geloofs
zaken of clericalism e".
Het Dagblad van Noord-Brabant schryft:
Waar 't nu op los zal gaan?
De liberale pers begint zoowaar een cam
pagne tegen de voorgestelde verhooging van
het tarief van invoerrechten.
Waar moet dit naar toe? Naar den val
van het wetsontwerp?
Och, we hebben ons nooit biy gemaakt
met de hoop, dat het voorgestelde wetsont
werp van mr. Pierson nog in het Staatsblad
zou komen.
Er is al te veel werk aan den winkel.
Het kabinet houdt deze wets voordracht met
veel andere op haar lyst van beloften ten
dienste van den stembusstryd.
Maar als de liberale pers de tariefwet biyffc
bestryden?
Dan krygen we tor éóner zyde: minister
Borgesius, vragende aan de rechterzyde hulp
voor het tot-stand-brengen der verbeterde wet
op het lager onderwys.
Daarby minister Pieison, bedelend om hulp
ter willo" zjiner tariefwet.
Doch ter anderer zyde komen dan de liberale
bladen, bestrydende minister Pierson en som
migen minister Borgesius er by.
Neen, hoeren ministeis, wat ge ook zoo
al kunt, tweö heeren dienen, niet.
Er is een spel, waarby men twee stoelen
met den voorkant op den grond plaatst en
de ruggen naar elkander toe. Aan de twee
uitersten, op de poften, komen dan twee
menschen te zitten. (Stel u voor de linker
en rechterzyde der politieke groepen.) En in
het midden, op het einde der beide leuningen,
do vriend der beiden (het ministerie).
Dat gaat alles goed en mooi.
Maar o wee, als links of rechts zich af
wendt van den middelste, en op gaat staan.
Dan tuimelt de middelste op den grond.
Past op, heoron m?: .iriers. Ge speelt ge-
vaarlyk spell
HAZERSWOUDE. Bevallen: N. VanTolgeb.
Van Elswyk Z. N. Pont geb. Van Ainerongen
D. A. Van Klaveren (^b. Püjsier Z. M.
Captein gob. Van Hetercn Z. levonloos.
Gehuwd: A. Vr.n Klaveren 22 j. on M. Van
dor Loo 22 j.
NIEUWKOOP. Bovallen: M. Alblas geb.
Von Eijk D.
Overleden: G. S. Ni?uwendyk, echtg. van
A. Woelders 50 j.
Gehuwd: J. Ülyloven jrn. 25 i. en A. Ver
waal jd. 20 j. Th. J. Van 't Wout jm. 28 j.
en J. De Rooij jd. 22 j.
OUDSHOORN. Bevallen: H. A Van Muy'en
geb. De Vet Z. H. Wijsman geb. Vorkade Z.
TER-AAR. Bevallen: A. Zevenhoven gob.
Kok D. A. Bsveldt ge'j. Do Vos D. P. Valk
gob. Van der Kruidt Z. 0. Kempenaar geb. Cats D.
Overleden: A. Oliemans, wed. van ACats
73 j.
Vervolg der Advertentiën.
van netto Burgerlieden, die een vrye
Kamer en een net en degelyk
Kosthuis verlangen. 6178-5
Adres: Papenstraat 4.
iloogevvoerd 165.593710
Doet de roos geheel verdwynen, bevordert den haargroei, voorkomt het
uitvallen. By zorgvuldig, doch hoogst eenvoudig gebruik verrassende resultaten.
Scheikundig onderzocht on vry bevonden van ieder achadeiyk bestand
deel, door M. L. Q. VAN LEDDEN HTJLSEBOSCH, Apotheker-Scheikundige,
Nieuwendyk 17, Amsterdam. 6774 80
M. VASSEUR, Rue de la Gaitó 38.
Le Perreux Seine, Paria.
Importeurs voor Nederland en Koloniën
A. POLAK en Co. Kantoor: Spulstraat 820, Amsterdam.
Te vorkrii89n bfl da Heeran CHR. HAQEMAN3, Koordeinde 32, G.
MEYER, Hoogewoerd 40.
3 jaren, schriftelijli garantie.
MACHINES WORDEN OOK VERHUURD PER DAG, PER WEEK EN PER MAAND.
H aarlemmerstraat 147.
trase mark
Id het bijzonder wordt de aandacht gevestigd op tm tt
Ocvesttgd te Qrnningen.
Maatschappelijk Kapitaal
ƒ1,000,000.-
Directeuren: Llr. A.W. F.H. Süngbr
en J. De Waard. 475 11
Geeft 4-pCU.-ran<lbrievcn uit
in stukken van ƒ1000. 500.—
en ƒ100.—, tegen den koers yan
99'/, pCt., verkrijgbaar te Leiden by de
Lcldsche Bankvcrceniglng
H. F. C. GEKLIKGS Co.
TE 1I1J U lt
een Benedenhuis met Tuin, voor
zien van 2 Zitkamers, Slaapkamer,
Keuken en verdere gemakken, ook Gas
leiding. Te zien en to bevragen by:
P. J. CHRISTIAANSE, Rynsburger-
weg over tol BEIJER. 7040 7
enz., worden op zéér
gemakkelijke voor
waarden geleverd,
onder de stiptste ge-
heimhonding.
Brieven Bureel van dit
I Blad onder No. 8530.
KREDIET.
7.65, 10.—, 12.-, 1.56, 4.10, 5.—, 7.—, 9 - en 9.55.
AMSTERDAMSCHE TIJD.