N\ 12420
Dinsdag 31 Augustus.
A0. 1900
<§eze (Qourant wordt dagelijks, met uitzondering
van (Zon- en feestdagen, uitgegeven.
Leiden, 21 Augustus.
Feuilleton.
Adellijk en burgerlijk bloed.
LEIDSCH
PRIJS DEZER COUBAETi
Voor Leiden per 3 maanden. i i i i 1.10.
Franco per post1.40.
Afzonderlijke Nommerg J Ö.06.
PRIJS DER ADVERTENTIEE:
Van 1-6 regels f 1.05. Iedere regel meer f 0.171. Grootore
letters naar plaatsruimte. Voor hot incasseeren buiten do stad
wordt f 0.05 berekend.
OHloiëole Kennis{;ovliig,eiL
Direct© Belastingen.
T)o Burgemeeeter van Leiden brengt ter algomeone
kerm ia, dat aan den Ontvanger der Direote Belastingen
ia ter Lai.d gesteld liot kohier der Belasting op
bedrijfs- en andere inkomsten No. 4 van don dienst
1900/1901, executoir verl laard den 18don Aug. Jl.,
en herinnert voorts den bolanghebbondon aan hun
verplichticg, om den aanslag op don bg do Wet
bepaalden voet te voldoen.
Leiden, Do Burgemeester voornoemd,
20 Aug. 1900. F. WA8.
Dinsdag 18 September, des namiddags te
twee uren, zal prof. dr. H. A. Lorentz, alhier,
bet rectoraat overdragen aan prof. dr. J. E.
,Van Iterson J.Azn.
In de St.-Petruskerk alhier is door den
weleerw. heer P. Wytenburg zyn plechtige
Eerste H. Mis opgedragen. Het altaar was
tot dat einde getooid met planten en sier-
groen.
De jeugdige priester werd geassisteerd door
de zeereerw. heeren pastoors J. J. Vernieuwe,
Ivan de kerk, waar de plechtigheid plaats
vond, pastoor Van Os, van Almeloo, en pastoor
H, J. Stoopman van 's-Heerenhoek, resp. als
presbyter-assistens, diaken en sub-diakon. De
feestprediking werd gehouden door den oom
van den jubilaris, den zeereerw. pastoor
Wytenburg, van Amsterdam, naar aanleiding
tvan de woordon uit het Evangelie van Mat-
'theus 4 vs. 19: „Volgt my."
Het zangkoor bracht ten gehoore het „Yeni
Creator" van Verhulst en de 1ste Missa van
Heinze.
De bijzondere commissie voor de visschery
onder voorzitterschap van den heer P. P. C.
Hoek, te Den Heldor, is voor haar inzending
op de wereldtentoonstelling te Parys bekroond
met den Grand Prix (hoogsto onderscheiding).
Onder degenen, die medegewerkt hebben
om dit gunstig resultaat te verkrijgen, behoort
ook onze stadgenoot de heer A. G. Drechslor,
amanuonsis.aan het Zoötomisch Laboratorium
alhier, voor een collectie &keletton en opgezette
dieren, die met de visscherij in vertand staan.
Een eervolle vermelding in groep XVIII
(kolonisatie) is toogekend aan prof. dr. K.
Martin, te Leiden, voor z(ju inzonding op
dezelfde tentoonstelling.
B. en Wb, van Haarlem hebben aan
den Raad voorgesteld, om ten behoeve van
de te bouwen gemeentelijke lichtfabrieken
aan te koopen voor f 8 per M\ eon stuk
grond in den Veerpolder.
De groothertog van Baden, die te
Scheveningen vertoeft, is hedenochtend naar
Duitscbland teruggekeerd.
Hr. Ms. Commissaris in Zuid-Holland
is voornemens morgen (Woensdag) de ge
meenten Wateringen, Naaldwijk, De Lier en
i's-Gravenzande te bezoeken.
De heer Conrad, die onze Regeering
vertegenwoordigde op de scheepvaart- en
hygiënische congressen te Parijs, is in Don
Haag teruggekeerd.
In de residentie is aangekomen Baron
'Guillaume, gezant van Belgiö te Athene,
'yrooger gezantschapsraad van Belgiö by
ons Hof.
