f2426
Dinsdag 3§ Augustus.
A°. 1900
feze (gourant wordt dagelijks, met uitzondering
van (Zjm- en feestdagen, uitgegeven.
Een ijuaestie in het verre Oosten.
Leiden, 28 Augustus.
Feuilleton.
Adellijk en burgerlijk bloei
PRIJS DEZER COURANT: -
Voor leiden per 3 maanden. 2 2 2 !222!!!f 1.10.
Franco per post. 1 1.40.
Afzonderlijke Nommors a" 1' 1 0.05.
PRUS DER AD7ERTENTEËN
Van 1-8 regels f 1.05. Iedore regel meer f 0.171. Grootere
letters naar plaatsruimte. - Yoor het incasseeren buiten de stad
wordt f 0.05 berekend.
ODlciëele EenulsgOTlngen.
Burgemeester on Wethouders van LoideD;
Gezion het adres van 8. P. MINNEMA, houdende
verzoek om vergunning tot oprichting van een
(koffiebranderij, gedreven door een gasmotor
tiu 2 paardek raoht, in het perooel H a a r-
ilemmorstraat No. 14 3, kadastraal bokend
gectie H No. 1921;
Gelet op de artt. 6 en 7 dor Hinderwet;
Geven by deze kennis aan het publiek, dat ge
toomd verzoek met de bijlagen op de Secretario
lezer gemeente ter visie gelogd is; alsmede, dat op
Kaacdag 10 Sept. a. e., 'e voormiddaga te elf uren,
co h6t .Raadhuis, gelegenheid zal worden gegeven
oji bezwaren tegen dat verzoek in te brongen.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
Leiden, F. WAS, Bargomeaeter.
JJ7 Aug. 1900. YAN HEYST, Secretarie.
HL
'tïs volkomen waar, dat China eon groot
land is, mot een zeer groote bevolking, en
een groot land kan ongetwijfeld goed be
stuurd worden door een krachtige centrale
regeering, mits deze de middelen hebbe, om
zich alom to doen gehoorzamen en daartoe
ook oen krachtige wil aanwezig is.
In China is dit echter allerminst het geval.
In een uit Peking goschreven artikel van
October 1894, in de „Vragen van den Dag",
zegt de schrijver, de heer W. J. Oudendijk:
„Eerbied voor de regeering kan in een land
ruoeiiyk bestaan, dat bestuurd wordt uit een
zorgvuldig afgesloten paleiswaar de regeerings-'
daden hoofdzakelijk bestaan in liet afkondigen
van decreten met benoemingen en afzettingen,
en waar verder alles in handen gelaten wordt
van hen, die ambten hebben gekocht en dus
moeten trachten tydons hun bestuur zooveel
geld als mogelijk is van de bevolking te
kragen."
Het zijn de onderkoningen, de gouverneurs,
de hoogere ambtenaren en onder hen wedor
de mindere ambtenaren, die regeeron. Een
hooger gezag heeft niet de macht, om het
lagere feitelijk to beheerschen. Er is geen de
minste waarborg, dat werkelijk geschiedt
wat het hooger gezag beveolt. Voor een deel
zal dit ook wel hiervan de oorzaak zijn, dat
de moderne beschaving zorgvuldig geweerd
wordt. Het vervoer gaat, by gebreke van
spoorwegen, zeer langzaammiddelen van vor
keer z\jn er niet dan te water, doch zonder
stoom, en langs de slechtste wegen.
In zulk een toestand is het best to be
grijpen, dat de vorst met zjjn gezag, dat
grootendeels slechts in schijn bestaat, nooit
heel vast op zjjn troon zit; dat een uitge
broken opstand moeilijk te bedwingen isdat
op de trouw van het leger niet to zeer te
rekenen valt en de regeering dus ook niet in
staat is aan de vreemdelingen en hun bezit
tingen die bescherming te verloonen, waarop
zij recht hebben.