In het byeenzyn van de Eerste Kamer
na de opening van het nieuwe zittingsjaar
'in September a. s. zullen worden afgedaan
de wetsontwerpen omtrent het waterstaats
bestuur en de gemeentelijko belastingprogressie.
De ontwerpen betreffende do voogdij, enz.
kunnen dan, naar verwacht wordt, in do
afdeelingen worden behandeld.
De gezant der Yereenigde Staten by
ons Hof is voor kprten tyd naar Ostende en
de militaire attaché by het gezantschap naar
Brussel.
Het Amerikaansche oorlogsschip „Easex"
wordt binnenkort ter reede 'van Amsterdam
verwacht.
De najaarsmanoeuvrea van ons leger, in
September a. s., zullen als gewooniyk worden
bygewoond door de militaire attaché's by de
vreemde gezantschappen by ons Hof.
De voorzitter van het hoofdcomitó van heb
Roode Kruis heeft van den minister van bui-
tenlandsche zaken mededeeling gekregen van
een telegram, ontvangen van den Nederland-
schen consul te Colombo (Ceylon), meldende:
„Alle gevangenen zyn in welstand. Voor hen
zal zorg worden gedragen".
Men schryft uit Rotterdam aan het
#Utr. Dbl.":
Het vroeger vermelde voorstel betreffende
de Maashaven, dat dezo week by den gemeen
teraad in behandeling komt, betreft niet enkel
het graven van de haven, maar ook het
ophoogen van do aangrenzende terreinen, het
aanleggen van straten en wegen op die terrei
nen, het rioleeren van die straten en het be
planten van een doel der terreinen. Daarvoor
alleen is een uitgave van negen ton gouds
geraamd. Maar daarvoor komt dan ook een
bouwterrein beschikbaar van niet minder dan
ongeveer 98,000 vierkante meter.
Men verstaat hier uitstekend de kunst om
dergeiyke groote werken terstond productief
te maken, en zoo heeft ook nu do diroctour
der gemeentewerken zyn plannen op zooda
nige wyze ingericht, dat er tegenover do
groote geldelyke offers, die aan de gemeente
moeten worden opgelegd, bolangryko baton
komen te staan.
De haven zelve zal, als zy eenmaal geheel
voltooid is, een grootsch werk zijn. Maar ook
wat er in do omgeving komt, zal een grootsch
karakter hebben. Voor de inrichting van dat
zeer uitgestrekte terrein is een mooi plan ont-
worpon. Al zullen die gedeelten, welke be
stemd zyn, om, zooals men oudtyds zeide, „tot.
opbrengen, daarom is niet alles aan de produc
tiviteit opgeofferd; integendeel, er is gezorgd,
dat ruim voldaan worde aan de eischon van
hygiëne en welstand, en met het oog daarop is
bjj het ontwerpen der plannen onbekrompen
over den te verkrygen grond beschikt. Ruime
kaden, breede straten, mooie pleinen en fraaie
parken dit alles zal aan deze nieuwe stads
kwartieren oen indrukwekkend aanzien geven.
Ds. Ulfers, te Rotterdam, is in zooverre
hersteld, dat hy met zyn echtgenoote voor
volledig herstel van gezondheid naar Hilver
sum is kunnen vertrekken.
De luitenants-ter-zee lsto kl. J. W. Van
Aalst en A. J. Gooszen worden belast resp.
met het onderwys in de practischo zeevaart
kunde, den scheepsbouw en do meteorologie
on in do stoomwerktuigkunde, het werktuig
kundig, hydraugraphisch en topographisch
teekenen by het Kon. Instituut der Marine.
Te Vlissingen komen per stoomschip
„Hawarden Castle", dat heden of morgen aldaar
verwacht wordt, uit Transvaal terug de heeren
Van Heek, Rotsaert en Soly, leden der Bel
gische ambulance. Door Antwerpsche vrienden
zullen ze verwelkomd worden. MC.)
Door mej. D. B. Van Malsen, te Groningen,
is oervol ontslag gevraagd als loerares in de
wiskunde aan de H. B.-S. voor Meisjes.
Ten behoeve der stelling Amsterdam
bestaat het voornomen een weg aan te leggen
door den Rottepolder onder Haarlemmeriiede
als verlenging van den aangelegden weg door
den Binnenpolder en om eon korte verbinding
te krygen met don Haarlemmermeerpolder.