De afkoerighoid der Chineezen van hot
Christelijk bekeeringswerk en zyn resultaten,
heeft ook in de geschiedenis der laatste
tijden een gewichtige rol vervuld. Het staat
vast, dat de Christelijke beschaving wonderen
zou kunnen verrichten in dit land met zijn
liefdeloozo maatschappelijke instellingen. De
f Chinees is in hooge mate hardvochtig; van
algemeene xnenschanliefde is geen sprake in
dit land, waar de ter dood veroordeelde mis
dadigers soms levend worden gevild, tot groot
vermaak van het publiek, en de gevangenen
in afschuwelijke verblijfplaatsen door dat zelfde
publiek door het toewerpen van voedsel als
wilde dieren worden behandeld.
Men beweert soms, dat het Christendom den
Chinees niet van de beste zijde wordt vertoond.
Nog onlange is in het tijdschrift „De Gids" een
artikel verschenen van de hand van den heer
Henri Borel, dat een doorloopende beschuldiging
tegen de zendelingen en hun werk bevat. Met
uitzondering van enkele leven de missionarissen
en zendolingen in kleine paleizen, vol verfijnde
weelde, waar men do afgodsbeelden der
heidenen ziet in gezelschap van het Christus
beeld. De zendelingen, hun vrouwen en kinde
ren laten zich door de bekeerden behandelen
als halfgoden en de klachten, door de Chineescho
regeering gericht tot de mogendheden tegen
het dr\jvon der zending, hebben niets gebaat.
Dit beweren is intusschen van andere zyde
nadrukkelijk tegengesproken. Wel schjjnt het
waar te zijn, dat de inlandsche Christenen in
hoofdzaak worden gevonden onder do minder
rustige burgers, waarvan de regeering den mees
ten last heeft. Het is trouwens zeer verklaarbaar,
dat de bekeerlingen niet in de eerste plaats onder
de rijken en grooten worden aangetroffen.
De groote waarheid zal wel deze zijn, dat de
gewoonten der Christenen geheel tegen de zeden
en gebruiken van het land, die den Chinees
dierbaar en heilig zijn, indruischen. Het is geen
zaak van godsdienst, want een eigenlijken gods
dienst, in den zin, dien wy aan het woord
hechten, heeft do Chinees niet. Hij heeft een
uitwendigen vormendienst, die op z\jn zedelijk
karakter zonder invloed is, en zyn goede
eigenschappon dankt hjj zeker niet aan die
oude leerstellingen, die reeds vijf eeuwen
vóór Christus door den wijsgeer Kong in
boeken verzameld werden: den bijbel der ge
leerde langstaarten, der zonen van het
Hemolsche Rijk.
Men merke hier even op, dat do gewoonte
van China het Hemelsche Rijk te noemen
eigenlijk op eon dwaling berust, om de een
voudige roden, dat de uitdrukking in China
zelf niet gebezigd wordt. Zjj moot afkomstig
wezen van eon Chineesck woord, waarmede
voorheen het land werd aangeduid, om daardoor
te kennen te geven, dat alleen de Chineesche
keizer onmiddellijk stond onder het hoogste
wezen.
- Morgen, Woensdag, te elf uren, komen
de leden van den Nederlandschen Bond van
Horlogemakers de Sterrenwacht alhier be
zoeken. Het is te begrijpen, dat do mannen,
die alom in den lande do menschen op de
hoogte van hun tyd houden, gaarne ook eens
by de bron van dat alles een kykje willen
nemen. Naar men ons mededeelt, stellen zy
het op zeer Im-'gen prys, dat op hun aan
vraag tot bezichtiging van genoemd observa
torium aan prof. v. d. Sande Bakhuyzen, deze
hu& dit volgaarne toestond niet alleon, maar
zelfs beloofde de bezoekers persoonlyk rond
te zullen leiden.
Het rendoz-vous is tot halfelf in „Zomer-
zorg" en 's avonds heeft genoemde Bond een
vergadering uitgeschreven in het cafó „De
Harmonie" aan do Breestraat, te halfacht,
waar hy alle horlogemakers uit Leiden en
Omstreken samen roept tot het bespreken
van vakbelangen en als resultaat hiervan het
oprichten van een Leidsche Afdeeling hoopt
tot stand te brengen.
By koninklijk besluit van 18 Augustus
1900 is, op don voet van het koninklyk be
sluit van 3 October 1877, voor het tydvak
van 1 September 1900 tot en met 31 Aug.
1901, tor ondersteuning in hun studiën, van
Rykswege een beurs van f 800 verleend aan
de studenten by de Ryks-universlteit te Leiden
D. Plooy, in de faculteit der godgeleerdheid,
E. J. M. Yan de Laarschot, in de faculteit
der wis- en natuurkunde; Groningen: D. N.
Zuithoff, in do faculteit der godgeleerdheid.
Yoor het examen Franscb, lager onder-
wys, is geslaagd mcj. C. A. Roeper Bosch,
van Leiden.
De Fransche mail wordt hedenavond
alhier verwacht.
Bedankt is voor hot beroep naar do
Geref. Gem. te Kampen door ds. J. Overduin,
te Lisse; voor Halfweg door ds. L. Kuiper,
'i% Hoogoveen.
Aan den heer P. J. J. Yan der Horn
van den Bos, te Voorschoten, werd op de
tentoonstelling te Parys een eervolle ver
melding toegekend voor door hem ingezonden
herbarium.
H. M. de Koningin hooft den nieuw-
benoemden griffier van den Hoogen Raad,
mr. C. H. Q. Yan Stryen, als zoodanig ten
overstaan van den minister van justitie
beöedigd.
De minister van financiën zal morgen,
Woensdag, zyn werkzaamheden aan het
ministerie hervatten.
Het Bureau voor den lndustriëelen eigen
dom te 's-Gravenhage zal Vrijdag 31 Aug.
a. 8. voor het publiek gesloten zijn.
De parade, op den vorj .ardag van de
Koningin in Den Haag te houden, zal door
den gouverneur der residentie geïnspecteerd
en door kol. De Bock, commandant van het
rog. grenadiers en jagers, gecommandeerd
worden.
De Schah van Perzië is voornemens
Woensdag met leden van zyn gevolg een
rijtoer door do residentie te maken en daarna
een bezoek aan Scheveningen te brengen,
waarby een rit langs den boulevard zal worden
gemaakt.
In verband met bet bezoek aan H. M. de
Koningin te Soestdyk, vertrekt de Schah van
Perzië 29 dezer met een extra-trein te 2 u.
10 m. van Den Haag naar Ba&rn, aankomst
4 u. 17 m., om des avonds te 9 uren weder
van daar terug te keeren naar Den Haag,
aankomst 10 u. 42 m.
Naar men verneemt, heeft do Schah op
oen tot hem door de directie van het „Zeebad
Scheveningen" gerichte uitnoodiging tot een
bezoek aan het Kurhaus by het verbiyf van
Z. M. in de residentie, doen te kennen geven,
dat, als de tyd het toelaat, daaraan gevolg
zal worden gegeven.
Naar de „Tel." uit goede bron verneemt,
bestaat er alle kans, dat de Schah toch een
bezoek zal brengen aan Amsterdam.
De Perzische gezant by ons Hof en de
aan den Schah toegovoegde leden van Hr. Ms.
Militaire Huis zyn hedenochtend naar Esschen
vertrokken, ten einde Z. M. hedenmiddag aan
de grenzen op to wachten en naar de residentie
te begeleiden.
De groothertog van Saksen bracht gister
middag een bezoek aan het magazyn der firma
E. L. Van Gelder en Zn., Hof-antiquaire, aan
het Hofspui te 's-Gravenhage.
Uit St.-Petersburg wordt aan de „N. B.
Ct." geschreven:
Do Zuid-Afrikaansche heeren woonden
Zondag den dienst by in de Hollandsche
kerk, een dienst, die opzotteiyk voor hen
gehouden word. Naar ik hoor is een voor
den zomertyd buitengewoon talryk Hollandsch
publiek in de kerk aanwezig geweest,
Z. D. H. de Bisschop van Haarlem heeft
benoemd tot kapelaan te Nederhorst-den-Berg
den weleerw. heer H. Th. Bouters, tot kape
laan te Hoorn den woleerw. heer J. H. Juffer-
mans, tot kapelaan te Zaandam den weleerw.
heer G. J. Van Oostwaard en tot assistent
te Schoten den weleerw. heer L. Th. Mulder.
Deze eerw. heeren werden 15 Aug. 1.1. priester
gewyd.