In de Haarlemmervaart en Ringvaart wor-
don alsdan landhoofden of steigers gemaakt,
waartusschen zoo noodig libel spoedig een
brug geslagen kan worden. {R. C.)
Do Senaat van het Indologisch Studenten
corps te Delft biedt, daar het korps spoedig
wordt ontbonden, de vaandels, insignia en het
archief in bruikleen aan hot gemeente-museum,
met dien verstande, dat, wanneer een nieuw
Indologisch Corps mocht worden opgericht,
de afgestane voorwerpen zullen worden terug
gegeven.
B. en Ws. stellen voor, hot aanbod op dio
voorwaarde te aanvaarden. (N. D. Cl.)
Ten bewijze van de groote drukte, die
er mot de landbouwtentoonstelling, met do
daarmco verband houdende vergaderingen,
doch vooral met het bezoek van de Koningin
nen, in Da venter heersclien zal, diene, dat er
geen logies meer te krygen is in eenig hotel
en dat er by particulieren nog maar heel
enkele beschikbaar zyn.
Op het terrein der tentoonstelling is party
getrokken van de ruimte; do levende artikelen,
die er geöxposeerd worden, als: paarden,
koeien, varkens, schapen, geiten, pluim- en
ander vee, zullen or een goed tydeiyk logies
vinden. Ook het niet levende, doch levenwek
kende materieel, de landbouwwerktuigen,
voederartikelen, meststoffen, enz. zyn er ruim
schoots en goed tentoongesteld.
De treinen van Apeldoorn stoppen deze
dagen alle vlak vóór den ingang der tentoon
stelling. Vooral Woensdag wordt veel bezoek
verwacht, want dan is het do dag dan
komen de Koninginnen.
Het is maar goed, dat het station van den
Staatsspoorweg als plaats van aankomst werd
gekozen en niet hot houlon loodsje, dat te
Deventer het station der H. S.-M. moet voor
stellen. Dit gebouwtje toch is nauweiyks
geschikt voor niet-vorsteiyke reizigers, laat
staan dus voor de ontvangst van een Koningin.
Op don rit van het station door de stad
-zullon eenige inrichtingen van liefdadigen
aard en een fabriek bezocht worden en daarna,
tegen drie uren, worden de Koningin en Haar
moeder ten stadhuize' ontvangen. Na een uur
vertoevens daar wordt de Landbouwtentoon
stelling bezocht.
De „Arnh. Ct." bevat het volgende
bericht
„De opvoering van: „In Oranjedorp anno
1900", het volksbiyspel van mej. Betsy Perk,
waarmede haar Koningslied: „Wilhelma van
Nassauen" zich hoopt in te burgeren, zal
allereerst plaats hebben in het Paleis voor
Volksviyt te Amsterdam en daarna in ver
schillende andere plaatsen.
Hoewel het geschreven word voor meer
besloten kring, hoopt zoowei de schryfater
als het bestuur van „Kunst en Kennis"
dat met de koninklyke opdracht ter verspreiding
word vereerd juister zich van die taak te
kwyten in het Amsterdamsch Paleis, nu hot
zich rechtstreeks tot het volk heeft te richten
met de door Hare Majesteit bekrachtigde
woorden blykens dio opdracht.
De volkstafereeltjes zullen vooraf worden
gegaan door een drama in drie bedryven van
dezelfde schryfster: „Rederyker6 in deXVIdo
eeuw in Hallepoort en Paleis te Brussel" (de
inburgering van hot Wilhelmus). Het verschil
tusschen toen en thans biykt uit beide tooneel-
werken niet minder dan uit do woordon, des-
tyds Willem van Oranje in den mond gelegd.
Daar het gezelschap van het Amsterdamsch
Paleis onder de nieuwe leden ook mevr
BudermanVan Dyk engageerde, zal het
Wilhelma flink worden gezongen, terwyi de
Rederyker, die in het drama optreedt, de
woorden van het Wilhelmus, krachtens den
drang der tragische omstandigheden, stellig
voortreffeiyk zal zeggen.
De regie der beide stukken wordt spoedig
ondernomen en de rolverdeeling nader bekend
gemaakt."
Naar wy vernemen, keeren kapitein jhr.
Ram en 1ste luit. Thomson, attaché's uit bet
Nederlandsche leger by do Boeren, binnenkort
uit Zuid-Afrika terug.
Van don lston luitenant Assolbergs, die
met wjjjlen don lston luitenant Nix het
Indisclio leger by do Boeren vertegenwoordigde,
hebben wij het laatst vernomen, dat hy te
Durban langzaam herstelde van een zwaren
aanval van typhus. NR. C.)
Do ministers van justitie, financiön,
oorlog, koloniën en waterstaat verleenen dezo
week geen audiëntie.
Het stoomschip „Burgemeester Den Tex",
van Batavia naar Amsterdam, arriveerde 20
Aug. te Genua; do „Teviotdale" arriveerde
20 Aug. van Amsterdam to Newport-News.
Bonthuizen. Do gemeente-rekening over
het afgeloopen dienstjaar 1899 is vastgesteld
tot een bedrag van 6776.80 aan ontvangsten,
f 5148.025 aan uitgaven, batig slot alzoo
fQ28.77».
By beschikking van den directeur der
directe belastingen te Rotterdam is bepaald,
dat vervalt de zitdag van den ryksontvanger,
die in de maand Januari in deze gemeente,
alsmede te Hazerswoudo aan den Rjjndjjk,
in het dorp, en te Koudekerk wordt gehouden.
Koudekerk. Dat het gebruikmaken van
zyn voertuig den veloclpedist blootstelt aan
gevaren, werd Zondagmorgon voor de zoo-
veelato maal opnieuw bewezen, toen iemand,
te Bodegraven woonachtig, by den val van
zyn ry wiel zich aan het hoofd en de ledematen
zoodanig verwondde, dat, na door den alhier
ge vestigden geneesheer te ziin verbonden, zyu
overbrenging naar het ziekenhuis te Leiden
noodig geoordeeld werd.
Do aanstaande opening van de R.-K.
school aan de Hooge Zydo heeft roeds haar
invloed doen gelden op het leerlingenaantal
der openbare school. De meeste school
gaande katholieke kinderen zyn na do vacantie
thuisgebleven, torwyi de overige hoogstwaar-
schyniyk met September eveneens de school
zullen verlaten.
Leiderdorp. Gistermiddag was de passage
over do Loiderdorpscho brug gedurende ge-
ruimen tyd gestremd, doordat een hoog geladen
hooischuit daarin vastzat.
Wnddingsveon. De Gedeputeerde Staten
van Zuid-Holland hebben voor het beryden
met motorrytuigen ongeschikt verklaard in
de gemeente Waddingsveen: a. den Kerkweg
van de Gouwe tot den Noordeindschen weg;
b. den Brugweg van de Gouwe tot den Mid-
delburgschen wegc. don Kleiweg, van af de
gemeente Reeuwyk (Do Baars) tot aan de
gemeente Gouda (tolhek); cl. do Jan-Dorrehens-
kade tusschen den Ringdyk van don Zuld-
plaspolder en de Zuid- of Gouwekade.
Zegwaard. Door Ged. Staten is de termyn
van herziening der keur of politieverordening
voor don Binnenwegschen polder onder deze
gemeente en Bleiswyk gedurende zes maanden
verlengd en de tegonwoordige keur dus geldig
verklaard tot Februari 1901, behoudens
vroegere intrekking.
81)
„Ja, myn Gerlinde is in de geschiedenis
,van ons geslacht thuis," sprak do vryheer
op zegevierenden toon. „Zy heeft ze zelfs beter
in het hoofd dan ik; want myn geheugen
[begint reeds door den ouderdom te lyden.
Gisteren nog maakte zy my opmerkzaam op
I een vergissing in een jaartai, toen ik over
Udo van Eborstoin sprak. Nietwaar, myn
kind?"