Op do to Amsterdam gehouden jaar
vergaderingvan „Patrimonium" is tot voorzitter
van het Verbond gekozen de heer P. Yan
Vliet, te Arnhem, dio thans tydeiyk presi
deerde.
De minister van binnenlandsche zaken;
overwegende, dat ingevolge do aanneming-
van een bezoldigd staatsambt door mr. H.
Smoenge, een verkiezing zal moeten plaats
hebben van een lid van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal in het kiesdistrict Meppel;
heeft bepaald, dat die verkiezing zal plaats
hebben op Donderdag 13 September 1900;
dat de stemming, zoo noodig, zal plaat6 heb
ben op Donderdag 20 September 1900, en
de herstemming, zoo noodig, op Donderdag
27 September 1900.
Naar het „Hbl." verneemt, komt voor
de benoeming tot secretaris-generaal van het
Internationaal Hof van Arbitrage, dat als uit
vlooisol der Vredesconferentie in Den Haag
gevestigd wordt, ten zeerste In aanmerking
mr. R. Melvil baron van Lynden, lid van de
Eerste Kamer voor de provincie Utrecht.
De Amerikaansche gezant by ons Hof,
de heer Stanford Newel, is gisteren uit het
buitenland in de residentie teruggekeerd.
Te Breda is in den ouderdom van 91
jaren overleden de gepensionneerde generaal-
majoor O. H. Kuyck.
De lo luits. der art. F. G. Do Klerck en
J. O. J. Kempees, alsmede de 2de luits. van
dat wapen G. Ringeling, H. J. N. Kat en L.
A. M. Willemse worden voor den tyd van 5
jaren gedetacheerd by het leger in Oost-Indiê.
Het stoomschip „Ardjoeno," van Batavia
naar Rotterdam, arriveerde 27 Aug. te Mar
seille; do „Statendam," van Nieuw-York naar
Rotterdam, passeerde 27 Aug. Prawlepoint.
Abbenes (gem. Haarlemmermeer). Naar
aanleiding van het schryven van den minister
over do Volksweerbaarheid, om zoo doeniyk
op alle irtetne -plaatsen in Nederland schiet
banen op te richten, bestonden reeds hier en
daar vereenigingen van jongelui voor ver
meld doel.
Ook te Hoofddorp en te Nieuw-Vennep
hadden zich daartoe commissiën gevormd.
Nu het Ryk voorging mot het aanloggen
van militaire schietbanen, welker kosten be
langhebbenden later zouden afdoen, koesterde
men ook alhier daarvan de beste verwach
tingen.
Die verwachtingen bleken echter niet ver-
wezenlykt te kunnen worden.
Toen nl. de vorige week drie militaire
autoriteiten te Hoofddorp waren, om met
bovenvermelde commissie over deze zaak te
spreken, kwamen tevens de kosten van een
militaire schietbaan ter sprake.
Volgens het oordeel der vermelde autori
teiten was het ter voorkoming van ongeluk
ken wenscheiyk, dat zoo'n schietbaan tusschen
twee muren was besloten, aan welker einden
yzeren kokers eenigszins in een schuinen
stand zich moesten bevinden, waarop die
afgeschoten kogels, welke goheel bezyden het
doelwit gingen, afstuiten, waarna ze dan op
een hellend terrein achter de schyf opgevan
gen worden.
Maar de kosten l Ja, die beliepen maar
eventjes voor een afstand muur van 200 Meter
circa f 1750 en voor een grooteron afstand
natuuriyk meer.
Vermeld bedrag kon later aan het Ryk
betaald worden of wel, men kon ook volstaan,
door jaarlyks tegen 4 pCt. d6 rente te voldoen.
Ook werd in overweging gegeven, zich by
Overveon, waar reöds zoo'n militaire schiet
baan bestond, aan te sluiten.
Aangezien belanghebbenden zich tot dat
alles niet wilden of konden verplichten, liep
alles zonder gewenscht succes af.
Is het wonder, waar de jongelui ten platte-
lande voor zulke eischen gesteld worden, dat
zy zich niet langer aangetrokken gevoelen,
om met hart on ziel voor vermeld doel te f
y veren?