Alsof men togen den slinger van oen uur
werk gestooten had, zoo begon freule Gerlinde
op dezo vraag opnieuw en vertelde een nog
iveel langero geschiedenis, dezen keer uit de
veertiende eeuw, toen eon zekere Eberstein
in een zekeren slag den keizer het leven
gered had en daarvoor zoker burchtslot van
hem ontvangen had. Al deze moeilyke datums
en namen kwamen met een onfeilbare zeker
heid en breedvoerigheid, maar eentonig, over
haar lippen, die aan hot ratelen van een molen-
werk deden denken, en ten laatste hield zy
©ven plotseling op als zy begonnen was.
Hans schoof onwillekeurig zijn stoel eenige
schreden terug, want nu begon hem de zaak
Onaangenaam te wordendo burchtheer echter,
•die het voor een teeken van bewondering
Shield, scheen zeer geneigd hem nog een
•yorderen blik in de kroniek van zyn geslacht
,te verschaffen, toen de oude staande klok
met luide, langzame slagen negen uren aangaf.
„Al negen uren!" zeide Eberstein, torwyi
hy opstond.
tWjj lovon hier zeer geregeld, mynheer
Van Wchlau, en zyn gewoon, altyd op dit
uur tor ruste te gaan. U kan dat na uw
vermoeienden woud- en bergtocht slechts
aangenaam zyn. Ik wensch u een rustigen
en aangenamen nacht in don „Ebersburg"."
„Dat was verschrikkelyk 1" zeide Hans
Wehlau met een diepen zucht van verademing
by zichzelven, toen hy in den „Ebersburg"
op zyn slaapkamer alleen was.
Deze grysaard uit de tiende eeuw en deze
jonge burchtvrouw, die ik voor doofstom hield
en die de oude kronieken opratelt als een
ekster, die van don tongriem gesneden is,
hebben myn hoofd goheol in de war gebracht.
Ik kwam zelf ook reeds in de middeleeuwen
terecht sedert ik Hans Wehlau Wehlenberg
op „Forschungstein" ben."
Met deze woorden stapte hy in bed, sliep
in en droomde, dat de oude vryheer met een
lantaarn heel Noord-Duitschland doortrok om
den burcht „Forschungstein" te zoeken en
freule Gerlinde fladderde als een ekster naast
hem en snapte zonder ophouden over Koen-
raad van Eberstein en Hildegonda van Ortenau,
en als zy den „Forschungstein" niet vonden,
zetten zy zich op hun stamboom en stegen
daarmede omhoog, altijd hooger tot in de tiende
eeuw, en dat zag er zeer indrukwekkend uit.
Toen Hans den volgenden morgen wakker
werd, scheen de zon helder door zyn raam
en zyn kleeron waren ten minste zoo ver
gedroogd, dat hy zo aantrekken kon.
Het was yog vroeg en in het huis scheen
alles nog in de rust te zyn; hy besloot
daarom den „Ebersburg," waar hy in de
duisternis en onder een hevigon rogen aan
gekomen was, by het daglicht eens nader
op te nemen. Uit zyn kamer kwam hy
onmiddellyk in de lange gang, die door een
raam verlicht werd, vond zonder veel moeite
de steile wenteltrap met de uitgesleten treden
en kwam door het voorhuis buiten.
Do „Ebersburg" was ongetwyfeld in vroe-
goron tyd een sterk, statig bergslot geweest,
misschien in den loop der eeuwen moer
dan eens verwoest en altyd weder opge
bouwd. Nu was het nog slechts een ruïne.
Het grootste deel lag In puin. Wat van
hot muurwerk nog stond, scheon op het
punt van in te storten. Op het slotplein
groeide het gras welig op en daartusschen
stonden struiken en jonge boompjes, die
de geheelo ruimte tot een wildernis maakten.
Ook van do tinne van den ouden wachttoren,
die schynbaar nog ongedeerd gebleven was,
hing het gras neer en door de schietgaten
vlogen do uilen in en uit. Daartusschen lagen
ingevallen gewelven, half neergestorte muren
en hier en daar staken de overblyfselen van
het eigenlyke slot uit het struikgewas op.
De eenige, nog onderhouden vleugel, die
door den togenwoordigon burchtheer be
woond werd, had eveneens een treurig aan
zien. De ruïne wa3 in haar geheel zeker
schilderachtig; hier en daar zag men her
stellingen, die het geheelo verval moesten
voorkomen, maar hot zooveel te sterker op
den voorgrond dedon treden. Het oude, afge
brokkelde muurwerk was met witte kalk be
streken, de ontbrekende vensters on deuren
waren op do eenvoudigste wyze vorvangen
en waar de vertrekken niet gebruikt worden,
eenvoudig mot planken dicht gespykerd, en
de voormalige steenen treden van de stoep
by den hoofdingang waren door houten ver
vangen.