Loimuidcii. Het mond- en klauwzeer breidt
zich in deze gemeente gestadig uit. Tot
heden werd door niet minder dan 15 vee
houders aangifte gedaan, dat de ziekte onder
hun veo was uitgebrokon. Tegen twee vee
houders, die in hun verplichting tot aangifte
nalatig waren gebleven, werd door den districts-
veearts geverbaliseerd.
Op do aanbevoling voor de betrekking
van gemeente-secretaris komen voor: lo. de
heer A. H. C. Brouwer, ambtenaar ter secretarie
te Naaldwyk; 2o. de heer H. C. Fryiinck,
ambtenaar ter secretarie te Eist.
Voor gemeente-ontvanger: lo. de hoer C.
Van Heyningen, administrateur; 2o. de heer
"W. F. Overhoff, notaris, beiden alhier.
Voorschoten. Op den verjaardag der
Koningin, Vrydag 31 Aug., 's avonds te half
acht, zal oen Bidstond worden gehouden in
de Herv. kerk alhier.
Zoctorwoude. De hoer A. Kruseman, thans
werkzaam ter secretarie dezer gemeente, is
benoemd tot ambtenaar ter secretarie der
gemeente Westzaan.
XJit do staatscourant"
Kon. besluiten. Benoemd tot commissaris
yan politie te Rotterdam, J. C. Tbeijssen, hoofd
inspecteur aldaar; benoemd met I September tot
leeraars aan de Rijka Hoogere Burgerschool te
Sappemeor H. C. Derkson aldaar, en voor een
oenjarig tijdvak J. De Korne, tijdelijk leeraar
aldaar. Benoemd tot leeraars voor het eenjarig
tydvak nan do Rijka Hoogere Burgerschool te
Leeuwarden "W. Suveryn, tydoliik leeraar aldaar,
te Groningen A. W. Visser, tijdelijk leeraar aldaar.
Met intrekking vaa het Kon. besluit van 28
September 1898, aan \Y. Houwen, eervol ontsla
gen hoofd der openbaro lagere school to Wedde,
een pensioen ten laste van den Staat verleend
ten bedrage van f518 'sjaare.
De Oost-Indisone ambtenaar met verlof, S. A.
Spaarwater, laatstelijk ingenieur der 3de klasse
by het kadaster in Nederlandsch-Indid, op zyn
verzoek, met ingang op 1 September, eervol uit
's lands dienst ontslagen, met toekenning van
pensioen.
De Oost-Indische ambtenaar met verlof G. W.
H. Peltzer, laatstelijk controleur der 1ste kl. bij
het B. B. in de bezittingen buiten Java en Madura,
op zijn verzoek, wegens physieke ongeschiktheid,
mot ingang op 1 Sopt., eervol uit 's lands dienst
ontslagen, met toekenning van pensioen.
Mej. B. S. A. Gastmann, laatstelyk onderwij
zeres der 2de klasse by het cpenbaar lager onder
wijs voor Europeanen en inet dozen gelykgeslelden
in Nederlandach-Indië, thans met verlof hier te
lando, op haar verzoek, wegens physieke onge
schiktheid, met ingang op 1 September, eervol
uit 's lands dienst ontslagen, met toekenning van
pensioen.
De Oost-Indische ambtewaar met verlof A. J.
Verbeek, laatste]ijk onderwijzer dor 1ste klasse
bij het openbaar lager onde--\vys voor Europeanen
eu met dezen gelijkgeslejdon in Noderland9oh-
Iudio, op zyn verzoek, met ingang op 1 September,
eervol uit 's lands dienst ontslagen, met toeken
ning van pensioen.
40)
„Hoe moet ik er dan uitzien?**
„Zoo woedend mogelyk. Ongeveer zooals
er myn vader uitziet, wanneer hy op tweo-
honderd pas afstands myn atelier beschouwt;
maar grootscher, heldhaftiger 1 Ik weet, dat
,gy er zoo uitzien kunt Ik kwel my nu al
v/ekon, om de rechte uitdrukking te vinden,
.maar het wil my niet gelukken. Ik moet ze
in de werkelykhoid zien en gij moet ze my
verschaffen."
„Ik begryp niet waarom gy er zoo hard
nekkig op blyft staan, juist myn hoofd te
gebruiken," sprak Michaël gemelyk. „Het past
nu eenmaal niet voor een idealistisch beeld,
en wat gy daar op het doek gebracht hebt,
is ook een geheel ander gezicht."