Hans Wehlau's kunstenaarsoog werd on
aangenaam getroffen door dezen aanblik; hy
wendde het oog weer haastig naar de ruïne,
baande zich een weg door de groene wildernis
van het slotplein en kwam eindelyk dooreen
opening in den muur, die vroeger misschien
een poortje geweest was, op het terras van
den burcht. Hier echter bleef hij voorloopig
staan; want uit den wachttoren, waar een
stal in gemaakt scheen te zyn, klonk hem
een lustig goblaat tegen en oen geit sprong
vrooiyk do geopende deur uit. Achter haar
aan kwam freule Gerlinde, die, niettegen
staande het vroege uur, toch reeds gekleed
was, d. w. z. in de gryze japon van gisteren.
Zy hiold met beide banden voorzichtig een
houten nap met molk vast, die tot don rand
toe vol was.
Doze onverwachte ontmoeting verraste
beiden. Gerlinde bleef als aan don grond ge
nageld staan, de gast des huizes moest wel
gezien hebben, dat freule van Eberstein, die
uit do tiende eeuw afstamde en een ontelbare
menigte voorvaderen bezat, eigenhandig do
geiten gemolken had, om do melk by het
ontbyt te gebruiken. Haar zichtbare verrassing
maakte ook Hans verlegen, zoodat ook hy
het passende woord niet vond, maar alleen
een hoffelyke buiging maakte. Tot geluk
begreep de geit het pynlyke van den toestand
on maakte er een einde aan, door in dartele
sprongen op don vreemdeling af te komen,
on dan terugkeorond zóó wild tegen haar jonge
meesteres op te springen, dat do nap in haar
handen begon te wankelen en een deel der
melk er uit stortte.
Dat verbrak op gelukkige wyzo hot ver
legen stilzwygen. Hans haastte zich do jonge
dame de melk uit de hand te nemen, wat
zy ook gewillig toeliet, maar zy sprak daarby
op zachton, verontschuldigenden toon:
„Ons geitje is zoo biy, als-hot buiten
komtl"
^Goddank. Eindelyk iets anders dan middel-
lluldc aan president Steyn.
In verband met de opwekking om president
Kroger, die 10 October zyn verjaardag viert,
bewyzen van sympathie te zenden, geeft ee..
inzender in de „N. R. Ct." in overweging, ook
president Steyn, die op 2 October 43 jaar
wordt, hulde te brengen.
„Op de receptie, den 2den October 11., zeide
de president in antwoord op den gelukwensch
van hoofdambtenaren en anderen o. m. het
volgende: „H6t is best mogelyk, dat ik hier
(in hot presidentshuis te Bloemfontein) hot vol-,
gende jaar niet meer sta als uw president,
want donkere wolken pakken zich boven ons
land en volk, ja boven geheel Zuid-Afrika
samen. De oorlog dreigt, hoewol ik nog hoop,
dat de vrode bewaard kan biyven. Doch wat
ook gebeuro, nimmer, nimmer zullen we onzo
onafhankelykheid onverdedigd afstaan!"
„Heeft president Steyn geprofeteerd wat
het eerste gedeelte en heeft hy voor zich
woord gehouden wat het laatste gedeelte der
aangehaalde woorden betreft? Ieder weet hoe
hy zich nog te midden der commando's be
vindt cn do ellende van den oorlog met zyn
buigors, thans do armsten onder de armen,
deelt in don stryd voor vryheid on voor reoht.
„Kan er ook een hulde gebracht worden
aan den heldliaftigen president van den Oranje-
Vry staat?"
«lot de „Admiral" verzonden, zouden do
brieven voor den 2don October stellig te laat
komen. Maar de „Kanzier" is den 18den dezer
uit Antwerpen vertrokken. Te Napels neemt
het de post aan boord. Verzendt men nu zyn
brieven, enz. uiteriyk den 27sten dezer de3
voormiddags met het adres: ZHEd. M. T.