„Daar begrypt gy niets van," verklaarde
Hans beslist „Uw hoofd is my meer waard
dan het beste model.
Natuuriyk kan het geen portret worden,
maar wat ik van uw trekken gebruiken kan,
dat is geschikt voor myn beeld. De uitdruk
king der oogen, die ontbreekt er maar aanl
'Ik wilde wel, dat ik u eens grenzenloos kon
ergeren, u over het een of ander woedend
maken, dat gy my honderdduizendmaal ver-
wenscht, dan was ik geholpen 1"
„Dat is nog een3 een aangename wensch.
Jammer, dat hy niet vervuld zal worden,
want ik ben volstrekt niet in een stem-
Bimg, om my te ergeren."
„Neen, gy zyt in een hoogst vervelende
MflBimmfr ni'oali uaött wel aan uw gezicht
kan zien; wy moeten het voor heden op
geven. Jammer, ik had aan myn aartsengel
nog gaarne een karakteristieken trek aange
bracht, daar hy heden nog voor het door
luchtig geslacht verschynen moet, wiens
schutspatroon hy is."
Hy legde met een zucht penseel en palet
neder. Michaël was echter by de laatste
woorden opmerkzaam geworden.
„Voor wien moet het beeld verschynen?"
vroeg hy ras.
„Voor do gravin Stoinrück en haar dochter.
Wat scheelt u toch?"
„Niets, ik verwonder er my slechts over,
dat zy in uw atelier komen. Hebt gy haar
uitgenoodigd
„Niet rechtstreeks, maar het kwam zoo
in het gesprek te pas. Ik trof de dames
gisteren by mevrouw Van Re val; zy vroegen
naar myn werk; het onderwerp scheen haar
belang in te boezemen en toen werd my
het bezoek voor heden beloofd. Ik vermoed
zoo iets van een opdracht voor do St.-Michaëls-
kerk, en dat zou my zeer gewenscht zyn.
Dan kon ik myn vader bewyzen, dat myn
kladwerk toch ook nog practisch nut heeft,
nu houdt hy het altyd nog voor tydver-
kwisting.
Wilt ge nu reeds weder weg?"
„Zeker, ik denk, dat gy my hier niet
meer noodig hebt."
„Neen, maar ik heb de gravin, die naar u
vroeg, gezegd, dat gy op dezen tyd altyd
thuis waart en dat hot u genoegen zou doen,
haar te begroeten."
Michaels voorhoofd werd somber, eenige
seconden lang scheen hy met zichzelven in
tweestryd, dan sprak hy op koelen toon:
„Dan zal ik wel moeten blyven."
„Als gij uw onverantwoordelijk gedrag van
verleden zomer ton minsto eenigszins goed
maken wilt. Gravin Hertha heeft het u be
paald kwalyk genomen, ik zag het duideiyk,
toen er over u gesproken word. Gisteren
vooral was zy in het oog loopend ernstig en
ontstemd."
„De gelukkige bruid?"
De vraag klonk als spot. Hans lette er
niet op, maar antwoordde achteloos:
„Nu, wat haar toekomstig geluk betreft,
daarvoor zou ik my niet gaarne borg stellen.
Als de oude generaal denkt, zyn kleinzoon
door dit huwelyk aan banden te leggen on
in toom te houden, dan vergist hy zich zeer."
„Hoe zoo? Wat weet gy dan van zyn
gedrag?" vroeg Michaël in gespannen ver
wachting.
„Nu, ik hoor er ten minste genoog van.
Als opkomend kunstenaar komt men in alle
mogelyke kringen en zoo heb ik. ook eenige
malen don jongen graaf ontmoet. Hy is een
verlokkende verschyning, dat valt niet te
ontkennen, knap, ridderiyk, beminiyk, maar
ik vreesdaar zyn de dames al I Het
rytuig rydt reeds voor; dat noem ik stipt
op tyd passen."
Hy had even door hot raam gezien; voor
de tuinpoort hield werkeiyk een rytuig stil,
waaruit gravin Steinrück en haar dochter
stapten. Hans snelde hen in den tuin te ge-
moet en na eenige minuten traden de damos,
door den jongen kunstenaar begeleid, het
atelier binnen.
Kapitein Rodenberg had de dames sedert
de ontmoeting te St.-Michaël niet weder gezien,
hoewel zy reeds zes weken in de stad waren,
maar zy verkeerden byna uitsluitend in de
hooge aristocratische kringen.
De gravin beantwoordde zyn groet met
haar gewone vriendelijkheid. Zy maakte er
hem geen verwyt meer van, dat by, ondanks
haar dringende uitnoodiging, niet op het slot
Steinrück verschenen was, nadat zy uit een
gesprek met den generaal tot de ervaring
gekomen was, dat de jonge officier, om de
een of andere roden, niet by hem in gunst
stond.
Hy wist dat waarschynlyk, en daardoor
werd zyn terughouding voldoende verklaard;
do fijngevoelige vrouw achtte zich daarom nu
verplicht, hem met dubbele vriendelykheid te
behandelen.
„Wy hebben elkander in langon tyd niet
gezien," zoide zy, hom de hand roikend, „en
ons laatste samenzyn te Sfc.-Michael werd
helaas door oen lichte ongesteldheid myner
dochter verstoord. Het was zeer onvoorzichtig
van Hertha by het opkomend onweder buiten
te blyven en dan den terugweg onder een
hevigen storm te ondernemen; een geluk,
dat ten minste de regen In de dalen neerviel,
zonder ons te bereiken, anders had haar
verkoudheid ernstiger gevolgen gehad."
Michaël maakte oen buiging voor de jonge
gravin, dio toen het eerste het beste voor
wendsel aangegrepen had, om een samenzyn
te vermyden, dat voor beiden na het voor
gevallen tooneel een onmogelijkheid geweest
zou zyn. Een enkel oogenblik had hy haar
nog wel gezien, toen zy met haar moeder in
den wagen gestegen was, en van beiden
afscheid nam. Nu echter viel zy baarmoeder
haastig in de rede:
„Het had niets te beteekenen, mama-; ik
verzocht u alleen het vertrek te verhaasten,
omdat ik uw bezorgdheid ken."
„Gy bleeft toch nog eenige dagen ongesteld,"
merkte haar moeder aan. „Ik bon overtuigd,
dat luitenant Rodenberg, of liever"zy
wierp een blik op zyn uniform.
„Gy zyt intusschen bevorderd, zooals ik
zie. Ik feliciteer u, heer kapitein."
„Sedert veertien dagen draagt hij deze
nieuwe waardigheid," zeide Hans. „Ik heb
reeds om do gunst verzocht don tookomstigen
generaal te mogen schilderen, zoodra by dezen
post verkregen zal hebben."
De gravin lachte.
„Nu, wie weet! Hy schynt vry vlug vooruit
te komen; nu reeds kapitoinl By o. hoeft
in dion tyd ook een gebourtenis plaats yehad,
waarvan gy wel reods gehoord zult hebben.
Myn dochter is de bruid."
„Ik weet het."
Michaël wendde zich tot Hertha, dio hom
nu voor het eeist aanzag. Hy was gedwongen,
haar met haar verloving geluk te wonschen;
maar als zy eenig teoken van ontroering
verwacht had, die zonderlinge flikkering in
zyn oogen, die soms zoo plotseling te voor-
scbyn kwam, dan vergiste zy zich.
Zyn buiging was even koei en hoffeiyk
als zyn felicitatie, die geen woord buiten de
gewone vormen ging.
Tegenover de vreemdste damo had Michaël
zich niet hoffelykor kunnen uitdrukken.
„Gravin Hertha is vandaag weder buiten
gewoon hoogmoedig!" dacht Hans, toon hy
zag, met welk gezicht de geiukwousch aan
genomen word. Hy leidde do dames nu naar
de schildery, die do voornaamste piaals in
zyn atelier innam, maar nog niet geheel
voltooid was. De lovensgroote gestaite van
den aartsengel kwam krachtig on indruk
wekkend op het doek uit; aüeon hot gelaat
scheen nog niet gereed te zyn, het moest
verkt worden, terv.y'l
.1 ..i pas geschetst was.
(hordi vm'oiyd)