Steyn, president van den Oranje-Vrystaat,
p. a. den heer G. Pott, consul-generaal van
den Vrystaat to Lorengo-Marquez, dan is er
kans, dat de bezending tydig op zyn bestem
ming komt. Misschien is president Stoyn dan
niet rechtstreeks te bereiken, maar al krygt
hy de huldebetuigingen iets later, dan ls hot
kwaad nog niet groot. Trouwens, het is ook
mogelyk, dat de brieven aan president Kruger
hem over eenigen tyd slechts langs een om
weg kunnen bereiken.
CORRESPONDENTIE. - XI Do gemeente
raad heeft in de verordening reeds bepalingen
vastgesteld als door U bedoeld worden. Evenals
op het to snello flotsry'den dient dus ook
daarop toezicht te worden gehouden, en by
overtreding proces-verbaal to worden opge
maakt. Wy hebben uw klacht aan de politio
kenbaar gemaakt.
Uit do „Staatscouruiit
Cadettenschool.
Do minister van oorlog brengt nader ter kennis
van belanghebbenden, dat, mot wijziging van
•aankondiging in de ,Sts.-Ct." van Zaterdag 11
Augustus 1900, voor een plaatsing bij bovouver
melde school in aanmerking komen:
voor den dienst hier to laudo:
E. T. Hissink, W. G. De Bas, jhr. H. Laman
Trip, P. K. Kuipers, J. C. Spaich, J. li. C. Van
Reenen, jhr. L. M. Van Reigersberg Versluya, J.
W. Stoutjesdijk, A. Fabius, J. Vissor, L. Van
DureD, J. O. Gaade, F. Vervoren, B. Bunschoten,
A. R. F. Van der Mark, W. Van dor Mandele, J.
De Ronde Bresser, J. L. Van Gogh, M. Brevet,
R. C. Van der Garden, G. T. Slothouber, W. Van
der Hout, J. E. Scheller, jhr. W. F. Do Villeneuve,
H. J. Oaten en A. T. Dufour;
voor den dienst in Noderlandsch-Indiö:
L. C. A. Van do Kasteelo, F. Van der Goes, J.
T. Mojet, W. II. Do Blaauw, li. Van Doornum,
W. A. Boswijk, E. K. A. De Neve, W. M. Dudolc,
J. D. Koopman, li. M. Savalle, H. G. Brandon,
J. K. Bruynis, I. J. Milborn, H. Van den Bosscha
cn 11. F. O. Smith.
eouwsche kroniek 1" dacht Hans, dio werkelijk
verrukt was over deze woorden. liy gaf zyn
vreugde te kennen over de levendigheid van
de geit, vroeg hoe oud zy was on bracht
toen allereerst zyn melk in veiligheid door
ze op een vooruitspringend stuk muur neder
te zetten, want de geit bleef hem met nieuws
gierige oogen aanzion en scheen zeer geneigd
den aanval te herhalen; bedacht zich echter
en liep hot weligo gras in, dat don bodom
bedekte.
Men had nu het volle gezicht niet meer
op den „Ebersburg", want het rondom togen
den bergwand groeiende woud hield hem
verscholen en onttrok hem aan het oog. Hy
lag tusschen een groene, golvende woudzee;
do toppen dor boomon, waaruit hier en daar
een vogelonliod opsteeg, wiegden in don
morgenwind.
Hot terras van don burcht word helder
verlicht door de morgenzon. Maar ook hier
getuigdo alles van verval en verwaarloozing
en toch trof raon ovoral frisch, groen loven,
dat modeiydend do verwoesting scheen te'
bedekken. In den voormaligen ringmuur waren
groote gaten, waarin enkele struiken wild
opschoten en een levende borstwering vorm
den. De groote wachttoren, waar de uilen
uit en in vlogen, was zóó dicht met donker
groen klimop bewassen, dat de muren byna
onzichtbaar waren. Op de oude puinhoopen
er rondom groeiden zacht mos en weligo
slingerplanten. Op eiken steen, uit iedere
muurspleet groeide en bloeide liet, on over
dit alles lag diepo, droomerigo, geheimzinnige
stilto, zooals in de eerste morgenuren over
een vreedzaam landschap verspreid ligt.